se accr editati eor gan¡sat¡
e
Hogeschool NCOI T.a.v. de Directie Postbus 447 12OO AK HILVERSUM
Besluit strekkende tot een positieve beoordeling onder vooilraarden van een aanvraag Toets nieuwe opleiding van de hbo-master Coaching van de Hogeschool NCOt
1 datum 16 mei 2012 onderwerp Defìnitief besluit
Toets nieuwe opleiding hbo-master Coach¡ng
Hogeschool NCOI (x4888) uw kenmerk ons kenmerk NVAO/201
21
583/ND b¡jlagen 1
lnlichtingen
Sigrid Pauwels +31 (0)70 s.
3122380
[email protected]
lnleiding
Bij briefvan14februari 201 t heeftJ.Elzenaar-Maathuis,opleidingsdirecteurvande Hogeschool NCOI te Hilversum, bij de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO) een aanvraag Toets nieuwe opleiding ingediend, als bedoeld in artikel 5a.11 van de Wet op het hoger ondenruijs en wetenschappelijk onderzoek $ffHW; Stb. 2002, 302 zoals nadien gewijzigd), voor de postinitiele opleiding hbo-master Coaching. Het betreft een opleiding in een duale en deeltijdse variant (60 ECTS) die te Amsterdam, Utrecht, Zwolle, Rotterdam, Eindhoven, Arnhem wordt vezorgd. De beoordeling van de nieuwe opleiding hbo-master Coaching is uitgevoerd door een door de instelling ingeschakelde Visiterende en Beoordelende lnstantie (VBl): Hobéon Certificering B.V. (Hobéon). Hobéon heeft voor de beoordeling van de aanvraag een panel van deskundigen ingesteld. Het panel kende de volgende samenstelling: - R.B. van der Herberg, senior auditor en partner Hobéon groep (voorzitter); - P. Breman, vak-/werkvelddeskundige, organisatiesocioloog/bedrijfskundige, senior adviseur bij Twynstra Gudde, lector Organiseren van lnnovatie aan de Hogeschool Utrecht, afstudeerbegeleider aan de Open Universiteit, docent Master of Public Administration aan het lnstitute of Social Studies te Paramaribo en second supervisor Doctoral Studies aan Henley Business School of Reading University UK; - L.C. Buijnink MCM, werkvelddeskundige, directeur van de School voor Politie Leiderschap te Warnsveld, landelrjk projectleider'Concern Management Development Politie en Brandweer', coacht leidinggevenden van de regiopolitie AmsterdamAmstelland; - P.C.G.J. Kop, werkvelddeskundige, directeur/eigenaar van het assessmentbureau Lagerweij & Partners en Kop & Partners dat zich bezighoudt met coaching, outplacement en re-integratie, Lector Talentmanagement aan de faculteit Toegepaste Psychologie van de Hogeschool Leiden, lid van Top Executive Coaching en lid van de Vereniging van Toezichthouders in het Onderwijs; R. Scholten, student tweejarig Masterprogramma Personeel en Organisatie aan de HAN te Nijmegen (student-lid); - H.R. van der Made, Hobéon - auditor (secretaris).
Parkstraat 2812514 JK I Postbus 85498 | 2508 CD Den Haag PO Box 85498 | 2508 CD The Hague lThe Netherlands
T + 31 (0)70 31223oo I F + 31 (0)70 3122301 info@nvao net I www nvao.net
n
pagina 2 van
11
ederlan ds-
v
I aa
mse accreditati e orgøni sat¡ e
De beoordeling door het panel van de nieuwe opleiding hbo-master Coaching is verricht aan de hand van het Toetsingskader nieuwe opleidingen hbo-master van de NVAO (Toetsingskader; Stcrt. 2003, 12O). De visitatie van de opleiding heeft plaatsgevonden op 26 januari 2010. Het paneladvies dateert van 25 januari 2011.
