Gedeputeerde Staten DCMR Milieudienst Rijnmond Afdeling Haven en Industrie Contact
drs. A.w. Lameijer/drs. A.E. Bracké T 010 - 246 84 38/ 010-246 85 92 F 010-246 82 83
[email protected]
p'°™ HOLLAND ZUID Aan Odfjell Ternninals (Rotterdam) B.V. t.a.v. de directie Postbus 5010 3197 XC BOTLEK-RT
Postadres DCMR
Postbus 843 3100 AVSchiedam T 010-246 80 00 www.dcmr.nl Datum
1 8 JUNI 2012
Ons kenmerk
21378235/265600 Uw kenmerk
Oniderwerp
Last onder dwangsom/last onder bestuursdwang
Bijlagen
5
Geachte directie. Naar aanleiding van overtredingen die zijn geconstateerd in uw inrichting aan de Oude Maasweg 6 te Botlek-Rotterdam hebben wij besloten jegens uw onderneming handhavend op te treden. De redenen voor dit optreden, de juridische grondslagen hiervoor en de gevolgen hiervan voor uw onderneming, vindt u in dit besluit. Inleiding Op grond van slechte tot matige milieu- en veiligheidsprestaties door Odfjell is in 2009 vanuit de DCIViR Milieudienst Rijnmond (verder DCMR), de Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie) en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond (VRR) gestart met een specifieke integrale aanpak. Deze aanpak is vastgelegd in de "Notitie aandachtstraject t.b.v. het directieoverleg met Odfjell" van 29 januari 2009. Doelstelling van het aandachtstraject was om bij uw directie en management een omslag in het veiligheids- en milieubewustzijn te realiseren, zodat binnen twee jaar een duurzame beheersing van de milieu- en veiligheidsrisico's zou worden gerealiseerd binnen de van toepassing zijnde regelgeving.
Bezoekadres Parallelweg 1
U heeft op 1 oktober 2009 een plan van aanpak ingediend met een overzicht van de te ondernemen actie en de te treffen maatregelen, waarbij is aangegeven dat eind 2011 alles afgerond zou zijn en het bedrijf zou voldoen aan het gestelde in de regelgeving. Het leek erop dat onder leiding van de in juni 2009 aangestelde nieuwe directeur de uitvoering van het plan van aanpak voortvarend werd opgepakt. Zo werden op systeemniveau een aantal belangrijke acties ondernomen. Al snel bleek echter dat deze systemen onvoldoende daadwerkelijk werden geïmplementeerd en dat ook het invoeren van de managementsystemen minder werd en daardoor onvoldoende was.
3112 NA Schiedam
Inspecties en controlebezoeken De DCUR is goed bereikbaar met het openbaar vervoer
Ter afsluiting van bovengenoemd aandachtstraject is in oktober 2011 een Brzo-inspectie uitgevoerd met de focus op de vraag of Odfjell voldoende maatregelen heeft getroffen ter voorkoming van zware ongevallen of ter beperking van de gevolgen daarvan en of de "stand
Ons kenmerk ^'ZUÏD HOI-I-AND
21378235 Pagina 2/2
der techniek" is behaald. Tijdens de bovengenoemde inspectie en tijdens andere controles is een groot aantal tekortkomingen inzake de beheersing van majeure risico's in het kader van Brzo'99 geconstateerd evenals een groot aantal overtredingen van de vergunningvoorschriften, hetgeen ons ernstig zorgen baart. Uit de onderzoeken is gebleken dat Odfjell op diverse onderdelen de risico's in onvoldoende mate heeft geïdentificeerd en onvoldoende technische en organisatorische maatregelen heeft getroffen om een veilige uitvoering van de werkzaamheden te, jDorgen. Voor een aantal van deze overtredingen hebben wij u inmiddels bestuursrechtelijke maatregelen opgelegd in de vorm van vier lasten onder dwangsom. Op 15 november 2011 is er een last onder dwangsom opgelegd vanwege het niet goed melden van ongewone voorvallen. Op 28 februari 2012 heeft u een last onder dwangsom gekregen vanwege tankemissies en onvoldoende onderhoud van diverse tanks binnen de inrichting. Ten slotte heeft u op 5 april 2012 een tweetal lasten onder dwangsom opgelegd gekregen. De eerste heeft betrekking op een voorval tijdens het butaniseren, waarvoor u een veiligheidsstudie moet inleveren en maatregelen moet treffen om in het vervolg op een veilige wijze te butaniseren. De andere last onder dwangsom betreft een groot aantal overtredingen die zijn geconstateerd tijdens een Front Office-inspectie en heeft met name betrekking op onvoldoende onderhoud binnen het bedrijf en het moeten ontwikkelen en implementeren van inspectie- en onderhoudssystemen. Op 6 en 7 maart 2012 hebben onder andere de DCMR, de Inspectie SZW en de VRR gezamenlijk een onaangekondigde Brzo-inspectie uitgevoerd binnen uw inrichting waarbij diverse overtredingen, waarvoor wij bevoegd gezag zijn, zijn geconstateerd. Een van de meest belangrijke overtredingen betrof de tankkeuringen bij een groot aantal tanks op grond van het RBI-handboek voor opslagtanks, vanwege het veiligheidsrisico bij het niet gekeurd zijn van de tanks cq. het afgekeurd zijn van tanks. Naar aanleiding van deze constatering hebben wij in onze briefvan 15 maart 2012 onder andere de hardcopies van de "off-stream nulmetingen" op grond van het RBI-handboek bij u opgevraagd. U heeft weliswaar een aantal stukken toegezonden, maar dit was onvoldoende om te kunnen concluderen dat de keuringen/metingen waren uitgevoerd en dus of tanks integer waren, omdat er geen bewijsstukken van metingen waren bijgevoegd. Uiteindelijk is er op 18 april 2012 opnieuw een controlebezoek aan uw bedrijf gebracht doorde DCMR en de Inspectie SZW. Ook tijdens dit bezoek konden geen bewijzen worden getoond dat de tanks waren gekeurd en dus of ze integer waren. Zienswijzen De overtredingen die zijn geconstateerd tijdens de inspecties op 6 en 7 maart 2012 en de controle van 18 april 2012 zijn voor ons aanleiding om een traject tot het opleggen van een bestuursrechtelijke sanctie te starten. Wij hebben u op 11 april 2012 en 21 mei 2012 ons voornemen kenbaar gemaakt om uw onderneming aan te schrijven met lasten onder dwangsom en bestuursdwang. Bij e-mail van 17 april 2012, tijdens een overleg op 25 mei 2012 en bij briefvan 1 juni 2012 heeft u uw zienswijzen op deze voornemens kenbaar gemaakt. In het navolgende zullen deze zienswijzen verkort worden weergegeven en zal hierop worden gereageerd.
Ons kenmerk
21378235
ZUID HO^-I-^ND
"^^^'"^ ^'^
De zienswijze die door u in de e-mail van 17 april 2012 is ingediend, kan als volgt worden samengevat: 1.
U geeft aan dat een termijn van een week voor het indienen van een zienswijze te kort is. Mogelijk zullen aanvullende zienswijzen worden ingediend.
2. Ten aanzien van de inwendig drijvende daken wordt momenteel uitvoering gegeven aan EEMUA 213. De verwachting is dat voor het opstellen van het meetplan en het verrichten van de metingen die conform dat meetplan moeten worden uitgevoerd, een periode van acht weken nodig is. 3. Totdat het verwijderingsrendement van meer dan 95% permanent is gerealiseerd, wordt voorgesteld om maatregelen te treffen die gelijkwaardig zijn aan een inwendig drijvend dak met een rendement van 95 %, zoals het gebruik van een scrubber om de dampen bij het inpompen op te vangen. 4.
Met betrekking tot de vacuüm-Zdrukventielen verwacht u op 1 september 2012 alle vacuüm-Zdrukventielen te hebben geïnspecteerd en gekalibreerd. De reparaties die voortvloeien uit de inspectierapporten, die zijn genoemd in de brief van 11 april jl., zijn reeds in behandeling en worden direct uitgevoerd.
Onze reactie op deze zienswijze is als volgt: Ad 1.
U bent op grond van artikel 4:8 lid 1 Algemene wet bestuursrecht (Awb) in de gelegenheid gesteld uw zienswijzen kenbaar te maken op ons voornemen om lasten onder dwangsom en bestuursdwang op te leggen. Uit die bepaling volgt niet dat een langere termijn voor het indienen van zienswijzen moest worden geboden. U heeft uw zienswijzen op onze voornemens op drie momenten schriftelijk en mondeling kenbaar gemaakt. Daarmee is u voldoende gelegenheid geboden om op deze voornemens te reageren. Aanvullende zienswijzen zijn niet ingediend.
Ad 2.
Wij nemen kennis van deze periode en verwachten direct na 13 juni 2012 door te worden geïnformeerd over de resultaten van de metingen. Bij het bepalen van de begunstigingstermijn hebben wij rekening gehouden met de door u genoemde termijn.
Ad 3.
Wij kunnen niet instemmen met de door u voorgestelde tijdelijke maatregel, omdat wij dit geen adequate voorziening achten voor vijftien tanks. Zo moet iedere scrubber continu worden gemonitord op verzadiging van de vloeistof omdat het doorslaan van een scrubber een emissie op grondniveau veroorzaakt en worden er door het aankoppelen van een leiding extra dampen door de tankput getransporteerd. Wij zijn van mening dat deze voorziening daardoor extra veiligheidsrisico's met zich meebrengt, hetgeen wij niet kunnen toestaan. Tevens is het realiseren van de voorgestelde tijdelijke maatregelen niet mogelijk op basis van de vigerende vergunning en heeft u geen stappen gezet in de vorm van het aanvragen van een (tijdelijke) wijziging van de vergunning.
Ad 4.
Bij het bepalen van de begunstigingstermijn hebben wij rekening gehouden met de tijd die u nodig heeft om de maatregelen te treffen.
Ons kenmerk
21378235
^TuiD
^^9'"^
De zienswijzen van 25 mei en 1 juni 2012 zijn als volgt samen te vatten: 1.
