Gouden Ganzenveer Annejet van der Zijl 2012
Uitgereikt in The Grand, Amsterdam 5 april 2012
Dit boekje verschijnt ter gelegenheid van de uitreiking van de Gouden Ganzenveer 2012 aan schrijfster en historica Annejet van der Zijl. Bij de uitreiking sprak de laureaat over het belang van geschiedenis. Het dankwoord is in deze bundel opgenomen, evenals de laudatio, een portret van de laureaat en foto’s van documenten die Van der Zijl gebruikt voor haar nieuwe boek.
Colofon 54
Begunstigers 52
De laureaten vanaf 1955 50
De leden van de Academie De Gouden Ganzenveer 48
De dochter van de tijd Dankwoord Annejet van der Zijl 40
Laudatio 32
De grootste Annejet van der Zijl-kenner De uitreiking van de Gouden Ganzenveer 24
Bibliografie en onderscheidingen 22
Portret van Annejet van der Zijl 12
De Gouden Ganzenveer 1955-1999 en vanaf 2002 8
Inhoud
9
De Gouden Ganzenveer 1955-1999 en vanaf 2002
De Gouden Ganzenveer werd in 1955 ingesteld door de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond bij zijn vijfenzeventigjarig bestaan. De uitgevers wilden met de prijs personen of instituten lauweren voor hun bijdrage aan de Nederlandse cultuur. Tot 2000 reikten de uitgevers de Gouden Ganzenveer met onregelmatige tussenpozen uit aan vijftien personen en vier instellingen. Bij het samengaan van de Koninklijke Nederlandse Uitgeversbond met de Nederlandse Organisatie van Tijdschrift-Uitgevers en de Vereniging De Nederlandse Dagbladpers tot het Nederlands Uitgeversverbond (nuv) werd de prijs ondergebracht bij de stichting De Gouden Ganzenveer. De stichting De Gouden Ganzenveer beoogt ‘het bevorderen van de boekcultuur in brede zin’. Het stichtingsbestuur bestaat uit drs. J.G. Gaarlandt (voorzitter), m.sc. J.A. Boom, M.J.E.M. Lannoo, mevrouw drs. J.A.B. Leppink en E.W. Veen. Mr. A.D.H. Fockema Andreae verliet vorig jaar het bestuur. De toekenning van de prijs is de taak van de door de stichting in 2001 ingestelde Academie De Gouden Ganzenveer. De leden van de Academie komen uit de wereld van kunst, wetenschap, politiek en bedrijfsleven. Ieder van hen heeft blijk gegeven van grote betrokkenheid bij de Nederlandse cultuur, en is op persoonlijke titel gevraagd. De Academie wil de Gouden Ganzenveer jaarlijks toekennen met het uitdrukkelijk doel om het belang van het geschreven woord onder de aandacht te brengen in een toenemend multimediale samenleving. De prijs bestaat uit een ganzenveer van goud en een jaar buitengewoon lidmaatschap van de Academie. De Academie kende de prijs sinds 2002 elf keer toe: achtereenvolgens aan Michaël Zeeman, Jan Blokker, Kees van Kooten, Maria Goos, Peter van Straaten, Tom Lanoye, Joost Zwagerman, Adriaan van Dis, Joke van Leeuwen, Remco Campert en dit jaar aan schrijfster en historica Annejet van der Zijl. Na de uitreiking in 2011 was Remco Campert een jaar buiten gewoon lid van de Academie De Gouden Ganzenveer. Vorig jaar nam mr. G.M.M.L. Verhofstadt, voormalig minister-president
10
van België en fractieleider van de Alliantie van Liberalen en Democraten voor Europa in het Europees Parlement, afscheid van de Academie. In loop van 2011 werden mevrouw G.A. Verbeet, voorzitter van de Tweede Kamer der StatenGeneraal, en dr. C.P. Veerman, ceo van Bracamonte en oud-minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, lid van de Academie.