Op 6 april 201 I heeft de NVAO, aanvullende informatie gevraagd aan de instelling. Deze informatie betrof de toetsing, de verantwoording van de doelstellingen vanuit het vakgebied, de vergelijking met buitenlandse opleidingen, de voorbereiding van de studenten op de onderzoeksvaardigheden en de aanwezigheid van een vast kernteam van docenten. De NVAO heeft deze informatie ontvangen op 4 mei 2011 en in haar beoordeling betrokken. Op 30 juni 2011 heeft de NVAO, eveneens aanvullend aan het paneladvies, bijkomende vragen voorgelegd aan de Hogeschool NCOI. Deze vragen betroffen, de vormgeving van de opleiding, de stand van zaken van de realisatie van de verbeterplannen rond de onderzoeksgerichtheid van de opleiding, de toelatingsvoonvaarden in verhouding tot de eindkwalificaties - ook wat betreft het verschil tussen de duale en de deeltijdse variant - en de toetsing van de leerdoelen. De aldus verkregen informatie heeft de instelling op 6 september 20'1 1 schriftelijk bevestigd. Ten slotte heeft nog een bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de instelling en de NVAO op 7 november 2011. De NVAO heeft de aldus verkregen informatie eveneens in haar beoordeling betrokken.
n
pag¡na 3 van
1'l
ed erl ands - v I q amse
acueditatie orgønisatie
2
Advies Panel
2.1
Samenvatting van bevindingen van het panel
De Hogeschool NCOI heeft op 16 februari 2011 bij de NVAO een aanvraag ingediend voor toetsing van de nieuwe opleiding hbo-master Coaching met een Hobéon-advies. Het informatiedossier bij de aanvraag en de nadere toelichting tijdens de visitatie hebben het Hobéon-panel in staat gesteld een positief advies te formuleren. De onderstaande voor deze samenvatting relevante tekstpassages zijn ontleend aan het Hobéon-advies. Het panel stelde vast dat de eindkwalifìcaties van de opleiding aansluiten bij de eisen van buitenlandse - vakgenoten en de beroepspraktijk. Coach is een niet beschermd beroep. De erkenning als volwaardig beroep is nog geen feit. Gemis aan de juiste vooropleiding en aan een deontologische code zijn zorgpunten. Het beroep coach kan op verschillende manieren worden uitgeoefend: intern als werknemer of extern als zelfstandige. Afhankelijk van de context neemt een coach verschillende functies op, zoals mediator, counselor, therapeut of bedrijfscoach. Het profiel van de opleiding is georiënteerd op de kerntaken van een nieuw type coach, de - externe - managementcoach/adviseur. De managementcoach heeft oog voor de persoon van de manager, als onderdeel van de grotere organisatie. Hij adviseert bovendien de manager in strategische kwesties en bedrijfsvoering. Er is een groeiende behoefte aan dit nieuwe type coach. Het profìel werd ontwikkeld door een denktank waarin vertegenwoordigers uit het werkveld zetelen. Daarbij werd rekening gehouden met relevante beroepsprofielen en literatuur. De managementcoach beschikt over competenties zoals zelfinzicht, motiveren en onderzoeksvaard igheid. De eind kwal ificaties werden gevalideerd door een Raad van Advies met internationale werkveldervaring en andere relevante werkveldvertegenwoordigers. Het panel stelde vast dat de adviesraad voldoende deskundig is op het terrein van coaching. Verder werden de eindkwalificaties vergeleken met relevante opleidingen in binnen- en buitenland. De internationale dimensie is eveneens ontwikkeld. Het panel stelde vast dat de eindkwalificaties van de opleiding beantwoorden aan het niveau van master. De eindcompetenties dekken de Dublin descriptoren. Het panel stelde vast dat de eindkwalifìcaties georiënteerd zijn op het profiel van de hbomaster. Het panel stelde vast dat het programma van de opleiding beantwoordt aan de hbo eisen. Het programma stoelt op vier leerlijnen: conceptueel (kennis en inzicht), onderzoeksvaardigheden, reflectie (houding) en vaardigheden (gedrag). ln het eerste trajectjaar ligt de klemtoon op kennis en vaardigheden, in het tweede trajectjaar ligt de klemtoon op kennisverdieping en integratie van kennis, vaardigheden en houding. De onderzoeksleerlijn loopt door het hele programma. Het panel waardeert het programma dat zich richt op een nieuw type coach/adviseur. Het programma onderscheidt zich daarmee van andere opleidingen. Bijvoorbeeld krijgen "netwerken" specifìeke aandacht, zowel interne netwerken in de organisatie als sociale netwerken. Een supervisie- en intervisieprogramma werd eveneens toegevoegd. Het programma is geconcipieerd voor werkende studenten. Werkplekleren speelt een centrale rol. Deze opzet garandeert meteen ook de nodige interactie met de beroepspraktijk.
