Healthcheck verslag. Healthcheck verslag David Meijer. Hanzehogeschool Groningen Instituut voor sportstudies Sport Gezondheid en Management

Healthcheck verslag David Meijer

Healthcheck verslag

Naam: David Meijer Hanzehogeschool Groningen Instituut voor sportstudies Sport Gezondheid en Management Klas: 1G Vak: Healthcheck Studentnummer: 405746 Docenten: Rob van Rozen Ellen Postma

1


Voorwoord Beste lezer, De opdracht van healthcheck komt tot stand uit mijn opleiding Sport, gezondheid en management van het Hanze Hogeschool in Groningen. In deze opdracht was het de bedoeling dat je bij drie personen uit je omgeving allemaal verschillende testjes werden uitgevoerd. Aan de hand van die testjes breng je iemands gezondheid in kaart. Tot slot was het de bedoeling dat je deze personen advies geeft, waarvan bij 1 van de drie personen het advies gefilmd moest worden. Graag wil ik mijn drie testpersonen hartelijk bedanken voor hun medewerking. De lezer wens ik veel plezier bij het lezen van mijn verslag.

David Meijer

2


Inhoudsopgave Hoofdstuk

Pagina

Inleiding 1. Testprotocollen 2. Ellen Huizinga (cliënt 1) 2.1 Informatie Ellen Huizinga 2.2 Samenvatting Intake 2.3 Uitslagen testresultaten 2.4 Interpretatie testresultaten 2.5 Fysieke test 2.6 Gedragsdoelen Ellen Huizinga 2.7 Adviesrapport Ellen Huizinga 3. Folke Meijer (cliënt 2) 3.1 Informatie Folke Meijer 3.2 Samenvatting intake 3.3 Uitslagen testresultaten 3.4 Interpretatie testresultaten 3.5 Fysieke test 3.6 Gedragsdoelen Folke Meijer 3.7 Adviesrapport Folke Meijer 4. Rik Meijer (cliënt 3) 4.1 Informatie Rik Meijer 4.2 Samenvatting intake 4.3 Uitslagen testresultaten 4.4 Interpretatie testresultaten 4.5 Fysieke test 4.6 Gedragsdoelen Rik Meijer 4.7 Adviesrapport Rik Meijer 5. Evaluatie 5.1 Totstandkoming adviesrapport 5.2 Uitvoering adviesgesprek 6. Nawoord 7. Bronvermelding 8. Bijlage (protocollenboek) 8.1 BMI 8.2 Huidplooi 8.3 Buikomvang 8.4 Bloeddruk 8.5 Glucose 8.6 Peakflow 8.7 UKK wandeltest (fysieke test) 8.8 Åstrandtest (fysieke test)

4 5 7 7 8 8 8 9 9 9 11 11 12 12 12 13 13 13 15 15 16 16 16 17 17 17 18 18 18 20 21 22 22 26 27 32 35 36 37 38

3


Inleiding Voor dit verslag heb ik op drie personen 6 verschillende testen af moeten nemen. Voor het afnemen van de testen hebben de cliënten eerst een vragenlijst ingevuld over hun eigen leefstijl. De testen die ik heb moeten afnemen zijn:  BMI,  Glucosespiegel,  Longfunctie,  Bloeddruk,  Buikomvang en  Huidplooimeting.

In dit verslag staan dan ook vooral de resultaten van die testen uitgewerkt. Na de resultaten van de testen volgt er de interpretatie van de resultaten. Vervolgens is er per cliënt een adviesrapport opgesteld, hier geef ik de cliënten advies en tips om hun gezondheid te verbeteren. In de bijlage staat het protocollen boek toegevoegd, hierin staat de informatie voor het uitvoeren van de testen en de betekenis van het resultaat van de testen vermeld. Ook is er met een cliënt adviesgesprek gefilmd met camera. De link van het filmpje staat hieronder vermeld:

https://www.youtube.com/watch?v=-f7Z_Q-t4W4&feature=youtu.be (het kan wel even duren voordat het filmpje start in youtube)

4


1. Testen Alle cliënten hebben dezelfde protocollen moeten doorlopen voor de testen. Hieronder worden de testen beschreven en daarbij hoe de cliënten begeleid dienen te worden. Onderaan in de bijlage staan de protocollen veel uitgebreider beschreven in het protocollenboek. Body Mass Index (BMI) Om de BMI van iemand te achterhalen zijn er twee gegevens belangrijk om te weten, dat zijn de lengte en het gewicht van de persoon. Bij het meten van de lengte is het belangrijk dat de cliënt het lichaam op vier punten contact heeft met de muur. Dan gaat het om de hakken, billen, schouders en het hoofd. Tijdens het meten is het de bedoeling dat de cliënt recht vooruit kijkt. Vervolgens moet het gewicht achterhaald worden. Daarbij is het heel simpel, de cliënt gaat op de weegschaal staan, en de begeleider leest het gewicht af en noteert dat. Zodra de lengte en het gewicht bekend zijn, kan vervolgens de BMI worden berekend. Het gewicht van de cliënt in kilogram wordt gedeeld door de lengte in meter in het kwadraat. De uitkomst hiervan geeft de verhouding weer van de cliënt of hij/zij gezond is of niet. Bij een BMI tussen de 20 en 25 is er bij de cliënt sprake van een gezonde BMI. Bij een uitkomst van onder de 18.5 is er sprake van ondergewicht en bij een uitkomst van boven de 30 is er sprake van overgewicht. Bloeddruk Voor deze test is het van belang dat de cliënt ontspannen is. Bij deze test worden de hartslag, onderdruk en bovendruk gemeten. Het is belangrijk te vermelden dat de test de cliënt een vervelend gevoel kan geven. Het is de bedoeling dat de cliënt zijn/haar ontspannen laat rusten op bijvoorbeeld een tafel. Onder de test is het van belang dat er niet tegen de cliënt wordt gepraat, dit kan de uitslag van de test beïnvloeden. Zodra er een piepje gaat kan de uitslag worden afgelezen en genoteerd worden. Een goede bloeddruk ligt tussen de 120 en de 80 Hg. Huidplooimeting De huidplooimeting is bedoeld om het vetpercentage van iemand te meten. De huidplooimeting wordt op vier plekken op het lichaam gemeten. De plooien rondom de triceps, biceps, het schouderblad en de heup. Voor een goede uitkomst van de test is het van belang dat de cliënt zijn/haar shirt uittrekt en een ontspannen houding aanneemt. Het is van belang dat de test meerdere keren wordt uitgevoerd voor een nauwkeurig resultaat. Als laatst kunnen de resultaten worden afgelezen en in een tabel berekend worden.

5


Peak flow meting Het is belangrijk dat de cliënt bij deze test een goede uitleg krijgt over hoe dit apparaat gebruikt dient te worden. Zorg dat de cliënt eerst diep inademt. Daarna moet de cliënt zo krachtig mogelijk uitblazen totdat het apparaat een piep geeft. De uitkomst van de test geeft aan wat de capaciteit van de zijn of haar longen is. Voor een zo nauwkeurig uitkomst van de test zal deze drie keer worden uitgevoerd. Glucose meting Bij deze test wordt het suikergehalte in het bloed berekend. Doordat deze test met een naald wordt uitgevoerd is het belangrijk de cliënt te benadrukken dat de prik vervelend kan voelen. Ten eerste is het belangrijk dat de cliënt deze test uitvoert op een nuchtere maag, dit heeft te maken met dat de resultaten worden beïnvloed als dit niet het geval is. Voor de hygiëne moet degene die de test afneemt is de handen reinigen met alcohol, daarna moeten de handschoenen aan. Dit is noodzakelijk aangezien er met bloed getest word en dan is er dus een kans op HIV besmetting aanwezig is. Zodra er met de naald in de vinger is geprikt is het de bedoeling dat er een kleine hoeveel bloed van de cliënt op het teststrookje komt te zitten. Dat teststrookje gaat met het bloed in een apparaatje en die zal de waarden van het bloed meten. Buikomvang meting Zoals de naam van deze test al aangeeft wordt de buikomvang gemeten. Het is bij deze test van belang dat de cliënt op zijn/haar gemak wordt gesteld. De meting gebeurd aan de hand van een meetlint. De middelomtrek wordt gemeten op het smalste deel van de middel tussen de onderste rib en de bovenkant van het heupbeen, net nadat er is uitgeademd. Voor mannen is de uitkomst van de test positief wanneer het totaal aantal centimeters tussen de 79 en 94 is. Bij vrouwen is de uitkomst positief als dat tussen de 68 en 80 is.

6


Omschrijving van de indeling: In dit hoofdstuk worden de resultaten met betrekking tot de cliënt besproken. De informatie over de cliënten is vergaard uit vragenlijsten en testen. Hieronder wordt dat weergegeven de samenvatting intake. Daarna worden de testen worden weergegeven met het resultaat erbij. Vervolgens volgt er een interpretatie van de testresultaten. En tot slot zal er een advies worden weergegeven.

2. Ellen Huizinga Naam cliënt:

2.1 Informatie cliënt Ellen Huizinga

Geboortedatum:

08-12-1959

Geboorteland: Geslacht: Beroep/school:

Nederland Vrouw Intern begeleider op een basisschool

Werk/schooltijden:

08.00-17.00

Vervoer naar school/werk:

Auto

Hobby’s:

Zingen, theater, wandelen

Blessures/beperkingen:

Last van de linkerknie, rugklachten

Rookt u?

Nee

Voeding: Eetlepels groente per dag Aantal kCal per dag

2 eetlepels 2300

Stuks fruit per dag

2-4 stuks

Ontbijt

Bak muesli met 2 kiwi’s en een kop thee

Lunch

3 boterhammen met kaas

Tussendoortjes

Fruitbar, eierkoeken

Alcohol: Hoe vaak per week en hoeveel

1 glas wijn per dag

Ziekten:

-

Medicijngebruik:

-

Huidige sport gedrag:

1 keer in de week Body Balance, uur per dag wandelen.

