HANDHAVINGSPROGRAMMA Waterschap Peel en Maasvallei 2010 van toezicht en handhaving per wateraspect naar integraal toezicht en handhaving 1.
Inleiding Het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer verplicht het waterschap tot het vaststellen van een handhavingsbeleid en tot het jaarlijks vaststellen van een uitvoeringsprogramma. Het handhavingsprogramma 2010 is het in het Besluit bedoelde uitvoeringsprogramma. Het handhavingsbeleid is vastgelegd in de Gezamenlijke Sanctie- en gedoogstrategie Limburg (vastgesteld door het dagelijks bestuur van het Waterschap Peel en Maasvallei in 2004). De komst van de Waterwet per 22 december 2009 heeft gevolgen voor het handhavingsprogramma 2010. De al in 2008 in gang gezette en in 2009 verder ontwikkelde integrale aanpak op het terrein van toezicht en handhaving komt nadrukkelijk tot uitdrukking in het handhavingsprogramma 2010. Anders dan in de voorgaande handhavingsprogramma’s (gericht op toezicht en handhaving van de Wet verontreiniging oppervlaktewateren: waterkwaliteit) worden in het programma voor 2010 ook de waterkwantiteitsaspecten en de waterkeringen betrokken. Dit betekent dat in dit programma alle bij het watersysteem en veiligheid aanwezige aspecten expliciet betrokken worden (van onttrekken tot en met lozen èn fysieke ingrepen in de watergang en in de waterkering). Nadrukkelijk is daarbij aangesloten bij de nieuwe keurregelgeving, die gelijktijdig met de Waterwet in werking treedt. In dit Handhavingsprogramma 2010 wordt achtereenvolgens ingegaan op de uitgangspunten die aan het programma ten grondslag liggen (paragraaf 2). Paragraaf 3 bevat een inventarisatie van de handhavingstaken. In paragraaf 4 is een – noodzakelijke – prioritering beschreven die leidt tot de in paragraaf 5 beschreven uitgangspunten voor de planning 2010. Deze is nader uitgewerkt in bijlage 1. Paragraaf 6 bevat een korte samenvatting van het voorgaande.
2.
Uitgangspunten In het dashboard van de afdeling Vergunning en Handhaving is ten aanzien van handhaving de volgende visie opgenomen: Met transparant beleid een slagvaardige, consequente en rechtvaardige handhaving ter bescherming van het watersysteem en de veiligheid. Deze visie past binnen ons handhavingsbeleid, neergelegd in de Gezamenlijke Sanctie- en gedoogstrategie Limburg, en vormt het vertrekpunt om te komen tot het Handhavingsprogramma. In het handhavingsprogramma 2010 is de uitvoering van het handhavingsbeleid voor het jaar 2010 planmatig vormgegeven. Uit onze visie en beleid worden de navolgende uitgangspunten afgeleid. Schakel in beleidslevenscyclus Het waterschap is belast met het waterbeheer in zijn beheersgebied. Het daarvoor geldende beleid is vooral opgenomen in ons beheerplan. Voor het behalen van beleidsmatig vastgestelde doelen worden diverse instrumenten ingezet. Regelgeving is er daar één van. In het beheerplan 2010-2015 is
1
opgenomen dat niet meer regels en beperkingen worden gemaakt dan nodig is en dat de regels die wel noodzakelijk zijn consequent worden gehandhaafd. Handhaving is daarmee één van de instrumenten gericht op het realiseren van het waterbeleid. Handhaving is daarmee dus niet een doel op zich. Handhaving is gericht op normconform gedrag: gedrag in overeenstemming met de normen (regels) ter realisatie van de beleidsdoelen. Toezicht en handhaving vormen daarmee dus een schakel in de zogenaamde beleidslevenscyclus en de daaraan verbonden reguleringsketen:
visie
doelrealisering
beleid
toezicht/handhaving
regelgeving
uitvoering
Toezicht en handhaving zijn hiermee een onmisbaar deel van deze keten en vormen dus geen sluitstuk, maar zijn nadrukkelijk een middel om de gestelde doelen te kunnen bereiken (PDCA-cyclus). De rol van toezicht en handhaving komt in dit programma expliciet in beeld. Gekozen is om direct aan te sluiten op de reguleringssystematiek die in de nieuwe keur (en algemene regels) is gevolgd op basis van bestuurlijk vastgestelde uitgangspunten (zie vooral paragraaf 3 en 4).
