Transparant begeleiding aanbod thuisbegeleiding
GGZ
sociaal psychiatrisch verpleegkundigen
eerstelijns psych
k werk in verpleeghuizen
eerstelijns psychologische zorg
Revalidatie maatschappelijk werk Modulen als bouwstenen voor de hulpverlening
centra voor jeugd en gezin
maatschappelijk werk in verpleeghuizen
sbegeleiding revalidatie maatschappelijk werk
medisch maatschappel
Project: Modulariseren maatschappelijk werk in de gezondheidszorg Opdrachtgever: Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers/NVMW Projectleider NVMW: Magteld Beun Tekst: Margot Scholte en Anouk Poll, MOVISIE Eindredactie: NVMW Vormgeving: Suggestie & illusie Panelleden: Leonie van Betten, Albert Schweitzer ziekenhuis Dordwijk Lonneke van Bijnen, Lievensberg Ziekenhuis Jacqueline Boekhoff, VUmc Susan Geelen, Centrum Reuma Revalidatie Rotterdam Gea Kosters, Revalidatiecentrum De Hoogstraat Floor van Lambalgen, Revalidatiecentrum Amsterdam Annegrid Laumanns, Waterlandziekenhuis Helen de Roos, Bronovo Ziekenhuis Annelies Vos, Sophia Revalidatie Marijke Wiertsema, UMCG-Groningen George Worthington, Revalidatiecentrum Amsterdam Overname van informatie uit deze publicatie is toegestaan onder voorwaarde van de bronvermelding: © NVMW / MOVISIE 2010 Eerste druk: januari 2010 Ongewijzigde herdruk: juni 2011 Dit project is financieel mede mogelijk gemaakt door het ministerie van VWS en het OAMW fonds.
Revalidatie maatschappelijk werk Modulen als bouwstenen voor de hulpverlening
Voorwoord Bij sommige beroepen hebben mensen een helder beeld: een dokter maakt mensen beter, een fietsenmaker repareert fietsen. Dit geldt in mindere mate voor het beroep maatschappelijk werker. Profilering en positionering van het beroep maatschappelijk werker is daarom ook een blijvende uitdaging voor maatschappelijk werkers en een belangrijke opdracht voor de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers/NVMW. De Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers/NVMW is hét platform en hét netwerk voor ruim 4000 professionals. Zij is een representatieve beroepsvereniging die zichtbaar is in de maatschappij en met lef de collectieve belangen van maatschappelijk werkers behartigt. Zo borgt de NVMW de kwaliteit van het beroep, maakt kennisoverdracht mogelijk en biedt individuele dienstverlening aan leden. De NVMW vertegenwoordigt het maatschappelijk werk in alle sectoren waar maatschappelijk werkers actief zijn. Leden houden zich aan de beroepscode en zijn toetsbaar volgens het tuchtrecht. De NVMW wil helder maken waar het maatschappelijk werk voor staat en waarom maatschappelijk werkers onmisbaar zijn in de hedendaagse samenleving. Bijzondere aandacht is er daarbij voor het vraagstuk van huiselijk en hulpverleningsgebonden geweld. Een belangrijk probleem waarmee maatschappelijk werkers in hun dagelijks werk te maken hebben en waarmee ze op een professionele wijze moeten omgaan. Het beschrijven van modulen is daarvoor een instrument. Met steun van het ministerie van VWS en het OAMW fonds is de NVMW in 2008 gestart met het project Modulariseren maatschappelijk werk in de gezondheidszorg. Met dit project wil de NVMW de bijdrage van maatschappelijk werkers aan de curatieve gezondheidszorg transparant maken. Inzet is de beschrijving en ontwikkeling van heldere modulen door en voor maatschappelijk werkers. Dit gebeurt op basis van de eerder door MOVISIE ontwikkelde systematiek van ‘modulariseren’. Maatschappelijk werkers kunnen deze modulebeschrijving in hun dagelijkse praktijk gebruiken om helder te maken wat zij kunnen en doen. Deze publicatie betreft een handzame set van modulen voor het revalidatiemaatschappelijk werk. Eerder zijn reeds modulen voor het verpleeghuismaatschappelijk werk en voor het medisch maatschappelijk werk in algemene ziekenhuizen en de ambulante GGZ beschreven. Ik raad u deze publicatie van harte aan en dank alle maatschappelijk werkers die hebben bijgedragen aan de totstandkoming. Zonder hun vrijwillige inzet had de NVMW deze publicatie niet kunnen realiseren. Daarnaast wil ik MOVISIE hartelijk bedanken voor de ondersteuning bij deze opdracht. Iris Leene Directeur NVMW
Inhoudsopgave Inleiding
6
Deel 1: Modulariseren van het revalidatie maatschappelijk werk 1. Een typering van het revalidatie maatschappelijk werk
9
Doelstelling van het revalidatie maatschappelijk werk
9
Doelgroepen
9
Kinderen, jongeren en jongvolwassenen
9
Volwassenen en ouderen
10
Taken
10
Positie van het revalidatie maatschappelijk werk
11
Hulpverlening door het revalidatie maatschappelijk werk
12
De rol van het revalidatie maatschappelijk werk bij geweld, misbruik, verwaarlozing en agressie
14
Agressie binnen het patiëntsysteem
15
Agressieve cliënten / naaste(n)
15
Grensoverschrijdend gedrag door professionals of vrijwilligers
16
2. De systematiek van het modulariseren
18
Inleiding
18
Kernbegrippen bij modulariseren
18
Algemene werkwijze modulariseren
19
Toelichting op de verschillende onderdelen van de modulebeschrijvingen
20
Toepassing van modulen in de praktijk
22
Deel 2: Modulebeschrijvingen van het revalidatie maatschappelijk werk Basismodulen voor het revalidatie maatschappelijk werk per functie
25
1. Intake
26
2. Informatie en advies
28
3. Voorlichting en preventie
29
4. Praktische en materiële begeleiding
30
5. Begeleiding bij verliesverwerking
31
6. Veranderings- en competentiegerichte begeleiding
32
a. Leefstijlverandering
33
b. Ondersteuning en competentievergroting van de partner / mantelzorger
34
c. Begeleiding bij een verstoord evenwicht in de relatie als gevolg van aandoening, beperking en/of behandeling
35
7. Opvoedingsondersteuning
36
8. Ouderbegeleiding
38
9. Vergroten sociaal netwerk
39
10. Begeleiding naar dagbesteding
40
11. Begeleiding van kinderen en jongeren naar dagopvang / school
41
12. Toeleiding en motivatie tot gespecialiseerde hulpverlening
43
13. Signalering en preventie bij verwaarlozing, misbruik en mishandeling
44
14. Informatieverzameling en rapportage
46
15. Communicatieverbetering cliënt(systeem) – behandelteam
47
16. Casemanagement
49
17. Bemiddeling bij arbeidsre-integratie
50
18. Nazorg / ontslagzorg
51
19. Het geven van consultatie
52
20. Crisisinterventie
53
21. Ondersteunings- en verwerkingsgerichte groepsgesprekken
54
22. Voorlichting door middel van groepsbijeenkomsten
56
Deel 3: Bijlagen Bijlage 1: Verdiepingsintake
58
Bijlage 2: Functies van het revalidatie maatschappelijk werk
60
Literatuurlijst
62
Inleiding Maatschappelijk werkers oefenen hun beroep uit in heel diverse omgevingen. Bijvoorbeeld in de gezondheidszorg, de jeugdzorg, de overheid, het onderwijs, het welzijnsveld, de maatschappelijke opvang en in het bedrijfsleven. Soms werken zij solistisch en zijn zij de enige maatschappelijk werker in een organisatie, soms werken zij in teams. Elk werkveld kent zijn eigen dynamiek. Hier ligt de kracht van de maatschappelijk werkers; ze zijn op de verschillende plekken en in de organisaties waar vragen van cliënten zich voordoen. Het is tevens de zwakte van de maatschappelijk werkers; de diversiteit maakt het moeilijk om een goed beeld van het beroep neer te zetten. Het is hierdoor noodzakelijk dat maatschappelijk werkers (steeds weer opnieuw) in hun werkomgeving kunnen uitleggen wat zij doen en met welke reden. Maatschappelijk werkers hebben handvatten nodig om zich te profileren. Om duidelijk te maken aan de cliënt, de verwijzers, de samenwerkingspartners en de werkgevers wat zij kunnen en wat zij doen. Transparantie over het aanbod van het maatschappelijk werk zal, naast een heldere profilering, tevens duidelijk voor het voetlicht brengen wat de maatschappelijk werkers bindt en zo richting cliënt, werkgevers, overheid en beleidsmakers het belang van maatschappelijk werk aantonen. De NVMW ziet het als haar taak om maatschappelijk werkers deze handvatten te bieden. En om binnen deze diversiteit het maatschappelijk werk op eenduidige wijze neer te zetten, met ruimte voor de specifieke werksettingen waarin het maatschappelijk werk zich beweegt. In dit kader is de afgelopen jaren veel aandacht besteed aan de ontwikkeling en validering van kwaliteitsinstrumenten als beroepsprofielen en competentieprofielen voor de verschillende werksectoren waarin maatschappelijk werkers werkzaam zijn. Voor de werksectoren algemeen maatschappelijk werk en bedrijfsmaatschappelijk werk is bovendien het aanbod transparant beschreven in de vorm van modulen (MOVISIE, 2006 en 2007). Modulen zijn op te vatten als ‘zorg- of hulpverleningseenheden’ die met elkaar de bouwstenen vormen voor het totale aanbod aan cliëntenzorg van een organisatie of werksoort. Hiermee kan in grote lijnen duidelijk gemaakt worden wat een beroepsgroep of werksoort te bieden heeft, voor wie, met welke doelen en met welke (beoogde) resultaten. Een dergelijke modulaire beschrijving van het aanbod van het maatschappelijk werk, gemaakt met een representatieve afvaardiging van maatschappelijk werkers uit het betreffende werkveld, heeft een grote meerwaarde voor de beroepsgroep als geheel. Het biedt namelijk de mogelijkheid om het aanbod van maatschappelijk werkers te profileren richting financiers, samenwerkingspartners en andere beroepsgroepen. In dit kader heeft de NVMW aan MOVISIE gevraagd om, op basis van de eerder door MOVISIE ontwikkelde systematiek van ‘modulariseren’, ondersteuning te bieden bij het transparant beschrijven van het aanbod van het
***
6 Inleiding
maatschappelijk werk in vier sectoren binnen de curatieve gezondheidszorg. Te weten: het verpleeghuismaatschappelijk werk, het medisch maatschappelijk werk in de algemene ziekenhuizen, het revalidatie maatschappelijk werk en het maatschappelijk werk in de Geestelijke Gezondheidszorg (GGZ). In deze notitie wordt beschreven hoe het transparant maken van het aanbod van het revalidatie maatschappelijk werk heeft plaatsgevonden, en in welke modulen het heeft geresulteerd. Deel 1 gaat in op de positie (taken en rollen) van het revalidatiemaatschappelijk werk en op het proces van modulariseren. In deel 2 worden de ontwikkelde modulen beschreven.
Inleiding 7
***
Deel
1
Modulariseren van het revalidatie maatschappelijk werk
1 Een typering van het revalidatie maatschappelijk werk Doelstelling van het revalidatie maatschappelijk werk In 1948 werd de World Health Organisation (WHO) opgericht en in datzelfde jaar kwam zij met de volgende definitie van gezondheid: “Gezondheid is niet alleen het ontbreken van ziekte, maar ook een algehele staat van lichamelijk, mentaal en sociaal welbevinden”. Vanuit die optiek ligt het voor de hand dat ook maatschappelijk werkers een rol spelen in de gezondheidszorg. Het maatschappelijk werk in de breedte richt zich op psychosociale problematiek; problematiek die te maken heeft met de interactie tussen het individu en zijn omgeving. Het revalidatie maatschappelijk werk is hierbinnen op te vatten als een verbijzondering van het maatschappelijk werk. Uitgangspunt van hulpverlening aan mensen in een revalidatiebehandeling is de verwevenheid van psychische, sociale en somatische problematiek. De doelstelling van het revalidatie maatschappelijk werk luidt: ”Het revalidatie maatschappelijk werk zet zich op een professionele manier in om kinderen en volwassenen met een aandoening, ziekte en/ of beperking zo volwaardig mogelijk te laten functioneren en sociaal te re-integreren in relatie met hun sociale omgeving. Daarbij is voorwaarde dat de revalidant de regie over zijn bestaan (her)neemt.” (NVMW, 2009).
Doelgroepen Maatschappelijk werkers in de revalidatie hebben te maken met kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen en hun directe netwerk. Deze cliëntsystemen worden geconfronteerd met de gevolgen van ziekten en beperkingen die zich al dan niet op jonge leeftijd manifesteren, en met de gevolgen van trauma’s en ziekten die op latere leeftijd zijn ontstaan. Cijfers van Revalidatie Nederland (2009) laten zien dat in 2008 een groot deel van de doelgroep poliklinisch behandeld wordt. Enkele kengetallen met betrekking tot revalidatie in Nederland: * In 2008 hebben 64.788 poliklinische cliënten, waaronder ruim 14.545 kinderen en jongeren, en 8.271 klinische cliënten, inclusief 467 kinderen en jongeren, gebruik gemaakt van revalidatie. * In de revalidatie is 89% van de zorg verleend aan poliklinische cliënten. * Van alle cliënten is 46% behandeld voor neurologische aandoeningen zoals beroerte, spasticiteit en dwarslaesie. * Binnen de kinderrevalidatie is 72% van de kinderen in behandeling voor een neurologische aandoening.
