GGz Centraal Bestuursverslag 2012
dichtbij & deskundig deskundig zijn werkt niet zonder dichtbij te zijn en dichtbij zijn werkt niet zonder deskundig te zijn
Voorwoord 1. Algemene informatie 1.1. De doelstelling van de instelling 1.2. Kernactiviteiten met de belangrijkste producten 1.3. De juridische structuur, met inbegrip van de groepsstructuur 1.4. De interne organisatiestructuur en personele bezetting 1.5. Belangrijke elementen van het gevoerde beleid 2. Financiële informatie 2.1. De bespreking van de ontwikkelingen gedurende het boekjaar 2.2. De behaalde omzet en resultaten 2.3. De toestand op balansdatum (solvabiliteit en liquiditeit) 2.4. De voornaamste risico’s en onzekerheden 2.5. De kasstromen en financieringsbehoeften 3. Niet financiële prestatie-indicatoren 3.1. Kwaliteitsindicatoren GGz Centraal 4. Milieu- en personeelsaangelegenheden 4.1. De bespreking van de milieu- en personeelsaangelegenheden 4.2. Beleid bezoldiging bestuurders en raad van toezicht en de wijze waarop dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is gebracht 5. Informatie over financiële instrumenten 5.1. Doelstellingen en het beleid op het gebied van risicobeheer 5.2. Beleid inzake de afdekking van risico’s verbonden aan belangrijke soorten voorgenomen transacties 6. De door de instelling en groepsmaatschappijen gelopen prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico’s 7. Informatie over onderzoek en ontwikkeling 7.1. Informatie omtrent de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling 8. Informatie over aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen 8.1. Informatie omtrent algemene, milieu-, sociale en economische aspecten 9. Overige informatie 9.1. Informatievoorziening (in- en extern) en automatisering 9.2. Marketing en distributie 9.3. Interne beheersing van processen en procedures, risicomanagement en kwaliteitsbeheersing 10. Informatie over toepassing gedragscode 10.1. Informatie of specifieke gedragscodes 11. Toekomst 11.1. 11.2. 11.3. 11.4. 11.5. 11.6.
Algemeen Zorg Investeringen Financiering Personeelsbezetting Onderzoek en ontwikkeling
12. Verslaglegging raad van toezicht
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
2
Voorwoord Hierbij bieden wij u het bestuursverslag 2012 van de Stichting GGz Centraal aan. Ook in 2012 hebben wij samen met onze medewerkers en stakeholders gewerkt aan een toekomstbestendige geestelijke gezondheidszorg waarin het perspectief van cliënten en hun naasten centraal staat. Al onze inspanningen zijn tot stand gekomen dankzij de grote inzet van onze medewerkers en vrijwilligers. Wij danken iedereen heel hartelijk die hier een bijdrage aan heeft geleverd Het maatschappelijk verslag of het Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorg zoals wij dat in de afgelopen jaren hebben opgesteld, is komen te vervallen. Voor het ministerie van Volkshuisvesting, Welzijn & Sport volstaan de gegevens uit de jaarrekening en DigiMV. Wij vinden het als met publieke middelen gefinancierde zorginstelling belangrijk in nauw overleg met de externe accountant om verantwoording op hoofdlijnen af te leggen. Met betrekking tot de Wet medezeggenschap cliënten zorgsector hebben wij het jaarverslag 2012 van de centrale cliëntenraad opgenomen in dit bestuursverslag. Ten aanzien van de Wet klachtrecht cliënten zorgsector hebben wij het jaarverslag van de klachtencommissie cliënten opgenomen. Het hoge bezuinigingstempo en een stapeleffect van verschillende beleidsmaatregelen vragen veel van de zorgaanbieders in de geestelijke gezondheidszorg en dus ook van GGz Centraal. Budgetkortingen, invoering van eigen bijdragen, pakketmaatregelen, afschaffen nacalculatie kapitaallasten voor de AWBZ zetten het financiële kader onder druk. Tegelijk wil GGz Centraal werken aan nieuwe ontwikkelingen in de zorg zoals uitbreiden van FACT, afbouwen van beddencapaciteit, en invoeren van E-health modules in de behandelprogramma’s. Het is duidelijk, gezien het financiële macrokader, dat nieuwe ontwikkelingen tot stand moeten worden gebracht binnen een krimpend budget. Nieuwe werkwijzen zullen in de plaats moeten komen van verouderde of minder effectieve of minder efficiënte zorg (‘oud voor nieuw’). Zowel ‘oud voor nieuw’ als het dalende budget dwingen tot prioritering van zorg en ondersteunende activiteiten. De kernwaarden van GGz Centraal en de principes van Thornicroft zullen daarbij gebruikt worden als toetsingskader. Om te komen tot een rechtvaardige verdeling van middelen worden de kernwaarden van GGz Centraal en de principes van Thornicroft daarbij gebruikt als toetsingskader. Het bestuursverslag 2012 en de jaarrekening 2012 zijn vastgesteld door de raad van bestuur op 17 april 2013 en goedgekeurd door de raad van toezicht 23 april 2013.
Wij wensen u veel leesplezier.
Amersfoort, 23 april 2012
Dr. T.J. Heeren voorzitter raad van bestuur
Dr. E.P. de Jong voorzitter raad van toezicht
Ir. G.H. ter Avest lid raad van bestuur
Dr. B.J.N. Schreuder lid raad van bestuur Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
3
1. Algemeen 1.1. De doelstelling van de instelling GGz Centraal heeft ten doel het (doen) verlenen en bevorderen van geestelijke gezondheidszorg, het verzorgen van opleidingen en het verrichten van activiteiten die verband houden met re-integratie. Voorts doet de stichting al hetgeen wat met een en ander rechtstreeks of zijdelings verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin van het woord. GGz Centraal helpt mensen met psychische problemen opdat zij de regie over hun eigen leven kunnen houden. GGz Centraal biedt daartoe diagnostiek, behandeling, begeleiding, preventie en voorlichting aan mensen met psychische, psychiatrische en/of psychosociale problematiek. Naast direct cliëntgericht aanbod verzorgt GGz Centraal ook consultatie aan samenwerkingspartners en verwijzers. Geïnspireerd door Thornicroft & Tansella1 (2009) beschouwt GGz Centraal het als haar maatschappelijke verantwoordelijkheid in de regio’s waarin zij een grote zorgaanbieder is het voortouw te nemen bij het verbeteren van de kwaliteit van zorg in de (zorg)keten. Om te voorkomen dat mensen met psychische problemen tussen wal en schip vallen werken wij intensief samen met huisartsen, algemene ziekenhuizen, ambulante zorgaanbieders, forensische psychiatrie, verslavingszorg, RIBW-instellingen en bureaus Jeugdzorg.
Enkele samenwerkingsrelaties van GGz Centraal
Het streven van GGz Centraal is de zorg zo dicht mogelijk bij onze cliënten aan te bieden. Deskundige zorg: dichtbij en toegankelijk die aansluit bij de zorg van de huisarts en zo goed mogelijk is afgestemd op de vragen van onze klanten. Goede zorg bevordert autonomie, is effectief en efficiënt. GGz Centraal streeft ernaar dat klanten voor GGz Centraal kiezen vanwege de professionele, kwalitatief hoogwaardige zorgverlening en voor de service en bejegening. Deskundig & dichtbij. Belangrijk principe is continuïteit van zorg. Met iedere patiënt wordt een zorgplan op maat afgesproken waarbij iedere patiënt een behandelaar als vast aanspreekpunt heeft, ongeacht of hij ambulante, deeltijd of klinische zorg ontvangt. Afhankelijk van de zorgvraag kan het zorgaanbod binnen het behandelprogramma in omvang variëren. Door goed te luisteren naar de behoeften van onze cliënten en te kijken naar de ontwikkelingen in het vakgebied en in de maatschappij krijgen wij signalen en ideeën voor het verder verbeteren en/of ontwikkelen van nieuwe zorgvormen.
1
Thornicroft, G. & Tansella, M. (2009). Better Mental Health Care. Cambridge Medicine. Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
4
1.2. Kernactiviteiten met de belangrijkste producten, diensten, geografische gebieden en eventueel categorieën afnemers en leveranciers GGz Centraal biedt klinische en niet-klinische GGZ voor volwassenen en kinderen/ jeugdigen en tevens beschermd wonen en verslavingszorg vanuit verschillende locaties in de provincie Utrecht, Noord-Holland, Gelderland en Flevoland. GGz Centraal rekent de gemeenten Amerongen, Almere, Amersfoort, Baarn, Barneveld, Blaricum, Bunschoten-Spakenburg, Bussum, Dronten, Eemnes, Elburg, Emmeloord, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Hilversum, Huizen, Laren, Leersum, Lelystad, Leusden, Maarn, Muiden, Naarden, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Soest, Urk Veenendaal, Weesp, Wijdemeren, Woudenberg en Zeewolde tot haar verzorgingsgebied.