U zou aan de DCMR laten zien dat alle tanks zijn ingevoerd en er geen onverantwoord risico is totdat alle inspecties hebben plaatsgevonden. Door ziekte van de DCMRmedewerker is dit uiteindelijk niet gebeurd. Op 29 mei 2012 is telefonisch afgesproken dat u een schriftelijke zienswijze zou indienen ten aanzien van het punt inspectie en onderhoud opslagtanks uit de briefvan 21 mei 2012.
2.
Er zijn reeds lasten opgelegd die zullen worden ingetrokken als er bestuursdwang zou worden toegepast, zoals reeds in het voornemen is aangegeven.
3.
Er wordt momenteel hard gewerkt om aan alle reeds opgelegde lasten te kunnen voldoen binnen de gestelde termijnen. U begrijpt niet waarom deze lasten onvoldoende effectief zijn en er nu bestuursdwang moet worden toegepast. Normaliter gebeurt dit pas als er een of meerdere dwangsommen zijn opgelegd en de dwangsombeschikkingen in die zin zijn uitgewerkt zonder dat de overtreding is opgeheven.
4.
U gaat ervan uit dat u de geconstateerde overtredingen tijdig heeft hersteld en doet verslag van de voortgang in de briefvan 1 juni 2012. Alle onderzoeken van tanks met KI-vloeistof waar onderdelen van inspecties ontbreken, zullen op 1 juli 2012 zijn uitgevoerd en beoordeeld.
5.
De data zijn zeer omvangrijk en kunnen moeilijk worden toegezonden. U wilt in overleg treden hoe de controle hierop kan worden uitgevoerd.
6. Tanks niet zijnde K I , zullen op 1 januari 2013 voldoen aan EEMUA159. 7.
Medio juli 2012 zal het herziene handboek RBI worden overhandigd aan de DCMR met daarbij het verzoek tot aanpassing van de vergunning.
8. Wat houdt de korte termijn in waarop de overtredingen moeten zijn beëindigd? 9.
Hoe gaat de DCMR zelf de overtredingen opheffen? En als DCMR dit gaat doen wilt u afspraken maken over de timing en de planning.
10. Ten slotte kan er, bij stilleggen van werkzaamheden, sprake zijn van een situatie die neerkomt op het (gedeeltelijk) intrekken van de vergunning of het stilleggen van de inrichting, terwijl niet voldaan is aan de wettelijke toepassingsvoorwaarden hiervoor. Onze reactie op deze zienswijze is als volgt: Ad 1.
Tijdens het overleg van 25 mei 2012 heeft u aangegeven dat er overzichtelijke Exceltabellen voorhanden waren waarop alle gegevens van alle tanks waren ingevoerd. Met een toelichting door iemand van Odfjell zouden we snel en eenvoudig inzicht kunnen krijgen in de stand van zaken. Dat deze afspraak geen doorgang heeft gevonden, hield geen verband met het verhinderd zijn van de DCMR-toezichthouder; er was een
Ons kenmerk
21378235
P'£^"j'^|^ HOLLAND
Pagina 5/5
vervanger voor hem aanwezig. Dat de DCMR niet is gekomen, was ingegeven door een telefoongesprek met een medewerker van Odfjell. Toen door de DCMR werd gevraagd om concrete meetrapporten werd door de Odfjell-medewerker aangegeven dat het gaat om drie meter dossier en dat deze uitgebreide audit nooit in een dag zou lukken. Het kopiëren van deze stukken zou volgens de Odfjell-medewerker maanden in beslag nemen, ook als het alleen om de conclusies zou gaan. Dit was in tegenspraak met het beeld dat tijdens het overleg was geschetst. Zodoende is afgesproken dat u alsnog een schriftelijke zienswijze zou indienen op ons voornemen tot handhavend optreden. Ad 2.
Uit artikel 5:6 Awb volgt dat voor één overtreding niet gelijktijdig meerdere herstelsancties opgelegd kunnen worden. Wij hebben in ons voornemen daarom aangegeven dat wij, als deze situatie zich zou voordoen, zouden overgaan tot intrekking van (delen van) de eerder genomen handhavingsbesluiten. De voorgenomen handhavingsbesluiten zien echter op andere overtredingen dan de handhavingsbesluiten van 15 november 2011, 28 februari 2012 en 5 april 2012. Intrekking van (delen van) die besluiten is daarom niet aan de orde.
Ad 3.
Zoals hierboven is uiteengezet, ziet dit besluit op andere overtredingen dan de handhavingsbesluiten van 15 november 2011, 28 februari 2012 en 5 april 2012. Bij het constateren van overtredingen dienen wij een keuze te maken uit de ons ter beschikking staande bestuursrechtelijke sancties. Afhankelijk van de aard van de overtreding maken wij deze keuze. Er is geen wettelijk voorschrift waaruit volgt dat altijd eerst een last onder dwangsom moet worden opgelegd alvorens met een last onder bestuursdwang kan worden opgetreden. Een aantal van de overtredingen waarop deze beschikking ziet, achten wij zodanig ernstig dat wij het noodzakelijk vinden dat deze zo spoedig mogelijk worden beëindigd. Zodoende zullen wij de te treffen maatregelen uitvoeren indien u deze overtredingen niét binnen de gestelde begunstigingstermijn ongedaan maakt. Alleen op deze manier zijn wij er zeker van dat de overtredingen daadwerkelijk worden beëindigd.
Ad 4.
Uit de door u toegezonden zienswijzebrief blijkt dat voor de tanks genoemd in bijlage 1 behorende bij uw brief niet alle keuringen zijn uitgevoerd. Middels de zienswijzebrief heeft u voorts niet aangetoond dat voor alle andere tanks de noodzakelijke keuringen op grond van het RBI-handboek wel zijn uitgevoerd noch of de tanks, waarbij de keuringen wel zouden zijn uitgevoerd, nog integer zijn. Zodoende voldoet u niet aan het gestelde in voorschrift 19.13 juncto 19.11 van de vergunning d.d. 19 september 2006. Wij zullen in ons besluit rekening houden met de door u genoemde termijn om de noodzakelijke keuringen te kunnen uitvoeren en beoordelen.
Ad 5.
In de lastgeving van dit besluit hebben wij gedetailleerd aangegeven welke gegevens wij over de tankkeuringen van u willen ontvangen. Wij willen zodoende alleen deze gegevens ontvangen en niet uw hele archief met betrekking tot de tanks. Wij gaan ervan uit dat u de gevraagde gegevens wel aan ons kunt toezenden.
Ad 6.
Bij het bepalen van de begunstigingstermijn hebben wij rekening gehouden met de tijd die u nodig heeft om de maatregelen te treffen bij alle andere tanks dan genoemd in bijlage 4 bij dit besluit.
Ons kenmerk
P ^ J ™ HOLLAND
21378235 Pagina 6/6
Ad 7.
Wij zien het herziene handboek RBI en uw wijzigingsverzoek voor de omgevingsvergunning met belangstelling tegemoet. Dat u bezig bent met het herzien van het RBI-handboek betekent echter niet dat u tot die tijd geen uitvoering hoeft te geven aan hetgeen momenteel is voorgeschreven in uw vergunning en in het RBIhandboek zoals goedgekeurd op 10 januari 2002.
Ad 8.
In de lastgeving is onder "Besluit" aangegeven binnen welke termijnen wij van u verwachten dat de overtredingen zijn opgeheven.
Ad 9.
In de lastgeving is onder "Besluit" aangegeven welke maatregelen van u worden verwacht om de geconstateerde overtredingen te beëindigen. Als u binnen de gestelde begunstigingstermijn niet aan deze last voldoet, zullen wij de benodigde maatregelen treffen en de hiermee gemoeide kosten, alsmede de kosten die zijn gemaakt ter voorbereiding op het toepassen van bestuursdwang, op u verhalen.
Ad 10. Het onderhavige besluit betreft lasten onder dwangsom en bestuursdwang. Dit besluit ziet niet op het (gedeeltelijk) intrekken van de voor uw inrichting geldende omgevingsvergunning. Integendeel: met dit besluit wordt beoogd de feitelijke situatie binnen uw inrichting weer in overeenstemming te brengen met de geldende vergunning. Overtredingen, overwegingen per overtreding en te treffen maatregelen A. Vacuüm-/drukventielen Elke vier jaar moeten de vacuum-Zdrukventielen op grond van uw onderhoudsprocedure "Kalibratie Vacuum Drukventielen" worden geïnspecteerd, gekalibreerd, eventueel gerepareerd en gecertificeerd. Tevens dient er jaarlijks een visuele inspectie bij deze ventielen te worden uitgevoerd. Ten aanzien van de vacüum-Zdrukventielen, die fungeren als line of defence van de drukbeheersing van de opslagtanks, is geconstateerd dat: • 165 vacuüm-Zdrukventielen, genoemd in bijlage 2a, niet binnen de voorgeschreven termijn zijn gedemonteerd, geïnspecteerd, gekalibreerd en indien nodig gerepareerd; bij de voorgeschreven termijn wordt gedoeld op de termijnen die worden genoemd in OND PRO 002 (de onderhoudsprocedure "Kalibratie Vacuüm Drukventielen). • geen opvolging gegeven is aan de reparaties van 21 vacuüm-Zdrukventielen, genoemd in bijlage 2b, die zijn voortgekomen uit de jaarlijkse visuele inspecties van 2011 die zijn uitgevoerd volgens procedure OND PRO 001. Overtreding Door het niet op tijd inspecteren en kalibreren en certificeren van de vacuüm-Zdrukventielen en door geen opvolging te geven aan onderhoudsacties voortkomend uit uitgevoerde inspecties, handelt u in strijd met artikel 5, lid 1 en 3, Bijlage II, element d, van het Brzo'99. De letterlijke tekst van het artikel is in bijlage 1 bij deze beschikking opgenomen. Waar het de vacuüm-Zdrukventielen betreft, merken wij op dat deze ventielen een belangrijke preventieve line of defence van de drukbewaking van de opslagtanks vormen. Deze ventielen dienen dan ook gestructureerd onderhouden te worden om de veiligheid bij de opslag te
Ons kenmerk
21378235
^'^rrri^HOLLAND ZUID
Pagina 7Z7
waarborgen. U heeft hiervoor zelf onderhoudsprocedures beschreven. Uit de documentenreviews en interviews tijdens de inspectie op 6 en 7 maart 2012 is gebleken dat van de 373 vacuüm-Zdrukventielen 165 stuks niet op tijd zijn gedemonteerd, geïnspecteerd en gekalibreerd. Voorts is geen opvolging gegeven aan de reparaties van 21 vacuümZdrukventielen die zijn voortgekomen uit de jaarlijkse visuele inspecties van 2011. Daarnaast heeft u geen prioritering in de achterstand aangebracht en dus niet geïdentificeerd waar de grootste risico's nu liggen. Overigens bent u reeds eerder, in 2008, aangeschreven in verband met het niet inspecteren van de vacuüm-Zdrukventielen. Gezien het belang van goed onderhoud van vacuüm-Zdrukventielen in verband met het waarborgen van de veiligheid bij de opslag, menen wij dat het aanzeggen van bestuursdwang proportioneel is. Te nemen maatregelen Ten aanzien van de overtreding met betrekking tot de vacuüm-Zdrukventielen dient u: 1. alle vacuüm-Zdrukventielen, genoemd in bijlage 2a van deze beschikking, te inspecteren, te kalibreren, eventueel te repareren en te certificeren; 2. de 21 vacuüm-Zdrukventielen, genoemd in bijlage 2b van deze beschikking, waarvan visuele inspectie in 2011 heeft aangetoond dat reparatie noodzakelijk is, te repareren. B. Non-contact inwendig drijvend daken Ten aanzien van de inwendig drijvend daken, die fungeren als dampreducerende maatregel, is geconstateerd dat: 1. stoffen met een dampspanning groter dan 10 mbar (bij 20° C) worden opgeslagen in tanks met een inwendig drijvend dak met een te laag rendement (70-95 %, volgens opgave leverancier), mede veroorzaakt door onvoldoende inspanning om het rendement hiervan in stand te houden. Voor tank 546 geldt hierbij een dampspanning van meer dan 100 mbar (bij 20° C); 2. inwendig drijvend daken in onvoldoende mate systematisch worden geïnspecteerd en onderhouden. Overtredingen Ad 1. Door het opslaan van stoffen zoals hierboven genoemd, handelt u in strijd met vergunningsvoorschrift 4.3 juncto 4.5 van de omgevingsvergunning van 21 december 2004, kenmerk 265600. De letterlijke tekst van de voorschriften is in bijlage 1 van deze beschikking opgenomen.
