Drechtsteden Postbus 619 3300 AP Dordrecht. Bezoekadres
Noordendijk 250 3311 RR Dordrecht
Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland ter attentie van mw. H. Maagdenberg Postbus 90602 2509 LP Den Haag
BNG 28.51.27.748
Behandeld door J.C.A. Monster
Datum 4 november 2011
Onderwerp zienswijze op de Visie op Zuid-Holland, Ontwerp Actualisering 2011
Ons kenmerk BDS/11/….
Telefoon (078) 7703939
Fax 078-7708091 E-mail
[email protected]
Bijlage(n) -
Geacht College, Op 23 augustus 2011 heeft u de Ontwerp Actualisering Provinciale Structuurvisie en Verordening Ruimte plus bijbehorende PlanMER vastgesteld. Gedurende de periode van 3 tot en met 31 oktober 2011 bestaat de mogelijkheid een zienswijze in te dienen. In de zogeheten Bestuurlijke Tafels heeft uw Gedeputeerde regelmatig met de portefeuillehouders RO in onze regio van gedachte gewisseld. Ook ambtelijk heeft regelmatig vooroverleg plaatsgevonden. Deze samenwerking heeft geleid tot een veelal overeenstemmende ambitie tussen de provincie en de Drechtsteden. Op een aantal punten bestaat de wens tot verduidelijking van de zijde van de provincie c.q. tot een iets andere insteek. Hieronder treft u aan een regionale zienswijze, namens de zes de Drechtstedengemeenten op de Ontwerp Actualisering Provinciale Structuurvisie en de Ontwerp Verordening Ruimte. Deze zienswijze bevat een aantal onderwerpen op regionaal niveau alsmede een aantal meer lokale punten. Robellijn Wij zijn zeer verheugd met de opname van de RoBel spoorlijn op het kaartbeeld “Duurzame en klimaatbestendige delta 2040”. Hiermee zijn we wederom een stap dichterbij de realisatie van deze verbinding gekomen, waarmee een oplossing wordt geboden voor de externe veiligheidsproblematiek en vandaaruit tevens voor de verstedelijkingsproblematiek in deze regio. De komende jaren staan we gezamenlijk voor de opgave om ons actief in te blijven zetten voor deze spoorlijn, om de huidige klem op de stedelijke ontwikkeling in de spoorzone in de Drechtsteden om te kunnen zetten en de potenties van deze Stedenbaanlocaties ten volle te kunnen benutten. Sturen op kwaliteit Een belangrijke aanpassing in de actualisering van de PSV is de nieuwe kwaliteitskaart. Deze kwaliteit moet uiteindelijk in gebiedsprofielen worden uitwerkt, waarna in gemeentelijke bestemmingsplannen door middel van een beeldkwaliteitsparagraaf uitwerking aan de gebiedsprofielen moet worden gegeven. In de kwaliteitskaarten zijn erg veel onderwerpen opgenomen, waarbij niet duidelijk is welke waarde aan ieder van deze onderwerpen wordt gegeven en hoe de provincie hierop gaat toetsen. Voor het bestemmingsplan Nieuwe Dordtse Biesbosch is recent een beeldkwaliteitsplan opgesteld. Daarmee toont de lagere overheid aan in staat te zijn zelf de kwaliteit in zijn buitengebied te waarborgen. Wij verzoeken u uiteindelijk uw kwaliteitskaart in lijn te brengen met dit beeldkwaliteitsplan. Versterken stedelijk netwerk
Alblasserdam / Dordrecht/ Hendrik-Ido-Ambacht / Papendrecht / Sliedrecht / Zwijndrecht Pagina 1 van 6
Datum 4 november 2011 Ons kenmerk BDS/11/
Een belangrijk punt is het vastleggen in deze visie van het stedelijk netwerk, waarbij Dordrecht als Bovenregionaal Centrum wordt benoemd. De met dit beleid beoogde verbetering van de relatie tussen infrastructuur en verstedelijking ondersteunen wij als principe, maar kan ons inziens echter niet los worden gezien van de huidige beperkingen voor stedelijke ontwikkeling als gevolg van de Externe Veiligheidsaspecten. Onder het kopje Functieafstemming tussen verstedelijking en infrastructuur constateert u zelf reeds terecht dat intensivering gepaard moet gaan met verbetering van de milieukwaliteit. Daaronder valt ons inziens niet alleen het –terecht genoemde- behoud van de grotere eenheden groen, maar minstens evenzeer de gevolgen van de externe veiligheidsproblematiek op het spoor voor de mogelijkheden tot concentratie van stedelijke functies in het invloedsgebied van het (boven)regionale OV-net. Wij