Hartelijk gefeliciteerd met je pup! Het feit dat je naar onze hondenschool bent gekomen, geeft aan dat je serieus met de opvoeding van je nieuwe hond bezig wilt zijn. De informatie in deze map zal je ondersteunen bij het begeleiden van je pup naar een sociale, gezonde en vrolijke hond. Veel plezier tijdens de puppylessen!
Monique Appels
2
LEEFTIJDSFASEN Het karakter van de hond en zijn gedrag worden voornamelijk bepaald door zijn erfelijke aanleg en de mate van socialiseren en begeleiden in de diverse fasen van zijn leven. Deze bepalende fasen zijn onder te verdelen in drie periodes: inprenting, socialisatie en rangorde.
INPRENTING (0-7 weken)
SOCIALISATIE (7-12 weken)
Tijdens deze periode stelt een puppy vast wie zijn soortgenoten zijn. Allereerst zijn dat natuurlijk zijn moeder en nestgenoten (meestal is vader niet aanwezig), maar zeker moet hij ook met zoveel mogelijk mensen in aanraking komen. De hersentjes van de pup staan nu optimaal open voor invloeden van buitenaf. Alleen in deze fase zal de pup ongeremd tegenover nieuwe en vreemde situaties staan. Het is dus de verantwoordelijkheid van de fokker dat deze gevoelige periode optimaal benut wordt, want deze tijd is nooit meer in te halen. Pups die nooit het nest verlaten en verder niets meemaken, zullen altijd bang blijven voor vreemde mensen en situaties. Onderschat dit niet! Vraag dus ook aan de fokker wat hij allemaal met de pups doet voordat ze naar hun nieuwe baasjes gaan. Iedereen die een nestje fokt is fokker en heeft dus een grote verantwoordelijkheid naar de kopers van zijn pups toe. Let op: een stamboom zegt niets over gezondheid en karakter; het is alleen een afstammingsbewijs!
Nu moet de pup (buiten zijn eigen veilige thuis) veel indrukken op kunnen doen en daarmee om leren gaan. Neem hem dus mee naar de stad, in de bus, in de auto, laat hem kennismaken met verschillende soorten mensen, dieren en verkeer. Ondanks dat de pup nog niet alle entingen heeft gehad, mag je hem deze kans om sociaal gedrag te ontwikkelen niet ontnemen! Vanaf ongeveer de 11e week neemt zijn onbevangenheid namelijk af, wordt hij schrikachtiger en zal nieuwe dingen proberen te vermijden. Zorg er in deze periode dus voor dat hij niet kan vluchten (houd hem aangelijnd) en bevestig nooit zijn angst (door optillen of aaien). In deze fase leert hij (razendsnel) wat leuk en niet leuk is voor de rest van zijn leven! Wees consequent in de opvoeding: wat nu mag, mag later ook.
3
RANGORDE (12-16 weken) Rangorde is heel belangrijk in een hondenleven. Honden zijn niet democratisch en hebben derhalve een duidelijke leider nodig. In het roedel (het gezin) moet de hond zijn plaats weten. Nu is de tijd aangebroken dat hij gaat kijken waar die plaats is. Dit doet hij door meer uit te dagen, ruwer te spelen en te kijken wie naar wie toegaat (de mindere gaat naar de meerdere). Ga dus nooit naar de pup toe, maar roep hem bij je. Vertel dit ook aan je kinderen. Jonge kinderen kunnen daarom niet
met de pup spelen, want spelen is rangordebepalend. Rangorde heeft altijd met succeservaringen te maken: hoe meer succes hij heeft, hoe hoger hij klimt op de rangordeladder. Dit begint vaak met aandachtvragend gedrag. Beter is dit te negeren dan te bestraffen, want voor veel honden is negatieve aandacht ook aandacht! Ook kan de pup wat bezitteriger worden ten aanzien van speeltjes en voer. Zorg er ook hier voor dat eventueel agressief gedrag geen succes heeft, want dan zal hij dat middel steeds vaker in gaan zetten om zijn zin te krijgen.