Ons kenmerk
21378235
HOLLAND
Pagina S/S
Ad 2. Het onvoldoende systematisch inspecteren, onderhouden en monitoren van de prestaties in relatie tot de levensduur en omstandigheden van de inwendig drijvende daken kan leiden tot een verhoogde emissie van gevaarlijke stoffen boven de opslagtanks. Hiermee handelt u in strijd met artikel 5, lid 1 en 3, Bijlage II, element d van het Brzo99. Tevens handelt u hiermee in strijd met voorschrift 4.8 juncto 19.10 van de omgevingsvergunning van 21 december 2004, kenmerk 265600. Met betrekking tot de non-contact inwendig drijvende daken is geconstateerd dat volgens gegevens van de leverancier in strijd met vergunningvoorschriften wordt gehandeld door stoffen met een dampspanning groter dan 10 mbar (voor tank 546 groter dan 100 mbar) op te slaan in deze tanks. Dit gezien het feit dat de leverancier aangeeft dat deze soorten tanks in nieuwstaat een rendement behalen tussen 70 en 95 %. Deze tanks hebben een gemiddelde levensduur van 20 jaar, die langer kan zijn mits de omstandigheden in de tanks worden gemonitord (zoals de stoffen in de tanks en de bewegingen van de daken) en er goed preventief onderhoud is gepleegd. De non-contact inwendig drijvend dak-tanks binnen uw inrichting zijn alle ouder dan 20 jaar. Uit de documentenreviews en interviews tijdens de inspectie op 6 en 7 maart 2012 blijkt onder andere het volgende: u heeft niet gedocumenteerd dat eniof hoe de inwendig drijvende daken worden geïnspecteerd en onderhouden; van dertien van de vijftien inwendig drijvende daken kunt u geen inspectie- en onderhoudsresultaten vanuit het veiligheidsbeheersysteem tonen; van de visuele inspectie van tanks 512 en 513 zijn geen rapportages beschikbaar; in de RBl-studies inzake opslagtanks 510, 511, 513, 515 en 522 wordt schade gerapporteerd en aandacht gevraagd voor de inwendig drijvende daken. Status van de daken en de eventueel uitgevoerde reparaties dan wel vervangingen kunnen niet getoond worden of worden toegelicht; u kunt niet vanuit het veiligheidsmanagamentsysteem reproduceren wat de oorspronkelijke datum is van het aanbrengen van de daken en of er tussentijds vervangingen hebben plaatsgevonden. Het feit dat de daken ouder zijn dan 20 jaar en u niet kunt aantonen dat er een goede monitoring heeft plaatsgevonden en/of er goed onderhoud door u is gepleegd, leidt tot de conclusie dat het rendement van 95 % niet gehaald wordt. Als gevolg van dit onvoldoende systematisch inspecteren, onderhouden en monitoren van de prestaties in relatie tot de levensduur en de omstandigheden van de inwendig drijvende daken bestaat er een sterk verhoogde kans op emissies van gevaarlijke stoffen. Uit het feit dat u niet kunt aantonen dat onderhoud van de tanks heeft plaatsgevonden, gevoegd bij de levensduur van de tanks en de gegevens van de leverancier, concluderen wij dat niet wordt voldaan aan het gestelde in voorschrift 4.3 juncto 4.5 van de omgevingsvergunning van 21 december 2004. Tevens handelt u in strijd met artikel 5, lid 1 en 3, Bijlage 11, element d van het Brzo'99. Dat dit door u niet wordt ontkend, blijkt uit uw zienswijzemail van 17 april 2012, waarin u verzoekt om tijdelijke maatregelen te mogen treffen ten aanzien van de genoemde tanks, totdat het verwijderingsrendement van meer dan 95% permanent is gerealiseerd. Daarnaast heeft u in uw brief van 17 december 2009 (ref. QHSEZ2009.009ZJLU) toegezegd voor eind 2010 een inspectie- en onderhoudsprogramma voor inwendig drijvende daken te zullen opzetten en implementeren. Wij moeten echter constateren dat u zich niet aan deze toezegging
Ons kenmerk
21378235
^ ZUID BOLLAND
Pagina 9/9
heeft gehouden. Zodoende is er nog steeds geen zicht op systematisch inspecteren en onderhouden van de tanks en de tankdaken. Gezien het feit dat wij bij damplekkages uit andere tanks hebben besloten tot het opleggen van een last onder dwangsom, zullen wij voor deze overtreding ook een last onder dwangsom opleggen. Te nemen maatregelen 1.
Ten aanzien van de overtreding met betrekking tot de non-contact inwendig drijvende daken dient u bij de in bijlage 3 bij deze beschikking genoemde opslagtanks een DVI te plaatsen met een rendement van meer dan 95% indien u daarin stoffen opslaat met een dampspanning groter dan 10 mbar (bij 20° C) in plaats van de huidig gebruikte DVI's of af te zien van de opslag van stoffen met een dampspanning groter dan 10 mbar in bedoelde opslagtanks. Voor tank 546 geldt het bovengenoemde bij de opslag van stoffen met een dampspanning groterdan 100 mbar (bij 20° C).
2.
U dient voor 1 juli 2012 een onderhoudsprogramma overeenkomstig vergunningsvoorschrift 4.8 juncto 19.10 op te stellen en uit te voeren.
C. RBl-svsteem Ten aanzien van het systeem van Risk Based Inspection (RBI) is geconstateerd dat: • het RBI-systeem vanaf 2009 niet is voortgezet; • het RBI-handboek , dat in vergunningsvoorschrift 19.13 van de omgevingsvergunning van 19 september 2006, kenmerk 265600Z 20224209, is voorgeschreven niet goed geïmplementeerd is binnen uw inrichting; • u het RBI-handboek met name ten aanzien van de keuringen van tanks niet heeft nageleefd; • de inspectietermijnen van een aantal opslagtanks zijn overschreden; • het archiefsysteem ten behoeve van het RBI (conform RBI-handboek) niet compleet is; en • u bezig bent met de invoering van een nieuw RBI-systeem, waarbij interne reviews ten behoeve van dit nieuwe RBI-systeem hebben geleid tot een groot aantal zorgwekkende resultaten, waarvan de oorzaak en de status deels nog onduidelijk is. Overtreding Hiermee handelt u in strijd met vergunningvoorschrift 19.13 juncto 19.11 van de omgevingsvergunning van 19 september 2006. De letterlijke tekst van de voorschriften is in bijlage 1 van deze beschikking opgenomen. Tijdens de inspectiedagen is geconstateerd dat u het in de vergunning voorgeschreven RBIhandboek niet naleeft. In voorschrift 19.13 van de omgevingsvergunning is vastgelegd dat u invulling kunt geven aan voorschrift 19.11 door middel van inspectie op basis van RBI. Het handboek RBI dat u in dat kader heeft opgesteld, is door ons in 2002 goedgekeurd. Hiermee heeft u feitelijk aangegeven gebruik te willen maken van voorschrift 19.13 bij de invulling van voorschrift 19.11. U bent in 2009 echter gestopt met het toepassen van dit handboek. Tevens heeft u geen inspectieplan op grond van voorschrift 19.11 van de omgevingsvergunning ter goedkeuring aan ons overgelegd.