verzoeken u dit in de tekst te laten doorklinken. Ook op de kaart van kantoorontwikkelingslocaties is Dordrecht aangeduid als centrum of stedelijk subcentrum. Dit komt overeen met de huidige positie van Dordrecht. Wij opteren ervoor dat Dordrecht op termijn kan doorgroeien naar bovenregionaal stedelijk centrum. Zowel de regio als de gemeente Dordrecht hebben de ambitie om hogere kennisopleidingen binnen te halen. Uw voorzitter, Commissaris der Koningin de heer Franssen, heeft uitgesproken dit vanuit de provincie te ondersteunen. Wij verzoeken u dan ook de doorgroeimogelijkheid van Dordrecht naar bovenregionaal stedelijk centrum expliciet tot uitdrukking te laten komen in de provinciale structuurvisie. Wonen; strategie en Woonvisie Sturing op aantallen In de tekst van hoofdstuk 7 over Wonen wordt ruimschoots naar de Woonvisie verwezen. De daarin genoemde aantallen en percentages voor de totale nieuwbouwaantallen, voor binnenstedelijk bouwen, voor sociale sector en voor woonmilieus worden hier allemaal nog een keer genoemd. De regionale afstemming daarmee is op zich een goede zaak, maar mag niet leiden tot een te rigide sturing op deze aantallen. In de besprekingen rond de woonvisie is regelmatig aan de orde geweest, dat onze provincie en onze regio niet zozeer een kwantitatief maar vooral een kwalitatief probleem kennen ten aanzien van de woningvoorraad. In de aangegeven wijzigingen op paragraaf 4.7.4 van de Provinciale Structuurvisie (blz. 42) is gesteld dat vraag en aanbod kwantitatief en kwalitatief in evenwicht worden gebracht. Wij zouden graag meer nadruk zien op de kwaliteit van woningen gezien de huidige stagnatie in de woningmarkt en de constatering van de provincie dat de kwaliteit van woningen beter kan. Bij de genoemde aantallen zijn diverse kanttekeningen te maken: in de huidige marktsituatie zal de afzet lager zijn dan voorzien, de definiëring en meetwijze van woonmilieus kent zijn beperkingen. De cijfers zijn dan bruikbaar om op hoofdlijnen ambities te formuleren, echter niet geschikt om en détail per bestemmingsplan op te sturen. Aantrekkelijk vestigingsklimaat Vanuit het wonen constateren wij, dat de zuidflank van de Zuidvleugel vooral een probleem heeft met het creëren van een aantrekkelijk vestigingsklimaat. In de woonvisie wordt daarvoor de link gelegd met woonmilieus. Dat wordt vooral vertaald in de bouw van soorten woningen op verschillende soorten locaties. Het wordt echter te weinig doorvertaald naar de betekenis van de ontwikkeling binnen andere sectoren voor het woonmilieu: beperking van de overlast van de infrastructuur, meer ruimte voor recreatie en betere verbindingen met het buitengebied voor de stedelijke bewoners, voldoende aanbod van stedelijke voorzieningen. Vanuit het wonen is de algemene eis van 30% bouw in de sociale sector in strijd met het verbeteren van de kwaliteit. In een regio als de Drechtsteden met een woningvoorraad die gekenmerkt wordt door een overmaat aan goedkope en matige woningbouw is een dergelijke eis contraproductief. Overigens hebben de Drechtsteden dan ook een aanvullende afspraak met de provincie gemaakt. Regionale woonvisie De regionale woonvisie is vastgesteld in januari 2010. Daarin zijn de laatste cijfers uit de provinciale woonvisie en de herziene structuurvisie niet verwerkt. Toch menen wij, dat onze regionale woonvisie nog voldoende actueel is om te hanteren. De daarin genoemde cijfers voor woningbouw zijn in het licht van de economische crisis te hoog. De ambitie als zodanig handhaven wij en in de praktijk kijken we hoever we kunnen komen. De opmerking dat bestemmingsplannen worden getoetst aan een actuele regionale woonvisie onderstrepen het belang van goede regionale samenwerking zoals we die in de Drechtsteden kennen. Behouden en aantrekken economische clusters Pagina 2 van 6
Datum 4 november 2011 Ons kenmerk BDS/11/