13
Portret van Annejet van der Zijl
Al jaren geeft Annejet van der Zijl het onomwonden toe. Ze was een slechte journalist. Ze stelt geen scherpe vragen. Gaat niet graag de confrontatie aan. En ze ontbeert een oog voor primeurs. Ooit liet ze Freddy Heineken in hp/De Tijd zonder er verder bij na te denken vertellen over de nieuwe vriendin van Willem-Alexander. De Telegraaf bracht de ontboezeming daarna groot op de voorpagina. Van der Zijl handhaafde zich alleen op de redactie van het weekblad door de uitmuntende portretten en reconstructies die ze schreef. Verhalen zonder dringende actualiteit of schokkende scoops, maar toonbeelden van diepgravende research en psychologisch inzicht. En zeer leesbaar dankzij de levendige stijl waarmee ze haar lezers aan de hand van een of meerdere hoofdpersonen door de tekst leidt. In de luxe feesteditie van Jagtlust, verschenen ter gelegenheid van de uitreiking van de Gouden Ganzenveer, zijn vier van zulke stukken opgenomen. Over de geschiedenis van de Lucky Star – vanaf eind jaren vijftig the place to be aan het Leidseplein voor de hippe, met drugs experimenterende avant-garde van Amsterdam. Of over het charmante rijkeluiszoontje Olivier Boelen die in de jaren zestig zijn erfenis er doorheen jaagde en zichzelf de vernieling in fuifde. Mooie verhalen. Maar Van der Zijl zou alleen in kleine kring bewonderd worden als ze tot in lengte van jaren hiermee door was gegaan – als de verhalen en anekdotes die ze opving over het mythische landgoed Jagtlust, juist tijdens het schrijven van deze stukken over kunstenaars- en schrijverskringen in de eerste decennia na de oorlog, haar niet hadden geprikkeld om een groter verhaal te vertellen. Jagtlust moest het onderwerp voor haar eerste boek worden. Ze liep de schrijvers, tekenaars, muzikanten, filmers en uit gevers af die tussen 1954, toen Fritzi ten Harmsen van der Beek het vervallen herenhuis betrok, en 1971 de uitbundige, dagenlange feesten bijwoonden op een kwartier rijden van Amsterdam. Het zou toch zonde zijn als alle herinneringen
14
met de bewoners en bezoekers mee het graf in gingen? Het werk aan Jagtlust opende haar ogen. Hoe veel meer bleek haar grondigheid, zachtzinnige aanpak en historische belangstelling geschikt voor het schrijven van boeken – ver weg van de waan van de dag, de dwang om te scoren en het cynisme en wantrouwen waarmee haar collega-journalisten de wereld bekeken. De lengte bood haar onbeperkt de ruimte om haar eigen verhaal te vertellen. Dat wilde ze met haar leven doen. Boeken schrijven. Achteraf leek het voorbestemd. Als kind van twee leraren vertoonde Annejet van der Zijl (1962) al de ideale karaktereigenschappen van een schrijver. Ze las veel, het liefst dikke boeken waarin ze kon verdwijnen. Ze was dromerig, op de fietstochten met haar ouders merkte ze nauwelijks waar ze geweest was. En ze bezat het concentratievermogen om geduldig, stukje voor stukje, de grootste legpuzzels te maken. Na het gymnasium in Leeuwarden studeerde ze kunstgeschie denis en massacommunicatie. In 1988 ging ze naar Londen voor een master International Journalism aan de City University. Daar leerde ze al snel dat ze de droom om een gereputeerde nieuwsjager te worden beter kon vergeten. ‘Ik had in Londen al heimwee naar Nederland. Stel je voor dat ik ook nog over de wereld moest gaan rondzwerven’, zei ze ooit. Vanaf het begin zocht ze als journalist liever de luwte. Begonnen als stagiaire bij Haagse Post werd ze na de fusie met De Tijd redacteur bij hp/De Tijd. Daar richtte ze zich niet op de front linies van het nieuws zoals het Haagse Binnenhof, maar op tijdloze onderwerpen die veel onderzoek vergden. Ze schreef verhalende, op Angelsaksische leest geschoeide stukken over kunstenaars en misdaad. Na haar, in eigen woorden, ‘tamelijk onopgemerkte’ debuut nam Van der Zijl in 2000 ontslag om de biografie van Annie M.G. Schmidt te schrijven. Omdat ze ooit een biografie wilde schrijven naar Engels voorbeeld: als een spannend verhaal,
De onderwerpen van Annejet van der Zijl lijken divers. Toch ligt er aan ieder boek een sterk persoonlijke vraag ten grondslag. Voor Jagtlust was dat de vraag of zo’n leven van drinken, snuiven en nachten doorhalen in hippe clubs dat haar hp/De Tijd- collega’s leidden de moeite waard was. In Anna onderzocht ze of iemand ooit kan ontsnappen aan de vorming van zijn jeugd. Maar ook een diepe interesse in de drijfveren van mensen stuwt haar voort. What makes Sammy run, noemt ze dat vaak in
17
dat je met rode oortjes leest, ook al ken je de persoon niet. En omdat ze achter het beeld dat de kinderboekenschrijfster van zichzelf presenteerde een echt mens vermoedde. Het ontmythologiserende portret van de nationale knuffeloma betekende haar doorbraak. Meeslepend, ontroerend, menselijk, oordeelde de pers, die unaniem het eerlijke portret van een nurkse vrouw van wie je toch bleef houden loofde. Er gingen vervolgens meer dan honderdduizend exemplaren van Anna over de toonbank. Burny Bos en Dana Nechustan bewerkten het tot een zevendelige televisieserie. Daarna leek alles wat Van der Zijl aanraakte te veranderden in goud. Het succes van haar biografie gaf haar de ruimte om een petite histoire te vertellen. Maar de onwaarschijnlijke liefdes geschiedenis van de Surinaamse Waldemar Nods en zijn bijna twintig jaar oudere hospita Rika, die beiden omkwamen in de oorlog, werd pas echt een megaseller. De teller van Sonny Boy staat, mede dankzij een uiterst succesvolle verfilming, inmiddels boven het half miljoen exemplaren. Met haar biografie van prins Bernhard promoveerde zij, aan gespoord door koningshuis-biograaf Cees Fasseur, aan de Universiteit van Amsterdam. Ook voor Bernhard. Een verborgen geschiedenis, dat onthult hoe een jeugdige, tweederangs prins in een tijd waarin de adel zijn glans verloor hogerop probeert te komen, regende het onderscheidingen: de M.J. Brusseprijs en nominaties voor de Libris Geschiedenis Prijs en ako Literatuurprijs.