4
PUPPY-WEETJES VAN A TOT Z AANLEREN
VAN
GEWENST
GEDRAG Leren is associëren: ervaringen opdoen en daar een conclusie aan koppelen. Je pup is de hele dag bezig met zich af te vragen: “Wat is leuk en wat is niet leuk.” Leren duurt een leven lang. Leer je pup vanaf het allereerste begin wat wel en niet mag. Puppy‟s zijn heel vertederend en daarom zijn we geneigd „stout‟ gedrag door de vingers te zien. Geef hem liever een botje als hij aan de tafelpoot begint en leer hem netjes te zitten in plaats van tegen visite op te springen. Dit is veel effectiever dan steeds „foei‟ te roepen. Wanneer zijn gewenste gedrag beloond wordt, zal hij dit gedrag herhalen, wat hem niets oplevert zal hij niet meer doen. De beste beloning voor de meeste honden is een voertje. Als je dit thuis oefent zonder afleiding, kun je hiervoor best zijn dagelijkse voer gebruiken; met afleiding (zoals in de puppyklas of buiten) zul je met zwaarder geschut moeten werken. Dwing je hond nooit ! Hij moet uit vrije wil voor het gedrag kiezen. Doet hij het niet, jammer dan. Hij krijgt dan ook geen beloning. Gewoon even wachten en het een paar minuten later nog eens proberen. Ga nooit duwen en trekken aan je hond; dit wekt alleen maar weerstand op. Leren moet leuk zijn!
ALLEEN THUIS BLIJVEN Honden zijn sociale dieren. Zowel in de natuur als in onze maatschappij leven
ze in roedels. Dat betekent dus, dat ze moeten leren alleen te zijn. De ene hond kan dat makkelijker leren dan de andere. Er zijn honden die echt last hebben van verlatingsangst en huilen, janken, vernielen en zelfs onzindelijk worden. Vaak is het ook verveling, zeker als de hond dag in dag uit lang alleen moet zijn. Zorg er altijd voor dat hij lekker lang is uitgeweest en geef hem iets om zich mee bezig het houden (er is veel verkrijgbaar; vraag in de puppyklas wat het beste is). Veel honden die niet goed alleen kunnen zijn, lopen ook in huis hun baas overal achterna en moeten (nog) leren dat de wereld doordraait, ook als de baas er niet is. Uiteraard moet je de periode van alleen zijn wel heel geleidelijk opbouwen en dan kan iedere hond er aan wennen.
BENCH Een bench of kamerkennel is handig in de puppytijd. Er zijn mensen die een bench zielig vinden (maar doen hun peuter wel in de box), maar als de bench op een positieve manier wordt geïntroduceerd aan de pup wordt het een veilige (slaap)plaats. Zorg dat hij groot genoeg is voor de pup om in te staan en te liggen, maar niet te groot zodat hij alsnog allerlei kattekwaad uit kan halen. Er hoeft slechts een dekentje en zijn kluifje in te liggen. Een bench is een rustplaats (ook kinderen moet je leren dat ze de pup met rust laten als hij in zijn bench ligt) en makkelijk als je niet op hem kunt letten. Een bench helpt bij het zindelijk maken van de pup. Hij zal
5
van nature zijn eigen slaapplaats namelijk niet bevuilen. Hij wordt zelfstandiger, omdat hij niet overal achter je aan kan lopen en hierdoor leert hij sneller alleen te zijn. Kortom: een bench heeft een heleboel voordelen voor pup en baasje.
CASTREREN
de pups met 6 weken al in en vertellen puppy-eigenaren het entingsschema aan te houden. Dit betekent, dat er op 9 en 12 weken nog een enting volgt en soms nog op 16 weken. Realiseer wel dat vaccinaties een hoop bijwerkingen hebben en de meeste vaccins bescherming bieden voor twee jaar, terwijl nog veel dierenartsen elk jaar enting aanbeveelt. Wees dus kritisch en denk zelf na…
LITERATUUR
Castratie betekent het onvruchtbaar maken door wegnemen (van teelballen bij reuen en eierstokken bij teven) en wordt gedaan op medische gronden of soms om het karakter te beïnvloeden. Het karakter van de reu kan alleen beïnvloed worden als het gerelateerd is aan zijn mannelijk-zijn (achter teven aangaan, intermannelijke agressie of rij- en markeergedrag). Castratie kan het beste voor de achtste maand geschieden. Zeker bij erg dominante pups is castratie aan te raden. Als je niet wilt fokken is castratie ook bij teven (vaak ten onrechte sterilisatie genoemd) sterk aan het raden. De kans op baarmoederontstekingen en melkkliertumoren is veel groter bij teefjes die meer dan twee maal loops zijn geweest. Steeds meer dierenartsen castreren al voor de eerste loopsheid.
