Hondse
oorlog
!
Dieren
in
de
Grote
Oorlog
1914‐1918
3
oktober
2009
>
11
april
2010
Tijdelijke
tentoonstelling
Gratis
toegang
van
9u00
tot
12u00
en
van
13u00
tot
16u45
Persmap
Dieren
in
de
Grote
Oorlog ..............................................................................................
3
Het
parcours
van
de
tentoonstelling ..............................................................................
6
De
scenografie ...............................................................................................................
8
Beelden
voor
de
pers ...................................................................................................
10
Colofon ........................................................................................................................
12
Praktische
informatie ...................................................................................................
13
Contact
Diane
Vanthemsche
,
persattaché
diane.vanthemsche@klm‐mra.be
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
Jubelpark,
3
1000
Brussel
+
32
(0)2
737
78
11
infocom@klm‐mra.be
www.legermuseum.be
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
2
/
13
Dieren
in
de
Grote
Oorlog
1914‐1918
Wie
herinnert
zich
nog
dat
Bella
en
Bertha,
twee
vergeten
koeien
op
een
verlaten
boerderij
aan
het
Belgische
front,
door
het
2de
bataljon
van
de
Scots
Guards
als
mascottes
werden
geadopteerd
en
in
die
hoedanigheid
aan
het
overwinningsdefilé
in
Londen
in
1919
deelnamen?
Wie
kent
Nancy,
de
springbokmascotte
van
het
4de
Zuid‐Afrikaanse
infanterieregiment,
die
met
militaire
eer
in
november
1918
in
het
kerkhof
van
Hermeton‐sur‐Meuse
werd
begraven?
Wie
weet
vandaag
nog
dat
het
beertje
Winnie,
alvorens
een
bekende
Disneyfiguur
te
worden,
de
mascotte
van
de
2de
Canadese
infanteriebrigade
was?
Op
weg
naar
het
front
kocht
luitenant
Harry
Colebourn
een
beertje.
Het
beestje
werd
genoemd
naar
de
thuisstad
van
zijn
nieuw
baasje:
Winnipeg,
wat
al
vlug
tot
Winnie
werd
afgekort.
Toen
de
luitenant
naar
het
westelijke
front
moest
optrekken,
schonk
hij
het
diertje
aan
de
Londense
zoo.
Daar
werd
Winnie
een
echte
ster
én
een
inspiratiebron
voor
jeugdschrijver
Alan
Alexander
Milne.
In
1966
bedacht
Disney
dan
Winnie
the
Pooh.
Heel
wat
“BD’s”
(Bekende
Dieren)
dus
in
deze
Eerste
Wereldoorlog,
maar
we
mogen
ook
zeker
de
“utilitaire”
dieren
niet
uit
het
oog
verliezen.
Vanaf
3
oktober
2009
en
tot
11
april
2010
loopt
in
het
Koninklijk
Legermuseum
een
nieuwe
tijdelijke
tentoonstelling
over
dieren
in
de
Grote
Oorlog.
Doorheen
het
verhaal
van
de
dieren
de
oorlog
van
de
mensen
vertellen:
ziehier
het
concept
van
Hondse
Oorlog!
Bij
het
uitbreken
van
de
Eerste
Wereldoorlog,
in
1914,
speelt
het
dier
een
belangrijke
rol
in
de
Europese
samenleving
omdat
het
tegelijkertijd
een
bron
van
rijkdom
én
een
werkkracht
is.
Van
bij
het
begin
van
de
vijandelijkheden
wordt
het
dier,
net
zoals
de
mens,
gemobiliseerd.
Hoewel
het
tijdens
de
oorlog
alomtegenwoordig
en
zelfs
onmisbaar
is,
blijkt
het
dier
na
de
strijd
deze
vooraanstaande
plaats
te
hebben
verloren.
Het
conflict
is
dus
een
scharniermoment
in
de
verhouding
tussen
mens
en
dier.