Normconform gedrag De belangrijkste doelstelling van het handhavingsbeleid is dat een normconform gedrag wordt bevorderd, gericht op de bescherming van het watersysteem en de veiligheid. Met de komst van de Waterwet en de daarin verankerde integrale benadering van toezicht en handhaving, wordt naast het kwaliteitsdeel ook het kwantiteitsdeel van het watersysteembeheer en de veiligheid (waterkeringzorg) betrokken in het handhavingprogramma.
Gelijkheid en rechtszekerheid Burgers, bedrijven en instellingen worden op basis van gelijkheid benaderd. Centraal in (de uitvoering van) het handhavingsbeleid staat niet wie, maar staat wat. Het spreekt voor zich dat het waterschap in zijn taakuitvoering de daarbij geldende regelgeving toepast en volgt ten aanzien van burgers en bedrijven (klant). Dit geldt ook voor het waterschap zelf als beheerder van de rioolwaterzuiveringsinstallaties en uitvoerder van projecten in ons beheersgebied (voorbeeldfunctie). Dit (ge)biedt (de) rechtszekerheid. Transparantie wat betreft planning en zeker ook wat betreft uitvoering (verantwoording) draagt bij aan dit uitgangspunt.
2
Klantgerichtheid Vermindering van toezichtlasten wordt gerealiseerd door het uitvoeren van integrale bedrijfslocatiegerichte inspecties. De klant wordt geconfronteerd met één inspectie en één inspecteur en niet met meerdere inspecties en inspecteurs. Deze aanpak is in dit programma vastgelegd.
Transparante en planmatige uitvoering toezicht en handhaving Onder meer met het oog op het effectief bijdragen aan de bevordering van normconform gedrag, is het van belang dat het waterschap zijn beleid en uitvoering op het vlak van regelgeving, toezicht en handhaving communiceert en verantwoording aflegt over de resultaten. Dit vindt plaats door enerzijds de bestuurlijke betrokkenheid bij zowel de prioritering en planning als bij de verantwoording (handhavingsmonitor) en anderzijds door publicatie van deze documenten op onze internetsite.
Wettelijke taakopdracht Bij het uitvoeren (toezicht houden) van de regels wordt een onderscheid gemaakt tussen eigen regels van het waterschap en regels van derden (rijksoverheid\provincie). Het waterschap is belast met uitvoering van regels van derden. Dit geschiedt door middel van verlenen vergunning, toezicht en handhaven. Het betreft hier een wettelijke taakopdracht. De bestuurlijke keuze omtrent de uitvoering is niet “of” maar enkel “hoe. Daarnaast stelt het waterschap eigen regels (keur, algemene regels en beleidsregels). Het bestuur heeft bij het stellen van regels een keuze. Als deze regels eenmaal zijn vastgesteld dan is uitvoering (verlenen vergunning, toezicht en handhaven) een wettelijke taakopdracht. Ook hierbij is de bestuurlijke keuze omtrent de uitvoering dus niet “of” maar enkel “hoe.
Begroting 2010 Buiten de aan het vastgestelde beleid ontleende uitgangspunten, vormt de begroting 2010 van het waterschap een belangrijk uitgangspunt. Hierin is immers de beschikbare capaciteit vastgelegd en zijn deels keuzen gemaakt voor de inzet van de beschikbare capaciteit.
3
3.
Inventarisatie handhavingstaken Voor het kunnen maken van een uitvoeringsprogramma is een inventarisatie van de uit te voeren taken noodzakelijk. Daarbij wordt een onderscheid gemaakt tussen bedrijfslocatiegerichte en gebiedsgerichte activiteiten.
3.1 3.1.1.
Bedrijfslocatiegericht A. Lozen Onder deze categorie worden de volgende regelgeving en de daarbij behorende lozingen begrepen. Om misverstand te voorkomen wordt opgemerkt dat zowel de kwaliteitsaspecten als de kwantiteitsaspecten van lozingen tijdens een inspectie integraal worden meegenomen. Vergunningplichtige activiteiten
•
Waterwet\Keur zowel waar het betreft de kwaliteitsaspecten van directe lozingen op 1
oppervlaktewaterlichamen (gemeentelijke overstorten , bedrijven en particulieren) en op de rioolwaterzuiveringsinstallaties, als ook de kwantiteitsaspecten van lozingen op oppervlaktewaterlichamen.
