Gedeputeerde Staten DCMR Milieudienst Rijnmond Afdeling Haven en Industrie Contact
provincie j j Q L L A N D
ZUID
T 010-246 8 F 010-246 8
[email protected] Postadres DCMR Postbus 843
AANGETEKEND Shell Nederiand Raffinaderij B.V. T.a.v. de directie Postbus 3000 3190 GA HOOGVLIET-Rt
3100 AV Schiedam T 010-246 80 00 wvwv.dcmr.nl Datum
1 7 DEC. 20U
Ons kenmerk
21877078 / 274100 Uw kenmerk Bijlagen
1 Onderwerp
Lasten onder dwangsom brandveilig gebruik 'Servicecentrum 1' aan de Vondelingenweg 601 te Rotterdam
Geachte directie.
Naar aanleiding van overtredingen die zijn geconstateerd in uw inrichting, Shell Nederiand Raffinaderij B.V. (Shell), aan de Vondelingenweg 601 te Rotterdam-Vondelingenplaat, hebben wij besloten handhavend tegen uw onderneming op te treden. De redenen voor dit optreden, de juridische grondslagen hiervoor en de gevolgen hiervan voor uw onderneming, vindt u in dit besluit. Actieve openbaarmaking De DCMR Milieudienst Rijnmond (verder DCMR) hanteert als uitgangspunt dat alle documenten die zich bij de DCMR bevinden in beginsel openbaar zijn. De DCMR is voornemens dit handhavingsbesluit openbaar te maken op grond van artikel 8 van de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De openbaarmaking zal gebeuren door het publiceren van onderhavig document op de website van de DCMR (www.dcmr.nl). Zie voor meer informatie hierover bijgaande brief.
Bezoekadres Parallelweg 1 3112 NA Schiedam De DCMR is goed bereikbaar met het openbaar vervoer
Inleiding Als gevolg van de inwerkingtreding van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (hierna: Wabo) op 1 oktober 2010, zijn wij bevoegd geworden voor de handhaving van de bouwregelgeving voor uw inrichting aan de Vondelingenweg 601 te Rotterdam-Vondelingenplaat. Daarvoor was het gemeentebestuur van Rotterdam bevoegd voor het toezicht op en de handhaving van deze bouwregelgeving bij uw inrichting. Per 1 april 2012 zijn de voorschriften met betrekking tot de brandveiligheid en het brandveilig gebruiken van bouvwerken opgenomen in het Bouwbesluit 2012. Deze bepalingen van het Bouwbesluit 2012 hebben rechtstreekse werking.
Ons kenmerk
21877078
'"ZUID
^^3'"^ Inspectie Op 1 december 2014 heeft een toezichthouder van de DCMR een controle op de naleving van de regels voor het brandveilig gebruik van onder andere "Servicecentrum 1" binnen uw inrichting uitgevoerd. Daarbij zijn diverse overtredingen van de regels voor het brandveilig gebruik uit het Bouwbesluit 2012 geconstateerd. Twee van deze overtredingen zijn zodanig ernstig, dat wij direct handhavend optreden noodzakelijk achten. Het betreft hier het ontbreken van een brandmeldinstallatie (BMI) en een ontruimingsalarminstallatie (OAI). Vervolgprocedure en zienswijze Naar aanleiding van de controlebevindingen heeft de heer van de DCMR op 2 december 2014 telefonisch contact opgenomen met de heer van uw bedrijf. Tijdens het gesprek zijn de belangrijkste bevindingen uit de controle aan de heer meegedeeld. Daarnaast heeft de heer van de DCMR op 2 december 2014 de heer per e-mail het voornemen tot het opleggen van lasten onder dwangsom medegedeeld en u tevens de gelegenheid geboden om uiteriijk 5 december 2014 uw zienswijze omtrent dit voornemen kenbaar te maken. Bij e-mail van 5 december 2014 heeft u hiervan gebruik gemaakt. Uw zienswijze luidt, samengevat, als volgt: U geeft aan de geconstateerde overtreding(en) zeer serieus op te pakken en de zienswijzetermijn gebruikt te hebben om een stappenplan te ontwikkelen, dat zowel ziet op een permanente oplossing als op een tijdelijke mitigatie. Uw voorgestelde stappenplan ziet er als volgt uit: 1.