GGz Centraal heeft haar visie 2011 - 2014 als volgt geconcretiseerd: 1. Wij bieden onze hulpverlening aan in regionaal ingebedde geestelijke gezondheidszorg en in bovenregionale expertisecentra 2. Wij bevorderen de eigen kracht en stimuleren de mogelijkheden van cliënten (empowerment) en willen dit als leidraad opnemen in de zorgprogramma’s c.q. behandelplannen 3. Wij bieden een aangename, betrokken en veilige omgeving waar de cliënt zich op zijn gemak voelt 4. Wij staan iedereen direct te woord en elke vraag wordt adequaat beantwoord 5. Wij zijn een actieve partner voor het realiseren van geestelijke gezondheidszorg op cliënt, regionaal en landelijk niveau 6. Wij zijn een innovatieve kennisorganisatie die professionele behandeling, begeleiding biedt en professionals opleidt 7. Wij zijn voor alle medewerkers een uitdagende, betrouwbare werkgever en bieden een veilige werkomgeving 8. Wij spelen een proactieve rol in de maatschappelijke ontwikkeling van de geestelijke gezondheidszorg 9. Wij willen een grotere efficiency bereiken door schaalvergroting. De besturingsfilosofie doet recht aan de centrale positie van de cliënt en de sterke regionale inbedding van de zorg. Centraal staan het delen van kennis, het continue streven naar verbetering en innovatie en het verbinden van de collectieve ambitie met de persoonlijke competenties van onze medewerker. In dit alles is het primaire proces van de hulp- en dienstverlening, waarin de cliënt centraal staat en de opleiding, waar de opleideling centraal staat, leidend.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
5
1.3. De juridische structuur De stichting GGz Centraal met statutaire zetel in de gemeente Amersfoort, kent als juridische structuur de stichting. De stichting GGz Centraal heeft een maatschapovereenkomst afgesloten met de stichting De Bascule ten behoeve van het Regionaal Centrum voor Kinder- en Jeugdpsychiatrie (RCKJP) in ’t Gooi en met Tactus verslavingszorg ten behoeve van Amethist, verslavingszorg Flevoland. Met de Stichting Meander Medisch Centrum heeft GGz Centraal een vennootschap onder firma afgesloten ten behoeve van het SymforaMeander Centrum voor Psychiatrie in Amersfoort. 1.4. De interne organisatiestructuur en personele bezetting GGz Centraal wordt bestuurd volgens het raad van bestuur/raad van toezicht model. De raad van toezicht is het toezichthoudende orgaan van de stichting en houdt conform de statuten en reglementen toezicht op de wijze waarop de raad van bestuur de organisatie bestuurt. De principes van de Zorgbrede Governancecode zijn in de statuten en in het reglement raad van toezicht vastgelegd. De raad van bestuur is statutair en integraal eindverantwoordelijk voor de bestuurstaken. Elk lid van de raad van bestuur stuurt rechtstreeks een deel van het management aan. Hiervoor is een portefeuilleverdeling gemaakt. Ook portefeuilles zoals onder andere de kwaliteit van zorg en veiligheid zijn onder de verantwoordelijkheid van een bestuurslid gebracht. Eind december 2012 bestond het bestuur van de Stichting GGz Centraal uit een driehoofdig collegiaal bestuur onder voorzitterschap van dr. T.J. Heeren. GGz Centraal heeft de zorg georganiseerd in vijf resultaatverantwoordelijke zorgeenheden (RVZe). Vier hiervan kennen een geografische grondslag. De vijfde is doelgroepgeoriënteerd en omvat de kinder- en jeugdpsychiatrie. De interne organisatie van een RVZe is doelgroepgeoriënteerd en georganiseerd rondom behandelprogramma’s. Daarnaast worden een drietal vakcentra onderscheiden, te weten: Personeelszaken, Financiën & Administratie, Facilitair Bedrijf & Vastgoed. De vakcentra hebben, elk op hun specifieke terrein, een beleidsvoorbereidende en – uitvoerende taak en zijn dienstbaar aan de organisatie. In de stafafdelingen, het bestuursbureau, bedrijfsbureau en de controller worden functies verzameld die een raad van bestuur nodig heeft om het gehele samenspel van zorgeenheden en de vakcentra te regisseren en te sturen. Innova is het instituut voor opleiden, wetenschappelijk onderzoek en innovatie van GGz Centraal. De geestelijke gezondheidszorg is een kennisintensieve sector. Kwaliteit van zorg is mede afhankelijk van het lerend vermogen van de organisatie en haar medewerkers. Wij vinden dat leren in de praktijk onlosmakelijk verbonden is met het opleiden en vormen van professionals. De praktijk stelt voortdurend nieuwe vragen aan de organisatie. Daarom bevordert GGz Centraal via Innova leren, onderzoek en innovatie in de praktijk en faciliteert zij de aansluiting van praktijk op theorie. GGz Centraal heeft een college geneesheer-directeuren BOPZ. Het college wordt gevormd door vier geneesheer-directeuren, aangesteld per RVZe. Dit zijn de heren F. Karman (Oostelijk Utrecht en KJP OU), T. Huygen (Gooi & Vechtstreek), R. Doornebal (Flevopolder Meregaard) en A. Hondius (Veluwe & Veluwe vallei, Flevopolder Lelystad en KJP Veluwe en Flevo), tevens voorzitter. De directe taken van het college houden verband met voor de patiënt ingrijpende beslissingen: voortzetten dwangbehandeling, beëindigen IBS of rechterlijke machtiging, ontslag of ongeoorloofde afwezigheid, opname, overplaatsing enz. Onder indirecte taken valt onder andere de uitvoering van de Wbopz-administratie.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
6
Medezeggenschap cliënten De centrale cliëntenraad is een onafhankelijk en zelfstandig orgaan van cliënten die gebruik maken van het zorgaanbod van GGz Centraal. Het doel van de centrale cliëntenraad is, binnen het kader van 2 de doelstellingen van GGz Centraal, het behartigen van gemeenschappelijke belangen van cliënten van de Stichting GGz Centraal. Conform de Wet Medezeggenschap Cliënten in de Zorg (WMCZ) brengt hij gevraagd en ongevraagd advies uit aan de raad van bestuur. De centrale cliëntenraad bevordert – in samenwerking met de RVZe-cliëntenraden - naar vermogen de participatie en medezeggenschap alsmede de belangenbehartiging van cliënten, zodat cliënten zoveel mogelijk worden betrokken bij de gang van zaken in de eigen leef-, behandel- en begeleidingsomgeving, op de verschillende locaties en niveaus binnen GGz Centraal. Medezeggenschap medewerkers De structuur van de medezeggenschap bestaat uit een ondernemingsraad (OR) en zes ondernemingsraadscommissies: (ORC’s) vijf voor de resultaat verantwoordelijke zorgeenheden (RVZe’s) en een voor de centrale diensten. Hiernaast heeft de OR een aantal vaste commissies voor centrale onderwerpen. De OR behandelt alle onderwerpen die de gehele organisatie betreffen, onderwerpen die het werkgebied van de ondernemingsraadscommissies overstijgen en onderwerpen die de ondernemer naar zich heeft toegetrokken. De ondernemingsraadscommissies behandelen voor de ondernemingsraad de aangelegenheden betreffende het organisatieonderdeel. e ondernemingsraad kent de ondernemingsraadscommissie de bevoegdheid toe tot het plegen van overleg met de directie/hoofden van het organisatieonderdeel en draagt daarmee de rechten en bevoegdheden van de ondernemingsraad over ten aanzien van de aangelegenheden van het organisatieonderdeel. Familie en naastbetrokkenen zijn een waardevolle gesprekspartner voor het management. De raden behartigen de collectieve belangen van familieleden en naastbetrokkenen. GGz Centraal streeft naar een familieraad per zorgeenheid. Eind december 2012 kende GGz Centraal drie familieraden: Zon & Schild, Veluwe & Veluwe Vallei en Flevoland. De familieraad Gooi & Vechtstreek is in oprichting.
2
Onder cliënten worden verstaan cliënten, patiënten en bewoners Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
7
1.4.1. Cijfers In de cijfers worden de effecten van de bezuinigingen van 2012 in de ggz zichtbaar, met name in de afname van het aantal personeelsleden. Personele bezetting GGz Centraal
2010
2011
2012
Aantal personeelsleden in loondienst op 31.12
3607
3763
3479
waarvan vrouw
2627
2736
2554
waarvan man
980
1027
925
2726
2658
2444
Aantal Fte in loondienst op 31.12.
Een nader onderzoek naar het aantal uitdiensttredingen levert de volgende gegevens op. Ontslag op eigen verzoek heeft in 2012 203 maal plaatsgevonden; ook het aantal ontbindingen lag hoger op 26. Leeftijdsontslag heeft 43 maal plaatsgevonden. Aantal / bedrag
Patiënten/cliënten, capaciteit, productie en opbrengsten GGz Centraal Totaal aantal patiënten/cliënten waaraan ggz wordt verleend
2010
2011
- MK -
Aantal patiënten/cliënten in zorg/behandeling op 31-12 van verslagjaar
11.932
11.488 22.782 Capaciteit
8993
Het aantal bedden/plaatsen dat beschikbaar is voor dagelijkse planning van opnames, verblijf of voor dagbehandeling.