18
interviews. Het lijkt daarbij alsof ze extra gemotiveerd wordt wanneer haar personages hun innerlijke beweegredenen met fabels, leugens en verdichtsels zo goed mogelijk probeerden te verdoezelen, zoals Annie M.G. Schmidt en prins Bernhard met veel energie deden. Meestal riep de bravoure waarmee deze publieke bekendheden zich roerden, juist meer nieuwsgierigheid op. Met haar boeken hoopt Van der Zijl die te bevredigen, zodat er een zekere rust bij de nabestaanden kan optreden, zoals Annies enige zoon Flip van Duijn en Waldy, zoon van Waldemar en Rika, bevestigen. Het is een subtiele manier om te zeggen dat ze het definitieve boek over haar onderwerp wil schrijven. Tegelijk gaat het Van der Zijl allerminst om de persoon alleen, maar ook om de tijd waarin deze leeft. Ze wilde meer dan boven water krijgen waarom Bernhard er alles voor over had om prins te worden, ze wilde ook het milieu van de bedreigde Duitse adel in de jaren voor en na de Eerste Wereldoorlog beschrijven waaruit hij afkomstig was. Zo kon ze Bernhards motivatie in perspectief plaatsen. Net als de achterliggende drijfveer vertoont Van der Zijls werkwijze ongeacht het onderwerp sterke overeenkomsten. Eerst probeert ze met onbevooroordeelde nieuwsgierigheid het vertrouwen van de mensen rond haar hoofdpersoon te winnen. Intensief speurt ze de verhalen bij elkaar – op de thee bij mogelijke bronnen, op reis naar de belangrijke locaties uit het leven van haar hoofdpersoon, en in talrijke archieven. Dat vertrouwen is essentieel, herhaalt ze vaak. Als Remco Campert zich niet zo veilig bij haar voelde, door haar kennis van zaken en haar open benadering, had hij nooit als eerste toegezegd te praten over zijn jaren in Jagtlust. Zonder Campert, zei ze daarom bij de overhandiging van het eerste exemplaar van de luxe feesteditie aan hem, had ze misschien wel nooit schrijfster kunnen worden. Alle informatie brengt ze onder in een chronologisch factsheet
21
– documenten die kunnen uitgroeien tot meer dan duizend pagina’s vol details, feiten en weetjes uit het leven van haar personage én de grote en kleine historische gebeurtenissen die tegelijkertijd plaatsvonden. Waar het leven van de hoofd persoon en de geschiedenis samenvallen ontstaat Van der Zijls verhaal. Ze breidt haar document uit tot het moment dat ze voelt dat ze klaar is met verzamelen. Vaak merkt ze het tijdens gesprekken voor haar boek. Op een gegeven moment heeft ze de geïnterviewde meer te vertellen dan te vragen. Dan is het verhaal blijkbaar rond, dan moet het eruit. Alle overgebleven benodigde research doet ze gaandeweg het eindeloze schrijven en schrappen. En dan draait het ook echt om het verhaal – niet om de scoops die haar boeken óók bevatten: de zelfgekozen dood van Annie M.G. Schmidt, prins Bernhards lidmaatschap van de nsdap. Net als indertijd met de nieuwe vriendin van de kroonprins mag de pers de primeurs uit haar werk vissen en ermee pronken. Als haar honderdduizenden lezers maar genieten van een meeslepend verhaal.
bibliografie Jagtlust Hoe in een Goois buitenhuis de wereld openging (1998)
Sonny Boy (2004) Bernhard Een verborgen geschiedenis (2010) Jagtlust & verwante verhalen (luxe en uitgebreide feesteditie, 2012)
onderscheidingen Zeeuwse Boekenprijs, voor Anna (2003) Littéraire Witte Prijs, voor Sonny Boy (2006) M.J. Brusseprijs, voor Bernhard (2011) Gouden Ganzenveer (2012)
23
Bibliografie en onderscheidingen
Anna Het leven van Annie M.G. Schmidt (2002)
25
De grootste Annejet van der Zijl-kenner De uitreiking van de Gouden Ganzenveer
Zo eerbiedwaardig als de Gouden Ganzenveer, zo is ook de jaarlijkse uitreiking. De hooggewaardeerde Academieleden, de bedrijvige leidinggevenden uit het boekenvak en de respectabele gasten van de laureaat – iedereen trekt zijn beste pak aan om goed voor de dag te komen in het prestigieuze hotel The Grand. En allemaal moesten ze een fel banaankleurig petje op om ‘De kleine geschiedenis quiz’ te spelen en te bepalen wie het meeste weet van leven en werk van Annejet van der Zijl. Het contrast kon niet groter zijn. Aanvankelijk was de sfeer als vanouds. Voorzitter van het bestuur Geurt Gaarlandt heette iedereen welkom ‘in de thuishaven van de Gouden Ganzenveer’. Hij leefde ‘de goede traditie’ na om ‘de namen van de voorgangers van de laureaat hier even te laten klinken’. En hij haalde de herinnering op aan een voorbespreking met Annejet van der Zijl in hetzelfde hotel waar hij nu achter het katheder stond. Toen ze samen naar buiten liepen, wees de schrijfster hem op de zolderkamertje waar ze lang geleden werkte. Dáár was het allemaal begonnen. ‘From The Attic to The Grand,’ concludeerde Gaarlandt. Daarop volgde het bekende programma. Academielid Francine Houben las de laudatio voor. Gaarlandt en Paul Schnabel, voorzitter van de Academie, reikten de prijs uit – op een kleine verhoging, zodat het publiek de overhandiging over de rij fotograferen en cameramannen kon zien. Annejet van der Zijl sprak haar dankwoord uit. ‘Heel zwaar, inderdaad’, vond ze de veer. En daarna bood ze Remco Campert het eerste exemplaar aan van de luxe en uitgebreide feesteditie van haar debuut dat op deze feestelijke dag verscheen: Jagtlust & Verwante verhalen. Zodra Ad van Liempt het woord kreeg, ontstond er prompt joligheid in de zaal. De energieke en enthousiasmerende vrolijkheid waarmee hij op zoek ging naar De grootste Annejet van der Zijl-kenner van Nederland – aan de hand van een door hem, Esmeralda Böhm en Gerard Cevaal samengestelde quiz met veel fragmenten van oude televisie-interviews met de schrijfster – sloeg moeiteloos over op zijn publiek. En anders