Tot het moment waarop een BMI zal zijn geplaatst en in werking gezet, zullen ontruimingen procedureel worden afgedekt: bij brand melden bewoners dit middels 2222 aan de meldkamer Shell Pernis; de bedrijfsbrandweer wordt gealarmeerd (aanrijdtijd ongeveer 4 min); middels de aanwezige alarmomroepinstallatie worden de overige bewoners geïnformeerd; en de bedrijfsbrandweer ter plaatse coördineert een eventuele ontruiming.
2.
In week 50 zal u met de leverancier, de uitvoerende conrector en de gebouwenbeheerder een bereik inventarisatieronde maken.
3.
In week 52 zal door de leverancier een Pakket van Eisen worden aangeleverd. Uitgangspunt van de installatie is een brandmelding middels drukknoppen en rookmelders met een doorschakeling naar de Meldkamer Shell Pernis. Een ontruimingsinstallatie kan naar uw mening niet worden geplaatst in verband met lokale omstandigheden. Wanneer in geval van een extern incident onverhoopt gas van buiten naar binnen zou komen en het ontruimingsalarm af zou gaan, dan leidt een ontruimingsinstallatie tot het verkeerde gedrag. Ontruiming wordt procedureel afgedekt middels uw eigen Emergency Response organisatie en uw alarmomroepsysteem (ACOW) ter plaatse.
4.
Het Pakket van Eisen zal u in week 1 van 2015 indienen bij de DCMR en de Brandweer.
Ons kenmerk
provincie HOLLAND ZUID
21877078
Pagina 3/6
5.
In week 2 zal u op basis van de dan ontvangen offerte de opdracht plaatsen. De verwachtte levertijd van het systeem bedraagt 6-8 weken.
6.
U verwacht de BMI eind februari te hebben geplaatst en in bedrijf gesteld.
Onze reactie op uw zienswijze luidt als volgt: Uitgaande dat u met bewoners gebruikers van het pand bedoeld, kunnen wij kunnen ons vinden in het door u voorgestelde plan van aanpak inclusief mitigerende maatregelen. Wij zullen derhalve de last en de termijnen op uw zienswijze baseren. Uitzondering daarop betreft het uitvoeren van de maatregelen. De begunstigingstermijn voor het uitvoeren van de maatregelen zal ingaan nadat wij onze goedkeunng op het Pakket van Eisen hebben verieend. Ons doel is namelijk om de overtredingen spoedig en duurzaam ongedaan te (laten) maken. Door het Pakket van Eisen eerst ter goedkeuring aan ons voor te leggen worden situaties voorkomen waarin u maatregelen treft die onzes inziens niet ver genoeg gaan en tot vertraging van onze gewenste doel (kunnen) leiden. Overtredingen en te treffen maatregelen Tijdens de controle is geconstateerd dat in het gehele pand geen (of in ieder geval niet voldoende) handbrandmelders aanwezig zijn, waardoor er geen sprake is van een adequate brandmeldinstallatie. Tevens is er in het pand geen ontruimingsalarm aanwezig, zodat mensen in het gebouw niet overal adequaat gealarmeerd kunnen worden in geval van brand. Met de afwezigheid van de wettelijk vereiste brandmeld- en ontruimingsinstallatie voor het gehele pand handelt u in strijd met artikel 6.20, eerste lid, en 6.23, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012. De letterlijke tekst van deze artikelen is in bijlage 1 van deze beschikking opgenomen. Vooropgesteld dat u het huidige gebruik van het gebouw wilt voortzetten, dient u, om de overtreding te beëindigen, in het gehele pand een brandmeldinstallatie te hebben als bedoeld in NEN 2535 met een omvang van de bewaking zoals aangegeven in bijlage 1, onder 6 (kantoorfunctie) van het Bouwbesluit 2012 alsmede