2012
-S-
913
19.560
1.914
1.763
Productie Aantal in verslagjaar geopende DBC's (ontleend aan het instellingsinformatiesysteem, niet uit DIS)
14.339
17.710
33.382
28.323
Aantal in verslagjaar gesloten DBC's (betreft aantal gesloten dbc’s in het betreffende jaar ongeacht het openingsjaar, ontleend aan het instellingsinformatiesysteem, niet uit DIS)
13.270
17.656
33.870
31.190
Aantal dagen met verblijfszorg inclusief kleinschalig wonen en BOPZ in verslagjaar
278.306
302.742
584.827
556.927
Aantal deeltijdbehandelingen in verslagjaar
20.930
42.370
50.566
38.885
Aantal ambulante contacten in verslagjaar
207.954
305.616
557.637
519.722
Aantal geleverde dagdelen dagactiviteiten in verslagjaar
10.628
13.224
22.369
17.542
2010
Vacatures
aantal vacatures patiëntgebonden vacatures moeilijk vervulbare vacatures moeilijk vervulbare patiëntgebonden vacatures
3
voormalig Meerkanten
voormalig Symfora
94 82 49 48
198 157 51 49
2011
2012
257 172 15 15
403 368 7 5
waarvan 138 kleinschalig wonen, 85 deeltijdplaatsen en 582 bedden met BOPZ aanmerking Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
8
Er is sprake van een forse groei van vacatures; dit wordt vooral veroorzaakt door een andere manier van administreren. In het verleden werd 1 vacature geplaatst voor meerdere functies, nu zijn alle aangestelde functionarissen geteld. Moeilijk vervulbare vacatures blijven die voor psychiater, apothekersassistenten en ICT-functies. In 2012 is tweemaal gebruik gemaakt van een recruitmentbureau om de geschikte kandidaat te vinden.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
9
1.5. Meerjarenbeleidsplan 2011-2014 Het, in samenspraak met dwarsdoorsnede groepen uit de organisatie en met de medezeggenschapsorganen en familieraden tot stand gekomen, Meerjarenbeleidsplan 2011-2014 is uitgewerkt in korte en bondige beloften en waarden. De kernwaarden & toetsbare doelstellingen 2012 waren: 1. DICHTBIJ Wij bieden onze hulpverlening aan in regionaal ingebedde geestelijke gezondheidszorg en in bovenregionale expertisecentra.
Uitkomst 1
De uitvoering van de zorg is georganiseerd op basis van het Community Mental Health model geënt op het model van Thornicroft; 80% van onze cliënten tevreden is met de behandeling, zij geven een acht of hoger. Eind 2012 zal dit 82% zijn
Stand van zaken In 2012 is een klinische en een kortdurend ambulante CQi afgenomen. Voor de analyse van de uitkomsten is de doelstelling 2012 opgeknipt in twee delen: gemiddelde cijfer CQI is acht of hoger 82% of meer van de respondenten is tevreden Uitkomsten 2012 • Het gemiddelde cijfer van 8 wordt zowel bij de klinische populatie als de kortdurend ambulante populatie niet gehaald. Het gemiddelde cijfer is respectievelijk 7,1 en 7,6. • Het percentage cliënten gemeten met de Kortdurend ambulante CQi dat een acht of hoger geeft is 60% (in plaats van de beoogde 82%). Bij de klinische meting is dit percentage onbekend.
2
Wij leren van de 20% die niet tevreden is met de behandeling én formuleren jaarlijks verbetervoorstellen
De uitkomsten 2012 staan geagendeerd in de overlegvergadering centrale cliëntenraad – raad van bestuur in het 2de kwartaal. De uitkomsten en opvolging van de acties zijn geïntegreerd in de kwaliteitscyclus GGz Centraal.
3
Wij krijgen een acht van de externe belanghebbenden. 1 keer per 2 jaar voeren wij hiertoe een onderzoek uit.
Zie paragraaf 9.2 - De gemiddelde overall tevredenheid blijft op een 7.2 staan maar het aantal unieke respondenten is toegenomen van 11 naar 15.
GGz Centraal vertaalt dichtbij in de wijze waarop zij de geestelijke gezondheidszorg in haar verzorgingsgebied organiseert en inricht, in de intensieve samenwerking met haar stakeholders en in een relationele stijl van leidinggeven naar haar medewerkers. GGz Centraal biedt lokaal herkenbare, kleinschalige en toegankelijke zorg. Zorg is vraaggestuurd. In de curatieve GGZ wil GGz Centraal de intramurale zorgverlening daar waar mogelijk en wenselijk ambulantiseren. Ambulante zorg richt zich niet alleen op mensen die kortdurend zorg nodig hebben, maar juist ook op mensen met chronische psychische aandoeningen. Om hospitalisering te voorkomen is voor deze groep extramuralisering een permanent streven. Langdurige opname is maar voor een zeer beperkte groep medisch noodzakelijk4. Uit onderzoek is
gebleken dat de cliënten die op langdurig verblijf zijn aangewezen het merendeel zelfstandig kunnen en willen wonen.
4
Uit ‘Zorg werkt’, uitgave GGZ Nederland
Uitkomst
2. EIGEN KRACHT
Stand van zaken
1
Binnen iedere zorgeenheid zijn minimaal twee ervaringsdeskundigen werkzaam. Eind 2012 hebben wij zes ervaringsdeskundigen in dienst.
In bijlage 3 is stand van zaken HOZ & ervaringsdeskundigheid opgenomen.
2
Wij beïnvloeden actief de omgeving om cliënten aan het werk of aan een opleiding te helpen. Er is een structurele samenwerking met het Centrum voor Werk en Inkomen, grote werkgevers en cliënten door hen jaarlijks gericht te benaderen.
In het 3de en 4de kwartaal is het project/ subsidieaanvraag Eigen Talent Centraal in samenspraak met de centrale cliëntenraad en vertegenwoordigers van alle zorgeenheden in de steigers gezet. Een project gericht op de integratie en empowerment c.q. kwaliteit van leven van cliënten in de langdurige zorg, op het terrein van werkgelegenheid. GGz Centraal neemt 25% van de kosten voor haar rekening.
3
Er zijn eind 2012 twee speerpunten samen met de cliënten uitgewerkt in het kader van de verbetering van de kwaliteit van leven.
Zie 1.2
Wij bevorderen de eigen kracht en stimuleren de mogelijkheden van cliënten (empowerment) en willen dit als leidraad opnemen in de zorgprogramma’s c.q. behandelplannen.
Eigen kracht is een dynamisch begrip, een aansporing. Het appelleert aan een vermogen, aan iets dat mensen hebben en kunnen aanwenden. In de herstelgerichte benadering wordt verbinding gemaakt met krachten die dichtbij en duurzaam zijn. GGz Centraal stelt participatie en samenredzaamheid centraal. Door samen te werken met de cliënt, de cliëntenraad, de familieraad, de inzet van ervaringsdeskundigen en door de inzet van goed geschoolde medewerkers wordt de cliënt op elk niveau gestimuleerd zijn/haar eigen kracht weer terug te krijgen. Herstel is het individuele proces van de cliënt, het gaat over de regie in eigen hand hebben. Het kader Herstelondersteunende Zorg5 schetst de contouren van een herstelondersteunende organisatie. GGz Centraal streeft dit na. Het naastbetrokkenenbeleid gaat uit van de eigen kracht van het netwerk.
5
uit Kader Herstelondersteunende Zorg dd. 4 juli 2011 Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
11
Uitkomst
3. BETROKKEN EN VEILIG
Wij bieden een aangename, betrokken en veilige omgeving waar de cliënt zich op zijn gemak voelt.
Stand van zaken
1
We ontwikkelen samen met onze cliënten een ruimtelijke visie geënt op bijvoorbeeld het Planetree concept. Een vertegenwoordiger van de cliënten maakt onderdeel uit van het bouwteam. Eind 2012 is deze visie beschreven in toetsbare doelstellingen.
Eind november 2012 zijn een tweetal workshop onder de titel van “De mens in een helende omgeving, lief zijn kost geen tijd” gehouden met vertegenwoordigers van de cliëntenraden om met elkaar in gesprek te gaan over ‘het komen tot een aangename, veilige en betrokken omgeving waar de cliënt zich op zijn gemak voelt’. De uitkomsten worden begin 2de kwartaal 2013 gepresenteerd.
2
De organisatie bevordert een attitude van betrokkenheid en kritische solidariteit van medewerkers met cliënten. Hiertoe starten wij in de loop van 2011 een blog op intra- en internet.
Op de website bloggen medewerkers van GGz Centraal. http://www.ggzcentraal.nl/blog. In toenemende mate worden Social media ingezet.
3
Toepassen van de via het ARGUS-project opgespoorde best practices. Zie hoofdstuk 3 – Dwang & drang Twee best practices zullen jaarlijks worden uitgewerkt en organisatiebreed onder de aandacht worden gebracht. Verminderen van het aantal separaties en de duur hiervan zonder toename van medicatie, jaarlijks met 10%. De uitkomsten 2010 vormen hierbij het vertrekpunt.
