Dit rapport is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen worden gebruikt met bronvermelding.
Het arbeidsaanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ in 2012 Actualisering van de aanbodparameters voor de beroepen GZ-psycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut en verpleegkundig specia-list GGZ Aanvulling van de aanbodparameters voor de beroepen niet-BIG-geregistreerde psychologen en orthopedagogen
Lud van der Velden Ronald Batenburg
U vindt dit rapport en andere publicaties van het NIVEL in PDF-format op: www.nivel.nl
ISBN 978-94-6122-140-7 http://www.nivel.nl
[email protected] Telefoon 030 2 729 700 Fax 030 2 729 729 ©2012 NIVEL, Postbus 1568, 3500 BN UTRECHT Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van het NIVEL te Utrecht. Het gebruik van cijfers en/of tekst als toelichting of ondersteuning in artikelen, boeken en scripties is toegestaan, mits de bron duidelijk wordt vermeld.
INHOUDSOPGAVE Samenvatting
5
1.
9
Inleiding 1.1. 1.2. 1.3.
2.
Methoden en dataverzameling 2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9.
3.
Aanleiding ................................................................................................................................ 9 Doel- en vraagstelling ............................................................................................................ 10 Leeswijzer .............................................................................................................................. 11
Resultaten 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.6. 3.7. 3.8. 3.9. 3.10.
13
Inleiding ................................................................................................................................. 13 Vragenlijst: schriftelijk en internet......................................................................................... 13 Steekproefbronnen: BIG, NVO en NIP.................................................................................. 13 Rationale voor een “unieke” indeling naar beroepsgroep ...................................................... 14 Typering van de beroepsgroepen............................................................................................ 16 Dataverzamelingscampagne ................................................................................................... 16 Data-cleaning ......................................................................................................................... 17 Populatie, steekproef en respons ............................................................................................ 18 Weging ................................................................................................................................... 22
23
Inleiding ................................................................................................................................. 23 Doel- en vraagstellingen......................................................................................................... 23 Aantal werkzame personen naar geslacht en leeftijd.............................................................. 24 Aantal FTE naar geslacht en leeftijd ...................................................................................... 26 Verwachte uitstroom naar geslacht......................................................................................... 27 Effect van arbeidstijdverkorting ............................................................................................. 29 Aantal registraties in heden en verleden en redenen voor dubbelregistraties ......................... 30 Functies en organisaties.......................................................................................................... 31 Uitstroombestemming ............................................................................................................ 33 Reflectie op bronnen .............................................................................................................. 33
BIJLAGEN I.
Achtergrondgegevens I.1. I.2. I.3. I.4. I.5.
II.
Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg II.1. II.2. II.3. II.4. II.5. II.6. II.7. II.8. II.9. II.10.
87
Inleiding ................................................................................................................................. 87 Voormalige werkzame positie: nu werkzaam in de zorg........................................................ 87 Voormalige beroepstitels en werkzame uren: nu werkzaam in de zorg ................................. 88 Voormalige werkzame positie: nu niet werkzaam in de zorg................................................. 91 Voormalige werkzame uren in de zorg: nu niet werkzaam in de zorg ................................... 92 Stoppen met werken in de zorg: nu niet werkzaam in de zorg ............................................... 93
IV. Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst IV.1. IV.2. IV.3.
53
Inleiding ................................................................................................................................. 53 Huidige werkzame positie: al dan niet werkzaam in de zorg ................................................. 53 Geslacht en leeftijd van in de zorg werkzame personen......................................................... 55 Uren per week en FTE in de zorg naar geslacht en leeftijd.................................................... 58 Huidige beroepstitels en werkzame uren in de zorg............................................................... 60 Huidige organisaties en werkzame uren in de zorg ................................................................ 66 Huidige soort dienstverband en werkzame uren in de zorg.................................................... 78 Huidige werkzame uren in de zorg: tevredenheid .................................................................. 80 Huidige werkzame uren buiten de zorg.................................................................................. 82 Huidige werkzaamheid in de zorg: regionale spreiding ......................................................... 84
III. Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden III.1. III.2. III.3. III.4. III.5. III.6.
37
Inleiding ................................................................................................................................. 37 Persoonsgegevens: geslacht en leeftijd................................................................................... 37 Opleidingsgegevens: afgeronde, huidige en toekomstige opleidingen................................... 40 Registratiegegevens: lopende erkenningen ............................................................................ 44 Lidmaatschapsgegevens: beroepsverenigingen ...................................................................... 48
97
Inleiding ................................................................................................................................. 97 Werkzame positie over 5 jaar: al dan niet werkzaam in de zorg ............................................ 97 Binnen 5 jaar stoppen met werken in de zorg: leeftijd bij stoppen......................................... 98
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
3
IV.4. IV.5. IV.6. IV.7.
4
Werkzame uren in de zorg over 5 jaar.................................................................................. 100 Pas over 5 jaar stoppen met werken in de zorg: leeftijd ....................................................... 102 Stoppen met werken in de zorg: verwachte uitstroom in komende 20 jaar .......................... 106 Later alsnog weer werken in de zorg.................................................................................... 107
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Samenvatting In maart 2011 bracht het Capaciteitsorgaan het rapport ‘Capaciteitsplan 2011. Advies voor de (vervolg)opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut en de verpleegkundig specialist GGZ’ uit. Hierin werd een eerste capaciteitsraming voor deze beroepen uitgevoerd en een eerste richtinggevend instroomadvies voor de bijbehorende opleidingen afgegeven. In tegenstelling tot vele andere beroepen en vervolgopleidingen waarover het Capaciteitorgaan al langer adviseert, was er voor deze capaciteitraming in beperkte mate data en informatie beschikbaar waarmee het rekenmodel ingevuld kon worden. Feitelijk kon het rekenmodel voor de klinisch neuropsychologen en verpleegkundig specialisten zelfs niet toegepast worden door gebrek aan gegevens over onder andere het aantal FTE en de uitstroom. Uit verschillende bronnen en van verschillende organisaties waren voor de raming in 2010 en 2011 secundaire gegevens bijeen gebracht, maar deze kenden een aantal belangrijke beperkingen, met name omtrent de schatting hoeveel personen meerdere registraties hebben, en hoe groot de ‘netto’ omvang van de verschillende beroepsgroepen is. Het huidige onderzoek is gebaseerd op een primaire dataverzameling onder beroepsbeoefenaren rond de jaarwisseling 2011/2012, waarmee deze beperkingen zo goed mogelijk verholpen zijn. Daarmee levert het bouwstenen voor een nieuwe capaciteitsraming die in 2013 zal worden gemaakt door het Capaciteitsorgaan. In dit onderzoek is de hoofdvraag beantwoord wat het arbeidsaanbod is van de BIGerkende beroepgroepen GZ-psycholoog, klinisch psycholoog, klinisch neuropsycholoog, psychotherapeut en verpleegkundig specialist GGZ anno 2012, én van de nietBIG-erkende psychologen en orthopedagogen die actief zijn in de gezondheidszorg. Daartoe is een vragenlijst uitgezet onder in totaal 3.070 personen waarvan 49% daarvan heeft gerespondeerd. De eerste vraag die met dit onderzoek beantwoord is, luidt: Wat is thans het aantal (uniek) werkzame personen in de gezondheidszorg naar geslacht en leeftijd en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? In het Capaciteitsplan 2011 (p. 38) werd uitgegaan dat er, op 1 januari 2010, 6.035 GZpsychologen, 1.560 psychotherapeuten, 1.965 klinisch psychologen, 75 klinisch neuropsychologen en 150 verpleegkundigen GGZ werkzaam waren in de zorg. Op basis van het vragenlijstonderzoek blijkt dat op 1 januari 2012 deze getallen in de meeste gevallen hoger liggen, namelijk: 7.500 GZ-psychologen (zonder een andere registratie), 1.950 psychotherapeuten (exclusief de klinisch psychologen die eventueel ook als psychotherapeut werkzaam zijn), 1.900 klinisch psychologen (inclusief klinisch psychologen die ook als psychotherapeut werkzaam zijn), 90 klinisch neuropsychologen en 240 verpleegkundigen GGZ. Daarnaast zijn nog 1.400 psychiaters/psychotherapeuten en ‘minimaal’ 3.650 niet-BIG-geregistreerde psychologen en ‘minimaal’ 1.450 niet-BIGgeregistreerde orthopedagogen werkzaam in de zorg. Omdat voor deze laatste twee beroepgroepen alleen niet-BIG-geregistreerde NIP- en NVO-leden zijn aangeschreven, kunnen deze wellicht groter zijn. Voor alle beroepsgroepen geldt dat werkzaamheid is gedefinieerd als beroepsmatig actief in de sector geestelijke gezondheid. Het meest in het oog springt de uitkomst dat het totaal aantal werkzame GZ-psychologen in Nederland anno 2012 duidelijk hoger blijkt te zijn dan voor de capaciteitsraming 2011. Ook het aantal psychotherapeuten en verpleegkundig specialisten GGZ ligt hoger. Daarnaast Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
5
Samenvatting
blijkt uit het vragenlijstonderzoek dat het aandeel vrouwen hoger ligt dan in 2011 werd aangenomen. De leeftijd blijkt daarentegen wat lager te liggen. Al deze verschillen kunnen deels van doen hebben met de natuurlijke groei van de beroepsgroepen tussen 2010 en 2012, maar voor een deel ligt de verklaring in de toepassing van een betere meetmethode die gebaseerd is op primaire dataverzameling onder beroepsbeoefenaren waarmee een aantal schattingsonzekerheden verholpen zijn. De tweede vraag die met dit onderzoek beantwoord is, luidt: Wat is thans het aantal fte dat zij werken, naar geslacht en leeftijd en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? Ook hiertoe maken we weer de vergelijking met het Capaciteitsplan 2011. Daarin werd voor 1-1-2010 uitgegaan van een aantal FTE van 0,80 voor mannelijke en van 0,75 voor vrouwelijke GZ-psychologen (p. 40), 0,85 FTE voor de mannelijke en 0,73 FTE voor de vrouwelijke vrouw psychotherapeuten en van 0,84 FTE voor de mannelijke en 0,78 FTE voor de vrouwelijke klinisch psychologen. Het uitgevoerde vragenlijstonderzoek laat zien dat voor 1 januari 2012 uitgegaan moet worden van een hoger gemiddeld aantal FTE, voor zowel de mannen als de vrouwen, in alle beroepsgroepen. Daarbij moet wel aangetekend worden dat nu is uitgegaan van het aantal uur dat men aangeeft gemiddeld te werken, zowel voor zelfstandigen als personen in loondienst. In 2010 is uitgegaan van het aantal uur volgens het contract, dat alleen kon worden vastgesteld voor mensen in loondienst. Ook in dit opzicht biedt dit primaire vragenlijstonderzoek onderzoek weer een betere basis voor het meten van de werkzaamheid in termen van uren en FTE. Net als in 2011 bleek overigens dat de gemiddelde FTE’s verschillen naar leeftijd, waarbij de leeftijdscategorie van 65 jaar en ouder duidelijk wat minder FTE werkt dan de andere leeftijdsgroepen. De derde vraag die vervolgens met dit onderzoek beantwoord is, luidt: Wat is de uitstroom uit de beroepsgroep in de komende 5, 10, 15 en 20 jaar, naar geslacht en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? Uit het vragenlijstonderzoek blijkt dat de huidige verwachting voor de uitstroom in de komende 5 jaar, voor twee van de drie beroepsgroepen lager is dan in de raming uit 2011 werd geschat. Voor de GZ-psychologen is de verwachte uitstroom voor de komende vijf jaar vanaf 2012 10%, terwijl deze in 2011 geschat werd op 23%. Bij de klinisch psychologen gaat het om een verwachte uitstroom vanaf 2012 van 16%, tegen een inschatting van 23% in 2011. Voor de groep psychotherapeuten ligt de verwachte uitstroom in 2012 met 30% echter hoger dan de 22% die in 2011 werd aangenomen. Ook hier geldt dat de verbeterde meetmethode de oorzaak van deze verschillen zal zijn, maar voor een deel is de oorzaak ook niet goed na te gaan. Een aandachtspunt bij deze deelvraag is dat nader gekeken zal moeten worden hoe de doorstroom tussen de beroepsgroepen (met name van GZ-psychologen naar psychotherapeuten en klinisch psychologen) verdisconteerd kan worden in de uitstroomvoorspelling. Zo blijkt uit het vragenlijstonderzoek dat van de huidige groep GZ-psychologen 6% in opleiding is als psychotherapeut of als klinisch psycholoog. Bovendien heeft nog eens 22% de intentie om zo’n opleiding te gaan volgen. Met de data uit het vragenlijstonderzoek is ook de uitstroom in de komende 10, 15 en 20 jaar berekend, om deze met de schatting voor de capaciteitsraming 2011 te vergelijken. De verschillende blijken dan minder groot. Een verschil blijft aanwezig ten aanzien van uitstroom in de komende 10 jaar voor de psychotherapeuten, die anno 2012 58% be6
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Samenvatting
draagt, tegen een schatting van 42% in de raming van 2011, maar voor de klinisch psychologen en de GZ-psychologen wijkt de 10-jaarsuitstroom anno 2012 nauwelijks af van wat in 2011 werd aangenomen. Ook de verschillen in 15-jaarsuitstroom zijn hiermee vergelijkbaar. Op basis van het vragenlijstonderzoek wordt voor de psychotherapeuten een hogere uitstroom verwacht dan in 2011 werd aangenomen, maar voor klinisch psychologen en GZ-psychologen is er sprake van een vergelijkbare uitstroom. Bij de 20-jaarsuitstroom zijn de cijfers op basis van de uitgezette vragenlijst wel meer afwijkend van de schattingen in 2011. Zo wordt voor de psychotherapeuten in 2012 een 20-jaarsuitstroom van 82% verwacht, tegenover 72% in 2011. Voor de klinisch psychologen geldt dat de 20-jaarsuitstroom van 73% op basis van de vragenlijst overeenkomt met de schatting voor de raming uit 2011, maar bij de GZ-psychologen blijkt een aanzienlijk verschil: 48% is de uitstroom zoals bepaald voor 2012 tegen 72% uitstroom zoals aangenomen in 2011. De vierde vraag die beantwoord is ten aanzien van het arbeidsaanbod luidt: Wat is de invloed van de factor arbeidstijdverkorting/arbeidstijdsverandering op de benodigde capaciteit in de komende 20 jaar, in verwachte procentuele verandering per jaar? Uit het vragenlijstonderzoek blijkt dat er een gering verschil is tussen het huidige feitelijke en gewenste aantal werkuren per week (30,6 uur feitelijk en 30,0 uur gewenst). Dit is een resultaat dat in 2011 niet gemeten of onderbouwd kon worden. De betekenis van deze uitkomst is dat er waarschijnlijk geen grote verandering in de gemiddelde werkzaamheid (arbeidstijd) van de betreffende GG-beroepen zal optreden. De factor arbeidstijdverkorting/arbeidstijdsverandering hoeft dan ook, ten opzichte van de aannamen gedaan in de capaciteitsraming 2011, niet bijgesteld te worden. Tenslotte wordt in dit onderzoek de vraag beantwoord: Wat is de validiteit en betrouwbaarheid van de nieuwe bronnen om het actuele arbeidsaanbod te bepalen, en hoe verhouden die zich tot de bronnen die gebruikt zijn voor het Capaciteitsplan 2011? Zoals hiervoor aangegeven, heeft voor dit onderzoek primaire dataverzameling onder beroepsbeoefenaren plaatsgevonden waarvoor gebruik is gemaakt van een aantal bronnen voor steekproeftrekking en adressering, namelijk het BIG, de NVO en het NIP. De resultaten van de uitgezette NIVEL/Regioplan-vragenlijst onder de beroepsgroepen, gewogen naar de steekproefbronnen, geven een compleet beeld van het arbeidsaanbod van de GG-beroepen in Nederland en hebben daarmee de beperkingen van de secundaire databronnen gebruikt voor de capaciteitsraming 2011 grotendeels opgeheven. Met name voor wat betreft het BIG geldt dat in dit onderzoek op een uitgebreidere manier van deze bron gebruik is gemaakt dan in 2011, onder andere om de weging naar populatieniveau te onderbouwen. De uitgezette enquête onder beroepsbeoefenaren heeft voorts veel beperkingen ondervangen van het Sociaal Statistisch Bestand van het CBS (SSB) dat in 2010 is ontsloten ten behoeve van de capaciteitsraming 2011. Vooral het probleem dat een groot aantal personen uit het BIG niet werd terug gevonden in het SSB en andersom, was nu niet meer aan de orde, omdat primaire dataverzameling op persoonsniveau nauwkeurig en middels een zelf ontworpen vragenlijst is uitgevoerd. Toch blijkt uit dit onderzoek ook dat verdere verbetering mogelijk is om het arbeidsaanbod van de beroepsgroep GZ-psycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psyHet aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
7
Samenvatting
choloog, psychotherapeut en verpleegkundig specialist GGZ te bepalen, als ook van de niet-BIG-geregistreerde psychologen en orthopedagogen in Nederland. Deze verbetering bestaat vooral uit het nog meer dan tot nu toe koppelen van de beschikbare opleidingsbestanden van onder andere het CBS (personen die bepaalde opleidingen af hebben gerond) en van opleidingsinstellingen zoals het CONO en WO- en HBOinstellingen. Daarmee kan met name meer inzicht worden verkregen in het aantal nietBIG-erkende psychologen en orthopedagogen dat in de zorg werkt, twee beroepsgroepen waarover in dit onderzoek de meeste onzekerheden zijn blijven bestaan. Daarnaast zouden deze koppelingen ook inzicht kunnen geven in het aantal “HBO-psychologen” en “HBO-pedagogen” dat in de zorg werkt.
8
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
1. Inleiding 1.1. Aanleiding In maart 2011 verscheen het Capaciteitsorgaan-rapport ‘Capaciteitsplan 2011. Advies voor de (vervolg)opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut en de verpleegkundig specialist GGZ’. Hierin werd een eerste capaciteitsraming voor deze beroepen uitgevoerd en een eerste richtinggevend instroomadvies voor de bijbehorende opleidingen afgegeven. In tegenstelling tot vele andere beroepen en vervolgopleidingen waarover het Capaciteitorgaan al langer adviseert, was er voor deze capaciteitraming nog weinig data en informatie beschikbaar waarmee het rekenmodel ingevuld kon worden. Uit verschillende bronnen en van verschillende organisaties zijn gegevens bijeen gebracht. Zo heeft voor een basisparameter van het model, het aantal werkzame personen, Kiwa Prismant in 2010 de inschrijvingen in het BIG-register gekoppeld aan de data van het Sociaal Statistisch Bestand (SSB). Hiermee is een berekening gemaakt van de omvang van het aantal werkzame gezondheidszorgpsychologen (verder: GZ-psychologen), klinisch neuropsychologen, klinisch psychologen en psychotherapeuten. Belangrijke beperkingen van deze berekening waren echter dat: (1) de SSB-data betrekking hebben op 2007, en dus ook de daarop gebaseerde koppeling; (2) er psychotherapeuten zijn die door een overgangsregeling in 2005 als klinisch psycholoog geregistreerd staan maar waarschijnlijk voornamelijk werkzaam zijn als psychotherapeut; (3) er niet voldoende rekening gehouden kon worden met het feit dat personen meerdere registraties kunnen hebben en op die manier ook bij meerdere beroepsgroepen meetellen. Door de laatste beperking werd in eerste instantie het aantal werkzame GZpsychologen, klinisch psychologen en psychotherapeuten flink overschat. Dit is opgelost door personen die als neuropsycholoog en psychiater geregistreerd staan ‘exclusief’ aan deze beroepsgroepen toe te delen, en de ‘overblijvende’ groep die zowel een registratie als GZ-psycholoog en psychotherapeut hebben fifty fifty toe te delen naar beide beroepsgroepen. Op basis hiervan is berekend (c.q. geschat) dat er, op 1 januari 2010, 6.035 GZ-psychologen, 75 klinisch neuropsychologen, 1.965 klinisch psychologen en 1.560 psychotherapeuten werkzaam zijn (pagina 38 van het rapport).Daarnaast zijn er nog andere beperkingen te onderkennen ten aanzien van de berekening en inschatting van de andere aanbod- en vraagparameters voor de capaciteitsraming van deze beroepsgroepen. Dit onderzoek is erop gericht de aanbodgegevens die nodig zijn voor het opstellen van een capaciteitsraming te actualiseren, maar vooral ook om de hiervoor genoemde beperkingen op te lossen. In termen van het ramingsmodel (zie onderstaande Figuur 1.1) gaat deze studie in op de bovenkant van de figuur (de aanbodkant van de arbeidsmarkt), in het bijzonder het bepalen van het aantal werkzame personen per beroepsgroep. Deze parameter heeft veel invloed op de uiteindelijke uitkomsten van de ramingen, aangezien het letterlijk het startpunt is van het rekenmodel (zie het blokje ‘Beschikbare aanbod in personen (M/V)’ in jaar ‘T’ (2012 in dit geval), linksboven in Figuur 1.1).
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
9
Hoofdstuk 1: Inleiding Figuur 1.1: Het ramingsmodel
1.2. Doel- en vraagstelling Voor dit onderzoek kunnen drie doelstellingen onderscheiden worden: (1) het actuele arbeidsaanbod te bepalen van de beroepen gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut en de verpleegkundig specialist GGZ, door de feiten en cijfers die verzameld zijn voor het Capaciteitsplan 2011 te actualiseren, aan te vullen en indien mogelijk te corrigeren; (2) het actuele arbeidsaanbod te bepalen van de beroepen ‘WO-psycholoog’ en ‘WOpedagoog’ (psychologen/pedagogen met een masterdiploma werkzaam in de gezondheidszorg die geen vervolgopleiding hebben afgerond en niet BIGgeregistreerd zijn); 1 (3) het onderzoek voor de bovenstaande twee doelstellingen vast te leggen in tussentijdse notities en een eindrapport, inclusief conclusies en aanbevelingen, die worden besproken met het bureau van het Capaciteitsorgaan. Wanneer we het rekenmodel voor capaciteitsramingen als uitgangspunt nemen dan luidt de eerste vraag voor het bereiken van doelstelling 1 en 2 als volgt: 1. Voor de beroepen gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut, verpleegkundig specialist GGZ, ‘WO-psycholoog’ en ‘WO-pedagoog’:
1
In het verzoek van het Capaciteitsorgaan en het oorspronkelijke onderzoeksvoorstel werd ook nog gesproken over de "HBO-psycholoog en HBO-pedagoog". Deze HBO-psychologen hebben een bacheloropleiding “Toegepaste psychologie” en de HBO-pedagogen hebben een bacheloropleiding “Pedagogiek”. Deze beroepsgroepen konden echter niet in het onderzoek worden meegenomen.
10
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 1: Inleiding
a. wat is thans 2 het aantal (uniek) werkzame personen in de gezondheidszorg naar geslacht en leeftijd en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? b. wat is thans het aantal fte dat zij werken, naar geslacht en leeftijd en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? c. wat is de uitstroom uit de beroepsgroep in de komende 5, 10, 15 en 20 jaar, naar geslacht en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? d. wat is de invloed van de factor arbeidstijdverkorting/arbeidstijdsverandering op de benodigde capaciteit in de komende 20 jaar, in verwachte procentuele verandering per jaar? Gezien de hiervoor genoemde beperkingen van gegevens en cijfers, dienen daarnaast de volgende vraag en deelvragen beantwoord te worden: 2. Voor de beroepen gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut, verpleegkundig specialist GGZ, ‘WO-psycholoog’ en ‘WO-pedagoog’: a. Welke registraties hebben zij thans, welke registraties hebben zij gehad en wat zijn redenen om meerdere registraties te hebben (gehad) (uitbreiding van vraag 1a)? b. Welke functie(s) vervullen zij thans, in welke organisatie(s), onderverdeeld naar sector zoals gebruikt door het opleidingsfonds (GGZ, verpleeghuiszorg, ziekenhuiszorg, gehandicaptenzorg en revalidatiezorg) en aangevuld met de sectoren die daarbovenop door het Capaciteitsorgaan onderscheiden worden (eerstelijnspraktijken en overige, nader te specificeren organisaties), en voor hoeveel fte voor elk van die functies (uitbreiding van vraag 1a en 1b)? c. Wat is de reden en bestemming achter de verwachte uitstroomschatting (uitbreiding van vraag 1c). Ten behoeve van de doelstelling 3 kan de vraag gesteld worden: 3. Voor de beroepen gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut, verpleegkundig specialist GGZ, ‘WO-psycholoog’ en ‘WO-pedagoog’: a. Welke nieuwe bronnen zijn beschikbaar om het actuele arbeidsaanbod te bepalen, hoe verhouden die zich tot de bronnen die gebruikt zijn voor het Capaciteitsplan 2011 en welk van de eerder gebruikte bronnen zouden vervangen kunnen worden door nieuwe bronnen? b. Wat is de validiteit en betrouwbaarheid van de eerder gebruikte en nieuwe bronnen en hoe kunnen die verbeterd worden? 1.3. Leeswijzer Het voorliggende rapport bevat een rapportage over de dataverzamelingscampagne (hoofdstuk 2) en een hoofdstuk waarin de resultaten voor de hoofdvragen voor deze studie worden beantwoord (hoofdstuk 3). De bijlagen bevatten een aantal achtergrondgegevens van de geregistreerde personen (bijlage I), gegevens over de huidige arbeidsmarkt (bijlage II), gegevens over het verleden (bijlage III) en gegevens over de toekomst (bijlage IV). Een aantal van de in de bijlagen I tot en met IV gepresenteerde gegevens zijn weliswaar interessant, maar niet direct relevant voor het beantwoorden van de vraagstellingen. 2
Voor het gemak verstaan we hier onder ‘thans’ gegevens die zo recent mogelijk verzameld en/of beschikbaar zijn.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
11
Hoofdstuk 1: Inleiding
Gesteld kan worden dat het dan om tabellen gaat die eerder “nice to know” dan “need to know” zijn. Ze zijn toch opgenomen in dit rapport omdat daarmee een volledig beeld wordt gegeven van de achtergrond- en arbeidsmarktgegevens die met de vragenlijst zijn achterhaald.
12
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
2. Methoden en dataverzameling 2.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt ingegaan op een aantal belangrijke uitgangspunten voor dit onderzoek. Achtereenvolgens wordt ingegaan op de vragenlijst (par. 2.2), de steekproefbronnen (par. 2.3), de dataverzamelingscampagne (par. 2.4), details over de populatie, de steekproef en de respons (par. 2.5) en de weging die is toegepast om de respondenten representatief te maken voor geheel Nederland (par. 2.6). 2.2. Vragenlijst: schriftelijk en internet Er is een vragenlijst ontwikkeld die zowel schriftelijk als op internet kon worden ingevuld. De vragen hadden betrekking op algemene gegevens van de respondenten (zoals geboortejaar, geslacht, opleidingen, registraties, lidmaatschappen), de arbeidsmarktpositie (zoals of men werkzaam is in de zorg en zo ja, onder welke beroepstitels en in welke organisaties men werkzaam is en voor hoeveel uur) en over de cliënten die men behandeld (zoals het aantal cliënten, het type cliënten en het type behandelingen). De vragen over de cliënten worden in dit rapport niet gepresenteerd. Dat gebeurt wel in een rapport van Regioplan. In het voorliggende rapport wordt dus verder alleen ingegaan op de achtergrondgegevens en de arbeidsmarktgegevens van de respondenten. De vragenlijst is in samenwerking ontwikkeld door NIVEL en Regioplan, waarbij Regioplan het beheer had. Conceptvragenlijsten zijn twee keer besproken in vergaderingen van de begeleidingscommissie van het Capaciteitsorgaan. Verder zijn een aantal keer schriftelijke en mondeling reacties ontvangen van leden van de begeleidingscommissie en de bureaumedewerkers van het Capaciteitsorgaan. 2.3. Steekproefbronnen: BIG, NVO en NIP De voornaamste centrale bron voor het vinden van mensen die potentieel werkzaam zijn in een “GG-beroep”, 3 is het BIG-register (wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg). Iedereen die een van de wettelijk beschermde beroepstitels “GZpsycholoog”, “Klinisch psycholoog”, “Klinisch neuropsycholoog”, “Psychotherapeut” of “Verpleegkundig specialist GGZ” wil voeren, moet immers in principe ook daarvoor een registratie hebben in het BIG-register. Iemand die één van deze beroepstitels voert en niet geregistreerd is, werkt in feite illegaal. Verondersteld mag worden dat dat niet vaak gebeurd. Maar mensen die wel geregistreerd zijn, hoeven niet daadwerkelijk actief te zijn in het betreffende beroep. Omdat periodieke herregistratie voor GZ-psychologen en psychotherapeuten pas vanaf 1-1-2012 verplicht is (en pas per 1-1-2017 voor het eerst wordt toegepast), is het ook zeer waarschijnlijk dat er een aanzienlijk aantal mensen geregistreerd zal zijn zonder daadwerkelijk als zodanig actief te zijn. Voor klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen heeft de eerste herregistratie overigens in 2011 plaatsgevonden. Mensen kunnen tegelijkertijd meer dan één registratie voor een GG-beroep hebben. Dat geldt in ieder geval voor alle klinisch psychologen en alle klinisch neuropsychologen. Dat zijn namelijk “specialisaties” van het zogeheten “basisberoep” GZ-psycholoog.