Kinderen, jongeren en jongvolwassenen De begeleiding is enerzijds gericht op een optimale ontwikkeling van het kind zelf en anderzijds op het ondersteunen van de ouders in hun rol als opvoeder en het
Een typering 9
***
functioneren van het gezin als systeem. Hoe kan het gezin optimaal functioneren in de periode dat het kind / de jongere in revalidatiebehandeling is, en hoe kan de draad daarna weer opgepakt worden, passend bij de dan ontstane situatie van de revalidant. Hierbij is ook aandacht voor de positie van de broertjes en de zusjes. Bij oudere kinderen, jongvolwassenen, is de begeleiding meer gericht op de jongvolwassene zelf en de oriëntatie op zijn of haar mogelijkheden in de maatschappij wat betreft het sociale netwerk, relatie, opleiding, werk, enzovoort. Informatievoorziening aan (ouders van) kinderen, jongeren of jongvolwassenen: * Een minderjarige jonger dan 12 jaar wordt vertegenwoordigd door zijn ouders en alleen de ouders krijgen informatie. * Een minderjarige van 12 tot 16 krijgt samen met de ouders informatie. * Een minderjarige van 16 jaar en ouder krijgt zelf informatie en de ouders hebben geen recht meer op informatie. (Bron: Geheimhouding & Privacy, een handreiking voor maatschappelijk werkers, NVMW 2010).
Volwassenen en ouderen Bij volwassenen en ouderen is de begeleiding primair gericht op de cliënt en zijn (toekomstige) leefsituatie. De partner en/of het gezin worden zoveel mogelijk bij de begeleiding betrokken. Het functioneren op verschillende leefgebieden staat centraal, waaronder het maatschappelijk functioneren. Ook de afstemming tussen de systeemwereld van de revalidatie en de leefwereld van de cliënt kan onderdeel van de begeleiding zijn, zeker in een klinische setting. Een belangrijk aspect is de rollen van de cliënt in de maatschappij: in hoeverre wordt dit beïnvloed door de aandoening, ziekte of beperking en wat zijn de lange termijn perspectieven? De revalidatie maatschappelijk werker houdt rekening met aan de ene kant de behoefte aan zorg, ondersteuning en begeleiding en aan de andere kant de zelfredzaamheid en de participatie. Hierbij wordt zoveel mogelijk uitgegaan van de eigen kracht en zelfregie van de cliënt en het cliëntsysteem.
Taken De taken, verantwoordelijkheden en deskundigheden van de revalidatie maatschappelijk werker zijn vastgelegd in het Beroepsprofiel (NVMW, 2006). De kerntaken zijn: * Werken met en namens cliënten: psychosociale hulpverlening. * Werken voor cliënten en potentiële cliënten. * Werken in de eigen instelling of organisatie. * Werken in externe samenwerkingsverbanden. * Zichzelf ontwikkelen in het beroep. * Bijdragen aan de ontwikkeling van het beroep. In de modulen wordt het aanbod van het revalidatie maatschappelijk werk in het kader van de directe hulpverlening beschreven. Directe hulpverlening valt onder de eerste taak van het hierboven genoemde Beroepsprofiel, namelijk: ‘Werken met en namens cliënten:
***
10 Deel 1: Modulariseren
psychosociale hulpverlening’. Naast de directe hulpverlening kan een revalidatie maatschappelijk werker ingezet worden voor: * Deskundigheidsbevordering (geven van voorlichting, training en begeleiding van groepen en teams); * Onderwijs als onderdeel van het opleidingscurriculum van (doorgaans) hogescholen (vooral de begeleiding van stagiaires van MWD-opleidingen); * Bijdragen aan beleidsvorming en vernieuwing door registratie en signalering; * Advisering aangaande het cliëntenzorgbeleid en beleidsontwikkeling; * Participatie in sociaal-medische en organisatorische overlegsituaties; * Onderhouden van contacten met cliënten, cliëntenverenigingen en -organisaties, doorgaans in het kader van het geven van voorlichting. Deze activiteiten vallen in het beroepsprofiel onder kerntaak twee tot en met zes. Deze kerntaken maken duidelijk dat het revalidatie maatschappelijk werk niet alleen psychosociale hulpverlening biedt aan de cliënt en het cliëntsysteem, maar dat het tevens bijdraagt aan het creëren van voorwaarden waaronder (para)medische disciplines basale psychosociale zorg kunnen bieden aan de cliënten.
Positie van het revalidatie maatschappelijk werk Het revalidatie maatschappelijk werk wordt uitgevoerd in verschillende soorten instellingen waaronder revalidatiecentra, ziekenhuizen, verpleeghuizen en speciale scholen zoals mytylscholen. Afhankelijk van de instelling werkt de revalidatie maatschappelijk werker op een klinische of poliklinische afdeling in een multidisciplinair team. Revalidatie maatschappelijk werkers nemen een onderdeel voor hun rekening binnen de totale behandeling1 van een cliënt. Zij zijn daarmee altijd onderdeel van een multidisciplinair behandelteam en werken onder eindverantwoordelijkheid van de hoofdbehandelaar (de revalidatiearts). Maatschappelijk werkers kiezen zelf hun eigen methodische werkwijze, maar leggen hierover verantwoording af aan de behandelaar of instelling. Een deel van de interventies van het revalidatie maatschappelijk werk is duidelijk afgebakend en vooraf ingepland. De afstemming die hiervoor nodig is, gebeurt vaak door middel van het formuleren van multidisciplinaire zorgprogramma’s. De maatschappelijk werker weet welk programmaonderdeel voor zijn rekening komt en overlegt hierover ook met andere disciplines. Dat maakt dat alle disciplines een duidelijke rol hebben in het geheel van de behandeling van een cliënt. Hoewel er binnen de revalidatie steeds meer programmatisch met richtlijnen en protocollen gewerkt wordt, zal de maatschappelijk werker, in aansluiting bij richtlijnen 1
Binnen de revalidatie wordt vaak gesproken over de “behandeling” van cliënten. In het beroepsprofiel van de NVMW (2006) wordt in principe de term begeleiden gekozen om het werk van de maatschappelijk werker te omschrijven. Echter, in sommige werkcontexten wordt begeleiding -gericht op het verbeteren van het functioneren van cliënt / cliëntsysteem- ook wel behandeling genoemd; vooral voor maatschappelijk werkers in de gezondheidszorg is dit een gangbare term (Beroepsprofiel van de Maatschappelijk Werker, NVMW (2006) pagina 42).
Een typering 11
***
en DBC’s, de bredere, wisselende en praktische context van de cliënt in het oog houden. In die zin zal hij flexibel moeten kunnen omgaan met gestandaardiseerde werkwijzen. De maatschappelijk werker is hierbij bij uitstek een beroepsbeoefenaar die zich beweegt op het raakvlak van de geestelijke gezondheid en de maatschappij. De revalidatie maatschappelijk werker moet goed kunnen functioneren binnen het specifieke domein van de fysieke en mentale revalidatie. Dat betekent dat hij kennis moet hebben van ziektebeelden, aandoeningen en beperkingen en de psychische en psychosociale gevolgen daarvan. Hij moet competent zijn ten aanzien van draagkracht-analyses, sociale netwerkanalyses en netwerkinterventies.
Hulpverlening door het revalidatie maatschappelijk werk Een cliënt kan via verschillende wegen in contact komen met het revalidatie maatschappelijk werk. De revalidatiearts kan de aanmelding verzorgen. De cliënt zelf, het cliëntsysteem of derden kunnen het contact ook aanvragen. In sommige organisaties is contact protocollair vastgesteld en gebeurt dus standaard. Verder organiseert het revalidatie maatschappelijk werk groepsbijeenkomsten, waar een begeleidingstraject uit voort kan komen. Na de aanmelding vindt een gerichte intake plaats, waarna de hulpverlening van start gaat. Tijdens de opname of poliklinische begeleiding vindt er periodiek multidisciplinair overleg plaats over de voortgang van de behandeling. De begeleiding van de cliënt en zijn systeem vindt plaats zolang nodig is; totdat de cliënt wordt ontslagen of de poliklinische begeleiding (indien de revalidant niet in het revalidatiecentrum zelf verblijft) wordt beëindigd. De inzet van het revalidatie maatschappelijk werk kan per setting verschillen; het werken in een revalidatiecentrum, ziekenhuis of mytylschool bepaalt de interventies en verantwoordelijkheden. Ook per instelling of organisatie kunnen verschillen bestaan. Het maatschappelijk werk kent een aantal specifieke uitgangspunten die ook van toepassing zijn op het revalidatie maatschappelijk werk. Deze uitgangspunten zijn: * De hulpverlening is planmatig en inzichtelijk. * Maatschappelijk werkers nemen de vraag van de cliënt als vertrekpunt. Zij leggen daarbij steeds de verbinding tussen feitelijke informatie, de beleving, de attitude, de normen en de gevoelens van de cliënt. * Maatschappelijk werkers zijn niet zozeer gericht op belemmeringen en beperkingen, maar op de eigen mogelijkheden, behoeften en wensen en de eigen kracht van de mensen die hulp vragen. In de begeleiding sluiten zij zo goed mogelijk aan bij die mogelijkheden. * De hulpverlening wordt gekenmerkt door een leefwereldbenadering. Maatschappelijk werkers zullen zoeken naar oplossingen die dichtbij liggen en gericht zijn op het behoud van de controle op, en regie over, het eigen leven. * Maatschappelijk werkers leggen steeds de verbinding tussen individuele problemen van immateriële aard (gedrag, ontwikkeling, relaties) en van materiële aard
***
12 Deel 1: Modulariseren
(bijvoorbeeld inkomen en huisvesting). Op grond van een integrale oriëntatie betrekken zij zo nodig al deze probleemaspecten in de analyse en zoeken met de cliënt en diens systeem naar geschikte oplossingen of verwijzingen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van beproefde methodieken en werkwijzen. * Maatschappelijk werkers zijn gericht op de verbinding tussen de individuele cliënt en de omgeving. Zij benaderen ook individuele problematiek allereerst vanuit deze sociale invalshoek. Zij gaan na welke belemmerende en bevorderende factoren er in de omgeving zijn, hoe de rol van de omgeving kan worden versterkt en hoe de cliënt zich hierin kan handhaven. * Maatschappelijk werkers vormen, op grond van hun brede en integrale benadering van cliënten en hun vragen, vaak de verbinding tussen verschillende hulp- en dienstverleners. Zij kennen de sociale kaart goed en functioneren in die zin als een verbindende schakel. Waar sprake is van complexe problematiek kunnen zij de samenhang van diverse uitvoerende partijen in de hulpverlening coördineren. ( NVMW, 2007d). Om tot een gedegen analyse te komen wordt in de revalidatie gebruik gemaakt van het International Classification of Functioning, Disability and Health model (ICF, 2002). De ICF is ontwikkeld door de World Health Organisation en wordt wereldwijd gebruikt om het functioneren van een cliënt te beschrijven in drie perspectieven: 1) het perspectief van de mens als organisme (lichamelijk functioneren); 2) het perspectief van het menselijke handelen (activiteiten); 3) het perspectief van participatie (deelname aan het maatschappelijk leven). Voor kinderen en jongeren is de International Classification of Functioning, disability, health for Children and Youth ontwikkeld (RIVM, 2009). De maatschappelijk werker richt zich op de mogelijkheden van de revalidant in het functioneren binnen de maatschappij. Hiervoor gebruikt de maatschappelijk werker theorieën eclectisch en op maat voor de specifieke cliënt in zijn of haar specifieke situatie. Eclectisch werken wil niet zeggen dat de maatschappelijk werker “zomaar wat doet” en allerlei theorieën en methodieken door elkaar gebruikt. Integendeel, de maatschappelijk werker gebruikt op een verantwoorde en doelgerichte manier diverse theorieën en methoden van werken, is zich hiervan bewust en kan deze ook benoemen. De revalidatie maatschappelijk werker gebruikt sociaal-wetenschappelijke theorieën, met name cognitief-gedragstherapeutische, systeemtheoretische en oplossinggerichte theorieën. Hij gebruikt methoden die zijn ontleend aan communicatie, interactie- en sociale systeemtheorieën. Psychosociale hulpverlening en hulp bij het zelfstandig handelen worden gestimuleerd en geactiveerd door bijvoorbeeld: het versterken van het sociale netwerk, hulp bij sociale en arbeidsintegratie, opvoedingsondersteuning / ouderbegeleiding, materiële ondersteuning, ondersteunende begeleiding bij verliesverwerking, bemiddeling en belangenbehartiging. De revalidatie maatschappelijk werker beschikt dus over een breed, gevarieerd palet aan
Een typering 13
***
handelingsmogelijkheden om het hulpverleningsplan of plan van aanpak uit te voeren. In het hulpverleningsplan of plan van aanpak is aangegeven welke mix van interventies het beste past bij het beoogde resultaat en doelen op de langere termijn. Hierbij is ook de samenwerking met de partners binnen het multidisciplinaire team vastgelegd. Revalidatie maatschappelijk werkers hebben te maken met cliënten van verschillende afkomst en culturen. De achtergrond van een cliënt heeft invloed op de beleving van ziekte, herstel en blijvende beperkingen. Zingevingsvraagstukken omtrent ziekte of beperking kunnen zeer uiteenlopend beantwoord worden, afhankelijk van de achtergrond of overtuiging. Het is van belang dat de revalidatie maatschappelijk werker hier kennis van heeft en kan anticiperen. In gesprek met de cliënt en het cliëntsysteem ondersteunt en begeleidt de revalidatie maatschappelijk werker de cliënt om de regie over het dagelijks leven zoveel mogelijk ter hand te nemen en te leren omgaan met zijn ziekte of beperking. De revalidatie maatschappelijk werker houdt altijd rekening met de sociale en materiële context waarin iemand leeft, en bouwt bruggen naar andere partners en organisaties om maatschappelijke participatie te stimuleren. Gedurende het hulpverleningstraject legt de revalidatie maatschappelijk werker steeds grotere verantwoordelijkheid neer bij de cliënt en zijn netwerk. Stimulering en activering tot zelfstandig handelen (het hernemen van de regie) vindt plaats door bijvoorbeeld hulp bij sociale- en arbeidsintegratie, dagbesteding, pedagogische ondersteuning / ouderbegeleiding, materiële ondersteuning, bemiddeling en belangenbehartiging en het leren opbouwen en versterken van het sociale netwerk.