GGz Centraal creëert een organisatie waar cliënten en medewerkers zich veilig voelen, waar sprake is van veilige en state-of-the-art zorg en van een veilige 6 werkomgeving . GGz Centraal wil haar rol in het veiligheids- en leefbaarheidsbeleid expliciteren. Veiligheid is een integraal onderdeel van de kwaliteit van zorg en van de kwaliteit van het werk. Door een evenwichtige verhouding tussen preventieve, beheersmatige- en zo nodig ook repressieve maatregelen wordt een goede balans tussen veiligheid en leefbaarheid gerealiseerd. De verantwoordelijkheid voor het integrale veiligheidsbeleid is in de lijn belegd. Medewerkers, cliënten en bezoekers zijn medeverantwoordelijk voor een veilige leef- en werkomgeving op de locaties. Het melden van (bijna)-incidenten wordt door het management gestimuleerd. Om op systematische wijze te leren van voorgevallen incidenten staat het onderwerp standaard op de agenda van de werkoverleggen. Wetenschappelijk onderzoek en innovatieve projecten met betrekking tot veiligheid worden gestimuleerd.
6
Kader Veiligheid, Veilig werken, Veilige zorg & Verbeteren dd. oktober 2010 Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
12
4. GASTVRIJ Wij staan iedereen direct te woord en elke vraag wordt adequaat beantwoord.
Uitkomst
Stand van zaken
1 Binnen één werkdag krijgt iedereen een passend, oplossingsgericht antwoord en voelt zich gekend. Alle medewerkers worden hierin getraind. Hiertoe ontwikkelen wij in 2011 een gastvrijheidsmodule met de verschillende rvze-en een gastvrijheidsindicator die wij vanaf 2012 gaan meten.
Deze doelstelling is in 2012 uitgewerkt. Innova biedt voor GGz Centraal een geïntegreerde aanpak van veiligheid in hun trainingen. Een zestal modules zijn aan elkaar verbonden en op maat in te zetten voor alle functies en afdelingen binnen de organisatie. De 1ste module Gastvrijheid wordt aan iedereen aangeboden.
2 De nieuwe organisatie werkt vanaf 2011 met minimale wachttijden en vermeldt actuele wachttijden op de website.
De wachttijden van de verschillende zorgonderdelen staan overwegend vermeld op de website van GGz Centraal.
Gastvrijheid kan verschil maken in de beleving van de cliënt, bijdragen aan een sneller herstel, een veiligere omgeving, een prettiger verblijf en aan de keuzevrijheid en autonomie van de cliënt. Mensen staan voorop. Gastvrijheid is sterk gerelateerd aan het Planetree-concept. Het ontplooien van gastvrij gedrag bij management, leidinggevenden en medewerkers vraagt om bewustwording, gedragsverandering en heldere afspraken. Het ervaren van gastvrij gedrag verhoogt de tevredenheid van cliënten, medewerkers en naastbetrokkenen. Cliënten voelen zich welkom en serieus genomen.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
13
Uitkomst
5. VERANTWOORDELIJK 1
2
Wij zijn een actieve partner voor het realiseren van geestelijke gezondheidszorg op cliënt-, regionaal en landelijk niveau.
Stand van zaken
Wij hebben een besturingsfilosofie gerealiseerd, waarmee wij recht doen In het eerste fusiejaar, 2011, heeft een sterk accent gelegen op de aan de autonomie en de medezeggenschap van cliënten en veranderingen in structuren en processen binnen de organisatie. Het medewerkers. consequente aanhouden van het decentrale sturingsprincipe met resultaat verantwoordelijke zorgeenheden stond hierbij centraal. Dit biedt de zorgeenheden mogelijkheden inhoud te geven aan de organisatie-eenheid en de colour locale in de geestelijke gezondheidszorg. Naast de Ondernemingsraad en Centrale cliëntenraad zijn er in 2012 op het niveau van de RVZe-en regionale cliëntenraden en ondernemingsraadcommissies (ORC). De medezeggenschap is nu meer op de locale situatie gericht en er is sprake van een grotere betrokkenheid van cliënten en medewerkers uit de regio direct op het beleid. Wij kennen de behoeften van overheden en zorgverzekeraars/ financiers GGz Centraal kent de behoeften van de overheid (bezuinigingen, ambulantisering, afbouw bedden, prestatiebekostiging, Basis GGZ: versterking eerstelijn, innovatie) en zorgverzekeraars/financiers (kwaliteit van zorg, FACT, transparantie en inzicht in de resultaten)
3
De relatie met de Algemene Ziekenhuizen is gestructureerd: binnen twee jaar is er met alle ziekenhuizen in het werkgebied een samenwerkingsovereenkomst getekend waarin duidelijk is hoe de afstemming tussen de somatische en psychiatrische zorg is geregeld en hoe voor bijzondere doelgroepen de programma’s geregeld worden.
GGz Centraal heeft vele samenwerkingsrelaties en werkt actief samen met andere stakeholders om de geestelijke gezondheidszorg verder te verbeteren. Een voorbeeld hiervan de samenwerking met Tactus verslavingszorg en de verslavingskliniek van GGz Centraal in Amethist Verslavingszorg welke begin januari 2013 van start ging.
4
Wij zijn ‘eerste aanbieder in zorg’ voor de zorgverzekeraars en ketenpartners. Onze ketenpartners zijn in ieder geval de bureaus voor jeugdzorg, de algemene ziekenhuizen, de huisartsen, de verslavingszorg, de RIAGG, de Openbare Geestelijke Gezondheidszorg, de thuiszorg, de verpleeg- &verzorgingshuiszorg, de verstandelijk gehandicaptenzorg, de forensische psychiatrie en andere psychiatrische aanbieders. Als maatschappelijk ondernemer zijn wij in staat zijn snel en flexibel op relevante externe ontwikkelingen een passend antwoord te geven.
GGz Centraal beschouwt het als haar maatschappelijke verantwoordelijkheid het voortouw te nemen bij het verbeteren van de kwaliteit van zorg in de keten.
5
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
De forse bezuinigingen en het tempo van de beoogde veranderingen in de geestelijke gezondheidszorg plaatst GGz Centraal voor een zeer grote uitdaging. Deze trekken een grote wissel op de organisatie en haar medewerkers. Niettemin stelt GGz Centraal zich ten doel door flexibiliteit de kwaliteit van zorg voor zoveel mogelijk cliënten te borgen en gedwongen ontslagen te voorkomen.
14
GGz Centraal voelt zich verantwoordelijk voor de geestelijke gezondheidszorg in zijn breedste vorm. Vanuit onze positie als grootste en eerste aanbieder van geestelijke gezondheidszorg in ons verzorgingsgebied zijn wij ons bewust van deze bijzondere verantwoordelijkheid in de relatie tot onze cliënten en toekomstige cliënten, financiers en keten- en samenwerkingspartners. Wij zijn resultaatgericht en hechten waarde aan een consequente relatie tussen zeggen en doen. 6. DESKUNDIG EN VERNIEUWEND
Wij zijn een toonaangevende en innovatieve kennisorganisatie die professionele behandeling/ begeleiding biedt én professionals opleidt.
Uitkomst
Stand van zaken
1
De basis van innovatie zijn de zorgvragen van onze cliënten en het cliëntsysteem.
De cliëntenraad maakt onderdeel uit de van de innovatiecommissie die innovatieaanvragen beoordeelt en selecteert.
2
Wij doen toegepast wetenschappelijk onderzoek o.a. in samenwerking met universitaire centra. Jaarlijks streven wij naar minimaal 5 publicaties in toonaangevende vakliteratuur en zijn zichtbaar aanwezig op het Voorjaarscongres van de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie (NVvP)
Zie verslaglegging hoofdstuk 7
3
Wij verzorgen (in-service) opleidingen voor zorgprofessionals van VMBO- tot en met Post Master niveau en bieden stagemogelijkheden. Daarbij worden jaarlijks targets afgesproken.
Zie verslaglegging hoofdstuk 7
4
Van onze expertisecentra (derde lijnsvoorzieningen) worden minimaal drie expertisecentra als zodanig herkend. De expertisecentra kennen jaarlijks een stijgend marktaandeel.
5
Wij lopen vooraan in kennismanagement en ontwikkelen en toepassen van professionele standaarden. In 2011 ontwikkelt Innova hierop beleid met concrete doelstelllingen voor de jaren 2012-2014
In het Stakeholdersonderzoek 2012 is net als in 2011 de vraag opgenomen ‘Bent u tevreden over de deskundigheid en expertise van GGz Centraal?’. Stakeholders herkenden de deskundigheid en expertise en beoordeelden deze met een 7,9 (2011 – 7,6) Zie verslaglegging hoofdstuk 7
6
Wij implementeren in 2012 e-health in vier van onze behandelprogramma’s.
Bestaande projecten: Eetstoornissen, Persoonlijkheidsstoornissen en Marina de Wolf, Stemming en Angst, Fornhese ASS, RCKJP ADHD, Sterker dan drank, Jong volwassenen, Sociale psychiatrie, Persoonlijkheidsstoornissen Rembrandthof Nieuwe projecten: RCKJP Leerkrachten, Fornhese ADHD, Onderzoek en Advies Flevoland. Ons e-health platform wordt geschikt gemaakt voor mobiele telefoons en tablets. Ons e-health platform wordt gekoppeld aan het nieuwe ZIS van GGz Centraal. GGz Centraal doet mee met onderzoeken van de universiteit van Twente en GGz Nederland naar het gebruik en de effectiviteit van e-health. Bij dertien behandelprogramma’s van GGz Centraal krijgen cliënten een combinatie van face-to-face met online behandeling aangeboden. Deze blended vorm van behandelen sluit goed aan bij de kernwaarden van GGz Centraal: • Dichtbij; de cliënt kan met e-health vanuit huis
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
15
•
•
•
behandelopdrachten uitvoeren; Eigen kracht; via e-health wordt de cliënt gestimuleerd zelfstandig kleine opdrachten uit te voeren ter vergroting van de empowerment; Betrokken en veilig; in de veilige e-health omgeving vindt frequent contact plaats tussen behandelaar en cliënt. Dit versterkt hun onderlinge band; Deskundig en vernieuwend; e-health is een innovatief product dat extra mogelijkheden biedt voor onze professionele behandelorganisatie.