INENTEN Vaccineren is in Nederland niet verplicht, maar de meeste fokkers enten
Er is in de afgelopen 25 jaar heel veel over honden geschreven, waaronder helaas ook heel veel onzin. Het is best moeilijk het kaf van het koren te scheiden, daarom hieronder een opsomming van leuke en interessante boeken over honden: „Puppywijzer‟ van Gwen Bailey „De Grote Hondenencyclopedie‟ van Esther Verhoeff „Wie is hier de baas?‟ van Irma Frijlink (kinderboek) „Mijn eerste hond‟ van Sarah Whitehead (boek voor kind en hond) „Denken als een hond‟ van John Fisher en natuurlijk de legio boeken met rasbeschrijvingen Sommige van bovenstaande boeken zijn bij YALLA te koop.
OPVOEDEN Opvoeden is grenzen stellen. Daarbij moet de nadruk altijd liggen op het belonen van gewenst gedrag en het voorkomen of negeren van ongewenst ge-
6
drag. Tijdens het leerproces hoort geen straf, bovendien kunnen wij nooit straffen zoals honden dat onderling doen.
PROBLEEMGEDRAG Wij praten tegenwoordig nogal gauw over probleemgedrag bij een hond, terwijl zijn gedrag voor hem vaak volstrekt normaal is. Veel probleemgedrag komt dan ook voort uit pure verveling. De meeste honden zijn oorspronkelijk gefokt om te werken; ze moesten waken, jagen of hoeden. In onze huidige maatschappij mogen ze weinig meer van dit alles. Echter, dit zit nog zo ingebakken in het ras dat het noodzakelijk is dat we hiervoor een alternatief bieden aan onze hond. Omdat de meeste huishonden tegenwoordig ongeveer 20 uur slapend doorbrengen, is het niet zo vreemd te veronderstellen dat sommige honden zich dood vervelen. Het ene ras past zich nou eenmaal makkelijker aan (Golden Retriever) dan het andere (Siberische Husky). Desalniettemin heeft bijna iedere hond minimaal twee uur beweging per dag nodig (en de meeste rassen nog veel meer!) en moeten veel honden ook geestelijk beziggehouden worden. Op dit moment verdienen gedragstherapeuten het meeste aan de Border Collie. Dit omdat het bij uitstek een werkhond is en je eigenlijk een kudde schapen nodig hebt om deze hond te kunnen behagen. Heb je dat niet, dan moet je verstopspelletjes, behendigheid of doggydance met hem gaan doen. Helaas zijn tegenwoordig veel Border Collies gedegradeerd tot kleedje voor de kachel. Verdiep je dus in de achtergrond van je hond zodat je hem
die beweging en afleiding kunt geven die hij verdient!
PUBERTIJD Net als bij sommige tieners, kunnen we honden in de puberteit (variërend van 8 tot soms 15 maanden) wel eens achter het behang plakken: ze zijn ineens Oostindisch doof en lijken alles te zijn vergeten wat ze hebben geleerd. Je moet je voorstellen dat er in deze periode veel met het hondenlichaam gebeurt: teven worden voor de eerste keer loops en reuen gaan hun poot optillen tijdens het plassen; ze worden geslachtsrijp. Door de hormonen zijn veel honden wat onzekerder en meer gespannen. Het territoriumgedrag wordt meer ontwikkeld. Heb geduld met je hond, het gaat allemaal weer over.
RAAD VAN BEHEER Wanneer je een rashond hebt, kun je je aansluiten bij de desbetreffende rasvereniging. Deze organiseren diverse activiteiten en keuringsshows. Adressen vind je op www.raadvanbeheer.nl.
REGISTRATIE VAN JE HOND Het kan voor een aantal situaties handig zijn je hond te laten registreren (bij de Nederlandse Databank Gezelschapsdieren). Vroeger gebeurde dat door middel van een tatoeage in de oren, tegenwoordig wordt een chip (zo groot als een rijstkorrel) onder de linkerschouder van de hond ingebracht. Als je een rashond hebt, wordt dat door de
7
fokker geregeld als de hond nog in het nest is. Samen met de stamboom vormt dit dan de totale registratie. Heb je geen rashond, laat dan je hond chippen door je dierenarts. Door middel van een speciale scanner kunnen deze gegevens dan altijd uitgelezen worden door bijvoorbeeld een andere dierenarts of een asiel.