Sporthistorie: Ontspanning/vrije tijd:

Tot aan een aantal jaren geleden tenniste ik 1 keer per week. Zingen, bankhangen, shoppen

Heeft u last van stress:

Soms

Fitness ervaring:

-

Opmerkingen:

-

7


2.2 Samenvatting Intake Ellen Huizinga Ellen Huizinga was de eerste cliënt die de testen heeft moeten doorstaan. Ellen is een vrouw van 55 jaar en woont in Hardenberg. Ze is 1.72 meter lang en weegt 68 kilo. Ze werkt als intern begeleider op meerdere basisscholen, en daarmee heeft ze het erg druk. Ze maakt gemiddeld meer dan 40 uur in de week. Ellen gaat met de auto naar het werk omdat de afstand te groot is om het met de fiets af te leggen. Daarbuiten is Ellen moeder van drie volwassen kinderen. Na haar werk vindt ze het lekker om de honden uit te laten, gemiddeld loopt ze een uur per dag met de honden. Ellen mag graag zingen. Dat doet ze een keer in de week bij het koor. Elke woensdagavond gaat ze naar de sportschool waar ze dan een uur aan Body Balance doet. Ook mag ze graag in de avond op de bank liggen met een boek, ipad of de tv aan, daarbij drinkt ze dagelijks een glas wijn. Ellen ontbijt standaard elke morgen, ze eet dan bak yoghurt met muesli met daarbij 2 kiwi’s en een kop thee. In de middag eet ze nog een boterham met kaas en tussendoor vaak nog een sultana. Over de hele dag drinkt ze ongeveer drie bakken koffie. Ellen probeert zo gevarieerd mogelijk te eten, maar dat lukt lang niet altijd i.v.m. dat ze met enige regelmaat laat terugkomt van haar werk. Dagelijks eet ze twee eetlepels groente. 2.3 Uitslagen testresultaten Lengte (cm): Gewicht (kg): Buikomtrek (cm): BMI: Verpercentage: Bloeddruk: -Bovendruk -Diastolische (onderdruk) Glucosemeting (mmol/l Hartslag: Peakflow:

1.72cm 68kg 82cm 22.6 34% 139 Mmhg 74 Mmhg 4.0 mmol/l 56 sl/min 447

2.4 Interpretatie testresultaten Uit de testen is gemeten dat Ellen Huizinga 1.72 m lang is en 68 kg zwaar, daar komt een BMI van 22,6 uit. Dat is naar de verhoudingen een goede BMI. Een goede BMI ligt namelijk tussen de 18,5 en 25. De buikomtrek van Ellen is 82 centimeter. Uit het protocol blijkt dat bij vrouwen een buikomvang tot 80 centimeter goed is. En van 80 tot 88 centimeter loopt de cliënt risico, alles boven de 88 is een verhoogd risico. Bij Ellen is het dus het geval dat ze risico loopt, ze zit er 2 centimeter boven een goede buikomtrek. Het vetpercentage van Ellen is 34%. Voor vrouwen van 50 tot 59 jaar is een vetpercentage tussen de 26% en 35 % normaal, als het vetpercentage daar boven komt is het te hoog. Het vetpercentage van Ellen moet dus niet meer toenemen. Bij de bloeddruktest kwam een bovendruk van 139 Hg en een onderdruk van 74 Hg. Een perfecte bloeddruk ligt 120 Hg en de 80 Hg. Een bovendruk van onder de 140 Hg en onderdruk van minder 8


dan 90 Hg wordt gezien als een normale bloeddruk. Dat zit bij Ellen dus nog net goed, maar het mag ook niet hoger uitkomen. Uit de glucosetest kwam bij Ellen een meting van 4.0 mmol. Een normale waarde zit tussen de 4,4 t/m 6,7 mmol. Ellen was niet nuchter tijdens de meting, en dan is een waarde van onder de 7,8 mmol een goede waarde. Dus de glucosewaarde in het bloed van Ellen is goed. De laatste test die is gemeten is de peakflowtest. Bij Ellen kwam er een waarde van 447 uit. Voor een vrouw van 55 jaar oud en 1.72 meter lang is een waarde van 427 normaal. Ellen zit daarboven en behaald dus een goede score. 2.5 Fysieke test (UKK wandeltest 2000 meter) Buiten de zes bovenstaande testen moet elke cliënt ook nog een fysieke test uitvoeren. Met Ellen Huizinga is de UKK wandeltest uitgevoerd. Deze test is uitgevoerd in sportschool De Baalderslag in Hardenberg. Met de UKK wandeltest kan wordt de cardiovasculaire fitheid van iemand in kaart gebracht. De bedoeling is dat de cliënt in een zo snel mogelijk tempo 2000 meter wandelt. Dit in een zo gelijkmatig mogelijk wandeltempo. Uitkomst test: Ellen heeft een fitness index van 111. Interpretatie resultaat: Ellen heeft een fitness index van 111 behaald. Een gemiddelde score zit tussen de 90 -110. Ellen zit daar echt net een klein stukje boven. Dat is een goede score, vooral voor iemand van haar leeftijd. Met Ellen haar fitheid zit het goed. Dit valt waarschijnlijk te verklaren doordat ze veel met de honden wandelt. 2.6 Gedragsdoelen Ellen Huizinga Ellen heeft in het gesprek laten weten dat ze 3 kilo wil gaan afvallen. En ze wil ook meer gaan sporten, echter weet ze nog niet wat voor sport ze wil gaan beoefenen.

2.7 Adviesrapport Ellen komt over het algemeen positief uit de testen. Ze heeft een goede verhouding tussen lengte en gewicht, daardoor scoort ze een gezonde score bij de BMI test. De enige negatieve score die Ellen heeft behaald is die van de buikomvang. De buikomvang van Ellen bedraagt 82 centimeter, en dat is 2 centimeter boven de norm van een gezonde buikomvang. Echt schadelijk voor haar gezondheid is het niet, maar ze zit wel in de risicozone. Onder andere valt dit te verklaren aan het feit dat Ellen net iets teveel calorieën per dag binnenkrijgt. Advies is om iets minder calorieën per dag binnen te krijgen. De norm voor het aantal calorieën per dag voor een vrouw komt uit op 2000 kilocalorieën, en Ellen krijgt er gemiddeld 2300 kilocalorieën per dag. Ellen zou wat meer in kleinere porties moeten gaan eten, waardoor haar spijsvertering beter op gang blijft. De meeste winst valt te halen door meer te gaan bewegen of sporten. Doordat Ellen regelmatig met de honden loopt en ook nog een keer in de week aan Body Balance voldoet ze wel aan de norm voor gezond bewegen. Toch is het advies om meer te gaan sporten, waardoor er meer calorieën verbrand worden. Daardoor zal Ellen op termijn kunnen gaan afvallen, en zal haar buikomvang ook afnemen. 9


Body Balance is een vrij statische sport. Het is meer bedoeld voor het soepel houden (lenigheid) van de spieren. Om meer calorieën te gaan verbranden is het advies om een meer dynamische sport erbij te gaan doen, waardoor er meer calorieën worden verbrand. Meerdere goede sporten hiervoor zouden kunnen zijn: spinning, body pump, fitness (cardio), hardlopen.

10


3. Folke Meijer Naam cliënt:

3.1 Informatie cliënt Folke Meijer

Geboortedatum:

02-10-1948


Nederland Man In de VUT

Werk/schooltijden:

-


-

Hobby’s:

Theater, reizen


Rugklachten

Rookt u?

Nee

Voeding: Eetlepels groente per dag

2 eetlepels

Aantal kCal per dag Eetgedrag: Stuks fruit per dag

3000 2-4 stuks

Ontbijt

Bak muesli met 2 kiwi’s en een kop thee

Lunch Avondeten

2 broodjes ham en 2 broodjes kaas met een beker melk 4 aardappels, minimaal 2 lepels groente, en anderhalf stuk vlees. Grote bak vla na die tijd.

Tussendoortjes

2-4 Koekjes, een halve zak dropjes en in de avond pinda’s of chips

Alcohol: Hoe vaak per week en hoeveel

2 glazen wijn per dag

Ziekten:

-

Medicijngebruik: Huidige sport gedrag:

3 keer in de week roeien, veel wandelen

Sporthistorie:

Roeien, tennis

Ontspanning/vrije tijd:

Krant lezen, met de honden wandelen


Soms

Fitness ervaring:

-

Opmerkingen:

-

11


3.2 Samenvatting intake Folke Meijer De tweede cliënt die is getest is Folke Meijer. Hij is 65 jaar oud en woont in Hardenberg. Hij is 1.90 meter lang en weegt 88 kg. Folke is vader van drie kinderen. Hij is net verleden jaar met pensioen gegaan. Hij werkte in het verleden vele jaren als communicatiemanager. Tegenwoordig is hij nog wel druk met meerdere dingen, hij is onder andere voorzitter van een kunstvereniging en een roeivereniging in Hardenberg. Zijn hobby’s zijn voornamelijk de tuin onderhouden en wandelen (met de hond). Ook mag hij graag reizen naar het buitenland. Folke zijn sport is roeien. Hij traint drie keer in de week ongeveer anderhalf uur per training. In zijn vrije tijd mag hij graag de krant lezen, en in de avond kijkt hij vaak naar het nieuws en Pauw en Witteman. Als ontbijt eet Folke elke ochtend twee boterhammen met kaas. Daarbij drinkt hij een kop thee en twee a drie stuks fruit (banaan, kiwi en mandarijn). Voor de lunch neemt hij meestal twee boterhammen met ham en een glas melk. De warme maaltijden zijn zo gevarieerd mogelijk, gemiddeld twee of meer eetlepels groente. In de avond drinkt hij standaard een of twee glazen wijn. Hij eet daarbij vaak pinda’s of chips. Hij geeft wel aan dat hij soms wat teveel snoept over de hele dag heen.

3.3 Uitslagen testresultaten Lengte (cm): 1.90cm Gewicht (kg): 88kg Buikomtrek (cm): 100cm BMI: 24.4 Verpercentage: 31,9% Bloeddruk: -Bovendruk 137 Mmhg -Diastolische 78 Mmhg (onderdruk) Glucosemeting (mmol/l 4.6mmol/l Hartslag: 56 Peakflow: 665

3.4 Interpretatie Testresultaten Uit de testen is gemeten dat Folke 1.90 meter lang is en 88 kilo zwaar is, daar komt een BMI uit van 24,4. Folke heeft een normale BMI, want een gezonde BMI zit tussen de 18,5 en de 25 in. De buikomtrek van Folke is precies 100 centimeter. Voor mannen geld dat een waarde van buikomvang van onder 94 centimeter goed is. Wanneer de cliënt zich bevindt tussen de 94-102 loopt hij risico. Dat is bij Folke het geval. De buikomvang van Folke zal 6 centimeter moeten om een gezonde score te behalen. Het vetpercentage van Folke is 31,9%. Voor een 65 jarige man zit een normaal vetpercentage tussen de 17%-26%. Boven de 26% is het vetpercentage te hoog, wat dus bij Folke het geval is. Wil hij een gezonde score op de huidplooimeting behalen zal zijn vetpercentage ongeveer met 6 % moeten afnemen.