Ons kenmerk
21378235
^ ZUID BOLLAND
Pagina 10/10
Inmiddels bent u gestart met de ontwikkeling van een nieuw RBI-systeem, maar dit systeem is nog in ontwikkeling en niet door u geïmplementeerd. Tevens is het niet door middel van aanpassing van uw vergunning door ons geaccordeerd noch hebben wij een goedkeuring voor gebruik van dit handboek aan u verleend. Wij hebben vastgesteld dat een aantal keuringsrapporten voor de tanks ontbreekt en de inspectietermijnen van een aantal opslagtanks zijn overschreden. Hierdoor zijn wij er niet zeker van dat de integriteit van uw tanks gewaarborgd is, omdat u dat niet kunt aantonen. Integriteit van de tanks binnen uw inrichting is van groot belang. Het niet integer zijn van tanks kan namelijk leiden tot instantaan falen van tanks en daarmee grote gevolgen hebben voor de veiligheid buiten uw inrichting en voor het milieu. Deze gevolgen zijn met name van belang bij tanks waarin K1-stoffen zijn opgeslagen. Dit zijn de tanks die genoemd zijn in bijlage 4 behorende bij deze beschikking. Wij achten deze constateringen zo ernstig dat het toepassen van bestuursdwang als sanctiemaatregel voor deze KI-tanks een proportioneel middel is om te bereiken dat u zult voldoen aan vergunningvoorschriften. Voor alle overige tanks, niet zijnde de in bijlage 4 genoemde KI-tanks, verlangen wij de keuringen en beoordelingen uiterlijk op 1 januari 2013. Omdat het risico op grote gevolgen voor de veiligheid buiten de inrichting en het milieu bij deze tanks kleiner is, zuilen we voor deze overtreding een last onder dwangsom opleggen. Naast het feit dat u van de tanks niet kunt aantonen of deze integer zijn, heeft u ook de andere onderdelen van het RBI-handboek binnen uw inrichting niet goed geïmplementeerd. Te nemen maatregelen Ten aanzien van de overtreding met betrekking tot RBI-systeem dient u: 1. per tank op een overzichtelijke wijze de meetresultaten te overleggen van de toetsingen c.q. keuringen op de geïdentificeerde degradatiecircuits genoemd in bijlage 2 van uw RBI-handboek (goedgekeurd op 10 februari 2002) en deze resultaten te toetsen aan de beginwaarden en de afkeurcriteria en daaruit te concluderen - bij voorkeur op basis van EEMUA 159 - of de integriteit van deze tanks nog voldoende is. Het gaat hierbij om de volgende geïdentificeerde degradatiecircuits: uitwendige corrosie onder invloed atmosfeer; corrosie onder isolatie (CUI); inwendige corrosie dampruimte; inwendige corrosie damp/vloeistoflijn; inwendige corrosie vloeistofruimte; corrosie onder afzetting (CUI); uitwendige corrosie tankbodem; inwendige corrosie dak-scheurnaad; differentiële/uniforme randzetting; en scheefstand tank. Ter onderbouwing van bovengenoemde gegevens, dient u per tank (de relevante delen van) de meetrapporten, de beoordelingsrapporten, de rapportages van eventueel uitgevoerd onderhoud, de herbeoordelingsrapporten en bewijzen van goedkeuring door een door het bevoegd gezag aanvaarde keuringsinstantie, digitaal dan wel in hardcopy, aan ons te overhandigen. Tevens dient u voor bedoelde tanks een overzicht van de vorige inspectiedata en de nieuwe inspectiedata te overhandigen. 2. ervoor te zorgen dat u het op 10 januari 2002 goedgekeurde RBI-handboek goed en volledig implementeert binnen uw inrichting, waartoe ook een goed RBl-archief behoort.
Ons kenmerk
21378235
'''zuiD HOLLAND
Pagina 11/11
D. Registratie- en archiefsysteem opslagtanks Ten aanzien van de inspectie- en onderhoudsgegevens van de opslagtanks is geconstateerd dat het registratie- en archiefsysteem waar het deze gegevens betreft, niet compleet is. Er ontbreekt een groot aantal inspectierapporten. Overtreding Het betreft hier een overtreding van vergunningsvoorschrift 14.2 van de omgevingsvergunning van 21 december 2004. De letterlijke tekst van het voorschrift is in bijlage 1 van deze beschikking opgenomen. Tijdens de inspectiedagen in maart 2012 is vastgesteld dat Odfjell per tank zogenaamde "activity-rapporten" heeft opgesteld in het kader van het nieuw te ontwikkelen RBI-systeem. Daaruit blijkt dat tankdossiers onvolledig zijn omdat inspectie- en onderhoudsgegevens ontbreken. Dit hoeft niet te betekenen dat inspecties niet zijn uitgevoerd, het kan echter niet worden aangetoond dat deze hebben plaatsgevonden. Door het ontbreken van inspectie- en onderhoudsgegevens van opslagtanks is onvoldoende aangetoond dat een veilige bedrijfsvoering plaatsvindt. Gezien het belang van het goed op orde hebben van het archief- en registratiesysteem hebben wij besloten een bestuursrechtelijke maatregel te treffen. Een last onder dwangsom is in dit geval het meest passend om u ertoe aan te zetten het archief- en registratiesysteem te completeren. Te nemen maatregelen U dient het registratie- en archiefsysteem ten aanzien van de inspectie- en onderhoudsgegevens van de opslagtanks zodanig te completeren dat alle noodzakelijke gegevens, zoals beschreven in voorschrift 14.2, die binnen uw inrichting aanwezig zijn in het systeem aanwezig zijn. Tevens dient u het systeem actueel en volledig te houden. E. Masterplan bereikbaarheid van de koelwaterleidingen bii tank- en/of putbranden Ten aanzien van het Masterplan bereikbaarheid van de koelwaterleidingen bij tank- eniof putbranden, uw kenmerk B023-CVE-MGH, is geconstateerd dat niet overeenkomstig het door de DCMR op 26 november 2009 goedgekeurde plan de brandschermen zijn aangepast of verplaatst in relatie tot de 3 kWZm^ - contour. Overfred/ng Dit betreft een overtreding van voorschrift 6.17 van de omgevingsvergunning van 21 december 2004. De letterlijke tekst van het voorschrift is in bijlage 1 van deze beschikking opgenomen. Met betrekking tot het Masterplan bereikbaarheid van de koelwaterleidingen bij tank- enZof putbranden hebben wij moeten vaststellen dat u de in dat plan vastgestelde maatregelen niet heeft genomen
Ons kenmerk
provüK:ie HOLLAND
21378235 Pagina 12/12
Te nemen maatregelen Ten aanzien van de overtreding met betrekking tot het Masterplan bereikbaarheid van de koelwaterleidingen bij tank- eniof putbranden dient u de in dit Masterplan genoemde maatregelen die tot eind 2011 zouden zijn genomen, uit te voeren. Het betreft hier de aanpassingen van de brandschermen bij tankput 14, één brandscherm bij tankput 9A, twee brandschermen bij tankput 1 en drie stuks brandschermen met prioriteit 2, zoals opgenomen in genoemd Masterplan. Algemene overwegingen Ons college geeft aan de handhaving van wet- en regelgeving politiek-bestuurlijke en juridische prioriteit. In het geval van overtreding van wetsartikelen en vergunningvoorschriften wordt dan ook consequent opgetreden. Verder zijn wij op grond van de jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in beginsel - behoudens bijzondere omstandigheden - gehouden wettelijke voorschriften te handhaven. Bij onze besluitvorming aangaande de op 6 en 7 maart 2012 geconstateerde overtredingen overwegen wij in het algemeen nog het volgende. Odfjell is een inrichting die valt onder het Brzo'99. Kern van de Brzo-regelgeving is dat een bedrijf zelf de verantwoordelijkheid heeft voor het organiseren en borgen van de veiligheid van de eigen activiteiten. De overheid ziet erop toe of de mate van risicobeheersing bij het bedrijf afdoende is, bekijkt hoe de activiteiten kunnen worden ingepast binnen de ruimtelijke ordening en draagt zorg voor een doelmatige en doeltreffende beheersing van rampen en zware ongevallen. Artikel 5 van het Brzo'99 bepaalt dat degene die een inrichting drijft alle maatregelen treft die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken. Bedrijven zoals Odfjell, die onder het Brzo'99 vallen, dienen zich - meer nog dan andere bedrijven die niet onder deze regelgeving vallen - bewust te zijn van het belang van een veilige bedrijfsvoering. Veiligheid en eigen verantwoordelijkheid moeten speerpunt zijn in de bedrijfsvoering. Zoals wij in de inleiding van deze beschikking reeds hebben opgemerkt, volgen wij, in samenspraak met de Arbeidsinspectie en de VRR, sinds 2009 bij het toezicht op uw bedrijf een integrale aanpak via een zogenaamd Aandachtstraject. Ter afsluiting van dit aandachtstraject is in oktober 2011 een Brzo-inspectie uitgevoerd waarbij het accent lag op de vraag of binnen uw bedrijf voldoende maatregelen zijn getroffen ter voorkoming van zware ongevallen of ter beperking van de gevolgen daarvan. Tijdens de inspectie in oktober 2011, de recente inspectie van maart 2012 maar ook tijdens andere controles is gebleken dat u tot op heden niet in staat bent gebleken om een doeltreffend beleid ter voorkoming van zware ongevallen en een deugdelijk veiligheidsbeheerssysteem in te voeren en te onderhouden. Wij hebben de afgelopen jaren moeten constateren dat u wettelijke verplichtingen niet nakomt. Met betrekking tot de elementen c en d van Bijlage II van het Brzo'99 is vanaf 2009 tot heden geconcludeerd dat de prestaties overwegend matig tot slecht zijn. Ondanks het feit dat voor bepaalde overtredingen reeds eerder aanschrijvingen zijn verzonden dan wel dwangsommen zijn opgelegd, moeten wij constateren dat uw bedrijf onvoldoende tot geen invulling geeft aan de verplichting om een proces van continue verbetering van de veiligheidsprestaties te volgen.