•
Lozingenbesluit stedelijk afvalwater, (ziet op rioolwaterzuiveringsinstallaties; Inspectiekader RWZI van de inspectie van Verkeer en Waterstaat bevat aanbeveling minimaal 1 x per jaar inspectie).
Landbouwactiviteiten (meldingsplichtig)
•
Lozingenbesluit open teelt en veehouderij (Lotv), inclusief het in dat kader verplicht uit te voeren toezicht gericht op cross compliance en 5-meter teeltvrije zones. Ook wordt bij deze categorie meegenomen het toezicht in het kader van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb), Pilot Vereenvoudiging Toezicht (op basis van bestuurlijk commitment nemen inspecteurs van handhaving deel aan gezamenlijke inspectie met gemeenten en AID) alsook Integrale milieu-inspecties buitengebied (deelname aan gezamenlijke handhavingsacties).
•
Besluit glastuinbouw.
Activiteiten binnen inrichtingen (meldingsplichtig) Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Barim) (ziet op een aantal directe lozingen afkomstig van inrichtingen). Overige activiteiten (meldingsplichtig)
•
Besluit bodemkwaliteit (Bbk) (ziet op bouwstoffengebruik in oppervlaktewater, inclusief kwaliteitsborging in het bodembeheer, Kwalibo) en deelname project Interventie grondstromen provincie Limburg.
•
Lozingenbesluit vaste objecten (Lvo), (ziet op werkzaamheden bij of boven oppervlaktewateren, bijv. bruggen).
•
Lozingenbesluit bodemsanering en proefbronnering (LBS).
•
Besluit lozing huishoudelijk afvalwater (Blah), (ziet op huishoudelijke lozingen, IBA’s).
B. Onttrekkingen uit grond- en oppervlaktewater Onder deze categorie valt de keurregelgeving (inclusief algemene regels) met betrekking tot het onttrekken van water aan oppervlaktewaterlichamen en het onttrekken van grondwater.
1
gemeentelijke overstorten zullen in de toekomst (verwachting 2011) via algemene regels in het Besluit lozingen buiten inrichtingen worden geregeld.
4
Hierbinnen wordt in afnemende mate van belangrijkheid - in aansluiting op de reguleringssystematiek die bij de nieuwe keur is gevolgd (ja, tenzij) - onderscheid gemaakt tussen:
•
onttrekkingen met een potentieel groot effect op het watersysteem onttrekkingen
•
onttrekkingen met een minder groot effect op het watersysteem
vergunningplichtige meldingsplichtige
onttrekkingen waarvoor algemene regels gelden
•
onttrekkingen met een gering effect op het watersysteem onttrekkingen waarvoor algemene regels geleden
niet-meldingsplichtige
Met het oog op de te maken planning wordt opgemerkt dat het toezicht op onttrekkingen uit oppervlaktewater en grondwater behoort tot het takenpakket van het team Handhaving. C. Fysieke ingrepen in het watersysteem Onder fysieke ingrepen in het watersysteem worden handelingen verstaan die van invloed zijn op de fysieke staat van het watersysteem. Gedacht kan worden aan het aanleggen van een duiker, het leggen van een kabel binnen de begrenzing van het oppervlaktewaterlichaam, etc. Het onder 1.2. gemaakte onderscheid wat betreft regulering, wordt ook gehanteerd met betrekking tot de fysieke ingrepen in het watersysteem. Voor wat betreft de te maken planning, wordt opgemerkt dat op basis van met de afdeling BOW gemaakte afspraken, het signaleren en in eerste instantie oppakken van kleine overtredingen (de zogenaamde bagatelzaken) is ondergebracht in de dagelijkse beheertaak van de afdeling BOW. Indien een bagatelzaak niet vrijwillig wordt opgelost, wordt hiervan een melding gedaan aan het team Handhaving. Dit team start vervolgens de handhaving op. In de planning die in dit programma is opgenomen, is de eerstelijns aanpak van bagatelzaken derhalve niet opgenomen. Deze afspraken zien met name op de fysieke ingrepen in het watersysteem. Anders dan de hiervoor beschreven dagelijkse beheertaak van de afdeling BOW, behoort het doen van opleveringscontroles van vergunde of gemelde fysieke ingrepen in het watersysteem tot de taak van het team Handhaving. Het aantal uit te voeren opleveringscontroles is afhankelijk van het aantal aangevraagde vergunningen c.q. gedane meldingen. In het kader van de planning wordt hierbij uitgegaan van ervaringscijfers van team Vergunningen van de afgelopen 2 jaren, rekening houdend met de veranderingen die optreden als gevolg van de nieuwe keur (ca. 50% minder vergunningplichtige situaties). Op basis van in het kader van de begroting 2010 gemaakte afspraken en genomen besluiten heeft team Handhaving 1.350 uur (1,0 fte) beschikbaar voor opleveringsinspecties. 3.1.2.
