> Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam
GGD Zuid Limburg T.a.v. de directie Postbus 2022 6160 HA GELEEN
Programma Publieke gezondheid Kabelweg 79 - 81 Amsterdam Postbus 20584 1001 NN Amsterdam T 020 580 01 00 F 020 580 01 50 www.igz.nl Inlichtingen bij
Datum 7 augustus 2014 Onderwerp vastgesteld rapport Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg Geachte directie, De inspectie heeft u in haar brief van 8 juli 2014( kenmerk 20141073750/V1000953/FvL/db) de mogelijkheid geboden om opnieuw specifiek op norm A2 Bijzondere groepen te reageren. De inspectie heeft uw brief van 17 juli jl. (met kenmerk: 2014/02763) in goede orde ontvangen. Op basis van de toelichting in uw brief heeft de inspectie deze norm opnieuw beoordeeld. Hieronder leest u een toelichting.
Ons kenmerk 2014-1108020/V1000953 Uw kenmerk 2014/02763 Uw brief 17 juli 2014 Bijlage 1
Inhoudelijke normen: • Norm A2 Bijzondere groepen: op basis van de toelichting in uw brief wordt duidelijk welke concrete acties u momenteel onderneemt om de bijzondere groepen kinderen in beeld te krijgen en te bereiken. Ten tijde van het invullen van de vragenlijst scoorde u onvoldoende op deze norm. De score is niet aangepast. U geeft aan per december 2014 aan deze norm te kunnen voldoen. Bijgaand ontvangt u het aangepaste en vastgestelde rapport voor GGD Zuid Limburg. De in het rapport genoemde termijnen om voldoende te scoren op de normen waarop uw organisatie onvoldoende scoort gaat in per datum van deze brief. Dat betekent dat de inspectie graag binnen 3 c.q. 6 maanden na datum van deze brief schriftelijk verneemt of en hoe u aan de normen voldoet. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet,
Coördinerend specialistisch senior inspecteur jeugd en kindermishandeling Projectleider
-
Bijlage: aangepast en vastgesteld rapport voor GGD Zuid Limburg
Pagina 1 van 1
> Retouradres Postbus 20584 1001 NN Amsterdam
GGD Zuid Limburg T.a.v. de directie Postbus 2022 6160 HA GELEEN
Programma Publieke gezondheid
Datum 8 juli 2014 Onderwerp Reactie rapport Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg
Inlichtingen bij
Geachte directie, De inspectie heeft uw brief van 27 mei jl. (met kenmerk: 2014/02014) in goede orde ontvangen. Op basis van de toelichting in uw brief heeft de inspectie een aantal scores van uw rapport aangepast. Hieronder leest u een toelichting per norm.
Kabelweg 79 - 81 Amsterdam Postbus 20584 1001 NN Amsterdam T 020 580 01 00 F 020 580 01 50 www.igz.nl
Ons kenmerk 2014-1073750/V1000953 Uw kenmerk 2014/02014 Uw brief 27 mei 2014 Bijlage -
Inhoudelijke normen: • Norm A2 Bijzondere groepen: op basis van de toelichting in uw brief concludeert de inspectie dat u ten tijde van het invullen van de vragenlijst nog niet voldeed aan de norm. De score is nog niet aangepast. Op basis van uw reactie constateert de inspectie met instemming en waardering dat u de benodigde verbeteracties in gang heeft gezet. De inspectie geeft u de gelegenheid om binnen twee weken een andere toelichting te geven op de bijzondere groepen. Dit zal dan nog meegenomen worden in het oordeel van de inspectie over uw rapport. • Norm B1 Contactmomenten: op basis van de toelichting in uw brief concludeert de inspectie dat u ten tijde van het invullen van de vragenlijst nog niet voldeed aan de norm. De score is nog niet aangepast. • Norm E1 Overgewicht: op basis van de toelichting in uw brief bleek dat u ten tijde van het invullen van de vragenlijst nog niet voldeed aan de norm. De score is niet aangepast. Intussen heeft u diverse acties in gang gezet. In het rapport is een toelichting opgenomen dat u inmiddels aan deze norm voldoet. Overigens wil de inspectie u nog wel meegeven dat uit contact van de inspectie met de betreffende richtlijnontwikkelaars is gebleken dat volgens hen geen argumentatie aanwezig is om niet te starten met het meten van bloeddruk conform de richtlijn. Ik vertrouw u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Met vriendelijke groet,
