Sparen en beleggen Examennummer: 73220 Datum: 15 september 2012 Tijd: 10:00 uur - 11:30 uur
Dit examen bestaat uit 9 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen
(maximaal 40 punten)
Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen - Niet-programmeerbare rekenmachine
Wij wensen u veel succes!
5823 73220.ex_v1
Meerkeuzevragen (40 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Vermeld het meest juiste antwoord. Voor een correct antwoord: 1 punt
1. Welke twee partijen spelen een belangrijke rol in de economische kringloop? a. Consumenten en financiers b. Consumenten en leveranciers c. Consumenten en producenten 2. Van een bepaald product zijn de prijzen gestegen omdat consumenten meer afnemen dan dat er wordt geproduceerd. Door de werking van vraag en aanbod zijn die prijzen gestegen. Welke oorzaak van inflatie is hiervoor aan te wijzen? a. Bestedingsinflatie b. Kosteninflatie c. Monetaire inflatie 3. Met welke term wordt de geldmarktrente ook wel aangeduid? a. Korte rente b. Lange rente c. Middellange rente 4. Op welke van de onderstaande beleggingen heeft een stijgende geldmarktrente een gunstig effect?
5823 73220.ex_v1
a. Aandelen b. Obligaties c. Spaarrekeningen
NCOI Opleidingsgroep
1
Sparen en beleggen - Examennummer 73220 - 15 september 2012
5. Jan de Boer is belegger. Aan zijn effecteninstelling op de beurs geeft hij een verkooporder door waarbij hij een minimumverkoopprijs aangeeft. Van wat voor soort order is hier sprake? a. Een bestensorder b. Een limietorder c. Een marketorder 6. Wanneer een aandeel wordt uitgegeven, gebeurt dit tegen de nominale waarde. Na de emissie hangt de koers van dat aandeel af van de vraag naar en het aanbod van dat aandeel. Hoe wordt de prijs genoemd waarvoor een belegger dat aandeel wil verkopen? a. De biedkoers b. De laatkoers c. De slotkoers 7. Paul de Groot is sinds vorig jaar in het bezit van 90 aandelen. Het totale dividend dat hij op zeker moment ontvangt over deze aandelen bedraagt € 45,-. De beurskoers van het aandeel bedraagt op dat moment € 12,-. Hoeveel bedraagt het dividendrendement dat Paul de Groot heeft behaald? (afgerond op twee decimalen nauwkeurig) a. 2,96% b. 3,57% c. 4,17% 8. Klaas Groothuis is in het bezit van een aantal obligaties. Over deze obligaties wordt tussentijds geen rente betaald. De rentevergoeding van deze obligaties is het verschil tussen de aankoop- en aflossingsvergoeding. Wat voor soort obligaties bezit Klaas Groothuis? a. Achtergestelde obligaties b. Converteerbare obligaties c. Zero-couponobligaties 9. Hoe wordt een optie gekenmerkt als deze geen intrinsieke waarde heeft, maar de prijs alleen tijds- en verwachtingswaarde bevat? a. At-the-money b. In-the-money c. Out-of-the-money 10. Bij welke categorie beleggingsfondsen wordt er vaak gebruikgemaakt van leverage?
5823 73220.ex_v1
a. Hedgefondsen b. Indexfondsen c. Mixfondsen
NCOI Opleidingsgroep
2
Sparen en beleggen - Examennummer 73220 - 15 september 2012
11. Welke categorie beleggingsfondsen richt zich op de ‘emerging markets’? a. Regiofondsen b. Sectorfondsen c. Themafondsen 12. Wim Duinkerken zet een spaarbedrag van € 20.000,- voor drie jaar vast bij zijn bank. Hij krijgt daarover een rentevergoeding van 5% per jaar op basis van samengesteld rendement. Hoeveel rente zal Wim Duinkerken over het spaarbedrag van € 20.000,- ontvangen na precies drie jaar? a. € 3.000,b. € 3.076,25 c. € 3.152,50 13. Van een aantal aandelen zijn er voldoende beleggingsresultaten beschikbaar, die in een normale verdeling worden weergegeven. Met welke term wordt daarbij de mate van spreiding van de waarnemingen aangeduid? a. De frequentieverdeling b. De risicotolerantie c. De standaarddeviatie 14. Financieel adviseur Gerard Dales maakt voor zijn cliënt een klantprofiel op omdat hij wil gaan beleggen. Aan de hand van de financiële positie van de cliënt wordt duidelijk of hij de risico’s kan dragen en opvangen. Om wat voor risico gaat het in dit verband? a. Risicobeleving b. Risicoperceptie c. Risicotolerantie 15. Welk soort cliëntenonderzoek kan worden toegepast bij het aangaan van een relatie met opdrachtgevers die al onder toezicht van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) vallen?