12


Folke had op de bloeddrukmeting een bovendruk van 137 Hg en een onderdruk van 78 Hg. Een bovendruk van onder de 140 Hg is een normale bloeddruk. Een onderdruk van onder de 80 is een perfecte bloeddruk. Op de bloeddruktest heeft Folke dus prima resultaten behaald. Uit de glucosetest kwam bij Folke een meting van 4,6 mmol. Dat is een normale waarde. Een waarde wordt normaal beschouwd wanneer dit in nuchtere toestand (wat het geval was) tussen de 4.4 t/m 6,7 mmol zit. Wanneer een cliënt een waarde van boven de 6,7 heeft zal dit beteken dat deze persoon diabetes heeft. Als laatste is bij Folke de peakflowtest afgenomen. Deze test is drie keer afgenomen waarbij de hoogste waarde telt. Bij Folke was de hoogste waarde 665. Een normale waarde voor een man van 65 jaar oud en 1.90 lang is 623. Folke zit daar ruim boven en behaald dus een prima score. 3.5 Fysieke test (Åstrandtest) Buiten de zes bovenstaande testen moet elke cliënt ook nog een fysieke test uitvoeren. Bij Folke Meijer is als fysieke test de Åstrandtest uitgevoerd. Bij de Åstrandtest kan de VO2max van iemand bepaald worden. De test is afgenomen in sportschool De Baalderslag in Hardenberg, op een fietsergometer. Uitkomst test Folke heeft een score behaald van 38.62 ml O2/kg. Interpretatie testresultaat Uit de Åstrandtest is gebleken dat Folke een zeer goede conditie heeft voor iemand van zijn leeftijd. Gemiddeld zit een man van zijn leeftijd op een score tussen de 29 en de 32. De uitkomst van de test zal mede te maken hebben met het feit dat Folke 3 keer in de week roeitraining heeft en dat hij veel wandelt met de honden. 3.6 Gedragsdoelen Folke Meijer Folke zou graag een aantal kilo’s willen afvallen en zijn buikomvang willen verminderen. Met als doel daar weer van, dat zijn vetpercentage afneemt. 3.7 Adviesrapport Folke Meijer Uit de meeste testen komt bij u een positief resultaat. Zo heeft u op de BMI test een score van 24.5 gehaald. Een score tot 25 is een gezonde score. Ook de testen van bloeddruk, glucose en peakflow heeft u met succes doorstaan waardoor er positieve resultaten uit de test kwamen. Daarom zie ik geen reden om u voor die resultaten een advies te geven. Wel maak ik me zorgen over de omtrek van uw buikomvang. Uw buikomvang bedraagt 100 centimeter, waar u eigenlijk onder de 94 centimeter hoort te zitten. Dat betekent dat uw buikomvang ongeveer 6 centimeter te groot is. U zit nu in de risicozone wat dit betreft, maar mocht uw buikomvang nog iets meer toenemen in centimeters, loopt u verhoogd risico. Ook is uw vetpercentage te hoog, u heeft een percentage van 31,9% en voor een man van uw leeftijd is een percentage tussen de 17% en de 26% normaal. Ook op het gebied van uw vetpercentage loopt u dus risico.

13


U voldoet aan de norm gezond bewegen aangezien u drie keer per week anderhalf uur roeitraining heeft en daarnaast nog drie keer per dag met de honden wandelt (drie kwartier per dag). Op gebied van voeding is er nog wel winst te behalen, omdat u elke dag ’s avonds snackt. Ik zou u willen adviseren om niet elke avond pinda’s of chips te eten. Daarnaast in plaats van dagelijks 2 glazen wijn te drinken, dit te minimaliseren tot 1 glas per dag. De dagelijkse caloriebehoefte van een man ligt op 2500 kCal per dag en u komt per dag over de 3000 kCal per dag. U hoeft niet veel af te vallen, alleen het vetpercentage en uw buikomvang moeten verminderen. Regelmatig kleine porties eten over de dag zal de spijsvertering activeren en dat zal uiteindelijk leiden tot een verminderd hongergevoel. Met als gevolg dat er ’s avonds niet veel gesnackt hoeft te worden.

14


4. Rik Meijer Naam cliënt:

4.1 Informatie cliënt Rik Meijer

Geboortedatum:

08-05-1986


Nederland Man Student bedrijfskunde

Werk/schooltijden:

Verschillend


Fiets, lopend, trein, tram

Hobby’s:

Muziek maken


Soms rugklachten

Rookt u?

Ja

Voeding: Eetlepels groente per dag Aantal kCal per dag

2 eetlepels 3000

Stuks fruit per dag

Lang niet elke dag fruit. Als ik er aan denk probeer ik 2 stuk.

Ontbijt Lunch Avondeten Drinken

Boterham met kaas en een kop koffie 4 boterhammen met kaas, ook vaak een tosti of een ei. Vaak pasta met romige sausjes, weinig aardappelen Liter melk per dag, maar ook veel suikerhoudende drankjes (veel cola) 2 biertjes per dag

Alcohol: Hoe vaak per week en hoeveel Ziekten:

-

Medicijngebruik:

-

Huidige sport gedrag:

Geen

Sporthistorie:

Lang geleden heb ik geroeid en ik heb ooit gefitnesst.

Ontspanning/vrije tijd:

Zingen, bankhangen, shoppen


Ja laatste tijd wat meer ivm het afstuderen.

Fitness ervaring:

Ja

Opmerkingen:

-

15


4.2 Samenvatting intake Rik Meijer De laatste cliënt die is getest is Rik Meijer. Hij is 27 jaar oud en woont in Amsterdam. Hij is 1.93 meter lang en weegt 85 kg. Hij studeert bedrijfskunde op de universiteit van Amsterdam, waar hij aan het afstuderen is en het erg druk mee heeft. Zijn hobby’s zijn bezig zijn met muziek en gaat graag op stap met vrienden. Rik doet niet aan sporten, maar is van plan in de toekomst wel weer te gaan sporten. Vroeger zat hij jarenlang op roeien, wat hij altijd met plezier deed. Rik rookt een pakje sigaretten per dag 4.3 Uitslagen testresultaten Lengte (cm): 1.95cm Gewicht (kg): 93 Buikomtrek (cm): 95 BMI: 24.5 Verpercentage: 20,2% Bloeddruk: -Bovendruk 136 Mmhg -Diastolische 85 Mmhg (onderdruk) Glucosemeting (mmol/l 5.7mmol/l Hartslag: 51 Peakflow: 610

4.4 Interpretatie testresultaten De eerste test die is uitgevoerd op Rik Meijer is de BMI test. Rik is 1.95 meter lang en is 93 kilo zwaar. Daar komt een BMI score uit van 24.5. Een score tussen de 18,5 en 25 is een goede BMI score. Rik heeft dus een gezonde BMI. De tweede test is de buikomtrek. Rik heeft een buikomtrek van 95 centimeter. Een buikomtrek bij mannen is goed als dat onder de 94 zit. Rik zit met 95 centimeter in de risicozone. Rik zal een positieve score behalen uit de buikomtrektest wanneer er 1 centimeter van zijn buikomtrek zal afnemen. Rik heeft een vetpercentage van 20,2%. Voor een man van 27 jaar is een vetpercentage van tussen de 8 en 18% normaal. Rif heeft dus een iets te hoog vetpercentage. De volgende test die is uitgevoerd is de bloeddruktest. Daarbij had Rik een bovendruk van 136 Hg en een onderdruk van 67 Hg. Een perfecte bloeddruk heeft een bovendruk van 120 Hg en een onderdruk van 80 Hg. Bij een normale bloeddruk zit de bovendruk onder de 140 Hg en de onderdruk onder de 90Hg. Rik heeft dus een positieve score en een normale bloeddruk. Uit de glucosemeting is naar voren gekomen dat Rik een gezonde bloedsuikerspiegel heeft. Zijn uitslag was 5,7mmol. Een bloedsuikerspiegel wordt als gezond beschouwd als die tussen de 4,4mmol en 6,7mmol zit. Uit de peakflowmeting is bij rik een meting uit gekomen van 610. Een man van 27 met een lengte van 1.95 meter hoort normaal gemiddeld een score te behalen van 670. Daar zit hij wel aardig ver onder. 16


4.5 Fysieke test (Åstrandtest) Buiten de zes bovenstaande testen moet elke cliënt ook nog een fysieke test uitvoeren. Bij Rik is als fysieke test de Åstrandtest uitgevoerd. Bij de Åstrandtest kan de VO2max van iemand bepaald worden. De test is afgenomen in sportschool De Baalderslag in Hardenberg, op een fietsergometer. Uitkomst test Folke heeft een score behaald van 35.95 ml O2/kg. Interpretatie uitkomst Uit de test is gebleken dat Rik een zeer slechte conditie heeft voor iemand van zijn leeftijd. Een gemiddelde score zit tussen de 43 en 48 ml 02/kg/min. Rik zit daar ver onder, en dat betekend dat hij daar echt iets aan moet gaan doen. 4.6 Gedragsdoelen Rik Meijer Rik zijn voornaamste doel is om zijn buikje eraf te krijgen en dus een paar kilo afvallen. Ook zou hij graag wat meer spiermassa willen opbouwen om een wat strakker lichaam te krijgen. 4.7 Adviesrapport Rik Meijer Van de testen die u heeft uitgevoerd, zijn er op drie testen een positief resultaat behaald. Dat is op de BMI test; u hebt een goede verhouding in lengte en gewicht. Ook de glucosemeting is met succes afgerond. Dat wil zeggen dat u een goed bloedsuikerspiegel heeft. En de bloeddruk is in orde. Voor die uitkomsten ga ik dan ook geen advies geven. Waar u wat minder goed op hebt gescoord zijn de huidplooimeting, Åstrandtest de buikomtrekmeting en de peakflowmeting. Uit de peakflowmeting is naar voren gekomen dat u een aanzienlijk minder grote longinhoud heeft dan gemiddeld gebruikelijk is. Dat valt te verklaren uit het feit dat u rookt. Roken beschadigd uw longen ernstig en is ook vaak het gevolg van chronische ziektes. Mijn advies is om te stoppen met roken. Aangezien u al vaker geprobeerd heeft om te stoppen met roken lijkt het mij verstandig om de hulp van de huisarts daarbij in te schakelen om te kijken hoe u het beste van het roken af kan komen. Uw buikomvang en vetpercentage zijn iets te hoog. Dit heeft voor een groot gedeelte met twee dingen te maken: u beweegt te weinig en uw calorie inname is te hoog. U zou wat minder pasta’s kunnen gaan eten en wat meer gevarieerd. Denk hierbij bijvoorbeeld wat vaker aan aardappels, vlees en groente en aardappelen kunt u afwisselen met zilvervliesrijst. Probeer gemiddeld per dag 2 eetlepels groente te eten. U eet weinig fruit, minder dan 2 stuks per dag, en ik zou u wel adviseren om zeker 2 stuks fruit per dag te nemen. Als laatst wil ik u meegeven om meer te gaan bewegen. U beweegt nu veel te weinig en dat hangt zeker samen met dat uw vetpercentage en buikomtrek te groot is.