Een
tentoonstelling
over
dieren
in
de
Grote
Oorlog
illustreert
echter
niet
enkel
die
kentering.
Door
het
gemeenschappelijke
verhaal
van
mens
en
dier
in
de
loopgraven
of
de
bezette
zones
te
vertellen,
wordt
evenzeer
het
conflict
zelf
toegelicht.
En
zo
komt
meteen
onze
geschiedenis
in
beeld.
De
massale
aanwezigheid
van
dieren
binnen
de
strijdkrachten
impliceert
een
hele
rits
beroepen:
dierenarts,
smid,
zadelmaker,
wagenmaker,...
De
enen
verstrekken
de
nodige
zorgen
om
over
gezonde
dieren
te
beschikken,
de
anderen
vervaardigen
het
materieel
waarmee
ze
hun
militaire
taken
tot
een
goed
einde
kunnen
brengen.
Ondanks
de
ontwikkeling
van
nieuwe
technologieën
en
gevechtstactieken
mobiliseerde
de
“eerste
moderne
oorlog”
naast
de
manschappen
inderdaad
ontelbare
dieren.
De
paarden
waren
de
essentie
van
de
cavalerie
en
ze
trokken
eveneens
de
artilleriestukken
voort
op
terreinen
die
voor
motorvoertuigen
ontoegankelijk
bleken.
De
militaire
honden
waren
polyvalent:
ze
trokken
machinegeweren,
signaleerden
het
naderen
van
vijandelijke
troepen,
brachten
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
3
/
13
informatie
over
de
operaties
naar
de
achterste
linies
over
en
speurden
naar
gewonden
op
het
slagveld.
Wanneer
de
telefoon‐
en
telegrafielijnen
onderbroken
werden,
brachten
duiven
de
boodschappen
ter
bestemming.
Kanaries
verwittigden
wanneer
er
gas
vrijkwam
bij
het
graven
van
tunnels
en
wanneer
de
krekels
zwegen,
wisten
de
soldaten
dat
er
een
aanval
met
gifgas
op
komst
was.
De
dieren
spelen
niet
enkel
een
praktische
rol.
Het
zijn
ook
trouwe
vrienden
die
de
soldaten
steun
en
soelaas
in
harde
tijden
bieden.
Sommige
worden
regimentsmascottes
die
het
onheil
op
afstand
moeten
houden.
Het
dier
was
eveneens
een
bestaansmiddel:
het
leverde
voedsel
én
kleding.
Maar
tezelfdertijd
werken
de
leefomstandigheden
aan
het
front
ook
de
verspreiding
van
ongedierte
in
de
hand.
Ratten,
luizen
vlooien,
vliegen
en
muggen
kunnen
het
de
soldaat
uiterst
moeilijk
maken.
De
burgers
zijn
al
evenzeer
met
de
dieren
verbonden.
In
bezet
België
hebben
de
opeenvolgende
opeisingen
zware
gevolgen
voor
de
landbouw
en
de
veeteelt.
Het
tekort
aan
producten
van
dierlijke
oorsprong
verplicht
de
Belgen
om
op
een
ander
menu
en
op
ersatz
over
te
schakelen.
De
families
moeten
het
dus
met
vervangproducten
stellen
en
de
meest
onwaarschijnlijke
“oorlogsrecepten”
tieren
welig
in
de
kookboeken
die
tijdens
de
bezetting
worden
uitgegeven.
Wol
en
leder
worden
uiterst
schaars
en
de
kledingsector
moet
zich
aanpassen.
De
mensen
geven
het
grootste
deel
van
hun
inkomens
aan
voedsel
uit
en
nieuwe
kleren
schieten
er
noodgedwongen
bij
in.
Vindingrijkheid
is
meer
dan
ooit
aan
de
orde.
Overgordijnen
worden
als
jurken
gerecycleerd,
dekens
krijgen
een
nieuw
leven
als
mantel,
tafelkleden
worden
lakens
en
luiers;
schoenen
worden
van
flexibele
zolen
en
houten
hielen
voorzien.