De activiteiten van GGz Centraal zijn er op gericht de kwaliteit van zorg en de organisatie van de zorg te optimaliseren door innovatie en scholing. GGz Centraal stimuleert medewerkers die het dichtst bij de cliënt staan, om vanuit hun positie in de instelling en hun professionele inzichten kwaliteitsnormen en richtlijnen te ontwikkelen. De expertisecentra van GGz Centraal streven transparantie en kwaliteitsverbetering na op het terrein van de behandeling van onze patiënten en het onderzoek naar de effectiviteit daarvan. GGz Centraal faciliteert de stap van innovaties in het primaire proces. GGz Centraal daagt kennis- en marktpartijen uit tot vernieuwing.
7. UITDAGEND EN BETROUWBAAR
Uitkomst 1
Wij zijn voor alle medewerkers een uitdagende, betrouwbare werkgever en bieden een veilige werkomgeving.
2
Stand van zaken
Als organisatie dagen wij onze medewerkers uit tot kennisproductiviteit door: • professionele en persoonlijke kwaliteiten in beeld te hebben. • competenties te ontwikkelen die nodig zijn om te innoveren. • competentieprofielen opgesteld te hebben. • prestatie-afspraken te maken. • afspraken over opleiding te maken. • actief te zijn met talentontwikkeling. • levensfasebewust personeelsbeleid. • ‘jaarmarkten’ te organiseren met ‘best practices’.
De organisatie biedt kansen op elk scholingsniveau.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
Performance Management; het betekent zoveel als: functioneren, presteren, resultaten halen, jezelf laten zien. De Ondernemingsraad heeft in 2012 instemming gegeven. In 2013 wordt het performance management organisatiebreed ingevoerd en kunnen leidinggevenden getraind worden om de instrumenten in te zetten. Het functiegebouw GGz Centraal groeit gestaag. In 2012 zijn veel functies beschreven en vastgesteld. De verwachting is dat eind 2013 het gebouw voor 85% gereed zal zijn. Verdere ontwikkeling van het verzuimbeleid; nadere aanscherping is noodzakelijk gezien de organisatiebrede stijging van het verzuim in 2012. Zowel de personeelsadviseurs als de leidinggevenden van de RVZe Zon & Schild zijn getraind in “Oplossingsgericht verzuimmanagement”. Ook is een aanzet gedaan tot duurzame inzetbaarheid en vitaliteit; dit zal in de komende jaren verder worden ontwikkeld. Is noodzakelijk gezien de gemiddelde leeftijd van het personeel en het gegeven dat iedereen langer moet doorwerken.
16
3
4
Wij betrekken medewerkers actief bij het organisatiebeleid. Een ieder kan daarbij invloed uitoefenen, in ieder geval met betrekking tot het eigen domein. We gebruiken hiervoor o.a. rondetafelbijeenkomsten, Medewerkerstevredenheidsonderzoek en Jaargesprekken. Het creëren van een veilige cultuur waarin incidenten gemeld kunnen worden. De mate van ervaren veiligheid wordt gemeten in het Medewerkertevredenheidsonderzoek 2012. We streven hierbij naar een duidelijke en zichtbare toename van ervaren veiligheid ten opzicht van 2012, in 2014.
In 2012 organiseerde Innova in het kader van het Management Developmenttraject een studiedag voor alle leidinggevenden van GGz Centraal. Uit de onderhandelingen tussen de werknemersorganisaties en GGz Centraal is als resultaat een Doorlopend Sociaal Plan Organisatieontwikkeling 2012-2014 opgesteld. In het 2de kwartaal is het MTO afgenomen. Zie hoofdstuk 3 – TriasWeb (Veilig Incident Melden) In april is een onderzoek uitgezet naar de tevredenheid van medewerkers, het MTO. Dit doet wij eens per 3 jaar. Het algemeen cijfer is een 6,5 (2009 - 7,1). Exact 1.744 medewerkers hebben de vragenlijst ingevuld, een percentage van 49% (in 2009: 50%). De uitkomsten worden door het management gebruikt om verbeterdoelen te formuleren.
GGz Centraal inspireert, daagt uit en doet! Het management van GGz Centraal inspireert, daagt uit en doet! GGZ Centraal heeft oog voor talent en maakt werk van talent. Medewerkers krijgen in lijn met het opleidingsplan gelegenheid om hun talenten actief te ontdekken, te ontwikkelen en te gebruiken. 8. MIDDEN IN DE MAATSCHAPPIJ Wij spelen een pro-actieve rol in de maatschappelijke ontwikkelingen van de geestelijke gezondheidszorg.
Uitkomst 1
Stand van zaken
Wij willen de mening van politici (landelijk, regionaal, locaal) beïnvloeden ter verbetering van de positie van de cliënten in de GGz (destigmatisering).
GGz Centraal voert een actief communicatie- en persbeleid.
Afspraken hieromtrent leggen wij vast in het strategisch communicatiebeleid. 2
Wij benaderen jaarlijks actief stakeholders die van belang zijn voor de maatschappelijke positie van onze cliënten (o.a. woningcorporaties, CWI’s), evalueren de uitkomsten hiervan en betrekken deze bij nieuw te formuleren beleid.
Zie paragraaf 9.2
GGz Centraal staat midden in de samenleving. Als organisatie voelen wij ons maatschappelijk verantwoordelijk voor onze cliënten en voor de geestelijke gezondheidszorg in algemene zin. Vanuit de maatschappelijke betrokkenheid speelt GGz Centraal tijdig, pro-actief en adequaat in op ontwikkelingen binnen de geestelijke gezondheidszorg.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
17
9. DOELMATIG, DOELTREFFEND EN DOORDACHT Wij willen een grotere efficiency bereiken door schaalvergroting
Uitkomst 1
Stand van zaken
Wij stellen jaarlijks verbeteringsvoorstellen voor doelmatigheid vast. De vakcentra formuleren hiertoe in 2011 kengetallen en normen voor doelmatigheid. Deze worden in de hierop volgende jaren gemonitored en geëvalueerd.
Eén van de doelen die in het Fusiedocument worden vermeld, luidt: Wij willen een grotere efficiency bereiken door schaalvergroting’ en meer concreet: Wij brengen de overheadkosten jaarlijks omlaag ten gunste van de zorg / het primaire proces, mede in verband met concurrentieoverwegingen’. Eind 2012 hebben de ondersteunende diensten de synergienota ‘Krachten bundelen, voorstel voor reorganiseren en besparen’ gepresenteerd. In het rapport wordt en nieuwe organisatiestructuur voor de ondersteunende diensten gepresenteerd. Door herinrichting en clustering van processen, afdelingen en diensten kan (meer) synergie bereikt worden en wordt een efficiëntere bedrijfsvoering mogelijk. Besloten is de reorganisatie gefaseerd in te voeren. In de eerste helft van 2013 willen we starten met de meest urgente verandering richting een nieuwe organisatiestructuur van de ondersteunende diensten, te weten de vorming van een vakcentrum informatievoorziening. De adviesaanvraag aan de OR heeft hierop betrekking. Daarnaast zal de raad van bestuur zich beraden op de verdere herinrichting van de ondersteunende diensten.
2
Wij maken onze medewerkers bewust van een efficiëntere manier van werken door resultaten op individueel- en afdelingsniveau te behalen en deze terug te koppelen via VIZIER aan leidinggevenden.
Alle leidinggevenden hebben toegang tot het managementinformatiesysteem VIZIER. In VIZIER is informatie opgenomen over de DBC-productie, ROM-registratie, verzuim en begroting- en exploitatieoverzichten. Hiernaast is organisatiebreed RAETonline ingevoerd.