Coördinerend specialistisch senior inspecteur jeugd en kindermishandeling Projectleider
Pagina 1 van 1
Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg
GGD Zuid Limburg
augustus 2014
Rapportage Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg | augustus 2014
Inhoudsopgave
1 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3 1.4
Inleiding 4 Aanleiding en belang 4 Onderzoeksvragen 4 Onderzoeksmethode, normen- en toetsingkader 4 Onderzoekmethode 4 Normenkader 4 Toetsingkader 5 Opbouw van het rapport 5
2 2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.2 2.3
Resultaten 6 Inhoudelijke normen waarop onvoldoende werd gescoord 6 Bereik van de jeugdgezondheidszorg 6 Contactmomenten 6 Overgewicht 6 Zicht hebben op de kwaliteit van zorg van uw organisatie 7 Bevindingen bezoek 7
3 3.1 3.1.1 3.1.1.1 3.2
Handhaving 8 Maatregelen 8 Inhoudelijke normen 8 Flexibilisering contactmomenten 8 Vervolgacties 8
4
Openbaarmaking rapporten Bijlage 1
9
Ingevulde vragenlijst
Pagina 3 van 9
Rapportage Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg | augustus 2014
1
Inleiding
1.1
Aanleiding en belang De jeugdgezondheidszorg (JGZ) bewaakt de gezonde en veilige ontwikkeling van kinderen. Hiertoe ziet zij de kinderen op regelmatige basis, volgt zij de groei en ontwikkeling van het kind, stelt waar mogelijk ouders en kinderen gerust en signaleert (tijdig) problemen die zich voor kunnen doen. De JGZ moet haar werkwijze dusdanig inrichten dat zij bedreigingen van gezonde en veilige ontwikkeling van kinderen tijdig signaleert en adequate hulp kan inzetten en blijven monitoren. De Inspectie voor de Gezondheidszorg (verder: inspectie) voerde in 2008 een onderzoek uit naar de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg. In dit onderzoek toetste de inspectie de aanpak van een aantal onderwerpen bij alle JGZorganisaties. De hoofdconclusie van dit rapport luidde dat de jeugdgezondheidszorg volop in ontwikkeling was en zich de komende jaren verder moest ontwikkelen om de gezonde en veilige ontwikkeling van jeugdigen beter te kunnen ondersteunen en volgen. In 2011 herhaalde de inspectie het onderzoek uit 2008 en vroeg ook naar de bijbehorende getallen. De inspectie concludeerde echter dat het ondanks de inzet van de JGZ-organisaties onvoldoende mogelijk was om met de gebruikte indicatoren vanuit de huidige digitale dossiers een betrouwbaar beeld van de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg te verkrijgen. Na overleg met externen (ActiZ, GGD Nederland, NCJ en het ministerie van VWS) besloot de inspectie het rapport over het toezichtonderzoek van 2011 niet uit te brengen. De inspectie besloot naar een alternatief te zoeken om inzicht te krijgen in de kwaliteit van de jeugdgezondheidszorg in Nederland. Met het huidige kwalitatieve onderzoek toetst de inspectie of de JGZ zelf inzicht heeft in de kwaliteit van zorg. Daarbij toetst de inspectie de volgende onderwerpen: bereik, contactmomenten, psychosociale problematiek, kindermishandeling, overgewicht en monitoren van zorg en opschaling. Het is vervolgens aan de inspectie om te oordelen over de kwaliteit van de betreffende JGZ-organisatie.
1.2
Onderzoeksvragen De onderzoeksvragen in dit onderzoek luiden: 1. Leveren de JGZ-organisaties verantwoorde zorg? 2. Hebben JGZ-organisaties voldoende inzicht in de kwaliteit van zorg op een aantal risicovolle onderwerpen?
1.3
Onderzoeksmethode, normen- en toetsingkader
1.3.1
Onderzoekmethode Om te bepalen in welke mate JGZ-organisaties aan de gestelde normen voldoen, ontvingen alle JGZ-organisaties in augustus 2013 een digitale vragenlijst. Aanvullend bracht de inspectie aan vijf willekeurig gekozen JGZ-organisaties een aangekondigd bezoek ter verificatie van de antwoorden uit de vragenlijst.