Bij
gebrek
aan
wol
zien
velen
zich
genoodzaakt
om
hun
matras
met
stro,
hooi
of
papier
op
te
vullen.
Net
zoals
talloze
soldaten
hun
oorlogsdagboeken
publiceren,
worden
ook
de
avonturen
van
de
soldaatdieren
tijdens
en
na
de
oorlog
verteld.
Reeds
in
1916
roept
Benjamin
Rabier
de
hond
Flambeau
in
het
leven,
een
viervoeter
die
zijn
hoeve
verlaat
om
aan
de
strijd
deel
te
nemen
en
zo
de
loopgravenoorlog
aan
de
kinderen
kan
uitleggen.
Tegelijkertijd
creëert
Walter
A.
Dyer
Pierrot,
een
hond
uit
België.
De
opbrengsten
van
de
verkoop
zijn
voor
de
Commission
for
Relief
in
Belgium
bestemd.
In
1917
schrijft
Pierre
Chaine
Les
mémoires
d’un
rat,
over
de
lotgevallen
van
Ferdinand
de
rat
aan
het
front
en
in
1922
haalt
Jacques
d’Ars
de
campagneherinneringen
van
Fanfan
de
hond
op.
De
verhalen
brengen
een
realistisch
beeld
van
het
dagelijkse
leven
van
de
soldaten
en
tonen
ook
aan
dat
de
dieren
een
echte
steun
en
toeverlaat
voor
de
manschappen
waren.
Maar
de
vertellingen
met
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
4
/
13
gehumaniseerde
dieren
zijn
eerst
en
vooral
een
middel
om
de
natie
te
mobiliseren
door
op
ietwat
lichtvoetigere
wijze
over
de
Grote
Oorlog
te
spreken.
Ten
slotte
is
het
dier
niet
enkel
in
de
artistieke
creaties
van
de
soldaten
maar
vooral
in
de
oorlogspropaganda
aanwezig.
Deze
verdierlijkt
de
vijand:
de
protagonisten
van
het
conflict
worden
doorheen
het
symbolische
universum
van
het
dierenrijk
uitgebeeld.
Het
dier
komt
in
de
patriottistische
emblemen
voor
en
duidt
de
nationale
identiteit
aan:
de
Duitse
arend,
de
Franse
haan,
het
Britse
luipaard,
de
Belgische
leeuw.
Het
gedrag
of
het
uitzicht
van
een
dier
worden
aangewend
om
het
karakter
van
een
persoon
of
het
hoofdkenmerk
van
een
natie
te
illustreren.
De
vijand
wordt
dikwijls
negatief
voorgesteld:
de
Duitser
wordt
bijvoorbeeld
met
een
varken
vergeleken
om
zijn
beestachtigheid
en
zijn
vraatzucht
in
de
verf
te
zetten.
Deze
afbeeldingen
van
dieren
zijn
op
affiches,
in
perskarikaturen
of
op
voorwerpen
voor
dagelijks
gebruik
te
vinden
en
de
boodschap
wordt
door
iedereen
begrepen.
De
voorstellingen
zijn
partijdig,
ontmenselijken
de
vijand
of
maken
hem
belachelijk.
Zo
tracht
men
de
oorlog
te
rechtvaardigen
en
probeert
men
haatgevoelens
aan
te
moedigen.
Onmiddellijk
na
de
oorlog
worden
talloze
herdenkingsmonumenten
opgericht.
Ze
eren
eerst
en
vooral
de
soldaten
die
hun
leven
voor
de
natie
lieten,
maar
ook
de
dieren
worden
niet
vergeten.
Sommige
illustreren
de
rol
die
deze
in
het
leger
hebben
gespeeld,
andere
getuigen
van
het
leed
dat
mens
en
dier
hebben
gedeeld.
Soms
worden
dierlijke
symbolen
gebruikt,
hetzij
om
een
patriottistische
boodschap
over
te
brengen,
hetzij
om
de
heldendaden
van
een
regiment
of
divisie
te
illustreren.