Ons kenmerk
21378235
''TÏJÏD HOLLAND
Pagina I 3/13
Gezien de ernst van de geconstateerde overtredingen, die niet alleen een direct gevolg hebben voor de beheersing van de risico's op zware ongevallen bij het bedrijf maar ook nadelige gevolgen voor de bescherming van het milieu opleveren, hebben wij besloten bestuursrechtelijke maatregelen te treffen. Alle feiten en omstandigheden in overweging nemende, achten wij het toepassen van bestuursdwang voor een aantal van de hierboven geconstateerde overtredingen het meest geschikte middel om te bereiken dat de geconstateerde overtredingen worden opgeheven en opgeheven blijven. Voor een aantal andere genoemde overtredingen achten wij het opleggen van een last onder dwangsom een proportioneel middel om te bereiken dat de geconstateerde overtredingen worden opgeheven en opgeheven blijven. U kunt er zelf voor zorgen dat u geen dwangsom verbeurt door blijvend aan de last te voldoen. De hoogte van de last onder dwangsom is gerelateerd aan de aard en ernst van de overtreding, de winst die u behaalt door de overtreding te laten voortduren en de kosten om de overtreding op te heffen. Besluit Gelet op het vorenstaande besluiten wij op grond van artikel 122, lid 2, van de Provinciewet in samenhang met artikel 5:24 en artikel 5:32, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 5.2, lid 1, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht als volgt. 1. Om de overtreding van artikel 5, lid 1 en 3, Bijlage II, element d, van het Brzo'99 ongedaan te maken dient u voor 1 september 2012 de hierboven onder A.1 genoemde maatregelen bij de in bijlage 2a genoemde vacuüm-Zdrukventielen uit te voeren en de afschriften van de certificaten aan de DCMR toe te zenden. Indien wij na die datum constateren dat u hieraan geen gevolg heeft gegeven, zullen wij de bedoelde vacuüm-Zdrukventielen (laten) demonteren, inspecteren, kalibreren en indien nodig repareren, waarbij wij de kosten verbonden aan het voorbereiden en uitvoeren van de maatregelen op u zullen verhalen. 2. Om de overtreding van artikel 5, lid 1 en 3, Bijlage II, element d, van het Brzo'99 ongedaan te maken voor de vacuüm-Zdrukventielen genoemd in bijlage 2b dient u deze ventielen voor 1 augustus 2012 te repareren of te vervangen zoals beschreven onder A.2 en de schriftelijke bewijsstukken daarvan (zoals bijvoorbeeld opdrachtbevestigingen en facturen) aan de DCMR toe te zenden. Indien wij na die datum constateren dat u hieraan geen gevolg hebt gegeven, zullen wij opvolging (laten) geven aan de reparaties van bedoelde 21 vacuüm-Zdrukventielen, waarbij wij de kosten verbonden aan het voorbereiden en uitvoeren van de maatregelen op u zullen verhalen. 3. Om de overtreding van voorschrift 4.3 juncto 4.5 van de omgevingsvergunning van 21 december 2004 voor de tanks genoemd in bijlage 3 bij deze beschikking ongedaan te maken, dient u voor 1 juli 2012 de maatregelen uit te voeren, zoals beschreven onder B.1. Indien wij na die datum constateren dat u hieraan geen gevolg hebt gegeven en in bedoelde tanks stoffen met een dampspanning groter dan 10 mbar (bij 20° C) c.q. groter dan 100 mbar (bij 20° C) voor tank 546 zijn opgeslagen, verbeurt u een dwangsom van € 50.000,00
Ons kenmerk
21378235
provincie HOLLAND ZUID
Pagina 14/14
(vijftigduizend euro) per twee weken per tank dat geconstateerd wordt dat u niet heeft voldaan aan het hierboven gestelde, tot een maximum van € 200.000,00 (tweehonderdduizend euro) per tank. 4. Om de overtreding van voorschrift 4.8 juncto 19.10 van de omgevingsvergunning van 21 december 2004 ongedaan te maken, dient u voor 1 juli 2012 de maatregelen uit te voeren, zoals beschreven onder B.2. Indien wij na die datum constateren dat u hieraan geen gevolg hebt gegeven en geen onderhoudsprogramma heeft opgesteld en uitgevoerd, verbeurt u een dwangsom van € 10.000,00 (tienduizend euro) per twee weken dat geconstateerd wordt dat u niet heeft voldaan aan het hierboven gestelde, tot een maximum van € 50.000,00 (vijftigduizend euro) per tank. 5. Om de overtreding van voorschrift 19.13 juncto 19.11 van de omgevingsvergunning van 19 september 2006 voor de tanks genoemd in bijlage 4 bij deze beschikking ongedaan te maken en te houden, dient u voor 1 augustus 2012 de maatregelen zoals beschreven onder C l uit te voeren. Indien wij na die datum constateren dat u hieraan geen gevolg heeft gegeven, zullen wij de bedoelde metingen (laten) verrichten en de tanks (laten) keuren. De kosten verbonden aan het voorbereiden en uitvoeren van de maatregelen, zullen wij op u verhalen. 6. Om de overtreding van voorschrift 19.13 juncto 19.11 van de omgevingsvergunning van 19 september 2006 voor de overige tanks binnen uw inrichting (dus niet zijnde opgenomen in bijlage 4) ongedaan te maken, dient u voor 1 januari 2013 de maatregelen zoals beschreven onder C l . uit te voeren. Indien wij na die datum constateren dat u hieraan geen gevolg heeft gegeven, verbeurt u een dwangsom van € 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) per twee weken per tank dat geconstateerd wordt dat u niet heeft voldaan aan het hierboven gestelde, tot een maximum van € 50.000,00 (vijftigduizend euro) per tank. 7. Om de overtreding van voorschrift 19.13 juncto 19.11 van de omgevingsvergunning van 19 september 2006 ongedaan te maken en te houden, dient u voor 1 oktober 2012 de maatregel zoals beschreven onder C.2 uit te voeren. U verbeurt een dwangsom van € 50.000,00 (vijftigduizend euro) per maand dat geconstateerd wordt dat u niet heeft voldaan aan het hierboven gestelde, tot een maximum van € 250.000,00 (tweehonderdvijftigduizend euro). 8. Om de overtreding van voorschrift 14.2 ongedaan te maken, dient u voor 1 september 2012 de maatregel, zoals beschreven onder D. uit te voeren. U verbeurt een dwangsom van € 37.500,00 (zevenendertigduizend vijfhonderd euro) per maand dat geconstateerd wordt dat u niet heeft voldaan aan het hierboven gestelde, tot een maximum van € 75.000,00 (vijfenzenventigduizend euro). 9. Om de overtreding van voorschrift 6.17 van de omgevingsvergunning van 21 december 2004 ongedaan te maken, dient u voor 1 december 2012 de maatregelen zoals beschreven onder E. uit te voeren. U verbeurt een dwangsom van € 25.000,00 (vijfentwintigduizend euro) per maand dat geconstateerd wordt dat u niet heeft voldaan aan het hierboven gestelde, tot een maximum van € 50.000,00 (vijftigduizend euro).
Ons kenmerk
21378235
Z U I D HOLLAND
Pagina 15/15
Inwerkingtreding besluit Deze beschikking treedt in werking op de dag na de dag waarop deze aan u is verzonden. Bezwaar Belanghebbenden kunnen op grond van artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht bezwaar maken tegen deze beschikking. Het maken van bezwaar dient te geschieden door het indienen van een bezwaarschrift gericht aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, t.a.v. het Secretariaat van de bezwarencommissie-Awb, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Een bezwaarschrift kan worden ingediend gedurende een termijn van zes weken na de datum van verzending van deze beschikking. Een bezwaarschrift moet worden ondertekend en dient in ieder geval het volgende te bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen bezwaar wordt gemaakt; de gronden van het bezwaar. Voorlopige voorziening Op grond van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden een verzoek doen tot het treffen van een voorlopige voorziening. Het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden gedaan bij de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Deze kan een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist. Het bezwaarschrift en het verzoek om voorlopige voorziening schorsen de werking van deze bestuursdwang- en dwangsombeschikking niet. Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, voor dezen.
mr. J.H. van den Heuvel directeur DCMR Milieudienst Rijnmond
Kopie verstuurd aan:
Ploum Lodder Princen Advocaten en Notarissen, t.a.v. mevr. mr. M.G.J. MaasCooymans, Postbus 711, 3000 AS Rotterdam Veiligheidsregio Rotterdam Rijnmond, District Haven, t.a.v. drs. E. de Bruin, Postbus
Ons kenmerk
21378235
^'^rrr'J. HOLLAND ZUID
Pagina 16/16
9154, 3007 AD Rotterdam Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Directie MHC t.a.v. mevr. S. DekkerSteehouwer, Postbus 820, 3500 AV Utrecht Inspectie Leefomgeving en Transport, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag Functioneel Parket, Unit Fraude, Economie en Milieu t.a.v. de Officier van Justitie, Postbus 9164, 3007 AD Rotterdam Rijkswaterstaat Zuid-Holland, afdeling vergunningen (ARE), t.a.v. de heer E. Talens, Postbus 556, 3000 AN Rotterdam Burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam, Postbus 70012, 3000 KP Rotterdam
Ons kenmerk 7TT"T^ H O L L A N D
ZUID
21378235 Pagina 17/17
BIJLAGE 1 Wettelijke bepalingen en vergunningvoorschriften Omgevingsvergunning d.d. 21 dec. 2004, kenmerk 265600 Hoofdstuk 1 DEFINITIES Een dampverwerkingsinstallatie (DVI) is een installatie voor het behandelen of reduceren van emissies van dampen en gassen in tank- op en overslagbedrijven. Hiertoe worden gerekend installaties voor het terugwinnen of vernietigen (verbranden) van gassen en dampen, alsmede emissiereducerende maatregelen zoals inwendig drijvende daken of lage druk tanks. In de aanvraag zijn in bijlage 16 (onder installatienaam)de bestaande DVI's bij Odfjell genoemd: Onder voorkeursvolgorde voor dampverwerkingsinstallaties (DVI's) worden drie niveaus van technologieën verstaan, die de emissie van dampen/gassen bij tank op- en overslagbedrijven kunnen reduceren. De drie niveaus zijn: 1. technologie waarvan de restemissie voor de meeste stoffen voldoet aan de NeR en met energie- of productterugwinning (afwijking conform paragraaf 2.1.4 en 2.1.5 van de NeR is mogelijk); 2. Technologie met verwijderingrendement groter dan 95 % en energie- of productterugwinning. Opties zijn: een DVI met een rendement > 95 % met terugwinning product of energie; tank met inwendig drijvend dek (IDD) (met best toepasbare seals, dampdichte naden en gesloten doorvoeren); DVI met een restemissie conform de algemene emissie-eisen van de NeR, zonder energie- of productterugwinning; 3. DVI's met een verwijderingrendement groter dan 95 % zonder energie- of productterugwinning. Een DVI conform de voorkeursvolgorde is een DVI, die tenminste voldoet aan niveau 3 van de voorkeursvolgorde, en waarbij gestreefd wordt de DVI te laten voldoen aan het hoogste niveau. Vergunningsvoorschrift 4.3 DVI's die gebouwd zijn voor het van kracht worden van deze vergunning moeten uiterlijk per 1-1-2010 aan niveau 3 van de voorkeursvolgorde voldoen. Vergunningsvoorschrift 4.5 Bij opslag in en belading van tanks met een volume van 501 tot 1.000 m3 dient voor stoffen met een dampspanning groter dan 200 mbar (bij 20 °C) een DVI conform de voorkeursvolgorde toegepast te worden. Bij opslag in en belading van tanks met een volume van 1.001 tot 2.500 m3 dient voor stoffen met een dampspanning groter dan 100 mbar (bij 20 °C) een DVI conform de voorkeursvolgorde toegepast te worden. Bij opslag in en belading van tanks met een volume groter dan 2.501 m3 dient voor stoffen met een dampspanning groter dan 10 mbar (bij 20 °C) een DVI conform de voorkeursvolgorde toegepast te worden. In plaats van een DVI conform de voorkeursvolgorde mag ook een inwendig drijvend dak met een voldoende effectieve seal, dat goed afsluit, worden toegepast. Uiterlijk 1 januari 2010 dient in zijn geheel aan de eisen van dit voorschrift te worden voldaan.