Waterkeringen Zoals hiervoor onder 1.2 ten aanzien van de kwantiteitsaspecten van het watersysteem aangegeven, wordt ook bij het toezicht en de handhaving op de waterkeringen aangesloten op de bij de nieuwe keur gevolgde reguleringssystematiek. Voor wat betreft de waterkeringen geldt hierbij als uitgangspunt: nee, tenzij. Nagenoeg alle handelingen op en bij waterkeringen zijn vergunningplichtig vanwege het grote effect dat handelingen bij waterkeringen kunnen hebben op de veiligheid. Voor wat betreft de te maken planning, wordt opgemerkt dat op basis van met de afdeling PenV gemaakte afspraken het toezicht op de waterkeringen deel uit maakt van de bij PenV ondergebrachte
5
dagelijkse beheerstaak. De afdeling PenV heeft hierover afspraken gemaakt met de afdeling BOW. Deze afspraken gelden ook voor het uitvoeren van de opleveringscontroles. Op basis van in het kader van de begroting 2010 gemaakte afspraken en genomen besluiten heeft team Handhaving 675 uur (0,5 fte) beschikbaar voor handhaving ten aanzien van waterkeringen. 3.1.3.
Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (WHVBZ) Het toezicht in het kader van de WHVBZ is door de provincie gedelegeerd aan het waterschap. Hiervoor ontvangt het waterschap jaarlijks een vergoeding. In de planning is hiervoor, evenals voorgaande jaren, 500 uur voor opgenomen. De ervaringen van de afgelopen jaren hebben laten zien dat dit aantal uren minimaal noodzakelijk is om deze taak op een adequate wijze te kunnen invullen.
3.1.4.
Indirecte lozingen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Barim In het kader van de begroting 2010 is vastgesteld dat het jaar 2010 wordt beschouwd als een overgangsjaar voor wat betreft de indirecte lozingen. Zoals bekend gaat de bevoegdheid van de indirecte lozingen met inwerkingtreding van de Waterwet over van waterschap naar gemeente\provincie. Met het oog op de verzorging van een goede en verantwoorde taakoverdracht wordt de hiervoor bestaande capaciteit van 1.350 uur (1,0 fte) voor 2010 gehandhaafd.
3.1.5.
Klachten en meldingen Bij de planning moet rekening gehouden worden met het feit dat een deel van de capaciteit van handhaving beschikbaar moet zijn voor het kunnen reageren op meldingen. Dit deel van de capaciteit kan niet dan op hoog abstractieniveau ingepland worden. Voor het be- en afhandelen van meldingen zijn, op basis van ervaringsgegevens uit voorgaande jaren 700 uur gereserveerd.
3.2.
Gebiedsgericht Een deel van de te controleren handelingen\activiteiten is niet aan een inrichting gebonden, maar is gelegen in het “vrije veld”. Het betreft dan bijvoorbeeld onderhoud van (delen van) oppervlaktewaterlichamen dat bij derden berust, duikers, bruggen, onttrekkingsputten, etc. Vanuit efficiëncyoverwegingen worden deze objecten niet betrokken bij een inrichtingsgebonden inspectie, maar worden gebiedsgerichte controles ingepland gericht op specifieke handelingen\activiteiten. Hiervoor is in 2010 1.350 uur (1,0 fte) gereserveerd. Ook de binnen deze categorie te verrichten opleveringscontroles behoren tot de taak van het team Handhaving. De inspectie-uren in het kader van het project Gebiedsdekkend stand-still landbouwkundige grondwateronttrekkingen (putteninventarisatie) zijn opgenomen in het betreffende project. De daaruit voortkomende controleresultaten worden separaat toegevoegd aan de voortgang van de uitvoering van het handhavingsprogramma.