Enkele
monumenten
zijn
uitsluitend
aan
een
dier
gewijd:
de
duif
(Brussel,
Charleroi,
Rijsel,
Berlijn),
het
paard
(Melbourne),
de
muizen
en
de
kanaries
als
“vrienden
van
de
sappeurs”
(Edinburg).
In
2004
huldigt
Groot‐Brittannië
in
Londen
het
Animals
in
War
Memorial
in,
dat
de
bijdrage
en
de
opoffering
van
dieren
in
de
conflicten
van
de
20ste
eeuw
in
de
schijnwerper
plaatst.
Hondse
Oorlog!
werd
voor
een
familiaal
publiek
ontworpen,
presenteert
een
ruime
selectie
collectieobjecten
uit
nationale
en
internationale
musea
en
laat
heel
wat
ruimte
voor
interactiviteit.
Jong
én
oud
zullen
de
Eerste
Wereldoorlog
dus
vanuit
een
onverwachte
en
vernieuwende
invalshoek
kunnen
(her)ontdekken.
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
5
/
13
Het
parcours
van
de
tentoonstelling
Vredestijd...
Oorlogstijd
Vóór
1914
zijn
de
dieren
niet
uit
de
economische
realiteit
weg
te
denken.
De
mens
gebruikt
ze
als
transportmiddel,
als
rij‐
of
trekdier.
De
lastdieren
bieden
kostbare
hulp
in
de
landbouw.
De
veeteelt
wordt
opgedreven
en
de
consumptie
van
vlees
en
melk
veralgemeent.
Producten
van
dierlijke
oorsprong
worden
op
allerlei
manieren
in
de
kledingindustrie
verwerkt.
Pootje
voor
pootje
verovert
de
werkmakker
een
plaatsje
in
het
huisgezin
en
hij
wordt
een
trouwe
vriend
in
het
dagelijkse
leven.
Wanneer
de
Eerste
Wereldoorlog
uitbreekt,
wordt
het
dier,
net
als
de
mens,
gemobiliseerd.
Geschikt
voor
de
dienst
!
In
de
19de
eeuw
is
het
leger
grotendeels
op
dieren
aangewezen,
zowel
voor
de
tactiek
(cavalerie)
als
voor
de
logistiek
(transport).
Hun
massale
aanwezigheid
binnen
de
strijdkrachten
impliceert
een
hele
rits
beroepen:
dierenarts,
smid,
zadelmaker,
wagenmaker,...
De
enen
verstrekken
de
nodige
zorgen
om
over
gezonde
dieren
te
beschikken,
de
anderen
vervaardigen
het
materieel
waarmee
ze
hun
militaire
taken
tot
een
goed
einde
kunnen
brengen.
Bij
het
uitbreken
van
het
conflict
ziet
het
leger
zich
verplicht
om
de
dierlijke
effectieven
uit
te
breiden
en
eist
talloze
beesten
bij
de
Belgische
bevolking
op.
Actieve
dienst
De
Eerste
Wereldoorlog
wordt
soms
als
de
eerste
“moderne”
oorlog
omschreven,
maar
de
nieuwe
technologieën
kunnen
de
strijdende
dieren
toch
niet
zomaar
van
hun
voetstuk
stoten.
Het
paard,
de
muilezel,
de
hond
of
de
duif
zijn
immers
polyvalent
en
vervullen
bij
de
cavalerie,
het
transport,
de
bevoorrading,
de
communicatie
of
de
gezondheidsdienst
de
meest
uiteenlopende
taken.
De
dieren
worden
aan
dezelfde
gevaren
als
de
soldaten
blootgesteld;
ze
kunnen
dan
ook
in
specifieke,
door
burgers
bemande,
verzorgingscentra
terecht
of
krijgen
speciaal
voor
hen
ontworpen
gasmaskers.
Vriend
of
vijand?
De
dieren
beïnvloeden
het
morele
en
fysieke
welzijn
van
de
soldaten.
