Ondernemingsrecht Examennummer: 61535 Datum: 15 september 2012 Tijd: 13:00 uur - 14:30 uur
Dit examen bestaat uit 8 pagina’s. De opbouw van het examen is als volgt: - 40 meerkeuzevragen
(maximaal 40 punten)
Heeft u minimaal 28 vragen correct beantwoord, dan heeft u een voldoende behaald. De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Schrijf duidelijk leesbaar. Toegestane hulpmiddelen Kluwer Collegebundel 2010/2011. Deventer: Kluwer
Wij wensen u veel succes!
5362 61535.ex_v1
Meerkeuzevragen (40 punten)
De antwoorden dienen ingevuld te worden op bijgevoegd examenpapier. Vermeld het meest juiste antwoord. Voor een correct antwoord: 1 punt
1. Jan Kok treedt af en toe hobbymatig in een verenigingsgebouw op als pianist. Hij laat zich per optreden betalen. Welk van de onderstaande situaties is op Jan van toepassing? a. Jan heeft een onderneming. b. Jan is hobbyist en geen ondernemer. c. Jan is in loondienst. 2. Welk van onderstaande verplichtingen geldt voor iedere ondernemer? a. Administratieplicht, instellen ondernemingsraad b. Administratieplicht, inschrijving in het handelsregister c. Administratieplicht, inschrijving in het handelsregister, instellen van een ondernemingsraad 3. Twee vrienden nemen op 1 februari 2012 het besluit gezamenlijk een koeriersbedrijf te beginnen. De feitelijke bedrijfsuitoefening begint op 1 maart 2012. Op welke datum moet de inschrijving in het handelsregister uiterlijk hebben plaatsgevonden? a. Op 2 februari 2012 b. Op 1 maart 2012 c. Op 8 maart 2012 4. Wat is de sanctie als een ondernemer geen goede boekhouding voert?
5362 61535.ex_v1
a. Er is geen directe sanctie. b. Er is in dat geval sprake van een economisch delict. c. Er is ook buiten faillissement sprake van eenvoudige bankbreuk.
NCOI Opleidingsgroep
1
Ondernemingsrecht - Examennummer 61535 - 15 september 2012
5. Welk van onderstaande stellingen met betrekking tot het reglement van een ondernemingsraad is juist? a. Het reglement wordt samen met de bedrijfsleiding opgesteld. b. Het reglement wordt samen met de bedrijfsleiding opgesteld en moet worden goedgekeurd door de bedrijfscommissie. c. Het reglement wordt zelfstandig door de ondernemingsraad opgesteld en moet worden goedgekeurd door de bedrijfscommissie. 6. Wat is een centrale ondernemingsraad? a. Een bedrijfstakgerichte organisatie die van overheidswege toezicht houdt op de medezeggenschap. b. Een overkoepelende ondernemingsraad door de Kamer van Koophandel ingesteld. c. Een overkoepelende ondernemingsraad, ingesteld wanneer in een onderneming sprake is van minstens twee ondernemingsraden. 7. In een ziekenhuis is een aantal specialisten in de vorm van een maatschap werkzaam. Wat is met betrekking tot deze maatschap juist? a. Deze maatschap heeft een afgescheiden vermogen en is gericht op het verwerven van inkomen. b. Deze maatschap heeft geen afgescheiden vermogen en is gericht op het maken van winst. c. Deze maatschap heeft geen afgescheiden vermogen en is gericht op het versterken van de onderhandelingspositie ten opzichte van het ziekenhuisbestuur. 8. Joop en Bertha wonen zonder contractuele basis al jaren onder één dak. De onderneming van Joop wordt op zekere dag failliet verklaard. Welk(e) vermogen(s) kan de curator in dit geval uitwinnen? a. Alleen het vermogen van Joop. b. Het gehele vermogen van Joop en van Bertha. c. Het vermogen van Joop en ook van Bertha, behalve de goederen die aan Bertha verknocht zijn. 9. Welke stelling met betrekking tot een maatschap is juist?