STRAF Wij geven er de voorkeur aan de pup niet lichamelijk te straffen wanneer hij ongewenst gedrag vertoont. Straffen is namelijk heel moeilijk en moet aan heel veel voorwaarden voldoen om effectief te zijn. Wees dus creatief in het bedenken van oplossingen om het gedrag van je pup te manipuleren. Leid hem liever af met een balletje of flostouwtje als hij voor de eerste keer verzint in de plantenbak te graven. Als hij opdringerig aandacht vraagt of te hard in handen bijt, dan kun je even zachtjes met je hand zijn snuitje omvatten (dit doet een moederhond ook bij haar puppy´s en betekent: ik ben de baas). Dus niet hard knijpen en ook niets zeggen. Vaak is deze handeling voldoende en snapt de pup direct wat je bedoelt.
TANDENWISSELEN Vanaf ongeveer 14 weken gaat je pup wisselen. Meestal begint het met de voortanden, daarna de kiezen en als laatste de hoektanden. Tijdens deze fase heeft je pup een enorme kauwbehoefte, dus
voorzie daar ruimschoots in. Balletjes en piepbeestjes zijn geen kluifmaterialen. Laat je pup nooit alleen met iets nieuws, hij kan er in stikken. Gooi te kleine restjes gewoon weg. Dit kauwen helpt bij het losraken van tanden en kiezen. Het kan zijn dat je pup er last van heeft. Als je merkt dat hij moeilijk eet, dan kun je in deze periode het voer een beetje aanmaken met water of bouillon.
VLOOIEN EN WORMEN Een hond kan op elke leeftijd en in elk seizoen vlooien krijgen. Het zijn altijd kattenvlooien. Besmetting met vlooien komt meestal door de eitjes die overal kunnen liggen, in huis en in het park, etc. Als je hond vlooien heeft, dan zijn er gemiddeld 10 tot 100 keer zoveel in omloop in zijn omgeving! Dus houd je pup vlovrij door kammen, baden, sprayen . Vergeet niet ook zijn mand en de auto. Vlooien helpen voorkomen kan door je hond af en toe wat knoflook te geven. Praktisch elke pup wordt in het nest besmet met wormen. Wormen kunnen alleen maar bestreden worden wanneer ze worm zijn, vaak zitten ze in larvevorm in het lichaam en dan hebben honden er geen last van. Je kunt je pup preventief ontwormen, maar om een worm dood te krijgen is behoorlijk sterk vergif nodig, dus dit betekent nogal wat voor je kleine pupje. Je kunt ook gewoon goed in zijn ontlasting kijken en hem een middel geven als je wormen ziet. De meest voorkomende is de spoelworm (10 cm. lange roze spaghetti). Deze is ook besmettelijk voor de mens en vooral voor kinderen, dus denk hier niet te lichtzinnig over.
8
Ook de lintworm komt voor. Wanneer je wormen gesignaleerd hebt, moet je twee weken later weer ontwormen. Haal bij voorkeur een goed (homeopatisch) middel bij een reformwinkel (kijk op www.barfplaats.nl1 voor het beste middel voor jouw pupje).
VOEDING Er zijn heel veel voeders op de markt. Tegenwoordig zijn ze veelal afgestemd op leeftijd, grootte en benodigde beweging van de hond. Laat je niet van de wijs brengen door mooie reclames of teksten op de verpakking, maar koop een goed voer bij de dierenspeciaalzaak. Geef je pup bij voorkeur een versvleesproduct (Carnibest of BIBI zijn de besten) omdat dat het meest overeenkomt met zijn natuurlijke voedingsbehoefte. Wil je liever een brok voeren, kies dan voor een product zonder toevoeging van chemische conserveringsmiddelen (BHA, BHT) of anti-oxidanten (Etoxiquine), zoals FarmFood. Maar er zijn meer merken die gebruikmaken van natuurlijke conserveringsmiddelen. Wil je meer weten over gezonde voeding? Kijk dan op www.barfplaats.nl.
VOER- EN PROOINIJD We spreken van voernijd wanneer een hond niet wil dat iemand in de buurt van zijn eten komt; hij laat dit weten door te dreigen (grommen, lip opwww.barfplaats.nl is een initiatief van Lizzy Plat; zij geeft voedingsadvies. 1
trekken, tanden laten zien). Dit is volkomen normaal gedrag. In de natuur is eten immers schaars en dus moet je zorgen dat wat je hebt, ook van jou blijft. Zodra je merkt dat je pup dit gedrag vertoont (meestal in het begin van de rangordefase) oefen je door een lege bak neer te zetten en er steeds meer eten in te doen. De pup leert: baas bij de voerbak is leuk. Prooinijd betekent, dat de hond zijn kluifje of speeltje niet af wil geven. In feite is het helemaal niet erg dat hij zijn superlekkere kluif met niemand wil delen. Echter, het is wel handig (en soms van levensbelang) dat de baas alles af mag pakken. Oefen dit (met iets waar hij niet zo fel op is) door te ruilen: hij geeft jou iets en jij geeft hem iets anders (lekkers of leuks) terug. Koppel hieraan het commando LOS. De pup leert: als ik iets aan de baas geef, krijg ik er iets nog leukers voor terug.