Ze
zijn
trouwe
gezellen
en
geven
de
manschappen
de
moed
en
de
kracht
om
door
te
zetten.
Omdat
ze
tegen
onheil
zouden
beschermen,
worden
sommige
beestjes
als
regimentsmascottes
in
de
watten
gelegd.
Het
dier
brengt
eveneens
bestaansmiddelen
aan,
die
zowel
de
keuken
als
de
kleerkast
vullen.
Knaagdieren
en
insecten
zijn
dan
weer
ongewenst
omdat
ze
het
leven
in
de
loopgraven
ondraaglijk
maken.
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
6
/
13
In
bezet
België
Talloze
burgers
slaan
voor
de
Duitse
veroveraar
op
de
vlucht
en
nemen
hun
huisdieren
en
vee
mee.
De
opeisingen,
eerst
door
de
Belgische
en
vervolgens
door
de
Duitse
autoriteiten,
hebben
evenals
de
vijandelijke
plunderingen
zware
gevolgen
voor
landbouw
en
veeteelt.
Het
tekort
aan
producten
van
dierlijke
oorsprong
veroorzaakt
sterke
prijsstijgingen.
De
Belgen
moeten
hun
voedingsgewoontes
wijzigen
en
vervangingsmiddelen
gebruiken;
ook
de
kledij
dient
te
worden
aangepast.
De
verordeningen
van
de
bezetter
in
verband
met
dieren
gooien
indirect
het
transport,
de
handel
en
het
gezinsleven
overhoop.
Afgebeelde
dieren
De
soldaat‐kunstenaars
laten
zich
door
het
dierenrijk
inspireren
en
produceren
tekeningen,
schilderijen
of
loopgravenambacht
met
diermotieven.
Het
dier
speelt
ook
een
belangrijke
rol
in
de
oorlogspropaganda
die
hun
positieve
en
negatieve
trekjes
symbolisch
uitvergroot.
Ook
de
oorlogsliteratuur
vertelt
talrijke
verhalen
over
“soldaatdieren”.
Het
dier
wordt
eveneens
afgebeeld
op
de
herdenkingsmonumenten
die
na
de
Wapenstilstand
overal
worden
opgericht.
Dat
is
meteen
een
bewijs
voor
de
essentiële
rol
die
dieren
in
deze
oorlog
hebben
gespeeld.
Ze
hebben
immers,
net
als
de
mensen,
heel
wat
geleden.
Trouw
in
lief
en
leed
De
laatste
zone
geeft
nog
een
ultieme
momentopname
van
de
relatie
tussen
mens
en
dier
in
de
Grote
Oorlog
mee.
Aan
de
wand
prijken
verschillende
afbeeldingen
die
hun
band
illustreren.
Een
grote
centrale
vitrine
met
archeologische
vondsten
toont
hun
gemeenschappelijke
lot.
De
bezoeker
lijkt
ze
vandaag
net
op
het
slagveld
te
hebben
opgegraven.
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
7
/
13
De
scenografie
Over
de
mens
spreken
tempora
s.a.
De
scenografie
plaatst
de
dieren
altijd
in
contact
met
de
mens,
soldaat
of
burger.
Via
de
verhalen
van
de
dieren
zijn
het
immers
de
verhalen
van
de
mensen
die
we
hebben
verteld.
Een
belangrijke
plaats
werd
dus
uitgetrokken
voor
getuigenissen
die
een
vandaag
grotendeels
vergeten
conflict
tot
leven
brengen.
Zich
onderdompelen
in
de
oorlog
Het
thema
zelf
van
de
tentoonstelling
hield
een
verplichting
in
:
het
opzetten
van
een
familieparcours
waarin
kinderen
hun
plaats
vinden.
Hun
aanwezigheid,
maar
ook
de
uitwissing
van
de
oorlog
uit
onze
geheugens,
vereisen
dat
er
een
minimum
aan
interpretatiesleutels
wordt
aangereikt
om
de
bezoeker
in
het
conflict
te
kunnen
onderdompelen.