Ons kenmerk
21378235
ZUID HOLLAND
Pagina i s/i 8
Voorschrift 4.8 Vergunninghouder dient te inventariseren welke typen daken en seals op drijvend dak tanks zijn geïnstalleerd. Op grond van deze inventarisatie dient vergunninghouder in het in voorschrift 19.10 bedoelde onderhoudsprogramma aan te geven op welke termijn daken voor minstens 98 % dampdicht gemaakt worden en slechte seals, die niet aan de stand der techniek VOS voldoen, vervangen worden. Deze termijn mag niet later zijn dan 1 januari 2006. Indien ontwikkelingen in de branche dit noodzakelijk maken, kan het bevoegd gezag deze termijn verlengen. Voorschrift 6.17 Alle brandbestrijdingsmiddelen zowel voor blussen met water, als met schuim of anderszins, moeten doelmatig en bedrijfszeker zijn, onbelemmerd bereikt kunnen worden en steeds onmiddellijk gebruikt kunnen worden. Bij onderhoudswerkzaamheden of andere incidentele buiten bedrijfsstelling is vervangend, gelijkwaardig materiaal aanwezig. Het bevoegd gezag dient hieromtrent schriftelijk te worden geïnformeerd. Voorschrift 14.2 Uiterlijk 1 januari 2006 dient in de inrichting aanwezig te zijn: 1. een registratiesysteem; 2. een archiefsysteem. In het registratiesysteem moeten zijn opgenomen: a. alle procesvaten, opslagtanks, leidingsystemen, gasdetectiesystemen, elektrische systemen, aardingen, veiligheidskleppen, instrumentatie, rioleringssystemen, etc; b. de planning in de tijd waarop controle enZof onderhoud moet plaatsvinden; c. de data waarop controle enZof onderhoud is uitgevoerd. In het archiefsysteem moeten zijn opgenomen: d. de meetresultaten, gemaakte foto's, omschrijvingen en installatietekeningen (eventueel aangepast), reparaties, beproevingen en de beoordelingen. Tekeningen en dergelijke in het archiefsysteem, moeten op regelmatige basis worden geactualiseerd volgens een hiervoor geldende procedure. Deze gegevens, met uitzondering van de gemaakte röntgenfoto's, moeten gedurende de gehele levensduur worden bewaard. De gemaakte foto's moeten minimaal 5 jaar worden bewaard. Tot 1-1-2008 hoeft het registratie- en archiefsysteem nog geen informatie met betrekking tot leidingsystemen te bevatten. Wel dient informatie, die waarschijnlijk in het registratie- of archiefsysteem zal worden opgenomen, bewaard te worden. Voorschrift 19.10 Vergunninghouder dient onderhoud aan alle tanks binnen dat deel van de inrichting waarvoor vergunning is aangevraagd uit te voeren volgens een onderhoudsprogramma, gebaseerd op het in voorschrift 19.11 bedoelde inspectieplan. Indien dit inspectieplan is gebaseerd op inspectie op basis van risico (risk based inspection, RBI), dient het onderhoudsprogramma ook op risico (RBI) gebaseerd te zijn. Dit onderhoudsprogramma dient op systematische wijze te beschrijven op welke wijze onderhoud aan tanks plaats vindt, zodat de betrouwbaarheid van de
Ons kenmerk
provincie HOLLAND ZUID
21378235 Pagina 19/19
tanks zo hoog mogelijk is en de risico's voor het milieu zo laag mogelijk zijn. Het onderhoudsprogramma dient deel uit te maken van het in voorschrift 19.12 bedoelde inspectieplan. In het onderhoudsprogramma moet ten minste worden ingegaan op de volgende onderwerpen: de relatie tussen onderhoud en inspecties van tanks; beschrijving van de reeds geïmplementeerde en nog te implementeren bodembeschermende voorzieningen en maatregelen van elke tank sinds 1999 (inclusief tijdstip van (geplande) implementatie), conform de Richtlijn bodembescherming voor atmosferische bovengrondse opslagtanks (Bo-Borichtlijn), uitgave juli 1999; in hoeverre met het programma voldaan wordt aan de eisen genoemd in hoofdstuk 6.1 en 6.2 van de richtlijn "Vloeibare aardolieproducten, bovengrondse opslag grote installaties" van de Commissie Preventie van Rampen door Gevaarlijke Stoffen, eerste druk 1984, nummer CPR 9 3; de voorschriften 4.8 en (indien van toepassing) 4.9; soorten onderhoud (preventief, groot, klein); beschrijving van toegepaste onderhoudstechnieken; wijze van documentatie; beschrijving zorg (management) systeem (indien dit wordt toegepast). Omgevingsvergunning d.d. 19 sept. 2006, kenmerk 265600/ 20224309 Voorschrift 19.11 Binnen drie maanden na het van kracht worden van deze vergunning dient vergunninghouder een inspectieplan aan het bevoegd gezag te overleggen, waarin vermeld de inspectietermijnen en de wijze waarop inspecties plaats vinden met betrekking tot alle tanks in het gedeelte van de inrichting, waarvoor vergunning is aangevraagd. De inspectietermijn van een tank mag niet meer bedragen dan vijfjaar. Voor roestvrijstalen tanks en tanks in de A-status geldt conform de Richtlijn Bodembescherming atmosferische bovengrondse opslagtanks (Infomil, 2000) een inspectietermijn van tien jaar. Inspecties van tanks dienen volgens het goedgekeurde inspectieplan plaats te vinden. Voorschrift 19.13 Indien vergunninghouder invulling wil geven aan voorschrift 19.11 door middel van inspectie op basis van risico (risk based inspection (RBI)), dan dient vergunninghouder te handelen volgens het handboek RBI dat op 10 januari 2002 door het bevoegd gezag is goedgekeurd. De inspectietermijn van een tank mag, indien RBI.wordt toegepast, meer bedragen dan 5 jaar, doch niet meer dan 20 jaar.
Ons kenmerk
21378235 Z U I D HOLLAND
Pagina 20/20
Besluit risico's zware ongevallen 1999
Artikel 5 1.
Degene die een inrichting drijft, treft alle maatregelen die nodig zijn om zware ongevallen te voorkomen en de gevolgen daarvan voor mens en milieu te beperken. 2. Degene die een inrichting drijft, heeft in de inrichting een document voorhanden waarin het door hem gevoerde beleid ter voorkoming van zware ongevallen, rekening houdend met de 0 , aanwezigheid en de omvang van de risico's, is vastgelegd. Dit document bevat de algemene doelstellingen en beginselen van het beleid inzake de beheersing van de risico's van zware ongevallen. Het document kan worden opgenomen in het veiligheidsrapport, het veiligheids- en gezondheidsdocument, bedoeld in artikel 2.42, tweede lid, van het Arbeidsomstandighedenbesluit, dan wel in de combinatie van die twee rapporten, bedoeld in artikel 9, tweede lid. 3. Ten einde het in het tweede lid bedoelde beleid te bepalen en uit te voeren, voert degene die een inrichting drijft, een veiligheidsbeheerssysteem in. In het veiligheidsbeheerssysteem komen de elementen, genoemd in bijlage II aan de orde. 4. Indien in de inrichting of een onderdeel daarvan of in de werking van de inrichting of van dat onderdeel een verandering wordt aangebracht die voor de risico's van een zwaar ongeval belangrijke gevolgen kan hebben, draagt degene die de inrichting drijft, er voor zorg dat het beleid ter voorkoming van zware ongevallen en het veiligheidsbeheerssysteem opnieuw worden beoordeeld en indien nodig worden herzien en dat het document, bedoeld in het tweede lid, dienovereenkomstig wordt gewijzigd. Een zodanige beoordeling onderscheidenlijk herziening vindt tevens plaats indien een verandering in het veiligheidsinzicht daartoe aanleiding geeft. 5.
Onze Ministers kunnen nadere regels stellen met betrekking tot het tweede tot en met het vierde lid.
Biilage II van het Besluit risico's zware ongevallen 1999 a. die onderdelen van het algemene beheerssysteem waartoe de organisatorische structuur, de verantwoordelijkheden, de gebruiken, de procedures, de procédés en de hulpmiddelen behoren welke het mogelijk maken het beleid ter voorkoming van zware ongevallen te bepalen en uit te voeren; b. de organisatie en de werknemers: de taken en verantwoordelijkheden van de werknemers die op alle organisatorische niveaus bij het beheersen van de risico's van zware ongevallen zijn betrokken, het onderkennen van de behoeften aan opleiding van die werknemers, de organisatie van die opleiding en de deelname daaraan door de werknemers en de in de inrichting werkzame werknemers van aannemers en onderaannemers; c. de identificatie van de gevaren en de beoordeling van de risico's van zware ongevallen: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de systematische identificatie van de ongewenste gebeurtenissen die tot zware ongevallen kunnen leiden die zich bij normale en abnormale werking kunnen voordoen en de beoordeling van de kans op en de omvang van die ongevallen; d. de beheersing van de uitvoering: de vaststelling en de toepassing van procedures en instructies voor de beheersing van de veiligheid van de bedrijfsvoering, met inbegrip van het onderhoud van de installaties en de tijdelijke onderbrekingen; e. de wijze waarop wordt gehandeld bij wijzigingen: de vaststelling en de toepassing van
Ons kenmerk
21378235
^ ZUID HOLLAND
f.
g.