De rol van het revalidatie maatschappelijk werk bij geweld, misbruik, verwaarlozing en agressie Vanuit de overheid is er de laatste jaren veel aandacht voor geweldsproblematiek. Ook bij het maken van deze modulen is de opdracht speciaal aandacht te besteden aan geweldsvragen binnen de revalidatie en in het bijzonder de rol van revalidatie maatschappelijk werkers daarbij. Voor het revalidatie maatschappelijk werk geldt dat het op verschillende manieren geconfronteerd kan worden met huiselijk en seksueel geweld, misbruik, verwaarlozing en agressie. Geweld en misbruik kunnen binnen de revalidatie-instelling plaatsvinden door iemand van het personeel, maar ook door een vrijwilliger of door een bekende van de cliënt. Dit kan de partner zijn, maar ook een (of meer) van de kinderen, of een andere bekende(n). Geweld en misbruik kunnen uiteenlopen van lichamelijk geweld tot seksueel geweld, verwaarlozing, bedreiging of (financieel) wanbeleid en afpersing. De ongewenste situatie kan op verschillende manieren aan het licht komen: het kan verteld worden door de revalidant of een naaste van de revalidant, maar er kunnen ook signalen opgevangen worden door personeelsleden of vrijwilligers. Landelijk zijn er (nog) geen specifieke richtlijnen ontwikkeld voor de revalidatiesector voor het omgaan met geweld en signalen hiervan. In de meeste revalidatiecentra en ziekenhuizen zijn interne afspraken en soms protocollen over hoe om te gaan met
***
14 Deel 1: Modulariseren
geweld. In 2010 wordt iedere organisatie verplicht een protocol te hebben waarin de handelswijze rond huiselijk geweld staat beschreven. Deze verplichting een protocol te hebben, moet overigens niet worden verward met de verplichting om huiselijk geweld te melden bij een steunpunt huiselijk geweld! Dit blijft een meldrecht waarbij de revalidatie maatschappelijk werker, met in achtneming van de professionele kaders die er zijn, de mogelijkheid heeft het huiselijk geweld, met en zonder toestemming van de betrokken revalidant, te melden. In het geval er kinderen betrokken zijn bij agressie, geweld, verwaarlozing of misbruik is het ziekenhuis en/of de arts op grond van wet- en regelgeving verplicht een dergelijke situatie te melden bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Dit kan via een Algemeen Meldpunt Kindermishandeling (AMK). Hoewel niet specifiek vanuit de revalidatiebranche, is er een landelijke richtlijn ontwikkeld voor het signaleren, bespreken, diagnosticeren en behandelen van huiselijk geweld en kindermishandeling. De NVMW is samen met zestien andere beroepsverenigingen bij de ontwikkeling van deze richtlijn betrokken geweest. Hierdoor geeft de richtlijn ook voor revalidatie maatschappelijk werkers en de organisaties waar zij werken een richtlijn bij het handelen in situaties van huiselijk geweld of kindermishandeling. Het Nederlands Jeugdinstituut (NJi) heeft specifiek voor situaties waarin sprake is van kindermishandeling competenties geformuleerd rond het signaleren van mogelijke kindermishandeling. Deze betreffen: het weten hoe te handelen bij zorgen over een kind en het effectief samenwerken met anderen (NJi, 2008). Ook bij de ontwikkeling van deze competentiebeschrijving is de NVMW betrokken geweest2. In deze modulehandleiding is de module ‘Signalering en preventie bij verwaarlozing, misbruik en mishandeling’ opgenomen. Hier wordt de werkwijze voor revalidatiemaatschappelijk werkers concreet beschreven.
Agressie binnen het patiëntsysteem Huiselijk geweld is een zeer ernstig en omvangrijk probleem en in veel gevallen een strafbaar feit. Het is de meest voorkomende vorm van geweldpleging in onze maatschappij. Adequate signalering, taxatie, ingrijpen en zo mogelijk behandeling kan in geval van huiselijk geweld veel lichamelijk en psychisch lijden en maatschappelijke kosten besparen. Signalering van (het risico op) huiselijk geweld is een belangrijke taak van alle professionals die werkzaam zijn in de eerste en tweede lijn van de gezondheidszorg. Zij moeten in staat zijn deskundigen te mobiliseren die kunnen taxeren of, en zo ja welke, interventies moeten plaatsvinden en uiteindelijk een passend behandelbeleid kunnen vaststellen (Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie, 2008, p.9).
Agressieve cliënten / naaste(n) Een andere vorm van geweld is agressie door de cliënt of zijn naaste(n) richting het personeel. Soms heeft dit te maken met achterliggende psychogeriatrische of 2
Het NJi heeft samen met MOVISIE tevens competenties geformuleerd voor het signaleren en behandelen van geweld ten behoeve van professionals in de zorg, het welzijn en het onderwijs.
Een typering 15
***
neurologische problemen, maar het kan ook te maken hebben met de verwerking van het (blijvende) gezondheidsverlies of met de persoonlijkheidsstoornissen of een incident. In deze gevallen hebben de meeste revalidatiecentra en ziekenhuizen een protocol dat op dat moment in werking treedt. Onderdeel van dit protocol kan zijn dat het revalidatie maatschappelijk werk, nadat er een veilige situatie is gecreëerd, aandacht besteed aan de copingsproblemen die mogelijk aan de agressieve uitingen ten grondslag liggen.
Grensoverschrijdend gedrag door professionals of vrijwilligers Wanneer grensoverschrijdend gedrag wordt vertoond door één van de betrokkenen bij de revalidatie die óók nog eens deel uitmaakt van het multidisciplinaire behandelteam, geldt in veel gevallen een afwijkende routing. In een dergelijke situatie maakt de leidinggevende het grensoverschrijdend gedrag bespreekbaar bij de betreffende functionaris en treft hij in overleg met het managementteam en/ of het bestuur eventueel passende maatregelen. Revalidatieorganisaties hebben de verantwoordelijkheid om een beleid te voeren ter voorkoming van grensoverschrijdend gedrag. Hieronder vallen niet alleen de eerder genoemde meldingsprocedures, maar bijvoorbeeld ook het hebben van een klachtenregeling middels welke de patiënt een klacht kan indienen over een gedraging van een professional of vrijwilliger. Verder geldt er specifiek een meldingsplicht voor seksueel misbruik door een professional richting een cliënt, al wordt over het algemeen aangenomen dat deze vorm van misbruik of mishandeling in de praktijk minder frequent voorkomt dan bijvoorbeeld verbale agressie door het personeel richting cliënt. In het geval van seksueel misbruik wordt een melding gedaan bij de Inspectie voor de Gezondheidszorg, die op dit punt stelt dat een seksuele relatie tussen professional en patiënt nooit is toegestaan, ook niet als de patiënt hierop nadrukkelijk aanstuurt. Dit is in overeenstemming met het Wetboek van Strafrecht, waarin sinds 1991 expliciet ontucht in de zorg is opgenomen. Aan de delictsomschrijving is een derde lid toegevoegd dat strafbaar stelt “degene die, werkzaam in de gezondheidszorg of maatschappelijke zorg, ontucht pleegt met iemand die zich als hulpvrager aan zijn hulp of zorg heeft toevertrouwd”. Dit artikel stelt het plegen van ontucht in welke vorm dan ook strafbaar, ook als de hulpvrager hiertoe toestemming heeft gegeven (ontucht met misbruik van gezag, art. 249). Meldingen over incidenten en niet-professioneel functionerende beroepsbeoefenaren moeten schriftelijk aan de inspectie worden doorgegeven. De inspectie voor de Gezondheidszorg kan naar aanleiding van een melding een vooronderzoek instellen. Bij melding van seksuele intimidatie zal de inspectie nagaan of sprake kan zijn van een strafbaar feit. Als dat het geval is, bepaalt de inspectie in overleg met de melder hoe en door wie aangifte gedaan wordt bij de politie. Daarnaast wordt besproken of het slachtoffer een klacht indient bij de klachtencommissie of de zaak voorlegt aan de civiele rechter. De inspectie en het slachtoffer hebben ook de mogelijkheid de overtreder voor de tuchtrechter te dagen (Inspectie voor de Gezondheidszorg, 2004).
***
16 Deel 1: Modulariseren
Samenvattend kan worden gesteld dat er voor de revalidatiesector nog geen landelijk beleid is rondom huiselijk geweld en kindermishandeling. Maatschappelijk werkers kunnen het initiatief nemen om in de eigen organisatie de handelswijze rond deze problemen af te stemmen binnen de multidisciplinaire werkomgeving waarin zij opereren en dit te beschrijven in een protocol. Tevens kunnen zij hun organisatie vragen om in overleg met de branchevereniging Revalidatie Nederland te komen tot een dergelijk landelijk beleid. Verder is het de professionele verantwoordelijkheid van revalidatie maatschappelijk werkers om grensoverschrijdend gedrag te signaleren en hier adequate vervolgstappen in te zetten. In het geval van kindermishandeling, of een geweldsituatie waarin kinderen aanwezig zijn, dient er een melding gedaan te worden bij het AMK.
Een typering 17
***
2 De systematiek van het modulariseren Inleiding Sinds 2005 maakt MOVISIE aanbodbeschrijvingen in de vorm van modulen. Dit gebeurt volgens een speciaal daarvoor ontwikkelde methode. De modulen zijn bouwstenen die het aanbod van een specifieke werksoort in zorg en welzijnswerk beschrijven. Hiermee wordt duidelijk wat het aanbod is van een werksoort, voor welke doelgroep, met welk doel en met welke (beoogde) resultaten. In dit hoofdstuk gaan we in op de kernbegrippen en de werkwijze die bij het ‘modulariseren’ gehanteerd worden en we staan kort stil bij de mogelijke toepassing in de praktijk.
Kernbegrippen bij modulariseren In het kader van eerdere moduletrajecten3 is een verkenning van begrippen in de welzijnssector uitgevoerd die eerder gebruikt zijn om een ordening van het aanbod aan te geven. Conclusie van deze verkenning was enerzijds dat veel termen door elkaar gebruikt worden en anderzijds dat veel begrippen vanuit een managementperspectief worden ingevuld en toegepast, waardoor de directe relatie met de inhoud van het werk ontbreekt. Gezien de groeiende eisen voor het zichtbaar maken van resultaten, is een eenduidige formulering van begrippen waarin een herkenbare verbinding is met de inhoud van het werk van groot belang4. In navolging van jeugdzorg en GGZ is gekozen voor de termen: functies, programma’s en modulen. Deze termen zijn als volgt gedefinieerd: Functie Een functie is een globaal aangeduide, op een bepaald doel gerichte (hulp- en dienstverlenings)activiteit, zoals het bieden van informatie, begeleiding en training (zie bijlage 1 voor de uitwerking van de functies van het revalidatie maatschappelijk werk). Uitgaande van functies kan men programma’s maken die zijn opgebouwd uit modulen. Programma Een hulpverleningsprogramma bestaat uit een aantal gespecificeerde en samenhangende afspraken en coördinerende activiteiten, resulterend in een doelgerichte en planmatige inzet van twee of meer modulen ten behoeve van een gespecificeerde doelgroep (Van Yperen, Van Rest en Vermunt, 1999a). In een hulpverleningsprogramma kan aan meerdere functies en doelen gewerkt worden. Programma’s kunnen zowel monodisciplinair als multidisciplinair uitgevoerd worden. Bij de combinatie van modulen in een multidisciplinair programma worden de 3 4
***
Onder meer een verkennend onderzoek in opdracht van de MOgroep (M. Scholte e.a., 2003). Zie Transparant aanbod AMW. Modulen als bouwstenen van de hulpverlening, (M. Scholte, 2007).