17


5. Evaluatie (STARR erin verwerkt) 5.1 Totstandkoming adviesrapport Voor het vak healthcheck was het de opdracht om bij drie personen uit je omgeving hun gezondheid in kaart te brengen. Dat moest je doen aan de hand van zes verschillende testen. Deze testen waren de BMI test, de huidplooimeting, de buikomtrek meting, de bloeddrukmeting, glucosemeting en de peakflowmeting. Deze testen zijn in de klas tijdens de werkcolleges veel geoefend zodat iedereen wist waar de testen voor bedoeld waren en wat er precies wordt gemeten. Buiten deze testen om moest er ook nog een fysieke test bij elke cliënt worden afgenomen. De uitkomst van deze testen bij elkaar geven een volledig beeld van hoe iemand zijn/haar gezondheid eruit ziet. Aan de hand van de testuitslagen heb ik een advies voor de betreffende cliënten gemaakt. Dit kon ik doen omdat ik alle testresultaten in een overzicht heb gezet. De testen zijn allen bij mijn ouders thuis afgenomen. Mijn cliënten hadden nog niet eerder deze testen ondergaan, en ik heb ze eerst alles uitgelegd. Ik heb uitgelegd hoe de testen gingen en waar ze voor dienden. Vooraf had ik de protocollen goed doorgenomen en kon ik de cliënten geruststellen over de testen. Hoewel ik de cliënten gerust kon stellen, was ik er zelf wel onzeker over. Ik had deze testen ook nog nooit eerder afgenomen en moest ook weer goed nadenken hoe het ook al weer moest, ondanks dat ik vooraf alles had gelezen. Nadat ik de testen bij de eerste cliënt had afgenomen vond ik het wel makkelijker om bij de andere twee cliënten de testen af te nemen. Ik had al een beetje ervaring opgedaan en dat neem je dan weer mee naar een volgende testafname. Een goede voorbereiding is van belang en ook dat je het vaker doet, maakt dat je je zekerder voelt en je daardoor de cliënt beter kan geruststellen. Mijn professionaliteit werd verhoogd door het vaker te doen. Dit neem ik mee voor volgende opdrachten, een goede voorbereiding is het halve werk en oefening baart kunst. 5.2 Uitvoering adviesgesprek Bij een van de cliënten moest ik een adviesgesprek opnemen op video. Ik moest in dit gesprek een professionele houding hebben en daarvoor was het belangrijk dat ik goed op de hoogte was van alle scores van de cliënt. Ik heb me daar goed op voorbereid. Het afnemen van het gesprek vond ik best lastig omdat ik wel eens een aan de hand va een vragenlijst een intakegesprek heb afgenomen in een sportschool, maar nog nooit een adviesgesprek heb gedaan en wanneer dit op video wordt opgenomen is dat toch anders. Nu moest ikzelf de testresultaten interpreteren en ik was bang dat ik wat zou vergeten tijdens het gesprek. Ik heb het gesprek met Ellen Huizinga gevoerd. Dit is thuis gebeurd aan de eettafel. In het gesprek ben ik begonnen met waar we het in het gesprek over gaan hebben. Dat we het eerst over de lijst gaan hebben die Ellen heeft ingevuld aan de hand van de BRAVO factoren. Daarna de over de testresultaten. En als laatst over het advies. Dat leek mij de beste opbouw voor het gesprek omdat ik ook in die opbouw mijn verslag heb uitgewerkt.

18


Voor mij was het de taak om dit gesprek in goede banen te leiden. Ook was het de bedoeling dat ik de cliënt bewuster liet worden van haar eigen leefstijl, en aan de hand daarvan mijn advies uitbracht. Daarom was het voor mij belangrijk dat ik veel kennis toonde en een professionele houding aannam. Ik probeerde een zo open mogelijke houding aan te nemen zodat de cliënt zich op haar gemak voelde. Op een moment in het gesprek wist ik heel even niet zo goed wat ik wilde zeggen en toen viel er even een stilte van drie seconde ongeveer, maar het was niet zo dat dit echt ongemakkelijk was. Alles wat ik graag wilde bespreken heb ik in steekwoorden op papier gezet en dit heb ik gebruikt als richtlijn voor het adviesgesprek. Uiteindelijk is er naar mijn mening een goed adviesgesprek gevoerd. Ik vind de kwaliteit van het filmpje goed is, de sprekers zijn goed verstaanbaar en zichtbaar en daarom ben ik ook tevreden over het resultaat. De cliënt heeft mij laten weten dat ze een beter beeld heeft gekregen over hoe haar gezondheid er nu uitziet. De cliënt heeft aangegeven blij te zijn met het advies en aan de slag te gaan met het advies dat ik haar heb gegeven. Om het gesprek te voeren vond ik in het begin best spannend maar gaandeweg het gesprek vond ik het steeds beter gaan. Dit gesprek werd gevoerd met een vertrouwd persoon dus dan is gemakkelijker dan dat je dit doet met iemand die je niet kent. Ik ben benieuwd hoe ik in de toekomst een gesprek zal voeren met een onbekend persoon. Al met al ben ik tevreden over het resultaat.

19


6. Nawoord Dit onderzoek heeft mij veel geleerd hoe je iemands gezondheid in kaart brengt, door middel van verschillende testen, en aan de hand daarvan een adviesgesprek te houden. Dit vond ik een leuke opdracht om uit te voeren, ondanks dat het me erg veel tijd heeft gekost. Wel vond ik het best lastig om een adviesgesprek te houden, dit had ook vooral te maken met het feit dat dit gefilmd werd. Toch denk ik hier veel geleerd van te hebben. Dat kan ik weer meenemen naar de volgende opdracht en later in mijn werk.

Verder wil ik graag Ellen Huizinga, Folke Meijer en Rik Meijer bedanken voor het feit dat ik hun gezondheid in kaart mocht brengen aan de hand van de testen. En daar ook nog advies voor mocht geven. In het bijzonder wil ik Ellen Huizinga bedanken waarvan ik ook nog het advies op film heb mogen uitbrengen. Ondertussen heb ik alle cliënten het adviesrapport opgestuurd en ik ook hoop dat ze gebruik zullen maken van mijn adviezen en deze zullen toepassen. Als laatst wil ik klas 1G bedanken voor het maken van het protocollenboek, dit is gebeurd tijdens de werkcolleges van Healthcheck. Wel heb ik het protocollenboek wel een beetje naar mijn eigen hand gezet. Bedankt voor het lezen van mijn verslag, David Meijer

20


7. Bronvermelding A.Vogel (2013). Bloeddruk normale waarden. http://www.avogel.nl/Indicaties/Bloeddruk.php

Geraadpleegd

op

11

maart

2014,

Diabetesfonds (z.d.). Uitslag bloedsuikertest. Geraadpleegd op 11 maart 2014, http://www.diabetesfonds.nl/artikel/uitslag-bloedsuikertest Dick Slagter (2001-2014). Richtlijn bloedglucosehalte meten. Geraadpleegd op 11 maart 2014, http://www.zorgprotocollen.nl/docs/bloedsuikerwaardemeten.pdf Dostoc (2013). Sample peakflow chart. Geraadpleegd op 12 maart 2014, http://www.docstoc.com/docs/9858547/Sample-Peak-Flow-Chart Hartstichting (z.d.). BMI berekenen. Geraadpleegd op 14 maart 2014,

http://www.hartstichting.nl/risicofactoren/overgewicht/waneer_overgewicht/ Huidplooimeting (z.d.). Huidplooimeting, beste manier voor berekenen vetmassa. Geraadpleegd op 14 maart 2014, http://www.verantwoord-afvallen.nl/afvallen/huidplooimeting-beste-manier-voor-bepalenvetmassa Nederlands Huisartsen Genootschap (2013). Protocol BMI en middelomtrek meten. Geraadpleegd op 12 maart 2014, https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/004protocol_bmi_en_middelomt rek_meten_feb13.pdf Nederlands Huisartsen Genootschap (2013). Protocol bloeddruk meten. Geraadpleegd op 16 maart 2014, https://www.nhg.org/sites/default/files/content/nhg_org/uploads/002protocol_bloeddruk_meten_f eb13.pdf RDSM (2006-2014). Wat is de peakstroom?. Geraadpleegd op 14 maart 2014, http://www.peakflowmeter.be/faq.php Peakflow meter FAQ. (2006) RDSM nv. Geraadpleegd op 16 maart 2014, van

http://www.peakflowmeter.be/faq.php

21


8. Bijlage (protocollenboek) 8.1 Protocol BMI test Benodigdheden:  Meetlat en meetlint  Weegschaal  Rekenmachine of een ander hulpmiddel om de BMI te bepalen Meetstation: Het meetlint moet aan de muur worden bevestigd.

Uitvoering berekening BMI: 1. Bepaal de lengte: De patiënt staat zonder schoenen met de hakken tegen de muur en kijkt recht vooruit. Meet het hoogste punt van het hoofd met een aan de wand bevestigde meetlat. 2. Bepaal het gewicht: Zorg ervoor dat de patiënt geen zware kledingstukken draagt. Advies is om de patiënt de schoenen uit te laten doen. 3. Noteer de lengte in cm, en het gewicht in kg op een papiertje. 4. Bereken de BMI volgens de onderstaande formule: 5. BMI formule: Gewicht in kilogram / (Lengte in meter * Lengte in meter)= BMI

22


6. Schrijf de uitkomt van de BMI op een papiertje en kijk in de onderstaande BMI-index wat uw BMI betekent. BMI-Index: 

BMI index: Kleiner dan 18,5 Tussen 18,5 - 25 Tussen 25 - 30 Tussen 30-40 Groter dan 40

Categorie: Ondergewicht Normaal Overgewicht Obesitas Morbide Obesitas

De berekend (is een proces indicator).