5823 73220.ex_v1
a. Een gewoon cliëntenonderzoek b. Een vereenvoudigd cliëntenonderzoek c. Een verscherpt cliëntenonderzoek
3
NCOI Opleidingsgroep
Sparen en beleggen - Examennummer 73220 - 15 september 2012
16. Janita Hendriks heeft onlangs haar belastingaangifte over het jaar 2011 ingevuld. In box 3 heeft zij ook een bedrag moeten opgeven. Op 1 januari 2011 bedroeg het bedrag aan spaargeld en beleggingen in totaal € 70.000,- en op 31 december 2011 een bedrag van in totaal € 90.000,-. Het heffingsvrije vermogen bedraagt € 20.785,-. Hoeveel belasting moet Janita Hendriks betalen in box 3 over het jaar 2011? (Bedrag afgerond naar beneden in hele euro’s) a. € 590,b. € 710,c. € 1.055,17. Wat is juist met betrekking tot ‘execution only’? a. Bij execution only gelden de volledige zorgplichteisen. b. Bij execution only is het benodigde klantprofiel beperkt. c. Bij execution only wordt er een beleggingsadvies gegeven. 18. Beleggingsadviseur Hans Otten heeft het klantprofiel van zijn cliënt opgemaakt. Door puntentoekenning wordt de cliënt ingedeeld in een risicoprofiel waarbij een beleggingsportefeuille wordt samengesteld. Deze beleggingsportefeuille bestaat voor 50% uit vastrentende waarden en voor 50% uit aandelen. Wat voor type beleggingsportefeuille is er voor de cliënt samengesteld? a. Een defensieve beleggingsportefeuille b. Een matig offensieve beleggingsportefeuille c. Een offensieve beleggingsportefeuille 19. Maarten Jansen heeft een beleggingsportefeuille waarin de onderstaande beleggingen zijn gedaan: • •
50% liquiditeiten 50% obligaties
Hoe wordt de beleggingsportefeuille-indeling van Maarten Jansen getypeerd?
5823 73220.ex_v1
a. Als defensief b. Als neutraal c. Als zeer defensief
NCOI Opleidingsgroep
4
Sparen en beleggen - Examennummer 73220 - 15 september 2012
20. Frans Manders heeft een paar jaar geleden een beleggingsportefeuille samengesteld met zijn financieel adviseur. In deze beleggingsportefeuille is scheefgroei ontstaan. Daarom heeft hij onlangs met zijn financieel adviseur opnieuw een verdeling gemaakt van zijn beleggingen over de beleggingscategorieën zodat de verdeling weer passend is. Waar is Frans Manders toe overgegaan? a. Rebalancing van zijn beleggingsportefeuille b. Rebounding van zijn beleggingsportefeuille c. Restyling van zijn beleggingsportefeuille 21. Ron Bartels heeft vorig jaar op zijn leven een levensverzekering afgesloten via zijn financieel adviseur. Deze levensverzekering keert uit als Ron komt te overlijden vóór 1 maart 2023. Mocht Ron op die datum nog in leven zijn, dan vindt er tevens een uitkering plaats. Wat voor soort levensverzekering heeft Ron Bartels afgesloten? a. Een gemengde verzekering b. Een kapitaalverzekering bij leven c. Een verzekering op vaste termijn 22. Arnold Kluiver wil graag een aanvullende dekking bij zijn af te sluiten levensverzekering. Hij wil een arbeidsongeschiktheidsrente meeverzekeren. Daarbij is onder andere het beroep van Arnold bepalend. Waar is de toeslag op de premie van de levensverzekering daarnaast nog meer van afhankelijk? a. Het klassensysteem b. Het opslagsysteem c. Het vrijstellingssysteem 23. Bert van Klaveren (28 jaar oud) wil een gemengde verzekering van € 40.000,- afsluiten op het leven van zijn vriendin Leontien Bakels (29 jaar oud) voor de duur van 23 jaar. Uit de premietabel blijkt dat Bert een premie moet betalen van € 351,- per € 10.000,- verzekerd kapitaal. Uit de tabel blijkt verder dat op het leven van vrouwen de leeftijd met 5 jaar verlaagd dient te worden waardoor er € 5,- per € 10.000,- verzekerd kapitaal minder betaald hoeft te worden. Er dient ook een administratieopslag betaald te worden van € 3,- per € 1.000,- verzekerd kapitaal, met een maximum van € 35,-. Hoeveel bedraagt de eerste jaarpremie die Bert moet betalen voor het verzekeren van zijn vriendin Leontien?