18 Deel 1: Modulariseren
organisatorische aspecten toegevoegd, waaronder afspraken rondom financiering en samenwerking. Op deze manier kunnen programma’s ook zorgen voor samenhang over de grenzen van de instelling door het maken van vaste afspraken met hulpverleners van lokale / regionale organisaties. Module Een module is een homogene eenheid van hulp- en/of dienstverlening die toepasbaar kan zijn bij meerdere doelgroepen (Van Yperen, Van Rest en Vermunt, 1999a). Het is een als zodanig herkenbaar en in tijd en omvang begrensd onderdeel van het hulpverleningsaanbod. Modulen kunnen in hulpverleningstrajecten ingezet worden en basisonderdeel zijn van een programma. Een module is (meestal) gekoppeld aan één functie. Basismodule Een basismodule maakt – in principe – deel uit van het aanbod van alle hulp- en dienstverlenende organisaties die werkzaam zijn op het betreffende werkterrein. In de praktijk worden basismodulen al dan niet aangepast aan de lokale situatie en verder ingevuld met werkprocessen en methodische principes. Voordeel van het werken met programma’s en modulen is dat ze logisch samenhangen en het aanbod ordenen op een manier die betekenis heeft voor zowel de uitvoering (modulen) als de organisatie van de hulpverlening (programma’s). Deze ordening vindt plaats op basis van ‘ordeningsvragen’: * Welk type hulp heeft iemand nodig? Waaruit bestaat het aanbod? Wat is het doel van het aanbod? (moduleniveau) * Voor welke doelgroep is het aanbod? Welke deskundigen zijn er voor nodig? Waar wordt het uitgevoerd? Wat kost het? (programmaniveau) * Hulpvragen en informatievragen van patiënten welke leiden tot indicatie voor een functie en tot de keuze voor een passend hulpaanbod, dat wil zeggen; modulen die passen bij de problematiek van de patiënt. (patiëntniveau) * Vragen die betrekking hebben op de hele doelgroep zijn de basis voor programma’s. (doelgroepniveau)
Algemene werkwijze modulariseren Paneldiscussies Het ontwikkelen van modulen gebeurt samen met hulp-, zorg- of dienstverleners, eventueel aangevuld met andere deskundigen. In zogenaamde paneldiscussies wordt met een groep van ongeveer tien deelnemers aan de hand van een vaste werkwijze bepaald wat de modulen zijn die in de praktijk uitgevoerd worden. Input voor de eerste paneldiscussie vormt een startdocument op basis van literatuur die in de deelsector en de beroepsgroep gebruikt wordt om de inhoud richting te geven. Denk hierbij aan
Systematiek modulariseren 19
***
dienstenindelingen, functiebeschrijvingen, beroepsprofiel, visiedocumenten, enzovoort. Eventueel worden ook de modulen van aanpalende werkvelden gebruikt als input. De groep start dan met het selecteren van die modulen die ook door hen – al dan niet in aangepaste vorm – uitgevoerd worden. Deze selectie van modulen wordt aangevuld met andere (nieuwe) modulen die relevant geacht worden. De uitkomst van de paneldiscussie wordt steeds verwerkt in dit startdocument en leidt tot een vernieuwde en verbeterde versie. Na drie tot vier panelbijeenkomsten ligt er een set modulen die de stand van zaken van de praktijk op dat moment weergeeft. Van globale taken (functies) naar concrete taken (modulen) Het bouwen van modulen start bij het onderscheiden van de functies. Functies worden vervolgens ingedeeld in kleinere eenheden, de modulen, waarin die taken worden verfijnd en concreter worden beschreven. Uitwerking De concrete beschrijving van de modulen gebeurt volgens een vaste opzet van de volgende onderdelen: doelgroep, doel, duur (globale inschatting), setting, werkwijze / activiteiten, eventuele aanvullende informatie en mogelijke randvoorwaarden. Het streven hierbij is een beschrijving niet langer te laten worden dan één A4. Deze beknopte beschrijvingen voorkomen dat al te uitgebreid ingegaan wordt op werkprocessen en interventies, en laten ruimte over voor een eigen invulling en toepassing van de modulen. Een module heeft zo de kenmerken van een flexibel inhoudelijk kader. Enerzijds biedt het kader duidelijkheid, anderzijds kan het specifiek op de situatie afgestemd en ingevuld worden.
Toelichting op de verschillende onderdelen van de modulebeschrijvingen Doelgroep Onder cliënt wordt hier verstaan: de revalidant. Het revalidatie maatschappelijk werk betrekt indien nodig alle relevante betrokkenen bij de begeleiding van de cliënt, in veel gevallen is dit de partner en de naaste familie. In de modulen wordt waar dit van toepassing is dan ook gesproken over ‘cliënt / cliëntsysteem’. Doelen In de notitie zijn de moduledoelen zoveel als mogelijk beschreven in de vorm van eindtermen: wat moet de cliënt / het cliëntsysteem hebben bereikt bij de afronding van de module? Hierbij gaat het meestal om het kunnen hanteren van de problematiek (zowel op psychisch vlak als op praktisch gebied) en het aanleren van de vaardigheden die hiervoor nodig zijn. Procesdoelen zijn doorgaans gericht op het tussentijdse verloop van de behandeling of op (onderdelen van) de werkwijze en worden in de modulen niet genoemd.
***
20 Deel 1: Modulariseren
Duur en frequentie Bij het opstellen van de modulen wordt een inschatting gemaakt van het aantal gesprekken of bijeenkomsten dat nodig is om dat specifieke aanbod te kunnen uitvoeren. Hierbij wordt gewoonlijk uitgegaan van gemiddelden. Het panel is zich bewust van het feit dat dit in de verschillende settings anders kan liggen. Het aantal contactmomenten dat nodig is hangt onder meer samen met het type problematiek en de mogelijkheden van de cliënt / het cliëntsysteem. Hierbij is uitgegaan van het feit dat een gesprek gemiddeld drie kwartier duurt en dat er gemiddeld een kwartier nodig is om over het gesprek te rapporteren (in het zorgplan of het dossier). Er zijn echter diensten (bijvoorbeeld modulen die zich richten op het doen van onderzoek en rapportage), waarbij meer tijd nodig is voor het nietcliëntgebonden contact. Flexibiliteit ontstaat op het moment dat modulen gecombineerd – na of naast elkaar – worden aangeboden. Setting De setting waarbinnen het revalidatie maatschappelijk werk haar werkzaamheden verricht is het revalidatiecentrum, ziekenhuis of de mytylschool. Afhankelijk van de voorkeur, de gezondheidstoestand van de cliënt en de aard van de problematiek kunnen de gesprekken plaatsvinden in de spreekkamer van de revalidatiemaatschappelijk werker, in een spreekruimte op de verpleegafdeling, polikliniek of dagbehandeling, of op de kamer van de cliënt. In overleg met de cliënt wordt tevens bepaald of ook de partner en/of andere gezinsleden voor het gesprek worden uitgenodigd. In sommige gevallen is dit vanzelfsprekend, bijvoorbeeld als de cliënt zelf niet in staat is beslissingen te nemen. Werkwijze / activiteiten Bij werkwijze / activiteiten wordt beschreven hoe de uitvoering van de betreffende module er globaal uit ziet. De te onderscheiden stappen in de werkwijze worden beschreven en indien relevant wordt ook kort aangegeven volgens welke methoden (vooral) wordt gewerkt. Algemene randvoorwaarden Bij elk van de modulen staan die randvoorwaarden genoemd die specifiek voor die module gerealiseerd moeten worden. Daarnaast zijn er randvoorwaarden die voor elk van de modulen gelden. Deze randvoorwaarden worden alleen specifiek genoemd als deze heel expliciet aan de orde zijn in de betreffende module. De vijf algemene randvoorwaarden zijn: * Er wordt door de revalidatie maatschappelijk werker gehandeld in overeenstemming met de beroepscode van de maatschappelijk werker en binnen het kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens. * De samenwerking met en tussen de verschillende hulpverleners in het multidisciplinaire behandelteam is een centraal element en uitgangspunt voor het werk van de revalidatie maatschappelijk werker.
Systematiek modulariseren 21
***
* Er zijn afspraken met netwerkpartners buiten het behandelteam over samenwerking, consultatie, toeleiding en overdracht. * De gespreksruimte is voor iedereen goed toegankelijk en zodanig ingericht dat de privacy van de cliënt gewaarborgd is. * De revalidatie maatschappelijk werker hanteert eenduidige richtlijnen ten behoeve van registratie en dossiervorming passend binnen de beroepscode voor de maatschappelijk werker (NVMW, 1999).
Toepassing van modulen in de praktijk Bij het kiezen en beschrijven van de basismodulen zijn de mogelijkheden voor het gebruik van deze modulen door organisaties in het betreffende werkveld richtinggevend. Organisaties, en in dit geval revalidatie maatschappelijk werkers en hun leidinggevenden, kunnen de basismodulen op verschillende manieren gebruiken: 1. Voor de uitvoering en de nascholing Revalidatie maatschappelijk werkers kunnen met elkaar de basismodulen methodisch en procesmatig verdiepen en zo omzetten in een meer gedetailleerde handelingsrichtlijn. Voordeel daarvan is dat het een gedetailleerde procesbeschrijving wordt voor de uitvoering. Nadeel is dat het steeds minder precies zal passen bij het individuele geval. Het gaat immers altijd over ‘gemiddelden’, en elke hulpverlening zal zich daartoe moeten verhouden. Uitgewerkte modulen zijn heel handig om nieuwe medewerkers te scholen in een specifieke werkwijze voor een omschreven doelgroep. Ook vormen ze een goede handleiding voor intervisie en overleg over concrete gevallen. Dit laatste vraagt een flexibele interpretatie zodat het niet als een keurslijf gaat werken. Maatschappelijk werkers moeten altijd kunnen afwijken van zo’n beschrijving als de concrete situatie daarom vraagt. 2. Voor communicatie met de opdrachtgever, collega’s en patiënten Binnen de revalidatiesetting kunnen de basismodulen – al dan niet gebundeld tot (multidisciplinaire) programma’s voor specifieke doelgroepen – gebruikt worden om duidelijk te maken wat revalidatie maatschappelijk werkers bij kunnen dragen aan de psychosociale hulpverlening binnen de revalidatie. Dit betreft zowel de communicatie met andere disciplines, als de communicatie met cliënten. Dit kan door middel van folders, maar ook door presentaties voor bijvoorbeeld (nieuwe) artsen (in opleiding), verpleegkundigen, verzorgenden, paramedici, enzovoort. Een andere optie is om de basismodulen te gebruiken voor verantwoording al dan niet in het kader van de DBC-structuur. Wanneer in de registratie wordt bijgehouden uit welke modulen de hulpverlening aan patiënten heeft bestaan, kan in het jaarverslag aan de directie van het ziekenhuis duidelijk gemaakt worden welke inzet maatschappelijk werkers gepleegd hebben voor welke groepen cliënten. Ook kunnen modulen bewerkt worden tot beknopte informatiefolders waarin naast de inhoud ook ervaringen van cliënten en hun naasten beschreven zijn. Op die manier krijgen cliënten en hun
***
22 Deel 1: Modulariseren
naasten een beeld van wat het revalidatiemaatschappelijk werk is en hoe er gewerkt wordt. 3. Voor afstemming en samenwerking Basismodulen kunnen ingezet worden in de samenwerking en afstemming met andere disciplines. Samen kun je programma’s beschrijven voor specifieke doelgroepen. Elke discipline of organisatie geeft dan aan wat hun aandeel is aan de zorgketen. Zulke programma’s kunnen ook de basis vormen voor samenwerking met hulpverleners van buiten de revalidatie-instelling. Deze samenwerking is een belangrijk thema en basismodulen kunnen bijdragen aan het positioneren en profileren van het revalidatiemaatschappelijk werk. 4. Voor onderzoek naar resultaten en effecten Modulen vormen een basis voor het uitvoeren van onderzoek naar de resultaten van de hulpverlening door maatschappelijk werkers. Methodisch moeten modulen daarvoor verder uitgediept worden met interventies en werkprocessen om zo voldoende gedetailleerd te zijn voor onderzoek naar de effecten van de hulpverlening. Dit kan in allerlei type onderzoeken gebeuren waardoor volgens de inzichten van de evidence based practice gewerkt kan worden aan het vullen van een database waarin de interventies van maatschappelijk werkers en de onderzoeksresultaten beschreven staan. MOVISIE werkt in opdracht van VWS momenteel aan een dergelijke website voor de sociale sector. Samenvattend kunnen we stellen dat modulen helpen bij het uitvoeren, verbeteren, standaardiseren, etaleren en combineren (ketensamenwerking) van aanbod, en bij het meetbaar maken van de resultaten. Het modulariseren is daarmee voor organisaties en teams een middel om de kwaliteit van de hulp- en dienstverlening onder de loep te nemen en waar nodig en gewenst bij te stellen.
Systematiek modulariseren 23
***
Deel
2
Modulebeschrijvingen van het revalidatie maatschappelijk werk
Basismodulen van het revalidatie maatschappelijk werk per functie Intake, indicatie en verwijzing 1. Intake
26
Informatie, advies en voorlichting 2. Informatie en advies
28
3. Voorlichting en preventie
29
Begeleiding en ondersteuning 4. Praktische en materiële begeleiding
30
5. Begeleiding bij verliesverwerking
31
6. Veranderings- en competentiegerichte begeleiding
32
a. Leefstijlverandering
33
b. Ondersteuning en competentievergroting van de partner / mantelzorger
34
c. Begeleiding bij een verstoord evenwicht in de relatie als gevolg van aandoening, beperking en/of behandeling
35
7. Opvoedingsondersteuning
36
8. Ouderbegeleiding
38
9. Vergroten sociaal netwerk
39
10. Begeleiding naar dagbesteding
40
11. Begeleiding van (ouders van) kinderen en jongeren naar dagopvang / school
41
12. Toeleiding en motivatie tot gespecialiseerde hulpverlening
43
Onderzoek en rapportage 13. Signalering en preventie bij verwaarlozing, misbruik en mishandeling
44
14. Informatieverzameling en rapportage
46
Bemiddeling 15. Communicatieverbetering cliënt(systeem) – behandelteam
47
16. Casemanagement
49
17. Bemiddeling bij arbeidsre-integratie
50
18. Nazorg / ontslagzorg
51
Consultatie 19. Het geven van consultatie
52
Crisisinterventie 20. Crisisinterventie
53
Groepswerk en training 21. Ondersteunings- en verwerkingsgerichte groepsgesprekken
54
22. Voorlichting door middel van groepsbijeenkomsten
56
Basismodulen per functie 25
***
Intake, indicatie en verwijzing
1
Intake5
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen die hulp willen, of volgens derden nodig hebben, bij psychosociale, praktische en/of materiële vragen die gerelateerd zijn aan het revalidatietraject.
TT Doelen * Cliënt(systeem) is geïnformeerd over de behandeling en de organisatie. * Cliënt(systeem) en de revalidatie maatschappelijk werker hebben zicht gekregen op de vraag en/of de probleemsituatie van de cliënt en diens systeem. * Het is duidelijk of cliënt(systeem) een samenwerkingsrelatie wil aangaan met de revalidatie maatschappelijk werker om aan deze vraag / probleemsituatie te werken. * Cliënt(systeem) weet op welke doelen de hulpverlening zich zal richten en hoe aan deze doelen zal worden gewerkt.