3
De term “GG-beroep” wordt hier gebruikt voor beroepen in de geestelijke gezondheid.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
13
Hoofdstuk 2: Methoden en dataverzameling
Alle klinisch psychologen en klinisch neuropsychologen (“artikel 14” beroepen) hebben daarom ook een erkenning als GZ-psycholoog (wat een “artikel 3” beroep is). De meeste klinisch psychologen hebben daarnaast ook nog een erkenning als psychotherapeut (wat een “artikel 3” beroep is). Dat komt omdat de opleiding tot klinisch psycholoog meteen ook de bevoegdheid geeft om als psychotherapeut te werken. Andersom geldt dit niet: niet alle psychotherapeuten zijn klinisch psycholoog. Een aanzienlijk deel van de psychotherapeuten die geen klinisch psycholoog zijn, hebben overigens een erkenning als arts (als “basisberoep”) en als psychiater (als “specialisatie”). Mensen die erkend zijn als verpleegkundig specialist GGZ (wat een art. 14 “specialisatie” is) hebben daarnaast nog een erkenning als verpleegkundige (als “basisberoep”). Naast de BIG-geregistreerde personen, zijn er ook niet-BIG-geregistreerde personen die actief zijn in de sector geestelijke gezondheid en werk doen dat dicht aan ligt tegen de officieel erkende GG-beroepen. Daarbij gaat het om zowel psychologen als orthopedagogen. Een aantal daarvan is eventueel bezig met een opleiding voor bijvoorbeeld GZpsycholoog. Als bron voor de niet-BIG-geregistreerde psychologen is gekozen voor een specifiek onderdeel van het ledenbestand van het NIP (Nederlands Instituut van Psychologen). Het NIP weet van al haar leden of zij al dan niet een BIG-registratie hebben. Daardoor kan apart gekeken worden naar de groep van niet-BIG-geregistreerde psychologen. Omdat het NIP een relatief groot deel van de psychologen als lid lijkt te hebben, mag verondersteld worden dat zij ook een groot deel van de niet-BIG-geregistreerde leden vertegenwoordigd. Maar er is ook een groep van niet-BIG-geregistreerde psychologen die niet-NIP-lid zijn. De omvang daarvan is in principe onbekend, maar zou wellicht even groot kunnen zijn als het aantal niet-BIG-geregistreerde psychologen die wel NIPlid zijn (zie paragraaf I.3 en I.5). Als bron voor de niet-BIG-geregistreerde orthopedagogen is gekozen voor een specifiek onderdeel van het ledenbestand van de NVO (Nederlandse Vereniging van pedagogen en Onderwijskundigen). De NVO weet van een groot deel van haar leden of zij al dan niet een BIG-registratie hebben en in wat voor werkveld men actief is. Daardoor kan apart gekeken worden naar de groep van niet-BIG-geregistreerde orthopedagogen die waarschijnlijk actief zijn in de sector geestelijke gezondheid. Omdat de NVO een relatief groot deel van de orthopedagogen als lid lijkt te hebben, mag verondersteld worden dat zij ook een groot deel van de niet-BIG-geregistreerde leden vertegenwoordigd. Maar er is ook een groep van niet-BIG-geregistreerde orthopedagogen die niet-NVO-lid zijn. De omvang daarvan is in principe onbekend, maar zou wellicht even groot kunnen zijn als het aantal niet-BIG-geregistreerde orthopedagogen die wel NVO-lid zijn (zie paragraaf I.3 en I.5). 2.4. Rationale voor een “unieke” indeling naar beroepsgroep Het voorkomen van dubbele, driedubbele of zelfs vierdubbele registraties bij bepaalde personen met een BIG-registratie als GZ-psycholoog en/of psychotherapeut, vraagt om een specifieke aanpak bij het analyseren, presenteren en interpreteren van het onderzoek. Daarbij is voor het huidige rapport aansluiting gezocht bij de aanpak die is gehanteerd in het Capaciteitsplan 2011. Het uitgangspunt nu en toen was dat eerst naar de mensen met een registratie als “specialist” wordt gekeken en daarna naar degenen met enkel en alleen een registratie in een basisberoep.
14
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 2: Methoden en dataverzameling
Daarbij zijn eerst de mensen met een erkenning als psychiater apart gezet. Omdat psychiaters alleen zijn aangeschreven als ze ook een erkenning als psychotherapeut hebben, vormt dit dus de groep met een erkenning als psychiater & psychotherapeut. We hebben er daarbij expliciet voor gekozen om hen als psychiater & psychotherapeut te benoemen in plaats van als psychotherapeut & psychiater. De uitkomsten van het onderzoek laten namelijk zien dat, als ze werkzaam zijn in de zorg, zij eerst en vooral psychiater zijn. Vervolgens zijn de mensen met een erkenning als klinisch neuropsycholoog apart gezet. Zij hebben weliswaar allemaal ook een erkenning als GZ-psycholoog en een aantal van hen heeft weliswaar ook nog een erkenning als klinisch psycholoog en/of als psychotherapeut, maar als men werkzaam is in de zorg, dan is dat toch vooral als klinisch neuropsycholoog. Als derde stap zijn de mensen met een erkenning als klinisch psycholoog (excl. klinisch neuropsychologen) apart gezet. Ook hier geldt dat al deze mensen ook een erkenning als GZ-psycholoog hebben en bijna allemaal ook een erkenning als psychotherapeut, maar dat zij toch vooral als klinisch psycholoog werkzaam zijn. Het aantal klinisch psychologen dat ook nog klinisch neuropsycholoog is, is overigens heel klein in vergelijking met het totaal aantal klinisch psychologen. De expliciete toevoeging “(excl. klinisch neuropsychologen)” heeft voor de klinisch psychologen dus niet veel impact. Maar relatief ten opzichte van het aantal klinisch neuropsychologen gaat het wel om een substantieel aantal. Als vierde stap zijn de mensen met een erkenning als psychotherapeut (excl. specialisten) apart gezet. Ongeveer de helft van hen heeft ook een erkenning als GZ-psycholoog, maar zij zijn toch vooral als psychotherapeut werkzaam zijn. De term “(excl. specialisten)” slaat niet alleen op degenen die medisch specialist zijn (lees: psychiater), maar ook op degenen die een specialisatie als klinisch psycholoog of klinisch neuropsycholoog hebben. Als vijfde en laatste stap zijn de mensen met een erkenning als GZ-psycholoog (excl. specialisten en psychotherapeuten) apart gezet. Uiteraard heeft niemand van hen een andere BIG-erkenning. Zij zijn dus per definitie enkel en alleen erkend als GZpsycholoog en zij zijn ook vooral als GZ-psycholoog werkzaam. De gehanteerde indeling zegt niet alleen iets over de huidige registratiestatus maar ook iets over het opleidingstraject dat men heeft gevolgd. Psychiaters die ook psychotherapeut zijn, hebben de erkenning als psychotherapeut gekregen op basis van een stage psychotherapie als onderdeel van hun 4,5-jarige “vervolgopleiding” tot psychiater na een opleiding geneeskunde. Psychotherapeuten die geen specialisatie hebben, hebben de 4-jarige opleiding psychotherapie gevolgd na een opleiding psychologie of pedagogiek of geestelijke gezondheidskunde. Klinisch psychologen leren het vak van psychotherapeut tijdens hun 4-jarige “vervolgopleiding” na de 2-jarige opleiding tot GZpsycholoog. Het betreft dus drie verschillende opleidingsroutes 4 waarmee men psychotherapeut kan zijn geworden, waarvoor uiteindelijk ook voor elk apart de optimale instroom bepaald moet worden. Dat geldt ook voor de klinisch neuropsychologen die een 4-jarige “vervolgopleiding” hebben gedaan na de 2-jarige opleiding tot GZ-psycholoog. Bij de opleiding tot GZ-psycholoog moet wel nog expliciet gekeken worden naar het deel dat zich niet verder specialiseert noch psychotherapeut wordt en het deel dat eventueel de opleiding psychotherapie gaat doen, of zich gaat specialiseren als klinisch psycholoog of klinisch neuropsycholoog.
4
Deze opleidingsroutes verschillen niet alleen in de duur van het totale opleidingstraject, maar ook in de studielast per jaar.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
15
Hoofdstuk 2: Methoden en dataverzameling
2.5. Typering van de beroepsgroepen Om de aard van de verschillende beroepsgroepen te typeren en daarmee ook de overeenkomsten en verschillen tussen deze beroepsgroepen, volgt hieronder een overzicht van deskundigheidsgebieden. Deze beschrijvingen zijn ontleend an het Capaciteitsplan 2011 (p. 11-17). GZ-psycholoog Tot het gebied van de deskundigheid van de gz-psycholoog wordt gerekend het verrichten van psychologisch onderzoek, het beoordelen van resultaten daarvan alsmede het toepassen van (bij algemene maatregel van het bestuur aan te wijzen) psychologische behandelingsmethoden ten aanzien van een persoon met het oog op diens gezondheid. Klinisch neuropsycholoog Het deskundigheidsgebied van de klinisch neuropsycholoog omvat de diagnostiek, voorlichting, begeleiding en behandeling van de cognitieve, emotionele en gedragsmatige gevolgen van hersenletsels en hersendisfuncties, alsmede wetenschappelijk onderzoek, zorginnovatie en zorgmanagement op dit terrein. Klinisch psycholoog De klinisch psycholoog is deskundig op het gebied van diagnostiek en behandeling – waaronder psychotherapie – van complexe vormen van psychopathologie en op het gebied van wetenschappelijk onderzoek en zorgvernieuwing. Psychotherapeut De psychotherapeut is een deskundige op het gebied van onderzoek en indicatiestelling voor psychotherapie en van de toepassing van psychotherapeutische behandelmethoden. Onder het deskundigheidsgebied van de psychotherapeut wordt gerekend het onderzoeken en het (volgens bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen methoden) beïnvloeden van stemmingen, gedragingen en houdingen van een persoon met een psychische stoornis, afwijking of klacht teneinde deze te doen verdwijnen of te verminderen. Hierbij richt de psychotherapeut zich heel specifiek op de psychotherapeutische behandeling van psychische problematiek die de ontwikkeling en/of het functioneren van de patiënt belemmert en het verduidelijken van de relatie tussen de persoonlijkheid van de patiënt en diens relationele context. Verpleegkundig specialist ggz Tot het gebied van deskundigheid van de verpleegkundig specialist ggz wordt gerekend: het zelfstandig verrichten van verpleegkundige en medische handelingen betrekking hebbend op de preventie, behandeling, spoedeisende behandeling, begeleiding en ondersteuning van (patiënten met) psychische stoornissen binnen één of meer van de volgende aandachtsgebieden: kinderen en jeugdigen, volwassenen, ouderen, forensische psychiatrie en/of verslavingszorg. De verpleegkundig specialist ggz (VS-GGZ) gaat zelfstandig een behandelrelatie aan met patiënten en bepaalt binnen haar deskundigheidsgebied welke interventies worden toegepast. 2.6. Dataverzamelingscampagne Het NIVEL was verantwoordelijk voor het beschikbaar krijgen van de populatiebestanden, het (eventueel laten) trekken van steekproeven uit deze populatiebestanden en het verzenden van een individueel genummerde vragenlijst met een bijbehorende aanbie16
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 2: Methoden en dataverzameling
dingsbrief (met individuele inlogcodes voor de internetversie) en eventuele herinneringsbrieven naar de aan te schrijven personen. Eind november 2011 zijn namen en adressen verkregen van mensen die een BIGregistratie hebben als gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut of verpleegkundig specialist GGZ. Er zijn alleen namen en adressen verkregen van personen met een valide Nederlands adres. Van deze mensen is de overlap geanalyseerd door de verschillende registraties op persoonsniveau te koppelen. Vervolgens zijn steekproeven getrokken waarbij gezorgd is dat personen maar één keer in een steekproef terecht konden komen. Eind november 2011 zijn tevens op het kantoor van respectievelijk de NVO en het NIP populatie-overzichten gemaakt en steekproeven getrokken. Voor de NVO ging het om een drietal steekproeven: “orthopedagogen zonder registratie”, “orthopedagogen basisregistratie” en “orthopedagogen generalist”, die, voor zover bekend bij de NVO, geen BIG-registratie hadden en wel actief zijn in de sector geestelijke gezondheid. Bij het NIP ging het om “psychologen (niet BIG)”. De bestanden met de namen en adressen zijn bij respectievelijk de NVO en het NIP in beheer gebleven. Eventuele overlap met de BIG-bestanden kon niet vooraf geanalyseerd worden. Eind november is vervolgens aan alle getrokken personen een aanbiedingsbrief met een vragenlijst gestuurd. Rond 10 december is aan alle non-respondenten van dat moment een herinneringsbrief gestuurd. Op 19 december is aan alle non-respondenten van dat moment een herinneringsbrief met vragenlijst gestuurd Praktisch gezien kunnen de resultaten van de vragenlijst gezien worden als de stand "eind 2011". Voor de raming zullen de resultaten daarbij aangemerkt worden als geldend voor 1-1-2012 als peildatum. De internetversie van de vragenlijst is beheerd door Regioplan. Bijna de helft van de respondenten heeft de internetversie ingevuld en iets meer dan de helft heeft de schriftelijke vragenlijst ingevuld. De ingevulde schriftelijke vragenlijsten zijn met behulp van de aan de respondenten meegestuurde antwoordenveloppen verstuurd naar Regioplan en onder hun beheer gescand en in een bestand samengevoegd met de internetversie. 2.7. Data-cleaning Zoals voor elk empirisch onderzoek, was het ook voor dit onderzoek nodig om de verkregen data te controleren en zo nodig te corrigeren. Dit gold vooral voor de vragen over het aantal uur dat werd gewerkt per beroepstitel en per werkorganisatie. Het aantal uren dat werd opgegeven per beroepstitel is gecontroleerd door het totaal van de uren per beroepstitel te vergelijken met het totaal van de uren per werkorganisatie. Daarbij kon ook nog gekeken worden naar het aantal uur per soort dienstverband. Het is daarbij vooral regelmatig voorgekomen dat mensen bijvoorbeeld melden dat men 36 uur per week werkt als GZ-psycholoog en 36 uur per week als klinisch psycholoog. Het totaal van de uren per beroepstitel komt dan in eerste instantie op 72 uur per week, maar waarschijnlijker is het dat zo iemand dan 36 uur per week werkt als GZ-psycholoog annex klinisch psycholoog. Als uit het totaal van de uren per werkorganisatie blijkt dat men in totaal 36 werkt en er bijvoorbeeld tevens 36 uur wordt gewerkt volgens de opgave van het aantal uur dat men in loondienst werkt, dan is het aantal uur per beroepstitel alsnog gezet op 18 uur als GZ-psycholoog en 18 uur als klinisch psycholoog en dus 36 uur in totaal voor het totaal van de uren per beroepstitel.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
17
Hoofdstuk 2: Methoden en dataverzameling
2.8. Populatie, steekproef en respons In Tabel 2.1 staat een overzicht van de aantallen personen in de populatie naar registratie en geslacht. Het betreft dus de totale aantallen personen waar het onderzoek betrekking op heeft: 23.888. Het werkzame aantal personen zal maximaal gelijk zijn aan het aantal geregistreerde personen. Het totale aantal geregistreerde personen kan worden verdeeld naar de specifieke registratie of combinatie van registraties die men heeft. Zo zijn er 9.806 mensen die enkel en alleen een registratie als GZ-psycholoog hebben, 2.981 die alleen een registratie als psychotherapeut hebben (overigens eventueel wel gecombineerd met een erkenning als GZ-psycholoog, maar zonder erkenning als specialist), 1.937 die een erkenning als klinisch psycholoog (en daarmee altijd een registratie als GZ-psycholoog hebben en meestal ook als psychotherapeut, maar zonder erkenning als klinisch neuropsycholoog), 95 die een erkenning als klinisch neuropsycholoog hebben en 1.438 die zowel een registratie als psychotherapeut als psychiater hebben. Samen zijn dit 16.257 personen die een registratie hebben als GZ-psycholoog en/of psychotherapeut, eventueel gecombineerd met een registratie als klinisch neuropsycholoog en/of klinisch psycholoog en/of een registratie als psychiater. Onderaan Tabel 2.1 is te zien dat in totaal 13.474 personen een registratie hebben als GZ-psycholoog. Daarvan blijken er dus 9.806 enkel en alleen een registratie te hebben als GZ-psycholoog en de overige personen hebben daarnaast ook nog een andere registratie. Bij de psychotherapeuten gaat het in totaal om 6.028 personen, waarvan dus 2.981 enkel en alleen psychotherapeut zijn (maar eventueel wel GZ-psycholoog). De 1.960 mensen die een registratie hebben als klinisch psycholoog hebben allemaal tevens een registratie als GZ-psycholoog. Dat geldt ook voor de 95 personen met een registratie als klinisch neuropsycholoog. Tabel 2.1: Omvang populatie naar registratiestatus en geslacht Aantal in populatie Man Vrouw Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
6.593
17.294
23.888
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
5.205
11.052
16.257
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
2.245
7.561
9.806
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1.256
1.725
2.981
693
1.244
1.937
43
52
95
968
470
1.438
87
158
245
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
1.251
4.474
5.725
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
51
1.610
1.661
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
27
568
594
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
23
888
911
1
155
156
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.) - Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
3.613
9.861
13.474
- Psychotherapeut
2.815
3.213
6.028
706
1.254
1.960
43
52
95
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
4
54
58
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
28
28
39
197
236
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: BIG, NIP, NVO en de NIVEL/Regioplan-enquête.
18
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 2: Methoden en dataverzameling
In Tabel 2.2 staat wat de omvang is geweest van de steekproef per registratie en geslacht. In totaal zijn 3.070 personen aangeschreven. Dat is 13% van alle geregistreerde personen. Voor kleine groepen is daarbij een grotere steekproeffractie te zien dan voor grote groepen. Voor de verpleegkundig specialisten GGZ zijn bijvoorbeeld alle 245 geregistreerde personen in de steekproef opgenomen (=100%). Van de NIP psychologen zonder BIG-registratie zijn 350 personen aangeschreven en dat is maar 6% van alle NIP psychologen zonder BIG-registratie. Met deze verschillen in steekproeffractie wordt tijdens de analyse rekening gehouden. Tabel 2.2: Omvang steekproef naar registratiestatus en geslacht Aantal in steekproef Man Vrouw Totaal
Aandeel tov populatie (Steekproeffractie) Man Vrouw Totaal
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
844
2.226
3.070
13%
13%
13%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
672
1.338
2.010
13%
12%
12%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
239
757
996
11%
10%
10%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
186
264
450
15%
15%
15%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
121
214
335
17%
17%
17%
- Klinisch neuropsycholoog
43
52
95
100%
100%
100%
- Psychiater & psychotherapeut
83
51
134
9%
11%
9%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
87
158
245
100%
100%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
75
275
350
6%
6%
6%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
10
455
465
20%
28%
28%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
6
188
194
23%
33%
33%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
3
185
188
13%
21%
21%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
1
82
83
100%
53%
53%
- GZ-psycholoog
519
1.207
1.726
14%
12%
13%
- Psychotherapeut
387
515
902
14%
16%
15%
- GZP & Klinisch psycholoog
134
224
358
19%
18%
18%
43
52
95
100%
100%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
1
14
15
29%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
6
6
26
101
127
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
67%
25%
26%
21%
21%
51%
54%
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
19
Hoofdstuk 2: Methoden en dataverzameling
De vragenlijst is door 1.499 personen ingevuld. Dat geeft een respons van 49% ten opzichte van de steekproef. Dit aantal van 1.499 respondenten is exclusief 77 respondenten die zowel bij de NVO geregistreerd zijn (5* zonder registratie, 3* met basisregistratie en 70* als generalist; zie onder aan Tabel 2.3) en tevens bij het BIG genoteerd staan als GZ-psycholoog en/of psychotherapeut. Om dubbeltellingen te voorkomen, zijn deze personen niet opgenomen in de totalen. De BIG-steekproef bevat deze mensen potentieel ook al. Maar omdat niet op naam gekoppeld kon worden tussen de NVO-registratie en de BIG-registratie, kon deze overlap niet van te voren worden vastgesteld. Een zelfde soort punt speelde verder nog bij één respondent uit de NIP-steekproef van in principe niet-BIG geregistreerde psychologen. Omdat verwijdering van deze ene respondent minder consequenties heeft, is dit niet expliciet zichtbaar gemaakt in de tabellen. De respons verschilt nauwelijks naar geslacht (47% voor de mannen en 50% voor de vrouwen). Een opvallend lage respons van 22% is te zien voor degenen die psychotherapeut en psychiater zijn. De verpleegkundig specialisten GGZ hebben met 60% een wat hoger dan gemiddelde respons. Met deze verschillen in respons wordt tijdens de analyse rekening gehouden. Tabel 2.3: Omvang respons naar registratiestatus en geslacht Aantal respondenten Man Vrouw Totaal
Aandeel tov steekproef (Responspercentage) Man Vrouw Totaal
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
394
1.105
1.499
47%
50%
49%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
298
664
962
44%
50%
48%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
116
387
503
49%
51%
51%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
84
116
200
45%
44%
44%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
65
115
180
54%
54%
54%
- Klinisch neuropsycholoog
19
31
50
44%
60%
53%
- Psychiater & psychotherapeut
14
15
29
17%
29%
22%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
62
84
146
71%
53%
60%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
28
136
164
37%
49%
47%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
6
221
227
60%
49%
49%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
4
83
87
67%
44%
45%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
1
93
94
33%
50%
50%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
1
45
46
100%
55%
56%
- GZ-psycholoog
253
609
862
49%
50%
50%
- Psychotherapeut
161
240
401
42%
47%
44%
- GZP & Klinisch psycholoog
71
121
192
53%
54%
54%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
19
31
50
44%
60%
53%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
1
4
5
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
3
3
12
58
70
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
20
46%
29%
34%
51%
51%
57%
55%
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 2: Methoden en dataverzameling
Naast de verschillen naar registratiestatus en geslacht, wordt in de analyses ook rekening gehouden met verschillen in respons naar leeftijd. Deze blijken overigens meestal slechts gering te zijn. De leeftijdsgroep van onder de 35 jaar heeft met 52% in principe de hoogste respons, gevolgd door de groep van 45-54-jarigen met 51%. De groep van de 35-44-jarigen heeft gemiddeld een respons van 47%, evenals de groep van 65plussers. De groep van 54-64-jarigen heeft een gemiddelde respons van 46%. Per registratiestatus kunnen de verschillen in respons naar leeftijdsgroep groter zijn. Vanwege de vaak kleinere aantallen per combinatie van specifieke registratiestatus en leeftijdsgroep is dat niet verwonderlijk. Tabel 2.4: Omvang respons naar registratiestatus en leeftijd
<=34
Aandeel tov steekproef (Responspercentage) 35-44 45-54 55-64 >=65
Totaal
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
52%
47%
51%
46%
47%
49%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
60%
48%
47%
45%
47%
48%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
61%
48%
47%
49%
52%
51%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
67%
48%
48%
42%
44%
44%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
25%
48%
56%
53%
62%
54%
50%
51%
57%
67%
53%
18%
22%
33%
22%
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
55%
50%
68%
55%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
49%
41%
47%
49%
42%
47%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
49%
46%
48%
100%
100%
49%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
45%
48%
32%
100%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
50%
46%
55%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
63%
44%
65%
- GZ-psycholoog
60%
48%
50%
- Psychotherapeut
50%
48%
47%
- GZP & Klinisch psycholoog
25%
47%
60%
45% 50%
100%
56%
49%
47%
50%
41%
45%
44%
56%
54%
62%
54%
50%
51%
57%
67%
53%
46%
30%
29%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
51%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
62%
34% 51%
44%
62%
54%
55%
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
21
Hoofdstuk 2: Methoden en dataverzameling
2.9. Weging Omdat niet iedereen eenzelfde kans heeft gehad om in de steekproef te komen en omdat het percentage respons verschilt per steekproefcel, moeten de respondenten per steekproefcel een verschillend gewicht krijgen om de populatie te kunnen beschrijven. Dit gewicht varieert van 1,4 voor de mannelijke verpleegkundig specialisten GGZ tot bijvoorbeeld 75,0 voor de mannelijke niet-BIG-geregistreerde NIP psychologen. Elke responderende mannelijke verpleegkundig specialist GGZ telt daarmee voor 1,4 mannelijke verpleegkundig specialist GGZ in Nederland. Elke responderende mannelijke nietBIG-geregistreerde NIP psycholoog telt voor 75,0 mannelijke niet-BIG-geregistreerde NIP psychologen. 5 Tabel 2.5: Wegingsfactor naar registratiestatus en geslacht Wegingsfactor Man Vrouw Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
36,7
21,8
25,9
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
28,3
19,2
22,1
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
20,3
19,9
20,0
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
17,1
16,2
16,6
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
11,8
13,4
12,9
2,5
1,7
2,1
74,3
37,1
62,1
1,4
2,0
1,8
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
75,0
33,7
42,7
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
14,6
8,1
8,3
7,7
7,1
7,1
23,0
9,6
9,9
1,0
3,5
3,5
- GZ-psycholoog
17,0
18,4
18,0
- Psychotherapeut
35,2
17,3
25,7
- GZP & Klinisch psycholoog
11,6
13,4
12,7
2,5
1,7
2,1
3,5
16,8
16,0
9,4
9,4
3,5
3,5
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
3,4
5
Feitelijk is het gewicht bepaald naar registratiestatus (in 10 categorieën), geslacht (in 2 categorieën) en leeftijdscategorie (in 5 categorieën). Er zijn dus in eerste instantie 10*2*5=100 steekproefcellen onderscheiden. Enkele van deze cellen waren op voorhand niet relevant, omdat er geen personen waren in de populatie. Er waren bijvoorbeeld zowel geen mannen als vrouwen die psychiater/psychotherapeut waren en jonger waren dan 35 jaar. Ook waren er geen mannen of vrouwen die psychiater/psychotherapeut waren en 35-44 jaar oud waren. Enkele andere cellen bevatten weliswaar personen in de populatie, maar geen enkele respondent. In die situaties zijn de betreffende steekproefcellen samengevoegd met de naastgelegen leeftijdsgroep met hetzelfde geslacht en dezelfde registratiestatus.
22
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
3. Resultaten 3.1. Inleiding In maart 2011 bracht het Capaciteitsorgaan het rapport ‘Capaciteitsplan 2011. Advies voor de (vervolg)opleidingen tot gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut en de verpleegkundig specialist GGZ’ uit. Hierin werd een eerste capaciteitsraming voor deze beroepen uitgevoerd en een eerste richtinggevend instroomadvies voor de bijbehorende opleidingen afgegeven. In tegenstelling tot vele andere beroepen en vervolgopleidingen waarover het Capaciteitorgaan al langer adviseert, was er voor deze capaciteitraming in beperkte mate data en informatie beschikbaar waarmee het rekenmodel ingevuld kon worden. Feitelijk kon het rekenmodel voor de klinisch neuropsychologen en verpleegkundig specialisten zelfs niet toegepast worden door gebrek aan gegevens over onder andere het aantal FTE en de uitstroom. Uit verschillende bronnen en van verschillende organisaties waren voor de raming in 2010 en 2011 secundaire gegevens bijeen gebracht, maar deze kenden een aantal belangrijke beperkingen, met name omtrent de schatting hoeveel personen meerdere registraties hebben, en hoe groot de ‘netto’ omvang van de verschillende beroepsgroepen is. 3.2. Doel- en vraagstellingen Voor dit onderzoek zijn drie doelstellingen geformuleerd: (1) het actuele arbeidsaanbod te bepalen van de beroepen gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut en de verpleegkundig specialist GGZ, door de feiten en cijfers die verzameld zijn voor het Capaciteitsplan 2011 te actualiseren, aan te vullen en indien mogelijk te corrigeren; (2) het actuele arbeidsaanbod te bepalen van de beroepen ‘WO-psycholoog’ en ‘WOpedagoog’ (psychologen/pedagogen met een masterdiploma werkzaam in de gezondheidszorg die geen vervolgopleiding hebben afgerond en niet BIGgeregistreerd zijn); (3) het onderzoek voor de bovenstaande twee doelstellingen vast te leggen in tussentijdse notities en een eindrapport, inclusief conclusies en aanbevelingen, die worden besproken met het bureau van het Capaciteitsorgaan. De hoofdvraagstellingen voor dit onderzoek zijn: 1 Voor de beroepen gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut, verpleegkundig specialist GGZ, ‘WO-psycholoog’ en ‘WO-pedagoog’: a. wat is thans het aantal (uniek) werkzame personen in de gezondheidszorg naar geslacht en leeftijd en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? b. wat is thans het aantal fte dat zij werken, naar geslacht en leeftijd en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? c. wat is de uitstroom uit de beroepsgroep in de komende 5, 10, 15 en 20 jaar, naar geslacht en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? d. wat is de invloed van de factor arbeidstijdverkorting/arbeidstijdsverandering op de benodigde capaciteit in de komende 20 jaar, in verwachte procentuele verandering per jaar?