5362 61535.ex_v1
a. Eén vennoot mag alle verliezen dragen en alle winst krijgen. b. Eén vennoot mag alle verliezen dragen, maar niet alle winst krijgen. c. Eén vennoot mag niet alle verliezend dragen, maar wel alle winst krijgen.
NCOI Opleidingsgroep
2
Ondernemingsrecht - Examennummer 61535 - 15 september 2012
10. Een van de firmanten in een vof die voor bepaalde tijd is opgericht functioneert slecht. Kan deze vof om deze reden opgezegd of ontbonden worden? a. Ja, want de andere firmanten kunnen afspreken een nieuwe vof op te richten die de taken van de oude vof overneemt. b. Ja, want de rechter kan wegens dringende redenen de vof ontbinden. c. Nee, een vof die voor bepaalde tijd is aangegaan kan niet tussentijds worden opgezegd, ook al is dat bedongen. 11. Kan elke maat namens de maatschap optreden? a. Ja, maar alleen als de maat door de andere maten gemachtigd is. b. Ja, maar alleen in gevallen van beheersdaden. c. Ja, maar alleen in gevallen van beschikkingsdaden. 12. Wat is een derogatieakte? a. Een akte waarin de firmanten zich hoofdelijk verbinden tegenover een individuele schuldeiser. b. Een akte waarin de formanten over en weer beperkt worden in het uitoefenen van vertegenwoordigingsbevoegdheid. c. Een akte waarin wordt afgezien van het uitwinnen van een bepaalde aansprakelijkheid. 13. Kan een maatschap failliet verklaard worden? a. Ja, maar dat houdt niet tevens het faillissement van alle maten in. b. Ja, maar dat houdt tevens het faillissement van alle maten in. c. Nee. 14. Kan een commanditaire vennootschap meerdere vennoten hebben? a. Wel meer beherende vennoten, maar slechts één commanditaire vennoot. b. Wel meer commanditaire, maar slechts één beherend vennoot. c. Zowel meer dan één commanditaire als meer dan één beherend vennoot. 15. Wat is het hoogste orgaan binnen een rechtspersoon? a. De algemene vergadering van aandeelhouders/leden b. De raad van commissarissen c. Het bestuur 16. Moet een vereniging statuten hebben?
5362 61535.ex_v1
a. Ja, omdat derden moeten weten welk doel en welke verantwoordelijkheden er bestaan. b. Ja, omdat leden moeten weten welke rechten en verplichtingen er bestaan. c. Nee, het bestaan van statuten is geen vereiste.
3
NCOI Opleidingsgroep
Ondernemingsrecht - Examennummer 61535 - 15 september 2012
17. In de statuten van een vereniging is opgenomen dat Jan Siegers vertegenwoordigingsbevoegdheid heeft tot de vereniging te binden tot een een bedrag € 5.000. Wat is het gevolg van het overschrijden van die grens door Jan? a. De vereniging is niet gebonden, omdat de statuten geraadpleegd hadden kunnen worden. b. De vereniging is toch gebonden en Jan niet. c. De vereniging is toch gebonden, maar Jan ook. 18. De coöperatie Samen sterk UA behartigt de stoffelijke belangen van de leden. Wat is de betekenis van de aanduiding ‘UA’? a. Dat de leden in het geheel niet aansprakelijk gesteld kunnen worden voor schulden van de coöperatie. b. Dat de leden niet aansprakelijk gesteld worden voor schulden van de coöperatie, behalve wanneer het bestuur onbehoorlijk heeft bestuurd. c. Dat het bestuur niet aansprakelijk gesteld kan worden voor schulden van de coeperatie. 19. Een aandeelhouder in een bv heeft 2% van de aandelen in bezit. Hij heeft wegens een zorgwekkende gang van zaken in de bv behoefte aan een algemene vergadering van aandeelhouders. Wat is in dat verband naar komend recht juist? a. Deze aandeelhouder kan een verzoek richten aan het bestuur om een algemene ledenvergadering te houden. b. Individuele aandeelhouders die een extra algemene ledenvergadering wensen, moeten zich tot de rechter wenden. c. Individuele aandeelhouders met een aandelenpakket van die omvang kunnen geen vordering doen met betrekking tot het houden van een algemene ledenvergadering. 20. Hoe wordt menselijke arbeid als productiemiddel gekwalificeerd? a. Als kapitaalgoederen b. Als variabele activa c. Als vaste activa 21. Een aandeelhouder in een bv heeft zijn aandeel nog niet volgestort. Hij heeft ook een vordering op de bv wegens geleverde goederen. Is in dit geval verrekening mogelijk?