TT Duur en frequentie Eén tot twee gesprekken, in een periode van drie weken. Met name bij cliënten met een andere culturele achtergrond kan er meer tijd nodig zijn.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.55
TT Werkwijze / activiteiten In overleg met cliënt(systeem) wordt de hulpvraag bepaald en doelen vastgesteld. Deze informatie wordt opgenomen in het hulpverleningsplan. Activiteiten hierbij zijn: * Introduceren bij de cliënt en bespreken wat het revalidatie maatschappelijk werk doet in het revalidatiecentrum en wat zij kan betekenen voor de cliënt, wat de aanleiding is voor dit eerste contact en hoe de verwijzing heeft plaatsgevonden; * Informatie verzamelen over verschillende leefgebieden zoals: sociale contacten, mantelzorg, scholing en arbeid, huisvesting, ziekte-ervaring en -beleving, eerdere hulpverlening, enzovoort; * Een enkelvoudige vraag wordt direct afgehandeld, bij meer complexe vragen wordt eventueel aanvullende informatie verzameld door navraag te doen bij cliënt(systeem), door het dossier te raadplegen of door te overleggen met derden; * Bij overeenstemming over de hulpvraag, doelen en werkwijze, verdere afspraken maken met betrekking tot de hulpverlening; * Indien de hulpvraag of problematiek niet past binnen de begeleiding die het revalidatie maatschappelijk werk kan bieden, vindt een verwijzing plaats naar een 5 In sommige instellingen wordt intake ook wel ‘hulpvraagverduidelijking’ genoemd.
***
26 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Intake, indicatie en verwijzing
andere werksoort / discipline of vervolghulpverlening; * Indien er een vermoeden van (kinder)mishandeling of huiselijk geweld is, wordt module 13 ‘Signalering en preventie bij verwaarlozing, misbruik en mishandeling’ ingezet.
TT Aanvullende informatie * Revalidatie maatschappelijk werkers maken steeds vaker gebruik van vragenlijsten zoals 4DKL, CareGivers Strain Index en de Kwaliteit van Leven Lijst. * In voorkomende gevallen kan door de revalidatie maatschappelijk werker gebruik gemaakt worden van een tolk en/of aangepast materiaal voor bepaalde groepen zoals beeld- en foldermateriaal in de taal van de cliënt. * Voor cliënten / cliëntsystemen met een andere culturele achtergrond kan een “verdiepingsintake” nodig zijn (in bijlage 1 staat hiervan een voorbeeld).
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 27
***
Informatie, advies en voorlichting
2
Informatie en advies
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen die informatie of advies willen hebben bij psychosociale vragen of praktische en /of materiële vragen die gerelateerd zijn aan het revalidatietraject.
TT Doelen Cliënt(systeem) heeft relevante informatie en/of advies gekregen en kan hier zelf mee verder.
TT Duur Gemiddeld één of twee gesprekken.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten De revalidatie maatschappelijk werker verstrekt op verzoek van cliënt(systeem) informatie en advies over uiteenlopende zaken waar cliënt / cliëntsysteem mee te maken kan krijgen tijdens het revalidatieproces. Activiteiten hierbij zijn: * De vraag van cliënt(systeem) waar nodig uitdiepen en verhelderen; * Geven van mondelinge informatie en advies, uitgifte van folders en brochures en het attenderen van cliënt(systeem) op relevante websites, onder andere met betrekking tot aanpassingen van de leefomgeving, arbeid, opvoeding, financiën, patiëntenvereniging, enzovoort; * Waar nodig zoekt de revalidatie maatschappelijk werker contact en/of afstemming met één van de andere teamleden, andere afdelingen in de organisatie of met externe organisaties om aan de informatie- en adviesvraag te kunnen voldoen.
TT Aanvullende informatie Informatie en advies kan ook in groepsverband gegeven worden (zie module 22 ‘Voorlichting door middel van groepsgesprekken’).
TT Randvoorwaarden * Actuele kennis van wet- en regelgeving op het terrein van wonen, arbeid, welzijn en zorg in relatie tot de aandoeningen en beperkingen. * Een actuele sociale kaart en informatie over bereikbaarheid van andere hulp- en dienstverleners (weten waar actuele informatie verkregen kan worden).
***
28 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Informatie, advies en voorlichting
3
Voorlichting en preventie
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen die: * zich (willen) voorbereiden op de behandeling / opname die zij op korte termijn zullen krijgen; * willen leren omgaan met de aandoening, beperking of behandeling.
TT Doelen * Cliënt(systeem) heeft relevante informatie en/of advies gekregen over de inhoud en de mogelijke gevolgen van de gezondheidsproblematiek en het bijbehorende behandeltraject. * Cliënt(systeem) heeft antwoord op zijn vragen of weet waar hij met zijn vragen terecht kan. * Cliënt(systeem) kan anticiperen op de gezondheidsproblematiek, de bijbehorende behandeling en de mogelijke gevolgen hiervan voor het dagelijks leven.
TT Duur en frequentie Eén tot vier gesprekken, binnen een periode van twee maanden.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten Voorlichting is in veel gevallen mondelinge overdracht van informatie, zo nodig ondersteund met schriftelijk materiaal en andere media (bijvoorbeeld video). Bij de voorlichting wordt rekening gehouden met specifieke kenmerken van cliënt(systeem) of cliëntengroep. Activiteiten hierbij zijn: * Mondelinge informatie verstrekken met betrekking tot de psychosociale en materiële gevolgen van het gezondheidsverlies, de aandoening en/of de behandeling, eventueel ondersteund door schriftelijke informatie (bijvoorbeeld folders en websites); * Beantwoorden van vragen en gericht verwijzen voor specifieke vragen.
TT Aanvullende informatie Deze informatie kan onderdeel uitmaken van een uitgebreider voorlichtingstraject. De revalidatie maatschappelijk werker gaat dan met name in op de psychosociale gevolgen van de aandoening of beperking en wat de revalidatie maatschappelijk werker voor het systeem kan betekenen.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 29
***
Begeleiding en ondersteuning
4
Praktische en materiële begeleiding
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen met praktische en/of materiële problemen of vragen, die gerelateerd zijn aan het revalidatietraject.
TT Doelen * Cliënt(systeem) heeft informatie, hulp en/of advies gekregen die kan helpen zijn (praktische) probleem op te lossen of aan te pakken. * De problemen van cliënt(systeem) zijn opgelost of er is een aanzet gemaakt tot het oplossen van de problemen. * De zelfredzaamheid van cliënt(systeem) is vergroot. * Cliënt(systeem) heeft zo mogelijk praktische vaardigheden aangeleerd.
TT Duur Gemiddeld één tot drie gesprekken. Vaak gaat veel tijd zitten in het regelen van zaken voor cliënt(systeem).
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatiemaatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten De revalidatie maatschappelijk werker ondersteunt en onderneemt actie bij praktische en materiële problemen waarbij de cliënt zoveel mogelijk zelf de regie houdt. Activiteiten hierbij zijn: * Specifieke probleemverkenning van praktische en materiële vragen en/of problemen op het terrein van huisvesting / woningaanpassing, financiën, arbeid, vervoer, enzovoort; * Geven van adviezen en concrete aanwijzingen om gesteld doel te realiseren; * Zo nodig zaken overnemen en regelen door contact te leggen, te onderhouden en/ of af te stemmen met externe organisaties om de benodigde praktische en materiële ondersteuning te realiseren; * Zo nodig bemiddelen voor cliënt(systeem) en/of cliënt(systeem) verwijzen voor specifiekere hulp.
TT Randvoorwaarden * Actuele kennis van wet- en regelgeving op het terrein van welzijn, zorg en wonen in relatie tot de aandoeningen en beperkingen. * Een actuele sociale kaart en informatie over bereikbaarheid van andere hulp- en dienstverleners.
***
30 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
5
Begeleiding bij verliesverwerking
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen met verwerkingsproblemen ten gevolge van een aandoening, beperking of behandeling.
TT Doelen * Er is een aanzet gegeven tot (verlies-)verwerking. * Cliënt(systeem) heeft zelfregie over zijn leven (terug) gekregen. * De spanningen zijn hanteerbaar voor cliënt(systeem). * Cliënt(systeem) heeft meer zelfvertrouwen en een realistische kijk op mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie. * Cliënt(systeem) heeft de situatie een plaats in zijn leven gegeven.
TT Duur Gemiddeld vijf tot acht gesprekken
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten Het betreft de gevolgen van de aandoening, beperking of behandeling voor het eigen functioneren binnen bijvoorbeeld de (partner)relatie, het gezin of het werk, het zoeken hierbij naar een nieuw toekomstperspectief en het vinden van een nieuw evenwicht in de veranderde situatie. Activiteiten hierbij zijn: * Ruimte bieden voor het uiten van gevoelens over de ontstane situatie; * Verkennen van wensen en mogelijkheden voor een nieuw toekomstperspectief; * Wijzen op mogelijkheden van lotgenotencontact en patiëntenorganisaties; * Zo nodig cliënt(systeem) motiveren voor specialistische hulpverlening.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 31
***
Begeleiding en ondersteuning
6
Veranderings- en competentiegerichte begeleiding
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen die vaardigheden willen leren of het eigen gedrag willen veranderen om beter om te kunnen gaan met psychosociale gevolgen van de aandoening, beperking of behandeling.
TT Doelen * Cliënt(systeem) heeft informatie over het omgaan met aandoening, beperking en/of behandeling. * Cliënt(systeem) heeft meer zelfvertrouwen en een realistische kijk op mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie. * Cliënt(systeem) heeft zich (communicatie)vaardigheden eigen gemaakt die nodig zijn om problemen het hoofd te kunnen bieden (competentievergroting). * De zelfredzaamheid van cliënt(systeem) is vergroot.
TT Duur Gemiddeld vijf tot acht gesprekken.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten Enerzijds wordt gewerkt aan probleemverlichting, waarbij veranderingen in de omgeving centraal staan. Anderzijds wordt er gewerkt aan cognitie-, emotie- en gedragsbeïnvloeding. Activiteiten hierbij zijn: * Verkennen van gevolgen van de aandoening, beperking of behandeling voor het dagelijks leven en het signaleren van knelpunten; * Het bespreken van situaties uit het dagelijks leven als leer- en bewustwordingsmomenten voor het bewerkstellingen van een verandering in gedrag; * Het oefenen en bespreken / evalueren van nieuw gedrag; * Zo nodig cliënt(systeem) motiveren voor meer gespecialiseerde hulpverlening.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
32 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
6a
Leefstijlverandering
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen die ten aanzien van de aandoening, beperking of behandeling * vragen en/of problemen hebben rondom leefstijl; * vragen en/of problemen hebben met het omgaan met leefstijladviezen.
TT Doelen * Cliënt(systeem) ervaart autonomie in het omgaan met de aandoening of beperking en het revalidatieproces. * Cliënt(systeem) heeft passende leefstijl ontwikkeld.
TT Duur en frequentie Gemiddeld vijf gesprekken, verspreid over drie tot zes maanden.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten Samen met cliënt(systeem) een probleemanalyse maken en deze helpen omzetten in een hulpvraag. Hierbij wordt gekeken of cliënt(systeem) voldoende geïnformeerd is. Activiteiten hierbij zijn: * Ondersteunen en motiveren bij het integreren van leefstijladviezen in het omgaan met de aandoening of beperking; * Motiveren van cliënt(systeem) om voor verdere begeleiding verwezen te worden naar de daartoe geëigende deskundige(n); * Communicatie met het multidisciplinair team over de integratie van de leefstijladviezen door cliënt / cliëntsysteem.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 33
***
Begeleiding en ondersteuning
6b
Ondersteuning en competentievergroting van de partner / mantelzorger
TT Doelgroep Partners / mantelzorgers van cliënten die een revalidatieproces doormaken en die behoefte hebben aan ondersteuning en vaardigheden bij het omgaan met de cliënt in relatie tot eigen emoties en behoeften.
TT Doelen * Partner / mantelzorger voelt zich erkend in zijn emoties / behoeften en kan ervaringen delen. * Partner / mantelzorger heeft relevante informatie gekregen over betreffend ziektebeeld dan wel aard van het gezondheidsverlies en over het omgaan en communiceren met betrokken cliënt. * Partner / mantelzorger heeft zich communicatieve en/of gedragsmatige vaardigheden eigen gemaakt. * Partner / mantelzorger heeft meer zelfvertrouwen en een realistische kijk op mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie.
TT Duur Gemiddeld vijf tot acht gesprekken.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten Bij het ondersteunen van de partner / mantelzorger in het revalidatieproces gaat het er om te leren omgaan met invloed die de aandoening, beperking of behandeling heeft op cliënt(systeem), en de verhoudingen in de relatie en – eventueel - binnen het gezin. Veel voorkomende thema’s zijn: * De principes van interactie en communicatie, met aandacht voor verbale en non-verbale communicatie; * Het belang van zelfzorg, een passende verhouding tussen draagkracht / draaglast; * Het leren inschatten van situaties in relatie tot het ziektebeeld dan wel het gezondheidsverlies en het bespreken en/of oefenen van adequate reacties hierop; * Eventueel kunnen ook praktische zaken aan de orde komen, zoals het aanvragen van bewindvoering, het aanvragen van voorzieningen, dagbestedingsmogelijkheden, enzovoort. Hiervoor kunnen andere disciplines en/of externe deskundigen worden uitgenodigd.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
34 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
6c
Begeleiding bij een verstoord evenwicht in de relatie als gevolg van aandoening, beperking en/of behandeling
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen waarbij door aandoening en / of behandeling sprake is van problemen binnen de (partner)relatie.