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
23
Hoofdstuk 3: Resultaten
Daarnaast zijn ook de volgende specifiek vragen beantwoord: 2 Voor de beroepen gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut, verpleegkundig specialist GGZ, ‘WO-psycholoog’ en ‘WO-pedagoog’: a. Welke registraties hebben zij thans, welke registraties hebben zij gehad en wat zijn redenen om meerdere registraties te hebben (gehad) (uitbreiding van vraag 1a)? b. Welke functie(s) vervullen zij thans, in welke organisatie(s), onderverdeeld naar sector zoals gebruikt door het opleidingsfonds (GGZ, verpleeghuiszorg, ziekenhuiszorg, gehandicaptenzorg en revalidatiezorg) en aangevuld met de sectoren die daarbovenop door het Capaciteitsorgaan onderscheiden worden (eerstelijnspraktijken en overige, nader te specificeren organisaties), en voor hoeveel fte voor elk van die functies (uitbreiding van vraag 1a en 1b)? c. Wat is de reden en bestemming achter de verwachte uitstroomschatting (uitbreiding van vraag 1c). Tenslotte is ook de volgende vraag beantwoord: 3 Voor de beroepen gezondheidszorgpsycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut, verpleegkundig specialist GGZ, ‘WO-psycholoog’ en ‘WO-pedagoog’: a. Welke nieuwe bronnen zijn beschikbaar om het actuele arbeidsaanbod te bepalen, hoe verhouden die zich tot de bronnen die gebruikt zijn voor het Capaciteitsplan 2011 en welk van de eerder gebruikte bronnen zouden vervangen kunnen worden door nieuwe bronnen? b. Wat is de validiteit en betrouwbaarheid van de eerder gebruikte en nieuwe bronnen en hoe kunnen die verbeterd worden? 3.3. Aantal werkzame personen naar geslacht en leeftijd 1a. Wat is thans het aantal (uniek) werkzame personen in de gezondheidszorg naar geslacht en leeftijd en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? In het Capaciteitsplan 2011 (p. 38) werd uitgegaan dat er, op 1 januari 2010, 6.035 GZpsychologen, 1.560 psychotherapeuten, 1.965 klinisch psychologen, 75 klinisch neuropsychologen en 150 verpleegkundigen GGZ werkzaam waren in de zorg. Op basis van het vragenlijstonderzoek blijkt dat op 1 januari 2012 deze getallen in de meeste gevallen hoger liggen, namelijk: 7.500 GZ-psychologen (zonder een andere registratie), 1.950 psychotherapeuten (exclusief de klinisch psychologen die eventueel ook als psychotherapeut werkzaam zijn), 1.900 klinisch psychologen (inclusief klinisch psychologen die ook als psychotherapeut werkzaam zijn), 90 klinisch neuropsychologen en 240 verpleegkundigen GGZ. Daarnaast zijn nog 1.400 psychiaters/psychotherapeuten en ‘minimaal’ 3.650 niet-BIG-geregistreerde psychologen en ‘minimaal’ 1.450 niet-BIGgeregistreerde orthopedagogen werkzaam in de zorg. Omdat voor deze laatste twee beroepgroepen alleen niet-BIG-geregistreerde NIP- en NVO-leden zijn aangeschreven, kunnen deze wellicht groter zijn. Voor alle beroepsgroepen geldt dat werkzaamheid is gedefinieerd als beroepsmatig actief in de sector geestelijke gezondheid. Het meest in het oog springt de uitkomst dat het totaal aantal werkzame GZ-psychologen in Nederland anno 2012 duidelijk hoger blijkt te zijn dan voor de capaciteitsraming 2011. Ook het aantal psychotherapeuten en verpleegkundig specialisten GGZ ligt hoger. Daarnaast blijkt uit het vragenlijstonderzoek dat het aandeel vrouwen hoger ligt dan in 2011 werd aangenomen. Al deze verschillen kunnen deels van doen hebben met de natuurlijke 24
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 3: Resultaten
groei van de beroepsgroepen tussen 2010 en 2012, maar voor een deel ligt de verklaring in de toepassing van een betere meetmethode die gebaseerd is op primaire dataverzameling onder beroepsbeoefenaren waarmee een aantal schattingsonzekerheden verholpen zijn. Tabel 3.1: Aantal in zorg werkzame personen naar geslacht en meetmoment Schatting 1-1-2010 % Man % Vrouw Totaal
Schatting 1-1-2012 % Man % Vrouw Totaal
GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
30%
70%
6.035
20%
80%
7.500
Psychotherapeut (excl. specialisten)
48%
52%
1.560
39%
61%
1.950
Klinisch psycholoog (excl. kl. neurops.)
42%
58%
1.965
35%
65%
1.900
Klinisch neuropsycholoog
49%
51%
75
46%
54%
90
X
X
X
66%
34%
1.400
40%
60%
150
35%
65%
240
Niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen
X
X
X
20%
80%
3.650
Niet-BIG-geregistreerde NVO-orthopedagogen
X
X
X
3%
97%
1.450
Psychiater/psychotherapeut Verpleegkundig specialist GGZ
De leeftijdverdeling van de werkzame personen werd in het vorige rapport gemeld in termen van het aandeel personen dat ouder was dan 50 jaar. Voor de stand per 1-1-2012 geldt dat het aandeel ouderen bij de GZ-psychologen (met nu 34% in plaats van 42%), de klinisch psychologen (met nu 62% in plaats van 65%) en de verpleegkundig specialisten GGZ (met nu 25% in plaats van 30%) wat lager wordt geschat, terwijl het voor de psychotherapeuten (met nu 71% in plaats van 66%) en de klinisch neuropsychologen (met nu 38% in plaats van 34%) wat hoger wordt geschat. Ook hier geldt dat deze verschillen deels van doen kunnen hebben met de natuurlijke groei van de beroepsgroepen tussen 2010 en 2012, maar dat een deel van de verschillen van doen in de toepassing van een betere meetmethode. Tabel 3.2: Aandeel ouder dan 50 jaar van in de zorg werkzame personen naar geslacht en meetmoment Schatting 1-1-2010 Man Vrouw Totaal
Schatting 1-1-2012 Man Vrouw Totaal
GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
X
X
42%
59%
28%
34%
Psychotherapeut (excl. specialisten)
X
X
66%
89%
59%
71%
Klinisch psycholoog (excl. kl. neurops.)
X
X
65%
74%
55%
62%
Klinisch neuropsycholoog
X
X
34%
61%
18%
38%
Psychiater/psychotherapeut
X
X
X
69%
68%
69%
Verpleegkundig specialist GGZ
X
X
30%
32%
21%
25%
Niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen
X
X
X
24%
18%
19%
Niet-BIG-geregistreerde NVO-orthopedagogen
X
X
X
15%
5%
5%
Voor de huidige meting wordt hieronder ook nog meer in detail aangegeven hoe de leeftijdverdeling is van de werkzame personen. De psychotherapeuten blijken relatief oud te zijn: 14% is al 65 jaar of ouder. De niet-BIG-geregistreerde orthopedagogen zijn relatief jong met 76% die jonger is dan 35 jaar.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
25
Hoofdstuk 3: Resultaten Tabel 3.3: Aandeel naar leeftijdscategorie in 2012 van in de zorg werkzame personen <=34 GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.) Psychotherapeut (excl. specialisten)
35-44
Schatting 1-1-2012 45-54 55-64 >=65
Totaal
21%
31%
25%
21%
2%
100%
2%
16%
22%
46%
14%
100%
Klinisch psycholoog (excl. kl. neurops.)
1%
18%
34%
43%
4%
100%
Klinisch neuropsycholoog
0%
31%
42%
26%
2%
100%
Psychiater/psychotherapeut
0%
0%
38%
53%
9%
100%
Verpleegkundig specialist GGZ
16%
29%
46%
9%
0%
100%
Niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen
46%
29%
10%
13%
2%
100%
Niet-BIG-geregistreerde NVO-orthopedagogen
76%
16%
7%
0%
0%
100%
3.4. Aantal FTE naar geslacht en leeftijd 1b. Wat is thans het aantal fte dat zij werken, naar geslacht en leeftijd en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? Ook hiertoe maken we weer de vergelijking met het Capaciteitsplan 2011. Daarin werd voor 1-1-2010 uitgegaan van een aantal FTE van 0,80 voor mannelijke en van 0,75 voor vrouwelijke GZ-psychologen (p. 40), 0,85 FTE voor de mannelijke en 0,73 FTE voor de vrouwelijke vrouw psychotherapeuten en van 0,84 FTE voor de mannelijke en 0,78 FTE voor de vrouwelijke klinisch psychologen. Het uitgevoerde vragenlijstonderzoek laat zien dat voor 1 januari 2012 uitgegaan moet worden van een hoger gemiddeld aantal FTE, voor zowel de mannen als de vrouwen, in alle beroepsgroepen. Daarbij moet wel aangetekend worden dat nu is uitgegaan van het aantal uur dat men aangeeft gemiddeld te werken, zowel voor zelfstandigen als personen in loondienst. In 2010 is uitgegaan van het aantal uur volgens het contract, dat alleen kon worden vastgesteld voor mensen in loondienst. Ook in dit opzicht biedt dit primaire vragenlijstonderzoek onderzoek weer een betere basis voor het meten van de werkzaamheid in termen van uren en FTE. Tabel 3.4: FTE van in de zorg werkzame personen naar geslacht en meetmoment Schatting 1-1-2010 Man Vrouw Totaal
Schatting 1-1-2012 Man Vrouw Totaal
GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
0,80
0,75
0,77
0,89
0,82
0,84
Psychotherapeut (excl. specialisten)
0,85
0,73
0,79
0,85
0,78
0,81
Klinisch psycholoog (excl. kl. neurops.)
0,84
0,78
0,80
1,01
0,87
0,92
Klinisch neuropsycholoog *
X
X
X
0,94
0,89
0,91
Psychiater/psychotherapeut
X
X
X
0,99
0,88
0,96
Verpleegkundig specialist GGZ *
X
X
X
1,00
0,91
0,94
Niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen
X
X
X
0,98
0,80
0,83
Niet-BIG-geregistreerde NVO-orthopedagogen
X
X
X
0,92
0,81
0,81
*: Voor de klinisch neuropsychologen en verpleegkundig specialisten GGZ zijn de gegevens in 2010 gelijk gesteld aan de gegevens van de GZ-psychologen, maar feitelijk niet gebruikt voor de raming van deze groepen
De FTE’s verschillen enigszins naar leeftijd, waarbij de leeftijdscategorie van 65 jaar en ouder duidelijk wat minder FTE werkt dan de andere leeftijdsgroepen.
26
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 3: Resultaten Tabel 3.5: FTE van in de zorg werkzame personen naar leeftijd <=34
35-44
Schatting 1-1-2012 45-54 55-64 >=65
Totaal
GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
0,84
0,80
0,89
0,85
0,57
0,84
Psychotherapeut (excl. specialisten)
0,91
0,83
0,87
0,84
0,56
0,81
Klinisch psycholoog (excl. kl. neurops.)
1,00
0,82
0,92
0,97
0,75
0,92
Klinisch neuropsycholoog
X
0,91
0,88
0,98
0,56
0,91
Psychiater/psychotherapeut
X
X
0,97
0,97
0,83
0,96
0,94
0,91
0,96
0,99
X
0,94
Verpleegkundig specialist GGZ Niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen
0,89
0,82
0,83
0,66
0,67
0,83
Niet-BIG-geregistreerde NVO-orthopedagogen
0,82
0,70
0,96
X
0,13
0,81
3.5. Verwachte uitstroom naar geslacht 1c. Wat is de uitstroom uit de beroepsgroep in de komende 5, 10, 15 en 20 jaar, naar geslacht en hoe verhoudt zich dit tot de vorige meting? Uit het vragenlijstonderzoek blijkt dat de huidige verwachting voor de uitstroom in de komende 5 jaar, voor twee van de drie beroepsgroepen lager is dan in de raming uit 2011 werd geschat. Voor de GZ-psychologen is de verwachte uitstroom voor de komende vijf jaar vanaf 2012 10%, terwijl deze in 2011 geschat werd op 23%. Bij de klinisch psychologen gaat het om een verwachte uitstroom vanaf 2012 van 16%, tegen een inschatting van 23% in 2011. Voor de groep psychotherapeuten ligt de verwachte uitstroom in 2012 met 30% echter hoger dan de 22% die in 2011 werd aangenomen. Ook hier geldt dat de verbeterde meetmethode de oorzaak van deze verschillen zal zijn, maar voor een deel is de oorzaak ook niet goed na te gaan. Een aandachtspunt bij deze deelvraag is dat nader gekeken zal moeten worden hoe de doorstroom tussen de beroepsgroepen (met name van GZ-psychologen naar psychotherapeuten en klinisch psychologen) verdisconteerd kan worden in de uitstroomvoorspelling. Zo blijkt uit het vragenlijstonderzoek dat van de huidige groep GZ-psychologen 6% in opleiding is als psychotherapeut of als klinisch psycholoog. Bovendien heeft nog eens 22% de intentie om zo’n opleiding te gaan volgen. Tabel 3.6: Uitstroom in eerste 5 jaar naar geslacht en meetmoment Schatting 1-1-2010 Man Vrouw Totaal
Schatting 1-1-2012 Man Vrouw Totaal
GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
25%
22%
23%
21%
7%
10%
Psychotherapeut (excl. specialisten)
24%
20%
22%
34%
27%
30%
Klinisch psycholoog (excl. kl. neurops.)
25%
21%
23%
21%
13%
16%
Klinisch neuropsycholoog *
X
X
X
16%
0%
7%
Psychiater/psychotherapeut
X
X
X
25%
5%
18%
Verpleegkundig specialist GGZ *
X
X
X
0%
3%
2%
Niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen
X
X
X
14%
6%
8%
Niet-BIG-geregistreerde NVO-orthopedagogen
X
X
X
0%
1%
1%
*: Voor de klinisch neuropsychologen en verpleegkundig specialisten GGZ zijn de gegevens in 2010 gelijk gesteld aan de gegevens van de GZ-psychologen, maar feitelijk niet gebruikt voor de raming van deze groepen
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
27
Hoofdstuk 3: Resultaten
Voor de uitstroom in de eerste 10 jaar wordt nu voor de psychotherapeuten een uitstroom van 58% geschat, tegenover 42% in de vorige raming. Bij de klinisch psychologen wordt de 10-jaarsuitstroom nu vrijwel gelijk geschat als de vorige keer: nu 46% en de vorige keer 44%. Voor de GZ-psychologen is de 10-jaarvoorspelling lager dan de vorige keer. Tabel 3.7: Uitstroom in eerste 10 jaar naar geslacht en meetmoment Schatting 1-1-2010 Man Vrouw Totaal
Schatting 1-1-2012 Man Vrouw Totaal
GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
52%
41%
44%
45%
18%
24%
Psychotherapeut (excl. specialisten)
47%
38%
42%
71%
50%
58%
Klinisch psycholoog (excl. kl. neurops.)
50%
40%
44%
57%
40%
46%
Klinisch neuropsycholoog *
X
X
X
40%
12%
25%
Psychiater/psychotherapeut
X
X
X
61%
32%
52%
Verpleegkundig specialist GGZ *
X
X
X
9%
13%
12%
Niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen
X
X
X
19%
13%
14%
Niet-BIG-geregistreerde NVO-orthopedagogen
X
X
X
0%
2%
2%
*: Voor de klinisch neuropsychologen en verpleegkundig specialisten GGZ zijn de gegevens in 2010 gelijk gesteld aan de gegevens van de GZ-psychologen, maar feitelijk niet gebruikt voor de raming van deze groepen
De verschillen in 15-jaarsuitstroom zijn vergelijkbaar met die voor de 10jaarsuitstroom. Opnieuw wordt voor de psychotherapeuten een aanzienlijk hogere uitstroom verwacht, voor klinisch psychologen een vergelijkbare uitstroom en voor GZpsychologen een lagere uitstroom. Tabel 3.8: Uitstroom in eerste 15 jaar naar geslacht en meetmoment Schatting 1-1-2010 Man Vrouw Totaal
Schatting 1-1-2012 Man Vrouw Totaal
GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
72%
56%
61%
63%
31%
38%
Psychotherapeut (excl. specialisten)
65%
55%
50%
84%
60%
69%
Klinisch psycholoog (excl. kl. neurops.)
68%
56%
62%
74%
58%
64%
Klinisch neuropsycholoog *
X
X
X
61%
31%
45%
Psychiater/psychotherapeut
X
X
X
69%
68%
69%
Verpleegkundig specialist GGZ *
X
X
X
37%
32%
35%
Niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen
X
X
X
24%
18%
19%
Niet-BIG-geregistreerde NVO-orthopedagogen
X
X
X
15%
5%
5%
*: Voor de klinisch neuropsychologen en verpleegkundig specialisten GGZ zijn de gegevens in 2010 gelijk gesteld aan de gegevens van de GZ-psychologen, maar feitelijk niet gebruikt voor de raming van deze groepen
28
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 3: Resultaten
Bij de 20-jaarsuitstroom zijn de huidige voorspellingen iets meer in lijn met de vorige. Voor de psychotherapeuten wordt nu een 20-jaarsuitstroom van 82% verwacht, tegenover 72% de vorige keer. Bij de klinisch psychologen wordt nu een 20-jaarsuitstroom van ongeveer 73% verwacht, net als de vorige keer. Bij de GZ-psychologen is nog wel steeds een aanzienlijk verschil te zien: 48% in plaats van 72% uitstroom. Tabel 3.9: Uitstroom in eerste 20 jaar naar geslacht en meetmoment Schatting 1-1-2010 Man Vrouw Totaal
Schatting 1-1-2012 Man Vrouw Totaal
GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
83%
68%
72%
72%
43%
48%
Psychotherapeut (excl. specialisten)
75%
68%
72%
94%
74%
82%
Klinisch psycholoog (excl. kl. neurops.)
79%
68%
73%
84%
70%
75%
Klinisch neuropsycholoog *
X
X
X
86%
58%
71%
Psychiater/psychotherapeut
X
X
X
90%
100%
93%
Verpleegkundig specialist GGZ *
X
X
X
62%
50%
54%
Niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen
X
X
X
41%
24%
28%
Niet-BIG-geregistreerde NVO-orthopedagogen
X
X
X
15%
8%
8%
*: Voor de klinisch neuropsychologen en verpleegkundig specialisten GGZ zijn de gegevens in 2010 gelijk gesteld aan de gegevens van de GZ-psychologen, maar feitelijk niet gebruikt voor de raming van deze groepen
3.6. Effect van arbeidstijdverkorting 1d. Wat is de invloed van de factor arbeidstijdverkorting/arbeidstijdsverandering op de benodigde capaciteit in de komende 20 jaar, in verwachte procentuele verandering per jaar? Uit het vragenlijstonderzoek blijkt dat er een gering verschil is tussen het huidige feitelijke en gewenste aantal werkuren per week (30,6 uur feitelijk en 30,0 uur gewenst). Dit is een resultaat dat in 2011 niet gemeten of onderbouwd kon worden. De betekenis van deze uitkomst is dat er waarschijnlijk geen grote verandering in de gemiddelde werkzaamheid (arbeidstijd) van de betreffende GG-beroepen zal optreden. De factor arbeidstijdverkorting/arbeidstijdsverandering hoeft dan ook, ten opzichte van de aannamen gedaan in de capaciteitsraming 2011, niet bijgesteld te worden.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
29
Hoofdstuk 3: Resultaten
3.7. Aantal registraties in heden en verleden en redenen voor dubbelregistraties 2a. Welke registraties hebben zij thans, welke registraties hebben zij gehad en wat zijn redenen om meerdere registraties te hebben (gehad) (uitbreiding van vraag 1a)? Van alle mensen met een erkenning als GZ-psycholoog (bijna 13.500 personen), heeft 73% enkel en alleen een erkenning als GZ-psycholoog en 27% heeft dus één of meer andere erkenningen: 24% heeft ook een erkenning als psychotherapeut, 15% heeft ook een erkenning als klinisch psycholoog en 1% heeft ook een erkenning als klinisch psycholoog. Van alle mensen met een erkenning als psychotherapeut (iets meer dan 6.000 personen), heeft 22% enkel en alleen een erkenning als psychotherapeut en 78% heeft dus één of meer andere erkenningen: 54% heeft ook een erkenning als GZ-psycholoog, 27% heeft ook een erkenning als klinisch psycholoog, 24% heeft ook een erkenning als psychiater en minder dan 1% heeft ook een erkenning als klinisch neuropsycholoog. Van alle mensen met een erkenning als klinisch psycholoog (bijna 2.000 personen), heeft 17% enkel en alleen een “dubbele” erkenning als klinisch psycholoog en GZpsycholoog en 83% heeft dus één of meer andere erkenningen: 83% heeft ook een erkenning als psychotherapeut en 1% heeft ook een erkenning als klinisch neuropsycholoog. Van alle mensen met een erkenning als klinisch neuropsycholoog (bijna 100 personen), heeft 76% enkel en alleen een “dubbele” erkenning als klinisch neuropsycholoog en GZ-psycholoog en 24% heeft dus één of meer andere erkenningen: 5% heeft ook een erkenning als psychotherapeut en 24% heeft ook een erkenning als klinisch psycholoog. Mensen met een erkenning als verpleegkundig specialist, hebben allemaal ook een erkenning als verpleegkundige. Andere erkenningen zijn niet aangetroffen. Psychologen die bij het NIP bekend staan als niet-BIG-geregistreerd blijken (vrijwel) allemaal ook daadwerkelijk geen BIG-erkenning te hebben. Van de orthopedagogen die bij de NVO bekend staan als niet-BIG-geregistreerd, blijkt 16% toch een BIG-erkenning te hebben en dan vrijwel altijd als GZ-psycholoog. Omdat de meeste registraties pas recent een herregistratieplicht hebben ingevoerd, zijn de huidige registraties tevens de registraties die ooit verkregen zijn. Dat geldt overigens niet voor personen die psychotherapeut en psychiater zijn. Voor psychiaters is er wel al lange tijd een 5-jaarlijkse herregistratieplicht waardoor een aantal mensen die nu alleen psychotherapeut zijn (en geen GZ-psycholoog), vroeger waarschijnlijk nog een erkenning als psychiater hebben gehad. De “stapeling” van registraties heeft verder vaak een min of meer natuurlijke reden. Mensen die klinisch psycholoog willen worden, moeten daarmee automatisch ook eerst een registratie als GZ-psycholoog verkrijgen en, indien aangevraagd, verkrijgen zij tevens ook een registratie als psychotherapeut. Voor de klinisch neuropsychologen geldt eveneens dat zij ook eerst een erkenning als GZ-psycholoog moeten verkrijgen. Om zichtbaar te maken wat de overlap is tussen de verschillende beroepsgroepen, is een Venn-diagram gemaakt. Het Venn-diagram maakt het nog wat duidelijker dat er een grote overlap zit tussen met name de groep van de klinisch psychologen en de psychotherapeuten. Een zeer groot deel van de klinisch psychologen zijn namelijk tevens psychotherapeut. Ook is er een grote verlap tussen de psychotherapeuten en de psychiaters. Omdat de psychiaters op zich zelf geen onderwerp van de huidige studie zijn, worden degenen die enkel en alleen psychiater zijn in schuinschrift weergegeven. 30
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 3: Resultaten
In het Venn-diagram is tevens geprobeerd aan te geven dat er nog een onbekend aantal personen missen die actief kunnen zijn in de zorg als psycholoog of orthopedagoog en die niet-BIG geregisteerd zijn en niet lid zijn van het NIP of de NVO. Ook zij zijn niet expliciet onderwerp van de huidige studie en worden daarom in schuinschrift weergegeven. Figuur 3.1: Venn-diagram van de overlap tussen de verschillende registraties van beroepsgroepen
3.8. Functies en organisaties 2b. Welke functie(s) vervullen zij thans, in welke organisatie(s), onderverdeeld naar sector zoals gebruikt door het opleidingsfonds (GGZ, verpleeghuiszorg, ziekenhuiszorg, gehandicaptenzorg en revalidatiezorg) en aangevuld met de sectoren die daarbovenop door het Capaciteitsorgaan onderscheiden worden (eerstelijnspraktijken en overige, nader te specificeren organisaties), en voor hoeveel fte voor elk van die functies (uitbreiding van vraag 1a en 1b)? Van de mensen die alleen een registratie hebben als GZ-psycholoog en werkzaam zijn in de zorg, zegt 92% te werken als GZ-psycholoog, 19% zegt (ook) te werken in een “ander beroep”en 1% werkt als psycholoog. Het aandeel in het aantal FTE is 88% als GZ-psycholoog, 9% in een ander beroep en 1% als psycholoog. Bij elkaar is hiermee voor 97% van de FTE aangegeven onder welke beroepstitel men werkt. Van de mensen die alleen een registratie hebben als psychotherapeut (en eventueel als GZ-psycholoog), zegt 92% te werken als psychotherapeut, 17% zegt (ook) te werken als GZ-psycholoog en 8% werkt (ook) nog in een ander beroep. Het aandeel in het aantal FTE is respectievelijk 84%, 7% en 5% en samen gaat het om 97% van alle gewerkte FTE. Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
31
Hoofdstuk 3: Resultaten
Duidelijk is dat, als men werkzaam is in de zorg, dat men dan vooral werkzaam is in het beroep of de beroepen waarvoor men erkend is en daarnaast eventueel nog in een “ander beroep”. Tabel 3.10: Top 3 van beroepen qua aandeel in het aantal werkzame personen plus het aandeel in het aantal FTE naar registratiestatus Top 3
Totaal
#1 GZ-psycholoog: 92% 88% vd FTE
#2 “Ander beroep”: 19% 9% vd FTE
#3 Psycholoog: 1% 1% vd FTE
Psychotherapeut (excl. specialisten)
Psychotherapeut: 92% 84% vd FTE
GZ-psycholoog: 17% 7% vd FTE
“Ander beroep”: 8% 5% vd FTE
97% vd FTE
Klinisch psycholoog (excl. kl. neuropsycholoog)
Klin. psycholoog: 86% 58% vd FTE
Psychotherapeut: 57% 32% vd FTE
GZ-psycholoog: 16% 5% vd FTE
97% vd FTE
Klinisch neuropsycholoog
Klin. neuropsych.: 96% 73% vd FTE
Klin. psycholoog: 20% 10% vd FTE
GZ-psycholoog: 13% 8% vd FTE
90% vd FTE
Psychiater: 95% 84% vd FTE
Psychotherapeut: 38% 16% vd FTE
100% vd FTE
Verpl.spec. GGZ: 97% 93% vd FTE
“Ander beroep”: 10% 7% vd FTE
100% vd FTE
Psycholoog: 84% 78% vd FTE
“Ander beroep”: 23% 21% vd FTE
GZ-psycholoog: 1% 1% vd FTE
100% vd FTE
Orthopedagoog: 86% 85% vd FTE
“Ander beroep”: 14% 12% vd FTE
Psycholoog: 2% 2% vd FTE
99% vd FTE
GZ-psycholoog (excl. spec. en ps.th.)
Psychiater/psychotherapeut
Verpleegkundig specialist GGZ
Niet-BIG NIP-psychologen Niet-BIG NVO-orthopedagogen
98% vd FTE
De verdeling van de werkzame personen per registratie over de organisaties is zo dat in de meeste groepen de GGZ-instellingen de belangrijkste werkgever zijn. Van de GZpsychologen, psychotherapeuten en klinisch psychologen werkt minimaal 44% in een GGZ-instelling en wordt minimaal 40% van alle FTE in een GGZ-instelling gewerkt. Bij verpleegkundig specialisten ligt dit met 85% van de personen en 82% van de FTE nog een stuk hoger. Bij de klinisch neuropsychologen is het echter lager met 37% van de personen en 25% van de FTE. Bij hen zijn de ziekenhuizen de sector met het grootste aandeel in de werkzame personen (53%) en in het aantal FTE (40%). Tabel 3.11: Top 3 van organisaties qua aandeel in het aantal FTE naar registratiestatus Top 3
Totaal
GZ-psycholoog (excl. spec. en ps.th.)
#1 GGZ-instelling: 44% 40% vd FTE
#2 Eerstelijnspsych.pr.: 26% 22% vd FTE
#3 Gehandicaptenzorg: 9% 8% vd FTE
Psychotherapeut (excl. specialisten)
GGZ-instelling: 50% 44% vd FTE
Psychotherapiepr.: 50% 36% vd FTE
Forensische zorg: 6% 5% vd FTE
86% vd FTE
Klinisch psycholoog (excl. kl. neuropsycholoog)
GGZ-instelling: 52% 45% vd FTE
Psychotherapiepr.: 39% 27% vd FTE
Ziekenhuis: 16% 13% vd FTE
85% vd FTE
Ziekenhuis: 53% 40% vd FTE
GGZ-instelling: 37% 25% vd FTE
“Andere organisatie”: 20% 13% vd FTE
79% vd FTE
Psychiater/psychotherapeut
GGZ-instelling: 85% 80% vd FTE
Psychotherapiepr.: 22% 8% vd FTE
Ziekenhuis: 7% 6% vd FTE
94% vd FTE
Verpleegkundig specialist GGZ
GGZ-instelling: 85% 82% vd FTE
Ziekenhuizen: 13% 11% vd FTE
“Andere organisatie”: 8% 5% vd FTE
98% vd FTE
Niet-BIG NIP-psychologen
GGZ-instelling: 25% 24% vd FTE
“Andere organisatie”: 23% 18% vd FTE
Eerstelijnspsych.pr.: 21% 18% vd FTE
59% vd FTE
Gehandicaptenzorg: 37% 36% vd FTE
Jeugdzorg: 25% 25% vd FTE
GGZ-instelling: 16% 15% vd FTE
76% vd FTE
Klinisch neuropsycholoog
Niet-BIG NVO-orthopedagogen
32
70% vd FTE
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Hoofdstuk 3: Resultaten
3.9. Uitstroombestemming 2c. Wat is de reden en bestemming achter de verwachte uitstroomschatting (uitbreiding van vraag 1c). Voor de meeste mensen is het in het geheel willen stoppen met werken de reden voor uitstroom. Een minderheid gaat weg om wat anders te gaan doen in Nederland. Uitstroom naar het buitenland komt weinig voor. 3.10. Reflectie op bronnen 3a. Welke nieuwe bronnen zijn beschikbaar om het actuele arbeidsaanbod te bepalen, hoe verhouden die zich tot de bronnen die gebruikt zijn voor het Capaciteitsplan 2011 en welk van de eerder gebruikte bronnen zouden vervangen kunnen worden door nieuwe bronnen? Zoals hiervoor aangegeven, heeft voor dit onderzoek primaire dataverzameling onder beroepsbeoefenaren plaatsgevonden waarvoor gebruik is gemaakt van een aantal bronnen voor steekproeftrekking en adressering, namelijk het BIG, de NVO en het NIP. De resultaten van de uitgezette NIVEL/Regioplan-vragenlijst onder de beroepsgroepen, gewogen naar de steekproefbronnen, geven een compleet beeld van het arbeidsaanbod van de GG-beroepen in Nederland en hebben daarmee de beperkingen van de secundaire databronnen gebruikt voor de capaciteitsraming 2011 grotendeels opgeheven. Met name voor wat betreft het BIG geldt dat in dit onderzoek op een uitgebreidere manier van deze bron gebruik is gemaakt dan in 2011, onder andere om de weging naar populatieniveau te onderbouwen. De uitgezette enquête onder beroepsbeoefenaren heeft voorts veel beperkingen ondervangen van het Sociaal Statistisch Bestand van het CBS (SSB) dat in 2010 is ontsloten ten behoeve van de capaciteitsraming 2011. Vooral het probleem dat een groot aantal personen uit het BIG niet werd terug gevonden in het SSB en andersom, was nu niet meer aan de orde, omdat primaire dataverzameling op persoonsniveau nauwkeurig en middels een zelf ontworpen vragenlijst is uitgevoerd. 3b. Wat is de validiteit en betrouwbaarheid van de eerder gebruikte en nieuwe bronnen en hoe kunnen die verbeterd worden? De nieuwe bronnen leveren zoals gezegd een meer compleet beeld op dan de eerder gebruikte bronnen, zowel wat betreft het arbeidsaanbod en werkzaamheid van de onderzochte doelgroepen als de gegevens die zijn verzameld over de cliënten/patiënten die worden behandeld en waarover in een ander rapport wordt gerapporteerd. Toch blijkt uit dit onderzoek ook dat verdere verbetering mogelijk is om het arbeidsaanbod van de beroepsgroep GZ-psycholoog, klinisch neuropsycholoog, klinisch psycholoog, psychotherapeut en verpleegkundig specialist GGZ te bepalen, als ook van de niet-BIG-geregistreerde psychologen en orthopedagogen in Nederland. Deze verbetering bestaat vooral uit het nog meer dan tot nu toe koppelen van de beschikbare opleidingsbestanden van onder andere het CBS (personen die bepaalde opleidingen af hebben gerond) en van opleidingsinstellingen zoals het CONO en WO- en HBOinstellingen. Daarmee kan met name meer inzicht worden verkregen in het aantal nietBIG-erkende psychologen en orthopedagogen dat in de zorg werkt, twee beroepsgroepen waarover in dit onderzoek de meeste onzekerheden zijn blijven bestaan. Daarnaast
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
33
Hoofdstuk 3: Resultaten
zouden deze koppelingen ook inzicht kunnen geven in het aantal “HBO-psychologen” en “HBO-pedagogen” dat in de zorg werkt.