een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in NEN 2575. Overwegingen Ons college geeft aan de handhaving van wet- en regelgeving politiek-bestuuriijke en juridische prioriteit. In het geval van overtreding van wetsartikelen wordt dan ook consequent opgetreden. Verder zijn wij op grond van de jurisprudentie in beginsel - behoudens bijzondere omstandigheden - gehouden wettelijke voorschriften te handhaven Gezien de ernst van de geconstateerde overtredingen hebben wij besloten tot het direct treffen van bestuursrechtelijke maatregelen. Alle feiten en omstandigheden in overweging nemende, achten wij het toepassen van een last onder dwangsom het meest proportionele middel om te bereiken dat de geconstateerde overtredingen worden opgeheven en opgeheven blijven. U kunt er zelf voor zorgen dat u geen dwangsom verbeurt door tijdig en blijvend aan de lasten te voldoen. De te treffen maatregelen zijn in deze beschikking reeds aangehaald. De hoogte van de dwangsommen is gerelateerd aan de aard en ernst van de overtredingen en de kosten om de overtredingen op te heffen. Met betrekking tot de gestelde termijnen is naast de ernst van de overtreding rekening gehouden met de benodigde realisatietermijnen.
Ons kenmerk
21877078
Z m D ^OLLAN D
Pagina 4/6
Besluit Gelet op het vorenstaande besluiten wij op grond van artikel 122, lid 2, van de Provinciewet in samenhang met artikelen 5:24 en 5:32, lid 1, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 92 van de Woningwet als volgt. 1.
Wij gelasten u om uiteriijk 5 januari 2015 een 'Pakket van Eisen' (PvE) opgesteld en aan de DCMR toegezonden te hebben, waaruit blijkt welke maatregelen getroffen moeten worden om de overtredingen van artikel 6.20, eerste lid en 6.23, eerste lid, van het Bouwbesluit 2012 (blijvend) ongedaan te maken. Dit pakket van Eisen dient tevens ambitieuze realisatietermijnen per uit te voeren maatregel te bevatten. Indien wij na deze datum constateren dat u hieraan geen gevolg heeft gegeven, verbeurt u een dwangsom van € 5.000,-- (vijfduizend euro) per dag dat u niet heeft voldaan aan het hierboven gestelde, tot een maximum van € 75.000,(vijfenzeventigduizend euro).
2.
Wij gelasten u om, na onze goedkeuring op het 'Pakket van Eisen' (PvE) zoals bedoeld onder punt 1. van dit besluit, alle maatregelen uit het PvE uit te voeren binnen de in het PvE gestelde realisatietermijnen. Indien wij na afloop van deze realisatietermijnen constateren dat u hieraan geen gevolg heeft gegeven, verbeurt u een dwangsom van € 5.000,- (vijfduizend euro) per keer per maatregel dat wordt geconstateerd dat u niet heeft voldaan aan het hierboven gestelde, tot een maximum van € 100.000,- (honderdduizend euro). Per dag per maatregel kunt u met betrekking tot deze last maximaal één dwangsom verbeuren.
3.
Wij gelasten u om na één dag na inwerkingtreding van dit besluit de tijdelijke maatregelen te treffen en te houden zoals genoemd onder punt 1. van uw zienswijze, tot het moment dat u volledig voldoet aan het gestelde onder punt 2. van dit besluit. Indien wij na deze termijn van één dag constateren dat u niet heeft voldaan aan het hierboven gestelde, verbeurt u een dwangsom van € 10.000,- (tienduizend euro) per constatering ervan tot een maximum van € 100.000,- (honderdduizend euro). Per dag kunt u met betrekking tot deze last maximaal één dwangsom verbeuren.