Pagina 21/21
procedures voor de planning van wijzigingen met betrekking tot de inrichting of onderdelen daarvan dan wel met betrekking tot het ontwerpen van een nieuw procédé; de planning voor noodsituaties: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de systematische identificatie van noodsituaties alsmede voor het uitvoeren, beoefenen en toetsen van de noodplannen en de daartoe strekkende opleiding van de betrokken werknemers. De opleiding geldt voor de werknemers van de inrichting, met inbegrip van de in de inrichting werkzame werknemers van aannemers en onderaannemers; het toezicht op de prestaties: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de permanente beoordeling van de inachtneming van de doelstellingen van het beleid ter voorkoming van zware ongevallen en van het veiligheidsbeheerssysteem, alsmede de invoering van regelingen voor onderzoek en correctie bij het niet in acht nemen daarvan. Tot deze procedures behoren het systeem voor de melding van zware ongevallen en bijnaongevallen, met name die waarbij de beschermende maatregelen hebben gefaald, het onderzoek daarnaar en de nazorg, een en ander op grond van de ervaringen uit het verleden;
h.
audits en beoordeling: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de systematische periodieke evaluatie van het beleid ter voorkoming van zware ongevallen en van de doeltreffendheid en de deugdelijkheid van het veiligheidsbeheerssysteem alsmede voor de met documenten gestaafde analyse door de directie van de resultaten van het gevoerde beleid, van het veiligheidsbeheerssysteem en van de actualisering i. die onderdelen van het algemene beheerssysteem waartoe de organisatorische structuur, de verantwoordelijkheden, de gebruiken, de procedures, de procédés en de hulpmiddelen behoren welke het mogelijk maken het beleid ter voorkoming van zware ongevallen te bepalen en uit te voeren; j . de organisatie en de werknemers: de taken en verantwoordelijkheden van de werknemers die op alle organisatorische niveaus bij het beheersen van de risico's van zware ongevallen zijn betrokken, het onderkennen van de behoeften aan opleiding van die werknemers, de organisatie van die opleiding en de deelname daaraan door de werknemers en de in de inrichting werkzame werknemers van aannemers en onderaannemers; k. de identificatie van de gevaren en de beoordeling van de risico's van zware ongevallen: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de systematische identificatie van de ongewenste gebeurtenissen die tot zware ongevallen kunnen leiden die zich bij normale en abnormale werking kunnen voordoen en de beoordeling van de kans op en de omvang van die ongevallen; I. de beheersing van de uitvoering: de vaststelling en de toepassing van procedures en instructies voor de beheersing van de veiligheid van de bedrijfsvoering, met inbegrip van het onderhoud van de installaties en de tijdelijke onderbrekingen; m. de wijze waarop wordt gehandeld bij wijzigingen: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de planning van wijzigingen met betrekking tot de inrichting of onderdelen daarvan dan wel met betrekking tot het ontwerpen van een nieuw procédé; n. de planning voor noodsituaties: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de systematische identificatie van noodsituaties alsmede voor het uitvoeren, beoefenen en toetsen van de noodplannen en de daartoe strekkende opleiding van de betrokken werknemers. De opleiding geldt voor de werknemers van de inrichting, met inbegrip van de in de inrichting werkzame werknemers van aannemers en onderaannemers; O. het toezicht op de prestaties: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de permanente beoordeling van de inachtneming van de doelstellingen van het beleid ter
Ons kenmerk
21378235
P'°^^"j'^^ HOLLAND
Pagina 22/22
voorkoming van zware ongevallen en van het veiligheidsbeheerssysteem, alsmede de invoering van regelingen voor onderzoek en correctie bij het niet in acht nemen daarvan. Tot deze procedures behoren het systeem voor de melding van zware ongevallen en bijnaongevallen, met name die waarbij de beschermende maatregelen hebben gefaald, het onderzoek daarnaar en de nazorg, een en ander op grond van de ervaringen uit het verleden; p. audits en beoordeling: de vaststelling en de toepassing van procedures voor de systematische periodieke evaluatie van het beleid ter voorkoming van zware ongevallen en van de doeltreffendheid en de deugdelijkheid van het veiligheidsbeheerssysteem alsmede voor de met documenten gestaafde analyse door de directie van de resultaten van het gevoerde beleid, van het veiligheidsbeheerssysteem en van de actualisering.
Ons kenmerk
21378235 Pagina 23/23
"vt^.'i^ HOLLAND ZUID BIJLAGE 2a Lijst van 165 vacuüm-Zdrukventielen TANK TNK0509 TNK0509 TNK0831 TNK0511 TNK0511 TNK0827 TNK0829 TNK 0553 TNK 0530 TNK 0762 TNK 0762 TNK 0542 TNK 0542 TNK 0772 TNK 0772 TNK 0781 TNK 0784 TNK 0784 TNK 0836 TNK 0538 TNK 0538 TNK 0836 TNK 0844 TNK 0777 TNK 0777 TNK 0541 TNK 0643 TNK 0643 TNK 0775 TNK 0541 TNK 0514 TNK 0775 TNK 0843 TNK 0514 TNK 0843 TNK 0844 TNK 0529 TNK 0529 TNK 0539 TNK 0539 TNK 0546 TNK 0810 TNK 0760
TAG NUMMER TP01-PVV-161 TP01-PVV-162 TP20A-PW-242 TP02-PVV-022 TP02-PVV-021 TP20A-PW-162 TP20A-PVV-202 TP09A-PVV-141 TP04-PVV-122 TP18-PVV-041 NAW TP18-PVV-042 NAW TP06-PVV-082 TP06 PVV-081 TP18-PVV-242 NAW TP18-PVV-241 NAW TP18-PVV-422 NAW TP18-PVV-482 NAW TP18-PVV-481 NAW TP20B-PW-061 TP06-PVV-001 TP06-PVV-002 TP20B-PW-062 TP20C-PVV-081 TP18-PVV-341 NAW TP18-PVV-342 NAW TP06-PVV-061 TP14-PVV-241 TP14-PVV-242 TP18-PVV-302 NAW TP06-PVV-062 TP02-PVV-082 TP18-PVV-301 NAW TP20C-PVV-061 TP02-PVV-081 TP20C-PVV-062 TP20C-PVV-082 TP04-PVV-102 TP04-PVV-101 TP06-PVV-021 TP06-PVV-022 TP09A-PW-002 TP15-PVV-001 TP18-PVV-001 NAW
REVISIEDATUM 22-05-92 22-05-92 16-11-92 22-01-94 12-09-94 28-07-98 28-07-98 10-02-99 22-03-99 25-05-99 25-05-99 29-07-99 30-07-99 29-03-00 30-03-00 26-01-01 13-03-01 13-03-01 17-04-01 18-04-01 18-04-01 06-06-01 16-08-01 14-12-01 18-12-01 21-12-01 21-12-01 27-12-01 28-12-01 31-01-02 31-01-02 31-01-02 26-02-02 27-02-02 27-02-02 05-04-02 11-06-02 08-07-02 08-07-02 08-07-02 10-09-02 10-09-02 24-10-02
Ons kenmerk
21378235 Pagina 24/24
P^°^^°=JJ HOLLAND TANK TNK 0760 TNK 0823 TNK 0604 TNK 0536 TNK 0604 TNK 0537 TNK 0537 TNK 0544 TNK 0830 TNK 0830 TNK 0828 TNK 0832 TNK 0832 TNK 0778 TNK 0522 TNK 0522 TNK 0508 TNK 0508 TNK 0761 TNK 0761 TNK 0769 TNK 0773 TNK 0773 TNK 0769 TNK 0828 TNK 0605 TNK 0780 TNK 0780 TNK 0524 TNK 0766 TNK 0766 TNK 0550 TNK 0550 TNK 0820 TNK 0820 TNK 0826 TNK 0562 TNK 0596 TNK 0562 TNK 0596 TNK 0503 TNK 0503 TNK 0505 TNK 0597 TNK 0597
TAG NUMMER TP18-PVV-002 NAW TP20A-PVV-082 TP14-PVV-201 TP05-PVV-082 TP14-PVV-202 NAW TP05-PVV-102 TP05-PVV-101 TP06-PVV-121 TP20A-PVV-221 TP20A-PVV-222 TP20A-PW-182 TP20A-PW-262 TP20A-PVV-261 TP18-PVV-362 NAW TP03-PVV-121 TP02-PVV-122 TP01-PVV-141 TP01-PVV-142 TP18-PVV-021 NAW TP18-PVV-022 NAW TP18-PVV-182 TP18-PVV-261 NAW TP28-PVV-262 NAW TP18-PVV-181 TP20A-PVV-181 TP14-PVV-221 TP18-PVV-402 NAW TP18-PVV-401 NAW TP04-PVV-001 TP18-PVV-122 TP18-PVV-121 TP09A-PVV-082 TP09A-PW-081 TP20A-PVV-021 TP20A-PW-022 TP20A-PVV-142 TP09B-PW-041 TP14-PVV-041 TP09B-PW-042 TP14-PVV-042 TP01-PVV-041 TP01-PVV-042 TP01-PVV-081 TP14-PVV-062 TP14-PVV-061