34
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
BIJLAGEN
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
35
I.
Achtergrondgegevens
I.1.
Inleiding
De gegevens die in dit hoofdstuk gepresenteerd worden, gaan over de geregistreerde personen. Het belang van deze gegevens zit in de invloed die deze gegevens potentieel kunnen hebben op het aantal werkzame personen, op het aantal werkzame uren en op het resterende aantal werkzame jaren. Het totaal aantal geregistreerde personen is daarbij de natuurlijke bovengrens voor het aantal werkzame personen. Omdat de gegevens in dit hoofdstuk (en de volgende hoofdstukken) zijn gebaseerd op de resultaten van de enquête en de respondenten daarbij gewogen worden om landelijk representatieve uitkomsten te kunnen geven, worden alle absolute aantallen zo veel mogelijk afgerond gepresenteerd. Daarbij zijn aantallen tot 100 afgerond op 5-tallen, getallen van 100 tot 500 op 10-tallen en getallen van 500 of hoger op 50-tallen. I.2.
Persoonsgegevens: geslacht en leeftijd
Van alle geregistreerde personen is 28% man en 72% vrouw. Het aandeel vrouwen verschilt nogal per registratie. Het is bijvoorbeeld 33% voor degenen die psychotherapeut en psychiater zijn en 97% voor de NVO-orthopedagogen. Tabel I.1: Geslachtsverdeling naar registratiestatus
Geslacht: absoluut Man Vrouw Totaal
Geslacht: relatief tov populatie per registratiestatus Man Vrouw Totaal
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
6.600
17.300
23.900
28%
72%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
5.200
11.050
16.250
32%
68%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
2.250
7.550
9.800
23%
77%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1.250
1.750
3.000
42%
58%
100%
700
1.250
1.950
36%
64%
100%
45
50
95
45%
55%
100%
950
470
1.450
67%
33%
100%
85
160
250
36%
64%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
1.250
4.450
5.750
22%
78%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
50
1.600
1.650
3%
97%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
25
550
600
4%
96%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
25
900
900
3%
97%
100%
5
150
160
1%
99%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.) - Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
3.600
9.850
13.450
27%
73%
100%
- Psychotherapeut
2.800
3.200
6.050
47%
53%
100%
700
1.250
1.950
36%
64%
100%
45
50
95
45%
55%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
5
55
60
6%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
30
30
40
200
240
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
16%
94%
100%
100%
100%
84%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten. Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
37
Bijlage I: Achtergrondgegevens
Net als de geslachtsverdeling, varieert ook het leeftijdsverdeling per registratie. Van degenen die alleen geregistreerd zijn als psychotherapeut, is 1% jonger dan 35 jaar en 38% is ouder dan 64 jaar. Bij de NVO-orthopedagogen zonder BIG-registratie is daarentegen 74% jonger dan 35 jaar en (afgerond op een decimaal) 0,4% is ouder dan 64. Tabel I.2: Leeftijdsverdeling naar registratiestatus Leeftijd: relatief tov populatie per registratiestatus <=34 35-44 45-54 55-64 >=65 Totaal
N (100%)
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
21%
20%
22%
26%
10%
100%
23.900
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
10%
19%
24%
33%
14%
100%
16.250
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
17%
24%
22%
29%
8%
100%
9.800
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1%
10%
15%
35%
38%
100%
3.000
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1%
18%
34%
42%
5%
100%
1.950
32%
41%
24%
3%
100%
95
37%
51%
12%
100%
1.450
100%
250
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
16%
29%
46%
9%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
38%
25%
20%
13%
3%
100%
5.750
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
74%
16%
9%
0%
0%
100%
1.650
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
74%
15%
10%
1%
1%
100%
600
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
79%
13%
7%
100%
900
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
42%
40%
17%
100%
160
2%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 12%
22%
24%
32%
10%
100%
13.450
- Psychotherapeut
1%
10%
25%
40%
23%
100%
6.050
- GZP & Klinisch psycholoog
1%
18%
34%
42%
5%
100%
1.950
32%
41%
24%
3%
100%
95
32%
19%
50%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
100% 5%
21%
36%
38%
100%
60
100%
30
100%
240
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
38
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage I: Achtergrondgegevens
Zoals bleek bij de leeftijdsverdeling, zijn de psychotherapeuten relatief oud en de orthopedagogen zonder BIG-registratie zijn relatief jong. Dat is ook te zien aan de gemiddelde leeftijd. Die is 60,2 jaar voor de psychotherapeuten en 32,2 jaar voor de orthopedagogen zonder BIG-registratie. Dit verschil van meer dan 30 jaar komt deels door het verschil in aandeel vrouwen in deze beroepsgroepen. Van alle geregistreerde mannen is de gemiddelde leeftijd 55,8 jaar en voor de vrouwen is het 44,7 jaar. Tabel I.3: Gemiddelde leeftijd naar registratiestatus en geslacht Gemiddelde leeftijd Man
Vrouw
Totaal
N (100%)
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
55,8
44,7
47,8
23.900
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
58,0
49,0
51,9
16.250
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
56,1
46,3
48,6
9.800
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
63,6
57,7
60,2
3.000
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
55,5
51,5
52,9
1.950
- Klinisch neuropsycholoog
53,8
44,9
48,9
95
- Psychiater & psychotherapeut
56,9
53,3
55,7
1.450
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
46,4
43,4
44,4
250
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
48,4
38,8
40,9
5.750
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
34,9
32,1
32,2
1.650
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
40,2
30,8
31,2
600
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
29,0
31,9
31,8
900
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
32,0
38,4
38,4
160
- GZ-psycholoog
56,9
47,9
50,3
13.450
- Psychotherapeut
59,6
55,1
57,2
6.050
- GZP & Klinisch psycholoog
55,5
51,5
52,9
1.950
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
53,8
44,9
48,9
95
56,0
50,4
50,8
60
30,7
30,7
30
49,5
50,7
240
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
56,6
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
39
Bijlage I: Achtergrondgegevens
I.3.
Opleidingsgegevens: afgeronde, huidige en toekomstige opleidingen
Een groot aantal gezondheidszorgpsychologen heeft psychologie gestudeerd. Maar een aanzienlijk deel heeft (eventueel: ook) orthopedagogiek gestudeerd. Van degenen die alleen maar gezondheidszorgpsycholoog zijn, geldt dat 65% psychologie heeft gedaan en 31% orthopedagogie. Degenen die psychotherapeut en psychiater zijn, hebben meestal “WO anders” aangekruist, en hebben daarbij meestal gespecificeerd dat zij de studie geneeskunde hebben gedaan. Tabel I.4: Opleidingsachtergrond naar registratiestatus: WO
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Opleidingen: absoluut WO gezondheidsWO wetenorthoWO schappedapsychoWO pen gogiek logie anders
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
15.800
5.050
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
Opleidingen: relatief tov populatie per registratiestatus WO gezondheidsWO wetenorthoWO schappedapsychoWO pen gogiek logie anders
430
2.900
66%
21%
2%
12% 16%
10.100
3.450
360
2.650
62%
21%
2%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
6.350
3.000
200
650
65%
31%
2%
7%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1.900
200
75
600
63%
7%
3%
20%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1.700
240
15
60
89%
13%
1%
3%
- Klinisch neuropsycholoog
95
5
0
0
98%
4%
0%
0%
- Psychiater & psychotherapeut
75
0
75
1.300
5%
0%
5%
91%
5
5
15
10
1%
1%
6%
4%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
5.650
0
40
190
99%
0%
1%
3%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
15
1.600
15
85
1%
97%
1%
5%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
15
550
5
30
3%
95%
1%
5%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
900
10
40
0%
98%
1%
5%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0
160
0
10
0%
100%
0%
7%
- GZ-psycholoog
9.600
3.450
260
800
71%
26%
2%
6%
- Psychotherapeut
3.450
330
160
2.000
57%
5%
3%
33%
- GZP & Klinisch psycholoog
1.750
250
15
60
89%
13%
1%
3%
95
5
0
0
98%
4%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0
60
0
10
0%
100%
0%
19%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
30
0
0
0%
100%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
5
220
5
10
3%
93%
1%
4%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Vrijwel alle verpleegkundig specialisten GGZ hebben aangegeven dat zij een HBO master advanced nurse practice hebben gevolgd (95%). Een aantal heeft ook aangegeven dat zij de opleiding HBO Verpleegkunde hebben gedaan (34%). Vermoedelijk hebben daarbij niet alle responderende verpleegkundig specialisten GGZ de moeite genomen om aan te geven dat zij ook de HBO-V hebben gedaan. Maar het is ook niet uitgesloten dat een deel van de verpleegkundig specialisten GGZ in feite de MBO-V hebben gedaan. Dan moet men overigens wel met goed gevolg een assessment hebben doorlopen om te bepalen of men wel op HBO-niveau kan functioneren. Deze assessment is bij ons weten maar door weinig personen aangevraagd. 40
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage I: Achtergrondgegevens
Er zijn ook een aantal gezondheidszorgpsychologen en orthopedagogen die HBO Verpleegkunde hebben gedaan. In relatieve zin gaat het dan om ongeveer 2% van zowel de gezondheidszorgpsychologen, de niet-BIG geregistreerde psychologen en de niet-BIG geregistreerde orthopedagogen. Er zijn kennelijk ook ongeveer 10 gezondheidszorgpsychologen die tevens psychotherapeut zijn en die ook nog zowel het HBO-V hebben gedaan als de HBO master advanced nurse practice. Tabel I.5: Opleidingsachtergrond naar registratiestatus: HBO
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Opleidingen: absoluut HBOmaster adv HBOnurse master HBO verpractice anders pleegkunde
Opleidingen: relatief tov populatie per registratiestatus HBOmaster adv HBOnurse master HBO verpractice anders pleegkunde
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
470
240
1.600
2%
1%
7%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
270
10
1.050
2%
0%
6%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
210
0
430
2%
0%
4%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
35
10
440
1%
0%
15%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
20
0
40
1%
0%
2%
- Klinisch neuropsycholoog
0
0
0
0%
0%
0%
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
120
0%
0%
9%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
85
230
25
34%
95%
11%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
90
0
310
2%
0%
5%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
25
0
220
2%
0%
14%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
15
0
70
3%
0%
12%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
10
0
130
1%
0%
15%
0
0
20
0%
0%
14%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
270
10
490
2%
0%
4%
- Psychotherapeut
55
10
600
1%
0%
10%
- GZP & Klinisch psycholoog
20
0
40
1%
0%
2%
0
0
0
0%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0
0
20
0%
0%
32%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
0
0
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
5
0
20
3%
0%
9%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Op het moment van de enquête waren aanzienlijke aantallen mensen bezig met een opleiding voor een GG-beroep. Van de NIP-psychologen zonder BIG-registratie was 11% (ongeveer 600 personen) bezig met de opleiding voor gezondheidszorgpsycholoog. Ook van de NVO-orthopedagogen was een substantieel deel bezig met deze opleiding: ongeveer 140 personen en dat is 8% van alle NVO-orthopedagogen zonder BIG-registratie. Van de personen die op dit moment enkel en alleen GZ-psycholoog zijn, zijn er ongeveer 300 (3%) bezig met de opleiding voor psychotherapeut, 250 (eveneens 3%) met de opleiding klinisch psycholoog en 40 (afgerond op een decimaal: 0,2%) met de opleiding klinisch neuropsycholoog. Het aantal GZ-psychologen dat in opleiding is als psychotherapeut, klinisch psycholoog of klinisch neuropsycholoog moet overigens later op de een of andere manier verdisconteerd worden in de te verwachten uitstroom van GZpsychologen. Bij afronding van hun opleiding zijn deze personen dan immers niet langer “enkel en alleen GZ-psycholoog”. Daarbij gaat het in feite om een uitstroom van 6% die verwacht mag worden op korte termijn (binnen 5 jaar) die niet zo zeer leeftijdsgereHet aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
41
Bijlage I: Achtergrondgegevens
lateerd is (het gaat niet om pensionering of zo), maar juist opleidingsgerelateerd is. Het gaat verder ook niet om uitstroom “uit de zorg”, maar wel om uitstroom “uit het beroep”. Het aantal personen dat volgens Tabel I.6 bezig is met de opleiding GZ-psycholoog, is overigens veel kleiner dan het feitelijk aantal in opleiding per 31-12-2011 volgens de stichting Coördinerend Orgaan Nascholing en Opleiding in de GGZ (“CONO”): 1.426 in plaats van 800. Het verschil van iets meer dan 600 personen kan duiden op een substantiële deelname aan die opleiding door niet-BIG-erkende psychologen en orthopedagogen die geen lid zijn van het NIP of de NVO. Hiervan zou afgeleid kunnen worden dat grofweg de helft van de niet-BIG-erkende psychologen en orthopedagogen lid is van het NIP of de NVO (zie eventueel paragraaf 2.3). De aantallen personen die volgens Tabel I.6 bezig zijn met de opleiding psychotherapeut of klinisch psycholoog, komen daarentegen wel vrijwel precies overeen met de feitelijk aantallen in opleiding per 31-12-2011 volgens CONO: 324 in plaats van 350 voor psychotherapie en 238 in plaats van 260 voor klinische psychologie. Voor klinische neuropsychologie, met 40 deelnemers volgens Tabel I.6, is (nog) geen opgave van de stand per 31-12-2011 verkregen. Tabel I.6: Huidige deelname aan opleidingen naar registratiestatus (niet voor VS-GGZ)
Nb meerdere antwoorden mogelijk TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
Huidige opleiding: relatief tov populatie per registratiestatus PsyKlin. cho- Klin. neu- Geen GZropsy- thera psyopleipeut chocho- psyc ding h. loog loog
Huidige opleiding: absoluut PsyKlin. cho- Klin. neuGZropsy- thera psyGeen peut chocho- psyc opleih. loog loog ding 800
350
260
40
22.200
3%
1%
1%
0%
94%
35
300
0
300
260
40
15.600
0%
2%
2%
0%
96%
250
40
9.200
3%
3%
0%
35
94%
0
15
0
2.950
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
0
0
0
0
1.950
- Klinisch neuropsycholoog
0
0
0
0
95
100%
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
0
0
1.450
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
0
0
0
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
600
40
0
0
5.050
11%
1%
88%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
140
10
0
0
1.500
8%
1%
91%
30
0
0
0
550
5%
100
10
0
0
800
11%
1%
87%
5
0
0
0
150
3%
- GZ-psycholoog
10
300
260
40
12.850
0%
- Psychotherapeut
35
0
15
0
6.000
1%
- GZP & Klinisch psycholoog
0
0
0
0
1.950
100%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
0
0
0
0
95
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut - GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.) - Psychotherapeut (excl. specialisten)
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG)
1%
0%
98% 100%
95% 97%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 2%
2% 0%
0%
95% 99%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0
0
0
0
60
10
0
0
0
20
0
5
0
0
230
100% 33%
67% 2%
98%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
42
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage I: Achtergrondgegevens
Vrij veel mensen hebben ook nog de intentie om een opleiding voor een GG-beroep te gaan volgen. Voor het NIP gaat het om 41% van de niet-BIG-psychologen en bij de NVO gaat het zelfs om 59% van alle orthopedagogen. De meest genoemde opleiding die men nog wil gaan volgen is die van GZ-psycholoog (2.650 personen). Daarbij gaat het steeds om mensen die nu geen BIG-registratie hebben. Van de NIP psychologen wil 31% (1.800 personen) de opleiding tot GZpsycholoog gaan volgen en bij de NVO orthopedagogen gaat het om 54% (900 personen). Ook voor de opleidingen tot psychotherapeut is er belangstelling vanuit de groep van niet-BIG-geregistreerden. Die opleiding wordt ook vaak genoemd door mensen die nu alleen een BIG-registratie als GZ-psycholoog hebben (1.300 personen, wat 13% van die groep betreft). Zij willen bovendien ook nog relatief vaak de opleiding tot klinisch psycholoog volgen (700 personen) of de opleiding tot klinisch neuropsycholoog (160 personen). Net als vermeld werd bij de gegevens over het huidige aantal mensen in opleiding, geldt ook voor de eventuele toekomstige deelname aan deze opleidingen dat dat voor de GZ-psychologen leidt tot een extra uitstroom die verdisconteerd moet worden. Voor de wat langere termijn gaat het daarbij om nog eens een extra uitstroom uit het beroep van maximaal 22%. Die wordt overigens alleen gerealiseerd als iedereen die dat wil ook daadwerkelijk een opleidingsplaats weet te verkrijgen. Tabel I.7: Latere deelname aan opleidingen naar registratiestatus (niet voor VS-GGZ)
Nb meerdere antwoorden mogelijk TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
GZpsycholoog
Latere opleiding: relatief tov populatie per registratiestatus PsyKlin. cho- Klin. neu- Geen GZropsy- thera psyopleipeut chocho- psyc ding h. loog loog
Latere opleiding: absoluut PsyKlin. cho- Klin. neuthera psyroGeen peut cho- psyc opleih. loog ding
2.650
1.850
750
220
18.150
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
0
1.300
700
160
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
0
1.300
700
160
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
0
0
0
0
3.000
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
0
0
0
0
1.950
- Klinisch neuropsycholoog
0
5
0
0
95
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
0
0
1.450
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
0
0
0
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
1.800
490
40
55
3.350
31%
8%
1%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
900
85
10
0
650
54%
5%
1%
41%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
380
40
0
0
180
64%
7%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
500
30
10
0
380
54%
3%
1%
41%
20
15
0
0
120
13%
10%
- GZ-psycholoog
0
1.300
700
160
11.350
- Psychotherapeut
0
0
0
0
6.050
- GZP & Klinisch psycholoog
0
0
0
0
1.950
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
0
5
0
0
95
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0
0
10
0
50
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
0
0
0
30
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0
20
5
0
210
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
11%
8%
3%
1%
77%
14.100
8%
4%
1%
87%
7.650
13%
7%
2%
78% 100% 100%
2%
98% 100%
1%
59%
30% 77%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 10%
5%
1%
84% 100% 100%
2%
98%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. 16%
84% 100%
8%
3%
90%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
43
Bijlage I: Achtergrondgegevens
I.4.
Registratiegegevens: lopende erkenningen
In het algemeen worden door de respondenten precies die registraties genoemd die ook volgens de steekproefgegevens van het BIG van toepassing zijn. In een enkel geval ontkennen de respondenten echter een registratie die ze volgens het BIG wel hebben, of geven ze te kennen ook een registratie te hebben waarover door het BIG niets is gemeld. De relatief grootste afwijkingen zijn daarbij te zien voor diegenen die volgens het BIG alleen geregistreerd staan als psychotherapeut (en eventueel als GZ-psycholoog), en waarbij “slechts” 90% de registratie als psychotherapeut heeft aangekruist en “maar liefst” 7% claimt dat zij ook een registratie als klinisch psycholoog hebben. De 51% uit de groep van psychotherapeuten die aangeeft ook een erkenning als GZ-psycholoog te hebben, betekent een kleine onderrapportering van deze registratie: eigenlijk heeft 55% van deze groep ook een dubbele registratie als psychotherapeut en GZ-psycholoog. Tabel I.8: Registraties bij BIG (volgens respondent) naar registratiestatus Registraties: absoluut
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Gezond- Psycho Klin. heids- thera- psycho Klin. Verpl. zorg- peut loog neuro- spec. psych. psych. GGZ
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
13.200
5.850
2.250
190
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
Registraties: relatief tov populatie per registratiestatus Gezond- Psycho Klin. heids- thera- psycho Klin. Verpl. zorg- peut loog neuro- spec. psych. psych. GGZ
260
55%
24%
9%
1%
1%
13.200
5.850
2.250
190
20
81%
36%
14%
1%
0%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
9.650
100
100
0
20
98%
1%
1%
0%
0%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1.550
2.700
210
0
0
51%
90%
7%
0%
0%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1.950
1.600
1.900
90
0
100%
83%
98%
5%
0%
95
10
25
95
0
100%
11%
26%
100%
0%
- Psychiater & psychotherapeut
0
1.400
0
0
0
0%
98%
0%
0%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
0
0
240
0%
0%
0%
0%
99%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Klinisch neuropsycholoog
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 13.150
3.250
2.200
190
20
98%
24%
16%
1%
0%
- Psychotherapeut
3.150
5.700
1.800
70
0
52%
95%
30%
1%
0%
- GZP & Klinisch psycholoog
1.950
1.600
1.950
110
0
100%
82%
98%
6%
0%
95
10
25
95
0
100%
11%
26%
100%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
60
0
0
0
0
100%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
30
0
0
0
0
100%
0%
0%
0%
0%
240
20
35
5
0
100%
8%
14%
1%
0%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
De bovenstaande aantallen komen redelijk overeen met de stand van eind november 2011 zoals vermeld in Tabel 2.1. Het aantal GZ-psychologen (met 13.200 i.p.v. 13.474) en psychotherapeuten (5.850 i.p.v. 6.028) wordt iets te laag geschat en de: klinisch psychologen (2.250 i.p.v. 1.960) en verpleegkundig specialisten GGZ (260 i.p.v. 245) iets te hoog. De klinisch neuropsychologen worden met 190 i.p.v. 95 opvallend overschat.
44
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage I: Achtergrondgegevens
Op basis van de respondenten wordt geschat dat er ongeveer 1.200 mensen zijn met een registratie als orthopedagoog generalist bij de NVO. Daarvan zijn er ongeveer 850 ook erkend als GZ-psycholoog en nog eens 100 zijn erkend als klinisch psycholoog (en dus ook als GZ-psycholoog). In het aantal van 1.200 orthopedagoog generalisten zijn ook de 150 niet-BIG-erkende orthopedagoog generalisten meegerekend die als zodanig zijn aangeschreven. Het is ook inclusief een aantal van naar schatting 40 orthopedagogen met enkel een basisregistratie (en die zich dus waarschijnlijk vergissen in hun registratiestatus) en 15 orthopedagogen zonder registratie (en zich dus eveneens waarschijnlijk vergissen). Het aantal orthopedagogen met een basisregistratie (naar schatting 2.250) is inclusief een aantal van ongeveer 460 personen die volgens de NVO-ledenadministratie in feite geen basisregistratie hebben. In totaal heeft de NVO in april 2012 een aantal van 2.618 leden met een basisregistratie en 1.425 leden met een registratie als orthopedagoog generalist, waarvan 312 leden beide registraties hebben. Tabel I.9: Registraties bij NVO (volgens respondent) naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
Registraties: absoluut OrthopedaOrthopedagoog Basisregoog Generagistratie list
Registraties: relatief tov populatie per registratiestatus OrthopedaOrthopedagoog Basisregoog Generagistratie list
2.250
1.200
9%
5%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
800
950
5%
6%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
700
850
7%
9%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
25
20
1%
1%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
40
100
2%
5%
- Klinisch neuropsycholoog
5
5
2%
4%
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
0%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
0%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
80
0
1%
0%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
1.400
210
85%
12%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
460
15
77%
3%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
900
40
99%
4%
55
150
34%
98%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
800
950
6%
7%
- Psychotherapeut
35
65
1%
1%
- GZP & Klinisch psycholoog
40
100
2%
5%
5
5
2%
4%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
15
0
22%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
20
0
67%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
60
210
26%
90%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
45
Bijlage I: Achtergrondgegevens
Waar de vorige tabellen een directe relatie hadden met de registraties die aan de basis staan van de dit onderzoek, zijn de volgende twee tabellen wat minder cruciaal. Het gaat namelijk om de specifieke registraties die men al dan niet heeft bij het NIP. Deze tabellen geven daarbij inzicht in de vraag of men zich al dan niet heeft gespecialiseerd in de doelgroep “Kinderen en Jeugd” en/of dat men zich heeft gespecialiseerd in een bepaalde vorm van behandeling. Voor de feitelijke omvang van het aantal NIP-registraties, is een vergelijking gemaakt met de cijfers van 31-12-2010. Er blijkt een groot verschil te bestaan bij het aantal mensen dat geregistreerd is voor het “Dienstmerk psycholoog NIP”: feitelijk waren er eind 2010 ongeveer 9.600 mensen met zo’n registratie, terwijl er op basis van de respondenten geschat wordt dat het er maar 6.350 zijn. Het aantal “Kinder & jeugdpsychologen” wordt daarentegen overschat: 1.600 in plaats van feitelijk 1.100. Dat geldt ook voor het aantal “Psychologen arbeid & gezondheid” (500 in plaats van 105) en het aantal “Lichaamsgericht werkende psychologen” (190 in plaats van 75). Tabel I.10: Meest voorkomende registraties bij NIP (volgens respondent) naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Registraties: absoluut Aant. Kinder Kinder Eerste& & lijnsDienst psymerk chodi- jeugd jeugd psycho psych. agnos- psy- speci- loog tiek chol. al. NIP
Registraties: relatief tov populatie per registratiestatus Aant. Kinder Kinder Eerste& & lijnsDienst psymerk chodi- jeugd jeugd psycho psych. agnos- psy- speci- loog tiek chol. al. NIP
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
6.350
4.150
1.600
450
1.150
27%
17%
7%
2%
5%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
2.850
1.850
1.300
450
1.150
18%
11%
8%
3%
7%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
2.000
1.250
900
120
900
20%
13%
9%
1%
9%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
330
170
70
0
150
11%
6%
2%
0%
5%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
550
390
290
320
80
27%
20%
15%
17%
4%
35
35
15
10
5
39%
35%
14%
8%
2%
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
3.500
2.350
270
0
40
61%
41%
5%
0%
1%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
0
0
10
0
0
0%
0%
1%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
0
10
0
0
0%
0%
1%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Klinisch neuropsycholoog
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 2.800
1.800
1.300
450
1.100
21%
13%
10%
3%
8%
- Psychotherapeut
800
480
200
160
230
13%
8%
3%
3%
4%
- GZP & Klinisch psycholoog
550
400
290
330
80
28%
20%
15%
17%
4%
35
35
15
10
5
39%
35%
14%
8%
2%
0%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
10
0
0
0
0
33%
0%
0%
0%
0%
5
5
20
10
5
2%
1%
8%
5%
1%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten. Dienstmerk psycholoog NIP; feitelijk ± 9.600 geregistreerden i.p.v. ± 6.350 Aantekening psychodiagnostiek; feitelijk ± 4.400 geregistreerden i.p.v. ± 4.150 Kinder & jeugdpsycholoog; feitelijk ± 1.100 geregistreerden i.p.v. ± 1.600 Kinder & jeugdspecialist; feitelijk ± 375 geregistreerden i.p.v. ± 450 Eerstelijnspsycholoog; feitelijk ± 1.175 geregistreerden i.p.v. ± 1.150
46
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage I: Achtergrondgegevens Tabel I.11: Minst voorkomende registraties bij NIP (volgens respondent) naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Leden: absoluut Psy. Li- Psycho Feedarbeid chaam loog back & sge- media- psycho ge- richt w. tor loog zondh. ps.
Leden: relatief tov populatie per registratiestatus Psy. Li- Psycho Feedarbeid chaam loog back & sge- media- psycho ge- richt w. tor loog zondh. ps.
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
500
190
160
15
2%
1%
1%
0%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
140
120
120
15
1%
1%
1%
0%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
100
120
80
0
1%
1%
1%
0%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
25
0
15
15
1%
0%
0%
0%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
10
0
30
0
0%
0%
2%
0%
- Klinisch neuropsycholoog
0
0
0
5
0%
0%
0%
2%
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
380
75
40
0
7%
1%
1%
0%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 140
120
120
15
1%
1%
1%
- Psychotherapeut
30
0
40
15
1%
0%
1%
0%
- GZP & Klinisch psycholoog
10
0
30
0
0%
0%
1%
0%
0
0
0
5
0%
0%
0%
2%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten. Psycholoog arbeid & gezondheid; feitelijk ± 105 geregistreerden i.p.v. ± 500 Lichaamsgericht werkend psycholoog; feitelijk ± 75 geregistreerden i.p.v. ± 190 Psycholoog mediator; (nog) geen opgave Feedback psycholoog; (nog) geen opgave
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
47
Bijlage I: Achtergrondgegevens
I.5.