VOORKOMEN
/
NEGEREN
VAN ONGEWENST GEDRAG Kindjes kijken met hun handjes en puppy‟s kijken met hun tandjes! Iedere puppybezitter heeft wel eens kennis gemaakt met die vlijmscherpe mesjes. Puppy‟s ontdekken de wereld door overal hun tanden in te zetten. Dat is helemaal niet erg; zelfs heel normaal en natuurlijk gedrag. Hij moet alleen wel leren waar hij wel en niet in mag bijten en vooral hoe hard. Dus zodra hij aan de stoelpoot of tafel begint, leid je hem af met een flostouwtje of een botje en geef hem dat. Boos worden heeft geen zin. Leer hem liever wat hij wel mag. Bijt
9
hij in handen, kijk hem dan even strak aan, zeg heel hard „au‟ zodat hij zelf loslaat, beloon hem met een vrolijke stem en geef hem zijn favoriete speeltje. Als je pup aandacht vraagt door te blaffen of zich anders opdringerig te gedragen, is de beste remedie dit gewoon te negeren. Negeren is niets zeggen, niet aankijken, rechtop gaan staan of desnoods helemaal de kamer uitlopen. Je pup leert: geen aandacht
= geen succes = geen lustgevoel: gedrag stopt.
ZIEK De normale lichaamstemperatuur van een hond is hoger dan bij mensen: 38 tot 38,5 is normaal. Bij een pup moet je vanaf 39 of meer contact opnemen met de dierenarts. Een pup is heel kwetsbaar. Gewoon bij twijfel over de gezondheid de dierenarts bellen!
LICHAAMSGEWICHT Tijdens de groei van pup naar volwassen hond, is het handig deze tabel met globale richtlijnen aan te houden. De gewicht van je pup kan natuurlijk hiervan afwijken. Kijk goed naar je pup en voel of je zijn ribben goed voelt. Weeg je pup iedere week en pas de hoeveelheid voeding steeds aan. Met name bij grote rassen moet je er echt op letten dat je pup niet te dik wordt. Eindgewicht Leeftijd in 10 5 kg maanden kg
15 kg
20 kg
25 kg
30 kg
35 kg
40 kg
45 kg
50 kg
60 kg
70 kg
2
2.0
2.9
4.0
5.0
6.0
6.9
77
8.0
8.3
8.4
8.5
9.8
3
2.8
4.4
6.2
7.6
9.4
11.3
13.0
14.0
15.3
16.0
16.9
19.6
4
3.3
5.4
7.7
9.6
11.9
14.3
16.5
18.0
19.8
21.0
23.4
27.3
6
4.0
6.9
9.8
12.2
15.1
18.2
21.0
23.2
25.7
28.0
32.4
37.8
9
4.5
8.2
11.6
14.6
18.0
21.6
24.9
28.0
31.0
34.0
37.4
46.9
12
4.0
9.3
13.2
16.6
20.6
24.8
28.7
32.4
36.5
40.0
40.2
55.3
10
PRAKTIJKLESSEN Voor iedereen is de eerste les spannend. Wellicht is de pup pas net gearriveerd in zijn nieuwe leefomgeving en doet hij dus veel nieuwe indrukken op. Hij moet nog leren een halsbandje te dragen en aan de lijn te lopen. Die eerste keer zijn zowel de baasjes als de puppy‟s vaak wat gespannen. Dat geeft helemaal niets. Wij zorgen er voor dat er een ontspannen sfeer is waarin we spelend leren. Het moet voor iedereen leuk en gezellig zijn. Geef je puppy minstens twee uur voor de les zijn eten, anders raakt hij overvoert. Neem het volgende mee naar de praktijklessen: leren of nylon halsband (geen slipketting) leren of nylon lijn van minstens 1.60 meter (geen rollijn) diverse kleine, zachte voertjes poepzakje makkelijke (regen)kleding