3.3.
Ontwikkelingen regelgeving Een deel van de regelgeving zoals hiervoor onder 1.1 is genoemd, is in ontwikkeling. Het Besluit lozingen buiten inrichtingen zal – naar verwachting – per 2011 in werking treden. Daarmee worden alle lozingen die niet verbonden zijn aan inrichtingen, huishoudens en van agrarische inrichtingen en activiteiten samengevoegd in één Besluit. Verder is het Besluit landbouwactiviteiten in ontwikkeling. Dit besluit zal het Lozingenbesluit open teelt en veehouderij, het Besluit glastuinbouw en het Besluit landbouw milieubeheer vervangen. Dit Besluit zal naar verwachting per 2011 of medio 2011 in werking treden. Ook is een aanvulling van het Besluit algemene regels inrichtingen milieubeheer (Barim) in voorbereiding. Bij de opstelling van dit handhavingsprogramma zijn geen consequenties verbonden aan deze ontwikkelingen.
6
4.
Prioritering De omvang van de taakopdracht enerzijds en de beschikbare capaciteit van het team Handhaving anderzijds, noodzaken tot het maken van keuzen. Op onderdelen zijn in paragraaf 3 al keuzen zichtbaar gemaakt. Deze worden meegenomen bij de verdere prioritering en planning. Onderstaand wordt de prioritering per categorie uitgewerkt.
4.1.
Bedrijfslocatiegericht
4.1.1.
A. lozen Binnen deze categorie wordt een onderscheid gemaakt tussen
•
Vergunningplichtige activiteiten
•
Landbouwactiviteiten (meldingsplichtig)
•
Activiteiten binnen inrichting (meldingsplichtig)
• Overige activiteiten (meldingsplichtig) Toezicht op onttrekkingen uit grond- en oppervlaktewater vindt gelijktijdig plaats met toezicht op de lozing. Er is immers een directe samenhang tussen onttrekkingen enerzijds en lozingen anderzijds. De afspraken die zien op toezicht en handhaving in het kader van cross compliance, 5-meter teeltvrije zone, Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, pilot Vernieuwing Toezicht, Integrale milieuinspecties buitengebied, Interventie grondstromen zoals die al golden en waaraan het dagelijks bestuur zich heeft gecommitteerd, worden voor 2010 gecontinueerd. In 2010 wordt gestart met specifieke controles van alle niet-gerioleerde panden die niet hebben deelgenomen aan het IBA-project. Hiervoor is 200 uur opgenomen. Voor wat betreft de prioritering wordt aangesloten bij de sinds 2005 toegepaste PNP-systematiek. De te hanteren controlefrequentie is bepaald aan de hand van risico’s, effecten en naleefgedrag. Als vertrekpunt is hierbij de in 2009 gehanteerde controlefrequentie gehanteerd. Daarnaast geldt als hard uitgangspunt de beschikbare capaciteit, rekening houdend met reeds vastgelegde capaciteit op basis van gemaakte afspraken c.q. genomen besluiten. In verband met de integrale benadering op het terrein van handhaving heeft een aanpassing van de kengetallen plaatsgevonden. Bij de kengetallen is rekening gehouden met de omstandigheid dat kwantitatieve en kwalitatieve aspecten gelijktijdig zullen worden opgepakt. Uitgaande van de bestaande capaciteit heeft dit tot gevolg dat de controlefrequentie bij de categorie landbouwactiviteiten (meldingsplichtig) voor wat betreft de Open teelt en veehouderij is aangepast van 1 inspectie per 5 jaar naar een frequentie van 1 inspectie per 8 jaar. De frequentie voor wat betreft de glastuinbouw wordt niet aangepast. De reden hiervan is dat de regelgeving met betrekking tot de glastuinbouw in ontwikkeling is. Informatieverstrekking en coaching richting deze bedrijven is met het oog daarop belangrijk.