nederlands- vlaamse accreditatie orgønisatie
- docenten als studenten zijn professioneel actief in het beroepenveld. Via de praktijk- en eindopdrachten worden leerervaringen verbonden met praktijkervaringen. Voor de beoordeling van de eindscriptie worden ook vertegenwoordigers van het beroepenveld ingezet. Toegepast onderzoek krijgt voldoende aandacht. Studenten ontwikkelen onderzoeksvaardigheden. Zij leren wetenschappelijke bevindingen en inzichten te vertalen naar praktische toepassingen. Dit blijkt onder meer uit de scriptie. lnternationalisering krijgt eveneens voldoende aandacht. Verder onderzocht het panel het leermateriaal. De vakliteratuur werd geselecteerd door vakdocenten binnen elke discipline en getoetst aan vergelijkbare opleidingen. Studenten maken ook verplicht gebruik van de universiteitsbibliotheek. Praktijkopdrachten steunen op cases uit de beroepspraktijk en uit wetenschappelijke publicaties. Ten slotte krijgt de ontwikkeling van beroepsvaardigheden voldoende aandacht. Voorbeelden zijn de analyse en interpretatie van complexe praktijksituaties en reflectie op competentieontwikkeling. Studenten werken met een portfolio, waarmee ze beroepsvaardigheden toetsen aan de praktijk.
pagina 4 van 1l Zowel - veel
Het panel stelde vast dat de eindkwalificaties adequaat werden vertaald in leerdoelen. De opleiding heeft hiertoe effectieve beheersingsindicatoren, werkvormen en toetsvormen uitgewerkt. De competentieontwikkeling wordt daarbij inzichtelijk gemaakt via het portfolio. Het panel stelde vast dat de structuur van het programma de inhoudelijke samenhang ondersteunt. De opbouw is logisch. De verticale structuur stoelt op vier "fasen", die bestaan uit eigenstandige leereenheden of modules met telkens een integrale eindopdracht. De horizontale samenhang stoelt op een venrueving van de ondenvijsactiviteiten, de eigen werksituatie en de online leeromgeving. De verschillende masterclasses worden inhoudelijk goed op elkaar afgestemd. Het panel stelde vast dat het programma studeerbaar is. Een jaarprogramma bedraagt '1680 uren (60 ECTS). Het loopt telkens over een volledig kalenderjaar, zonder rekening te houden met schoolvakanties. De effectieve jaarlijkse studieperiode bedraagt 46 weken per jaar. De opleiding kan daarom motiveren dat studenten, die beschikken over een werkomgeving, het diploma behalen in 2,5 jaar. De spreiding van de studielast is evenwichtig. Het panel kon geen studiebelemmerende factoren detecteren. Ervaring leert bovendien dat werkende studenten gemotiveerd en goed georganiseerd zijn. Risico's op uitval en vertraging blijven aldus beperkt.
Het panel stelde vast dat de opleiding de wettelijke toelatingsvoorwaarden correct toepast. De opleiding voert verder een effectief toelatingsbeleid. Kandidaten moeten minimaal beschikken over een relevant hbo-bachelordiploma en drie tot vijf jaar werkervaring. Verder wordt een toelatingsonderzoek afgenomen. Het programma sluit aan bij de kwalificaties van de instroom. De opleiding bedraagt 60 ECTS en beantwoordt daarmee aan de formele eisen inzake de studieomvang van een hbo-masteropleiding. Dit geldt zowel voor de duale als voor de deeltijdse variant. Het panel stelde vast dat het personeel van de opleiding een verbinding legt tussen onderwijs en beroepspraktijk. Het onderzocht de cv's van de betrokken docenten en hun deelname aan professionele netwerken. De docenten hebben een academische achtergrond en zijn professioneel actief in het relevante domein.