OEFENINGEN/HANDELINGEN De volgende oefeningen/handelingen kun je nu vast je puppy leren. Voor alle oefeningen geldt: Bouw het belonen door middel van voer zo snel mogelijk af. Het is natuurlijk belachelijk dat hij steeds iets krijgt als hij de oefening helemaal beheerst. Bovendien wil je niet je hele leven lang met voertjes op zak hoeven lopen. Intervalbeloning is de sterkste beloning die er bestaat; het is altijd weer een gok: krijg ik iets of niets. Oefen altijd in korte sessies (maximaal vijf tot tien minuten afhankelijk van de leeftijd van je pup), maar herhaal meerdere keren op een dag. Begin pas bij een nieuwe oefening, als je pup de vorige helemaal beheerst. Hij kan anders in de war raken. Geef kleine (hap-slik-weg) voertjes of gebruik zijn dagelijkse portie geheel voor het trainen, zo leert hij namelijk dat hij zijn eten moet verdienen. Gedrag is plaatsgebonden. Dus oefen op verschillende plaatsen in en buitenshuis. Het is namelijk niet automatisch zo dat hij overal alle oefeningen beheerst; dat moet hij echt leren. Voeg pas een commando toe als hij een oefening op handgebaar begrijpt. Honden zijn niet verbaal ingesteld en leren dus een commando alleen maar als het gelijktijdig met hun gedrag meerdere malen gehoord wordt (= conditioneren). Let dus altijd goed op dat je lichaamstaal niet tegenstrijdig is met wat je zegt. Honden voelen dit feilloos aan!
11
MEELOPEN AAN EEN SLAPPE LIJN Benodigdheden: Een lijn van 1,50 meter en 5 meter (of langer), voertjes, genoeg tijd en geduld De praktijk: Laat de lijn altijd zo lang mogelijk, zodat deze niet strak komt te staan. Gebruik daarom geen rollijn; deze leert de pup trekken omdat er altijd spanning op staat (je pup voelt dus altijd zijn baas aan het einde van de lijn). Je pup moet leren op de baas te letten en netjes mee te lopen. Heb je een voortvarende pup die geneigd is voor je te lopen, dan sta je stil iedere keer als de lijn strak staat. Je loopt uitnodigend achteruit (je nodigt uit door je klein te maken en met handpalmen naar boven de pup naar je toe te halen; je zegt hierbij niets). Zodra hij meeloopt beloon je direct met een hoge, vrolijke stem. Wanneer hij naast je is, loop je weer vooruit en jubel je bij elke pas die hij goed meeloopt. Je kunt ook een voertje als beloning gebruiken, maar doe dat alleen als hij echt goed oplet. Let hij niet op, zeg je niets. Gaat het niet goed, dan blijf je dit oefenen, waarbij je steeds goed gedrag beloont en niets zegt als het niet goed gaat. Loopt hij wel netjes mee, dan kun je ook een wending gaan maken. Let hierbij op, dat je alleen een wending maakt als de lijn slap is. Ook hier weer elke stap vrolijk belonen! Heb je een terughoudende pup die geneigd is de rem erop te zetten, gebruik dan bij voorkeur een lijn van minimaal 5 meter. Ook deze laat je zo lang mogelijk. Op het moment dat je
pup stilstaat, loop je zelf vrolijk door. Ga niet ook stilstaan, want dan gaat je pup zeker niet verder. Ook hierbij beloon je natuurlijk iedere stap die hij zet. Loopt je pup steeds in de lijn te bijten? Sta stil, laat de lijnvallen en loop van hem weg. Wedden dat hij als de bliksem achter je aan komt? Aandachtspunten: De baas is het voorbeeld voor de pup. Wees dus steeds bewust van je lichaamshouding; honden zijn hier bijzonder gevoelig voor. Ben je wel uitnodigend genoeg bij een voortvarende pup en resoluut genoeg bij een terughoudende pup? De nestbinding van de pup neemt af na de 11e week. Denk dus niet dat hij zonder lijn mee kan lopen als hij dat tot dan toe wel deed. Aangelijnd heb je meer controle over hem en kan hij niet vluchten als hij schrikt. Bovendien moet hij het toch leren, want hij mag lang niet overal los lopen. Het is beter nu maf en enthousiast over straat te lopen, dan een leven lang voor gek te lopen met een trekkende hond. Trek je niets aan van je omgeving!