5362 61535.ex_v1
a. Ja, wel door de aandeelhouder, niet voor de bv b. Ja, wel voor de bv, niet voor de aandeelhouder c. Zowel voor de aandeelhouder als voor de bv
NCOI Opleidingsgroep
4
Ondernemingsrecht - Examennummer 61535 - 15 september 2012
22. Als het bestuur van een bv in strijd met wettelijke bepalingen eigen aandelen koopt, wat is daarvan dan het gevolg? a. Aankoop van aandelen aan toonder is nietig. b. Aankoop van aandelen op naam en aankoop van aandelen aan toonder zijn nietig. c. Aankoop van aandelen op naam is nietig. 23. Welke stelling met betrekking tot de houder van een certificaat is juist? a. De certificaathouder heeft geen toegang tot de AVA. b. De certificaathouder heeft toegang tot de AVA, maar geen stemrecht. c. De certificaathouder heeft toegang tot de AVA, maar zijn stemrecht is beperkt tot de omvang van het certificaat. 24. Welke instantie houdt toezicht op de effectenbeurs? a. De Autoriteit Financiële Markten b. De Vereniging voor de Effectenhandel c. Het ministerie van Financiën 25. Een aandeelhouder heeft in een bv 35% van de aandelen in bezit. In de statuten is een oligarchische clausule opgenomen. Kan deze aandeelhouder het doorbreken van de oligarchische clausule verhinderen? a. Ja, want hij heeft meer dan een derde van de aandelen in bezit. b. Nee, niet aan de orde, want een oligarchische clausule is niet te doorbreken. c. Nee, hiervoor moet hij ten minste twee derde van de aandelen in bezit hebben. 26. Welke beschermingsconstructie is volgens de Hoge Raad niet acceptabel? a. De certificering van aandelen b. De uitgifte van preferente aandelen c. De uitgifte van prioriteitsaandelen 27. Een moeder nv heeft vier dochter nv’s. Elk heeft 15% van de aandelen van de moeder nv in bezit. Is hier sprake van een toegelaten toestand?
5362 61535.ex_v1
a. Ja, want de dochters worden voor dit onderwerp als zelfstandig beschouwd. b. Ja, want er blijven voldoende aandelen voor anderen beschikbaar. c. Nee, want moeder en dochters worden samengeteld volgens de regel dat een nv niet meer dan 50% eigen aandelen mag bezitten.