Dat
is
met
name
de
bedoeling
van
de
centrale
ruimte
die
is
opgevat
als
een
ruimte
van
oorlogsbeleving.
Wij
denken
immers
dat
de
mensen
de
voeling
met
dit
conflict
zijn
kwijtgeraakt;
deze
ruimte
is
dan
ook
geconcipieerd
om
die
beleving
op
te
wekken.
De
bezoeker
zal
zich
de
gegevens
die
hem
worden
aangereikt
op
basis
van
de
visuele,
auditieve
en
geurgebonden
emoties
eigen
maken.
Hij
zal
regelmatig
naar
deze
centrale
zone
terugkeren
zodat
de
context
waarin
mens
en
dier
hebben
samengeleefd
steeds
opnieuw
voor
het
voetlicht
wordt
gehaald.
Terugkerende
elementen
Elke
tentoonstellingsuimte
wordt
in
de
centrale
hal
aangekondigd,
dan
wordt
de
eigen
thematiek
behandeld
en
ten
slotte
keert
de
bezoeker
naar
de
centrale
hal
terug.
De
verschillende
thema’s
zijn
uitgewerkt
met
behulp
van
de
diverse
mogelijkheden
die
de
hedendaagse
museologie
biedt.
Drie
terugkerende
elementen
worden
echter
expliciet
als
zodanig
aangegeven.
We
hebben
namelijk
geprobeerd
elk
hoofdstuk
van
ons
verhaal
een
eigen
identiteit
en
belevingswereld
mee
te
geven,
maar
niet
zonder
enkele
nuttige
oriëntatiepunten
in
elke
ruimte.
• Eerst
en
vooral
zijn
er
de
getuigenisdiorama’s
die
als
ensceneringen
van
«
levensmomenten
»
zijn
opgevat.
Het
zijn
geen
gewone
decors
of
al
dan
niet
waarheidsgetrouwe
reconstructies
van
historische
plaatsen,
die
bepaalde
documenten
ondersteunen.
Dankzij
deze
diorama’s
kan
de
bezoeker
zich
moeiteloos
in
de
voorstelling
inleven,
hij
kan
het
gebeuren
samen
met
de
hoofdpersonages
herbeleven.
De
personages
uit
deze
diorama’s
vertellen
hun
verhaal
aan
de
bezoeker.
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
8
/
13
•
Een
tweede
terugkerende
element
is
een
verklarende
woordenlijst
met
uitdrukkingen
uit
de
oorlog
die
betrekking
hebben
op
dieren.
Die
woorden
en
uitdrukkingen
worden
op
een
ludieke
manier
in
elke
ruimte
geïllustreerd.
•
Het
laatste
terugkerende
element
zijn
de
voorstellingen
in
3D
op
basis
van
stereoscopische
glazen
platen
uit
de
periode.
Dat
is
uiteraard
een
belangrijke
aantrekkingspool
voor
kinderen
:
in
elke
ruimte
zullen
de
kinderen
door
kijkgaatjes
nooit
eerder
getoonde
beelden
van
het
conflict
kunnen
bekijken.
Elk
zicht
wordt
begeleid
door
een
verklarende
tekst.
Deze
scènes
zijn
over
de
verschillende
zalen
van
de
tentoonstelling
verspreid.
Ruimte
voor
kinderen
Om
de
kinderen
voor
de
tentoonstelling
warm
te
maken,
om
hen
–
al
was
het
maar
een
beetje
–
te
laten
beseffen
hoe
het
leven
tijdens
deze
vier
jaren
verliep,
zowel
voor
mens
als
voor
dier,
zijn
er
langsheen
het
parcours
ruimtes
ingelast
waar
ze
hun
eigen
universum
kunnen
terugvinden.
Er
worden
tijdens
dit
parcours
dus
verschillende
kinderactiviteiten
voorgesteld.