12
ZIT Dit is het eenvoudigste commando om aan te leren, omdat alle honden gedurende meerdere keren per dag uit zichzelf gaan zitten. Benodigdheden: Voertjes, genoeg tijd en geduld De praktijk: Gebruik het spontane ZIT-moment van je pup om hem te belonen. Hij zal snel begrijpen dat hij iets lekkers krijgt wanneer hij met zijn achterste de grond raakt en zijn baasje aankijkt. Je kunt het natuurlijk ook uitlokken. Dit doe je als volgt: ga voor je pup staan en breng je hand voor zijn neus. De meeste hondjes zijn nieuwsgierig van aard en zullen eraan gaan ruiken. Je beweegt je hand langzaam richting zijn staart. Hij volgt je hand en moet dan wel gaan zitten (het hefboomeffect: neus omhoog is billen naar beneden). Lukt dit niet, gebruik dan een voertje om hem in deze positie te manoeuvreren. Gaat hij niet direct zitten, wacht dan even geduldig af. Aandachtspunten: Gebruik slechts één of hooguit twee keer een voertje om een commando uit te lokken, anders wil hij straks eerst een voertje zien voordat hij iets gaat doen. Train bij voorkeur direct zonder uitlokvoertje. Let ook hier weer op je houding: ZIT is een opwaarts handgebaar met een rechtopstaande houding. Wanneer je naar voren buigt en naar
beneden wijst, werkt dit verwarrend voor je pup. Ga ook nooit op hem duwen.
HIERKOMEN Dit is wel het meest belangrijke commando en wordt helaas het meest fout aangeleerd. Kijk maar eens om je heen in het park of het bos. Mensen roepen hun hond wel tien keer en als hij dan eindelijk komt, krijgt hij op zijn donder omdat hij niet snel genoeg kwam. Benodigdheden: Lijn van minimaal 5 meter, voertjes, genoeg tijd en geduld De praktijk: Je kunt dit het beste oefenen als je met twee personen bent. De ene persoon gaat aan de ene kant van de kamer staan en de andere aan de andere kant. Je roept de naam van je pup en hij zal waarschijnlijk direct naar je toe rennen. Zodra hij bijna bij je is (en je dus zeker weet dat hij ook bij je komt en niet plotseling ergens anders heen gaat) zeg je HIER en beloon je je pup. Dit kun je dus tussen twee personen diverse keren herhalen. Begin altijd met een kleine afstand en vergroot deze direct als het goed gaat. Ben je alleen of wil je gaan oefenen in een meer prikkelrijke omgeving? Zorg er dan voor dat je een lijn van minimaal 5 meter hebt. Je laat de lijn gewoon over de grond slepen en wacht tot je pup een eindje bij je vandaan is, maar zorgt er wel voor dat je altijd een voet op de lijn kunt zetten. Roep zijn naam en nodig hem uit bij je te komen (maak je klein en ontvang hem letterlijk met open armen). Ook hier geldt: zeg pas HIER als hij bijna bij je
13
is en je dus zeker weet dat hij niet langs je heen gaat lopen. Aandachtspunten: Hierkomen is altijd braaf! Hoe lang hij er ook over doet. Beloon je hem namelijk niet, dan duurt het langer voordat het commando er goed in zit. Gebruik duidelijk het commando HIER in combinatie met zijn naam. Zij naam betekent namelijk dat hij attent moet zijn, omdat daarna het commando volgt. Zijn naam op zich is GEEN commando! Vang je pup nooit op als hij onverhoopt toch langs je heen loopt. Loop gewoon uitnodigend de andere kant op. Lukt dat niet (meer), ga dan op de lijn staan en roep hem terwijl je zachtjes aan de lijn trekt (nooit je pup „binnenhalen‟ door de lijn te verkorten). Beloon ook dan altijd als hij bij je komt.