TT Doelen * Cliënt(systeem) heeft inzicht gekregen in de verandering in rollen die de aandoening of beperking met zich mee brengt. * Cliënt(systeem) heeft nieuw evenwicht gevonden in het omgaan met elkaar. * Cliënt(systeem) heeft vaardigheden geleerd om op eigen kracht verder te gaan en het nieuw hervonden evenwicht te behouden.
TT Duur Gemiddeld vijf tot acht gesprekken.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten Door veranderingen in de gezondheid kunnen er problemen in de relatie ontstaan, waarbij de revalidatie maatschappelijk werker ondersteunt door informatie te geven en begeleiding te bieden. Activiteiten hierbij zijn: * Het in kaart brengen van de draaglast en draagkracht van cliënt(systeem) en de dynamiek van het gezinssysteem inzichtelijk krijgen; * Het geven van inzicht, het in kaart brengen van wensen en verwachtingen, het maken van verbinding en het herstellen van de balans tussen geven en nemen; * Indien nodig doorverwijzen wanneer blijkt dat de relatieproblemen reeds bestonden voordat er sprake was van gezondheidsverlies bij de cliënt, of de relatieproblemen niet direct te maken hebben met de veranderende rol(patronen); * Het bespreken van seksualiteit, intimiteit en afhankelijkheid in de relatie.
TT Randvoorwaarden De mogelijkheid bestaat om deze module na klinische opname voort te zetten in het geval de cliënt poliklinisch verder wordt behandeld.
Basismodulen per functie 35
***
Begeleiding en ondersteuning
Opvoedingsondersteuning
7
TT Doelgroep Gezinnen waarvan de ouders kampen met opvoedingsproblemen en/of de kinderen gedragsproblemen vertonen in relatie tot een aandoening, beperking of behandeling.
TT Doelen (beoogd resultaat) * Ouders hebben informatie gekregen over de (normale) ontwikkeling van kinderen en passende opvoedingsstijlen hierbij. 6
* Ouders hebben informatie over de veranderende rol als opvoeder. * Ouders creëren een veilige en ontwikkelingsstimulerende leefomgeving voor de kinderen. * Ouders kunnen (nieuwe) opvoedingsvaardigheden en opvoedingsstrategieën toepassen. * Het zelfvertrouwen van ouders in hun rol als opvoeder is toegenomen.
TT Duur en frequentie Gemiddeld vijf tot tien gesprekken, verspreid over een periode van enkele maanden tot een half jaar.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten Samen met de opvoeders worden de opvoedingssituatie en de ervaren problemen in kaart gebracht. Door voorbeeldgedrag en coaching krijgen opvoeders handelings- en communicatiealternatieven aangedragen en kan het opvoedingsklimaat verbeteren. Activiteiten hierbij zijn: * De huidige opvoedingssituatie en de gewenste opvoedingssituatie doorspreken; * Informatie geven over de ontwikkeling van kinderen, verschillende opvoedingsstijlen daarbij en het belang van een veilige en ontwikkelingsstimulerende leefomgeving; * Werken met geformuleerde doelen die in overleg met de orthopedagoog / kinderpsycholoog zijn opgesteld; * Concrete opvoedingstips en handelingsalternatieven aandragen; * Eventuele onderliggende problematiek en verbanden met andere probleemgebieden signaleren en hierover met andere betrokken hulpverleners overleggen en afstemmen; * Zo nodig verwijzen voor gespecialiseerde hulp / zorg; * Indien er een vermoeden van (kinder)mishandeling of huiselijk geweld is, wordt module 13 ‘Signalering en preventie bij verwaarlozing, misbruik en mishandeling’ ingezet. 6
***
Waar ‘ouders’ staat kan opvoeder(s) gelezen worden.
36 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
TT Aanvullende informatie Wanneer één van de ouders revalidant is, kan de veranderende rol van de ouders als gevolg van aandoening of beperking onderwerp van gesprek zijn.
TT Randvoorwaarde Kennis van wet- en regelgeving omtrent privacy en meldplicht.
Basismodulen per functie 37
***
Begeleiding en ondersteuning
8
Ouderbegeleiding
TT Doelgroep Ouders van kinderen in een (poli)klinisch revalidatietraject of op een mytylschool.
TT Doelen * Ouders kunnen de gevolgen van de aandoening en de behandeling / opname van hun kind hanteren en hebben de regie over het gezinsfunctioneren. * Ouders hebben een aanvang gemaakt met het leren leven met de aandoening, beperking, behandeling of opname van hun kind.
TT Duur Gemiddeld acht tot tien gesprekken.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten In de ouderbegeleiding staan de rol en de taken van de ouder centraal, het revalidatie maatschappelijk werk richt zich op de vragen en dilemma’s van de ouders. Activiteiten hierbij zijn: * Ruimte bieden aan ouders voor het uiten van hun gevoelens over het ziekteproces van hun kind en samen naar een perspectief voor de toekomst zoeken; * Met de ouders nagaan welke impact het ziekteproces en de behandeling of opname van hun kind heeft op het dagelijkse gezinsleven en op hun ouderrol; * Aan de hand van gespecificeerde doelen planmatig werken rondom verschillende gezinstaken in relatie tot de gezondheid van het zieke kind.
TT Aanvullende informatie Een veelgebruikte methodiek is “Ouderbegeleiding” van Alice van der Pas.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
38 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
9
Vergroten sociaal netwerk
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen in een revalidatietraject met een beperkt sociaal netwerk.
TT Doelen * Cliënt(systeem) heeft de informatie en kennis om zelf op zoek te gaan naar nieuwe contacten. * Cliënt(systeem) heeft sociale vaardigheden aangeleerd waardoor hij in staat is contacten aan te gaan, uit te bouwen en te onderhouden. * Cliënt(systeem) heeft een ondersteunend netwerk.
TT Duur en frequentie Gemiddeld vijf tot acht gesprekken, verspreid over een periode van enkele maanden tot een half jaar.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek. Indien nodig gaat de revalidatie maatschappelijk werker mee naar een afspraak op locatie.
TT Werkwijze / activiteiten Door samen met cliënt(systeem) te onderzoeken wat de wensen en mogelijkheden zijn, de cliënt motiveren en ondersteunen bij het vergroten van het netwerk. Activiteiten hierbij zijn: * Met de cliënt het bestaande sociale netwerk onderzoeken en bespreken wat de wensen en mogelijkheden hierin zijn; * Ondersteuning bieden bij het aanhalen en verstevigen van bestaande contacten en Het zoeken naar nieuwe, ondersteunende contacten (ook netwerken van vrijwilligers kunnen in dit kader worden benaderd); * Indien nodig aanleren of vergroten van sociale vaardigheden; * Stimuleren van cliënt om deel te nemen aan activiteiten waarbij hij andere mensen kan ontmoeten met dezelfde belangstelling (bijvoorbeeld een computercursus); * Eventueel bieden van praktische ondersteuning om de sociale activiteiten doorgang te laten vinden (bijvoorbeeld aangepast vervoer regelen of persoonlijke begeleiding naar activiteiten / netwerk toe).
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 39
***
Begeleiding en ondersteuning
10
Begeleiding naar dagbesteding
TT Doelgroep Cliënten die als gevolg van de aandoening, beperking of behandeling dreigen niet meer te participeren in de maatschappij of die nauwelijks maatschappelijk participeren, maar daar naar verwachting wel toe in staat zijn.
TT Doelen (beoogd resultaat) * Cliënt heeft meer zelfvertrouwen en een realistische kijk op mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie. * Cliënt heeft activiteiten waardoor hij participeert in de samenleving en waardoor hij betekenisvolle sociale contacten opdoet en onderhoudt.
TT Duur Gemiddeld drie tot vijf gesprekken.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of op locatie.
TT Werkwijze / activiteiten Samen met cliënt(systeem) wordt de huidige stand van zaken omtrent dagbesteding in kaart gebracht. Het revalidatie maatschappelijk werk bespreekt met cliënt(systeem) gewenste activiteiten, bezigheden en mogelijkheden, waarna de haalbaarheid ervan aan de orde komt. Activiteiten hierbij zijn: * De huidige en gewenste activiteiten en bezigheden in kaart brengen en zo nodig uitdagen hierbij grenzen te verleggen; * Informatie geven over welke activiteiten cliënt(systeem) zou kunnen ontplooien en over instellingen voor dagbesteding; * Ter kennismaking meegaan naar de locatie van dagbesteding; * De ervaren belemmeringen in participatie (sociale contacten) onderzoeken en bespreken; * Sociale vaardigheden oefenen of eventueel stimuleren om deel te nemen aan een groepstraining; * Motiveren tot, en ondersteunen bij, het opbouwen van een regelmatige dagstructuur.
TT Aanvullende informatie Voor een deel van de van dagbestedingsvoorzieningen is een indicatie nodig. De revalidatie maatschappelijk werker kan deze aanvragen.
TT Randvoorwaarden Een actuele sociale kaart en informatie over bereikbaarheid van andere hulp- en dienstverleners.
***
40 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
11
Begeleiding van kinderen en jongeren naar dagopvang / school
TT Doelgroep * Ouders die ten gevolge van de lichamelijke beperking en/of ontwikkelingsachterstand van hun kind, vragen hebben over school(keuze) of dagopvang. * Jongeren met vragen over school en dagbesteding.
TT Doelen * Ouders en jongeren kennen de voor- en nadelen van de verschillende schoolkeuzes / dagopvangmogelijkheden en kunnen een afgewogen beslissing nemen. * Ouders en jongeren zijn in staat het vervolg van de schoolkeuze (oriëntatie, indicatie en aanmelding) zelfstandig te vervolgen. * Ouders en school (en Ambulant Begeleider) hebben vertrouwen in elkaar en hebben goede afspraken gemaakt over de communicatie, zodat het kind / de jongere zijn opleiding kan starten dan wel vervolgen.
TT Duur en frequentie Gemiddeld twee tot zes gesprekken gedurende een periode van zes maanden.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de kantoorruimte van de revalidatie maatschappelijk werker of in de school.
TT Werkwijze / activiteiten Samen met het behandelend team wordt gewerkt aan een advies over school of dagopvang voor het kind / de jongere. Activiteiten hierbij zijn: * Bespreken van de verwachtingen en wensen van de ouders (en jongere) over de toekomstige school of dagopvang; * Voorbereiden van oriëntatiebezoeken en bespreken met de ouders (en jongere); * Zo nodig meegaan op oriëntatiebezoek; * Uitleg geven over de te volgen procedure voor indicatiestelling en aanmelding, en ouders hierbij ondersteunen; * Praktisch materiële zaken bespreken en eventueel regelen, zoals naschoolse opvang en schoolvervoer; * De communicatie / het contact bevorderen met de huidige of toekomstige school; * Aspecten bespreken die passen bij deze levensfase van ouders en kind, zoals loslaten en delen van zorg.
TT Aanvullende informatie * Deze module wordt ingezet voor kinderen en jongeren van 0 tot 20 jaar.
Basismodulen per functie 41
***
Begeleiding en ondersteuning
* Wanneer kinderen / jongeren niet meer passen in het (reguliere) onderwijs is er sprake van dagopvang of dagbesteding.
TT Randvoorwaarden Een actuele sociale kaart op het gebied van scholen en dagopvang.
***
42 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Begeleiding en ondersteuning
12
Toeleiding en motivatie tot gespecialiseerde hulpverlening
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen die gespecialiseerde hulpverlening nodig hebben en/of daar nog toe gemotiveerd moeten worden.
TT Doelen * Cliënt(systeem) is gemotiveerd voor vervolghulpverlening bij de gespecialiseerde zorg. * Cliënt(systeem) heeft informatie en advies gekregen die hem kan helpen zijn hulpvraag voor de gespecialiseerde hulpverlening te verwoorden (eventueel samen met de hulpverlener). * Cliënt(systeem) heeft passende gespecialiseerde zorg.
TT Duur en frequentie Gemiddeld twee tot drie gesprekken, in een periode van vier tot zes weken.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten Als blijkt dat gespecialiseerde en/of vervolghulpverlening nodig is, cliënt(systeem) motiveren en toeleiden naar de passende instelling. Activiteiten hierbij zijn: * Inzicht geven in de reden voor verwijzing (intern dan wel extern); * Motiveren tot verwijzing; * Hulp bieden bij het aanvragen van de indicatie voor passende hulpverlening of verwijzen naar MEE; * Informatie geven over de instantie en hulpverleningsmogelijkheden waarnaar verwezen wordt; * In overleg met cliënt(systeem) zorg dragen voor informatieoverdracht aan de instelling waarnaar verwezen wordt; * Indien nodig gaat de revalidatie maatschappelijk werker mee naar een afspraak op locatie.
TT Aanvullende informatie Indien er gevaar is voor de cliënt(systeem) zelf of zijn omgeving en cliënt(systeem) weigert actie te ondernemen, wordt module 13 ‘Signalering en preventie bij verwaarlozing, misbruik en mishandeling’ ingezet.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 43
***
Onderzoek en rapportage
13
Signalering en preventie bij verwaarlozing, misbruik en mishandeling
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen waarbij door hulpverleners of andere betrokkenen signalen worden opgevangen van fysieke of psychische verwaarlozing, financieel, seksueel of psychisch misbruik en/of mishandeling.
TT Doelen * Het signaal is verhelderd. * Het signaal is besproken met cliënt(systeem). * Er is besloten over vervolgstappen als verdere hulpverlening of melding noodzakelijk zijn. * De onaanvaardbare situatie is beëindigd.
TT Duur en frequentie Gemiddeld twee tot drie gesprekken met signaalinbrenger en cliënt(systeem), binnen een periode van twee weken. Bij acute dreiging is direct handelen vereist.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek. Indien nodig organiseert de revalidatie maatschappelijk werker een collega, dan wel een achterwacht, bij het gesprek.