De provincie onderscheidt binnen het provinciaal belang een aantal ambities met accent op kennisontwikkeling en handel. Achter het eerste gedachtepuntje van de vier onderscheiden ambities wordt vermeld: Mainport (Rotterdam). Conform onze inspraakreactie op de SVIR verzoeken wij u hieraan toe te voegen “Logistieke Delta”. Gelet op de recente bestuurlijke organisatiebrief van min. Donner die deze deltaontwikkeling van Rotterdam-Antwerpen in zijn brief ook expliciet noemt constateren wij dat dit effect begint te krijgen: de deltaontwikkelingen in het gebied Rotterdam-Antwerpen worden in de PSV genoemd. Onder het subkopje “Energie-, water- en Deltatechnologie” van deze paragraaf wordt –terechtgeconstateerd dat de Drechtsteden, tussen haakjes omschreven als bagger en binnenvaart, kansen bieden voor ruimtelijke concentratie van het cluster. De Drechtsteden zien zichzelf echter breder dan alleen bagger en binnenvaart die specifiek worden genoemd: wij maken wezenlijk onderdeel uit van de Mainport Rotterdam, de Logistieke Delta waarin ook de maritieme innovatie een plaats krijgt. Dit gebeurt in de Drechtsteden door middel van Ecoshape en de proeftuin Innovatie. Wij verzoeken u daarom, om aan voornoemde aanduiding 'maritiem' alsmede “maritieme innovatie (Ecoschape en proeftuin Innovatie)” toe te voegen. Kantorenstrategie Gezien de urgente problematiek op de kantorenmarkt wilt u, anticiperend op de uitwerking van de provinciale kantorenstrategie, zeer terughoudend omgaan met de ontwikkeling van plannen voor nieuwe kantoorlocaties die nog niet zijn vastgelegd in bestemmingsplannen. Dit betekent de inzet op een kaderstellend volumebeleid voor nieuwbouw van kantoren. Bij nieuwe plannen voor kantoren zal de SERladder moeten worden toegepast en moet worden aangegeven hoe deze plannen zich verhouden tot de behoefte aan kantoren op regionaal niveau. Indien na toepassing van de SER-ladder nieuwe kantoorontwikkelingen (met kantoren groter dan 1000 m2 bvo per vestiging) wenselijk zijn, dan kan dat alleen op een beperkt aantal locaties. In zijn algemeenheid, en met het zicht op de vele leegstand en de daarbij behorende problematieken, is ons bestuur van mening dat het goed is dat u zich richt op het beperken van nieuwbouwlocaties voor (solitaire) kantoren. Echter daarbij plaatsen wij vanuit de concrete situatie in de Drechtsteden wel een aantal kanttekeningen. U kiest ervoor de plancapaciteit te concentreren op uitstekende knooppuntlocaties binnen Stedenbaan en Zuidvleugelnet. In de Drechtsteden benoemt u in dit kader de locatie Dordrecht CS. Wij willen u erop wijzen dat deze beleidslijn op dit moment voor de Drechtsteden niet realistisch is en ook voorlopig ook niet realistisch zal worden. Het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, met de hieraan verbonden externe veiligheidsregels, maakt toevoeging van nieuwe plancapaciteit op locaties direct langs de spoorlijn onmogelijk. Ook transformatie van structureel leegstaande panden langs het spoor is vanwege deze beperking op dit moment niet te realiseren. Dit geldt niet alleen in Dordrecht maar ook in Zwijndrecht. Op termijn is de Robellijn de oplossing om de verstedelijking op stationslocaties mogelijk te maken en de risico's voor onze bevolking te verkleinen. Het kan ons inziens echter niet zo zijn dat de kantoorontwikkeling in de Drechtsteden op slot gaat, totdat de Robellijn is gerealiseerd. Graag gaan wij hierover met u in gesprek. Uw beleid, gericht op het beperken van nieuwbouwlocaties voor solitaire kantoren kan ons inziens niet tot doel hebben om zittende, groeiende ondernemers te beperken in hun uitbreidingsplannen. Het is goed voor Zuid-Holland en zeer belangrijk voor de regio Drechtsteden en de afzonderlijke gemeentes daarbinnen wanneer we in staat zijn om deze bedrijven met kennis en arbeidspotentieel te behouden. Bestaande kantoren mogen volgens de Ontwerp actualisering van de Provinciale Structuurvisie uitbreiden met slechts 10%. Deze beperking tot een groeimogelijkheid van 10% staat op gespannen voet met het behouden van bestaande werkgelegenheid en met de gewenste stimulering van