Deze
zijn
gebaseerd
op
handelingen
die
vertrouwd
overkomen:
aanraken,
herkennen,
tekenen,
aanvullen
enz.
Hoewel
het
meubilair
duidelijk
aangeeft
dat
het
hier
om
activiteiten
voor
kinderen
gaat,
zijn
de
opstellingen
toch
in
de
tentoonstellingsruimte
geïntegreerd.
Uiteraard
hebben
de
activiteiten
steeds
een
band
met
het
onderwerp.
Een
vrij
wandelparcours
De
bezoeker
verkent
de
tentoonstelling
op
een
vrije
manier:
het
systeem
van
een
centrale
ruggengraat
met
loodrechte
ribben
geeft
iedereen
de
mogelijkheid
om
de
ene
dan
wel
de
andere
ruimte
te
kiezen
en
langer
rond
te
wandelen
in
de
centrale
loopgraaf
als
dat
nodig
wordt
geacht.
We
beseffen
echter
wel
dat
het
publiek
graag
wordt
rondgeleid
en
daarom
hebben
we
elke
zaal
van
een
volgnummer
voorzien.
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
9
/
13
Beelden
voor
de
pers
1.
Het
nummer
stemt
overeen
met
het
nummer
op
de
cd
Inkom
van
de
tentoonstelling,
loopgraaf
2.
Diorama
“Vordering
in
augustus
1914”
3.
Interactief
“De
dieren
trekken
ten
oorlog”
4.
Veeartsenkoffer,
Belgisch
leger,
ca.
1914‐1918
Diverse
materialen
©
KLM‐MRA
5.
Houtem,
de
hoefsmeden
zijn
klaar
om
het
hoefijzer
aan
te
brengen,
juli
1916
©
KLM‐MRA
6.
Interactief
“Het
is
hard
een
soldaat‐dier
te
zijn”
7.
Tuig
voor
een
muilezel
voor
het
transport
van
8
obussen
van
18
pond,
Brits
leger,
ca.
1914‐1918
Synthetisch
dier,
leder,
hout,
metaal
en
hennep
Notre‐Dame‐de‐Lorette
(Pas‐de‐Calais,
Frankrijk)
©
KLM‐MRA
8.
Hondenkar
en
tuig
voor
het
transport
van
munitiekisten
voor
Maxim
machinegeweren,
Belgisch
leger
model
1913
Synthetische
dieren,
staal,
leder
en
hout,
replica’s
(tuig
en
munitiekisten)
©
KLM‐MRA
9.
I.
Hassaly
Blue
cross
fund
to
help
horses
in
war
time
also
hospitals
for
war
dogs,
s.d.
[Het
fonds
van
het
blauwe
kruis
voor
hulp
aan
de
oorlogspaarden
evenals
ziekenhuizen
voor
de
oorlogshonden]
Lithografie
op
papier
©
KLM‐MRA
10.
Interactief
“Vriend
of
Vijand
?”
11.
Glossaire
“Winnie,
mascotte
van
de
2de
Canadese
infanteriebrigade”
12.
Belgische
soldaten
melken
een
koe,
z.d.
©
KLM‐MRA
13.
Henri
Dupont
[Gelukkig
Nieuwjaar],
IJzer,
1918
Artisanale
postkaart,
Oost‐Indische
inkt
en
aquarel
op
papier
©
KLM‐MRA
14.
Belgische
soldat
met
een
muskietennet,
z.d.
©
KLM‐MRA
15.
Interactief
“Voedselspel”
16.
Scherm
in
de
zaal
“In
bezet
België”
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
10
/
13
17.
René
[Veertig
centimeter
groot.
Geschikt
voor
de
dienst],
z.d.
Oost‐Indische
inkt
en
aquarel
op
papier
Privéverzameling
18.
René
Klein
intiem
drama
in
een
uitstalraam,
z.d.
Oost‐Indische
inkt
eb
aquarel
op
papier
Privéverzameling
19.
G.
Douanne
[Laat
ons
het
hoenderhof
verzorgen.