GGz Centraal is een lerende organisatie door onverbiddelijke reflectie en door het continu gestaag verbeteren. GGz Centraal wil zich buigen over de vraag hoe de ggz efficiënter kan worden ingericht. Ten aanzien van de behandelingen zal kritisch gekeken worden naar de inrichting en effectiviteit. Dit betekent onder andere de inzet van FACT, snelle diagnostiek, groepsbehandelingen en e-health. De kwaliteit van de zorg zelf moet uiteraard van hoog niveau zijn en blijven. Om de regeldruk verantwoord te verminderen kijkt GGz Centraal kritisch naar de procedures en afspraken die kwaliteits- of doelmatigheidsverbetering in de weg staan en die leiden tot onnodige interne bureaucratie. Door werkprocessen te stroomlijnen en met elkaar een goed werkklimaat te scheppen, kunnen we gedreven en met plezier bijdragen aan de efficiency en de kwaliteit van zorg.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
18
De speerpunten in het beleid 2012 waren: • e-health • functie assertive community treatment (FACT) • herstel ondersteunende zorg (HoZ) • routine outcome monitoring (ROM) • de voorbereidingen om in 2013 te komen tot een integratie van de twee zorginformatiesystemen tot een nieuw elektronisch patiëntendossier Bedrijfsbureau – afdeling ICT-services: continuïteit en vernieuwen In het afgelopen jaar is de uitgangspositie van GGz Centraal m.b.t. ICT flink verbeterd. De migratie naar één gemeenschappelijke en moderne ICT-infrastructuur is succesvol afgerond. Hiermee is een basis gecreëerd voor verdere vernieuwingen met ICT. Er ontstaan daardoor mogelijkheden de kwaliteit en efficiëncy van de bedrijfsprocessen verder te verbeteren. Zowel vanuit het primair proces als vanuit de ondersteunende diensten is er grote behoefte aan het verder toepassen van de mogelijkheden van moderne ICT. Er is een ICT-vernieuwingsplan opgesteld voor de komende twee jaar en op verschillende terreinen zijn projecten en pilots gestart. In 2013 zal de focus liggen op de vervanging van de twee huidige zorginformatiesystemen door één nieuw systeem. Dit systeem sluit beter aan op de huidige en toekomstige informatiebehoeftes van onze organisatie en maakt een efficiëntere bedrijfsvoering mogelijk. Aspecten van informatiebeveiliging spelen een belangrijke rol bij veel beslissingen op het gebied van ICT. Het gaat hierbij zowel om de beveiliging van en toegang tot gegevens als om de continuïteit van de gegevensverwerking. Er ligt er een voortdurende focus op bewaking en inperking van de risico’s. Dit heeft zich in 2012 o.a. ‘vertaald’ in een verdeling van de centrale computerfaciliteiten over 2 locaties. Door gebruik te maken van moderne technieken als virtualisatie en clustering van servers worden belangrijke continuïteitswaarborgen gecreëerd. Binnen de ICT-afdeling heeft een reorganisatie plaatsgevonden. De afdelingen servicedesk en systeembeheer werken meer volgens standaard procedures (‘ICT-best practises’). Ook is er in opleidingen en training van het personeel geïnvesteerd. Hierdoor is de deskundigheid beter geborgd en worden risico’s eerder onderkend en beter ingeschat. 1.6 Centrale Cliëntenraad 2012 Structuur medezeggenschap door cliënten Bij GGz Centraal is de organisatiebrede medezeggenschap door cliënten neergelegd bij de Centrale Cliëntenraad (CCR). De Centrale Cliëntenraad wordt gevormd door vertegenwoordigers vanuit de vijf Resultaat Verantwoordelijke Zorgeenheden (RVZe) van GGz Centraal: Flevoland, Gooi & Vechtstreek, Oostelijk Utrecht, Veluwe & Veluwe Vallei en Fornhese. De RVZe Fornhese is (nog) niet vertegenwoordigd in de CCR. Het blijft een zoeken naar een werkwijze om de stem van deze RVZe ook te horen binnen de CCR. Het verslagjaar heeft voor de CCR in het teken gestaan van de verdere opbouw van de raad. Binnen de RVZe’s zijn de regionale cliëntenraden tot stand gekomen en zijn deze vertegenwoordigd in de CCR. Nu alle regio’s hun samenwerkingsovereenkomst getekend hebben met de betreffende directie is het “i.o.” verdwenen en is er sprake van een echte CCR. Hoewel de CCR nu kan functioneren wil dat nog niet zeggen dat zij dat als team ook echt doet. De diverse bloedgroepen (de fusiepartners Meerkanten en Symfora) zijn nog te veel te horen. Om eenduidigheid te verkrijgen zijn er in 2012 twee cliëntenradendagen georganiseerd onder leiding van LOC (Zeggenschap in zorg). Een gemeenschappelijk basis is gelegd en de CCR kan verder bouwen aan de teamgedachte. In de laatste maanden van het verslagjaar komen Best Practice maar ook problemen uit de RVZe’s in de CCR-vergaderingen ter sprake. De CCR-leden denken met elkaar mee en nemen ideeën mee naar de RVZe. Ondersteuning Iedere cliëntenraad van de RVZe heeft een eigen budget en een ondersteuner. De ondersteuner is in dienst bij GGz Centraal, de cliëntenraden zijn inhoudelijk de opdrachtgever. De ondersteuning draagt bij aan de continuïteit en het functioneren van de raden.
De budgetten zijn vastgelegd in een Kader Budgetregeling GGz Centraal die de raad van bestuur in samenspraak met de CCR heeft opgesteld. De verdeling van de ondersteuningsuren zijn gemaakt op basis van de omzet van GGz Centraal. Alle cliëntenraden van de RVZe’s beschikken over kantoorfaciliteiten maar daar bestaat onderling wel verschil in, dat loopt van “ruim bedeeld” tot “zeer karig”. Overleggen De cliëntenraden van de RVZe-en hebben regelmatig overleg met de regiodirectie. De CCR heeft één keer per twee maanden (zes keer per jaar) overleg met de voorzitter van de Raad van Bestuur. De agenda voor het overleg wordt in samenspraak met de Raad van Bestuur opgesteld. Eenmaal sprak de CCR met de klachtencommissie van GGz Centraal. Bij de laatste overlegvergadering met de Raad van Bestuur in december was de Raad van Toezicht van GGz Centraal aanwezig. Verder is de CCR vertegenwoordigd in de commissie Medicatieveiligheid en heeft zij gesproken met de externe audit voor HKZ. Ook is er vertegenwoordiging in het projecten Moreelberaad, Lopend Vuur, Leefstijl, Neveneffecten Behandeling en in de innovatiecommissie van Innova. Adviezen De CCR heeft in 2012 een aantal adviezen uitgebracht. De CCR heeft advies uitgebracht over de volgende onderwerpen: • Huisregels GGz Centraal • Klachtenreglement cliënten • Indigo Centraal De adviesaanvragen zijn met hier en daar een vraag en/of kanttekening positief beantwoord. Andere aandachtspunten Naast de gevraagde adviezen heeft de CCR i.o. nog een aantal onderwerpen besproken. Veel aandacht en tijd werden besteed aan: • het vormen van dagelijks bestuur en de andere functies binnen de CCR • kwaliteitstoetsing vanuit het cliëntenperspectief. • deelname aan de sollicitatiecommissie inzake directeur Indigo. Tot slot Oude ideeën loslaten en onbekende wegen inslaan, vraagt energie en moed. En dat is de CCR gelukt. Op het gebied van kwaliteitstoetsing vanuit cliëntenperspectief gaat de raad een gezamenlijke nieuwe weg in. De CCR heeft een commissie Kwaliteitstoetsing ingesteld die gaat werken volgens de Kadernota Kwaliteitstoetsing GGz Centraal. In 2013 worden de (dag) activiteitencentra in alle RVZe’s getoetst.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
20
2. Financiële informatie 2.1 Ontwikkelingen De zorg is ingrijpend aan het veranderen. Door toenemende kosten is op macroniveau de noodzaak ontstaan het zorgstelsel ingrijpend te wijzigen. 7
In de diverse akkoorden zijn voor de GGZ de volgende plannen opgenomen: • veranderingen zorgstelsel o de uitbreiding van de generalistische basiszorg die tot een verschuiving van de 2e lijn richting 1e lijn moet gaan leiden. o het aantal bedden dient afgebouwd te worden met een derde ten opzichte van het totaal van 2008 in samenhang met meer ambulante zorg. o de voorgenomen transitie van kinder- & jeugdpsychiatrie naar de gemeenten. •
bezuinigingen en wijzigingen van de financierings- en bekostigingsstructuur o er zal sprake zijn van een gemaximeerde groei, wat een verlaging van de groeiruimte van 2,5% naar 2% betekent. o de langdurige GGZ wordt overgeheveld van de AWBZ naar de zorgverzekeringswet per 1 januari 2015. o de prestatiebekostiging is per 1 januari 2013 ingevoerd. De financiering van de ZVW zorg vindt plaats op basis van Diagnose Behandel Combinaties (DBC’s). Er is sprake van vrijere en integrale tarieven, wat inhoudt dat deze tarieven inclusief kapitaallasten zijn. In 2013 zal nog wel een nacalculatie plaatsvinden op basis van een transitiemodel. Vanaf 2014 zal de bekostiging niet meer plaatsvinden op basis van een nacalculatie, maar volledig op basis van DBC’s. Er is dan nog wel sprake van een beperkt vangnet. Voor de toekomst worden diverse mogelijkheden voor kortingsmaatregelen uitgewerkt, waaronder tariefkorting, macrobeheersinstrument en generieke korting. o de invoering van de Normatieve Huisvestingscomponent door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).