n
pagina s u"n
ederlands -
v
I
aømse a ccr editati e orga nisatie
11 Het panel stelde vast dat de opleiding over voldoende personeel kan beschikken. De opleiding beschikt over een pool van 16 docenten, van wie twee kerndocenten. De kerndocenten ontwikkelen ook het studiemateriaal en bewaken de doelstellingen van de opleiding. Verder werken veel docenten op free lance basis. Dit maakt het moeilijk om het exacte aantal FTE aan te geven. Verschillende docenten worden ook slechts per masterclass ingezet voor een periode van 8 weken (8 bijeenkomsten van 3 uur). Verder wordt 0,6FTE voorbehouden voor de coördinatie. De begeleiding van het afstudeeronderzoek en de scriptie wordt voorbehouden voor vijf gepromoveerde docenten Het panel stelde vast dat het personeel van de opleiding voldoende vakinhoudelijk en onderwijskundig gekwaliflceerd is. Docenten hebben minimaal een doctoraal niveau. De instelling beoogt de aanwerving van meer gepromoveerde docenten. Vijf van de zestien aangezochte docenten zijn gepromoveerd. Geselecteerde docenten kunnen zich vinden in de onderwijsvisie van de NCOI, zoals"action leamingi'. De opleiding telt twee kerndocenten, één hoogleraar verandermanagement verbonden aan de Vrije Universiteit van Amsterdam en een beroepsactief arbeids- en organisatiepsycholoog. Beide docenten zijn actief betrokken bij de inhoudelijke ontwikkeling en uitvoering van de opleiding. Verder worden vertegenwoordigers uit het beroepenveld geëngageerd, zoals voor de beoordeling van scripties. De regie van de competentieontwikkeling en -beoordeling ligt in handen van de docent die het supervisie-/intervisieprogramma uitvoeft .
Het panel stelde vast dat de opleiding beschikt over voldoende en adequaat uitgeruste huisvesting en materiële voorzieningen. De voorzieningen die de instelling ter beschikking stelt beantwoorden aan de noden van de opleiding op de verschillende leslocaties. De instelling beschikt evenwel niet over een bibliotheek. Studenten krijgen een abonnement waarmee ze gebruik kunnen maken van de universiteitsbibliotheek. Het panel stelde vast dat de voorzieningen ter informatie en begeleiding van studenten adequaat zijn. De opleiding kan beroep doen op het centrale systeem van de instelling. De communicatie met potentiële studenten is goed. De bestaande studentenpopulatie is tevreden met de informatie en begeleiding. Studenten worden onder meer geTnformeerd via de online leeromgeving E-Connect, via de docenten en door de dienst Advies en Voorlichting. Verder worden diverse begeleidingsvormen, aangeboden zoals studieadvies, portfoliobegeleiding, praktijkbegeleiding en individuele coaching. Het panel stelde vast dat de opleiding periodiek zal worden geëvalueerd, aan de hand van toetsbare streefdoelen. De instelling beschikt over een gesystematiseerde kwaliteitscyclus De NCOI is ISO-gecertifìceerd voor bedrijfsprocessen met betrekking tot ontwikkeling en uitvoering van opleidingen en trainingen. Verder werd de PDCA-cyclus nog verbeterd voor de opvolging van onderwijskwaliteit. De opleiding zal aansluiten bij dit systeem. De opleiding plant jaarl¡kse onderuvijsevaluaties - per masterclass, tussentijds en aan het einde van het programma -, alumni-enquêtes en panelgesprekken met docenten en studenten. Per twee jaren zullen een studenttevredenheidsonderzoek en een docenttevredenheidsondezoek worden afgenomen. Verder heeft de opleiding toetsbare streefdoelen geformuleerd in een kwaliteitshandboek. De evaluaties en de streefdoelen vormen de basis voor een adequaat verbeterbeleid.