5823 73220.ex_v1
a. € 1.419,b. € 1.439,c. € 1.504,-
5
NCOI Opleidingsgroep
Sparen en beleggen - Examennummer 73220 - 15 september 2012
24. Wat is juist met betrekking tot de ‘universal life levensverzekering’? a. Er is bij een universal life levensverzekering sprake van alleen een overlijdensrisicopremie. b. Er is bij een universal life levensverzekering sprake van een kapitaal bij in leven zijn van de verzekerde. c. Er is bij een universal life levensverzekering sprake van een periodieke betaling van een bepaalde premie. 25. Waarom wordt een levensverzekering een eenzijdige overeenkomst genoemd? a. Omdat de begunstigde geen verplichtingen heeft. b. Omdat de verzekerde geen verplichtingen heeft. c. Omdat de verzekeringsnemer geen verplichtingen heeft. 26. Welke twee soorten provisies zijn sinds 2010 alleen nog mogelijk in verband met het afsluiten van een levensverzekering? a. Afsluitprovisie en bonusprovisie b. Afsluitprovisie en doorlopende provisie c. Bonusprovisie en doorlopende provisie 27. Welke van de onderstaande levensverzekering is afkoopbaar? a. Een gemengde verzekering b. Een kapitaalverzekering bij overlijden c. Een tijdelijke overlijdensrisicoverzekering 28. Een levensverzekeraar moet een uitkering doen in verband met het overlijden van een verzekerde. De levensverzekeraar komt erachter dat bij de aanvraag van destijds niet de juiste feiten zijn meegedeeld. In dat geval had hij de verzekering tegen een lagere premie afgesloten. De uitkering aan de verzekerde wordt in dit geval naar evenredigheid verminderd door de levensverzekeraar. Welk beginsel past de levensverzekeraar hier toe?
5823 73220.ex_v1
a. Het causaliteitsbeginsel b. Het proportionaliteitsbeginsel c. Het realiteitsbeginsel
NCOI Opleidingsgroep
6
Sparen en beleggen - Examennummer 73220 - 15 september 2012
De onderstaande tekst behoort bij de vragen 29 en 30. Wouter Simons (alleenstaand) heeft in februari 2012 voor het eerst zijn maandelijkse AOW-uitkering ontvangen. Een bepaalde instantie zal zorgdragen voor de maandelijkse uitbetaling van deze AOW-uitkering. 29. Hoeveel bedraagt voor Wouter Simons de AOW-uitkering? a. 70% van het minimumloon b. 80% van het minimumloon c. 90% van het minimumloon 30. Welke instantie betaalt de maandelijkse AOW-uitkering aan Wouter Simons? a. De Belastingdienst b. De Sociale Verzekeringsbank c. Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid De onderstaande tekst behoort bij de vragen 31 t/m 33. Maarten Vogel (40 jaar) zit al een tijd ziek thuis. Hij heeft al twee jaar loondoorbetaling gehad van zijn voormalige werkgever. Hij heeft een medische keuring ondergaan waaruit blijkt dat hij voor 85% arbeidsongeschikt is verklaard en er geen kans op herstel meer mogelijk is. Daardoor ontvangt hij na de twee jaar loondoorbetaling van zijn werkgever een uitkering krachtens de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (WIA). Zijn laatstverdiende jaarloon bedroeg € 30.000,- en dit bedrag valt binnen de grens van het maximumdagloon. 31. Hoeveel bedraagt de uitkering die Maarten Vogel op grond van de WIA zal ontvangen? a. € 21.000,b. € 22.500,c. € 24.000,32. Hoe wordt de uitkering genoemd die Maarten Vogel op grond van de WIA zal ontvangen? a. Een IVA-uitkering b. Een WGA-loonaanvullingsuitkering c. Een WGA-vervolguitkering 33. In welke pijler valt de uitkering die Maarten Vogel op grond van de WIA zal ontvangen?