Lidmaatschapsgegevens: beroepsverenigingen
Net als de registratiegegevens, geldt ook voor de lidmaatschapsgegevens dat de informatie daarover iets zegt over de beroepsgroep waarin men actief is, of de doelgroep waarvoor men werkt, of de setting waarbinnen men actief is. Verder zeggen de lidmaatschapsgegevens in feite ook iets over de representativiteit van de respondenten voor het geheel van de populatie. Normaal gesproken zou het aantal leden volgens dit onderzoek ongeveer gelijk moeten zijn aan het feitelijke aantal leden dat onderaan de tabellen vermeld wordt. Maar er kunnen bijzondere omstandigheden zijn waardoor het aantal leden volgens een van de vier volgende tabellen afwijkt van het feitelijk aantal leden. Dat speelt vooral als het lidmaatschap ook openstaat voor anderen dan de hier genoemde registraties (zie bijvoorbeeld het aantal leden van de NVO volgens Tabel I.13). Tenslotte kunnen de lidmaatschapsgegevens gebruikt worden om per beroepsvereniging na te gaan welk deel van de geregistreerde personen worden vertegenwoordigd door deze vereniging. Zo kan worden geschat dat ongeveer 42% van de GZ-psychologen lid is van het NIP en 25% van de psychotherapeuten, 72% van de klinisch psychologen en 96% van de klinisch neuropsychologen. Een bijzonder punt speelt bij de niet-BIGerkende psychologen: op basis van de huidige deelname aan de opleiding voor GZpsycholoog is in paragraaf I.3 geschat dat grofweg de helft lid is van het NIP. Tabel I.12: Lidmaatschap algemene “psychologische” beroepsverenigingen naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
Leden: absoluut NVP NVVP
NIP 11.950
2.500
1.300
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
6.350
2.500
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
4.150
120
750
Leden: relatief tov populatie per registratiestatus NIP NVP NVVP LVE
LVE 950
50%
10%
6%
4%
1.300
950
39%
15%
8%
6%
75
800
42%
1%
1%
8%
1.300
700
85
25%
44%
24%
3%
1.400
700
500
20
72%
35%
27%
1%
90
5
5
5
96%
4%
2%
3%
- Psychiater & psychotherapeut
0
380
0
0
0%
26%
0%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
5
0
0%
0%
1%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
5.550
0
0
0
97%
0%
0%
0%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
10
0
0
5
1%
0%
0%
0%
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
10
0
0
0
1%
0%
0%
0%
0
0
0
5
0%
0%
0%
2%
- GZ-psycholoog
6.300
1.400
1.000
950
47%
10%
8%
7%
- Psychotherapeut
1.850
2.350
1.250
100
31%
39%
21%
2%
- GZP & Klinisch psycholoog
1.400
700
550
20
72%
35%
27%
1%
90
5
5
5
96%
4%
2%
3%
- Psychotherapeut (excl. specialisten) - Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.) - Klinisch neuropsycholoog
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
10
0
0
0
33%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
35
10
15
5
15%
4%
5%
1%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten. NIP: Nederlands Instituut van Psychologen; feitelijk ± 13.000 leden ipv ± 11.950 NVP: Nederlandse Vereniging voor Psychotherapie; feitelijk ± 2.200 leden ipv ± 2.500 NVVP: Nederlandse Vereniging van Vrijgevestigde Psychologen & Psychotherapeuten; feitelijk ± 1.350 leden ipv ± 1.300 LVE: Landelijke Vereniging van Eerstelijnspsychologen; feitelijk ± 1.050 leden ipv ± 950
48
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage I: Achtergrondgegevens
De NVO heeft feitelijk ongeveer 5.600 leden. Op basis van de respondenten wordt geschat dat er 3.800 leden zijn. Bij de NVO zijn ook pedagogen aangesloten die werkzaam zijn in het onderwijs of anderszins werkzaam zijn buiten de gezondheidszorg. Omdat die niet zijn aangeschreven, wordt het aantal leden op basis van de beschikbare respondenten onderschat. De NVO-leden die wel zijn aangeschreven, waren alleen degenen die, voorzover bij de NVO bekend, geen BIG-registratie hadden, maar wel werkzaam waren in een GGZ-instelling en/of in de jeugdzorg en/of in de gehandicaptenzorg. Door vrijwel 100% van hen wordt beaamd dat zij lid zijn van de NVO. Daarnaast is ook nog door bijvoorbeeld 19% van de GZ-psychologen die enkel en alleen erkend zijn als GZ-psycholoog aangegeven dat zij lid zijn van de NVO en door 9% van de klinisch psychologen. Tabel I.13: Lidmaatschap “orthopedagogische” en “verpleegkundige” beroepsverenigingen naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Leden: absoluut V&VN V&VN VS anders
NVO
Leden: relatief tov populatie per registratiestatus V&VN V&VN NVO VS anders
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
3.800
170
60
16%
1%
0%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
2.050
0
0
13%
0%
0%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
1.850
0
0
19%
0%
0%
20
0
0
1%
0%
0%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
180
0
0
9%
0%
0%
- Klinisch neuropsycholoog
5
0
0
5%
0%
0%
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
0
0%
0%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
170
60
0%
70%
24%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
80
0
0
1%
0%
0%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1.650
0
0
99%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
600
0
0
99%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
900
0
0
100%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
150
0
0
97%
0%
0%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 2.050
0
0
15%
0%
0%
85
0
0
1%
0%
0%
180
0
0
9%
0%
0%
5
0
0
5%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
60
0
0
100%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
20
0
0
67%
0%
0%
240
0
0
100%
0%
0%
- GZ-psycholoog - Psychotherapeut - GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten. NVO: Nederlandse vereniging van pedagogen en onderwijskundigen; feitelijk ± 5.600 leden ipv ± 3.800 V&VN VS: Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland, afdeling Verpleegkundig Specialist (voorheen NP- of VS-GGZ); feitelijk ± 1.300, waaronder ± 180 voormalige leden van de VS_GGZ ipv ± 170 V&VN anders: andere afdeling dan Verpleegkundig Specialist; (nog) geen opgave
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
49
Bijlage I: Achtergrondgegevens Tabel I.14: Lidmaatschap meest voorkomende specifieke beroepsverenigingen naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Leden: absoluut VGCT NVRG VCGP VKJP NVGP
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
3.400
1.200
750
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
2.950
1.200
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
1.550
140
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
550
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
800
Leden: relatief tov populatie per registratiestatus VGCT NVRG VCGP VKJP NVGP
650
600
14%
5%
3%
3%
2%
650
650
600
18%
8%
4%
4%
4%
65
150
85
16%
1%
1%
1%
1%
410
360
250
190
18%
14%
12%
9%
6%
310
230
270
220
42%
16%
12%
14%
11%
15
5
0
0
5
17%
2%
0%
0%
2%
- Psychiater & psychotherapeut
0
360
0
0
95
0%
25%
0%
0%
7%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
410
0
70
0
0
7%
0%
1%
0%
0%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
45
5
0
0
0
3%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
20
0
0
0
0
3%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
20
0
0
0
0
2%
0%
0%
0%
0%
5
5
0
0
0
4%
2%
0%
0%
0%
3%
- Klinisch neuropsycholoog
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
2.800
600
550
600
390
21%
4%
4%
4%
- Psychotherapeut
1.250
1.000
600
490
500
21%
17%
10%
8%
8%
850
320
230
270
220
42%
16%
12%
14%
11%
15
5
0
0
5
17%
2%
0%
0%
2%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
25
0
0
0
0
43%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
10
0
0
0
0
33%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
20
15
5
25
0
9%
5%
2%
11%
0%
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten. VGCT: Vereniging voor Gedragstherapie en Cognitieve Therapie; feitelijk ± 3.200 leden ipv ± 3.400 NVRG: Nederlandse Vereniging voor Relatie- en Gezinstherapie; feitelijk ± 1.800 leden ipv ± 1.200 VCGP: Vereniging voor Cliëntgerichte Psychotherapie; feitelijk eveneens ± 750 leden VKJP: Vereniging voor Kinder- en Jeugdpsychotherapie; feitelijk ± 1.000 leden ipv ± 650 NVGP: Nederlandse Vereniging voor Groepspsychotherapie; feitelijk ± 730 leden ipv ± 600
50
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage I: Achtergrondgegevens Tabel I.15: Lidmaatschap minst voorkomende specifieke beroepsverenigingen naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Leden: absoluut NVPA NVVS NPG NVPP DAIMH
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
210
190
160
150
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
130
130
160
0
40
0
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
90
55
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
15
Leden: relatief tov populatie per registratiestatus NVPA NVVS NPG NVPP DAIMH
110
1%
1%
1%
1%
0%
150
95
1%
1%
1%
1%
1%
0
40
0%
0%
0%
0%
0%
65
80
0
3%
2%
2%
3%
0%
40
25
70
55
1%
2%
1%
4%
3%
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
20
0
75
0
0
2%
0%
5%
0%
0%
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
80
60
0
0
0
1%
1%
0%
0%
0%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
5
0
0
0
15
0%
0%
0%
0%
1%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
0
0
0
10
0%
0%
0%
0%
1%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
5
0
0
0
5
2%
0%
0%
0%
2%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 40
120
25
95
95
0%
1%
0%
1%
1%
130
70
160
150
55
2%
1%
3%
2%
1%
15
40
25
70
55
1%
2%
1%
4%
3%
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0
0
0
0
5
0%
0%
0%
0%
2%
- GZ-psycholoog - Psychotherapeut - GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten. NVPA: Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse; feitelijk ± 940 leden ipv ± 210 NVVS: Nederlandse vereniging voor Seksuologie; feitelijk ± 620 leden ipv ± 190 NPG: Nederlands Psychoanalytisch Genootschap; feitelijk ± 120 leden ipv ± 160 NVPP: Nederlandse Vereniging voor Psychoanalytische Psychotherapie; feitelijk eveneens ± 150 leden DAIMH: Dutch Association Infant Mental Health; feitelijk ± 150 leden ipv ± 110
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
51
II.
Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
II.1.
Inleiding
In dit hoofdstuk komen achtereenvolgens een groot aantal gegevens aan de orde over de huidige arbeidsmarktpositie: of men al dan niet werkzaam is in de zorg (II.2), geslacht en leeftijd van de werkzame personen (II.3), de werktijd (II.4), de beroepstitels (II.5), de organisaties (II.6), het dienstverband (II.7), de gewenste uren (II.8), werk buiten de zorg (II.9) en de regionale spreiding (II.10). II.2.
Huidige werkzame positie: al dan niet werkzaam in de zorg
Van alle geregistreerde personen is 24% niet werkzaam in de zorg. De overigen (76% of 18.200 personen) zijn wel werkzaam in de zorg. Een opvallend hoog aandeel van 99% in de zorg werkzame personen is te zien bij onder andere degenen die klinisch psycholoog zijn en bij de verpleegkundig specialisten. Een relatief laag aandeel van 64% is te zien bij de niet-BIG-psychologen en van 66% bij degenen die alleen psychotherapeut zijn. Deze uitkomst raakt aan de kernvraag voor dit onderzoek: hoeveel mensen zijn er werkzaam. Tabel II.1: Werkzaam in de zorg naar registratiestatus Werkzaam in zorg: absoluut Ja Nee
Werkzaam in zorg: relatief tov populatie per registratiestatus Ja Nee
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
18.200
5.700
76%
24%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
12.900
3.350
79%
21%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
7.500
2.300
77%
23%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1.950
1.000
66%
34%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1.900
20
99%
1%
90
5
95%
5%
1.400
40
97%
3%
240
5
99%
1%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
3.650
2.100
64%
36%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
1.450
230
86%
14%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
500
80
86%
14%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
750
140
85%
15%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
150
5
95%
5%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 10.700
2.800
79%
21%
- Psychotherapeut
4.950
1.100
82%
18%
- GZP & Klinisch psycholoog
1.950
20
99%
1%
90
5
95%
5%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
60
0
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
30
0
100%
220
20
92%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
8%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
53
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
De werkzaamheid blijkt samen te hangen met zowel het geslacht als de leeftijd. Van de mannen werkt 72% in de zorg, tegenover 78% van de vrouwen. En het hoogste aandeel werkzame personen is te zien in de leeftijdsgroep van 35-44 jaar: 91%. De laagste is te vinden bij de groep van 65 jaar en ouder: 29%. Bij degenen die alleen GZ-psycholoog zijn, is het aandeel dat werkzaam is in de zorg bijna 100% voor hen die jonger zijn dan 45 jaar. Bij de categorie van 45-54 is het daarentegen wat lager: 88%. Bij de leeftijdscategorie van 55-64 is het nog maar 57% en bij de 65-plussers 15%. Voor de klinisch psychologen is het aandeel dat werkt in de zorg (vrijwel) 100% tot en met de leeftijdscategorie van 55-64 jaar en van de 65-plussers is het altijd nog 89%. Van de jongere niet-BIG-geregistreerde psychologen (tot 45 jaar) is het aandeel dat werkt in de zorg ongeveer 75%. In de categorie van 45-54 jaar is het slechts 30%. Opvallend is vervolgens het aandeel van 63% bij degenen die 55-64 jaar zijn. Bij de niet-BIG-geregistreerde orthopedagogen is ook een duidelijk onderscheid te zien tussen degenen die jonger zijn dan 45 jaar en de ouderen: ongeveer 87% van de jongeren werkt in de zorg, tegenover 64% van de 45-54 jarigen en 0% van de 55-64-jarigen. Tabel II.2: Werkzaam in de zorg naar registratiestatus en naar geslacht en leeftijd Geslacht: relatief (tov. Populatie) Man Vrouw
<=34
Leeftijd: relatief (tov. Populatie) 35-44 45-54 55-64
>=65
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
72%
78%
86%
91%
78%
74%
29%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
75%
81%
96%
98%
93%
75%
27%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
66%
80%
96%
98%
88%
57%
15%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
61%
70%
100%
100%
97%
87%
24%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
97%
100%
100%
100%
99%
100%
89%
- Klinisch neuropsycholoog
97%
94%
- Psychiater & psychotherapeut
96%
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
98%
99%
95%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
58%
65%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
81%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
64%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG)
94%
96%
100%
50%
100%
100%
75%
100%
99%
100%
77%
74%
30%
63%
40%
87%
89%
86%
64%
0%
100%
87%
89%
93%
64%
0%
100%
100%
85%
90%
77%
50%
100%
95%
95%
93%
100%
- GZ-psycholoog
72%
82%
96%
98%
91%
69%
- Psychotherapeut
80%
84%
100%
100%
99%
94%
34%
- GZP & Klinisch psycholoog
97%
100%
100%
100%
99%
100%
89%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
97%
94%
94%
96%
100%
50%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
94%
84%
100%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 23%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
80%
100%
100%
94%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
54
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
II.3.
Geslacht en leeftijd van in de zorg werkzame personen
Van alle in de zorg werkzame personen is 26% man en 74% vrouw. De geslachtsverdeling van de werkzame personen wijkt daarmee iets af van de geslachtsverdeling van de geregistreerde personen. Van de geregistreerde personen is 28% man en 72% vrouw. Tabel II.3: Geslachtsverdeling van in de zorg werkzame personen naar registratiestatus Geslacht: absoluut Man Vrouw Totaal
Geslacht: relatief tov werkzame populatie Man Vrouw Totaal
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
4.750
13.450
18.200
26%
74%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
3.900
9.000
12.900
30%
70%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
1.500
6.050
7.500
20%
80%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
750
1.200
1.950
39%
61%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
650
1.250
1.900
35%
65%
100%
40
50
90
46%
54%
100%
950
470
1.400
66%
34%
100%
85
160
240
35%
65%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
700
2.900
3.650
20%
80%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
40
1.400
1.450
3%
97%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
15
500
500
3%
97%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
25
750
750
3%
97%
100%
5
150
150
1%
99%
100%
- GZ-psycholoog
2.600
8.100
10.700
24%
76%
100%
- Psychotherapeut
2.250
2.700
4.950
46%
54%
100%
700
1.250
1.950
35%
65%
100%
40
50
90
46%
54%
100%
6%
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
5
55
60
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
30
30
30
190
220
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
14%
94%
100%
100%
100%
86%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
55
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Sterker dan voor de geslachtsverdeling, wijkt de leeftijdsverdeling van de in de zorg werkzame personen af van de leeftijdsverdeling van de geregistreerde personen. Van de werkzame personen valt steeds ongeveer 24% in elk van de onderscheiden 10jaarsleeftijdsgroepen en is slechts 4% ouder dan 65 jaar. Bij de geregistreerde personen is daarentegen 10% ouder dan 65 jaar en hebben de jongste 3 leeftijdsgroepen een aandeel van ongeveer 21%. Voor bijvoorbeeld degenen die alleen psychotherapeut zijn is het aandeel 65-plussers bij de geregistreerde personen 38% (zie Tabel I.2), tegenover 14% voor de werkzame personen (zie Tabel II.4). Tabel II.4: Leeftijdsverdeling van in de zorg werkzame personen naar registratiestatus <=34
Leeftijd: relatief tov werkzame populatie 35-44 45-54 55-64 >=65 Totaal
N (100%)
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
24%
24%
23%
25%
4%
100%
18.200
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
12%
23%
28%
32%
5%
100%
12.900
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
21%
31%
25%
21%
2%
100%
7.500
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
2%
16%
22%
46%
14%
100%
1.950
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1%
18%
34%
43%
4%
100%
1.900
31%
42%
26%
2%
100%
90
38%
53%
9%
100%
1.400
100%
240
2%
100%
3.650
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
16%
29%
46%
9%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
46%
29%
10%
13%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
76%
16%
7%
0%
100%
1.450
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
76%
16%
8%
1%
100%
500
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
83%
12%
4%
100%
750
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
42%
39%
17%
100%
150
2%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 15%
27%
27%
27%
3%
100%
10.700
- Psychotherapeut
1%
12%
31%
46%
10%
100%
4.950
- GZP & Klinisch psycholoog
1%
18%
34%
43%
4%
100%
1.950
31%
42%
26%
2%
100%
90
32%
19%
50%
100%
60
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
100% 6%
23%
37%
35%
100%
30
100%
220
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
56
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Zoals bleek bij de leeftijdsverdeling, zijn de in de zorg werkzame psychotherapeuten relatief oud en de orthopedagogen zonder BIG-registratie zijn relatief jong. Dat is ook te zien aan de gemiddelde leeftijd. Die is 55,4 jaar voor de psychotherapeuten en 31,7 jaar voor de orthopedagogen zonder BIG-registratie. Van alle in de zorg werkzame mannen is de gemiddelde leeftijd 52,7 jaar en voor de vrouwen is het 42,7 jaar. Het verschil tussen de gemiddelde leeftijd van alle geregistreerde personen (Tabel I.3) en de in zorg werkzame personen (Tabel II.5), is het grootst bij de psychotherapeuten. Bij hen is de gemiddelde leeftijd van de geregistreerde personen 60,2 jaar en van de in de zorg werkzame personen 55,4. Tabel II.5: Gemiddelde leeftijd van in de zorg werkzame personen naar registratiestatus en geslacht Gemiddelde leeftijd Man
Vrouw
Totaal
N (100%)
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
52,7
42,7
45,3
18.200
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
54,9
46,2
48,8
12.900
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
51,5
43,2
44,8
7.500
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
59,4
52,9
55,4
1.950
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
55,4
51,5
52,9
1.900
- Klinisch neuropsycholoog
53,4
44,9
48,8
90
- Psychiater & psychotherapeut
56,6
53,3
55,4
1.400
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
46,3
43,5
44,5
240
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
42,7
37,3
38,4
3.650
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
32,2
31,7
31,7
1.450
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
36,5
30,5
30,7
500
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
29,0
31,1
31,1
750
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
32,0
38,5
38,5
150
- GZ-psycholoog
53,6
45,3
47,3
10.700
- Psychotherapeut
57,2
52,5
54,6
4.950
- GZP & Klinisch psycholoog
55,4
51,5
52,9
1.950
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
53,4
44,9
48,8
90
56,0
50,4
50,8
60
30,7
30,7
30
48,7
50,0
220
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
57,6
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
57
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
II.4.
Uren per week en FTE in de zorg naar geslacht en leeftijd
De in de zorg werkzame personen werken daar gemiddeld 30,6 uur per week. Dit varieert per registratiestatus van gemiddeld 27,2 uur voor de orthopedagogen zonder registratie tot 34,4 uur per week voor degenen die psychotherapeut en psychiater zijn. Mannen werken gemiddeld 33,7 uur per week en vrouwen 29,5. Omgezet naar een gemiddeld aantal FTE bij een 36-urige werkweek, blijken mannen gemiddeld 0,94 FTE te werken en vrouwen 0,82. Tabel II.6: Uren per week en FTE werkzaam in de zorg naar geslacht en registratiestatus Geslacht: uren per week Man Vrouw Totaal
Geslacht: FTE Man Vrouw Totaal
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
33,7
29,5
30,6
0,94
0,82
0,85
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
33,4
29,7
30,9
0,93
0,83
0,86
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
32,2
29,6
30,1
0,89
0,82
0,84
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
30,6
28,0
29,0
0,85
0,78
0,81
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
36,3
31,2
33,0
1,01
0,87
0,92
- Klinisch neuropsycholoog
33,8
32,1
32,9
0,94
0,89
0,91
- Psychiater & psychotherapeut
35,8
31,7
34,4
0,99
0,88
0,96
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
36,0
32,9
34,0
1,00
0,91
0,94
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
35,1
28,7
30,0
0,98
0,80
0,83
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
33,3
29,0
29,1
0,92
0,81
0,81
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
29,4
27,2
27,2
0,82
0,75
0,76
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
36,0
30,2
30,3
1,00
0,84
0,84
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
36,0
29,1
29,2
1,00
0,81
0,81
- GZ-psycholoog
33,3
29,8
30,6
0,92
0,83
0,85
- Psychotherapeut
34,2
30,0
31,9
0,95
0,83
0,89
- GZP & Klinisch psycholoog
36,4
31,2
33,0
1,01
0,87
0,92
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
33,8
32,1
32,9
0,94
0,89
0,91
1,00
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
36,0
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
33,2
33,3
33,5
30,7
30,7
27,6
28,4
0,92
0,93
0,93
0,85
0,85
0,77
0,79
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Omdat in de vragenlijst alleen gevraagd is naar het aantal gewerkte uren per week (exclusief overwerk) en niet naar de formele omvang van de werkzaamheden in termen van het aantal FTE, is voor de FTE-berekening uitgegaan van de opgave van het aantal uren en een aanname van een 36-urige werkweek op fulltime basis. Een werkweek van 30,6 uur komt dan neer op een “aanstelling” van 0,85 FTE. Het woord “aanstelling” staat daarbij tussen haakjes omdat zelfstandig gevestigde personen geen formele aanstelling hebben: zij zijn niet in loondienst. De keuze voor een 36-urige werkweek per FTE is onder andere gebaseerd op het feit dat in de meeste cao’s sprake is van een 36-urige werkweek op fulltime basis. Het is ook ingegeven door het feit dat een relatief groot aantal mensen 36 uur heeft opgegeven als werkweek. Er was maar een beperkt aantal mensen dat een werkweek van meer dan 36 uur heeft opgegeven. Het een en ander heeft wel als consequentie dat mensen meer dan één FTE kunnen werken. Dat is onder te zien aan het gemiddelde van 1,01 FTE voor de mannen die klinisch psycholoog zijn.
58
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
De verschillen tussen de leeftijdsgroepen in aantal uur per week dat gewerkt wordt, zijn relatief klein in vergelijking met de verschillen naar geslacht en de verschillen naar registratiestatus. Opvallend is wellicht wel het aantal van gemiddeld 23,1 uur per week (of 0,64 FTE) voor degenen die 65 jaar of ouder zijn. Tabel II.7: Uren per week en FTE naar geslacht en registratiestatus <=34
Leeftijd: uren per week 35-44 45-54 55-64 >=65
<=34
Leeftijd: FTE 35-44 45-54 55-64
>=65
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
30,8
29,1
32,4
31,3
23,1
0,86
0,81
0,90
0,87
0,64
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
30,3
29,1
32,5
32,1
23,2
0,84
0,81
0,90
0,89
0,64
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
30,2
28,8
31,9
30,5
20,5
0,84
0,80
0,89
0,85
0,57
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
32,7
29,8
31,2
30,2
20,0
0,91
0,83
0,87
0,84
0,56
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
36,0
29,6
33,0
34,9
27,1
1,00
0,82
0,92
0,97
0,75
32,9
31,8
35,3
20,0
0,91
0,88
0,98
0,56
35,0
34,8
30,0
0,97
0,97
0,83
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
33,7
32,6
34,7
35,6
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
32,1
29,7
30,1
23,9
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
29,6
25,2
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
28,0
22,0
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
30,7
26,6
34,3
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
28,6
27,5
36,7
- GZ-psycholoog
30,2
29,1
32,1
- Psychotherapeut
33,3
30,0
33,4
- GZP & Klinisch psycholoog
36,0
29,7
0,94
0,91
0,96
0,99
24,0
0,89
0,82
0,83
0,66
34,5
4,6
0,82
0,70
0,96
0,13
33,1
2,0
0,78
0,61
0,92
0,06
0,85
0,74
0,95
8,0
0,80
0,76
1,02
31,9
22,4
0,84
0,81
0,89
0,89
33,1
23,9
0,93
0,83
0,93
0,92
0,66
33,1
35,0
27,1
1,00
0,82
0,92
0,97
0,75
32,9
31,8
35,3
20,0
0,91
0,88
0,98
0,56
25,0
32,0
39,5
0,69
0,89
1,10
0,69
0,77
0,86
0,67
0,22
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
0,62
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
30,7
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
31,0
0,85 24,7
27,8
31,0
0,86
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
59
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
II.5.
Huidige beroepstitels en werkzame uren in de zorg
De beroepstitel die het meest gevoerd wordt door degenen die werkzaam zijn in de zorg, is die van GZ-psycholoog. Het gaat dan om naar schatting 7.650 personen en dat is 42% van alle mensen die werkzaam zijn in de zorg en die behoren tot de in dit rapport “beschouwde” populatie van BIG-geregistreerde personen met een “GG-erkenning” 6 plus de niet-BIG-geregistreerde NIP-psychologen en de NVO-orthopedagogen. Van alle BIG-geregistreerde personen met een GG-erkenning is overigens 59% werkzaam als GZ-psycholoog en van alle personen die enkel en alleen een erkenning als GZpsycholoog hebben, is het zelfs 92%. Tabel II.8: Beroepstitels van mensen werkzaam in de zorg naar registratiestatus (deel 1)
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Beroepstitels: relatief tov. in zorg werkzame populatie GZPsycho- Klin. Klin. psycho- thera- psycho- neuroloog peut loog psych.
Beroepstitels: absoluut GZPsycho- Klin. Klin. psycho- thera- psycho- neuroloog peut loog psych.
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
7.650
3.550
1.800
140
42%
19%
10%
1%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
7.600
3.500
1.800
140
59%
27%
14%
1%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
6.950
60
35
40
92%
1%
0%
1%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
340
1.800
85
0
17%
92%
4%
0%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
310
1.100
1.650
15
16%
57%
86%
1%
10
10
20
85
13%
11%
20%
96%
- Psychiater & psychotherapeut
0
550
0
0
0%
38%
0%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
40
40
0
0
1%
1%
0%
0%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
- Klinisch neuropsycholoog
10
0
0
0
1%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
10
0
0
0
6%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
7.600
2.200
1.800
140
71%
21%
17%
1%
- Psychotherapeut
600
3.450
1.450
25
13%
69%
29%
1%
- GZP & Klinisch psycholoog
320
1.100
1.650
35
16%
57%
86%
2%
10
10
20
85
13%
11%
20%
96%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
60
0
0
0
100%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
20
0
0
0
67%
0%
0%
0%
170
15
35
5
79%
7%
15%
1%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
6
De term “GG-erkenning” wordt hier gebruikt voor erkenningen in de geestelijke gezondheid.