GGz Centraal speelt in op deze ontwikkelingen en heeft een impactanalyse opgesteld naar aanleiding van het bestuurlijk akkoord Toekomst GGZ 2013-2014. Hierbij wordt met name ingegaan op de reductie van bedden, het substitueren van deze reductie door middel van ambulante zorg, de impact op de vastgoedportefeuille en de vastgoedexploitatie, de uitrol van het (flexible) assertive community treatment (FACT)-concept in het kader van de extramuralisering en de invoering van de basis-ggz (oprichting van Indigo-Centraal). GGz Centraal heeft verhoogde aandacht voor de reductie van de personeelskosten in relatie tot de verwachte omzetkrimp die het gevolg is van voornoemde ontwikkelingen. Het beleid van GGZ Centraal is om dit zoveel mogelijk via natuurlijk verloop te realiseren en gedwongen ontslagen zoveel mogelijk te vermijden. Flexibilisering van arbeid wordt hierbij als middel ingezet om de personele inzet optimaal op de zorgvraag af te stemmen. Uit de analyse van de vastgoedexploitatie en de momenteel bekende informatie blijkt dat in de jaren 2016 en 2017 sprake is van substantieel hogere vastgoedkosten omdat naast de extra kapitaalslasten in verband met de nieuwbouw ook sprake is van sloopkosten en desinvesteringen van gebouwen die moeten worden geamoveerd. Gezien de effecten op de vastgoed- en zorgexploitatie heeft GGz Centraal vooralsnog voor afbouw van bedden op basis van de strategische koers (afbouw capaciteitsontwikkeling met 15,1%) gekozen. Hierbij vindt enerzijds nieuwbouw plaats voor 375 plaatsen ter vervanging van voorzieningen die functioneel en technisch verouderd zijn, maar dient ook voor 35.000 m2 aan gebouwen en terreinen een alternatieve bestemming te worden gezocht of dienen activa te worden afgestoten.
7
Bestuurlijk Akkoord GGZ 2013-2014 en het Regeerakkoord 2013 Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
21
2.2 De behaalde omzet en resultaten Bedrijfsopbrengsten (in euro's) 2010 - MK -S87.618.931 121.310.551
2011
2012
214.220.044
213.604.205
Waarvan wettelijk budget voor AWBZ/Zvw-zorg, exclusief subsidies
83.481.180
115.014.314
203.910.551
202.535.022
Waarvan overige bedrijfsopbrengsten
4.137.751
6.296.237
10.309.493
11.069.183
Totaal bedrijfsopbrengsten (in euro's) in verslagjaar
2.3 De toestand op balansdatum 2009
2010
2012
2011
Totaal bedrijfsopbrengsten 205.760.969 *
210.003.841 *
214.220.044
213.604.205
Exploitatieresultaat 3.559.123 Eigen vermogen
34.197.095 16,60% *
814.741
4.161.419
1.887.200
35.011.836 16,67% *
39.173.255 18,29%
41.060.455 19,22%
0,63
0.83
Current ratio 0,78
0,58
Solvabliteit 13,70% 13,10% 14,37% 15,71% * Totale bedrijfsopbrengsten zijn in de vergelijkende cijfers 2010 en 2009 aangepast als gevolg van presentatie rente baten extern budget Symfora niet meer onder financiële baten maar onder wettelijk budget m.i.v. 2011 e.e.a conform Meerkanten methodiek. Hierdoor wijzigt uiteraard ook het % eigen vermogen ten opzichte van totale bedrijfsopbrengsten.
2.4 De voornaamste risico’s en onzekerheden In 2011 heeft GGz Centraal vastgesteld op welke wijze GGz Centraal met risicomanagement om wil gaan. Dit is vastgelegd in een kadernota. Uitgangspunt is dat risicomanagement een integraal onderdeel is van de zorgverlening en de bedrijfsvoering. In de beleidscyclus komt dit tot uiting door structurele aandacht voor en opvolging van risico’s en maatregelen in o.a. de management contracten en de management review. In 2012 heeft de nadruk gelegen op de praktische implementatie van risicomanagement op procesniveau. Risicomanagement heeft een vaste plaats gekregen binnen procesbeschrijvingen, jaarplannen en projectplannen. De medewerkers zijn geschoold in het toepassen van prospectieve risico inventarisaties. Zowel management team als raad van toezicht hebben in 2012 een risico-inventarisatie uitgevoerd. De belangrijkst risico’s zijn hieronder weergegeven. De opvolging van de risico’s is geborgd in de beleidscyclus.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
22
Het gaat om een selectie en weergave van de belangrijkste risico’s en onzekerheden. Onderdeel
Toelichting
Strategie
risico’s en onzekerheden die een belemmering vormen om een strategie te realiseren bijvoorbeeld de mate van concurrentie, technologische ontwikkelingen.
Toename interne bureaucratie Onvoldoende interne samenwerking en afstemming tussen organisatieonderdelen Verdere te verwachte landelijke (bezuinigings-) maatregelen Inconsistent overheidsbeleid
Operationeel
risico’s en onzekerheden die direct de effectiviteit en efficiency van de operationele activiteiten beïnvloeden. bijvoorbeeld de kwaliteit van personeel, uitval van ICT systemen.
Financieel
bijvoorbeeld liquiditeitsrisico’s, renterisico’s, onzekerheid om (geborgd) geld aan te trekken
Vertraging in facturatie van DBC’s a.g.v. interne en externe oorzaken Het niet meer voldoen aan de vereisten van externe financiers om zelfstandig leningen aan te gaan via het Waarborgfonds van de Zorgsector Onzekerheid in ‘permanente’ bevoorschotting zorgverzekeraars Onzekerheid in hoogte werkkapitaalfinanciering huisbankier Rente risico’s
Financiële verslaggeving
risico’s en onzekerheden die verband houden met de betrouwbaarheid van de verslaggeving. bijvoorbeeld waarderingsvraagstukken rondom zorgvastgoed, de mate van subjectiviteit van inschattingen. Dit soort risico’s en onzekerheden hebben een directe invloed op de organisatie en de bedrijfsprocessen.
Overgang op nieuw ZIS Impairment gevolgen Leegstand vastgoed
Wet- en regelgeving
GGz Centraal
Ontoereikende managementinformatie Storing IT systemen (ernstig letsel door) suïcidepoging (ernstig letsel door) fouten met medicatie (ernstig letsel door) agressie
Onzekerheid over wet- en regelgeving met vervallen vangnet in 2013 Vanuit extern opgelegde ratio’s
2.5 De kasstromen en financieringsbehoeften De kasstromen worden in belangrijke mate beïnvloed door het financierings- en bekostigingsbeleid van de overheid. Dit is thans vooral merkbaar als gevolg van de invoering van de DBC-systematiek, waarbij alle ggzinstellingen zelf het onderhanden werk op de zorgverzekeringswet-productie (DBC’s) moet voorfinancieren. Aangezien de gemiddelde looptijd van DBC’s in de ggz gemiddeld 7 à 8 maanden betdraagt, leidt dit tot een fors beslag op het benodigde werkkapitaal. Binnen GGZ Centraal bedraagt de ZVW-omzet circa € 130 miljoen. Permanent voorschot Ter financiering van het benodigde werkkapitaal heeft een aantal verzekeraars een permanent voorschot verleend. Daarmee was circa de helft van het benodigde werkkapitaal gedekt. In de loop van 2012 hebben twee van de grootste verzekeraars, namelijk Achmea en Agis, de voorfinanciering eenzijdig herzien en een kwart van het totale permanente voorschot (circa € 11 miljoen) teruggevorderd. In 2012 is actief onderzocht of met met een aantal overige verzekeraars bevoorschottingsafspraken gemaakt konden worden, wat heeft geleid tot het rondkomen van bevoorschotting vanuit zorgverzekeraar UVIT voor 3 miljoen. De grootste consortia van zorgverzekeraars bevoorschotten GGz Centraal op dit moment. De totale bevoorschotting door zorgverzekeraars bedraagt ultimo 2012 € 37 miljoen. Jaarlijks herijken de consortia van de zorgverzekeraars de bevoorschotting op basis van
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
23
de feitelijke onderhanden werk standen/ geleverde productie. Deze herijking vindt jaarlijks plaats in de periode mei t/m oktober. Toch zal ook in 2013 actief worden gekeken naar de mogelijkheden tot extra bevoorschotting. Kredietfaciliteit Rabobank Ter dekking van de werkkapitaalbehoefte is met de Rabobank een kredietfaciliteit overeengekomen. De maximale kredietruimte is het bedrag dat GGz Centraal als gemiddelde netto-vlottende schuld per kwartaal mag onttrekken. Het kredietplafond is in afstemming met Rabobank bepaald op 50 miljoen euro. Het exacte kredietbedrag per kwartaal fluctueert en is afhankelijk van het saldo van onderhanden werk en openstaande debiteuren facturatie DBC’s verminderd met de permanente e voorschotten door zorgverzekeraars. Voor het 3 kwartaal 2012 is het bedrag vastgesteld op 48 miljoen euro. Dit bedrag zal in 2013 naar verwachting 50 miljoen euro bedragen. Tezamen met de bevoorschotting door de zorgverzekeraars resulteert dit in voldoende ruimte en flexibiliteit om aan de doorlopende financiële verplichtingen te voldoen. De leninglimiet bedraagt per 31 december 2012 € 50 miljoen hiervan is ultimo jaareinde € 37 miljoen getrokken. De verstrekte zekerheid voor de opgenomen kredietfaciliteit in rekening-courant bij Rabobank t.b.v. financiering van werkkapitaal luidt als volgt: - de verpanding van onderhanden werken en vorderingen Diagnose Behandel Combinaties, onder aftrek van de permanente bevoorschotting door zorgverzekeraars (maximaal € 50.000.000). De eisen bij deze kasgeldfaciliteit betreffen: - de Pari Passu clausule, - de Material Adverse Change clausule - de Cross-default clausule en - de solvabiliteitseis van 15 %. De liquiditeitspositie wordt nauwgezet gemonitord op basis van verwachte kasstromen en liquiditeitsbehoefte. Voor 2013 is geprognosticeerd dat de werkkapitaalbehoefte binnen de bandbreedtes van de huidige bevoorschotting en kredietfaciliteit blijft. Desalniettemin streeft GGZ Centraal naar een verruiming van haar liquiditeitspositie. In 2013 zal op gebied van financieringsbehoefte het volgende worden ondernomen: - Er zal meer aandacht gevraagd worden voor tijdige afsluiting, facturering en inning van DBC’s, - De liquiditeitsprognose zal periodiek opgesteld worden en getoetst worden of de beschikbare kredietruimte niet overschreden wordt, - Er zal overleg worden gevoerd met de Rabobank over eventuele verhoging van de kredietlimiet naar 70 miljoen euro, zodat een buffer beschikbaar is om eventuele tegenvallende betalingsverplichtingen (als gevolg van bijvoorbeeld de invoering van het nieuwe EPD/ZIS, gewijzigde regelgeving etc.) te kunnen opvangen.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