BMI moet jaarlijks opnieuw worden

Wat meten we eigenlijk? BMI staat voor Body Mass Index. Het is een rekensom waarmee je de verhouding tussen je gewicht en lengte bepaalt. In feite bereken je het aantal kilogrammen dat je per vierkante meter lichaam beweegt. Uit de berekening rolt een getal. Over het algemeen wordt een BMI tussen de 20 en 25 als gezond beschouwd. Bij een BMI onder de 18,5 spreken we van ondergewicht. Een BMI van meer dan 25 wordt als overgewicht beschouwd en bij een BMI van meer dan 30 heb je ernstig overgewicht of obesitas. Maar zoals eerder gezegd, kan dit vooral bij BMI's die net op de grens zitten nog wel eens niet kloppen. Waarom meten we de BMI? De BMI is oorspronkelijk bedoeld om statistieken over grote groepen mensen te berekenen. Nu gebruiken we de index om bij een individu vast te stellen of deze een gezond gewicht heeft. Hier is het op zichzelf eigenlijk niet geschikt voor. Desondanks wordt het veel gebruikt, voornamelijk omdat het relatief makkelijk is om er een redelijk goed beeld uit te krijgen.

Welke factoren beïnvloeden de BMI? De BMI geldt alleen voor volwassenen en dus niet voor kinderen. De BMI is overigens juist het meest betrouwbaar bij een grotere afwijking, zoals ernstig over- en ondergewicht. Een zeer gespierd iemand zal dan volgens de BMI vaak overgewicht hebben. Dit komt omdat spieren nou eenmaal veel wegen en de BMI daar geen rekening mee houdt.

Aanvullende methodes om de BMI betrouwbaarder te maken: Het is soms handig om daarom ook naar je vetpercentage en middelomtrek te kijken. De 23


middelomtrek kun je zelf meten met een meetlint. Een goede meting van je vetpercentage is erg lastig en kan het beste door een arts of andere hulpverlener worden uitgevoerd. Voor wie is de BMI ongeschikt? - Bodybuilders - Ouderen boven de 70 - Kinderen  Voor kinderen is er een aparte BMI index - Atleten Gevolgen bij een te hoog BMI: Bij overgewicht en obesitas is er te veel overtollig vet in het lichaam opgeslagen. Om te bepalen wanneer er sprake is van een te hoog gewicht wordt de Body Mass Index (BMI) berekend. Hoe hoger de Body Mass Index (BMI) hoe meer risico op gezondheidsproblemen. Mensen met ernstig overgewicht (obesitas) lopen meer gezondheidsrisico's. Zij hebben vaak een ongezondere leefstijl en leven vaak ook korter dan mensen zonder overgewicht. Je vermindert de gezondheidsrisico’s door al 5 tot 15% van je gewicht af te vallen. Voor een persoonlijk voedingsadvies en vragen over een gezond gewicht en afvallen kun je terecht bij een diëtist of een gewichtsconsulent.

    

Overgewicht verhoogt het risico op aandoeningen als: diabetes type 2 hart- en vaatziekten hoge bloeddruk sommige vormen van kanker galziekten en gewrichtsaandoeningen.

Wat zijn de gevolgen van ondergewicht: Het eerste wat er moet gebeuren is het uitzoeken van wat de oorzaak van het ondergewicht is. Bij psychische oorzaken zal eerst aan de geest gewerkt moeten worden voordat je kunt aankomen. Dit kan bijvoorbeeld samen met een psycholoog. Als ziekten de oorzaak zijn zal ook daar aan gewerkt moeten worden. Dus eerst de oorzaak bepalen en verhelpen als dat mogelijk is en dan pas willen aankomen. Bij ondergewicht kan het beste de hulp van een arts/diëtist en/of psycholoog ingeschakeld worden. 24


Ook een gewichtsconsulent kan helpen, maar alleen als er geen sprake van anorexia is of van andere ziekten. Een gewichtsconsulent mag alleen gezonde mensen met ondergewicht of overgewicht helpen. Gevolgen van ondergewicht     

bij een te laag gewicht heeft het lichaam geen isolatie en dus problemen om het lichaam warm te houden spierweefsel wordt afgebroken om aan energie te komen afweer vermindert en het lichaam herstelt moeilijker/langzamer vermoeidheid lusteloosheid

25


8.2 Protocol buikomvang Stappen: 1. Laat de patiënt rechtop staan met de voeten ongeveer 25 tot 30 cm uit elkaar. 2. Meet halverwege het laagste punt van de onderste rib en boven voorzijde van de bekkenkam (horizontaal streepje zetten op dit punt). 3. Meet op de blote huid, na een normale uitademing, zonder dat de centimeter druk uitoefent op de huid. 4. Meet met de centimeter (plastic) over de horizontale streepjes heen, recht over de buik. 5. Meet twee keer de omtrek en noteer de gemiddelde waarde in cm afgerond op 0,5 cm.

Waarden resultaat:

26


8.3 Protocol huidplooimeting Wat meten we eigenlijk en waarom? Met een huidplooimeter kan de dikte van een huidplooi bepaald worden. Aan de hand van de gemeten huidplooien kan het vetpercentage in het lichaam worden gemeten, door het resultaat van de gemeten punten bij elkaar op te tellen. Hoe meten we dit? De meest gebruikte methode is de vierpuntsmeting. Hierbij wordt op vier punten op het lichaam de huidplooi gemeten: Biceps - de voorkant midden bovenarm Triceps - de achterkant midden bovenarm Subscapulaire plooi - onder het schouderblad Supra-iliacale plooi - vlak boven het bekken Wat komt er uit de meting? Door alle metingen van de vierpuntsmeting bij elkaar op te tellen, kan de huidplooidikte berekend worden en hiermee het vetpercentage. (Zie tabel huidplooimeting voor mannen en vrouwen) Welke factoren beïnvloeden het resultaat? De factoren die het resultaat van een huidplooimeting beïnvloeden zijn: het geslacht, de leeftijd, de lichaamsbouw, de erfelijke factoren en de lichaamssamenstelling. Welke relatie is er tussen het resultaat en de fitheid en gezondheid van een cliënt? Waarom is dit een risicofactor t.a.v. de gezondheid van een cliënt? Hoe groter de huidplooi is, des te groter is het verzadigde vet wat de cliënt met zich mee draagt. Dit betekent dat de fitheid bij iemand met een grotere huidplooi minder is dan iemand met een minder grote huidplooi. Bij de gezondheid kan gezegd worden dat de cliënt met de grotere huidplooi vaker vette dingen eet (verzadigde vetten) dan de cliënt met een kleine huidplooi. Welke leefstijlfactoren of andere omstandigheden kunnen de gevonden testresultaten negatief beïnvloeden? Een negatief testresultaat kan beïnvloed worden door een passieve leefstijl van de cliënt. Als de cliënt weinig beweegt en veel eet, zal de huidplooi groter worden. Verder kan veel stress ook leiden tot problemen. De personen in de nabije omgeving van de cliënt kunnen ook een negatieve invloed hebben op de testresultaten, dit kan zijn door gedrag of een gezamenlijke passieve houding. Welke type beweegactiviteiten kunnen de gevonden testresultaten positief beïnvloeden/verbeteren? Frequentie: De cliënt moet 3 - 5 keer trainen in de week om voortgang te boeken Intensiteit: De hartslag van de patiënt moet rond de 65 - 80% zitten Tijd: Elke training moet minimaal 60 minuten duren Type training: Extensieve duurtraining FITT staat voor Frequentie, Intensiteit, Tijd en Type training/activiteit. 27