TT Werkwijze / activiteiten Het signaal komt via de cliënt(systeem), bij de cliënt betrokken hulpverlener(s) of bekende(n) bij de revalidatie maatschappelijk werker terecht. Het signaal wordt besproken met de revalidatiearts en/of het multidisciplinaire team. Globaal betreft het het volgende stappenplan: * In kaart brengen van het signaal en de probleemsituatie door informatie op te vragen; * Bevindingen terugkoppelen aan het multidisciplinaire team; * Een inschatting maken van de situatie en nagaan óf en op welke wijze het signaal besproken wordt met cliënt(systeem); * Het signaal bespreken met cliënt(systeem) en mogelijkheden voor (vervolg) hulpverlening onderzoeken; * In kaart brengen welke actoren en factoren een sleutelrol vervullen bij het stoppen van de verwaarlozing, het misbruik of de mishandeling en deze actoren (personen) actief betrekken; * Noodzakelijke stappen zetten om de verwaarlozing, mishandeling of het misbruik te beëindigen; * Indien de cliënt de besproken problemen niet (h)erkent en er een gevaar voor de
***
44 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Onderzoek en rapportage
veiligheid bestaat voor de cliënt(systeem) en zijn omgeving, melding doen bij Meldpunt Huiselijk Geweld, AMK en/of de politie.
TT Aanvullende informatie Mogelijk wordt binnen de instelling een afwijkend protocol of handreiking gebruikt. Er wordt gehandeld volgens het instellingsbeleid.
TT Randvoorwaarden * Kennis van wet- en regelgeving omtrent privacy en meldplicht. * Samenwerking en heldere samenwerkingsafspraken met andere disciplines, zowel intern als extern.
Basismodulen per functie 45
***
Onderzoek en rapportage
14
Informatieverzameling en rapportage
TT Doelgroep * Cliënten / cliëntsystemen met een verzoek om een rapportage te maken ten behoeve van het regelen van een dienst van een andere interne afdeling of een externe organisatie. * Hulpverleners van een andere afdeling of externe organisatie die vragen om informatie ten behoeve van multidisciplinaire diagnostiek en/of samenwerking.
TT Doelen * De vraag van de aanvrager is beantwoord. * De aanvrager heeft relevante informatie en/of advies gekregen.
TT Duur Gemiddeld twee gesprekken.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten De revalidatie maatschappelijk werker rapporteert in het kader van samenwerking en/ of signalering over de situatie en verschillende aspecten, afhankelijk van de vraag van de aanvrager. Activiteiten hierbij zijn: * Schriftelijk toestemming vragen aan cliënt(systeem) voor informatie-uitwisseling; * Bij de aanvrager nagaan welke informatie exact gewenst is om de gevraagde dienst te kunnen leveren aan de cliënt, dan wel te komen tot multidisciplinaire diagnostiek / samenwerking; * Indien nodig navraag doen bij cliënt(systeem) of andere disciplines om de vraag te kunnen beantwoorden; * Een korte rapportage schrijven waarin de benodigde informatie wordt verstrekt; * De rapportage ter inzage en/of ondertekening voorleggen aan de cliënt alvorens het op te sturen naar de betreffende organisatie of instantie.
TT Aanvullende informatie Deze module kan op verzoek van het behandelteam ingezet worden om te beslissen over een specifieke behandeling / behandelsetting.
TT Randvoorwaarden Actuele kennis van de privacywetgeving.
***
46 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Bemiddeling
15
Communicatieverbetering cliënt(systeem) – behandelteam
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen en leden van multidisciplinaire behandelteams die problemen ervaren in de communicatie.
TT Doelen * De communicatie tussen cliënt(systeem) en behandelaar is verbeterd. * Escalatie van de problemen is voorkomen.
TT Duur en frequentie Gemiddeld drie gesprekken, gedurende een periode van vier tot zes weken.
TT Setting In eerste instantie met cliënt(systeem) en vervolgens mogelijk gezamenlijk met een lid van het behandelteam. Met cliënt(systeem) in de kamer van de revalidatie maatschappelijk werker of een neutrale ruimte waar privacy gewaarborgd is.
TT Werkwijze / activiteiten Wanneer er communicatieproblemen zijn ontstaan tussen behandelaar en/of multidisciplinair team en cliënt(systeem) bemiddelt de revalidatie maatschappelijk werker tussen beide partijen. Activiteiten hierbij zijn: * De communicatieproblemen in kaart brengen, hierbij wordt ook gekeken naar bejegeningaspecten en concrete gedragingen die beide partijen laten zien; * Werken aan een oplossing van de communicatieproblemen door uitleg te geven over de werkwijze van het behandelteam en expertise van de verschillende teamleden, of door het behandelteam te ondersteunen c.q. te begeleiden in de communicatie met cliënt(systeem); * Het maken van afspraken ten behoeve van een goede communicatie in de toekomst; * Zo nodig cliënt(systeem) wijzen op het bestaan van de meldings- of klachtencommissie; * In het uiterste geval begrenst de hoofdbehandelaar, veelal de arts, de cliënt door de regels van de organisatie kenbaar te maken of een mogelijke overplaatsing aan te vragen. Ook in deze situatie kan het revalidatie maatschappelijk werk een bemiddelende functie vervullen.
TT Aanvullende informatie Bij een klacht kan cliënt(systeem) een officiële klachtenprocedure starten. Het revalidatie maatschappelijk werk kan hierin een ondersteunende rol vervullen door de cliënt informatie te verstrekken over de procedure en te ondersteunen bij het formuleren
Basismodulen per functie 47
***
Bemiddeling
van de klacht. De rol van de revalidatie maatschappelijk werker is afhankelijk van de organisatie waarvoor hij werkt.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
***
48 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Bemiddeling
16
Casemanagement
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen met problematiek op meerdere leefgebieden waarbij meerdere disciplines of zorgverleners betrokken zijn en waarbij afstemming nodig is om adequate zorg te realiseren.
TT Doel Cliënt(systeem) heeft doelmatige en efficiënte (op elkaar afgestemde) zorg.
TT Duur en frequentie In overleg met multidisciplinair team, afhankelijk van problematiek en samenwerkingspartners.
TT Setting Met betrokken hulpverleners, met of zonder cliënt(systeem), in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar privacy gewaarborgd is of op locatie.
TT Werkwijze / activiteiten Door contact te onderhouden met de betrokken partijen kan de zorg afgestemd worden en kan onduidelijkheid over verantwoordelijkheden voorkomen worden. Activiteiten hierbij zijn: * Inventariseren van bestaande zorgcontacten; * De benodigde zorg inschatten; * Bemiddelen tussen cliënt(systeem) en professionals / instellingen die de benodigde zorg kunnen leveren aan een cliënt; * Afstemmen van de zorg, in overleg en overeenstemming met cliënt(systeem), door met de juiste zorgverleners contact te leggen en onderhouden. Daarnaast zorg dragen voor de opbouw van een (gezamenlijk) dossier; * Coördineren en bewaken van continuïteit, kwaliteit en voortgang van de zorg; * Zorgdragen voor de juiste indicatie waarmee de zorg geleverd kan worden.
TT Aanvullende informatie De revalidatie maatschappelijk werker kan tegelijkertijd ook zelf cliënt / cliëntsysteem begeleiden.
TT Randvoorwaarden Afspraken op management- en uitvoerend niveau over de verantwoordelijkheden en taken van de verschillende samenwerkingspartners.
Basismodulen per functie 49
***
Bemiddeling
17
Bemiddeling bij arbeidsre-integratie
TT Doelgroep Cliënten die ziek gemeld zijn en die weer in staat zijn terug te keren naar hun eigen werk, of begeleid kunnen worden naar een andere baan of werkplek.
TT Doel * Cliënt kan zijn werk volledig of gedeeltelijk hervatten, al dan niet met aanpassingen in de werksituatie. * Cliënt heeft andere werkzaamheden gevonden. * Cliënt is toegeleid naar een uitkeringsinstantie en/of arbeidsre-integratietraject.
TT Duur en frequentie Gemiddeld drie tot vijf gesprekken, gedurende een half jaar.
TT Setting Met cliënt(systeem) eventueel in aanwezigheid van een personeelsfunctionaris of een bedrijfsarts van het bedrijf waar cliënt in dienst is. In kantoorruimte van de revalidatie maatschappelijk werker, op de afdeling of op het werk.
TT Werkwijze / activiteiten In de gesprekken wordt stapsgewijs gewerkt aan de hervatting van de werkzaamheden in overleg met werkgever, bedrijfsarts en/of arbeidsdeskundige. Activiteiten hierbij zijn: * Bespreken van mogelijkheden van de medewerker en eventuele aanpassingen van de werkzaamheden; * Vinden van een nieuw evenwicht in de arbeidsgerelateerde situatie; * Onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om het werk op een andere werkplek te hervatten; * Bespreken wat een en ander betekent voor het gedrag en de omgang met collega’s op het werk; * Het maken van afspraken tussen werkgever en werknemer en het verloop van de communicatie.
TT Aanvullende informatie In sommige instellingen is een apart team / afdeling voor arbeidsrevalidatie. In dat geval verzorgt de revalidatie maatschappelijk werker de toeleiding naar de arbeidsconsulent.
TT Randvoorwaarden Kennis van sociale wetgeving betreffende arbeidsre-integratie (Wet Poortwachter).
***
50 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Bemiddeling
18
Nazorg / ontslagzorg
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen die vanwege gezondheidsproblemen na afronding van het revalidatieproces nog zorg nodig hebben van andere instanties / disciplines.
TT Doel Cliënt(systeem) ervaart continuïteit in de zorg en heeft doelmatige en efficiënte (op elkaar afgestemde) zorg.
TT Duur Gemiddeld twee tot vier gesprekken, afhankelijk van de vervolghulpverlening.
TT Setting Doorgaans in of vanuit de organisatie. Een enkele keer kunnen gesprekken plaatsvinden in de thuissituatie indien dit de overdracht naar de thuissituatie van de cliënt bevordert. Ook telefonisch of per e-mail is contact mogelijk.
TT Werkwijze / activiteiten Nadat het revalidatieproces is afgelopen bewaakt de revalidatie maatschappelijk werker de continuïteit van zorg totdat afdoende hulpverlening in gang is gezet. Activiteiten hierbij zijn: * De situatie van de cliënt in kaart brengen, met het accent op de zorgbehoefte en de al beschikbare zorg in het sociale en professionele netwerk; * Het sociale netwerk inschakelen en contact leggen met de externe professionele zorgverleners; * Afspraken maken met de betrokkenen over adequate zorg; * Oog hebben voor en ondersteuning bieden bij verliesverwerking en wennigsproblemen thuis of in de nieuwe situatie.
TT Aanvullende informatie * De ontslagzorg is verschillend georganiseerd per organisatie. Afhankelijk van de organisatie, de gemaakte afspraken en de complexiteit van de ontslagsituatie voeren maatschappelijk werkers in samenwerking met andere disciplines een deel van, of de hele module, uit. * Als de cliënt is aangemeld voor vervolghulpverlening die hem na zijn ontslag verder zal begeleiden, kan het gebeuren dat de cliënt op een wachtlijst komt te staan. Indien cliënt(systeem) in de wachtlijstperiode een hoge psychosociale lijdensdruk ervaart, kan de revalidatie maatschappelijk werker tijdens deze wachtlijstperiode de meest noodzakelijke ondersteuning ter overbrugging bieden.
TT Randvoorwaarden Een actuele sociale kaart.
Basismodulen per functie 51
***
Consultatie
19
Het geven van consultatie
TT Doelgroep Medewerkers / hulpverleners van een andere discipline binnen of buiten de organisatie die problemen ervaren in de communicatie met een cliënt of waarbij de psychosociale problemen interfereren met de behandeling.
TT Doelen * De consultatievrager heeft inzicht gekregen in de probleemsituatie van de cliënt en het effect van zijn eigen handelen daarop. * De consultatievrager heeft voldoende handvatten om om te gaan met de ervaren belemmeringen.
TT Duur Gemiddeld één, hooguit enkele gesprekken.
TT Setting In een persoonlijk gesprek in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is. Contact per e-mail of schriftelijk contact is ook mogelijk,
TT Werkwijze / activiteiten Door de consultatievrager de situatie te laten beschrijven en een vraag te formuleren, krijgt de revalidatie maatschappelijk werker een beeld van het dilemma. Naar aanleiding hiervan kan advies gegeven worden op basis van kennis en ervaring. Activiteiten hierbij zijn: * Samen een analyse maken van het gepresenteerde probleem; * Informatie geven over probleemsituatie van de cliënt en/of het handelen van de betrokken hulpverlener; * Adviseren over gedragsalternatieven voor de betrokken hulpverlener.
TT Aanvullende informatie In geval van consultatie blijft de verantwoordelijkheid bij één discipline of hulpverlener (consultatievrager) en helpt de andere discipline (consultatiegever) diens deskundigheid te vergroten zonder de zorg over te nemen.
TT Randvoorwaarden Er is geen sprake van een gezags- of supervisierelatie.
***
52 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Crisisinterventie
20
Crisisinterventie
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen in een crisissituatie waarbij direct actie door het revalidatie maatschappelijk werk wenselijk is.
TT Doelen * De problemen zijn in kaart gebracht. * De spanningen zijn beter hanteerbaar voor cliënt(systeem) en zijn omgeving. * Cliënt(systeem) heeft waar nodig zicht op vervolghulpverlening.
TT Duur en frequentie Totdat de crisis is opgelost en/of de vervolghulpverlening is ingeschakeld.
TT Setting Met cliënt(systeem) in de spreekkamer van de revalidatie maatschappelijk werker, in een ruimte waar de privacy gewaarborgd is of tijdens een huisbezoek.