7
B. Onttrekkingen uit grond- en oppervlaktewater Onder deze categorie valt de keurregelgeving (inclusief algemene regels) met betrekking tot het onttrekken van oppervlaktewater aan oppervlaktewaterlichamen en het onttrekken van grondwater. Toezicht op onttrekkingen uit oppervlaktewater wordt gebiedsgericht opgepakt en dan met name in een periode dat een algemeen onttrekkingsverbod geldt. Ook het toezicht op onttrekkingen uit grondwater ten behoeve van beregening vindt gebiedsgericht plaats. De hiervoor benodigde capaciteit is opgenomen onder Gebiedsgericht (4.2) Toezicht op bronbemalingen wordt uitgevoerd aan de hand van inkomende meldingen c.q. vergunningaanvragen. Dit toezicht richt zich gelijktijdig op de onttrekking (hoeveelheid) en op de lozing (kwaliteit en kwantiteit). De hiervoor benodigde capaciteit is opgenomen onder Lozen (zie hiervoor onder A) C. Fysieke ingrepen in het watersysteem De met BOW gemaakte afspraken ten aanzien van bagatelzaken (fysieke ingrepen) blijven ongewijzigd. Opleveringscontroles van via de keur gereguleerde handelingen worden uitgevoerd door team Handhaving op de wijze zoals in onderstaande tabel is aangegeven. Met het dagelijks bestuur zijn afspraken gemaakt over hoe om te gaan met toezicht op de in het project Stuwende Kracht aangelegde stuwen (nadruk op coaching en advisering) en over de aanleg en ombouw van traditionele drainagesystemen tot peilgestuurde systemen (overgangssituatie tot 2018). Voor wat betreft de prioritering van de in paragraaf 3.1.1 onder B en C en in paragraaf 3.1.2 opgenomen aspecten waterkwantiteit (keur) en waterkeringen is een risicoanalyse opgezet. Deze is op basis van expert judgement uitgevoerd door medewerkers van de afdeling VenH. Daarnaast zijn hierbij de afdelingen BOW, KenA en PenV betrokken. Hiermee is invulling gegeven aan het belangrijkste criterium aan de hand waarvan de prioritering wordt opgesteld, te weten: het potentieel negatief effect van een handeling op het functioneren van het watersysteem en op het functioneren van de waterkeringen. Hiermee is ook de directe aansluiting gemaakt naar de opzet van de nieuwe regelgeving van de keur en de daarbij gehanteerde uitgangspunten (zie Algemene toetsingscriteria watersysteem en waterkeringen, zoals door het Algemeen Bestuur vastgesteld op 16 december 2009). handeling
eenmalig (ca. 60%)
dynamisch (ca. 40%)
vergunningplicht
Toezicht 100% (opleveringscontrole)
Periodiek toezicht hoogfrequent
meldingsplicht
Toezicht (opleveringscontrole)
Periodiek toezicht laagfrequent
niet-meldingsplicht
Gebiedsgericht laagfrequent
Gebiedsgericht laagfrequent
De totaal hiervoor benodigde capaciteit is bepaald op 2.700 uur (2,0 fte), waarvan 1.350 uur om opleveringsinspecties uit te voeren en 1.350 uur om signalen van BOW op te pakken.
8
4.1.2.
Waterkeringen De met PenV gemaakte afspraken ter zake toezicht op de waterkeringen en uitvoering van opleveringscontroles worden gecontinueerd. Voor handhaving ten aanzien van waterkering is 700 uur (0,5 fte) beschikbaar gesteld. Prioritering heeft plaatsgevonden.
4.1.3.
Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (WHVBZ) Betreft uitvoering gedelegeerde taak, waarvoor 500 uur is gereserveerd. Prioritering is bij deze categorie niet aan de orde.
4.1.4.
Indirecte lozingen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Barim Betreft invulling geven aan het door uw bestuur gekozen scenario waarbij in 2010 de overdracht van de indirecte lozingen aan de gemeenten c.q. provincie op een adequate wijze dient plaats te vinden. Hiervoor is 1.350 uur (1,0 fte) gereserveerd. Prioritering heeft plaatsgevonden.
4.1.5.