Huidplooimeting tabel voor mannen Huidplooi

Leeftijd

Dikte

17-19

20-29

30-39

40-49

50+

10mm

0.41

0.04

5.05

3.30

2.63

12mm

2.46

2.1

6.86

5.61

5.20

14mm

4.21

3.85

8.40

7.58

7.39

16mm

5.74

5.38

9.74

9.31

9.31

18mm

7.10

6.74

10.93

10.84

11.02

20mm

8.32

7.96

12.00

12.22

12.55

22mm

9.43

9.07

12.98

13.47

13.95

24mm

10.45

10.09

13.87

14.62

15.23

26mm

11.39

11.03

14.69

15.68

16.42

28mm

12.26

11.91

15.46

16.67

17.53

30mm

13.07

12.73

16.17

17.60

18.56

32mm

13.84

13.49

16.84

18.47

19.53

34mm

14.56

14.22

17.47

19.28

20.44

36mm

15.25

14.90

18.07

20.06

21.31

38mm

15.89

15.55

18.63

20.79

22.13

40mm

16.51

16.17

19.17

21.49

22.92

42mm

17.10

16.76

19.69

22.16

23.66

44mm

17.66

17.32

20.18

22.80

24.38

46mm

18.20

17.86

20.65

23.41

25.06

48mm

18.71

18.37

21.10

24.00

25.72

50mm

19.21

18.87

21.53

24.56

26.35

28


52mm

19.69

19.35

21.95

25.10

26.96

54mm

20.15

19.81

22.35

25.63

27.55

56mm

20.59

20.26

20.73

26.13

28.11

58mm

21.02

20.69

23.11

26.62

28.66

60mm

21.44

21.11

23.47

27.09

29.20

62mm

21.84

21.51

23.82

27.55

29.71

64mm

22.23

21.90

24.16

28.00

30.21

66mm

22.61

22.28

24.49

28.43

30.70

68mm

22.98

22.65

24.81

28.85

31.17

70mm

23.34

23.01

25.13

29.26

31.63

72mm

23.69

23.36

25.43

29.66

32.07

74mm

24.03

23.70

25.73

30.04

32.51

76mm

24.36

24.03

26.01

30.42

32.93

78mm

24.68

24.36

26.30

30.79

33.35

80mm

25.00

24.67

26.57

31.15

33.75

Huidplooimeting tabel voor vrouwen Huidplooi

Leeftijd

Dikte

17-19

20-29

30-39

40-49

50+

10mm

5.34

4.88

8.72

11.71

12.88

12mm

7.60

7.27

10.85

13.81

15.10

14mm

9.53

9.30

12.68

15.59

16.99

16mm

11.21

11.08

14.27

17.15

18.65

18mm

12.71

12.66

15.68

18.54

20.11

29


20mm

14.05

14.08

16.95

19.78

21.44

22mm

15.28

15.36

18.10

20.92

22.64

24mm

16.40

16.57

19.16

21.95

23.74

26mm

17.44

17.67

20.14

22.91

24.76

28mm

18.40

18.69

21.05

23.80

25.71

30mm

19.30

19.64

21.90

24.64

26.59

32mm

20.15

20.54

22.70

25.42

27.42

34mm

20.95

21.39

23.45

26.16

28.21

36mm

21.71

22.19

24.16

26.85

28.95

38mm

22.42

22.95

24.84

27.51

29.65

40mm

23.10

23.67

25.48

28.14

30.32

42mm

23.76

24.36

26.09

28.74

30.96

44mm

24.38

25.02

26.68

29.32

31.57

46mm

24.97

25.65

27.24

29.87

32.15

48mm

25.54

26.26

27.78

30.39

32.71

50mm

26.09

26.84

28.30

30.90

33.25

52mm

26.62

27.40

28.79

31.39

33.77

54mm

27.13

27.94

29.27

31.86

34.27

56mm

27.63

28. 7

29.74

32.31

34.75

58mm

28.10

28.97

30.19

32.75

35.22

60mm

28.57

29.46

30.62

33.17

35.67

62mm

29.01

29.94

31.04

33.58

36.11

64mm

29.45

30.40

31.45

33.98

36.53

66mm

29.87

30.84

31.84

34.37

36.95

30


68mm

30.28

31.28

32.23

34.75

37.35

70mm

30.67

31.70

32.60

35.11

37.74

72mm

31.06

32.11

32.97

35.47

38.12

74mm

31.44

32.51

33.32

35.82

38.49

76mm

31.81

32.91

33.67

36.15

38.85

78mm

32.17

33.29

34.00

36.48

39.20

80mm

32.52

33.66

34.33

36.81

39.54

Waarde vetpercentage per leeftijdscategorie Vrouwen Leeftijd

Te laag

Normaal

Te hoog

Veel te hoog

18-29

<20%

20%-29%

29%-36%

>36%

30-39

<22%

22%-31%

31%-38%

>38%

40-49

<24%

24%-33%

33%-40%

>40%

50-59

<26%

26%-35%

35%-42%

>42%

60-70

<28%

28%-37%

37%-44%

>44%

Mannen 18-29

<8%

8%-18%

18%-24%

>24%

30-39

<11%

11%-20%

20%-26%

>26%

40-49

<13%

13%-22%

22%-27%

>27%

50-59

<15%

15%-24%

24%-30%

>30%

60-70

<17%

17%-26%

26%-34%

>34%

31


8.4 Protocol bloeddrukmeting Welke stappen moet je systematisch doorlopen om het juiste resultaat te verkrijgen? 1. Lees altijd de gebruiksaanwijzing door! 2. Laat de patiënt plaatsnemen en eventueel 5 minuten tot rust komen. Creëer een ontspannen situatie en zorg ervoor dat de patiënt comfortabel zit (benen niet over elkaar geslagen, geen vuist maken). 3. De onderarm en de handrug liggen ontspannen op de tafel; het midden van de manchet moet zich ter hoogte van het midden van het borstbeen bevinden 4. De patiënt ontdoet de bovenarm van dikke kleding: er mogen geen knellende kledingstukken aanwezig zijn 5. Breng het lege manchet van de bloeddrukmeter rond de bovenarm aan. Als de luchtkamer van het manchet de arm niet volledig omsluit, kies dan voor een groter formaat (large, voor armen van 32-42 cm) a. Hoe hierbij rekening met klachten aan de arm. 6. Laat de arm van de patiënt ontspannen rusten, bijvoorbeeld op het bureau 7. Zet de bloeddrukmeter aan, deel dit mede aan de patiënt a. De manchet blaast zichzelf op, dit kan pijnlijk zijn, maar de patiënt moet rustig blijven zitten b. Als de manchet volledig is opgeblazen, loopt deze langzaam leeg. 8. De patiënt moet rustig blijven zitten en mag niet praten etc. anders is de meting niet correct 9. Wanneer de meter aangeeft dat de meting is afgelopen, registreer je de gegevens 10. Je controleert of de manchet leeg is en verwijdert deze van de arm De waarde van de bloeddruk wordt weergegeven in millimeters kwik, afgekort mmHg2. Er worden altijd twee waarden gemeten:

o

Voor mensen vanaf 60 jaar mag de bovendruk wat hoger zijn.

o

bovendruk (systolische bloeddruk): de druk van het bloed op de vaten als het hart samentrekt om het bloed door de vaten heen te pompen.

o

onderdruk (diastolische bloeddruk): de druk in de bloedvaten op het moment dat het hart zich ontspant (de rustdruk).

32

Healthcheck verslag David Meijer 

 

- Wat is bloeddruk? Bloeddruk is de druk die op de slagaders komt te staan, als het bloed rondgepompt wordt. Het hart pompt het bloed met kracht de slagaders in. Daardoor drukt het bloed tegen de wanden van deze bloedvaten. Als het hart samenknijpt is de druk het hoogst. Dit heet de bovendruk. Als het hart zich ontspant, is de bloeddruk het laagst. Dit heet de onderdruk. De bovendruk geeft de beste schatting van het risico op hart- en vaatziekten. - Wat betekenen de cijfers in een bloeddruk? Het resultaat van een bloeddrukmeting wordt uitgedrukt in twee verschillende cijfers. Het eerste en meteen ook het hoogste cijfer wordt de systolische druk genoemd en geeft de druk weer die het hart produceert wanneer het klopt. Het tweede cijfer is het laagste cijfer wordt de diastolische druk genoemd. De diastolische druk geeft de druk op het bloed weer wanneer het hart in rust is en dus niet klopt De systolische druk of bovendruk is de maximale druk die wordt opgebouwd in de aorta of hoofdlichaamsslagader bij het samentrekken van de linker hartkamer. De diastolische druk of onderdruk is het minimum van de druk die optreedt tussen twee samentrekkingen van het hart in, als de linker hartkamer zich weer met bloed vult.

- Wat betekent de waarde van de cijfers in een bloeddruk? In de eerste kolom wordt de systolische druk weergegeven (druk bij kloppen van het hart), in de tweede kolom de diastolische druk (druk bij hart in rust) en in de derde kolom de uitleg aangaande de betreffende waardes. Systolische druk

Diastolische druk

Betekenis

Meer dan 90 mm Hg

[B]Veel te hoge bloeddruk met als oorzaak onder andere diabetes, nierziektes en alcoholmisbruik. Als gevolg verschillende hart- en vaatziekten.

Minder dan 90 Hg

Een normale bloeddruk, deze kan tijdens zware inspanningen echter tijdelijk verhogen zonder gevolgen.

Minder dan 80 Hg

Een perfecte bloeddruk zonder meer, deze kan tijdens zware inspanningen echter tijdelijk verhogen zonder gevolgen.

Ongeveer 90 Hg

Ongeveer 60 Hg

Hoewel het persoonsgebonden is kan men in de meeste gevallen spreken van een te lage bloeddruk. Het is echter niet gevaarlijk voor de gezondheid maar dient wel verholpen te worden door bijvoorbeeld meer zout te eten.

Minder dan 90 Hg

Minder dan 60 Hg

Levensbedreigend lage bloeddruk. Oorzaken zijn infecties, bloedverlies en een zware shock.

Meer dan 140 Hg

Minder dan 140 Hg

Minder dan 120 Hg

33


- Wanneer is de bloeddruk te hoog? Een bloeddruk rond de 120/80 mmHg is normaal. De bloeddrukmeting is een momentopname. De bloeddruk is te hoog als deze na meerdere keren meten op verschillende tijdstippen boven de 140/90 mm Hg uitkomt. Dat wil zeggen: - uw bovendruk is gemiddeld hoger dan 140 mmHg en/of - uw onderdruk is gemiddeld hoger dan 90 mmHg Thuis is uw bloeddruk over het algemeen iets lager dan in de spreekkamer bij de arts. Voor een thuismeting geldt daarom dat deze gemiddeld op 135/90 mmHg moet uitkomen. - Dagelijkse schommelingen De bloeddruk schommelt gedurende de dag. In de ochtend en avond is de waarde vaak wat lager dan 's middags. Ook stijgt de bloeddruk als u beweegt of praat of uw stemming verandert. Bent u angstig, boos of aangeslagen? Dan stijgt uw bloeddruk. Het is daarom goed dat de bloeddruk op verschillende tijdstippen en onder verschillende omstandigheden gemeten wordt - Risicofactoren Hoge bloeddruk is een risicofactor voor hart- en vaatziekten. Andere risicofactoren zijn: - roken - hoog cholesterol - diabetes (suikerziekte) - overgewicht - langdurige stress - erfelijkheid Wanneer is de bloeddruk te laag? Dat is per persoon verschillend. De richtlijnen geven geen waarden voor een lage bloeddruk. Als de bloeddruk te laag is, krijgen niet alle delen van het lichaam voldoende bloed aangevoerd. Niet iedereen heeft daar evenveel last van. Daarom stelt een arts de diagnose lage bloeddruk meestal pas als u klachten heeft. De meest voorkomende klachten zijn duizeligheid of flauwvallen. Dit komt omdat de hersenen door de lage druk te weinig zuurstof krijgen. Bij onvoldoende bloedtoevoer naar de hartspier ontstaat er kortademigheid of pijn op de borst. Er zijn verschillende oorzaken van lage bloeddruk. Soms is de bloeddruk tijdelijk te laag, bijvoorbeeld bij het opstaan uit bed of uit een stoel. Dit gaat binnen een paar minuten over. Deze vorm komt vooral voor bij oudere mensen en noemt men orthostatische hypotensie. De bloeddruk kan ook tijdelijk te laag zijn door ziekte, zoals bacteriële infecties, koorts of een te langzaam werkende schildklier. De bloeddruk kan verder plotseling dalen bij hevig bloedverlies of bij een bloedvergiftiging (shock). Dan is intensieve medische en verpleegkundige behandeling vereist. Met een lage bloeddruk valt over het algemeen goed te leven. Raadpleeg uw arts als u vaak flauw valt of duizelig bent. Hij kan proberen de oorzaak te achterhalen en indien nodig te behandelen. Hogere bloeddruk bij ouder worden Als u ouder wordt, stijgt de bloeddruk. De wanden van de slagaders worden wat minder soepel, waardoor het bloed iets minder makkelijk door de bloedvaten stroomt.