de economie. Ons inziens wordt hiermee onvoldoende rekening gehouden met bedrijven die op een locatie, niet zijnde een kantoorontwikkelingslocatie zoals aangewezen door de provincie, goed op hun plaats zitten en substantieel willen groeien. Wanneer we een dergelijk bedrijf niet kunnen faciliteren in de groei, zal het bedrijf vertrekken naar een groter nieuw kantoor elders. Hierdoor laat het bedrijf een leeg kantoor achter, hetgeen niet de bedoeling kan zijn. Wij verzoeken u meer ruimte te geven om kantoorgebruikers die nu niet zitten op een door de provincie aangewezen kantorenlocatie te faciliteren in hun uitbreidingswensen. In de Verordening is een afwijkingsmogelijkheid opgenomen waardoor het nieuwe kantoren ook mogelijk worden gemaakt als het gaat om het herbestemmen van onbenutte bouw- en gebruiksmogelijkheden of het bestemmen van kantoren waarvan de planontwikkeling ver gevorderd is en/of waarover bestuurlijke Pagina 3 van 6
Datum 4 november 2011 Ons kenmerk BDS/11/
overeenstemming bestaat. Voorwaarde is dat de kantoren binnen de invloedsfeer van de haltes van StedenbaanPlus liggen. Ook in dit kader wijzen wij u nogmaals op de beperkingen langs de spoorlijn uit oogpunt van externe veiligheid, zoals hierboven aangegeven. Wij verzoeken u met deze specifieke situatie in de Drechtsteden nadrukkelijk rekening te houden. Bodem Evenals de provincie Zuid-Holland heeft de gemeente Dordrecht de ambitie om mogelijkheden van bodemenergie zo optimaal mogelijk te benutten. Wij zijn blij dat de afweging door middel van het vaststellen van bodemenergieplannen op lokaal niveau plaatsvindt. De provincie richt zich als vergunner van de open WKO systemen primair daarop. Het grote gevaar is dat de gezamenlijke overheden de regie verliezen omdat gesloten WKO systemen niet vergunningsplichtig zijn en het zicht op deze systemen en de effecten op andere systemen er nu niet is. Aanpassingstermijn bestemmingsplannen In de regels van de verordening is opgenomen dat bestemmingsplannen in principe binnen 3 jaar na inwerkingtreding op de verordening moeten worden aangepast. Een driejaarlijkse actualisatie zorgt voor een forse extra werkdruk bovenop de wettelijke 10-jaarlijkse actualisatie. Zeker als de provincie haar verordening jaarlijks blijft actualiseren. Daarnaast hebben burgers en bedrijven in bestemmingsplannen bepaalde rechten verworven. Indien de gemeente deze rechten ontneemt op basis van de provinciale verordening, zal de planschadeclaim bij de gemeente terechtkomen. Ons voorstel is dan ook dat de provincie tracht door middel van inpassingsplannen deze bestemmingen te wijzigen en daarmee ook de planschade als gevolg van aanpassing van de bestemmingsplannen voor haar rekening neemt. Merwedezone – Recreatief Knooppunt Sliedrecht Al vrij lang zijn wij met u in gesprek over de wenselijkheid van een recreatief knooppunt in de Merwedezone ten noorden van Sliedrecht. Een recreatief knooppunt te combineren met de uitplaatsing van de bestaande sportvelden naar dit recreatief knooppunt. De gronden van de bestaande sportvelden zijn benodigd als schuifruimte om te komen tot een optimalisering en kwalitatieve afronding van het bestaand stedelijk gebied van de gemeente Sliedrecht. Hierbij gaven wij aan dat het uitplaatsen van de bestaande sportvelden naar dit recreatief knooppunt met name extra mogelijkheden moet bieden voor het uitplaatsen van niet-watergebonden bedrijven van watergebonden locaties naar de plaats waar thans nog de sportvelden zijn gelocaliseerd. Een dergelijk doorschuifeffect biedt tevens extra mogelijkheden voor de vestiging van watergebonden bedrijven op de dan vrijkomende plekken op watergebonden bedrijfslocaties. Door de Drechtsteden wordt deze locatie ‘Stationspark III’ in de Nota Bedrijvenstrategie Drechtsteden om die reden dan ook als hotspot aangemerkt voor toekomstige bedrijfsterreinontwikkeling. Wij constateren met voldoening dat u in de voorliggende Actualisering dergelijke ontwikkelingen mogelijk maakt.