5823 73220.ex_v1
a. Pijler 1 b. Pijler 2 c. Pijler 3
7
NCOI Opleidingsgroep
Sparen en beleggen - Examennummer 73220 - 15 september 2012
34. Daan van As is op 25-jarige leeftijd in dienst getreden bij werkgever Proxo BV. Zijn bruto jaarsalaris bij aanvang bedroeg € 25.000,-. Op 35-jarige leeftijd heeft hij een bruto salarisverhoging ontvangen van € 7.000,- en op 45-jarige leeftijd een bruto salarisverhoging van € 4.000,-. Vanaf zijn 59-jarige leeftijd verdient Daan € 44.000,- tot aan pensioendatum van 65 jaar. De AOW-franchise bedraagt € 14.000,- en het jaarlijkse opbouwpercentage bedraagt 1,75% per jaar. De pensioenregeling betreft een eindloonregeling. Hoeveel bedraagt de totale backservice? a. € 7.385,b. € 7.450,c. € 7.675,35. Jan Baks en Laura Karels zijn op 1 maart 2012 gescheiden. Zij waren toen precies 9 jaar gehuwd in algehele gemeenschap van goederen. Laura heeft nooit gewerkt en Jan heeft al 12 jaar een baan als verkoper. Hij heeft in die 12 jaar een pensioen opgebouwd bij zijn werkgever. Dit pensioen heeft de onderstaande kenmerken: • • • • •
Eindloonregeling Pensioengevend salaris € 50.000,Opbouwpercentage 1,75% AOW-franchise € 15.000,Pensioenleeftijd 65 jaar
Op hoeveel ouderdomspensioen heeft Laura Karels recht volgens de Wet verevening pensioenrechten bij scheiding (Wvps) na hun scheiding? a. € 2.756,25 b. € 3.675,c. € 4.312,50 36. Hoeveel procent mag er maximaal binnen de middelloonregeling aan pensioen per jaar worden opgebouwd? a. 2% b. 2,25% c. 2,50% 37. Andy Goosens is directeur-grootaandeelhouder (DGA) en wil hij graag zijn pensioen in eigen beheer opbouwen. Op basis van verzekeren zal zijn doelvermogen € 250.000 bedragen. Hoeveel bedraagt het doelvermogen in eigen beheer? (bedrag afgerond op hele euro’s)
5823 73220.ex_v1
a. € 227.273,b. € 232.558,c. € 238.095,-
NCOI Opleidingsgroep
8
Sparen en beleggen - Examennummer 73220 - 15 september 2012
38. Vincent Bergsma wil graag weten wat zijn maximale jaarruimte is over het jaar 2011. Van hem zijn de onderstaande gegevens uit het voorafgaande jaar bekend: • • • • • •
Inkomensgrondslag AOW-franchise Premies bedrijfsspaarregeling Pensioengevend salaris AOW-franchise pensioenregeling Opbouwpercentage
€ 55.000,€ 11.631,€ 2.500,€ 45.000,€ 14.000,1,75%
Hoeveel bedraagt de jaarruimte van Vincent Bergsma in het jaar 2011? a. € 787,38 b. € 803,98 c. € 926,45 39. Wat is juist met betrekking tot het toekomstige ‘vitaliteitssparen’? a. De toekomstige regeling vitaliteitssparen loopt in het geheel via de werkgever. b. De toekomstige regeling vitaliteitssparen geldt alleen voor werknemers. c. De toekomstige regeling vitaliteitssparen wordt fiscaal aftrekbaar in box 1. 40. Nico Goedhart heeft een goed lopende broodjeszaak. Hij wil graag van zijn broodjeszaak af en heeft hij een mooi bod gekregen van ondernemer Simon Daalder. Die wil voor zijn broodjeszaak € 130.000,- betalen. De bedrijfsmiddelen van Nico Goedhart staan op de balans voor een bedrag van € 40.000,- en hij heeft geen schulden. De stakingsaftrek die Nico bij verkoop van zijn broodjeszaak in mindering mag brengen op de stakingswinst bedraagt € 3.630,-. Hoeveel bedraagt de stakingswinst waarover Nico Goedhart inkomstenbelasting moet betalen als hij zijn broodjeszaak aan Simon Daalder verkoopt?
5823 73220.ex_v1
a. € 86.370,b. € 90.000,c. € 126.370,-
9
NCOI Opleidingsgroep