Ik
ben
een
lieve
oorlogskip,
ik
eet
weinig
en
produceer
veel],
z.d.
Lithografie
op
papier
©
KLM‐MRA
20.
Interactief
“Postduif”
voor
de
tekenwedstrijd
21.
Anne‐Pierre
de
Kat
(1881‐1968)
[Wezel],
16
september
1916
Oost‐Indische
inkt
en
aquarel
op
papier
©
KLM‐MRA
22.
Soldaten
boetseren
een
aarden
leeuw,
september
1915
©
KLM‐MRA
23.
Amédée
Lynen
(1852‐1938)
[De
leeuw
van
Vlaanderen],
1915
Grafietstift,
aquarel
en
Oost‐Indische
inkt
op
papier
©
KLM‐MRA
24.
H.
Teufel
Hunden,
German
Nickname
for
U.S.
Marines.
Devil
dog
recruiting
station,
z.d.
[“Duivelshonden”,
Duitse
bijnaam
voor
de
U.S.
Marines.
Rekruteringsbureau
voor
“duivelshonden”]]
Lithografie
op
papier
©
KLM‐MRA
25.
Herdenkingsfresco
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
11
/
13
Colofon
Opdrachtgever
Algemene
Directie
Commissarissen
Dienst
Projecten
Montage
Scenografie
en
grafische
vormgeving
Vertaling
Communicatie
Perscontacten
Ministerie
van
Defensie,
DG
Material
Resources
Dominique
Hanson
Sandrine
Smets
Emilie
Gaillard
Cdt
Pascal
Mathieu
Walter
Minnaert
Paul
Michiels
Dirk
Theunis
Tempora
s.a.
Benoît
Remiche,
projectverantwoordelijke
Nicolas
Esgain,
hoofd
project
Christophe
Gaëta,
auteur
van
het
project
Claudine
Maus,
scenografie
Henri
Dupuis,
beheer
Leticia
Caldas,
grafica
Activity
Group
Diane
Vanthemsche
Diane
Vanthemsche
(voor
het
KLM)
Charlotte
Piens
(voor
EMG
Consult)
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
12
/
13
Praktische
informatie
Data
Educatieve
Dienst
Leerkrachtendagen
Wedstrijd
Publicatie
Inlichtingen
Adres
Bereikbaarheid
Perscontact
Gratis
toegang
3
oktober
2009
>
11
april
2010
De
tentoonstelling
is
alle
dagen
toegankelijk
(behalve
op
maandag)
Van
9u00
tot
12u00
en
van
13u00
tot
16u45
Geleide
bezoeken
mits
reservatie
(02/737
79
07)
en
betaling
(72€
tijdens
de
week,
82€
in
het
weekend,
per
groep
van
15
personen)
Pedagogisch
dossier
en
denkpistes
te
downloaden
via
de
site
www.legermuseum.be
Op
21
en
28
oktober
2009
(reservatie
en
informatie
per
e‐mail
[email protected]
of
per
telefoon
02/
549
60
78)
Er
kan
een
animatie
voor
15
kinderen
worden
gewonnen
door
deel
te
nemen
aan
de
wedstrijd
van
de
mooiste
tekening.
Deze
kan
tijdens
het
bezoek
in
de
zak
van
de
postduif
worden
gedeponeerd.
Tentoonstellingscatalogus
beschikbaar
vanaf
november
2009
+
32
(0)2
737
78
11
infocom@klm‐mra.be
www.legermuseum.be
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
Jubelpark,
3
1000
Brussel
Trein
:
station
Schuman
of
Merode
Metro
:
lijn
1,
5
halte
Schuman
of
Merode
Tram
:
nr.
80,
81
halte
Merode
Bus
:
nr.
22,
27,
61
halte
Mérode
Diane
Vanthemsche
,
persattaché
diane.vanthemsche@klm‐mra.be
Koninklijk
Museum
van
het
Leger
en
de
Krijgsgeschiedenis
–
Hondse
oorlog!
13
/
13