26
lag het wel aan de petjes die voor iedereen onder de goed afgedekte stoelen verborgen lag. ‘Petje af voor Annejet’, stond er op. Van Liempt ging uit van een hoog basisniveau, zei hij. Dat bleek: na de eerste vraag kon het merendeel van de deelnemers weer gaan zitten. Allemaal verkeerd gegokt. Uiteindelijk haalden critica Elsbeth Etty, die in de promotiecommissie van Annejet van der Zijl zat, en – hoe kon het anders – twee vriendinnen van de laureaat de finale. De vierde finaliste was op voorhand bekend: Nelleke Noordervliet, die de namens de Academie mocht bewijzen dat zij met veel verstand van zaken had besloten de Gouden Ganzenveer toe te kennen aan de befaamde historica en schrijfster. In de finale waren alle deelnemers aan elkaar gewaagd. De schiftingsvraag was nodig om de winnaar te bepalen: een gesigneerde set van Annejet van der Zijls volledige œuvre in hardcover in een gouden verpakking.
de voorronde 1 Welke invloed heeft prins Bernhard – op een filmpje te zien als jongeman, dansend op een schip – volgens Annejet van der Zijl op het Nederlandse koningschap gehad, zoals zij vertelde in nova? petje op Bernhard heeft van het koningschap een soap gemaakt petje af Bernhard heeft de monarchie aan de rand van de afgrond gebracht 2 Als kind kreeg Annejet van der Zijl nooit Annie M.G. Schmidt te lezen. Wat wilde zij toen later worden? petje op dierenarts petje af archeoloog
3 In het programma Vrijdag Prinsjesnacht mocht Annejet van der Zijl van presentator Joost Prinsen zeggen wat zij in een zwart gat zou gooien. Dat was: petje op het oeverloze gezeur over voetbal op tv petje af de verloedering van de openbare ruimte in Nederland
5 In 2000 schreef Annejet van der Zijl de tekst van Alle jaren feest, een jubileumboek over het Boekenbal. Heeft zij zelf ooit een souvenir meegenomen van het Boekenbal, zoals haar gevraagd werd in Middageditie? petje op ja, een tafelkleed petje af nee, daar is ze te verlegen voor 6 Waarover ging het artikel waarmee stagiaire Annejet van der Zijl debuteerde in de Haagse Post? petje op extreem rechts in Noorwegen petje af Nico B., de moordenaar van Kerwin Duinmeijer schiftingsvraag Hoeveel exemplaren zijn er in 2011 van Sonny Boy verkocht?
29
4 Waar werd het plan bedacht om prins Bernhard naar voren te schuiven als huwelijkskandidaat voor prinses Juliana, zoals Annejet van der Zijl vertelt in – volgens Ad van Liempt – ‘de best geschreven dissertatie uit de geschiedenis’? petje op in Huis Doorn, tijdens een party van ex-keizer Wilhelm ii petje af in Garmisch-Partenkirchen, tijdens de Olympische Winterspelen van 1936
30
1 Met welk gevoel, vertelde Annejet van der Zijl in Iets met boeken, neemt zij afscheid van een boek? petje op zorg – ‘ik ben bezorgd voor het boek’ petje af weemoed – ‘als het af is, begin ik het al te missen’ 2 Uit welk boek is dit citaat afkomstig? ‘Boeken zijn, zoals ik eerder als schrijfster ondervond, net kinderen: ze gaan uiteindelijk hun eigen gang. Dat geldt, zo heb ik nu gemerkt, ook voor historisch onderzoek. Een archeoloog kan gaan graven, maar wat hij vindt is misschien iets heel anders dan wat hij zich had voorgesteld.’ petje op Bernhard. Een verborgen geschiedenis petje af Anna. Het leven van Annie M.G. Schmidt
5 Wat heeft Annejet van der Zijl met Sonny Boy voor Waldy, zoon van Waldemar en Rika, gedaan? petje op een monument voor zijn ouders opgericht petje af zijn ouders aan hem teruggegeven 6 Welke vlag wapperde aan het schip waarop prins Bernhard in 1938, in het filmpje bij de allereerste vraag, dansend te zien was? petje op de hakenkruisvlag petje af de vlag van het prinsdom Lippe-Biesterfeld schiftingsvraag Op welke plaats stond Bernhard. Een verborgen geschiedenis in de top 100 van bestverkochte boeken in 2010, het jaar waarin het verscheen? Antwoorden staan op pagina 56
3 Joseph Boyd, een van de eerste in Nederland verzeild geraakte negers, arriveert totaal gebutst en verfomfaaid in Jagtlust. Wat zei hij ter verklaring? petje op hij had de kastelein gevraagd ‘of hij het wilde opschrijven’ petje af ‘Mijn parachute ging niet open’ 4 In Vrijdag Prinsjesnacht vroeg Joost Prinsen ook wat Annejet van der Zijl zou invoeren als minister-president van Nederland. Zij antwoordde: petje op ‘Een masseur voor alle bejaarden’ petje af ‘Een boek voor alle kinderen voor elke verjaardag’
31
de finale
Annejet van der Zijl, officieel dr. Annajetske van der Zijl, is de elfde laureaat van de Gouden Ganzenveer. Zij heeft de biografie tot een eigen literair specialisme gemaakt en weet daarmee bovendien een groot publiek te bereiken. Ze is er zelf bescheiden onder. In het interview dat Carolina Lo Galbo met haar had voor Vrij Nederland zegt ze: ‘Mijn œuvre meet opgestapeld minder
33
Laudatio