Specifieke gemeentelijke aandachtspunten Bebouwingscontour Zuidpolder (gemeente Dordrecht) Wij verzoeken u de Zuidpolder in Dordrecht niet langer op te nemen als stedelijk gebied maar als agrarisch gebied. De in het verleden geplande woningbouw zal niet meer plaatsvinden. Overige opmerkingen t.a.v. de Dordtse situatie (gemeente Dordrecht) Conform de vaststellingsovereenkomst over vervroegde sluiting van de afvalstort Derde Merwedehaven verzoeken wij de provincie de realisatie van 4 hectare bedrijfsterrein aan de zuidelijke oever op de functiekaart op te nemen. Verder willen wij u erop wijzen dat op kaart 9 doorsnijdend spoor, verdichte stationsomgeving de stations Zwijndrecht en Dordrecht-Zuid niet meer op de kaart zijn weergegeven. Gelieve dit te herstellen. Leerpark / Gezondheidspark (gemeente Dordrecht) Beide projecten bevatten een programma voor (gethematiseerde) kantoorontwikkeling. Hierover zijn ook afspraken gemaakt met de ontwikkelende partijen (en ook benoemd in de structuurvisie van Dordrecht). Voorts zijn deze locaties opgenomen in het regionale kantorenprogramma, ook na herijking van begin dit Pagina 4 van 6
Datum 4 november 2011 Ons kenmerk BDS/11/
jaar. Beide locaties zijn onderdeel van het regionale kantorenprogramma (herijking 2011). Wij gaan er van uit dat de provincie hiermee instemt. Voorliggende waterkering polder Nieuwland (gemeente Alblasserdam) De gemeenteraad van Alblasserdam heeft op 26 april 2011 het bestemmingsplan ‘Containertransferium Alblasserdam’ vastgesteld. Het bestemmingsplan voorziet in een containertransferium met ingekaste kade zoals overeengekomen in de mede door de provincie getekende ‘Overeenkomst uitwerking locatiekeuze Containertransferium’ (dd. 29 juni 2009). Voor de bouw van deze kade zijn tevens afspraken gemaakt met het waterschap Rivierenland. Deze afspraken zijn vastgelegd in de voor de kade benodigde en op 11 augustus jl. door Rijkswaterstaat afgegeven Watervergunning (nr. 028.0957.A.wtw2938). Hierin is onder meer de verlegging van de voorliggende waterkering in opgenomen. Deze ligging is na bouw van de kade niet meer volledig conform uw aanduiding op de gewijzigde kaart ‘Regionale keringen’ zoals weergegeven in bijlage 8 (Overig kaartwijzigingen Verordening ontwerp herziening 2011) onder 1801 Alblasserdam, polder Nieuwland. Wij verzoeken u de aanduiding aan te passen aan de plankaart van het bestemmingsplan ‘Containertransferium Alblasserdam’ (NL.IMRO.0482.bpcontainalblas063-Vg01). Op deze plankaart is de kering zelf niet specifiek aangegeven, deze ligt echter voor het volledige plangebied op 25 meter van de oostelijke begrenzing van de dubbelbestemming ‘Waterstaat - Waterkering’. Overgangsregeling wijziging beleid Nieuwe Landgoederen (gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht) De evaluatie van het landgoederenbeleid vormt aanleiding tot het wijzigen van dit beleid. Een beeldkwaliteits-paragraaf over de inrichting van het landgoedpark en vormgeving van het landgoedhuis en een privaatrechtelijke overeenkomst met kettingbeding tussen gemeente en landgoedeigenaar over beheer worden in de Verordening Ruimte verplicht gesteld. De kwaliteitskaart met bijbehorende gebiedsprofielen wordt richtinggevend voor de uitwerking van ruimtelijke kwaliteit op een nieuw landgoed. De gemeenten Zwijndrecht en Hendrik-Ido-Ambacht werken ieder aan een particulier initiatief om een