34


De waarde van voor hoge bloeddruk van 140/90 mmHg geldt voor volwassenen tot 80 jaar. Voor 80plussers is de streefwaarde van de bloeddruk 150-160 mmHg. 8.5 Protocol glucosemeting

Voordat de test wordt afgenomen dient eerst dit protocol te zijn doorgenomen. Doel van de test: de glucose waarde in het bloed meten met behulp van een prikpen Benodigdheden: 1 prikpen, 1 teststrookje (per individu), meerdere steriele naalden, 1-2 stoelen, bedbank meter, steriele doekjes eventueel pleisters. Per test persoon 1 druppel capillair bloed. Steriele handschoenen, bakje met warm water, flesje met pure alcohol. Inrichting meet station: stoel neerzetten voor test persoon, zorgen dat apparatuur in handbereik ligt. Instructies: Voor de test: Testpersoon laten zitten (eventueel gerust stellen) Hand van testpersoon in bakje met warm water (5-10 minuten) Handschoenen aan Nieuwe naald in prikpen Hand afnemen met alcohol

Tijdens de test Hand met handpalm naar boven laten wijzen Vervolgens prikpen op bovenste topje van de wijsvinger zetten en knop indrukken Bloed op preparaat aanbrengen door met vinger op teststrookje te drukken Preparaat in de meter voor resultaat. * Bij weinig of geen bloed na prikken, met lichte druk in de vinger knijpen en wrijven. Helpt dit niet, prikken in andere vinger

Toestel vast aanzetten Werking apparatuur: Het behulp van een biosensor kan de bloedsuikerspiegel in het bloed gemeten worden het teststrookje bevat chemicaliën die een reactie met de glucose aangaan (glucose reageert met een enzym bijv. glucose-oxidase) de meter geeft bij deze reactie een klein elektrisch stroompje vrij dat dan gemeten kan worden na enkele seconden verschijnt de uitslag Na de test: Test persoon inlichten en adviseren over de gemeten resultaten. Normaalwaarden: nuchter geprikt: niet nuchter geprikt (2 uur na een maaltijd): tussen 4,4 t/m 6,7 mmol/l (90 – 120 mg/dl) onder 7,8 mmol/l (140 mg/dl) boven de 6,9 mmol/l: diabetes boven de 11 mmol/l: diabetes

35


8.6 Protocol Peakflow Stappen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Je kunt 1 kartonnetje gebruiken voor 2 personen (hij kan omgedraaid worden)! Vul je longen met lucht d.m.v. inademing! Ga rechtop staan, in een trotse houding! Wacht op de GO op het scherm van de peak flow meter! Blaas zo hard en lang mogelijk uit (zo explosief mogelijk)! Blaas 3 keer, de hoogste waarde telt! Noteer beide waardes (FAV en PAF)! Gebruikte kartonnetjes kunnen weggegooid worden in het prullenbak

Normale peak flow waarden bij gezonde mensen per geslacht, leeftijd en lengte:

36


8.7 Protocol UKK wandeltest (2000 meter) Achtergrondinformatie Het Urho Kaleva Kekkonen instituut (UKK) in Tampere Finland heeft een test ontworpen om de cardiovasculaire(hart, longen en bloedsomloop) fitheid te meten, de UKK 2-km wandeltest, welke gebaseerd is op de wetenschappelijke onderzoeken van Dr. Raija Laukkanen. Cardiovasculaire fitheid, (het aerobe uithoudingsvermogen) is een van de componenten van fitheid die gerelateerd is aan de gezondheid en is daarbij een van de belangrijkste parameters. De UKK 2-km wandeltest werd specifiek ontwikkeld om de cardiovasculaire fitheid te schatten door zijn gouden standaard: het maximale aerobe uithoudingsvermogen, (VO2 max) te voorspellen. In de meest recente studies is ook gebleken dat de test ook het functionele vermogen van de aan de gezondheid gerelateerde fitheid reflecteert. De uitslag van de test heeft raakvlakken met coördinatie, kracht en lenigheid. Daarom is de UKK 2-km wandeltest zeer geschikt om een schatting te maken van de met de gezondheid samenhangende fitheid. De UKK- 2km wandeltest is geschikt voor: 20-65 jarige mannen en vrouwen die geen ziekte of gebreken hebben die een stevige wandeling in de weg staat of voor hen die geen medicatie gebruiken die de hartslag beïnvloedt. De UKK 2-km wandeltest is niet geschikt voor: - Hen die topfit zijn en minimaal 2 x per week intensief trainen - Zij die medicijnen gebruiken die de hartslag beïnvloeden. - Voor die personen welke jonger zijn dan 20 of ouder dan 65 jaar. Uitvoering Test De testpersoon wordt gevraagd om 2000 meter af te leggen met als opdracht: Wandel zo snel als mogelijk in een gelijkmatig wandeltempo zonder dat u uw gezondheid in gevaar brengt. Na afloop van de test wordt de wandeltijd genoteerd en de hartslag gemeten. Dit te samen met de gegevens over lengte, gewicht, leeftijd en geslacht wordt verwerkt middels een wiskundige formule, waarna de VO2 max.ml.kg-1 voorspeld wordt. Om het eenvoudig inzichtelijk te maken, wordt deze waarde vertaald in een getal, de fitness index. Deze fitness index is verdeeld in 5 groepen: <70 Aanzienlijk minder dan gemiddeld. 70-90 Iets minder dan gemiddeld. 90-110 Gemiddeld. 110-130 Iets beter dan gemiddeld. >130 Aanzienlijk beter dan gemiddeld

37


8.8 Protocol Åstrandtest Submaximale aërobe inspanningstests ter bepaling van de VO 2max

Algemene opmerkingen: Het gaat hier om een submaximale inspanningstest! Het afwijkingspercentage (validiteit) is +/- 10-15% t.o.v. de VO2 max. gemeten d.m.v. een maximale inspanningstest (Takken, 2004). Let op

Zorg bij de Hf registratie dat de coach geen Hf-borstband draagt. Voorkom interferentie met een cliënt naast je die ook een Hf-borstband draagt. De Åstrand test Het uitvoeren van deze methode om de VO2max te bepalen gaat als volgt. De proefpersoon moet fietsen op een fietsergometer (Bike Excite of Recline Bike Excite), waarvan het vermogen (de workload) instelbaar is in watts. Na een warming-up van ongeveer 3-6 minuten, waarbij wordt gefietst op een laag vermogen, wordt het vermogen op de fiets zodanig ingesteld dat de hartfrequentie (Hf = pulserate) van de proefpersoon tussen de 125 en 170 slagen/minuut uitkomt. In dit interval is – bij een 20-30 jarige (Hfmax ~ 200 s/m) - de relatie tussen de Hf en de VO2 (vrijwel) lineair, zodat hier de meest betrouwbare uitkomsten ontstaan1. Gedurende precies 6 minuten moet de proefpersoon op het ingestelde vermogen blijven fietsen met een constante trapfrequentie van 70-80 omwentelingen per minuut (iets hoger mag mits constant), waarbij de gemiddelde Hf van de laatste ½e minuut moet worden bepaald. Richtlijnen voor het testwattage zijn:

Programma:

Testwattage

mannen

vrouwen

Zeer ongetraind

75 - 100 watt

50 - 75 watt

Ongetraind

100 - 125 watt

75 - 100 watt

Getraind

150 - 175 watt

125 - 150 watt

Goed getraind

200 - 250 watt

175 - 200 watt

Zeer goed getraind

250 – 300 watt

200 - 250 watt

Custom of Manueel  totale tijd  bv. 9 of 12 minuten  invoeren: leeftijd + gewicht  dan: wattage invoeren (wattagew-up: circa 50-100 watt of lager dan testwattage)  duur warming-up: bv. 3 of 6 minuten  duur Åstrandtest: 6 minuten: fietsen op het ingestelde testwattage

1

Neem voor oudere cliënten met een lagere Hfmax, waarden die iets lager liggen. 38


Testwattage:

50w, 75w, 100w, 125w, 150w, 175w, 200w, 225w, of 250w.

Duur:

totaal 9 - 12 minuten (3 - 6 minuten w.up + 6 minuten test)

Target Hf:

20-30 jarige: ~ tussen 125 en 170 s/m 30-40 jarige: ~ tussen 120 en 150 s/m 40-60 jarige: ~ tussen 110 en 140 s/m

Noteer:

noteer dit (wattage en hartfrequentie)

Lees af:

lees de uitslag in de tabel maximale zuurstofopname (in liters O2 / minuut)

Pas daarna eerst de correctiefactor toe voor leeftijd en Hfmax

Een nadeel van deze methode, het vergelijken van de Hftest met het gefietste vermogen (wattage) is dat mensen die een verschillende Hfmax hebben, tijdens een bepaalde inspanning op dezelfde VO2max zouden uitkomen, omdat alleen de waarde van de Hf wordt gebruikt. Je kunt je wellicht voorstellen dat fietsen met een Hftest van bv. 140 s/m voor iemand met een Hfmax van 200 s/m minder belastend is dan voor iemand met een Hfmax van 170 s/m, omdat deze laatste al dichter tegen zijn maximum aan zit. Daarom heeft Åstrand (1960) een correctietabel (Tabel 1) ontwikkeld, waardoor de VO2max ge-corrigeerd kan worden voor de Hfmax. Dit kan door: -

of de geschatte Hfmax (220 - leeftijd) te gebruiken – kolom leeftijd

-

of door de werkelijke Hfmax te gebruiken (als deze tijdens maximale inspanning gemeten is).

Leeftijd

Factor

Hfmax

Factor

15 25

1,10 1,00

210 200

1,12 1,00

35

0,87

190

0,93

40

0,83

180

0,83

45

0,78

170

0,75

50

0,75

160

0,69

55

0,71

150

0,64

60

0,68

65

0,65

De gevonden zuurstofopname moet daarom vermenigvuldigd worden met de correctiefactor (x factor).

Daarna omrekenen: van absolute VO2max (in liters O2/min) naar relatieve VO2max (in milliliters O2/kg.min). Dit doe je door de gevonden waarde met 1000 te vermenigvuldigen en te delen door het lichaamsgewicht (x 1000 / kg gewicht).

Vergelijken met de norm (leeftijdscategorie) Bv.

Testpersoon = vrouw 40 jaar, 75 kg, matig/redelijk getraind. Testwattage fiets = 125 watt  Hf na 6 minuten = 150 s/m Haar absolute zuurstofopname (aflezen uit tabel): 3 liter liters O2/min Correctiefactor (40 jaar) = 0,83  3 x 0,83 = 2,49 liter O2/min haar maximale absolute zuurstofopname (na correctie op lftd.) = 2,49 liters O2/min

39


Omrekenen van absolute naar relatieve zuurstofopname: x 1000, gedeeld door het lichaamsgewicht: Hier: (2,49 x 1000) : 75kg = 33,2 ml O2/kg.min Vergelijk de gevonden waarde met de normwaarden  dit valt binnen de norm gemiddeld voor een vrouw van 40 jaar

Invulformulier Åstrandtest

VO2 max absoluut

VO2 max relatief

in liters O2 / minuut

in ml O2 / kg . minuut

Afgelezen tabel: O2/min.

VO2max student 1:

L

Correctiefactor =

x …………..