1.3.2
Normenkader Het normenkader is gebaseerd op de volgende wetten en normen/richtlijnen: • Wet Publieke Gezondheid (WPG, inclusief memorie van toelichting); • Kwaliteitswet Zorginstellingen; • Wet op de Jeugdzorg; • Standpunt Bereik van de Jeugdgezondheidszorg; • Richtlijn Contactmomenten. Basistakenpakket JGZ 0-19; • JGZ richtlijn Vroegsignalering van psychosociale problemen; Pagina 4 van 9
Rapportage Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg | augustus 2014
• JGZ richtlijn Secundaire Preventie Kindermishandeling; • Overbruggingsplan voor kinderen met overgewicht; • Signaleringsprotocol Overgewicht in de Jeugdgezondheidszorg; • Voortgangsrapportage samenwerken voor Jeugd. De gestelde normen zijn opgenomen in de vragenlijst in bijlage 1. 1.3.3
Toetsingkader De inspectie stelde per (sub)onderdeel van het inhoudelijke deel van de vragenlijst een scorelijst op met daarin verschillende score classificaties. Deze zijn vervolgens per norm in een voldoende of onvoldoende score omgezet. Bij het tweede onderdeel scoorde de inspectie of de organisatie voldoende of onvoldoende zicht had op de kwaliteit van zorg en welke argumentatie werd gegeven indien de organisatie onvoldoende zicht had op de kwaliteit van zorg.
1.4
Opbouw van het rapport In dit rapport zijn de normen waarop uw organisatie onvoldoende scoorde op basis van de ingevulde vragenlijst weergegeven in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 gaat in op de te nemen maatregelen door uw organisatie en handhaving. De informatie over de openbaarmaking van dit rapport vindt u terug in hoofdstuk 4.
Pagina 5 van 9
Rapportage Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg | augustus 2014
2
Resultaten
De resultaten zijn onderverdeeld in twee categorieën; een inhoudelijk deel over het leveren van verantwoorde zorg (onderzoeksvraag 1) en een deel dat betrekking heeft op de mate waarin u zicht had op de kwaliteit van zorg op een aantal risicovolle onderwerpen (onderzoeksvraag 2). Uw organisatie levert zorg aan: 4 tot 19 jarigen. Voor het inhoudelijk deel zijn de normen waarop u onvoldoende scoorde hieronder in paragraaf 2.1 weergegeven.
2.1
Inhoudelijke normen waarop onvoldoende werd gescoord
2.1.1
Bereik van de jeugdgezondheidszorg Norm A2. De jeugdigen in zorg bij JGZ-organisaties worden voldoende bereikt.
Toelichting voor het bereik van bijzondere groepen van norm A2: dit gold voor alle bijzondere groepen met uitzondering van de groepen kinderen van asielzoekers en kinderen die op een MKD zitten of in een instelling verblijven. 2.1.2
Contactmomenten Norm B1. Alle jeugdigen krijgen het basistakenpakket jeugdgezondheidszorg1 aangeboden in contactmomenten volgens de richtlijn contactmomenten JGZ2 of volgens een alternatief schema waarmee de inspectie heeft ingestemd.
Toelichting: u gaf aan niet te weten of u deze norm haalde omdat u de benodigde gegevens niet uit uw systemen kon halen. 2.1.3
Overgewicht Norm E1. Alle jeugdigen met overgewicht zijn zo vroeg mogelijk gesignaleerd en de in aanmerking komende jeugdigen hebben de juiste hulpverlening gekregen. Dit houdt in dat de JGZ: a. moet signaleren volgens de JGZ richtlijn preventie overgewicht; b. bij jeugdigen <2 jaar met risicofactoren voor het ontstaan van overgewicht op latere leeftijd consulten aanbieden conform richtlijn; c. bij jeugdigen >2 jaar bij obesitas verwijzen; d. bij jeugdigen >2 jaar met overgewicht, maar nog geen obesitas consulten aanbieden conform de richtlijn (mits bij jeugdigen >5 jaar de bloeddruk normaal is; e. bij jeugdigen >5 jaar met overgewicht en een verhoogde bloeddruk, maar nog geen obesitas, verwijzen naar huisarts/kinderarts; f. het eerste consult op indicatie plaats laten vinden op basis van de behoefte van kind en ouder, bij voorkeur <6 weken na het vaststellen van overgewicht, het 2e en het 3e consult op basis van behoefte van kind en ouder, bij voorkeur met een interval van <8 weken. De vervolgconsulten kunnen ook telefonisch of via e-mail verricht worden; g. bij voldoende effect (het gewicht blijft stabiel of middelomtrek neemt af of er is verbetering in de leefstijl) na een 2e dan wel 3e consult een nieuw consult na 1 jaar afspreken; h. bij onvoldoende effect (het gewicht neemt toe, middelomtrek neemt toe en/of geen verbetering in de leefstijl) na een 2e dan wel 3e consult het veranderplan bijstelt en/of verwijst naar huisarts/kinderarts en/of een leefstijlprogramma aanbiedt; i. na gaan of ouders/verzorgers de afspraak bij huisarts/kinderarts zijn nagekomen; j. met kinderarts/huisarts afspraken maken voor follow-up en terugvalpreventie.