VAST+LOS=APPORTEREN Apporteren is belangrijk omdat het de onderlinge band tussen baas en hond verstevigt. Alle honden kunnen leren apporteren (sommigen zit het in het bloed en doen het uit zichzelf al en sommigen vinden het niet interessant en hebben dus meer aanmoediging nodig). Het commando LOS is belangrijk omdat het van levensbelang voor je hond kan zijn. Op het moment dat hij namelijk iets wil eten wat giftig is of bijvoorbeeld van glas of blik, moet je als baas dit kunnen afpakken. Dit commando is dus niet bedoeld om te kunnen pesten met het afpakken van voer of prooi. Een hond begrijpt hier niets
van. Om LOS aan te leren, moet de hond eerst begrijpen wat VAST betekent. Benodigdheden: Speeltje, nog leuker speeltje, voertjes, genoeg tijd en geduld De praktijk: Bied je hond een speeltje aan (niet zijn meest favoriete). Zodra hij het aanpakt zeg je VAST en geeft hem een voertje. Pak niet meteen het speeltje weer af, maar geef het terug en herhaal de oefening. Laat hem steeds langer vasthouden voordat hij een voertje krijgt. Laat hem er vervolgens ook mee rondlopen en nodig hem uit bij je te komen om het lekkers op te halen. Deze opbouw bij voorkeur in diverse trainingssessies doen. Als dit goed gaat is de tijd aangebroken om zijn favoriete speeltje uit de kast het halen, maar laat het nog niet aan je hond zien. Je biedt hem zijn minder favoriete speeltje aan en toont hem het andere. Zodra hij het ene loslaat, zeg je LOS, is hij braaf en krijgt een voertje. Vervolgens geef je hem zijn favoriete speeltje. Je gaat dus een ruilactie met hem aan. Nu ga je de commando‟s aan elkaar koppelen: je legt een speeltje neer en zegt VAST. Je loopt weg en nodigt je hond uit naar je toe te komen. Zodra hij bij je is, zeg je LOS en het eerste apport heeft plaatsgevonden. Geef pas het commando APPORT als hij uit zichzelf iets oppakt, naar je toebrengt en weer loslaat. Aandachtspunten: Je moet altijd stoppen op het moment dat het goed gaat en voordat je pup er geen zin meer in heeft.
14
Pakt hij het speeltje op en loopt hij er mee weg, negeer dit dan. Loop zelf ook bij hem vandaan (ga dus niet op zijn uitdaging in) en eindig daarmee de oefening. Hij krijgt dus ook geen beloning. Oefen altijd met zijn eigen speelgoed. Pas als hij het commando
APPORT beheerst, kan hij andere voorwerpen naar je toe brengen. Handig als hij ineens bedenkt dat je nieuwe schoenen ook lekker zijn om op te kluiven.
TENSLOTTE… Ik ben ervan overtuigd dat je na het bestuderen van deze informatie en het opvolgen van mijn adviezen een pup krijgt die sociaal opgroeit, een absolute voorwaarde in onze maatschappij. Naast alle tips over opvoeding en training heeft een hond natuurlijk ook liefde en gezelschap nodig. Honden horen niet thuis in een gezin waar alleen fulltimers werken. Speel ook met je hond en zorg ervoor dat de onderling band verstevigd wordt. Stel hem voor aan je buren, zodat ook zij weten dat je serieus bezig bent een geliefde buurtbewoner van hem te maken. Maar het stopt natuurlijk niet na deze 16 weken! Wanneer je hond eenmaal vier maanden oud is, noemen we hem geen pup meer maar jonge hond. De tijd is dan aangebroken om hem de kunstjes van de gehoorzaamheid bij te brengen. Alleen als wij begrijpen hoe honden leren, kunnen wij ze trainen onze commando‟s te gehoorzamen, wat overigens iets geheel anders is dan ze onze waarden opdringen. Willen wij in staat zijn een hond op de juiste manier te begeleiden, dan moeten we ons leven met honden vanuit het standpunt van de hond bekijken. Met andere woorden: we moeten denken als een hond. Dit gegeven staat centraal in onze cursus „YALLA-beginners‟: een intensieve training waar de nadruk ligt op theoretisch kennis ten aanzien van de psyche van de hond. Alleen serieuze baasjes zijn bereid deze investering te doen en hen zie ik dan ook graag bij dit vervolg terug. Maar ook baasjes van puppy‟s die zelf graag aan de slag gaan, wens ik veel plezier met hun hond! Monique Appels
Routebeschrijving theorieles
Neem de A12 Den Haag-Utrecht Neem vervolgens afslag Zoetermeer/Pijnacker Volg de borden Pijnacker Ga bij het eerste verkeerslicht rechtsaf Bij de eerste mogelijkheid linksaf (tegenover Q8-pompstation) Bij de T-splitsing rechtsaf en aan het einde met de bocht mee naar links Direct rechtsaf de Groeneweg in Yalla is gevestigd in het kantoorgebouw aan je linkerhand op nummer 25 (rechteringang naast nummer 5)
YALLA
Routebeschrijving praktijklessen
Neem de A12 Den Haag-Utrecht Neem vervolgens afslag Zoetermeer/Pijnacker Volg de borden Pijnacker Ga bij het eerste verkeerslicht rechtsaf Bij het eerste verkeerslicht weer rechtsaf (Zilverstraat) Rijd de parkeerplaats op Toshiba op aan je rechterhand Rijd door tot aan het grasveld; we trainen bij de rode deur