REVISIEDATUM 25-10-02 07-11-02 11-11-02 18-11-02 20-11-02 13-02-03 13-02-03 14-02-03 25-03-03 25-03-03 24-04-03 24-04-03 22-05-03 15-09-03 16-09-03 16-09-03 21-11-03 21-11-03 24-11-03 24-11-03 24-11-03 24-11-03 24-11-03 25-11-03 05-12-03 10-02-04 23-09-04 24-09-04 25-11-04 07-12-04 07-12-04 27-01-05 27-01-05 08-03-05 08-03-05 08-03-05 31-05-05 31-05-05 01-06-05 01-06-05 01-06-05 02-06-05 02-06-05 23-08-05 24-08-05
Ons kenmerk
21378235 Pagina 25/25
HOLLAND
TANK TNK 0771 TNK 0771 TNK 0824 TNK 0515 TNK 0515 TNK 0544 TNK 0841 TNK 0811 TNK 0504 TNK 0504 TNK 0778 TNK 0563 TNK 0801 TNK 0801 TNK 0825 TNK 0825 TNK 0563 TNK 0547 TNK 0505 TNK 0532 TNK 0547 TNK 0512 TNK 0512 TNK 0812 TNK 0552 TNK 0802 TNK 0802 TNK 0811 TNK 0833 TNK 0640 TNK 0640 TNK 0822 TNK 0952 TNK 0564 TNK 0549 TNK 0549 TNK 0952 TNK 0520 TNK 0520 TNK 0564 TNK 0813 TNK 0838 TNK 0838 TNK 0822 TNK 0516
TAG NUMMER TP18-PVV-221 NAW TP18-PVV-222 NAW TP20A-PVV-102 TP02-PVV-101 TP02-PVV-102 TP06-PVV-122 TP20C-PVV-022 TP15-PVV-022 TP01-PVV-061 TP01-PVV-062 TP18-PVV-361 NAW TP09B-PW-061 TP13-PVV-021 TP13-PVV-022 TP20A-PVV-121 TP20A-PW-122 TP09B-PW-062 TP09A-PVV-021 TP01-PVV-082 TP05-PVV-001 TP09A-PW-022 TP02-PVV-041 TP02-PVV-042 TP15-PVV-041 TP09A-PVV-122 NAW TP13-PVV-041 TP13-PVV-042 TP15-PVV-021 TP20B-PW-002 TP02-PVV-120 TP02-PVV-121 TP20A-PW-062 TP21-PVV-041 TP09B-PVV-081 NAW TP09A-PW-062 TP09A-PW-061 TP21-PVV-042 TP03-PVV-082 TP03-PVV-081 TP09B-PW-082 NAW TP15-PVV-061 TP20B-PVV-101 TP20B-PW-102 TP20A-PW-061 TP03-PVV-001 NAW
REVISIEDATUM 24-08-05 24-08-05 15-11-05 10-02-06 10-02-06 14-02-06 15-02-06 07-03-06 10-03-06 10-03-06 10-03-06 11-03-06 11-03-06 11-03-06 20-03-06 20-03-06 11-06-06 17-08-06 18-08-06 18-08-06 18-08-06 22-09-06 22-09-06 02-10-06 05-10-06 05-10-06 05-10-06 05-10-06 22-11-06 13-02-07 13-02-07 13-02-07 13-02-07 14-02-07 14-02-07 14-02-07 14-02-07 15-02-07 15-02-07 15-02-07 18-02-07 20-03-07 20-03-07 28-03-07 11-04-07
Ons kenmerk
21378235 Pagina 26/26
TANK TNK 0516 TNK 0530 TNK 0776 TNK 0776 TNK 0842 TNK 0834 TNK 0834 TNK 0821 TNK 0552 TNK 0523 TNK 0523 TNK 0603 TNK 0603 TNK 0841 TNK 0768 TNK 0566 TNK 0566 TNK 0835 TNK 0835 TNK 0813 TNK 0842 TNK 0601 TNK 0601 TNK 0768 TNK 0786 TNK 0569 TNK 0569 TNK 0953 TNK 0953 TNK 0770 TNK 0532 TNK 0786
TAG NUMMER TP03-PVV-002 NAW TP04-PVV-121 TP18-PVV-321 NAW TP18-PVV-322 NAW TP20C-PVV-041 NAW TP20B-PW-021 TP20B-PW-022 TP20Q-PVV-042 TP09A-PVV-121 TP03-PVV-142 TP03-PVV-141 TP14-PVV-182 TP14-PVV-181 TP20C-PVV-021 TP18-PVV-161 TP09B-PVV-122 NAW TP09B-PW-121 TP20B-PW-041 TP20B-PW-042 TP15-PVV-062 TP20C-PVV-042 TP14-PVV-142 TP14-PVV-141 TP18-PVV-162 TP18-PVV-521 NAW TP09B-PW-181 TP09B-PW-182 TP21-PVV-061 TP21-PVV-062 TP18-PVV-201 TP05-PVV-002 TP18-PVV-522 NAW
REVISIEDATUM 11-04-07 11-04-07 11-04-07 11-04-07 17-04-07 27-04-07 27-04-07 20-06-07 28-06-07 09-08-07 09-08-07 09-08-07 09-08-07 09-08-07 14-08-07 14-08-07 14-08-07 17-08-07 17-08-07 03-09-07 28-09-07 05-11-07 05-11-07 05-11-07 06-11-07 15-11-07 15-11-07 27-11-07 27-11-07 13-01-08 04-02-08 04-02-08
Ons kenmerk
21378235 Pagina 27/27
''7uiD^°^^^^° Bijlage 2b Lijst van 21 vacuüm-Zdrukventielen TANK
TAG NUMMER
TNK 509 TNK 515 TNK 526 TNK 527 TNK 530 TNK 534 TNK537 TNK 546 TNK 565 TNK756 TNK 595 TNK 760 TNK 761 TNK 775 TNK 777 TNK 778 TNK 827 TNK 829 TNK 831 TNK 832 TNK 845
TP1-PW-161 en 162 TP2-PW-101 en 102 TP4-PVV-041 en 042 TP4-PVV-061 en 062 TP4-PVV-121 en 122 TP5-PVV-041 en 042 TP5-PVV-101 en 102 TP9-PVV-001 en 002 TP9B-PVV-101 en 102 TP11B-PVV-141 en 142 TP14-PVV-021 en 022 TP18-PVV-001 en 002 TP18-PVV-021 en 022 TP18-PVV-301 en 302 TP18-PVV-341 en 342 TP18-PVV-361 en 362 TP20A-PVV-161 en 162 TP20A-PVV-201 en 202 TP20A-PVV-241 en 242 TP20A-PW-261 en 262 TP20C-PVV-101 en 102
INSPECTIEDATUM 30-6-2011 20-6-2011 21-6-2011 21-6-2011 21-6-2011 22-6-2011 1-7-2011 23-6-2011 11-8-2011 4-7-2011 3-10-2011 18-8-2011 18-8-2011 22-8-2011 19-8-2011 19-8-2011 24-8-2011 24-8-2011 23-8-2011 23-8-2011 15-12-2011
Ons kenmerk
21378235 Pagina 28/28
HOLLAND
BIJLAGE 3 Tanks met aluminium drijvend dak, type non contact
Tank Tank 510 Tank 511 Tank 512 Tank 513 Tank 514 Tank 515 Tank 522 Tank 539 Tank 540 Tank 541 Tank 544 Tank 546 Tank 801 Tank 802 Tank 803
Netto inhoud Type 6042 Alunninium platen, non-contact Aluminium platen, non-contact 6051 6081 Aluminium platen, non-contact 6056 Aluminium platen, non-contact Aluminium platen, non-contact 6033 5906 Aluminium platen, non-contact 5935 Aluminium platen, non-contact 6002 Aluminium platen, non-contact 6019 Aluminium platen, non-contact Aluminium platen, non-contact 5988 5985 Aluminium platen, non-contact 2416 Aluminium platen, non-contact 5992 Aluminium platen, non-contact Aluminium platen, non-contact 6015 5984 Aluminium platen, non-contact
Ons kenmerk
21378235 Pagina 29/29
province H O L L A N D
ZUID BIJLAGE 4 Lijst van opslagtanks waarvan integriteit moet worden aangetoond
Tank Nr°
Type Tank
Klasse
Bruto Gap in
502 503 504 505 506 507 508 509 510 511 512 513 514 515 517 518 519 520 521 522 525 526 527 528 529 530 532 533 534 535 536 537 539 540 541 542 543 544 545 546 547 548 550 552 556 568 594 603
CR CR CR CR CR CR CR CR CRI CRI CRI CRI CRI CRI CRI CRI CRI CRI CR CRI CR CR CR CR CR CR CR CR CR CR CR CR CRI CRI CRI CRI CR CRI CR CRI CR CR CR CR CRI CR CR CR
kl KI KI KI KI KI KI kl KI KI KI KI KI K1 KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI KI Damp KI KI KI KI K1 KI KI KI KI
6636 6657 6652 6635 6653 6657 6661 2600 6253 6162 6178 6246 6235 6143 6161 6600 6631 6609 6638 6269 6646 6670 6645 6648 6625 6647 6662 6683 6644 6627 6663 6616 6088 6143 6115 6112 6568 6067 2600 2600 2600 2600 2600 2600 1100 3700 3700
TP Nr°
Bouw jaar
2 2 2 2 2 2 3 3 3 3 3 3 4 4 4 4 4 4 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 6 1 9a 9a 9a 9a 9a 9a 9b 14 14
1957 1957 1957 1957 1957 1957 1957 1957 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1958 1960 1960 1960 1960 1960 1960 1962 1962 1962 1962 1962 1962 1957 1961 1961 1961 1961 1961 1961 1961 1964 1964
Ons kenmerk
21378235 Pagina 30/30
p^'"^'^ HOLLAND ZUID 726 739 742 756 762 772 774 785 800 801 802 803 804 805 816 817 818 820 901 902 903 904 905 906 907 908 909 910 911 912 913 914 915 916 917 918 919 920 933 934 935 936 937 938 939 940
CR CR CR CR CR CR CR CR CRI CRI CRI CRI CRI CRI CR CR CR UR FR FR FR FR FR FR FR FR FRD FRD FR FRD FR FR FR FR FR FR FR FR FRD FRD FRD FRD FRD FR FR FR
Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl K1 Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl Kl K1 K1 Kl Kl Kl Kl Kl K1 Kl Kl Kl Kl
1100 700 700 1600 1100 1100 1100 1600 6662 6357 6354 6330 6705 6638 6649 6676 6662 2250 20534 20522 20548 20622 20603 20549 20544 20505 20566 20526 20584 20585 20613 20588 20578 20550 20589 20598 20544 20546 27613 27449 27586 40477 40493 15122 15240 15194
10b 11a 11a lib 18 18 18 18 13 13 13 13 13 13 15 15 15 20a 27 27 27 27 26 26 26 26 25 25 25 25 24 24 24 24 23 23 23 23 31 31 31 30 30 29 29 29
1962 2007 2007 2009 1965 1965 1965 1965 1968 1968 1968 1968 1968 1968 1971 1971 1971 1973 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1972 1975 1975 1972 1972 1972