60
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Vrijwel alle personen (97%) die erkend zijn als verpleegkundig specialist GGZ en werkzaam zijn in de gezondheidszorg, hebben aangegeven als verpleegkundig specialist GGZ werkzaam te zijn. Een enkeling (maar toch nog altijd 10%) werkt (eventueel ook) in een ander beroep binnen de zorg. Van de NIP-psychologen die in de zorg werken is 84% werkzaam als psycholoog. Het overgrote deel (86%) van de NVO-orthopedagogen die in de zorg werkzaam zijn, werkt daar als orthopedagoog. In de categorie “Ander beroep” kunnen in principe een heleboel beroepstitels vallen. Niet iedereen heeft daarbij de moeite gedaan om precies aan te geven wat dit voor beroep was. Maar een groot deel van de psychiaters/psychotherapeuten (waarvan maar liefst 95% heeft aangekuist dat zij een “ander beroep” uitoefenen) heeft hierbij aangegeven dat men als psychiater werkzaam is. Tabel II.9: Beroepstitels van mensen werkzaam in de zorg naar registratiestatus (deel 2)
Nb meerdere antwoorden mogelijk TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
Beroepstitels: relatief tov. in zorg werkzame populatie Orthopeda- Psycho- Ander loog beroep VS GGZ goog
Beroepstitels: absoluut Orthopeda- Psycho- Ander loog beroep VS GGZ goog 230
1.350
3.200
3.600
1%
7%
18%
20%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
0
110
110
2.500
0%
1%
1%
19%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
0
110
80
900
0%
1%
1%
12%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
0
0
25
160
0%
0%
1%
8%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
0
0
0
120
0%
0%
0%
6%
- Klinisch neuropsycholoog
0
0
0
10
0%
0%
0%
11%
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
0
1.300
0%
0%
0%
95%
230
0
0
25
97%
0%
0%
10%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
0
0
3.050
850
0%
0%
84%
23%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
0
1.250
30
200
0%
86%
2%
14%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0
430
15
85
0%
83%
2%
17%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
700
20
85
0%
89%
2%
11%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0
120
0
30
0%
79%
0%
22%
- GZ-psycholoog
0
110
110
1.050
0%
1%
1%
10%
- Psychotherapeut
0
0
25
1.600
0%
0%
1%
32%
- GZP & Klinisch psycholoog
0
0
0
130
0%
0%
0%
7%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
0
0
0
10
0%
0%
0%
11%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
20
0
0
0%
67%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0
15
0
25
0%
6%
0%
12%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
De in de zorg werkzame personen werken daar gemiddeld 30,6 uur per week (zie Tabel II.10 op de volgende bladzijde). Dit varieert per registratiestatus van gemiddeld 27,2 uur voor de orthopedagogen zonder registratie tot 34,4 uur per week voor degenen die psychotherapeut en psychiater zijn. Bij de uitsplitsing naar beroepstitel geldt dat enkel en alleen de uren zijn geteld die onder die beroepstitel gewerkt worden en zijn bovendien alleen van toepassing voor personen die daadwerkelijk onder zo'n beroepstitel werkzaam zijn. Vandaar dat er in beHet aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
61
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
roepsgroepen die relatief vaker in combinatie worden uitgevoerd, er per beroepstitel een relatief laag aantal uur per week wordt gewerkt. Bijvoorbeeld: er zijn 1.900 klinisch psychologen werkzaam zijn in de zorg (zie Tabel II.1). Die werken gemiddeld 33,0 uur per week (zie Tabel II.10). Per beroepstitel gaat het om bijvoorbeeld 310 klinisch psychologen die (eventueel ook) als GZ-psycholoog werken (zie Tabel II.8). Die 310 personen werken gemiddeld 9,7 uur per week als GZpsycholoog. Van de 1.900 klinisch psychologen zijn er verder 1.100 die (eventueel ook) als psychotherapeut werken en die werken gemiddeld 18,9 uur per week als psychotherapeut. De 1.650 klinisch psychologen die hebben aangegeven als klinisch psycholoog te werken, werken gemiddeld 22,7 uur per week als klinisch psycholoog. De 15 klinisch psychologen die (eventueel ook) als klinisch neuropsycholoog werken, gemiddeld 16,0 uur als klinisch psycholoog. De 10 klinisch psychologen die (eventueel ook) in een “ander beroep” werken (zie Tabel II.9), doen dat voor 15,0 uur per week. Bij de verpleegkundig specialisten is de situatie eenvoudiger: Er werken in totaal 240 verpleegkundig specialisten GGZ in de zorg (zie Tabel II.1) en die werken 34,0 uur per week (zie Tabel II.10). De 230 mensen die als verpleegkundig specialist werken (zie Tabel II.9), doen dat voor 32,6 uur (zie Tabel II.10) en de 25 die (eventueel ook) in een “ander beroep” werken, doen dat voor 24,2 uur. Tabel II.10: Uren per week per persoon per beroepstitel van mensen werkzaam in de zorg naar registratiestatus
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
27,1
u/w Psychotherapeu t 22,1
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
27,1
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
28,7
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
Nb meerdere antwoorden mogelijk
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.) - Klinisch neuropsycholoog
u/w GZpsycholoog
Beroepstitels: uren per week u/w Klin. u/w u/w neuro Klin. Ortho u/w psypedapsych Psyu/w . chochogoog VS loog GGZ loog 22,4
21,6
22,2
22,4
18,1
26,7
12,4
26,5
16,5
9,7
18,9
22,7
19,0
13,1
15,8
27,8
26,1
30,6
21,6
16,9
26,7
26,0
30,9
14,8
16,9
27,5
22,6
30,1
24,1
17,3
29,0
16,0
15,0
33,0
24,9
17,3
32,9
30,4
34,4
24,2
34,0
26,8
30,0
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
32,6
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
18,0
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
25,6
u/w totaal
27,9
14,9
- Psychiater & psychotherapeut
10,0
27,8
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG)
32,6
u/w In een ander beroep
25,6
28,9
24,0
25,6
29,1
27,2
30,0
23,1
27,2
30,2
20,0
27,1
30,3
28,2
29,2
26,7
21,7
30,6
24,1
27,9
31,9
27,1
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
27,1
22,4
22,4
21,6
- Psychotherapeut
10,3
22,3
20,8
14,2
9,9
18,9
22,6
17,4
14,8
33,0
19,0
13,1
15,8
24,9
17,3
32,9
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog
16,9
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
33,5
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
24,0
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
25,0
33,5 22,0 15,2
22,2
18,0
23,8
30,7 22,0
28,4
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten; de gemiddelden zijn daarbij alleen gebaseerd op de respondenten die hebben aangegeven onder de betreffende beroepstitel actief te zijn; voor de N van de gemiddelden per beroepstitel: zie Tabel II.6 en Tabel II.7.
62
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Het totaal aantal in de zorg werkzame personen is op basis van het gemiddelde aantal uren per week omgezet naar het totaal aantal FTE dat gewerkt wordt. Daarbij is uitgegaan van een 36-urige werkweek. Er blijkt in totaal 15.450 FTE gewerkt te worden, waarvan bijvoorbeeld 5.750 FTE als GZ-psycholoog. De FTE’s per beroepstitel zijn daarbij als het ware gecorrigeerd voor de meerdere antwoorden die mogelijk zijn op de vraag onder wat voor beroepstitel men werkzaam is. Inspectie van de onderstaande tabel laat zien dat er voor de meeste beroepsgroepen sprake is van een hoge concentratie van de FTE’s binnen één of enkele registraties en andersom. Door alle personen samen wordt 5.750 FTE als GZ-psycholoog gewerkt, waarvan 5.550 door personen die alleen GZ-psycholoog zijn. De personen die alleen GZ-psycholoog zijn, werken in totaal 6.300 FTE, waarvan dus 5.550 als GZpsycholoog. De mate van concentratie van de FTE’s per beroepstitel binnen één of enkele registraties en andersom is overigens nog wat makkelijker te zien in de twee tabellen die hierna volgen. Tabel II.11: Totaal aantal FTE per beroepstitel van mensen werkzaam in de zorg naar registratiestatus
FTE als GZpsycholoog
Beroepstitels: totaal aantal FTE (obv 36 uur per week per FTE) FTE FTE als als FTE FTE FTE PsyKlin. als als als FTE in chopsyKlin. OrthoPsyeen FTE therachoneuro- als VS pedachoander peut loog psych. goog loog beroep GGZ
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
5.750
2.150
1.100
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
5.750
2.150
1.100
85
0
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
5.550
30
25
15
0
120
1.350
40
0
0
85
550
1.050
5
- Klinisch neuropsycholoog
5
5
10
- Psychiater & psychotherapeut
0
220
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
2.500
2.600
15.450
50
80
1.800
11.050
50
60
550
6.300
0
15
80
1.600
0
0
0
50
1.750
60
0
0
0
5
80
0
0
0
0
0
1.100
1.350
0
0
0
210
0
0
15
230
20
10
0
0
0
0
2.400
650
3.050
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
5
0
0
0
0
1.000
20
140
1.150
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0
0
0
0
0
320
10
55
390
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
0
0
0
0
600
10
65
650
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
5
0
0
0
0
90
0
25
120
5.750
1.400
1.100
85
0
50
80
650
9.100
180
2.150
850
10
0
0
15
1.250
4.400
85
550
1.050
20
0
0
0
55
1.800
5
5
10
60
0
0
0
5
80
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
55
0
0
0
0
0
0
0
55
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
15
0
0
0
0
10
0
0
25
120
5
20
5
0
10
0
15
170
- Psychotherapeut (excl. specialisten) - Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
85
210
1.050
FTE totaal
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog - Psychotherapeut - GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
63
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
In onderstaande tabel is onder andere te zien dat 88% van de FTE’s die door personen met enkel een erkenning als GZ-psycholoog worden gewerkt, wordt gewerkt als GZpsycholoog. Daarnaast wordt 9% van de werktijd besteed in een “ander beroep”. Degenen die alleen een erkenning als psychotherapeut hebben (en eventueel als GZpsycholoog), werken 7% van de werktijd als GZ-psycholoog en 84% als psychotherapeut. Samen is dat 91% van de totale werktijd. Personen met een erkenning als klinisch psycholoog (en dus altijd ook als GZ-psycholoog en vaak ook als psychotherapeut), werken 5% van de werktijd als GZ-psycholoog, 32% als psychotherapeut en 59% als klinisch psycholoog. Samen is dat 97% van de werktijd. Mensen werken dus het grootste deel van de werktijd in een beroep dat behoort bij hun registratie. Tabel II.12: Verdeling van FTE per beroepstitel naar registratiestatus (FTE’s horizontaal gepercenteerd)
Aandeel FTE als GZpsycholoog
Beroepstitels: relatief ten opzichte van totaal aantal FTE AanAandeel deel AanAanAanFTE FTE deel deel deel Aanals als FTE FTE FTE deel AanPsyKlin. als als als FTE in deel Klin. OrthoPsychopsyeen FTE therachoander neuro- als VS pedachopeut loog psych. goog loog GGZ beroep
FTE totaal
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
37%
14%
7%
1%
1%
7%
16%
17%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
52%
20%
10%
1%
0%
0%
1%
16%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
88%
0%
0%
0%
0%
1%
1%
9%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
7%
84%
2%
0%
0%
0%
1%
5%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
5%
32%
59%
0%
0%
0%
0%
3%
100%
- Klinisch neuropsycholoog
8%
4%
10%
73%
0%
0%
0%
6%
100%
- Psychiater & psychotherapeut
0%
16%
0%
0%
0%
0%
0%
84%
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0%
0%
0%
0%
93%
0%
0%
7%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
1%
0%
0%
0%
0%
0%
78%
21%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
1%
0%
0%
0%
0%
85%
2%
12%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0%
0%
0%
0%
0%
83%
3%
14%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0%
0%
0%
0%
0%
89%
2%
10%
100%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
5%
0%
0%
0%
0%
74%
0%
21%
100%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 63%
15%
12%
1%
0%
1%
1%
7%
100%
- Psychotherapeut
4%
48%
19%
0%
0%
0%
0%
28%
100%
- GZP & Klinisch psycholoog
5%
32%
59%
1%
0%
0%
0%
3%
100%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
8%
4%
10%
73%
0%
0%
0%
6%
100%
- GZ-psycholoog
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. 100%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
52%
0%
0%
0%
0%
48%
0%
0%
100%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
69%
4%
12%
1%
0%
5%
0%
9%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
64
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
In onderstaande tabel is onder andere te zien dat 96% van de FTE’s die worden gewerkt als GZ-psycholoog, worden geleverd door personen met enkel een erkenning als GZpsycholoog. Van de FTE’s die gewerkt worden als psychotherapeut, wordt 62% geleverd door personen met enkel een erkenning als psychotherapeut, 26% door personen die een erkenning hebben als klinisch psycholoog en 10% door personen die een erkenning hebben als psychotherapeut en psychiater. Tabel II.13: Verdeling van FTE per registratiestatus naar beroepstitel (FTE’s verticaal gepercenteerd)
Aandeel FTE als GZpsycholoog
Beroepstitels: relatief ten opzichte van totaal aantal FTE AanAandeel deel AanAanAanFTE FTE deel deel deel Aanals als FTE FTE FTE deel AanPsyKlin. als als als FTE in deel Klin. OrthoPsychopsyeen FTE therachoneuro- als VS pedaander chopeut loog psych. goog loog GGZ beroep
FTE totaal
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
100%
100%
100%
100%
0%
5%
3%
70%
71%
96%
1%
2%
19%
0%
5%
3%
22%
41%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
2%
62%
3%
0%
0%
0%
1%
3%
10%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1%
26%
94%
9%
0%
0%
0%
2%
11%
- Klinisch neuropsycholoog
0%
0%
1%
71%
0%
0%
0%
0%
1%
- Psychiater & psychotherapeut
0%
10%
0%
0%
0%
0%
0%
43%
9%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0%
0%
0%
0%
100%
0%
0%
1%
1%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
0%
0%
0%
0%
0%
0%
96%
24%
20%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
0%
0%
0%
0%
0%
95%
1%
6%
8%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0%
0%
0%
0%
0%
31%
0%
2%
3%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0%
0%
0%
0%
0%
56%
0%
2%
4%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0%
0%
0%
0%
0%
9%
0%
1%
1%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 100%
64%
100%
100%
0%
5%
3%
25%
59%
- Psychotherapeut
3%
98%
74%
12%
0%
0%
1%
47%
28%
- GZP & Klinisch psycholoog
2%
26%
94%
21%
0%
0%
0%
2%
12%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
0%
0%
1%
71%
0%
0%
0%
0%
1%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
1%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0%
0%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
2%
0%
2%
2%
0%
1%
0%
1%
1%
- GZ-psycholoog
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
65
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
II.6.
Huidige organisaties en werkzame uren in de zorg
GGZ-instellingen zijn zonder meer de grootste werkgever voor de onderzochte populatie. Van alle werkzame personen werkt 43% in een GGZ-instelling (7.850 mensen). Van de in zorg werkzame personen met een registratie als psychotherapeut en psychiater is zelfs 85% werkzaam in een GGZ-instelling en van de verpleegkundig specialisten GGZ 86%. Bij de niet-BIG-geregistreerde psychologen en orthopedagogen gaat het daarentegen om respectievelijk 25% en 16%. Het aantal mensen dat werkzaam is in een zelfstandige praktijk voor eerstelijnspsychologie en/of psychotherapie is ook aanzienlijk. Duidelijk is dat mensen die als psychotherapeut zijn geregistreerd relatief wat vaker werkzaam zijn in een praktijk voor psychotherapie: zie de 50% voor degenen die alleen maar als psychotherapeut zijn geregistreerd. Degenen die enkel als GZ-psycholoog zijn geregistreerd zijn juist vaker dan gemiddeld werkzaam in een praktijk voor eerstelijnspsychologie. Tabel II.14: Meest voorkomende organisaties van mensen werkzaam in de zorg naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Organisaties: absoluut VrijgePraktijk voor Praktijk vestigde eerstevoor lijnspsycho- combiGGZnatietherainstel- psychopie praktijk logie ling
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
7.850
3.000
2.400
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
6.500
2.150
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
3.300
1.950
950
- Psychotherapeut (excl. specialisten) - Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
Organisaties: relatief tov in zorg werkzame populatie VrijgePraktijk voor Praktijk vestigde eerstevoor lijnspsycho- combiGGZnatietherainstel- psychopie praktijk logie ling
800
43%
17%
13%
4%
2.200
550
51%
17%
17%
4%
170
240
44%
26%
2%
3%
130
1.000
140
50%
7%
50%
7%
1.000
75
750
180
52%
4%
39%
10%
35
5
5
5
37%
2%
7%
5%
1.200
0
310
0
85%
0%
22%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
210
0
5
5
86%
0%
1%
1%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
900
750
200
180
25%
21%
5%
5%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
230
100
0
50
16%
7%
0%
3%
80
40
0
5
15%
8%
0%
1%
110
50
0
40
14%
6%
0%
5%
50
10
0
5
33%
8%
0%
3%
- GZ-psycholoog
4.900
2.100
1.400
550
46%
20%
13%
5%
- Psychotherapeut
2.950
170
2.000
300
60%
4%
41%
6%
- GZP & Klinisch psycholoog
1.000
75
750
190
51%
4%
39%
10%
35
5
5
5
37%
2%
7%
5%
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
10
0
0
0
33%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
50
25
10
10
24%
11%
5%
4%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
66
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Niet-BIG-geregistreerde orthopedagogen zijn vaker dan gemiddeld werkzaam in een instelling voor gehandicaptenzorg (37%, versus 8% voor het totaal van alle onderzochte personen) of een instelling voor jeugdzorg (25% versus 5% voor het totaal). Tabel II.15: Minder voorkomende organisaties van mensen werkzaam in de zorg naar registratiestatus (deel 1)
Nb meerdere antwoorden mogelijk TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
Organisaties: absoluut Een instelling Een instelEen instelvoor ling voor ling voor jeugdgehandiforensische zorg captenzorg zorg
Organisaties: relatief tov in zorg werkzame populatie Een instelling voor gehandicaptenzorg
Een instelling voor jeugdzorg
Een instelling voor forensische zorg
1.400
950
700
8%
5%
4%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
700
390
600
5%
3%
5%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
700
340
360
9%
5%
5%
0
25
120
0%
1%
6%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
20
25
60
1%
1%
3%
- Klinisch neuropsycholoog
5
0
0
4%
0%
0%
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
40
0%
0%
3%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
5
0
5
2%
0%
1%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
140
220
95
4%
6%
3%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
550
360
5
37%
25%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
220
90
0
43%
17%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
270
250
0
34%
32%
0%
55
20
5
35%
14%
3%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
700
390
460
7%
4%
4%
- Psychotherapeut
20
50
220
0%
1%
5%
- GZP & Klinisch psycholoog
20
25
60
1%
1%
3%
5
0
0
4%
0%
0%
45
0
0
75%
0%
0%
0
0
0
0%
0%
0%
65
60
10
29%
27%
5%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
67
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Klinisch neuropsychologen (met 53%) en, maar in mindere mate, klinisch psychologen (met 16%) zijn relatief vaak werkzaam in een algemeen of academisch ziekenhuis. Gemiddeld werkt 6% van alle onderzochte personen in een ziekenhuis. Niet-BIGgeregistreerde psychologen zijn vaker dan gemiddeld werkzaam in een verpleeg- en/of verzorgingshuis (14% versus 4% voor het totaal). Tabel II.16: Minder voorkomende organisaties van mensen werkzaam in de zorg naar registratiestatus (deel 2)
Nb meerdere antwoorden mogelijk TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
Organisaties: absoluut Algemeen Verpleegof acadeen/of misch verzorRevalidatieziekenhuis gingshuis instelling
Organisaties: relatief tov in zorg werkzame populatie Algemeen Verpleegof acadeen/of vermisch zorgingsRevalidatieziekenhuis huis instelling
1.100
700
410
6%
4%
2%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
850
180
230
7%
1%
2%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
360
170
230
5%
2%
3%
50
0
0
3%
0%
0%
310
10
0
16%
1%
0%
- Klinisch neuropsycholoog
50
5
5
53%
4%
4%
- Psychiater & psychotherapeut
95
0
0
7%
0%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
30
5
0
13%
1%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
180
500
150
5%
14%
4%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
30
0
20
2%
0%
2%
0
0
15
0%
0%
2%
30
0
10
4%
0%
1%
0
0
0
0%
0%
0%
- GZ-psycholoog
750
180
230
7%
2%
2%
- Psychotherapeut
340
10
0
7%
0%
0%
- GZP & Klinisch psycholoog
320
10
5
17%
1%
0%
50
5
5
53%
4%
4%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0
0
5
0%
0%
6%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
0
0
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0
0
10
0%
0%
4%
- Psychotherapeut (excl. specialisten) - Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
68
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Niet-BIG-geregistreerde psychologen zijn vaker dan gemiddeld werkzaam in een niet eerder genoemde organisatie (23% versus 13% voor de eerste “andere organisatie” en 6% versus 2% voor een eventuele tweede “andere organisatie”). Hoewel de vraag naar wat voor soort organisaties dat dan zijn relatief slecht is ingevuld, lijkt het erop dat het relatief vaak gaat om een onderwijs- of onderzoeksinstelling. Tabel II.17: Overige organisaties van mensen werkzaam in de zorg naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Organisaties: absoluut Andere Andere organisatie organisatie 1 2
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
2.300
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
Organisaties: relatief tov in zorg werkzame populatie Andere organisatie 1
Andere organisatie 2
280
13%
2% 0%
1.250
45
10%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
850
40
11%
1%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
120
0
6%
0%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
110
10
5%
0%
20
0
20%
0%
180
0
13%
0%
20
0
8%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
800
210
23%
6%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
1%
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
190
20
13%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
75
15
15%
2%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
95
0
12%
0%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
20
5
14%
4%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 1.050
45
10%
0%
- Psychotherapeut
380
10
8%
0%
- GZP & Klinisch psycholoog
110
10
6%
0%
20
0
20%
0%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
20
0
35%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
20
10
67%
33%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
20
10
9%
4%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
69
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Net als voor de beroepstitels, is ook voor de organisaties gevraagd hoeveel uur per week men daar werkzaam is. De uitkomsten daarvan staan in de volgende twee tabellen (zie Tabel II.18 en Tabel II.19). Daarbij wordt voor iedereen die in een bepaald type organisatie werkzaam is aangegeven wat het gemiddelde is van de daar gewerkt uren. Deze gegevens zijn vooral van belang omdat daarmee straks (zie Tabel II.20 en Tabel II.21) berekend kan worden hoeveel FTE er in totaal per type organisatie gewerkt wordt. Tabel II.18: Uren per week per persoon per organisatie naar registratiestatus (deel 1)
Nb meerdere antwoorden mogelijk
u/w GGZinstelling
u/w Praktijk voor eerstelijnspsychologie
Organisaties: uren per week u/w u/w Een Vrijgeinstelu/w Een vestigling instelu/w de voor ling Praktijk combigehanvoor voor jeugdnatiedicappsychotherapie praktijk tenzorg zorg
u/w Een instelling voor forensische zorg
Uren totaal volgens ingevulde organisaties
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
28,3
24,7
20,7
23,1
28,5
27,6
29,9
30,7
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
28,3
24,5
20,7
24,1
28,4
23,6
28,8
31,0
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
27,3
25,6
22,0
28,0
28,2
24,2
31,7
30,2
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
26,1
17,7
21,3
20,9
17,8
26,0
29,1
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
28,8
7,5
23,0
21,2
36,0
19,9
23,9
- Klinisch neuropsycholoog
22,7
8,0
32,6
27,7
26,2
- Psychiater & psychotherapeut
32,5
12,6
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
32,5
8,0
8,0
25,4
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
28,0
25,1
19,8
19,8
31,2
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
26,8
25,5
24,5
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
28,2
27,7
40,0
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
25,5
22,7
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
27,5
29,1
- GZ-psycholoog
27,5
24,6
- Psychotherapeut
29,3
16,0
- GZP & Klinisch psycholoog
28,7
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
22,7
33,1 32,8
18,0
34,7
32,0
34,0
31,9
37,0
29,9
27,8
29,4
32,0
27,2
26,7
22,0
28,4
30,9
24,0
27,6
22,6
32,0
29,3
23,2
24,1
28,4
23,6
30,1
30,7
20,9
21,9
34,8
18,8
23,9
32,1
7,5
23,0
21,1
34,8
19,9
23,9
8,0
32,6
27,7
26,2
32,8
33,7
33,7
29,1 27,2 30,4
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
33,2
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
32,0
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
25,7
30,7 16,7
22,2
20,6
28,4
23,3
20,2
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
70
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
28,3
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg Tabel II.19: Uren per week per persoon per organisatie naar registratiestatus (deel 2) Organisaties: uren per week
Nb meerdere antwoorden mogelijk
u/w Algemeen of academisch ziekenhuis
u/w Verpleegen/of verzorgingshuis
u/w Revalidatieinstelling
u/w Andere organisatie 1
u/w Andere organisatie 2
Uren totaal volgens ingevulde organisaties
7,0
30,7 31,0
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
26,2
25,3
24,1
21,0
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
25,9
22,5
25,5
19,1
8,9
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
24,7
23,0
25,5
21,7
10,3
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
16,2
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
27,1
12,0
- Klinisch neuropsycholoog
25,0
29,1
- Psychiater & psychotherapeut
32,0
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
30,5
2,0
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
26,1
26,4
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
29,3
13,6
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
29,3
18,4 30,0
21,1
30,2 29,1
2,0
33,1
21,1
32,8
11,4
34,7
22,4
34,0
23,4
6,5
29,9
29,7
23,2
8,4
29,1
28,0
20,1
5,5
27,2
14,3
29,3
32,0
26,6 18,8
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
30,4
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
25,2
22,5
- Psychotherapeut
25,1
12,0
- GZP & Klinisch psycholoog
27,5
15,5
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
25,0
29,1
25,5
21,2
8,9
30,7
12,8
2,0
32,1
24,0
18,9
2,0
30,0
21,1
33,2 32,8
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
36,0
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
28,0
17,9
33,7
18,0
24,0
30,7
19,5
4,9
28,3
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
71
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
In de volgende twee tabellen (zie Tabel II.20 en Tabel II.21) zijn de gegevens over het aantal werkzame personen per type organisatie (zie Tabel II.14 tot en met Tabel II.17) gecombineerd met het aantal gewerkte uren (zie Tabel II.18 en Tabel II.19). Op die manier is bijvoorbeeld vastgesteld dat van de in totaal 15.500 FTE die gewerkt wordt, er 6.200 gewerkt wordt in de GGZ-instellingen. Om de relatieve verdeling van de uren over de organisaties per registratiestatus makkelijker zichtbaar te maken, zijn hierna nog Tabel II.22 en Tabel II.23 toegevoegd. De relatieve verdeling over de registratiestatus per organisatie staat in Tabel II.24 en Tabel II.25. Tabel II.20: Totaal aantal FTE per organisatie naar registratiestatus (deel 1)
FTE in GGZinstelling
FTE in Praktijk voor eerstelijnspsychologie
Organisaties: uren per week FTE in Een FTE in FTE in instelVrijgeEen ling vestiginstelFTE in voor de ling Praktijk combivoor gehanvoor dicapnatiepsychojeugdtherapie praktijk tenzorg zorg
FTE in Een instelling voor forensische zorg
FTE totaal volgens ingevulde organisaties
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
6.200
2.050
1.400
500
1.100
750
550
15.500
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
5.100
1.450
1.300
380
550
250
470
11.100
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
2.500
1.400
110
190
550
230
320
6.300
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
700
65
600
80
0
10
85
1.600
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
800
15
480
110
20
15
40
1.750
20
5
5
5
5
0
0
80
1.050
0
110
0
0
0
20
1.350
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
190
0
5
5
5
0
5
230
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
700
550
110
95
120
190
100
3.050
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut
170
75
0
35
420
290
5
1.150
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
60
35
0
5
170
65
0
390
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
75
30
0
25
210
210
0
650
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
40
10
0
5
40
15
5
120
- GZ-psycholoog
3.750
1.450
900
380
550
250
390
9.150
- Psychotherapeut
2.400
75
1.150
180
20
25
150
4.400
800
15
480
110
20
15
40
1.800
20
5
5
5
5
0
0
80
55
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
0
0
0
0
40
0
0
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
10
0
0
0
0
0
0
25
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
35
10
5
5
50
40
5
170
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
72
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg Tabel II.21: Totaal aantal FTE per organisatie naar registratiestatus (deel 2) Organisaties: uren per week FTE in Algemeen of academisch ziekenhuis
FTE in Verpleegen/of verzorgingshuis
FTE in Revalidatieinstelling
FTE in Andere organisatie 1
FTE in Andere organisatie 2
FTE totaal volgens ingevulde organisaties
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
800
480
270
1.350
55
15.500
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
600
110
160
650
10
11.100
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
250
110
160
500
10
6.300
25
0
0
45
0
1.600 1.750
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
240
5
0
55
5
- Klinisch neuropsycholoog
35
5
5
10
0
80
- Psychiater & psychotherapeut
85
0
0
55
0
1.350
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
25
5
0
10
0
230
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
130
370
90
550
40
3.050
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
25
0
20
120
5
1.150
0
0
10
45
5
390
25
0
10
70
0
650
0
0
0
10
5
120
- GZ-psycholoog
550
110
160
600
10
9.150
- Psychotherapeut
240
5
0
130
5
4.400
- GZP & Klinisch psycholoog
250
5
5
55
5
1.800
35
5
5
10
0
80
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0
0
5
10
0
55
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
0
0
10
5
25
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0
0
5
10
5
170
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
73
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
In Tabel II.22 en Tabel II.23 is de relatieve verdeling van de uren over de organisaties per registratiestatus zichtbaar gemaakt. Te zien is bijvoorbeeld dat van alle gewerkte FTE, 40% in GGZ-instellingen wordt geleverd, 13% in praktijken voor eerstelijnspsychologie, 9% in praktijken voor psychotherapie en 3% in combinatiepraktijken. In die drie laatste typen organisaties wordt dus bij elkaar 25% van alle FTE gewerkt. Tabel II.22: Verdeling FTE per organisatie naar registratiestatus (horizontaal gepercenteerd) (deel 1) Organisaties: uren per week Aandeel FTE in Aandeel Aandeel Een FTE in FTE in instelEen Aandeel Vrijgeling vestiginstelFTE in de ling voor Praktijk gehancombivoor voor dicapnatiejeugdpsychozorg therapie praktijk tenzorg
Aandeel FTE in Een instelling voor forensische zorg
Aandeel FTE totaal volgens ingevulde organisaties
Aandeel FTE in GGZinstelling
Aandeel FTE in Praktijk voor eerstelijnspsychologie
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
40%
13%
9%
3%
7%
5%
4%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
46%
13%
12%
3%
5%
2%
4%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
40%
22%
2%
3%
8%
4%
5%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
44%
4%
36%
5%
0%
1%
5%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
45%
1%
27%
6%
1%
1%
2%
100%
- Klinisch neuropsycholoog
25%
0%
7%
4%
3%
0%
0%
100%
- Psychiater & psychotherapeut
80%
0%
8%
0%
0%
0%
2%
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
82%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
24%
18%
4%
3%
4%
6%
3%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
15%
6%
0%
3%
36%
25%
0%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
16%
8%
0%
2%
43%
17%
0%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
11%
5%
0%
4%
32%
33%
0%
100%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
31%
8%
0%
2%
33%
11%
3%
100%
- GZ-psycholoog
41%
16%
10%
4%
6%
3%
4%
100%
- Psychotherapeut
55%
2%
26%
4%
0%
1%
3%
100%
- GZP & Klinisch psycholoog
44%
1%
27%
6%
1%
1%
2%
100%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
25%
0%
7%
4%
3%
0%
0%
100%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. 0%
0%
0%
0%
75%
0%
0%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
35%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
22%
6%
4%
3%
29%
22%
3%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
74
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg Tabel II.23: Verdeling FTE per organisatie naar registratiestatus (horizontaal gepercenteerd) (deel 2) Organisaties: uren per week Aandeel FTE in Algemeen of academisch ziekenhuis
Aandeel FTE in Verpleegen/of verzorgingshuis
Aandeel FTE in Revalidatieinstelling
Aandeel FTE in Andere organisatie 1
Aandeel FTE in Andere organisatie 2
Aandeel FTE totaal volgens ingevulde organisaties
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
5%
3%
2%
9%
0%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
6%
1%
1%
6%
0%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
4%
2%
3%
8%
0%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1%
0%
0%
3%
0%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
13%
0%
0%
3%
0%
100%
- Klinisch neuropsycholoog
40%
3%
3%
13%
0%
100%
6%
0%
0%
4%
0%
100%
11%
0%
0%
5%
0%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
4%
12%
3%
18%
1%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
2%
0%
2%
11%
0%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0%
0%
3%
11%
0%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
4%
0%
1%
11%
0%
100%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0%
0%
0%
9%
2%
100%
- GZ-psycholoog
6%
1%
2%
7%
0%
100%
- Psychotherapeut
5%
0%
0%
3%
0%
100%
- GZP & Klinisch psycholoog
14%
0%
0%
3%
0%
100%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
40%
3%
3%
13%
0%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0%
0%
7%
18%
0%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0%
0%
0%
39%
26%
100%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0%
0%
4%
6%
1%
100%
- Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
75
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
In Tabel II.24 en Tabel II.25 staat de relatieve verdeling van de uren over de organisaties per registratiestatus. Van alle gewerkte FTE in GGZ-instellingen, wordt 41% gewerkt door personen die enkel en alleen GZ-psycholoog zijn. In praktijken voor eerstelijnspsychologie hebben de personen die enkel en alleen GZ-psycholoog zijn een aandeel van 67% in de gewerkte FTE. Tabel II.24: Verdeling FTE per organisatie naar registratiestatus (verticaal gepercenteerd) (deel 1) Organisaties: uren per week Aandeel FTE in Aandeel Aandeel Een FTE in FTE in instelEen Aandeel Vrijgeling vestiginstelFTE in de ling voor Praktijk gehancombivoor voor dicapnatiejeugdpsychozorg therapie praktijk tenzorg
Aandeel FTE in Een instelling voor forensische zorg
Aandeel FTE totaal volgens ingevulde organisaties
Aandeel FTE in GGZinstelling
Aandeel FTE in Praktijk voor eerstelijnspsychologie
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
83%
71%
92%
74%
51%
34%
82%
71%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
41%
67%
8%
37%
49%
31%
56%
41%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
11%
3%
42%
15%
0%
2%
15%
10%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
13%
1%
34%
21%
2%
2%
7%
11%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
1%
17%
0%
8%
0%
0%
0%
4%
9%
3%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
1%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
12%
26%
8%
19%
11%
26%
17%
20%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
3%
4%
0%
6%
38%
40%
1%
7%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
1%
2%
0%
1%
15%
9%
0%
3%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
1%
1%
0%
5%
19%
29%
0%
4%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
1%
0%
0%
1%
4%
2%
1%
1%
- GZ-psycholoog
61%
70%
66%
74%
51%
34%
68%
59%
- Psychotherapeut
39%
4%
84%
36%
2%
3%
26%
28%
- GZP & Klinisch psycholoog
13%
1%
35%
21%
2%
2%
7%
12%
0%
0%
0%
1%
0%
0%
0%
1%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0%
0%
0%
0%
4%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
1%
1%
0%
1%
5%
5%
1%
1%
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
76
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
In onderstaande tabel is nog eens goed te zien dat in de verpleeg- en verzorgingshuizen een groot deel van het aantal FTE (namelijk 76%) gewerkt wordt door niet-BIGgeregistreerde psychologen. Tabel II.25: Verdeling FTE per organisatie naar registratiestatus (verticaal gepercenteerd) (deel 2) Organisaties: uren per week Aandeel FTE in Algemeen of academisch ziekenhuis
Aandeel FTE in Verpleegen/of verzorgingshuis
Aandeel FTE in Revalidatieinstelling
Aandeel FTE in Andere organisatie 1
Aandeel FTE in Andere organisatie 2
Aandeel FTE totaal volgens ingevulde organisaties
100%
100%
100%
100%
100%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
78%
24%
60%
50%
21%
71%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
31%
22%
59%
38%
21%
41%
3%
0%
0%
3%
0%
10%
30%
1%
0%
4%
1%
11%
4%
1%
1%
1%
0%
1%
11%
0%
0%
4%
0%
9%
3%
0%
0%
1%
0%
1%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
16%
76%
33%
40%
71%
20%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
3%
0%
7%
9%
8%
7%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0%
0%
4%
3%
4%
3%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
3%
0%
3%
5%
0%
4%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0%
0%
0%
1%
4%
1%
- GZ-psycholoog
67%
24%
60%
46%
21%
59%
- Psychotherapeut
30%
1%
0%
10%
1%
28%
- GZP & Klinisch psycholoog
31%
1%
0%
4%
1%
12%
4%
1%
1%
1%
0%
1%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0%
0%
1%
1%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0%
0%
0%
1%
12%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0%
0%
2%
1%
2%
1%
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
- Psychotherapeut (excl. specialisten) - Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.) - Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
De GZ-psychologen leveren in vrijwel alle soorten organisaties een relatief groot deel van de FTE’s. Dat geldt vooral voor de praktijken voor eerstelijnspsychologie (67%), de revalidatie-instellingen (58%) en de instellingen voor forensische zorg (56%). Maar ook voor instellingen voor gehandicaptenzorg (49%), de GGZ-instellingen (41%), de vrij gevestigde combinatiepraktijken (31%) en de ziekenhuizen (31%). In elk van deze instellingen zijn de GZ-psychologen de groep met het grootste aandeel in de FTE’s. De niet-BIG-erkende psychologen leveren bij de verpleeghuizen het overgrote deel van de FTE’s (76%). In de drie soorten organisaties waar de GZ-psychologen de meerderheid van de FTE’s leveren, zijn de niet-BIG-erkende psychologen na de GZpsychologen de tweede leverancier van FTE’s: bij de praktijken voor eerstelijnspsychologie (26%), de revalidatie-instellingen (33%) en de instellingen voor forensische zorg (17%). De niet-BIG-erkende orthopedagogen spelen vooral een relatief grote rol bij de instellingen voor de jeugdzorg (40%) en de instellingen voor de gehandicaptenzorg (38%).