n
pagina 6 van
ederlands - ulaømse qccreditqtie organisatie
11 Het panel stelde vast dat de instelling een beleid voert waarbij relevante stakeholders actief worden betrokken bij de interne kwaliteitszorg, Feedback uit evaluaties van studenten, docenten, medewerkers, werkveld en alumni geven aanleiding tot verbeteractles. De opleiding sluit aan bij dit cèntrale systeem. Het panel stelde vast dat de instelling voldoende afstudeergarantie biedt voor de looptUd van vier jaren. Binnen dqze vier jaren moeten studenten het masterprogramma volledig hebben afgerond. Examenresultaten blijven vier jaren geldig, Het panel stelde vast dat de voozlene investeringen toereikend zijn. Er wed geïnvqsteerd in programmaontwikkeling, accreditatle en marketingcommunicatie. Daarbij wordt rekening gehouden met eventuele aanloopverliezen in het eerste jaar.
Het panel stelde vast dat de financiële voorzieningen van de geealculeerde negatieve resultaten voldoende zijn voor de dekking van de aanloopverliezen, De gezonde financiële situatie van de instelling laat dit toe.
n
pagina 7 van
1'l
ederl an
2.2
ds
-
v
I
aamse qccre ditati e orgøni sati e
Schematisch overzicht van het oordeel van het panel
De onderstaande tabel geeft per ondenarerp en per facet het oordeel van het Hobéon -panel weer.
Onderwerp 1 Doelstellingen
Oordeel V
Facet '1
Oordeel
.1 Domeinspecifieke eisen
1.2 Niveau master '1.3 Oriëntatie hbo
2 Programma
V
2.1 Eisen hbo 2.2 Relatie doelstellingen - programma 2.3 Samenhang programma 2.4 Studielast 2.5 lnstroom 2.6 Duur
3 lnzet personeel
V
3.1 Eisen hbo 3.2 Kwantiteit 3.3 Kwaliteit
4 Voorzieningen
V
4.1 Materiële voorzieningen 4.2 Studiebegeleiding
5 lnterne kwaliteitszorg
V
5.1 Systematische aanpak 5.2 Betrokkenheid
6 Continuiteit
V
6.1 Afstudeergarantie
6.2 lnvesteringen 6.3 Financiële voorzieningen V
=
O
= onvoldoende
voldoende
2.3
Advies van het panel
Het Hobéon-panel adviseert de NVAO om positief te besluiten ten aanzien van de kwaliteit van de nieuwe opleiding hbo-master Coaching van de Hogeschool NCOI.
2.4
Aanvullend
Het opleidingsprofiel sluit aan bij het EMC Competence Framewo¡k. De opleiding beschikt over een matrix waaruit de koppeling blijkt tussen de eindkwalifìcaties en de kerntaken en kernopgaven. Verder zijn de eindkwalificaties afgestemd met de European Mentoring and Coaching Council (EMCC) en actuele internationale vakliteratuur in het domein.
n
pagina
I
van
11
ederla nds- vl aa mse accreditati e orga nisati e
De internationale benchmarking van de opleiding bleek een probleem bij gebrek aan vergelijkbare opleidingen. De plaats van de module "Onderzoeksvaardigheid" in het programma werd gewijzigd. Aanvankelijk werd deze module aangeboden in de afstudeerfase, nu wordt ze gespreid en geïntegreerd aangeboden in de verschillende masterclasses. Op deze manier wil de opleiding meerdere oefenmomenten aanbieden en de training van onderzoeksvaardigheden integreren. Verder zijn in alle masterclasses onderzoeksopdrachten opgenomen. De opleiding toetst kennis en vaardigheden geintegreerd, via één toetsvorm zoals een casus en/of eindopdracht. Afzonderlijke schriftelijke kennistoetsing gebeurt niet. Ten behoeve van de objectiviteit worden de toetsen ontwikkeld door een toetsafdeling en niet gecorrigeerd door de lesgever zelf. Ook bij de masterthesis gebeurt de begeleiding en beoordeling door andere personen. De opleiding plant verder om in de toekomst te toetsen via portfolio. De opleiding heeft een modulaire opzet. De toenemende complexiteit van de leerdoelen wordt gerealiseerd via opdrachten, waarbij telkens ondezoeksvaardigheden op een hoger niveau