Inwerkingtreding besluit Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag waarop dit aan u is toegezonden. Bezwaar Ingevolge artikel 7:1 van de Algemene wet bestuursrecht kunnen belanghebbenden binnen zes weken na bekendmaking een gemotiveerd bezwaar indienen tegen dit besluit. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, t.a.v. het Awb-secretariaat, Postbus 90602, 2509 LP Den Haag. Een bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en ten minste te bevatten: de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, de omschrijving van deze beschikking en de gronden van het bezwaar. Het indienen van een bezwaarschrift schorst de werking van het besluit niet.
Ons kenmerk
TuiD HOLLAND
21877078
Pagina 5/6
Voorlopige voorziening Indien u of derde belanghebbenden er veel belang bij hebben dat dit besluit niet in werking treedt, dan kan een vooriopige voorziening worden gevraagd bij de voorzieningenrechter van de sector Bestuursrecht van de rechtbank Den Haag, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. U kunt ook digitaal een verzoek om een vooriopige voorziening indienen bij bovengenoemde rechtbank via http://loket.rechtspraak.nl/bestuursrecht. Daarvoor moet u wel beschikken over een elektronische handtekening (DigiD). Kijk op de genoemde site voor de voorwaarden. Het verzoek om voorlopige voorziening schorst de werking van dit besluit niet. Wij verzoeken u een kopie van uw bezwaarschrift en/of het verzoek om een voorlopige voorziening te sturen aan de DCMR Milieudienst Rijnmond, Postbus 843, 3100 AV Schiedam.
Hoogachtend, Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland, voor dezen.
mrj J.H. van den Heuvel directeur DCMR Milieudienst Rijnmond
Kopie verstuurd aan:
Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond, t.a.v. dhr.
, Postbus 9154, 3007 AD Rotterdam.
Bijlage 1
Behorende bij de dwangsombeschikking met kenmerk: 21877078 / 274100
Artikel 6.20 van het Bouwbesluit 2012 (Brandmeldinstallatie) luidt: 1. Een gebruiksfunctie heeft een brandmeldinstallatie als bedoeld in NEN 2535 met een omvang van de bewaking en een doormelding zoals aangegeven in bijlage I bij dit besluit, indien: a. de gebruiksoppervlakte van de gebruiksfunctie of de totale gebruiksoppervlakte aan gebruiksfuncties van dezelfde soort in het gebouw voor zover die gebruiksfuncties op eenzelfde vluchtroute zijn aangewezen groter is dan de in deze bijlage aangegeven grenswaarde; b. de hoogste vloer van een verblijfsruimte van de gebruiksfunctie gemeten boven het meetniveau hoger is gelegen dan op de in deze bijlage aangegeven grenswaarde, of c. deze bijlage dit aanwijst zonder dat sprake is van een grenswaarde als hierboven bedoeld. (...)
Artikel 6.23 van het Bouwbesluit 2012 (Ontruimingsalarminstallatie en ontruimingsplan) luidt: 1. Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 6.20, eerste, tweede en vijfde lid, heeft een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in NEN 2575. 2. Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gegeven over het ontruimingssignaal van de in het eerste lid bedoelde ontruimingsalarminstallatie. 3. Het beheer en de controle van een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in het eerste lid voldoen aan NEN 2654-2. 4. Een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in het eerste lid, die behoort bij een brandmeldinstallatie waarop artikel 6.20, zesde lid, van toepassing is, heeft een geldig inspectiecertificaat dat is afgegeven op grond van het CCV-inspectieschema Ontruimingsalarminstallaties. 5. Het onderhoud van een ontruimingsalarminstallatie als bedoeld in het eerste lid, die behoort bij een brandmeldinstallatie waarop artikel 6.20, zevende lid, van toepassing is, voldoet aan NEN 2654-2. 6. Een gebruiksfunctie met een brandmeldinstallatie als bedoeld in artikel 6.20 heeft een ontruimingsplan.