Klachten en meldingen Meldingen zijn in principe hoogste prioriteit. Direct handelen is vereist, hoogste prioriteit. De voor behandeling van inkomende meldingen ingeschatte capaciteit is in paragraaf 3.5 bepaald op 700 uren (0,5 fte).
4.2
Gebiedsgericht Voor het controleren van de handelingen/activiteiten die niet aan een inrichting zijn gebonden maar gelegen in het “vrije veld” zijn in 2010 1.350 uren gereserveerd. De inhoudelijke prioritering (welke handeling/activiteit wordt gecontroleerd) is mede bepaald aan de hand van de uitkomsten van de door medewerkers van de afdeling VenH en door de afdelingen BOW en KenA gemaakte risicoanalyse. Uit deze analyse komt naar voren dat prioriteit gegeven moet worden aan handelingen in en bij primaire oppervlaktewaterlichamen. Specifieke aandacht is wenselijk voor de volgende handelingen:
•
tracéwijzigingen
•
duikers en overkluizingen
•
stuwen
•
bouwwerken in het stroomprofiel
9
5.
Planning Bij de opgestelde planning is rekening gehouden met voortschrijdend inzicht door ervaringen en evaluatie. Op voorhand wordt opgemerkt dat bij deze planning rekening is gehouden met de efficiencywinst die behaald wordt met het houden van integrale inspecties. Ingeschat wordt dat een keurcontrole die gelijktijdig met bijvoorbeeld een Lotv-inspectie wordt opgepakt leidt tot een efficiencywinst, in termen van benodigde capaciteit (uren), van 25% (1+1 is geen 2, maar is 1,5). In termen van resultaat is 1+1 geen 2, maar 3. Als gevolg van de integraliteit worden meerdere aspecten/overtredingen die invloed hebben op het watersysteem tijdens één controle beoordeeld/ongedaan gemaakt. Het voordeel voor het gecontroleerde bedrijf is dat het met één inspecteur\inspectie te maken krijgt. Hierdoor worden administratieve lasten verminderd. Waar de beschikbare capaciteit noodzaakt tot aanpassing van controlefrequenties (als gevolg van besluit dat binnen de beschikbare formatie ook handhaving waterkeringen en opleveringsinspectie fysieke ingrepen watersysteem moeten worden meegenomen) is dit hieronder nader toegelicht. De planning die uit het voorgaande voortvloeit, is weergegeven op het als bijlage 1 bij dit programma gevoegde overzicht. Kern hiervan vormt: planning bevat alle bij het watersysteem en veiligheid betrokken aspecten. Integrale benadering. de bestaande afspraken, die effecten hebben op de inzet van capaciteit worden gecontinueerd. Het betreft enerzijds afspraken die zien op inzet van capaciteit, zoals toezicht en handhaving in het kader van cross compliance, 5-meter teeltvrije zone, pilot Vernieuwing Toezicht, Integrale milieu-inspecties buitengebied en project Interventie grondstromen en anderzijds afspraken op grond waarvan afgezien wordt van capaciteitsinzet, zoals ter zake Stuwende Kracht en peilgestuurde drainage (geen actieve rol team Handhaving); de controlefrequentie is in vergelijking tot voorgaande programma’s op onderdelen verlaagd (zie 4. onder I.1.1). Voor de volledigheid wordt opgemerkt dat 1,0 fte bruto 1.861 uur omvat, waarvan 1.350 uur netto (direct) beschikbaar is voor het uitvoeren van inspecties, administratieve afhandeling en beleidszaken. De overige uren zijn indirect (opleiding, overleg, etc) en niet-gewerkt (verlof, ziekte).
6.
Te behalen resultaat Toezicht en handhaving is geen doel maar een middel, te weten een middel om normconform gedrag te bewerkstelligen. Om achteraf te kunnen beoordelen of de inzet moet worden geïntensiveerd of verminderd is het van belang dat vooraf te behalen naleefpercentages worden bepaald. Vertrekpunt voor de naleefpercentages per doelgroep / deelactiviteit vormen de gestelde en gerealiseerde naleefpercentages in voorgaande jaren. Nu deze nalevingspercentages enkel zien op de naleving van de bij of krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren gestelde regels (kwaliteit) zijn de percentages in het programma 2010 neerwaarts bijgesteld. Per 2010 ziet het naleefpercentage immers ook voor het eerst op andere aspecten (waterkwantiteit). Op onderdelen is in de kolom naleefpercentage “NVT” opgenomen. Het bepalen van een naleefpercentage is dan niet zinvol geacht omdat alleen gehandeld wordt als er een directe aanleiding is (Waterkeringen / Klachten en meldingen) of omdat de eindverantwoordelijkheid elders ligt (Indirecte lozingen).