worden geïntegreerd. Uit de competentiematrix van de opleiding blijkt dat alle leerdoelen worden afgedekt. Verder hanteert de opleiding meerdere mechanismen voor de bewaking van de inhoudelijke afstemming en de kwaliteit, bijvoorbeeld via de aanstelling van kerndocenten, startbijeenkomsten voor studenten, evaluaties, vakoverleg en kalibreersessies. Kandidaten - voor de duale variant - moeten beschikken over een aan de masteropleiding verwant hbo-bachelor diploma, twee tot drie jaren werkervaring en een relevante werkomgeving op voldoende niveau. Studenten worden op basis van een individueel dossier toegelaten. De intake gebeurt door een speciale staf. De Engelse taalvaardigheid van de kandidaat wordt onder meer getoetst. De deeltijdse variant is een residuaire variant, bijvoorbeeld wanneer een student zijn baan verliest. Bij de werving en selectie van nieuwe docenten wordt sterk gefocust op onderzoekskwaliteiten. De opleiding streeft naar een aanzienlijke verhoging van het aantal gepromoveerde docenten. De instelling hanteert hiertoe een streefcijfer van 50%. De overige docenten zijn binnen de instelling getraind in onderzoeksvaardigheden en in het omgaan met onderzoekslijnen. Verder voert de instelling een expliciet beleid om docenten te stimuleren tot publiceren en deel te nemen aan onderzoeksprojecten.
n
pagina
I
van
ederl onds - vl aamse accreditatie organi sati e
l1 3
3.1
Overwegingen NVAO
De NVAO heeft vastgesteld:
3.1.1
dat het panel van deskundigen ingesteld door Hobéon voor de beoordeling van de aanvraag Toets nieuwe opleiding van de NCOI hogeschool voor de opleiding hbo-master Coaching wat de samenstelling betreft, voldoet aan de daaraan te stellen eisen van onpartijdigheid, deskundigheid en onafhankelijkheid;
.2 dat de werkwijze van het panel voldoende is geweest. De gevolgde werkwijze en procedure alsmede geraadpleegde informatiebronnen zijn helder en genoegzaam geformuleerd en vermeld; 3.1
3.1.3 dat het panel zijn oordeel heeft opgesteld en onderbouwd overeenkomstig het toepasselijke Toetsingskader nieuwe opleidingen hoger onderuijs van de NVAO en de daarbij behorende beslisregels heeft gevolgd. Op het niveau van de facetten zijn de analyses van het panel evenwel niet altijd duidelijk, consistent en volgbaar. Om die reden heeft de NVAO op 6 april 2011 aanvullende informatie gevraagd aan de instelling. Deze informatie betrof de toetsing, de verantwoording van de doelstellingen vanuit het vakgebied, de vergelijking met buitenlandse opleidingen, de voorbereiding van de studenten op de onderzoeksvaardigheden en de aanwezigheid van een vast kernteam van docenten. De NVAO heeft deze informatie ontvangen op 4 mei 201 1. Verder heeft de NVAO op 30 juni 201 1, eveneens aanvullend aan het paneladvies, bijkomende vragen gesteld aan de Hogeschool NCOI. Deze vragen betroffen de vormgeving van de opleiding, de stand van zaken van de realisatie van de verbeterplannen rond de onderzoeksgerichtheid, de toelatingsvoonryaarden in verhouding tot de eindkwalificaties - ook wat betreft het verschil tussen de duale en de deeltijdse variant - en de toetsing van de leerdoelen. De aldus verkregen aanvullende informatie werd op 6 september 201 1 door de instelling schriftel¡k en tegensprekelijk bevestigd. Ten slotte heeft nog een bestuurlijk overleg plaatsgevonden tussen de instelling en de NVAO op 7 november 2011. Al deze aanvullende informatie heeft vooralsnog echter onvoldoende overtuigend bijgedragen tot een beter inzicht in hoger vermelde aspecten, noch tot een juiste en heldere motivering van de positieve beoordeling van een aantal facetten.