TT Werkwijze / activiteiten Crisishulpverlening is kortdurende, intensieve, meestal directieve begeleiding aan mensen in acute psychosociale nood. Hierbij wordt kort de noodzakelijke informatie verzameld op basis waarvan het revalidatie maatschappelijk werk snel en adequaat tot handelen kan komen. Er kan worden gewerkt volgens een protocol. Activiteiten hierbij zijn: * De situatie verhelderen en analyseren; * Rust brengen, kalmeren en ordening aanbrengen in de vragen van de cliënt en de stappen die moeten worden gezet; * Acute zaken regelen; * Zorg dragen voor adequate vervolghulpverlening als de paniek voorbij is (inzet andere revalidatie maatschappelijk werkmodule, of overdracht naar andere disciplines of externe organisatie).
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 53
***
Groepswerk en training
21
Ondersteunings- en verwerkingsgerichte groepsgesprekken
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen die geconfronteerd worden met een aandoening of beperking en behoefte hebben aan ondersteuning bij de verwerking hiervan.
TT Doelen * Cliënt(systeem) voelt zich erkend en kan ervaringen delen. * Cliënt(systeem) heeft relevante informatie gekregen over betreffend ziektebeeld dan wel de aard van het gezondheidsverlies. * Cliënt(systeem) heeft meer zelfvertrouwen en een realistische kijk op de mogelijkheden en beperkingen in de gegeven situatie. * Cliënt(systeem) heeft de situatie geaccepteerd, of er is een aanzet gemaakt tot (rouw-, verlies-) verwerking.
TT Duur en frequentie Gemiddeld acht bijeenkomsten van anderhalf à twee uur, in een periode van acht tot twaalf maanden.
TT Setting Een gesloten groep van zes tot tien personen die bij elkaar komt in een aparte groepsruimte.
TT Werkwijze / activiteiten De groep wordt bij voorkeur geleid door (meestal) twee beroepskrachten, waarvan tenminste één revalidatie maatschappelijk werker is. Thema’s worden bepaald door begeleiders en deelnemers. Een aantal onderwerpen ligt vast, de overige thema’s worden vastgesteld op basis van relevantie en behoefte. Veel voorkomende thema’s zijn: * De principes van interactie en communicatie, met aandacht voor verbale en non-verbale communicatie; * Het delen van eigen ervaringen en emoties met overige deelnemers. Dit biedt deelnemers (h)erkenning en advies van lotgenoten; * Het belang van zelfzorg, een juiste verhouding tussen draagkracht / draaglast; * Het leren inschatten van situaties in relatie tot het ziektebeeld c.q. het gezondheidsverlies en hier adequaat op kunnen reageren; * Eventueel kunnen ook praktische zaken, zoals het aanvragen van hulpmiddelen, zaken vastleggen bij de notaris en dergelijke aan de orde komen. Hiervoor kunnen andere disciplines en/of externe deskundigen worden uitgenodigd.
***
54 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Groepswerk en training
TT Aanvullende informatie Vaak wordt deze module aangeboden voor specifieke doelgroepen, gekoppeld aan een ziektebeeld of beperking.
TT Randvoorwaarden Er zijn geen specifieke randvoorwaarden.
Basismodulen per functie 55
***
Groepswerk en training
22
Voorlichting door middel van groepsbijeenkomsten
TT Doelgroep Cliënten / cliëntsystemen die groepsgewijs * zich (willen) voorbereiden op de behandeling / begeleiding die zij op korte termijn zullen ondergaan; * willen leren omgaan met de gevolgen van de gezondheidsproblemen.
TT Doelen * Cliënt(systeem) heeft relevante informatie en/of advies gekregen over de inhoud en de mogelijke gevolgen van de gezondheidsproblematiek en het bijbehorende behandeltraject. * Cliënt(systeem) heeft antwoord op zijn vragen of weet waar hij met zijn vragen terecht kan. * Cliënt(systeem) kan anticiperen op de gezondheidsproblematiek, de bijbehorende behandeling en de mogelijke gevolgen hiervan voor het dagelijks leven.
TT Duur en frequentie Eén tot acht bijeenkomsten, afhankelijk van het thema.
TT Setting In een groepsruimte.
TT Werkwijze / activiteiten Voorlichting is in veel gevallen mondelinge overdracht van informatie, zo nodig ondersteund met schriftelijk materiaal en andere media (bijvoorbeeld video). Bij de voorlichting wordt rekening gehouden met specifieke kenmerken van cliënt(systeem) of cliëntengroep. Activiteiten hierbij zijn: * Voorbereiding van de (groeps)bijeenkomst. Vaak wordt via een draaiboek of checklist gewerkt waarbij groepsvoorlichting meer voorbereiding vergt dan individuele voorlichting; * Mondelinge informatie verstrekken met betrekking tot de psychosociale en materiële gevolgen van het gezondheidsverlies, de aandoening en/of de behandeling, eventueel ondersteund door schriftelijke informatie (bijvoorbeeld folders en websites); * Beantwoorden van vragen en gericht verwijzen voor specifieke vragen.
TT Randvoorwaarden Er is de mogelijkheid om gebruik te maken van multimediaondersteuning.
***
56 Deel 2: Modulebeschrijvingen
Deel
Bijlagen
3
Bijlage 1 Verdiepingsintake7
1. Afkomst * Uit welk land komt u oorspronkelijk? En uw ouders? * Komt u uit een stad of van het platteland? * Wanneer bent u in Nederland gekomen? * Hoe denkt u over terugkeren naar uw geboorteland? 2. Ziekte inzicht / beleving * Wat betekent het voor u om problemen met uw hart te hebben? * Verwacht u weer de “oude” te worden en wat houdt dit voor u in? * Wat zijn de gevolgen van uw hartprobleem voor uw familie? * Hoe ervaart u hun reactie? * Vertelt u uw familie en vrienden wat er met u gebeurd is, wordt er gesproken over uw hartprobleem? 3. Opleidingsniveau / kennisniveau * Wat voor een schoolopleiding heeft u genoten? * Kunt u lezen en schrijven? * Wat weet u over de werking van uw lichaam en van het hart? * Als u ooit les over het lichaam hebt gehad, vindt u het handig om uw kennis weer wat op te frissen? * Denkt u dat problemen van invloed kunnen zijn op uw lichaam? * Weet u wat er in het ziekenhuis met u gebeurd is? 4. Plaats binnen familie * Wie is er binnen de familie belangrijk? * Van wie ervaart u steun? * Zijn er mensen in de familie die belangrijk zijn om te betrekken in de behandeling? Wie is / zijn dat? * Bent u verantwoordelijk voor familieleden? Zijn er mensen afhankelijk van u? * Heeft uw ziekte invloed op de positie binnen de familie? * Welke positie heeft u in de familie? 5. Religie * Zijn er voorschriften vanuit uw religie waar wij rekening mee moeten houden binnen het programma? Kunt u daar meer over vertellen? * Denkt u invloed uit te kunnen oefenen op uw gezondheid? 7
***
Voorbeeld verdiepingsintake bij hartproblemen voor cliënt(systemen) met een andere culturele achtergrond. Revalidatiecentrum Amsterdam, 2009.
58 Deel 3: Bijlagen
* Mag of moet u bepaalde rituelen uitvoeren i.v.m. uw geloof die van invloed zijn op het programma? 6. Woonsituatie * Hoe woont u en met wie? * Zijn er problemen met de huisvesting? * Verwacht u andere huisvesting nodig te hebben? 7. Verwachtingen en motivatie * Wat denkt u weer te kunnen doen na het revalidatieprogramma? * Denkt u uw normale bezigheden weer te kunnen oppakken? * Denkt u nog te kunnen werken / huishoudelijke taken uit te voeren? * Welke dingen denkt u niet meer te kunnen doen? * Hoe vaak denkt u te kunnen komen voor het volgen van het programma? 8. Verdere vragen * Heeft u contacten / activiteiten buitenhuis? Zou u dat willen? * Kan uw familie meekomen naar voorlichtingsbijeenkomsten of - gesprekken? * Heeft u contacten met mensen buiten uw eigen cultuur? * Hoe is uw financiële positie, zijn er problemen op dat gebied?
Bijlage 1:Verdiepingsintake 59
***
Bijlage 2 Functies van het revalidatiemaatschappelijk werk
Hieronder volgt een omschrijving van de functies voor het revalidatiemaatschappelijk werk (vgl. De functies van de jeugdzorg, Van Yperen e.a., 2002):
Toegangsfuncties Intake, indicatie en verwijzing Door één of enkele gesprekken met cliënt / cliëntsysteem komen tot een gewogen oordeel over het vervolgaanbod door het revalidatie maatschappelijk werk of anderen (eventueel voor verdere diagnostiek) op basis van expliciete, navolgbare en toetsbare argumenten.
Uitvoeringsfuncties Informatie, advies en voorlichting Verstrekken van informatie, kennis en advies als basis voor eigen begrip, keuzes en/of gedragsalternatieven van de cliënt. Begeleiding Planmatig en gericht interveniëren om het functioneren van cliënt / cliëntsysteem te verbeteren. Ondersteuning Planmatig en gericht interveniëren om terugval te voorkomen, een problematische situatie of toestand draaglijk te maken en draagkracht te vergroten. Onderzoek en rapportage Informatie verstrekken over de sociale situatie en het functioneren van de cliënt in overleg met de cliënt en op verzoek van derden. Bemiddeling Tot stand brengen en zo nodig verbeteren van de relatie tussen de cliënt en een derde. Consultatie Het informeren en adviseren van een professional door een professional, waarbij de professional die de informatie biedt of het advies uitbrengt geen verantwoordelijkheid draagt voor wat de professional die de informatie of het advies ontvangt in zijn besluitvorming met de informatie of het advies doet. Crisisinterventie Acuut interveniëren in de situatie of toestand van de cliënt om lijdensdruk te verlichten en/of een ernstige(r) ontsporing te voorkomen.
***
60 Deel 3: Bijlagen
Groepswerk en training Door middel van begeleide groepsbijeenkomsten het functioneren van cliënt / cliëntsysteem verbeteren. Bij groepswerk gaat het enerzijds om uitwisseling tussen ‘lotgenoten’ en anderzijds om overdracht van kennis en informatie. Een variant op groepswerk is een training, waarbij het meer gaat om een vast stramien van doelgerichte en planmatige inspanningen om competenties te ontwikkelen. In beide gevallen gaat het om groepen cliënten met gelijke kenmerken, waaronder soortgelijke hulpvragen en/of problematiek.
Bijlage 2: functies van het revalidatiemaatschappelijk werk 61
***
Literatuurlijst NVMW (2006), Beroepsprofiel van de Maatschappelijk Werker. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werkers. NVMW (2009), Revalidatie maatschappelijk werk. Utrecht: Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werkers NVMW (2010), Geheimhouding & Privacy, een handreiking voor maatschappelijk werkers. Utrecht, Nederlandse Vereniging voor Maatschappelijk Werkers Revalidatie Nederland (2009), Kengetallen, http://www.revalidatie.nl/revalideren/kengetallen Revalidatie Nederland (2009), Factsheet Kinderrevalidatie, http://www.revalidatie.nl/uploads/clh...Factsheet_Kinderrevalidatie_nov08.pdf RIVM (2009), WHO FIC Homepage, www.rivm.nl/who-fic/icf-cy.htm Scholte, M. (2008). Transparant aanbod AMW. Modulen als bouwstenen voor de hulpverlening. Utrecht: MOVISIE. Scholte, M., Leur, J. van & Brink, C. (2008). Transparant aanbod. Medisch maatschappelijk werk in UMC’s. Modulen als bouwstenen voor de hulpverlening. Utrecht: MOVISIE. Yperen, T.A. van, Rest, E. van & Vermunt, C. (2002). Definitie van kernbegrippen. Programma’s in de jeugdzorg. Utrecht: NIZW.
***
62 Literatuurlijst
MOVISIE is hét landelijke kennisinstituut en adviesbureau voor maatschappelijke ontwikkeling. We bieden toepasbare kennis, adviezen en oplossingen bij de aanpak van sociale vraagstukken op het terrein van welzijn, participatie, zorg en sociale veiligheid. In ons werk staan vijf actuele thema’s centraal: huiselijk & seksueel geweld, kwetsbare groepen, leefbaarheid, mantelzorg en vrijwillige inzet. Onze ambitie is daadwerkelijk te investeren in een krachtige samenleving waarin burgers zoveel mogelijk zelfredzaam kunnen zijn.
De serie Transparant aanbod beschrijft het aanbod van de sector welzijn en maatschappelijke dienstverlening in transparante taal. Zo kunnen beroepskrachten in deze sector eenvoudig en duidelijk onder woorden brengen wat hun werk inhoudt en welke diensten zij leveren. Wat heeft een discipline te bieden, voor wie, met welke doelen, op welke manier en met welke beoogde resultaten? In opdracht van de MOgroep, de NVMW en anderen heeft MOVISIE beschrijvingen gemaakt van een aantal beroepsgroepen. Organisaties gebruiken Transparant aanbod bij het geven van voorlichting, het promoten van het werk en afstemming met collega’s en cliënten. Daarnaast helpt het bij het beschrijven én versimpelen van werkprocessen én professionalisering van de beroepsgroep. Transparant aanbod bevat modulenbeschrijvingen van onder andere het werk van maatschappelijk werkers, sociaal werk in de wijk, sociaal pscyhiatrisch verpleegkundigen en eerstelijnspsychologen. Meer informatie vindt u op www.movisie.nl/transparantaanbod.
NVMW * Leidseweg 80 * 3531 BE Utrecht * T 030 294 86 03 * www.nvmw.nl MOVISIE * Postbus 19129 * 3501DC Utrecht * T 030 789 20 00 * www.movisie.nl