landgoed te realiseren op basis van de vigerende landgoederenregeling en de vigerende structuurvisie. De wijziging van het beleid voor wat betreft de plicht tot het opstellen van een gebiedsprofiel voor Nieuwe Landgoederen dreigt dit al ingezette proces enigszins te frustreren. Omdat wij beschikken over een gemeentelijke structuurvisie waarbinnen een landgoed past en omdat een landgoed ook prima aansluit op de ambities van het programma Deltapoort, zijn wij niet overtuigd van de meerwaarde van het opstellen van een gebiedsprofiel en vrezen wij vertraging in het proces om tot de gewenste ontwikkeling te komen. Wij verzoeken u dan ook om de wijzigingen pas te laten gelden voor initiatieven die na vaststelling van de tweede herziening van de Provinciale Structuurvisie 2011 zijn binnengekomen bij de gemeenten. Met als ijkmoment het in behandeling nemen van een ingediend project/plan voor een nieuw landgoed door de betreffende gemeente. Wij verzoeken u daarom een overgangsregeling op te nemen; niet alleen voor dit geval, maar ook in meer algemene zin voor processen die reeds gestart zijn onder het regime van de thans vigerende Provinciale Structuurvisie. Wonen en veiligheidscontour (gemeente Zwijndrecht) Geconstateerd wordt dat de provincie de ambitie heeft om zoveel mogelijk van de woningbouw te concentreren rond de stations van StedenbaanPlus. Wij onderschrijven deze ambitie. We vragen echter wel in dit kader aandacht voor de beperkingen voortvloeiend uit de veiligheidscontour spoor en het al hoge groepsrisico in Zwijndrecht. We stellen voor dat in de uitvoeringsstrategie verder wordt gewerkt aan een oplossing. Kijfhoek: externe Veiligheid (gemeente Zwijndrecht) Inmiddels zijn er de nodige stappen ondernomen om de externe veiligheid rond het rangeerterrein ‘Kijfhoek’ te borgen. Bovendien zijn de gemeenten binnen het invloedsgebied van het rangeerterrein met elkaar in gesprek over de beheersing van het groepsrisico vanwege het rangeerterrein. Graag zouden wij op dit punt een standpunt van de provincie terugzien over de mogelijkheden die dit biedt voor ruimtelijke ontwikkelingen binnen de invloedsfeer van het rangeerterrein. Duurzame energie: alternatieve energiebronnen (gemeente Zwijndrecht) Het beleid van de provincie rondom duurzame energie richt zich met name op windenergie en bodemenergie. Wij verzoeken u om ook aandacht te hebben voor andere vormen van duurzame energie zoals zonne-energie. Pagina 5 van 6
Datum 4 november 2011 Ons kenmerk BDS/11/
Graag refereren wij aan de brief die wij aan u verzonden hebben d.d. 11 augustus 2011. De gemeente Zwijndrecht stimuleert het gebruik van duurzame energiebronnen lokaal en regionaal. Wij onderschrijven het belang van inzet op alternatieve energiebronnen en het terugdringen van de CO2-uitstoot. Tegelijkertijd zijn wij ervan overtuigd dat de plaatsing van windmolens op de gekozen locaties Groote Lindt en Kijfhoek problematisch is omdat dit tot inpassingsproblemen leidt. Wij stellen u voor om deze potentiële locatie voor windenergie te herzien. Tot zover onze zienswijze op de Ontwerp Actualisering 2011 van de Visie op Zuid-Holland. Uiteraard zijn wij bereid deze zonodig nader toe te lichten en met u te bespreken, bijvoorbeeld tijdens een van de Bestuurlijke Tafels. Hoogachtend, het Drechtstedenbestuur,
M.J.A. van Bijnen plaatsvervangend secretaris
Pagina 6 van 6
drs. A.A.M. Brok voorzitter