3.2
De NVAO is in het licht van het vorenstaande tot de slotsom gekomen dat het paneladvies en de aanvullende reactie van de instelling over de voorliggende opleiding op dit moment onvoldoende steun bieden voor een onvoonvaardelijke, positieve beoordeling van de aanvraag toets nieuwe opleiding. Het paneladvies en de aanvullende informatie bevatten evenwel voldoende overtuigende argumenten die onderbouwen dat de opleiding beschikt over voldoende potentieel om de gesignaleerde tekortkomingen binnen een termijn van 1 jaar weg te nemen. Mitsdien besluit de NVAO tot een positieve beoordeling onder voon¡raarden van een aanvraag Toets nieuwe opleiding. Deze voon¡¡aarden zijn de volgende: concrete en aantoonbare realisatie van de verbeterplannen rond de onderzoeksgerichtheid van het programma, de masterproef en de docenten ("36 verbetermaatregelen") in termen van ofwel "reeds gerealiseerd" ofl¡¡el "weldra gerealiseerd met inbegrip van resterend tijdpad"; - een heldere en effectieve afstemming tussen de toelatingsvoonruaarden en de leerdoelen rond onderzoek, eventueel gekoppeld aan remediëring;
-
nederlonds- vlaomse accredítatie organisøtie
pagina 10 van
11
-
heldere definities v,an de begrippen duale en deeltijdse variant; schriftelijke kennistoetsing voor een aantal vakinhoudelijke leerdoelen; een actueel ovezicht van het kwalificatieniveau van de docenten rnet een onderwijsopdracht aan deze opleiding (hbo-master/wo-master/PhD); een actueel ovezicht van de recente onderzoeksoutput van de docenten meteen ohderw'rjsopdracht aan deze opleiding: (recente) publicaties, deelname aan lopende ondezoeksprojecten, actieve bijdrage aan (wetenschappelijke) congress€n op basis van een ondezoekspaper.
nederlan ds-
pag¡na 11
vanl1
4
v
I
aamse accr editatie organ tsati e
Besluit
Op grond van het voorgaande besluit de NVAO de aanvraag Toets nieuwe opleiding van de NCOI hogeschool voor de postinitiële opleiding hbo-master Coaching (60 ECTS; duale en deeltijdse variant; locaties: Amsterdam, Utrecht, Zwolle, Rotterdam, Eindhoven en Arnhem positief te beoordelen, onder voorwaarden. ln de maand december 2012 dienl de instelling de NVAO te informeren over de wijze waarop zij heeft voldaan aan de gestelde voorwaarden. Vervolgens zal de NVAO dit voorleggen aan een door de NVAO samen te stellen panel. Mede op basis van het advies van dit panel zal de NVAO vervolgens een besluit nemen. Gelet op het bepaalde in artikel 5a.11, vierde lid, van de WHW verliest de opleiding een jaar na de dag waarop het besluit tot verlenen van de toets nieuwe opleiding onder voonvaarden is genomen deze toets nieuwe opleiding, indien naar het oordeel van de NVAO binnen een jaar niet aan de gestelde voorwaarden is voldaan.
lngevolge het bepaalde in artikel 7.10a, derde lid van de WHW, is de graad: master Gelet op het bepaalde in artikel 5a.11, vijfde lid, van de WHW in verbinding met artikel 3.1 van het Uitvoeringsbesluit WHW 2008 acht de NVAO onderdeel Gedrag en Maatschappij van het Croho-register passend voor de opleiding.
lngevolge het bepaalde in artikel 5a.10, tweede lid, in verbinding met artikel 5a.11, zesde lid, van de WHW heeft de NVAO de directie van de NCOI hogeschool in de gelegenheid gesteld zijn zienswijze op het voornemen tot besluit d.d. 10 april 2012 naar voren te brengen. De instelling heeft geen opmerkingen en/of bezwaren geformuleerd op het voornemen tot besluit. Den Haag, 1 6 mei 20 Accred itatieorg anisatie
Nederlands-
K.L.L.M. Dittrich (voorzitter)
Tegen dit besluit kan op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht door een belanghebbende bezwaar worden gemaakt bij de NVAO. De termijn voor het indienen van bezwaar bedraagt zes weken. lnstelling Opleiding
Sector Graad Oriëntatie
Hogeschool NCOI Coaching Gedrag en Maatschappij Master hbo