Het is al lang niet meer waar, maar nog altijd kun je horen dat er in Nederland geen biografieën geschreven worden. Het genre zou hier niet populair zijn en we zouden ook weinig geneigd zijn de grote figuren uit onze geschiedenis een extra pluim op de hoed te steken. Geen monument in steen, geen monument op schrift. Met een zekere jaloezie wordt er dan gewezen op de mooie Engelse en Amerikaanse traditie op dit gebied. Die is er, maar Nederland doet daar echt niet meer voor onder. Niet in kwantiteit en niet in kwaliteit. Van veel van onze grote schrijvers – Gerard Reve natuurlijk, maar ook Willem Elsschot en M. Vasalis – zijn inmiddels doorwrochte studies over leven en werk verschenen. Kunstverzamelaars als Frits Lugt en Helene Kröller-Müller zijn als persoon aan de vergetelheid ontrukt. Wie meer politiek is geïnteresseerd kan te rade gaan bij de recente biografen van uiteenlopende figuren als Joseph Luns, Joop den Uyl, Marga Klompé en binnenkort ook Pim Fortuyn. Koningin Wilhelmina schreef een halve eeuw geleden haar autobiografie, maar wie haar echt wil leren kennen vindt meer informatie in de biografie die Cees Fasseur aan haar wijdde. Er zijn prachtige biografieën geschreven over de beroemde arts Herman Boerhaave en over stadhouder prins Maurits. Volgend jaar verschijnen bij gelegenheid van het 200-jarig bestaan van het Koninkrijk der Nederlanden biografieën over onze eerste drie koningen. De Stichting Erik Hazelhoff Roelfzema reikt binnenkort voor de tweede keer de biografieprijs uit. Op de longlist staan niet minder dan tien titels, waarvan er maar twee op anderen dan Nederlanders betrekking hebben.
34
centimeters dan de gouden ganzenveer die ik straks krijg’. Dat mag waar zijn, maar die paar titels vormen met hun 750.000 verkochte exemplaren een stapel van zeker 25 kilometer hoog. De stapel is niet alleen hoog, maar ook graag gelezen. Want Annejet van der Zijl weet haar lezers te boeien. Haar boeken spreken niet alleen aan omdat ze een bekende Nederlander als onderwerp zouden hebben. Waldemar Nods, de hoofdpersoon van Sonny Boy, was allerminst een bekend figuur. Dankzij de pen van Annejet van der Zijl is hij bijna symbool geworden voor de grote thema’s van de twintigste eeuw: migratie en ontworteling, crisis en oorlog, discriminatie en emancipatie. Het is allemaal terug te vinden in het ontroerende en tragische levensverhaal van Waldemar en Rika. Beiden zijn op zoek naar het geluk, maar getekend door de gevolgen van keuzes die dóór, maar ook vóór hen gemaakt zijn. Ook als film is Sonny Boy – inmiddels aan zijn vijftigste druk toe – een van de beter geslaagde adaptaties van een Nederlands literair werk geworden. Niet echt een biografie, maar meer een groepsportret en tijdsbeeld tegelijk, is Annejet van der Zijls debuut als schrijfster: Jagtlust. Het verhaalt over het rommelige leven van de artistieke avant-garde van de jaren vijftig en zestig op een Gooise buitenplaats. Bekende gasten waren onder andere Remco Campert, Gerard Reve en Cees Nooteboom. Het filmscenario voor dit boek wordt inmiddels geschreven. De uitvoerige biografie van Annie M.G. Schmidt, door Annejet van der Zijl Anna getiteld, vormde de basis voor de televisieserie die aan het bepaald niet gemakkelijke leven van een bepaald niet gemakkelijke vrouw is gewijd. Annejet heeft met Anna laten zien wie zij werkelijk was. De biografie leest als een smeuïge roman die met smaak, toewijding en oprechtheid is geschreven. Haar biografie van Bernhard is tot nu toe alleen een boek gebleven. Een fascinerende studie over het verval van de Duitse adel na de Eerste Wereldoorlog en de wijze waarop een jonge aristocraat met een wat dubieus verworven prinsentitel zijn
Wat in de biografie van de jonge prins Bernhard meer nog dan in de andere biografieën van Annejet van der Zijl zichtbaar wordt, is de zorgvuldige wijze waarop ze te werk gaat. Ze verdiept zich in de persoon, misschien minder in psychologische dan in historiografische zin. Ze verzamelt zo veel mogelijk materiaal over haar onderwerp en over de wereld waarin hij of zij heeft geleefd. Dat leidt uiteindelijk tot een beeld van de persoon die ons niet alleen laat zien what makes him tick, maar ook waarom. De hoofdpersonen van haar biografieën zijn moeilijk onder één noemer te brengen. Al is het misschien niet toevallig dat ze allemaal door hun afkomst, hun geschiedenis, hun levenslot en ook hun karakter zijn te typeren als ‘buitenstaanders’ die graag ‘gevestigden’ wilden worden. Dat was zeker niet alleen het geval bij prins Bernhard, wiens biografie niet zonder reden de ondertitel ‘een verborgen geschiedenis’ heeft. Het geldt ook voor Annie M.G. Schmidt, die niet onder haar nom de plume wordt geportretteerd, maar simpelweg als ‘Anna’, het Zeeuwse meisje dat onze beroemdste schrijfster werd. Biografieën kunnen spannend en boeiend zijn, zonder dat daarmee de waarheid geweld hoeft te worden aangedaan of het de lezer al te gemakkelijk wordt gemaakt. Annejet van der Zijl heeft in niet veel meer dan tien jaar vier buitengewoon fraaie en informatieve biografieën weten te schrijven, die behalve het verhaal over een persoon ook het verhaal van een periode zijn.