Na correctiefactor: O2/min

Åstrandtest

Absolute waarde x 1000 : lich. gewicht

ml O2/kg.min

L

zeer

zeer

t.o.v. de leeftijdsnorm

slecht

redelijk

gemiddeld

goed

slecht Afgelezen tabel: L O2/min.

VO2max student 2

uitstekend goed

Correctiefactor =

Absolute waarde x 1000 : lich. gewicht

x ………….. ml O2/kg.min

Is a correctiefactor: L O2/min zeer

zeer

t.o.v. de leeftijdsnorm

slecht

redelijk

gemiddeld

slecht

goed

uitstekend goed

Tabel resultaten Åstrandtest Mannen

maximale zuurstofopname (in liters O2 / minuut)

Hf

50w

75w

100w

125w

150w

175w

200w

225w

250w

Hf

120

2.2

2.9

3,5

4,2

4,8

120

121

2.2

2.8

3,4

4,1

4,7

121

122

2.2

2.8

3,4

4,0

4,8

122

123

2.1

2.8

3,4

4,0

4,6

123

124

2.1

2.7

3,3

3,9

4,5

5,3

6,0

124

125

2.0

2.6

3,2

3,8

4,4

5,2

5,9

125

40


126

2.0

2.6

3,2

3,8

4,4

5,1

5,8

126

127

2.0

2.6

3,1

3,7

4,3

5,0

5,7

127

128

2.0

2.6

3,1

3,7

4,2

4,9

5,6

128

129

1.9

2.5

3,0

3,6

4,2

4,9

5,6

129

130

1.9

2.5

3,0

3,6

4,1

4,8

5,5

130

131

1.9

2.4

2,9

3,5

4,0

4,7

5,4

131

132

1.8

2.4

2,9

3,5

4,0

4,7

5,3

132

133

1.8

2.3

2,8

3,5

3,9

4,6

5,3

133

134

1.8

2.3

2,8

3,4

3,9

4,6

5,2

134

135

1.7

2.3

2,8

3,4

3,8

4,5

5,1

135

136

1.7

2.2

2.7

3,3

3,8

4,4

5,0

136

137

1.7

2.2

2.7

3,3

3,7

4,4

5,0

137

138

1.7

2.2

2.7

3,2

3,7

4,3

4,9

138

139

1.7

2.1

2.6

3,2

3,6

4,2

4,8

139

140

1.7

2.1

2.6

3,1

3,6

4,2

4,8

5,4

6,0

140

141

2.6

3,1

3,5

4,1

4,7

5,3

5,9

141

142

2.5

3,1

3,5

4,1

4,6

5,2

5,8

142

143

2.5

3,0

3,4

4,0

4,6

5,2

5,7

143

144

2.5

3,0

3,4

4,0

4,5

5,1

5,7

144

145

2.4

3,0

3,4

4,0

4,5

5,1

5,6

145

146

2.4

2,9

3,3

3,9

4,4

5,0

5,6

146

147

2.4

2,9

3,3

3,9

4,4

5,0

5,5

147

148

2.4

2,9

3,2

3,8

4,3

4,9

5,4

148

149

2.3

2,8

3,2

3,8

4,3

4,9

5,4

149

150

2.3

2,8

3,2

3,7

4,2

4,8

5,3

150

151

2.3

2,8

3,1

3,7

4,2

4,7

5,2

151

152

2.3

2,7

3,1

3,6

4,1

4,7

5,2

152

153

2.2

2,7

3,0

3,6

4,1

4,6

5,1

153

154

2.2

2,6

3,0

3,5

4,0

4,6

5,1

154

155

2.2

2,6

3,0

3,5

4,0

4,5

5,0

155

41


156

2.2

2,6

2,9

3,5

4,0

4,5

5,0

156

157

2,1

2,5

2,9

3,4

3,9

4,4

4,9

157

158

2,1

2,5

2,9

3,4

3,9

4,4

4,9

158

159

2,1

2,5

2,8

3,3

3,8

4,3

4,8

159

160

2,1

2,5

2,8

3,3

3,8

4,3

4,8

160

161

2,0

2,4

2,8

3,3

3,7

4,2

4,7

161

162

2,0

2,4

2,8

3,3

3,7

4,2

4,6

162

163

2,0

2,4

2,8

3,3

3,7

4,2

4,6

163

164

2,0

2,4

2,7

3,2

3,6

4,1

4,5

164

165

2,0

2,4

2,7

3,2

3,6

4,1

4,5

165

166

1,9

2,3

2,7

3,2

3,6

4,1

4,5

166

167

1,9

2,3

2,6

3,1

3,5

4,0

4,5

167

168

1,9

2,3

2,6

3,1

3,5

4,0

4,4

168

169

1,9

2,3

2,6

3,1

3,5

3,9

4,3

169

170

1,8

2,2

2,6

3,0

3,4

3,9

4,3

170

250w

Hf

Vrouwen

maximale zuurstofopname (in liters O2 / minuut)

Hf

50w

75w

100w

125w

150w

175w

200w

225w

120

2.6

3.4

4.1

4.8

120

121

2.5

3.3

4.0

4.8

121

122

2.5

3.2

3.9

4.7

122

123

2.4

3.1

3.9

4.8

123

124

2.4

3.1

3.6

4.5

124

125

2.3

3.0

3.7

4.4

125

126

2.3

3.0

3.6

4.3

126

127

2.2

2.9

3.5

4.2

127

128

2.2

2.8

3.5

4.2

4.8

5.4

6.0

128

129

2.2

2.8

3.4

4.1

4.8

5.4

6.0

129

42


130

2.1

2.7

3.4

4.0

4.7

5.3

5.9

130

131

2.1

2.7

3.4

4.0

4.6

5.3

5.9

131

132

2.0

2.7

3.3

3.9

4.5

5.2

5.8

132

133

2.0

2.6

3.2

3.8

4.4

5.1

5.7

133

134

2.0

2.6

3.2

3.8

4.4

5.0

5.6

134

135

2.0

2.6

3.1

3.7

4.3

4.9

5.5

135

136

1.9

2.5

3.1

3.6

4.2

4.8

5.4

136

137

1.9

2.5

3.0

3.5

4.2

4.8

5.4

137

138

1.8

2.4

3.0

3.5

4.1

4.7

5.3

138

139

1.8

2.4

2.9

3.5

4.0

4.6

5.2

139

140

1.8

2.4

2.8

3.4

4.0

4.6

5.2

140

141

1.8

2.3

2.8

3.4

3.9

4.5

5.1

141

142

1.7

2.3

2.8

3.3

3.9

4.5

5.1

142

143

1.7

2.2

2.7

3.3

3.8

4.4

5.0

143

144

1.7

2.2

2.7

3.2

3.8

4.4

5.0

144

145

1.6

2.2

2.7

3.2

3.7

4.3

4.9

145

146

1.6

2.2

2.6

3.2

3.7

4.2

4.8

146

147

1.6

2.1

2.6

3.1

3.6

4.1

4.7

147

148

1.6

2.1

2.6

3.1

3.6

4.1

4.6

148

149

2.1

2.6

3.0

3.5

4.0

4.5

149

150

2.0

2.5

3.0

3.5

4.0

4.5

150

151

2.0

2.5

3.0

3.4

3.9

4.4

151

152

2.0

2.5

2.9

3.4

3.9

4.4

152

153

2.0

2.4

2.9

3.3

3.8

4.3

153

154

2.0

2.4

2.8

3.3

3.8

4.3

154

155

1.9

2.4

2.8

3.2

3.7

4.2

155

156

1.9

2.3

2.8

3.2

3.7

4.2

156

157

1.9

2.3

2.7

3.2

3.6

4.1

157

158

1.8

2.3

2.7

3.1

3.5

4.0

158

159

1.8

2.2

2.7

3.1

3.5

3.9

159

43


160

1.8

2.2

2.6

3.0

3.4

3.8

160

161

1.8

2.2

2.6

3.0

3.4

3.8

161

162

1.8

2.2

2.6

3.0

3.4

3.8

162

163

1.7

2.2

2.6

2.9

3.3

3.7

163

164

1.7

2.1

2.5

2.9

3.3

3.7

164

165

1.7

2.1

2.5

2.9

3.3

3.7

165

166

1.7

2.1

2.5

2.8

3.2

3.6

166

167

1.6

2.1

2.4

2.8

3.2

3.6

167

168

1.6

2.0

2.4

2.8

3.2

3.5

168

169

1.6

2.0

2.4

2.8

3.2

3.5

169

170

1.6

2.0

2.4

2.7

3.1

3.5

170

Normwaarden VO2 max (in ml/kg/min.)

Normwaarden VO2max voor mannen Uitstekend

Leeftijd

Zeer slecht

Slecht

Redelijk

Gemiddeld

Goed

Zeer goed

20 - 24

< 32

32-37

38-43

44-50

51-56

57-62

> 62

25 - 29

< 31

31-35

36-42

43-48

49-53

54-59

> 59

30 - 34

< 29

29-34

35-40

41-45

46-51

52-56

> 56

35 - 39

< 28

28-32

33-38

39-43

44-48

49-54

> 54

40 - 44

< 26

26-31

32-35

36-41

42-46

47-51

> 51

45 - 49

< 25

25-29

30-34

35-39

40-43

44-48

> 48

50 - 54

< 24

24-27

28-32

33-36

37-41

42-46

> 47

55 - 59

< 22

22-26

27-30

31-34

35-39

40-43

> 43

60 >

< 21

21-24

25-28

29-32

33-36

37-40

> 41

Leeftijd

Zeer slecht

Slecht

Redelijk

Gemiddeld

Goed

Zeer goed

Uitstekend

20 - 24

< 27

27-31

32-36

37-41

42-46

47-51

> 51

25 - 29

< 26

26-30

31-35

36-40

41-44

45-49

> 49

30 - 34

< 25

25-29

30-33

34-37

38-42

43-46

> 46

35 - 39

< 24

24-27

28-31

32-35

36-40

41-44

> 44

40 - 44

< 22

22-25

26-29

30-33

34-37

38-41

> 41

45 - 49

< 21

21-23

24-21

28-31

32-35

36-38

> 38

Normwaarden VO2max voor vrouwen

44


50 - 54

< 19

19-22

23-25

26-29

30-32

33-36

> 36

55 - 59

< 18

18-20

21-23

24-27

28-30

31-33

> 33

60 >

< 16

16-18

19-21

22-24

25-27

28-30

> 30

45

Healthcheck verslag. Healthcheck verslag David Meijer. Hanzehogeschool Groningen Instituut voor sportstudies Sport Gezondheid en Management

Recommend Documents