1 Basistakenpakket jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. Ministerie VWS. Den Haag: 2002. 2 JGZ-richtlijn Contactmomenten Basistakenpakket Jeugdgezondheidszorg 0-19 jaar. Platform Jeugdgezondheidszorg. 2003. Pagina 6 van 9
Rapportage Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg | augustus 2014
Toelichting: u gaf aan het onderdeel bloeddrukmeting uit de richtlijn niet te gebruiken. Uit uw antwoorden werd wel duidelijk dat u wacht op de resultaten van een onderzoek van een collega-GGD en dat u regionaal overleg heeft gevoerd, maar het werd niet duidelijk wat u heeft gedaan om de richtlijn (al dan niet tijdelijk) aangepast te krijgen. *Aanvulling juni 2014: Ten tijde van het invullen van de vragenlijst voldeed uw organisatie nog niet aan de norm overgewicht. Op basis van uw reactie oordeelt de inspectie dat u per juni 2014 wel aan de norm voldoet.
2.2
Zicht hebben op de kwaliteit van zorg van uw organisatie Het viel de inspectie op dat: • daar waar u de norm ter discussie stelde het niet duidelijk was welke actie u ondernam om de landelijke norm(en) gewijzigd te krijgen; • daar waar u verwees naar het DD JGZ was dit slechts een deel van de informatie die nodig was om na te kunnen gaan of u voldoende zicht had op de kwaliteit van zorg. Score voor zicht hebben op de kwaliteit van zorg: voldoende.
2.3
Bevindingen bezoek Naar aanleiding van het bezoek op 18 maart 2014 zijn geen scores aangepast.
Pagina 7 van 9
Rapportage Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg | augustus 2014
3
Handhaving
3.1
Maatregelen
3.1.1
Inhoudelijke normen U scoorde onvoldoende op de hieronder genoemde normen. De inspectie verwacht dat u binnen in de tabel gestelde termijn(en) alsnog voldoet aan de betreffende normen. Normen Bereik van bijzondere groepen Contactmomenten Overgewicht
Termijn(en) Binnen zes maanden Zie paragraaf 3.1.1.1 Binnen drie maanden*
*Aanvulling juni 2014: Inmiddels voldoet uw organisatie aan deze norm. 3.1.1.1
Flexibilisering contactmomenten Flexibilisering is een onderdeel waar u, met instemming van de inspectie, afwijkt van de norm. Tijdens het bezoek is echter besproken dat u gezien alle wijzigingen een nieuw plan zult voorleggen aan uw accounthouder.
3.2
Vervolgacties De inspectie verwacht dat u binnen de gestelde termijn(en) aan de normen voldoet. De controle hierop vindt plaats tijdens het reguliere toezicht van uw accounthouder.
Pagina 8 van 9
Rapportage Toezichtonderzoek Jeugdgezondheidszorg GGD Zuid Limburg | augustus 2014
4
Openbaarmaking rapporten
In principe maakt de inspectie alle rapporten van het thematisch toezicht actief openbaar. De inspectie is voornemens ook bijgevoegd rapport openbaar te maken via onze website www.igz.nl. De inspectie doet dit niet eerder dan drie weken na definitieve vaststelling van het rapport. Bij actieve openbaarmaking neemt de inspectie de wettelijke normen in acht, zoals gesteld in de Wet openbaarheid van bestuur en de Wet bescherming persoonsgegevens. Dit betekent dat de inspectie in haar rapporten - waar mogelijk - geen persoonsgegevens opneemt, zoals medische gegevens van uw patiënten of cliënten. De functionarissen van de instelling worden zo nodig met hun functieaanduiding in het rapport genoemd. Meer informatie over actieve openbaarmaking van documenten door de inspectie kunt u vinden op onze website (www.igz.nl/onderwerpen).
Pagina 9 van 9