37
weg naar het Nederlandse koningshuis heeft weten te vinden. Het is de biografie van wat vroeger een schelm genoemd zou worden en in het Duits ook als een Hochstapler beschouwd zou worden. Het boek bracht Annejet van der Zijl de doctorstitel, die de hoofdpersoon van haar biografie zonder er zelf iets voor te hoeven doen ettelijke malen in de schoot geworpen heeft gekregen. Ze is dan ook niet van hem gaan houden, dat wordt wel duidelijk door het wat abrupte en vroege einde van haar boek.
38
Een periode die voorbij is, maar waar de meesten van ons nog een herinnering aan hebben. Voor het oproepen van dat tijdsbeeld zijn we Annejet van der Zijl iedere keer weer dankbaar en we hopen dat ze haar eigen biografie als biograaf zal willen vervolgen. ‘De ongekroonde koningin van de non-fictie,’ noemde nrc Handelsblad haar ooit. Annejet van der Zijl kronen kunnen we niet, maar belonen wel en dat doet de Academie De Gouden Ganzenveer graag met een veer die echt van goud is en dat kan van de meeste kronen niet meer gezegd worden.
In mijn leven komt hier vanmiddag ook iets heel mooi rond. Want precies tegenover deze zaal, aan de overkant van de gracht, staat het huis waar al mijn boeken bedacht, uitgezocht en grotendeels ook geschreven zijn. Nooit had ik, toen ik daar op mijn zolder zat te werken, kunnen bedenken dat ik hier, in de voormalige burgerzaal van het stadhuis van Amsterdam, nog eens zo’n mooie prijs zou krijgen. En dat is maar goed ook. Mijn soort werk doe je immers niet in de hoop op gouden pluimen, maar omdat je je gelukkig prijst überhaupt je dagen te kunnen wijden aan iets waar je zo veel plezier aan beleeft. Maar komt die prijs dan toch, dan is het een extra groot cadeau – en zo ervaar ik deze middag ook. Even groot is het cadeau dat hier vanmiddag zo veel mensen zijn die me de afgelopen jaren gesteund, geholpen, gestimuleerd en gezelschap gehouden hebben: ik dank u allen zeer voor uw aanwezigheid. Overigens beschouw ik de toekenning van deze Gouden Ganzenveer niet alleen als blijk van waardering voor mijn werk. Ik zie het ook als teken dat de geschiedenis als onderwerp definitief terug is uit het verdomhoekje waar het wat mij betreft veel te lang in gezeten heeft. Zelf was ik als kind dol op historische
41
De dochter van de tijd Dankwoord Annejet van der Zijl
Weinig momenten tijdens mijn werk zijn zo opwindend dan wanneer ik iets vind dat een verhaal ‘rond’ maakt. Dat kan iets groots zijn – bijvoorbeeld als onverklaarbaar gedrag van de hoofdpersoon opeens een direct verband blijkt te hebben met een gebeurtenis uit zijn of haar jeugd. Maar het kan ook gaan om kleine dingen. Iemand koopt, zonder dat te weten, een huis op een plek waar hij als peuter gelukkige dagen heeft beleefd. Of hij hoort op weg naar een begrafenis van een geliefde op de radio de muziek waar ze ooit voor het eerst samen op dansten. Zie je wel, denk ik dan. In die op het oog zo rommelige hoop toevalligheden waaruit mensenlevens bestaan, zijn wel degelijk patronen te herkennen. Er is orde in de chaos – ik hoef die alleen maar te vinden.