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
77
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
II.7.
Huidige soort dienstverband en werkzame uren in de zorg
Van alle in de zorg werkzame personen, is 65% alleen in loondienst werkzaam, 23% is alleen werkzaam in een vrije vestiging en 12% is werkzaam zowel in loondienst als in vrije vestiging. De verpleegkundig specialisten GGZ en de niet-BIG-geregistreerde orthopedagogen zijn meestal alleen maar werkzaam in loondienst (respectievelijk 94% en 93%). De personen die alleen psychotherapeut zijn, zijn relatief vaak alleen vrij gevestigd werkzaam (41%). Tabel II.26: Soort dienstverband van in de zorg werkzame personen naar registratiestatus Dienstverband: relatief tov van in zorg werkzame populatie Werkzaam in combiAlleen Alleen natie loondienst vrijgevestigd
Totaal werkzaam (100%)
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
65%
23%
12%
18.200
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
61%
25%
14%
12.900
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
70%
21%
9%
7.500
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
37%
41%
21%
1.950
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
48%
25%
28%
1.900
- Klinisch neuropsycholoog
77%
12%
12%
90
- Psychiater & psychotherapeut
64%
19%
17%
1.400
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
94%
2%
4%
240
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
66%
28%
7%
3.650
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
93%
3%
3%
1.450
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
95%
4%
1%
500
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
95%
1%
4%
750
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
80%
10%
10%
150
- GZ-psycholoog
63%
24%
13%
10.700
- Psychotherapeut
46%
31%
23%
4.950
- GZP & Klinisch psycholoog
48%
25%
27%
1.950
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
77%
12%
12%
90
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
100%
0%
0%
60
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
100%
0%
0%
30
72%
8%
20%
220
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
78
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Het aantal gewerkte uren van mensen die alleen in loondienst werkzaam zijn of alleen in vrije vestiging, verschilt nauwelijks. In beide gevallen gaat het om ongeveer 30 uur per week. Maar mensen die zowel in loondienst als in vrije vestiging werkzaam zijn, werken duidelijk meer uur: 35,5 uur per week in totaal, waarvan 25,2 uur in loondienst en 10,3 uur in vrije vestiging. Tabel II.27: Uren per week per soort dienstverband van in de zorg werkzame personen naar registratiestatus Alleen loondienst
Alleen vrijgevestigd
Uren loondienst
Uren vrijgevestigd
Werkzaam in combinatie Uren Uren Uren vrijgevestigd loondienst totaal
Uren totaal
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
30,1
29,9
25,2
10,3
35,5
30,7
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
29,9
30,9
25,5
10,3
35,8
31,0
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
29,1
31,9
23,7
11,0
34,7
30,1
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
29,2
26,0
23,7
11,9
35,6
29,2
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
31,0
33,6
27,1
9,5
36,6
33,2
- Klinisch neuropsycholoog
32,2
35,1
21,9
12,1
34,0
32,8
- Psychiater & psychotherapeut
33,9
34,6
30,5
7,1
37,6
34,7
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
33,7
47,0
28,1
7,3
35,4
34,0
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
31,1
26,5
22,6
11,3
33,9
30,0
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
28,8
34,3
23,5
8,6
32,1
29,1
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
27,0
28,3
8,0
26,0
34,0
27,2
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
30,2
40,0
28,0
3,7
31,7
30,4
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
27,8
38,5
21,5
10,6
32,1
29,3
- GZ-psycholoog
29,3
31,7
24,9
10,9
35,8
30,7
- Psychotherapeut
31,5
29,8
26,4
10,4
36,8
32,2
- GZP & Klinisch psycholoog
31,1
33,7
27,1
9,5
36,6
33,2
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
32,2
35,1
21,9
12,1
34,0
32,8
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
33,5
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
30,7
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
27,8
33,5 30,7 28,3
26,1
5,3
31,4
28,6
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
79
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
II.8.
Huidige werkzame uren in de zorg: tevredenheid
Een groot deel van de in de zorg werkzame personen (83%) is tevreden met het huidige aantal uur dat men werkt. Een klein deel van 6% zou liever meer uren willen werken en een iets groter deel van 12% zou liever minder uren willen werken. Het zijn vooral de niet-BIG-geregistreerde psychologen (13%) en orthopedagogen (12%) die liever meer uren zouden willen werken. Psychotherapeuten (19%), klinisch neuropsychologen (18%) en verpleegkundig specialisten (18%) willen relatief wat vaker dan gemiddeld minder uren gaan werken. Tabel II.28: Verandering gewenst van werkzame uren van werkzame personen naar registratiestatus Verandering uren: relatief tov van in zorg werkzame populatie Liever minder Liever Geen veranuren meer uren dering
Totaal werkzaam (100%)
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
6%
83%
12%
18.200
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
3%
84%
13%
12.900
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
4%
83%
12%
7.500
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
0%
81%
19%
1.950
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
2%
82%
16%
1.900
- Klinisch neuropsycholoog
2%
80%
18%
90
93%
7%
1.400
5%
77%
18%
240
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
13%
79%
8%
3.650
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
12%
82%
6%
1.450
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
19%
72%
9%
500
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
10%
87%
4%
750
2%
91%
7%
150
- GZ-psycholoog
4%
83%
14%
10.700
- Psychotherapeut
0%
85%
15%
4.950
- GZP & Klinisch psycholoog
2%
81%
16%
1.950
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
2%
80%
18%
90
94%
6%
- Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
4%
87%
60 30
9%
220
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
80
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Degenen die liever meer uren zouden willen werken, werken momenteel 22,6 uren per week en ze willen graag 30,3 uur gaan werken. Degenen die tevreden zijn, werken 30,5 uur. Degenen die minder willen gaan werken, werken gemiddeld 34,8 uur en willen graag terug naar 26,1 uur. Voor het geheel van de werkzame populatie zou realisering van deze wensen neerkomen op een kleine teruggang van 30,6 uur naar 30,0 uur. Voor de gehele groep van BIG-geregistreerde GZ-psychologen en psychotherapeuten zou het neerkomen op een daling met ongeveer 1 uur van 30,9 naar 29,8 uur. Voor de verpleegkundig specialisten komt de daling in dezelfde orde van grootte: van 34,0 naar 33,2. De niet-BIG-geregistreerde psychologen zouden juist gemiddeld een half uur langer willen werken (30,4 uur in plaats van 30 uur) en de orthopedagogen willen een heel uur langer werken (30,2 uur in plaats van 29,0 uur). Tabel II.29: Huidige en gewenste aantal uren per week van in de zorg werkzame personen naar registratiestatus Liever meer uur GeHuidiwenst ge aantal aantal uur uur
Geen verandering GeHuidiwenst ge aantal aantal uur uur
Liever minder uur GeHuidiwenst ge aantal aantal uur uur
Totaal GeHuidiwenst ge aantal aantal uur uur
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
22,6
30,3
30,5
30,5
34,8
26,1
30,6
30,0
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
25,5
30,4
30,4
30,4
34,8
25,8
30,9
29,8
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
24,6
29,6
29,8
29,8
34,3
26,2
30,1
29,3
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
24,0
32,0
28,0
28,0
33,5
22,1
29,0
26,9
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
31,3
36,1
32,1
32,1
37,6
28,2
33,0
31,6
- Klinisch neuropsycholoog
36,0
40,0
32,6
32,6
33,6
27,2
32,9
31,7
34,3
34,3
36,2
29,7
34,4
34,0
- Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
34,9
40,4
33,6
33,6
35,7
29,9
34,0
33,2
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
20,6
29,1
31,0
31,0
35,9
27,3
30,0
30,4
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
21,0
32,4
30,2
30,2
31,1
25,9
29,1
30,2
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
18,4
31,9
29,3
29,3
30,4
24,6
27,2
29,4
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
24,2
33,3
31,1
31,1
29,3
25,3
30,3
31,1
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
24,0
28,0
28,5
28,5
39,1
33,6
29,2
28,9
- GZ-psycholoog
25,5
30,4
30,2
30,2
34,8
26,2
30,6
29,6
- Psychotherapeut
28,4
34,9
31,3
31,3
35,4
25,4
31,9
30,5
- GZP & Klinisch psycholoog
31,5
36,2
32,2
32,2
37,6
28,3
33,0
31,6
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
36,0
40,0
32,6
32,6
33,6
27,2
32,9
31,7
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
33,3
33,3
36,0
32,0
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
30,7
30,7
28,2
28,2
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
24,6
29,0
32,1
24,4
33,5
33,3
30,7
30,7
28,4
27,9
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
81
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
II.9.
Huidige werkzame uren buiten de zorg
Van alle in de zorg werkzame personen heeft 9% ook nog werk buiten de zorg. Dat lijkt vooral te gelden voor klinisch neuropsychologen (27%). Tabel II.30: Ook werk buiten de zorg naar registratiestatus Ook nog werk buiten de zorg? Ja
Nee
Totaal
N (100%)
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
9%
91%
100%
18.200
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
9%
91%
100%
12.900
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
7%
93%
100%
7.500
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
12%
88%
100%
1.950
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
15%
85%
100%
1.900
- Klinisch neuropsycholoog
27%
73%
100%
90
- Psychiater & psychotherapeut
7%
93%
100%
1.400
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
8%
92%
100%
240
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
9%
91%
100%
3.650 1.450
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
7%
93%
100%
13%
87%
100%
500
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
2%
98%
100%
750
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
4%
96%
100%
150
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 9%
91%
100%
10.700
- Psychotherapeut
12%
88%
100%
4.950
- GZP & Klinisch psycholoog
15%
85%
100%
1.950
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
27%
73%
100%
90
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
100%
100%
60
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
100%
100%
30
82%
100%
220
- GZ-psycholoog
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
18%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
82
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Degenen die ook werk buiten de zorg hebben, blijken daar 11 uur aan te besteden. Naast de 28,6 uur die ze binnen de zorg werken, komt dat neer op een totale werkweek van 39,6 uur. Degenen die enkel en alleen werkzaam zijn binnen de zorg, werken 30,8 uur. Voor de gehele groep van werkzame personen zou dit betekenen dat men gemiddeld naast de 30,6 uur in de zorg ook nog 1 uur buiten de zorg zou werken. Hierbij moet opgemerkt worden dat het niet uitgesloten is dat een aantal mensen de uren die buiten de zorg worden gewerkt ook al hebben opgegeven bij de inventarisatie van de uren per beroepstitel en per organisatie. Met name in de categorie “anders” van zowel de beroepen als de organisaties kan men de uren buiten de zorg al hebben ingevuld. Tabel II.31: Aantal uren per week in en buiten de zorg van werkzame personen naar registratiestatus Ook werkzaam buiten de zorg Aantal uur Aantal buiten uur in de zorg de zorg TOTAAL personen (geen dubbeltellingen) BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
11,0
28,6
Alleen werkzaam binnen de zorg Aantal uur Aantal buiten uur in de zorg de zorg 0,0
30,8
Totaal Aantal uur Aantal buiten uur in de zorg de zorg 1,0
30,6
8,5
30,0
0,0
30,9
0,8
30,9
13,2
27,5
0,0
30,3
0,9
30,1
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
3,9
31,6
0,0
28,6
0,5
29,0
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
4,8
34,0
0,0
32,8
0,7
33,0
11,9
30,9
0,0
33,6
3,2
32,9
4,0
27,8
0,0
34,9
0,3
34,4
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
11,2
31,7
0,0
34,2
0,9
34,0
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
18,5
25,4
0,0
30,4
1,8
30,0
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
14,9
21,2
0,0
29,7
1,0
29,1
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
15,7
20,3
0,0
28,3
2,1
27,2
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
12,5
26,0
0,0
30,5
0,3
30,3
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
13,7
17,3
0,0
29,7
0,6
29,2
- GZ-psycholoog
9,7
30,1
0,0
30,7
0,9
30,6
- Psychotherapeut
4,5
32,5
0,0
31,8
0,5
31,9
- GZP & Klinisch psycholoog
4,8
34,1
0,0
32,8
0,7
33,0
11,9
30,9
0,0
33,6
3,2
32,9
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0,0
33,5
0,0
33,5
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0,0
30,7
0,0
30,7
0,0
28,8
1,6
28,4
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
8,8
26,6
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
83
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
II.10. Huidige werkzaamheid in de zorg: regionale spreiding In de vragenlijst is ook nog gevraagd in welke provincie men vooral actief is. Op basis daarvan is in onderstaande tabel aangegeven hoeveel werkzame personen er zijn per landsdeel. Niet verrassend daarbij is dat de meeste werkzame personen werkzaam zijn in het “Westen”, namelijk 8.950 van de 18.150. Om het een en ander beter in perspectief te zetten is eerst nog de relatieve verdeling naar landsdeel in een tabel gezet (Tabel II.33) en vervolgens is ook nog aangegeven hoeveel werkzame personen er zijn per 1 miljoen inwoners (Tabel II.34). Tabel II.32: Aantal in de zorg werkzame personen per landsdeel naar registratiestatus FTE per landsdeel: absoluut Noorden Oosten Westen Zuiden (Gr/Fr/D (Ov/Fl/G (Ut/NH/ (Ze/NB/ r) e) ZH) Li)
Totaal Nederland (100%)
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
1.650
4.000
8.950
3.550
18.150
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
1.350
3.250
5.900
2.300
12.800
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
800
1.950
3.300
1.450
7.500
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
300
290
1.000
370
1.950
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
140
500
950
280
1.900
5
30
35
20
90
120
460
600
160
1.300
35
60
110
35
240
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
140
340
2.200
950
3.650
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
1.450
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
130
360
700
240
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
25
130
280
80
500
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
65
200
380
130
750
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
45
25
40
40
150
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 1.000
2.750
4.950
1.950
10.700
- Psychotherapeut
550
1.150
2.400
800
4.900
- GZP & Klinisch psycholoog
140
550
950
290
1.950
5
30
35
20
90
10
0
10
40
60
0
20
0
10
30
20
55
100
45
220
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
84
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Aan de relatieve verdeling is bijvoorbeeld te zien dat, waar gemiddeld 49% van de werkzame personen (vooral) actief is in het Westen, dat dat bij de niet-BIGgeregistreerde psychologen voor 60% het geval is. Tabel II.33: Verdeling aantal in de zorg werkzame personen per landsdeel naar registratiestatus FTE per landsdeel: relatief Noorden Oosten Westen Zuiden (Gr/Fr/D (Ov/Fl/G (Ut/NH/ (Ze/NB/ r) e) ZH) Li) TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
Totaal Nederland
9%
22%
49%
19%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
10%
25%
46%
18%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
10%
26%
44%
19%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
15%
15%
51%
19%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
7%
27%
51%
15%
100%
- Klinisch neuropsycholoog
6%
34%
37%
23%
100%
- Psychiater & psychotherapeut
9%
35%
45%
12%
100%
15%
25%
45%
15%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
4%
9%
60%
26%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
9%
25%
49%
17%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
5%
25%
55%
16%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
9%
26%
49%
16%
100%
29%
18%
26%
26%
100%
- GZ-psycholoog
10%
26%
46%
18%
100%
- Psychotherapeut
11%
24%
49%
16%
100%
- GZP & Klinisch psycholoog
7%
27%
50%
15%
100%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
6%
34%
37%
23%
100%
19%
65%
100%
33%
100%
20%
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
16% 67%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
9%
26%
46%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
85
Bijlage II: Huidige arbeidsmarktpositie in de zorg
Zowel in het Oosten als in het Westen zijn relatief meer werkzame personen aanwezig per 1 miljoen inwoners dan in het Noorden of in het Zuiden. De hogere hoeveelheid werkzame personen in het Oosten heeft vooral van doen met een relatief groter aantal GZ-psychologen. In het Westen zijn relatief veel niet-BIG-geregistreerde psychologen actief. Tabel II.34: Aantal in de zorg werkzame personen per 1 miljoen inwoners per landsdeel naar registratiestatus Aantal werkzame personen per 1 miljoen inwoners per landsdeel NoorOosten Westen Zuiden den (Gr/Fr/D (Ov/Fl/G (Ut/NH/ (Ze/NB/ r) e) ZH) Li)
Totaal Nederland
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
950
1.150
1.200
900
1.100
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
800
900
800
600
750
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
450
550
450
370
450
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
170
80
140
95
120
80
150
130
70
120
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
5
10
5
5
5
- Psychiater & psychotherapeut
70
130
80
40
80
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
20
15
15
10
15
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
85
95
300
240
220
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
80
100
95
60
85
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
15
35
40
20
30
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
40
55
50
30
45
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
25
10
5
10
10
- GZ-psycholoog
600
800
650
500
650
- Psychotherapeut
310
320
320
200
290
80
150
130
75
120
5
10
5
5
5
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
5
0
5
10
5
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
5
0
5
5
10
15
15
10
15
- Klinisch neuropsycholoog
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
86
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
III. Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden III.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt op basis van de vragenlijst teruggeblikt op het verleden en vooral op de situatie 5 jaar geleden. Dit wordt apart gedaan voor degenen die nu werkzaam zijn in de zorg en voor degenen die nu niet werkzaam zijn in de zorg. III.2. Voormalige werkzame positie: nu werkzaam in de zorg Van alle personen de nu werkzaam zijn in de zorg, was 85% dat 5 jaar geleden ook al. Dit verschilt sterk per registratiestatus. Van alle BIG-geregistreerde psychologen en psychotherapeuten was 95% 5 jaar geleden ook al actief in de zorg en bij de verpleegkundig specialisten GGZ was het zelfs 100%. Bij de niet-BIG-geregistreerde psychologen was het echter maar 58% en bij de orthopedagogen 59%. Deze uitkomst is natuurlijk niet heel verwonderlijk, aangezien de BIG-geregistreerde personen voorafgaande aan een registratie al moeten werken in de zorg om een opleiding te kunnen volgen. Tabel III.1: 5 jaar geleden ook al werkzaam in zorg naar registratiestatus Vroeger ook werkzaam in zorg: absoluut Ja Nee
Vroeger ook werkzaam in zorg: relatief Ja Nee
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
15.400
2.750
85%
15%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
5%
12.200
600
95%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
6.950
550
93%
7%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1.900
85
96%
4%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1.900
0
100%
90
5
98%
1.300
0
100%
240
0
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
2.100
1.550
58%
42%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
850
600
59%
41%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
230
280
46%
54%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
490
280
63%
37%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
130
20
86%
14%
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
2%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 10.100
550
95%
5%
- Psychotherapeut
4.800
85
98%
2%
- GZP & Klinisch psycholoog
1.950
0
100%
90
5
98%
- GZ-psycholoog
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
2%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
60
0
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
20
10
67%
33%
200
10
94%
6%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
87
Bijlage III: Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden
III.3. Voormalige beroepstitels en werkzame uren: nu werkzaam in de zorg Van alle personen die alleen GZ-psycholoog zijn, en waarvan we eerder hebben gezien dat momenteel 92% als GZ-psycholoog werkzaam is (Tabel II.8), was 5 jaar geleden nog maar 65% werkzaam als GZ-psycholoog. Bij degenen die alleen psychotherapeut maar eventueel ook GZ-psycholoog zijn, en waarvan nu 17% werkt als GZ-psycholoog en 92% als psychotherapeut, werkte 5 jaar geleden 30% als GZ-psycholoog en 81% als psychotherapeut. Aan deze voorbeelden is te zien dat een aantal mensen in de afgelopen 5 jaar een nieuwe stap hebben gezet in hun loopbaan. Tabel III.2: “Psychologische” beroepstitels van mensen die 5 jaar geleden al werkzaam waren in de zorg naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk
Beroepstitels 5 jaar geleden: absoluut GZPsychoKlin. Klin. psychotherapsychoneuroloog peut loog psych.
Beroepstitels 5 jaar geleden: relatief tov. toen in zorg werkzame populatie GZPsychoKlin. Klin. psychotherapsychoneuroloog peut loog psych.