5
NCOI Opleidingsgroep
Ondernemingsrecht - Examennummer 61535 - 15 september 2012
28. Op welk moment moet de jaarrekening over het jaar 2011 van coöperatie De eendracht WA uiterlijk zijn opgemaakt? a. Op 31 mei 2012 b. Op 30 juni 2012 c. Op 31 juli 2012 29. Een aandeelhouder in een besloten nv wordt in zijn belangen dusdanig geschaad dat het voortduren van zijn aandeelhouderschap in redelijkheid niet van hem gevraagd kan worden. Hoe kan hij zijn aandeelhouderschap beëindigen? a. Hij kan gebruikmaken van de uitstotingsregeling. b. Hij kan gebruikmaken van de uittredingsregeling. c. Hij kan geen gebruik maken van de uitstotings- of uittredingsregeling, omdat die uitsluitend op een bv kan worden toegepast. 30. Op een nv is de structuurregeling van toepassing. De raad van commissarissen stelt een profielschets op voor het lidmaatschap van deze raad van commissarissen. Welke stelling is in dit verband juist? a. De raad van commissarissen kan deze zelfstandig vaststellen. b. De raad van commissarissen moet deze voorleggen aan de algemene vergadering van aandeelhouders en de ondernemingsraad. c. De raad van commissarissen moet deze voorleggen aan het bestuur en de ondernemingsraad. 31. Een bv neemt alle aandelen van een andere concurrerende bv over. Van welke fusie is hier sprake? a. Een aandelenfusie b. Een bedrijfsfusie c. Een juridische fusie 32. Kan iemand die failliet verklaard is een kind adopteren? a. Ja, want deze bevoegdheid verliest hij niet door het faillissement. b. Nee, want hij is beschikkingsonbevoegd. c. Nee, want hij is handelingsonbekwaam. 33. Kan de fiscus het faillissement van een belastingschuldige aanvragen?
5362 61535.ex_v1
a. Ja, maar dan moet er nog wel minstens één andere schuldeiser zijn. b. Ja, maar er hoeft in dat geval geen andere schuldeiser te zijn. c. Nee, want de fiscus is als bijzondere crediteur hiervoor uitgezonderd.
NCOI Opleidingsgroep
6
Ondernemingsrecht - Examennummer 61535 - 15 september 2012
34. Welke instantie houdt toezicht op het beheer en de vereffening van de failliete boedel? a. De bewindvoerder b. De curator c. De rechter-commissaris 35. Welke rechtsmiddelen bestaan er tegen een faillietverklaring? a. Alleen hoger beroep b. Alleen verzet c. Verzet, hoger beroep en cassatie 36. In een faillissement biedt de failliet een akkoord aan voor een bedrag van € 15.000. De waarde van de activa in de boedel bedraagt € 20.000. Wat is hiervan het gevolg? a. De curator zal de failliet aanraden een tweede akkoord voor te bereiden. b. De curator zal nu de executie van de boedelbestanddelen moeten voortzetten. c. De rechtbank zal het akkoord homologeren. 37. Wanneer is iemand separatist? a. Als een crediteur het recht van pand of hypotheek heeft. b. Als een crediteur in een faillissement niet voldaan wordt. c. Als een crediteur kort vóór een uitgesproken faillissement vermogensbestanddelen van de failliet heeft uitgewonnen. 38. Een winkelier is in betalingsproblemen gekomen. Een crediteur heeft het faillissement van hem aangevraagd. Welk van onderstaande situaties is op hem van toepassing? a. De winkelier kan niet meer verzoeken de schuldsaneringsregeling toe te passen, omdat nu een faillissementsaanvraag is ingediend. b. De winkelier kan verzoeken de schuldsaneringsregeling toe te passen. c. Op de winkelier kan de schuldsaneringsregeling niet toegepast worden, omdat die regeling niet geldt voor ondernemers. 39. In een burgerlijke procedure vervult de rechter een bepaalde rol. Welke inhoud heeft die rol?
5362 61535.ex_v1
a. De rechter mag de rechtsgrond aanvullen, maar de feiten niet. b. De rechter mag de feiten aanvullen, maar de rechtsgrond niet. c. De rechter mag de rechtsgrond en de feiten niet aanvullen.
7
NCOI Opleidingsgroep
Ondernemingsrecht - Examennummer 61535 - 15 september 2012
40. Welk rechterlijk stuk is nodig om hoger beroep in te stellen?
5362 61535.ex_v1
a. De expeditie b. De grosse c. De minuut
NCOI Opleidingsgroep
8