42
boeken, maar toen ik in 1980 ging studeren kwam het eigenlijk geen moment bij me op om van die liefde mijn vak te maken. Achteraf denk ik dat dat zeker te maken heeft met het feit dat ik behoorde tot de zogenaamde no future-generatie – ons wachtte massale werkeloosheid in een verrot, ‘kapitalisties’ systeem, een door de mensheid aangevreten aardbol en, als we pech hadden, ook nog een neutronenbom op ons hoofd. Het laatste wat een bewust mens in deze grimmige tijden geacht werd te doen, was zich bezighouden met zoiets sufs en triviaals als het verleden. Achteraf komt het me voor dat het geen toeval is dat ‘no future’ kennelijk ook ‘no past’ betekende. Het soort extreme en uit gesproken meningen zoals die in die dagen gangbaar was, floreert nu eenmaal niet bij al te veel kennis, en al helemaal niet bij historische kennis. Onderzoek naar het verleden zou je immers op het idee kunnen brengen dat de eigen tijd vergeleken bij veel andere, helemaal zo slecht nog niet is. Of dat de mensheid wel ergere rampen heeft overleefd, en dat dingen zelden compleet zwart of wit zijn en mensen al helemaal niet. Je zou er van kunnen gaan relativeren, je zou er wellicht begrip van kunnen krijgen voor andersdenkenden of er zelfs – God verhoede – mild van kunnen worden. Zelf heb ik me die boze, gepolariseerde sfeer uit het begin van de jaren tachtig nogal aangetrokken, al was het maar omdat het mij in tegenstelling tot mijn omgeving, maar niet lukte om ergens een uitgesproken mening over te hebben en te houden. Het is dan ook vast geen toeval dat de tijdgeest zo’n terug kerend thema is geworden in mijn werk. Iedere keer weer ben ik gefascineerd door de invloed van de grote wereld op de levens van ons kleine mensen. Hoe kleuren de tijd en de sfeer waarin iemand opgroeit zijn of haar leven? Hoe beïnvloeden de wereldgebeurtenissen iemands keuzes? Hoe kan het gebeuren dat een bepaald persoon op het ene moment nog massaal op
Inmiddels heeft de tijdgeest zich omgedraaid: geschiedenis is populairder dan ooit, zoals bewezen wordt door de grote successen van schrijvers als Geert Mak en televisiemakers als Ad van Liempt – beiden tot mijn vreugde hier aanwezig. Mij stemt dat uitermate optimistisch. Geschiedenis is, zoals Freddy Heineken ooit opmerkte, een beschavende factor. Dat geldt voor mensen, en dat geldt ook voor samenlevingen. Wie zijn geschiedenis kent, is niet alleen beter voorbereid op de toekomst maar begrijpt ook het heden beter. Om een voorbeeld te noemen: de laatste tijd wordt er naar aanleiding van de politieke ontwikkelingen nogal eens gealarmeerd geroepen dat het hier ‘dezelfde kant op dreigt te gaan als in het Duitsland van de jaren dertig’. Nu weet ik – met dank aan prins Bernhard en het boek dat ik over zijn Duitse achtergrond schreef – van dat laatste toevallig wat af en ik kan u verzekeren: het is onzin. Het Nederland van nu lijkt in praktisch niets op het totaal uit het lood geslagen, verkommerde en van zijn eer beroofde Duitsland van na de Eerste Wereldoorlog. En onze jeugd is nog heel ver verwijderd van de verbitterde, verloren generatie die daar opgroeide en op wie Hitlers gedachtegoed zo’n fatale aantrekkingskracht bleek te hebben. Dat betekent natuurlijk niet dat er geen les te leren valt van de Duitse jaren dertig. Maar die les is niet dat het bestaan van een extreem rechtse partij automatisch tot fascisme leidt, zoals nu
45
een voetstuk wordt gehesen, en het volgende moment er, met evenveel enthousiasme, weer vanaf wordt gegooid? Kortom, hoe goed of slecht zit mijn hoofdpersoon, in een bepaalde tijd van zijn of haar leven, in zijn tijd? En iedere keer weer kom ik erachter hoe groot het verschil is tussen hoe iemand datgene wat hem overkomt op het moment zelf ervaart, en hoe er naar gekeken kan worden als er afstand is, als er dus de nodige jaren verstreken zijn. Truth is the daughter of time, zoals het Engelse spreekwoord luidt: de waarheid is de dochter van de tijd.
46
wordt gesuggereerd. De werkelijke les is dat er niets gevaarlijkers is dan een grote generatie jongeren zonder perspectief op te laten groeien – iets wat de machthebbers in de Arabische wereld momenteel ook aan den lijve ondervinden. Mijn eigen ‘verloren generatie’ was gelukkig minder verloren en ook minder extreem. We hadden misschien weinig uitzicht op werk en een niet heel rooskleurig wereldbeeld, maar wat we wel hadden was ruimte. Het woord keuzestress was nog niet uitgevonden – en gelukkig maar. Juist omdat niemand zo heel veel van ons leek te verwachten, konden we lang scharrelen, experimenteren, onze neus stoten, weer opstaan en verder zoeken naar wat we ooit wilden gaan doen. Het pand aan de overkant, waar ik het net over had, was een coöperatie van acteurs en kunstenaars, voortgekomen uit een voormalig kraakpand. Dat betekende weinig luxe, maar een lage huur en voor mij de vrijheid om op mijn 38e een vaste baan te kunnen verruilen voor een toen nog even vage als ongewisse toekomst als schrijfster. Destijds heb ik die wat dolende jaren wellicht niet als altijd even leuk ervaren, maar nu voel ik het feit dat mijn bestemming mij niet op een presenteerblaadje is aangereikt, als een groot voordeel. Zoals Robbert Dijkgraaf laatst zo mooi in een interview zei: ‘Je zelf verder ontwikkelen, beter begrijpen, dat is juist iets prachtigs. Voor iedereen is er een plaats waar hij thuishoort, maar daar moet je wel naar op zoek.’ Met deze Gouden Ganzenveer voel ik me werkelijk aanbeland op de plaats waar ik hoor te zijn. Je ziet weleens zo’n zwarte vogel met een wit veertje in zijn verenkleed. Wel, ik ben nu zo’n vogel, maar dan eentje met een gouden veertje. En daar vlieg ik voortaan heel trots mee rond, op zoek naar nieuwe geschiedenissen die ergens liggen te wachten om uitgezocht en opgeschreven te worden.