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
5.700
3.100
1.350
120
37%
20%
9%
1%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
5.700
3.100
1.350
120
47%
25%
11%
1%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
4.500
45
55
0
65%
1%
1%
0%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
550
1.500
70
10
30%
81%
4%
1%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
600
1.100
1.200
90
30%
57%
63%
5%
60
10
20
20
69%
9%
22%
24%
- Psychiater & psychotherapeut
0
420
0
0
0%
32%
0%
0%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
5
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
5
0
0
0
2%
0%
0%
0%
- GZ-psycholoog
5.700
2.050
1.350
120
56%
20%
13%
1%
- Psychotherapeut
1.050
3.050
1.050
75
22%
64%
22%
2%
600
1.100
1.200
100
30%
57%
63%
5%
60
10
20
20
69%
9%
22%
24%
- Klinisch neuropsycholoog
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
60
0
0
0
100%
0%
0%
0%
0
0
0
0
0%
0%
0%
0%
140
15
20
5
68%
8%
11%
1%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
88
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage III: Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden
Bij de verpleegkundig specialisten GGZ van dit moment is het interessant om te zien dat daarvan 5 jaar geleden 65% ook al werkte als verpleegkundig specialist GGZ en 22% was werkzaam als verpleegkundige. Hierbij moet overigens opgemerkt worden dat de aanduiding "verpleegkundig specialist GGZ" 5 jaar geleden nog niet formeel bestond als BIG-erkend beroepstitel. Maar men kan indertijd al wel een vergelijkbare functie hebben bekleed. Tabel III.3: “Niet-Psychologische” Beroepstitels van mensen die 5 jaar geleden al werkzaam waren in de zorg naar registratiestatus
Nb meerdere antwoorden mogelijk TOTAAL personen (geen dubbeltellingen) BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
Beroepstitels 5 jaar geleden: absoluut Ortho VerPsypedapleeg Ander goog kun"VS chobedige loog roep GGZ" 170
950
3.250
Beroepstitels 5 jaar geleden: relatief tov. toen in zorg werkzame populatie Ortho VerPsypedapleeg Ander goog kun"VS chobedige loog roep GGZ"
150
3.500
1%
6%
21%
1%
23%
15
470
1.650
20
2.450
0%
4%
13%
0%
20%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
0
450
1.550
20
900
0%
6%
22%
0%
13%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
0
15
55
0
160
0%
1%
3%
0%
9%
15
0
10
0
110
1%
0%
1%
0%
6%
- Klinisch neuropsycholoog
0
5
5
0
10
0%
2%
2%
0%
9%
- Psychiater & psychotherapeut
0
0
0
0
1.250
0%
0%
0%
0%
94%
150
0
0
50
45
65%
0%
0%
22%
19%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
0
40
1.600
55
600
0%
2%
75%
3%
28%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
0
470
25
25
410
0%
55%
3%
3%
48%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0
110
5
5
120
0%
47%
3%
3%
51%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0
250
20
20
280
0%
50%
4%
4%
56%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0
110
0
0
20
0%
88%
0%
0%
15%
- GZ-psycholoog
15
450
1.600
20
1.050
0%
4%
16%
0%
10%
- Psychotherapeut
15
15
65
0
1.450
0%
0%
1%
0%
31%
- GZP & Klinisch psycholoog
15
0
10
0
110
1%
0%
1%
0%
6%
0
5
5
0
10
0%
2%
2%
0%
9%
0%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
0
0
10
0
0
0%
0%
16%
0%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
0
20
0
0
0
0%
100%
0%
0%
0%
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
0
45
0
0
20
0%
22%
0%
0%
10%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
89
Bijlage III: Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden
Mensen die 5 jaar geleden ook al werkten in zorg, werkten toen 30,9 uur per week. Nu werken zij 30,8 uur per week. Er lijkt gemiddeld genomen dus niet veel veranderd. Maar GZ-psychologen en psychotherapeuten zijn gemiddeld genomen bijna een uur minder gaan werken (van 31,7 naar 30,9 uur). Verpleegkundig specialisten GGZ zijn een uur meer gaan werken: van 33,0 naar 34,0 uur. Voor de niet-BIG-geregistreerde orthopedagogen is de toename 2,1 uur en voor de psychologen 3,5 uur. Tabel III.4: Huidige en toenmalige uren per week van mensen die 5 jaar geleden ook al werkzaam waren in de zorg naar registratiestatus Zowel nu als toen werkzaam in de zorg Toenmalige Huidige aantal aantal uren per uren per week week TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
30,8
30,9
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
30,9
31,7
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
30,1
30,8
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
29,0
30,4
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
33,0
33,4
- Klinisch neuropsycholoog
32,9
32,8
- Psychiater & psychotherapeut
34,3
35,8
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
34,0
33,0
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
30,9
27,4
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
29,2
27,1
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
27,1
23,0
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
30,2
27,9
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
29,3
31,7
- GZ-psycholoog
30,7
31,3
- Psychotherapeut
31,9
33,1
- GZP & Klinisch psycholoog
33,0
33,4
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
32,9
32,8
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
33,5
31,6
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
30,0
36,0
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
28,4
28,2
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
90
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage III: Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden
III.4. Voormalige werkzame positie: nu niet werkzaam in de zorg Van iedereen die nu niet in de zorg werkzaam is, is 50% wel ooit werkzaam geweest in de zorg. Bij de klinisch psychologen, klinisch neuropsychologen, psychiaters/psychotherapeuten en verpleegkundig specialisten GGZ is zelfs 100% van de nu niet in de zorg werkzame personen wel ooit in de zorg werkzaam geweest. Bij de niet-BIGerkende psychologen gaat het echter maar om 26% en bij de niet-BIG-erkende orthopedagogen om 42%. Het aandeel dat ooit wel werkzaam is geweest in de zorg, verschilt voor mannen en vrouwen. Bij de mannen die nu niet werkzaam zijn in de zorg, is 63% wel ooit werkzaam geweest in de zorg, tegenover 45% bij de vrouwen. Tabel III.5: Werkzaamheid in de zorg van nu-niet-in-de-zorg-werkzame personen naar geslacht en registratiestatus Mannen Nee, nooit Ja, ooit werkwerkzaam in zaam in de zorg de zorg
Vrouwen Nee, nooit Ja, ooit werkwerkzaam in zaam in de zorg de zorg
Totaal Ja, ooit werkzaam in de zorg
Nee, nooit werkzaam in de zorg
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
63%
37%
45%
55%
50%
50%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
78%
22%
59%
41%
66%
34%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
65%
35%
48%
52%
54%
46%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
93%
7%
90%
10%
92%
8%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
100%
- Klinisch neuropsycholoog
100%
- Psychiater & psychotherapeut
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
27%
100% 100%
100% 100%
100%
100%
73%
26%
74%
26%
74%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
100%
44%
56%
42%
58%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
100%
17%
83%
15%
85%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
58%
42%
58%
42%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
44%
56%
44%
56%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
73%
27%
54%
46%
61%
39%
- Psychotherapeut
94%
6%
90%
10%
92%
8%
- GZP & Klinisch psycholoog
100%
100%
100%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
100%
100%
100%
100%
85%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
63%
37%
15%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
91
Bijlage III: Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden
III.5. Voormalige werkzame uren in de zorg: nu niet werkzaam in de zorg De personen die nu niet, maar eerder wel in de zorg werkten, werkten toen 28,3 uur per week in de zorg. Daarbij is er verschil te zien naar geslacht: mannen 32 en vrouwen 25,7 uur per week. Dat verschilt voor mannen maar een klein beetje van het gemiddelde aantal uur per week dat de huidige groep in de zorg werkende mannen werkt (33,7; zie Tabel II.6). Voor vrouwen is er een groter verschil: 29,5 uur per week voor de groep vrouwen die nu in de zorg werkt (zie Tabel II.6), tegenover 25,7 uur per week voor de groep vrouwen die nu niet meer in de zorg werkt (zie Tabel III.6). Tabel III.6: Uren werk in de zorg van nu-niet-in-de-zorg-werkzame personen naar geslacht en registratiestatus Uren die men werkte in de zorg Mannen Vrouwen Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
32,0
25,7
28,3
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
31,5
26,9
29,0
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
29,5
25,1
26,9
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
32,8
29,7
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
36,0
- Klinisch neuropsycholoog
18,0
- Psychiater & psychotherapeut
40,0
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
16,0
36,0
27,6
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
35,8
22,2
25,7
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
25,2
25,2
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
20,0
20,0
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
26,1
26,1
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
24,0
24,0
31,2 36,0
17,3
17,5 40,0
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
29,2
24,8
26,7
- Psychotherapeut
33,5
29,7
31,7
- GZP & Klinisch psycholoog
36,0
24,0
35,1
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
18,0
17,3
17,5
8,0
23,0
18,4
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
92
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage III: Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden
III.6. Stoppen met werken in de zorg: nu niet werkzaam in de zorg De groep personen die nu niet, maar eerder wel in de zorg werkte, was gemiddeld 51,9 jaar oud toen zij stopten met werken in de zorg. Voor de mannen was de leeftijd waarop men stopte met werken in de zorg 57,1 jaar en voor de vrouwen 48,4 jaar. Tabel III.7: Leeftijd waarop men stopte met werk in de zorg van nu-niet-in-de-zorg-werkzame personen naar geslacht en registratiestatus Leeftijd waarop men stopte met werken in de zorg Mannen Vrouwen Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
57,1
48,4
51,9
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
59,4
55,5
57,3
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
57,7
52,4
54,5
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
61,0
60,6
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
56,6
- Klinisch neuropsycholoog
64,0
- Psychiater & psychotherapeut
63,0
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
52,0
33,0
41,0
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
40,6
30,8
33,4
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
31,8
31,8
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
24,0
24,0
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
33,1
33,1
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
32,0
32,0
60,8 56,6
41,0
48,2 63,0
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
58,7
53,8
55,9
- Psychotherapeut
61,0
60,6
60,8
- GZP & Klinisch psycholoog
56,6
46,0
55,8
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
64,0
41,0
48,2
38,0
61,0
54,0
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
93
Bijlage III: Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden
Van de personen die nu niet, maar eerder wel in de zorg werkten, is 1% gestopt vanwege het gaan werken in het buitenland, 31% is iets anders gaan doen in Nederland en 69% is geheel gestopt met werken. Dit verschilt naar geslacht: bij de mannen is 81% geheel gestopt met werken en bij de vrouwen is dat 60%. Van de NIP-psychologen die ooit wel, maar nu niet werken in de zorg, is slechts 7% in het geheel gestopt met werken en is 93% gestopt met werken in de zorg om vervolgens iets geheel anders te gaan doen in Nederland. Bij de NVO-orthopedagogen ging het om 30% die geheel gestopt zijn met werken en 70% die iets anders is gaan doen in Nederland. Voor de klinisch neuropsychologen zijn vergelijkbare cijfers te zien: 31% is geheel gestopt en 69% is iets ander gaan doen. Bij de klinisch neuropsychologen was het aandeel dat geheel stopte met werken 54% en 46% is iets anders gaan doen. Bij de overige groepen stopte minimaal 80% geheel met werken: GZ-psychologen 80%, psychotherapeuten 93% en psychiaters/psychotherapeuten 100%. Tabel III.8: Bestemming van nu-niet-in-de-zorg werkzame personen die ooit wel gewerkt hebben in de zorg naar geslacht en registratiestatus Mannen Geheel gestopt met werken
Gaan werken in buitenland
Vrouwen Iets anders gaan doen in Neder land
Totaal
Geheel gestopt met werken
Gaan werken in buitenland
Iets anders gaan doen in Nederland
Geheel gestopt met werken
Gaan werken in buitenland
Iets anders gaan doen in Nederland
19%
60%
1%
39%
69%
1%
31%
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
81%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
92%
8%
80%
1%
19%
85%
1%
14%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
89%
11%
74%
2%
24%
80%
1%
19%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
97%
3%
89%
11%
93%
7%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
54%
46%
54%
46%
31%
69%
- Klinisch neuropsycholoog
100%
- Psychiater & psychotherapeut
100%
100%
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
100%
100%
100%
9%
91%
7%
93%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
30%
70%
30%
70%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
50%
50%
50%
50%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
29%
71%
29%
71%
100%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
100%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
89%
11%
77%
- Psychotherapeut
96%
4%
89%
- GZP & Klinisch psycholoog
54%
46%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
100%
2%
21%
82%
11%
93%
1%
17% 7%
100%
50%
50%
100%
31%
69%
70%
30%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
100%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
94
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage III: Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden
Van degenen die geheel gestopt zijn met werken, was de "stopleeftijd" 58,8 jaar. Mannen waren gemiddeld 60,7 jaar toen zij geheel stopten met werken en vrouwen 57,1 jaar. Tabel III.9: Leeftijd waarop men stopte met werk in de zorg van nu-niet-in-de-zorg-werkzame personen die in het geheel gestopt zijn met werken naar geslacht en registratiestatus Leeftijd waarop men stopte met werken in de zorg voor mensen die geheel gestopt zijn met werken Mannen Vrouwen Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
60,7
57,1
58,8
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
60,7
57,3
59,0
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
59,9
54,6
56,9
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
61,3
60,8
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
64,0
64,0
- Klinisch neuropsycholoog
64,0
64,0
- Psychiater & psychotherapeut
63,0
63,0
61,1
BIG Verpleegkundig specialist GGZ NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
63,0
63,0
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
41,8
41,8
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
23,0
23,0
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
47,0
47,0
58,1
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
60,4
56,0
- Psychotherapeut
61,5
60,8
- GZP & Klinisch psycholoog
64,0
64,0
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
64,0
64,0
61,2
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
61,0
61,0
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
95
Bijlage III: Arbeidsmarktpositie in de zorg in het verleden
De groep die nu niet, maar ooit wel werkte in de zorg en die geheel gestopt is met werken, is momenteel (op 1-1-2012) gemiddeld 66,8 jaar oud. Mannen zijn 68,6 jaar en vrouwen 65,1 jaar. Gelet op de leeftijd bij het stoppen met werken in de zorg (60,7 jaar voor de mannen, 57,1 voor de vrouwen en 58,8 jaar voor het totaal), is men gemiddeld al ongeveer 8 jaar geleden gestopt met werken. Tabel III.10: Huidige leeftijd van nu-niet-meer-in-de-zorg-werkzame personen die geheel gestopt zijn met werken naar geslacht en registratiestatus Huidige leeftijd van mensen die gestopt zijn met werken in de zorg Mannen Vrouwen Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
68,6
65,1
66,8
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
68,6
65,7
67,1
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
67,0
63,3
64,9
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
70,5
68,8
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
65,0
65,0
- Klinisch neuropsycholoog
66,0
66,0
- Psychiater & psychotherapeut
65,0
65,0
69,7
BIG Verpleegkundig specialist GGZ NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
67,0
67,0
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
44,3
44,3
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
24,0
24,0
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
50,0
50,0
65,5
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
67,0
64,1
- Psychotherapeut
69,9
68,8
- GZP & Klinisch psycholoog
65,0
65,0
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
66,0
66,0
69,4
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
63,3
63,3
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
96
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
IV. Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst IV.1. Inleiding In dit hoofdstuk wordt op basis van de vragenlijst gekeken naar de toekomst. Daarbij wordt eerst gekeken naar de situatie over 5 jaar. Daarna wordt ook nog gekeken naar de verder weg gelegen toekomst. IV.2. Werkzame positie over 5 jaar: al dan niet werkzaam in de zorg Van alle in de zorg werkzame personen van dit moment, verwacht 12% over 5 jaar niet meer actief te zijn in de zorg. De uitstroom op korte termijn is vooral hoog bij degenen die alleen psychotherapeut maar eventueel ook GZ-psycholoog zijn: van hen verwacht 30% over 5 jaar niet meer actief te zijn. Bij de verpleegkundig specialisten en de nietBIG-geregistreerde orthopedagogen denkt respectievelijk maar 2% en 1% over 5 jaar niet meer actief te zijn in de zorg. Tabel IV.1: Over 5 jaar nog steeds werkzaam naar registratiestatus Over 5 jaar nog steeds werkzaam: relatief tov in zorg werkzame populatie Ja Nee Totaal
Over 5 jaar nog steeds werkzaam: absoluut Ja Nee Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
16.000
2.200
18.200
88%
12%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
11.000
1.900
12.900
85%
15%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
6.800
750
7.500
90%
10%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1.400
600
1.950
70%
30%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1.600
300
1.900
84%
16%
100%
85
5
90
93%
7%
100%
1.150
250
1.400
82%
18%
100%
240
5
240
98%
2%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
3.350
290
3.650
92%
8%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
100%
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
1.400
15
1.450
99%
1%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
500
10
500
98%
2%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
750
0
750
100%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
140
5
150
96%
4%
100%
- GZ-psycholoog
9.350
1.350
10.700
87%
13%
100%
- Psychotherapeut
3.900
1.050
4.950
79%
21%
100%
- GZP & Klinisch psycholoog
1.650
300
1.950
84%
16%
100%
85
5
90
93%
7%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
35
25
60
57%
43%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
30
0
30
100%
190
30
220
86%
100% 100%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
100% 100%
14%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
97
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
IV.3. Binnen 5 jaar stoppen met werken in de zorg: leeftijd bij stoppen Van de mannen die tussen nu en 5 jaar zullen stoppen met werken in de zorg, zal 26% nog geen 65 jaar zijn op het moment van stoppen, 33% zal 65 jaar zijn, 18% zal tussen 65 en 70 jaar zijn en 24% zal dan minstens 70 jaar zijn. Tabel IV.2: Aandeel mannen per uitstroomleeftijd indien over 5 jaar niet meer werkzaam naar registratiestatus Verwachte uitstroomleeftijd van mannen: relatief tov over 5 jaar niet meer in zorg werkzame populatie <60 60-64 65 66-69 >69 Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
26%
33%
18%
24%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
23%
32%
19%
26%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
23%
46%
23%
9%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
14%
34%
11%
41%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
25%
17%
100%
36%
100%
- Psychiater & psychotherapeut
58% 67%
- Klinisch neuropsycholoog 32%
33% 32%
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
100% 50%
50%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) 100%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
22%
50%
12%
16%
100%
- Psychotherapeut
22%
23%
19%
36%
100%
- GZP & Klinisch psycholoog
24%
59%
16%
100%
67%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
33%
100%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. 100%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
60%
40%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
98
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
Bij de vrouwen die in de komende 5 jaar gaan stoppen met werken, zal 13% nog geen 60 jaar zijn op het moment van stoppen, 40% zal ergens tussen de 60 en 65 jaar zijn, 25% zal 65 jaar zijn, 18% zal tussen 65 en 70 jaar zijn en 6% zal dan minstens 70 jaar zijn. Vrouwen die in de komende 5 jaar gaan stoppen zullen dus wat jonger zijn op het moment van stoppen dan de mannen. Tabel IV.3: Aandeel vrouwen per uitstroomleeftijd indien over 5 jaar niet meer werkzaam naar registratiestatus Verwachte uitstroomleeftijd van vrouwen: relatief tov over 5 jaar niet meer in zorg werkzame populatie <60 60-64 65 66-69 >69 Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
13%
40%
25%
18%
6%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
2%
41%
29%
21%
7%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
6%
39%
39%
16%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
35%
19%
30%
16%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
46%
33%
17%
4%
100%
100%
- Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
100% 100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
65%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
100%
100%
35%
100% 100% 100% 100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG)
100% 100%
- Klinisch neuropsycholoog
100%
100%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen 37%
38%
15%
6%
100%
- Psychotherapeut
38%
24%
26%
12%
100%
- GZP & Klinisch psycholoog
46%
33%
17%
4%
- GZ-psycholoog
3%
100% 100%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
100%
100%
75%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
25%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
99
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
IV.4. Werkzame uren in de zorg over 5 jaar Aan de mensen die over 5 jaar nog actief denken te zijn in de zorg is gevraagd of zij nu al weten hoeveel uur ze straks willen werken. Van alle personen die over 5 jaar nog actief denken te zijn, weet 86% nu al hoeveel uur men dan wil werken. Tabel IV.4: Al bekend met gewenste aantal uur indien over 5 jaar nog steeds werkzaam in de zorg naar registratiestatus Indien u over 5 jaar nog werkt: Weet u hoeveel uur u over 5 jaar wilt werken: absoluut Ja, dat Nee, dat weet ik weet ik niet Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
Weet u hoeveel uur u over 5 jaar wilt werken: relatief tov toekomstige werkzame populatie Ja, dat Nee, dat weet ik weet ik niet Totaal
13.850
2.200
16.000
86%
14%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
9.600
1.400
11.000
87%
13%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
5.850
950
6.800
86%
14%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1.250
160
1.400
89%
11%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1.450
150
1.600
90%
10%
100%
75
10
85
90%
10%
100%
1.000
150
1.150
87%
13%
100%
210
30
240
88%
12%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
2.800
550
3.350
84%
16%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
1.200
200
1.400
86%
14%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
460
45
500
91%
9%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
650
120
750
84%
16%
100%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
110
25
140
81%
19%
100%
- GZ-psycholoog
8.100
1.250
9.350
87%
13%
100%
- Psychotherapeut
3.450
430
3.900
89%
11%
100%
- GZP & Klinisch psycholoog
1.500
150
1.650
91%
9%
100%
75
10
85
90%
10%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
35
0
35
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
30
0
30
100%
160
30
190
83%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
100% 100% 17%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
100
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
Degenen die over 5 jaar nog actief zijn in de zorg en nu al weten hoeveel uur ze dan willen werken, willen over 5 jaar 29,6 uur per week werken. Momenteel hebben zij een werkweek van 31,3 uur per week. De GZ-psychologen en psychotherapeuten verwachten de grootste teruggang in uren: van 31,8 uur nu naar 29,4 uur over 5 jaar, oftewel een reductie van 2,4 uur. Verpleegkundig specialisten verwachten een teruggang met 1,4 uur van 34,1 naar 32,7 uur. De niet-BIG-geregistreerde psychologen en orthopedagogen verwachten een veel kleinere teruggang van respectievelijk 0,2 en 0,6 uur. Tabel IV.5: Huidige en toekomstige uren per week van mensen die over 5 jaar ook nog werkzaam zullen zijn in de zorg naar registratiestatus Zowel nu als over 5 jaar werkzaam Huidige aantal uren Toekomstige aantal per week uren per week TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
31,3
29,6
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
31,8
29,4
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
30,8
29,0
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
32,3
29,1
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
33,1
30,5
- Klinisch neuropsycholoog
33,6
31,5
- Psychiater & psychotherapeut
34,6
30,2
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
34,1
32,7
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
30,7
30,5
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
29,1
28,5
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
27,2
28,8
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
30,4
28,2
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
29,7
28,5
- GZ-psycholoog
31,4
29,3
- Psychotherapeut
33,4
29,9
- GZP & Klinisch psycholoog
33,2
30,5
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
33,6
31,5
- Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
28,5
28,1
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG)
30,7
28,0
- Orthopedagoog generalist (ook BIG)
28,0
26,4
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg.
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelden zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
101
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
IV.5. Pas over 5 jaar stoppen met werken in de zorg: leeftijd Aan degenen die nu in de zorg werken en over 5 jaar ook nog in de zorg denken te werken, is gevraagd of zij al weten tot welke leeftijd zij waarschijnlijk blijven werken in de zorg. Driekwart weet dat en 25% weet dat dus nog niet. Vooral bij de orthopedagogen is een groot deel nog onbekend met de uitstroomleeftijd. Tabel IV.6: Al bekend met verwachte uitstroomleeftijd indien over 5 jaar nog steeds werkzaam in de zorg naar registratiestatus Indien u over 5 jaar nog werkt: Weet u tot welke leeftijd u blijft werken: absoluut Ja, dat Nee, dat weet ik weet ik niet Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
Weet u tot welke leeftijd u blijft werken: relatief tov toekomstige in zorg werkzame populatie Ja, dat Nee, dat weet ik weet ik niet Totaal
12.000
4.050
16.000
75%
25%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
8.450
2.550
11.000
77%
23%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
4.900
1.900
6.800
72%
28%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
1.100
290
1.400
79%
21%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
1.400
220
1.600
86%
14%
100%
65
20
85
77%
23%
100%
1.000
160
1.150
86%
14%
100%
170
65
240
73%
27%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
2.550
800
3.350
76%
24%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
800
600
1.400
58%
42%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
320
190
500
63%
37%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
420
350
750
54%
46%
100%
80
60
140
57%
43%
100%
- GZ-psycholoog
7.100
2.250
9.350
76%
24%
100%
- Psychotherapeut
3.250
650
3.900
83%
17%
100%
- GZP & Klinisch psycholoog
1.400
230
1.650
86%
14%
100%
65
20
85
77%
23%
100%
39%
- Klinisch neuropsycholoog - Psychiater & psychotherapeut BIG Verpleegkundig specialist GGZ
- Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch neuropsycholoog Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
15
20
35
0
30
30
130
55
190
71%
61%
100%
100%
100%
29%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de absolute aantallen zijn afgeronde schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
102
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
Van degenen die zowel nu als over 5 jaar in de zorg werken en weten met welke leeftijd ze zullen uitstromen, is de gemiddelde verwachte uitstroomleeftijd 65,5 jaar. Voor de mannen ligt dit met 66,4 jaar iets hoger dan voor de vrouwen (65,2 jaar). Tabel IV.7: Gemiddeld uitstroomleeftijd naar geslacht voor mensen die dat weten en indien over 5 jaar nog steeds werkzaam naar registratiestatus Indien over 5 jaar werkzaam: verwachte uitstroomleeftijd Mannen Vrouwen Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
66,4
65,2
65,5
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
66,8
65,3
65,8
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
66,5
65,1
65,3
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
67,4
65,8
66,4
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
67,1
65,9
66,3
- Klinisch neuropsycholoog
65,8
64,1
64,8
- Psychiater & psychotherapeut
66,6
66,0
66,4
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
65,3
64,6
64,9
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
64,7
65,2
65,1
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
66,1
64,3
64,3
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
66,3
64,1
64,2
64,4
64,4
62,0
64,1
64,0
- GZ-psycholoog
66,8
65,2
65,6
- Psychotherapeut
67,0
66,0
66,4
- GZP & Klinisch psycholoog
67,1
65,9
66,3
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
65,8
64,1
64,8
65,0
60,0
61,4
66,3
65,4
65,5
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG) Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de gemiddelde zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
103
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
Van de mannen die over 5 jaar nog actief zijn, verwacht 22% dat zij minimaal tot hun 70-ste door zullen werken, 36% denkt te stoppen tussen 65 en 70 jaar en 32% denkt te stoppen op hun 65-ste. Slechts 2% denkt voor het 60-ste levensjaar te stoppen met werken in de zorg en 9% denkt ergens tussen de 60 en 65 jaar te zijn als men stopt. Tabel IV.8: Aandeel mannen per uitstroomleeftijd indien over 5 jaar nog steeds werkzaam in de zorg naar registratiestatus Verwachte uitstroomleeftijd van mannen: relatief tov over 5 jaar in zorg werkzame populatie <60 60-64 65 66-69 >69 Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
2%
9%
32%
36%
22%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
0%
11%
24%
39%
26%
100%
14%
23%
43%
20%
100%
13%
26%
18%
41%
100%
4%
25%
47%
24%
100%
- Klinisch neuropsycholoog
13%
44%
30%
13%
100%
- Psychiater & psychotherapeut
11%
23%
40%
26%
100%
17%
36%
34%
11%
100%
65%
21%
6%
100%
33%
61%
100%
35%
65%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.) - Psychotherapeut (excl. specialisten)
3%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
2%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
7%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
6%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) 100%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
100%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog 1%
- Psychotherapeut - GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog
11%
23%
41%
25%
10%
25%
35%
30%
100% 100%
4%
25%
47%
24%
100%
13%
44%
30%
13%
100%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
100%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
73%
27%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
104
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
Bij de vrouwen is de verwachte uitstroomleeftijd weliswaar lager dan bij de mannen, maar ook bij de vrouwen denkt 9% minimaal tot hun 70-ste te blijven werken, 31% denkt te stoppen tussen 65 en 70 jaar en 41% denkt te stoppen met 65 jaar. Tabel IV.9: Aandeel vrouwen per uitstroomleeftijd indien over 5 jaar nog steeds werkzaam in de zorg naar registratiestatus Verwachte uitstroomleeftijd van vrouwen: relatief tov over 5 jaar in zorg werkzame populatie <60 60-64 65 66-69 >69 Totaal TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
1%
18%
41%
31%
9%
100%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
1%
17%
41%
33%
9%
100%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
1%
18%
43%
32%
6%
100%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
2%
18%
25%
35%
20%
100%
16%
40%
28%
16%
100%
18%
54%
23%
7%
45%
41%
7%
100%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.) - Klinisch neuropsycholoog
5%
- Psychiater & psychotherapeut
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
4%
19%
45%
27%
5%
100%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
1%
17%
41%
28%
12%
100%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
1%
26%
47%
26%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
2%
26%
47%
26%
100%
28%
43%
30%
100%
5%
16%
71%
8%
100%
- GZ-psycholoog
1%
18%
41%
31%
9%
100%
- Psychotherapeut
1%
15%
34%
33%
17%
100%
16%
40%
28%
16%
100%
18%
54%
23%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG) - Orthopedagoog generalist (geen BIG)
100%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog
5%
100%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG)
100%
100%
- Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
17%
42%
39%
3%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
105
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
IV.6. Stoppen met werken in de zorg: verwachte uitstroom in komende 20 jaar Op basis van zowel de vraag of men over 5 jaar nog actief denkt te zijn in de zorg als de vraag met welke leeftijd men verwacht uit te stromen als men over 5 jaar nog wel actief denkt te zijn en met behulp van de aanname dat degenen die nog onbekend zijn met hun uitstroomleeftijd zullen stoppen op hun 65-ste, is voor de komende 20 jaar nagegaan hoeveel uitstroom er zal komen bij zowel de mannen als de vrouwen. Van de mannen zal in de komende 5 jaar 22% uitstromen. Daarna loopt de uitstroom op tot 49% na 10 jaar, 62% na 15 jaar en 75% na 20 jaar. Bij de vrouwen liggen deze percentages duidelijk lager: 8% na 5 jaar, 21% na 10 jaar, 32% na 15 jaar en 43% na 20 jaar. De verwachte uitstroom verschilt sterk per registratiestatus. Voor de niet-BIGgeregistreerde orthopedagogen is de verwachte uitstroom na 20 jaar slechts 15% voor de mannen en 8% voor de vrouwen. In de onderstaande uitstroomverwachting is overigens nog geen rekening gehouden met de eventuele doorstroom tussen de beroepsgroepen. Deze doorstroom speelt onder andere voor de GZ-psychologen, waarvan reeds 6% al in opleiding is voor een functie als psychotherapeut, klinisch psycholoog en/of klinisch neuropsycholoog (zie Tabel I.6) en waarvan daarnaast nog eens 22% belangstelling heeft om zo’n opleiding te volgen (zie Tabel I.7). Tabel IV.10: Uitstroom uit de zorg in 5, 10, 15 of 20 jaar naar geslacht van mensen die nu werkzaam zijn in de zorg naar registratiestatus Verwachte uitstroommoment voor mannen: relatief tov nu in zorg werkzame populatie Weg in Weg in Weg in Weg in 5 jaar 10 jaar 15 jaar 20 jaar
Verwachte uitstroommoment voor vrouwen: relatief tov nu in zorg werkzame populatie Weg in Weg in Weg in Weg in 5 jaar 10 jaar 15 jaar 20 jaar
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
22%
49%
62%
75%
8%
21%
32%
43%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
24%
56%
70%
83%
10%
26%
41%
54%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
21%
45%
63%
72%
7%
18%
31%
43%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
34%
71%
84%
94%
27%
50%
60%
74%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.)
21%
57%
74%
84%
13%
40%
58%
70%
- Klinisch neuropsycholoog
16%
40%
61%
86%
0%
12%
31%
58%
- Psychiater & psychotherapeut
25%
61%
69%
90%
5%
32%
68%
100%
0%
9%
37%
62%
3%
13%
32%
50%
NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
14%
19%
24%
41%
6%
13%
18%
24%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
0%
0%
15%
15%
1%
2%
5%
8%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG)
0%
0%
35%
35%
2%
2%
6%
9%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
0%
0%
0%
0%
0%
2%
2%
5%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
0%
0%
0%
0%
4%
8%
18%
24%
- GZ-psycholoog
23%
52%
69%
79%
9%
24%
38%
50%
- Psychotherapeut
25%
63%
75%
90%
18%
43%
60%
77%
- GZP & Klinisch psycholoog
21%
57%
74%
84%
13%
40%
58%
70%
- GZP & Klinisch neuropsycholoog
16%
40%
61%
86%
0%
12%
31%
58%
0%
100%
100%
100%
46%
46%
46%
83%
0%
0%
0%
0%
8%
23%
50%
69%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
47%
75%
84%
100%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
106
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
Bijlage IV: Arbeidsmarktpositie in de zorg in de toekomst
IV.7. Later alsnog weer werken in de zorg Van degenen die nu niet, maar ooit wel werkzaam waren in de zorg, weet 67% dat zij zeker niet meer zullen gaan werken in de zorg. Iets meer dan een kwart (27%) denkt dat zij misschien opnieuw zullen gaan werken in de zorg en 7% denkt dat zij zeker wel weer zullen gaan werken in de zorg. Bij de mannen zijn deze aandelen: 77% zeker niet, 22% misschien en 1% zeker wel. Bij de vrouwen gaat het om: 60% zeker niet, 30% misschien en 10% zeker wel. Tabel IV.11: Plannen voor terugkeer naar zorg van nu-niet-in-de-zorg werkzame personen die ooit wel gewerkt hebben in de zorg naar geslacht en registratiestatus Mannen
Vrouwen
Nee, zeker niet
Misschie n
Ja, zeker wel
Nee, zeker niet
Misschie n
TOTAAL personen (geen dubbeltellingen)
77%
22%
1%
60%
30%
BIG GZ-ps. en/of Psychotherapeut
84%
15%
1%
74%
- GZ-psycholoog (excl. spec. en psychother.)
84%
16%
67%
- Psychotherapeut (excl. specialisten)
87%
13%
87%
13%
54%
- Klinisch psycholoog (excl. Kl. neuropsych.) - Psychiater & psychotherapeut
Ja, zeker wel
Misschie n
10%
67%
27%
7%
18%
8%
79%
16%
5%
21%
12%
74%
19%
7%
87%
13%
46% 100%
100% 100% 24%
Ja, zeker wel
54%
46%
31%
69%
58%
42% 8%
100%
BIG Verpleegkundig specialist GGZ NIP Psycholoog (geen BIG-reg.)
Nee, zeker niet
100%
- Klinisch neuropsycholoog
Totaal
76%
NVO Orthopedagoog (geen BIG)
100% 28%
62%
10%
44%
10%
27%
66%
46%
10%
44%
100%
- Orthopedagoog zonder registratie (geen BIG) 12%
- Orthopedagoog basisregistratie (geen BIG)
52%
36%
12%
52%
100%
- Orthopedagoog generalist (geen BIG)
46% 100% 36% 100%
Totaal per BIG-reg., incl. dubbelen - GZ-psycholoog
78%
20%
1%
69%
21%
- Psychotherapeut
85%
14%
2%
87%
13%
54%
46%
- GZP & Klinisch psycholoog - GZP & Klinisch neuropsycholoog
100%
10%
73%
21%
86%
13%
6% 1%
100%
50%
50%
100%
31%
69%
Totaal per NVO-reg., ook BIG-reg. - Orthopedagoog zonder registratie (ook BIG) - Orthopedagoog basisregistratie (ook BIG) - Orthopedagoog generalist (ook BIG)
100%
67%
33%
46%
54%
Bron: NIVEL/Regioplan-enquête; de percentages zijn schattingen voor de populatie op basis van de respondenten.
Het aanbod van psychologen, orthopedagogen en verpleegkundig specialisten GGZ, NIVEL 2012
107