10
Het naleefpercentage is weergegeven op het als bijlage 1 bij dit programma gevoegde overzicht.
7.
Samenvatting Op grond van het Besluit kwaliteitseisen handhaving milieubeheer is het waterschap gehouden een jaarlijks uitvoeringsprogramma in de vorm van een handhavingsprogramma op te stellen op basis van een handhavingsbeleid. Het handhavingsprogramma 2010 geeft hieraan invulling voor het jaar 2010. De inwerkingtreding van de Waterwet eind 2009 heeft tot gevolg dat het handhavingsprogramma 2010, anders dan in voorgaande jaren, niet alleen ziet op het aspect waterkwaliteit, maar ook op de aspecten waterkwantiteit (oppervlaktewater en grondwater). De nieuwe keur en de daarbij gehanteerde uitgangspunten werken – uiteraard – door in dit handhavingsprogramma. Als uitgangspunten voor dit handhavingsprogramma geldt de vaststelling dat het beleid en het programma gericht zijn op het bevorderen van normconform gedrag om (een bijdrage te leveren aan) het realiseren van de gestelde water- en milieubeleidsdoelen. Daarnaast is van belang dat toezicht en handhaving een essentiële schakel vormen in de totale beleidslevenscyclus. Voorts zijn als uitgangspunt genomen gelijkheid en rechtszekerheid waar het gaat om benadering van de burgers, bedrijven en instellingen. Transparantie zowel wat betreft planning als verantwoording van toezicht en handhaving draagt bij aan normconform gedrag. Daarnaast vormt de begroting 2010 van het waterschap een belangrijk uitgangspunt waar het betreft de (verdeling van de) beschikbare capaciteit. Uit de inventarisatie van de handhavingstaken in dit programma blijkt de scope van onze taak. Dit programma voor 2010 omvat voor het eerst het totale veld (watersysteem, waterkering, WHVBZ en indirecte lozingen). Taakomvang en beschikbare capaciteit noodzaken tot het maken van keuzen in de vorm van een prioritering. Bestaande afspraken worden gecontinueerd en inhoudelijk is de prioritering afgeleid van een uitgevoerde risicoanalyse. Het bestuurlijk gewenste naleefpercentage per doelgroep / deelactiviteit is bepaald. -.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-.-
11
Naleefpercentage
Totaal benodigde tijd
Handhavingsprogramma 2010 Benodigde en beschikbare capaciteit (in FTE)
Bijlage 1:
Handhavingstaken/activiteiten I. Bedrijfslocatiegericht 1.1. Lozen (integraal) A. Vergunningplichtige activiteiten Vergunningen Waterwet/keur en Loz. Besl. Stedelijk afvalwater
700
0,5 85% - 90%
Open teelt en veehouderij
3500
2,5 85% - 90%
Glastuinbouw
2100
1,5 85% - 90%
2100
1,5 85% - 90%
2100
1,5 85% - 90%
B. Landbouwactiviteiten (meldingsplichtig)
C. Activiteiten binnen inrichting (meldingsplichtig) Bedrijven D. Overige activiteiten (meldingsplichtig) Overig 1.2. Onttrekkingen uit grond- en oppervlaktewater (zie onder 1.1 en onder gebiedsgericht) 1.3 Fysieke ingrepen watersysteem
NVT 2700
2,0 70% - 75%
2. Waterkeringen
700
0,5
3. Wet hygiëne en veiligheid badinrichtingen en zwemgelegenheden (WHVBZ)
500
0,4 90% - 95%
4. Indirecte lozingen Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) en Barim 5. Klachten en Meldingen II. Gebiedsgericht III. Beleid Totaal directe uren/fte' s
NVT
1350
1,0
NVT
700
0,5
NVT
1350
1,0
NVT
900
0,6
18700 13,5
12