49
De leden van de Academie De Gouden Ganzenveer
De heer prof. dr. P. Schnabel (voorzitter) directeur Sociaal en Cultureel Planbureau en universiteitshoogleraar uu De heer R.W. Campert laureaat 2011 De heer mr. M.J. Cohen oud-burgemeester Amsterdam De heer prof. dr. R.H. Dijkgraaf president Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen Mevrouw drs. A.Ch. van Es wethouder Amsterdam voor GroenLinks Mevrouw prof. ir. F.M.J. Houben founding partner Mecanoo architecten De heer T.E.G.A. Lanoye schrijver Mevrouw prof. dr. M.T.C. Mathijsen-Verkooijen emeritus hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde uva De heer mr. drs. A. Nicolaï directeur dsm Nederland Mevrouw J. van Nieuwenhoven oud-voorzitter Tweede Kamer der Staten Generaal en fractievoorzitter pvda in de gemeenteraad Den Haag Mevrouw drs. N. Noordervliet schrijfster De heer dr. A.H.G. Rinnooy Kan voorzitter Sociaal-Economische Raad Mevrouw mr. W. Sorgdrager lid Raad van State De heer dr. C.P. Veerman ceo Bracamonte, oud-minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Mevrouw G.A. Verbeet voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal De heer dr. G.J. Wijers ceo AkzoNobel
51
De laureaten vanaf 1955
1955 Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen 1957 Prof. dr. A.J. Barnouw, historicus 1960 Prof. dr. J.H. Oort, sterrenkundige 1965 Prof. dr. A.M. Hammacher, kunsthistoricus 1980 Prof. dr. H. de la Fontaine Verweij, bibliothecaris en publicist 1983 Prof. dr. B.C.J. Lievegoed, psychotherapeut, sociaal- pedagoog en publicist 1984 Prof. dr. H. Freudenthal, wiskundige 1985 Prof. dr. J. Tinbergen, econoom 1986 Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten 1987 Armando, schilder en schrijver 1988 Dr. L. de Jong, historicus 1989 Prof. dr. mag. E.C.F.A. Schillebeeckx, theoloog 1990 Prof. dr. L. Reijnders, milieukundige 1991 Cultureel Supplement nrc Handelsblad 1992 Dr. A. Lehning, sociaal-historicus en schrijver 1993 Pierre H. en Simone Dubois, schrijversechtpaar 1996 H.J.A. Hofland, journalist 1999 Letterkundig Museum 2002 Michaël Zeeman, literatuurcriticus 2003 Jan Blokker, schrijver en journalist 2004 Kees van Kooten, schrijver 2005 Maria Goos, schrijfster 2006 Peter van Straaten, tekenaar en schrijver 2007 Tom Lanoye, schrijver 2008 Joost Zwagerman, schrijver 2009 Adriaan van Dis, schrijver en programmamaker 2010 Joke van Leeuwen, auteur, illustrator en performer 2011 Remco Campert, dichter, schrijver en columnist 2012 Annejet van der Zijl, schrijfster en historica
Met dank aan Piet Gerards Ontwerpers, Arctic Paper Benelux, Antalis, Ten Brink/Euradius, Stronkhorst van der Esch Embé Boekbinders, Finishing Touch en Repro Hermans bv die deze speciale uitgave mogelijk hebben gemaakt.
53
Begunstigers
Koninklijke Boom uitgevers, Centraal Boekhuis bv, Centric, Euradius, De Nederlandsche Bank nv, Veen Bosch & Keuning uitgeversgroep bv, wpg Uitgevers bv.
© 2012 Stichting De Gouden Ganzenveer Postbus 12040, 1100 aa Amsterdam secretariaat Annechien Visser Kloveniersburgwal 75-d, 1011 ka Amsterdam www.goudenganzenveer.nl nur 320 isbn 978 90 819427 0 6
55
Colofon
redactie Maarten Dessing, Leiden coördinatie Visser’s Latijn/Annechien Visser, Amsterdam fotografie Gerlinde de Geus, Amsterdam ontwerp Piet Gerards Ontwerpers, Amsterdam De tekst in deze uitgave is gezet uit dtl Albertina. drukwerk Ten Brink, Meppel bindwerk Stronkhorst van der Esch Embé, Groningen papier Munken Print White en Arctic Volume Highwhite (100 g/m2) en Munken Lynx (240 g/m2). Beide papiersoorten zijn fsc-gecertificeerd, beschikbaar gesteld door Arctic Paper Benelux en geleverd door Antalis, Almere/Andelst. cliché Repro Hermans bv, Rotterdam foliedruk Finishing Touch, Geleen
Antwoorden van quiz voorronde 1 op, 2 af, 3 af, 4 op, 5 op, 6 op, schiftingsvraag 221.158 finale 1 op, 2 op, 3 af, 4 op, 5 af, 6 op, schiftingsvraag 49