24
In onderstaande grafiek is de kredietbehoefte voor 2013 opgenomen. Grafiek 1 maandelijkse kredietbehoefte 2013
2013 0 -5.000.000
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec
-10.000.000 -15.000.000
bedrag
-20.000.000 -25.000.000 -30.000.000 -35.000.000 -40.000.000 -45.000.000 -50.000.000
Financieringsbehoeften vastgoed GGz Centraal streeft ernaar de materiële vaste activa voor 80% met lang vreemd vermogen te financieren, waarbij GGz Centraal een risicomijdende strategie hanteert. Bij de financiering wordt vastgehouden aan de bestaande financieringsbronnen. Om dit te realiseren zijn in november en december 2012 zijn twee nieuwe langlopende leningen afgesloten. Langlopende lening van € 26 miljoen onder de borging vanuit Wfz is gerealiseerd bij de Nederlandse Waterschapsbank (30 jarige lening, 30 jaar rentevast, 3,21%) en ongeborgd lening van € 8 miljoen bij de Rabobank (10 jarige lening, 5 jaar rentevast, 3%). Daarmee is de stand van de langlopende leningen op 31 december 2012 in totaal 119 miljoen euro welke bestaat uit 86 miljoen geborgde leningen door het Waarborgfonds voor de Zorgsector (Wfz) en voor 33 miljoen uit de ongeborgde leningen. De langlopende leningen betreffen vastrentende leningen waarover geen rente risico wordt gelopen. De stand van langlopende leningen ten opzichte van de stand van de materiële vaste activa zal op 31 december 2012 circa 65% bedragen. In 2012 is gestart met de voorbereidingsfase voor Fornhese Nieuwbouw en RGC Volwassenen & verslaving. Over de voortzetting van deze twee vastgoed projecten wordt in 2013 uitsluitsel verwacht. De financieringsbehoefte voor deze projecten bedraagt € 22 miljoen. Aan deze investeringen liggen positieve businesscases ten grondslag. Thans vindt overleg plaats met het Waarborgfonds voor de Zorgsector en de bank over de financiering van deze projecten. In 2013 zal het beleid op gebied van investeringen zijn: - Bij nieuwe vastgoedprojecten zal altijd getoetst worden op de financiële haalbaarheid met een businessplan als onderlegger voor de besluitvorming, borging en financiering, - Bij nieuwe vastgoedprojecten zal een offerteprocedure gestart worden. - Er zal worden gekeken hoeveel procent van de vaste activa gefinancierd wordt met lang vreemd vermogen en hoe dat percentage zich naar 2013 ontwikkelt (het streven is een 80-20 % verhouding).
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
25
3
Niet financiële prestatie-indicatoren 3.1 Kwaliteitsindicatoren GGz Centraal
Monitoring van de kwaliteitscyclus binnen GGz Centraal komt tot stand door integratie van verschillende systemen die elkaar aanvullen te weten het INK model: beleidscyclus en managementcontract: proces- strategie; HKZ certificatie schema GGz: structuur en proces- toetsing; Kwaliteitsindicatoren: structuur, proces en uitkomst- resultaat en het Veiligheidsmanagementsysteem (VMS): structuur, proces en uitkomst. Genoemde systemen vullen elkaar aan en zijn geïntegreerd met elkaar. De kwaliteitsindicatoren worden waar mogelijk en wenselijk geïntegreerd in de beleidscyclus. Op deze wijze worden zij ook gebruikt ten behoeve van interne sturing op het gebied van veiligheid en kwaliteit. In de kwartaalrapportages raad van toezicht verantwoordt GGz Centraal zich onder ander over de
Incidentmeldingen (TriasWeb – Veilig incidenten melden)
Incidenten en bijna-incidenten worden gemeld in TriasWeb. Waar in 2011 4052 incidenten werden gemeld, waren dat er in 2012 in totaal 4138. 36% van de meldingen betreft agressie. Na agressie zijn valincidenten (14%) en medicatiefouten (12%) de meest voorkomende typen incidenten.
In 2012 zijn verbetermaatregelen genomen met name op het gebied van: Agressiepreventie (en het voorkomen van dwang en drang) door onder meer vroegsignalering, gastvrijheid, Intensive Care-units, familieparticipatie en scholing; Medicatieveiligheid: de implementatie van de landelijke richtlijn ‘Medicatieoverdracht in de keten’, Centrale Medicatiefoutenregistratie (CMR) en meer bijwerkingenpoli’s; Valpreventie: de borging van projectresultaten ‘Blijf staan’ op ouderenafdelingen; Meldcultuur: het stimuleren van meldingsbereidheid bij alle disciplines; Terugkoppeling van trendanalyses door VIM-commissies; PRISMA-analyses bij hoog-risico-meldingen; Cliënttevredenheid, door veiligheidsitems op te nemen in cliënttevredenheidsonderzoek; Medewerkertevredenheid en ervaren veiligheid, door veiligheidsitems op te nemen in medewerkertevredenheidsonderzoek.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
26
Dwang & Drang 2012
Waar er de afgelopen jaren grote stappen zijn gezet in het verminderen in aantal en duur van separaties door het ontwikkelen, implementeren en borgen van ‘good practice’ alternatieve interventies, lag in 2012 de nadruk op maatwerk op het gebied van preferenties van cliënten en naasten, ketensamenwerking en consultatie. De doelen rondom het verminderen van dwang en drang waren in 2012: Participatie en preferentiebeleid: Harmoniseren en uitrollen van bestaande instrumenten en methodieken zoals de crisiskaart, het vroegsignaleringsplan, het model naar BVC en de Triadekaart. Maatwerk wordt geboden, niet alleen door instrumenten maar ook door het inzetten van verschillende hulpbronnen zoals familie/naasten, ervaringsdeskundigen, Eigen Kracht-conferenties en medewerkers 8 die HOZ getraind zijn. Ketensamenwerking: Preventie van crisisopnames door goede, vanzelfsprekende ketensamenwerking, het reduceren van bedden en de groei van ambulante- en deeltijd behandeling (naar model Thornicroft, 2009). Eind 2012 zijn vormen van dwangreductie door ketensamenwerking beschreven in 80% van de behandelprogramma’s en zichtbaar in 80% van de procesbeschrijvingen. Consultatie: Eind 2012 is voor 100% van de cliënten die in 2012 langdurig 9 gesepareerd werden, consultatie opgeschaald conform de normen van de IGZ (2011). Gemaakte afspraken na elke consultatie zijn vastgelegd in het zorgdossier. Kennisontwikkeling: Alle medewerkers van de afdelingen waar verplichte zorg wordt geboden (zowel klinisch als ambulant), zijn in 2012 op maat en doelgroepgericht geschoold of bijgeschoold conform een vastgesteld GGz Centraalbreed scholingsprogramma. En er is in 2012 gestart met een kwalitatief wetenschappelijk vervolgonderzoek naar determinanten van separaties, gericht op het veiligheidsgevoel van cliënten en medewerkers. Meten is weten: Argus-registratie levert doelgerichte feedback aan deelnemende teams. In 2012 sluit GGz Centraal aan bij de landelijke database. Argus-registratie wordt onderdeel van het nieuwe Zorg Informatie Systeem van GGz Centraal. Belangrijkste resultaten Participatie en preferentiebeleid: De Triadekaart wordt ingezet en familieparticipatie is meer nadrukkelijk aanwezig. Enkele afdelingen zijn gestart met rooming-in, dat wil zeggen dat er een mogelijkheid is dat familie en naasten blijven slapen ter voorkoming of verkorting van separatie. Vroegsignalering loopt goed. Er is een methodiek naar BVC geïmplementeerd; per dienst wordt BVC-score ingeschat volgens multidisciplinaire afspraken. Er is methodiek beschreven over het werken binnen de ICU, waar herstelkamers/zachte separeers onderdeel van zijn, met daarin een herstelkamer-ophefplan en bij de separatie een de-separeerplan. In Harderwijk is de ervaringsdeskundige crisiskaartconsulent een aantal crisiskaarttrajecten gestart met door behandelaren doorverwezen of op eigen initiatief gekomen cliënten. Daarnaast investeert zij, samen met de aandachtsfunctionaris dwang en drang, veel in voorlichting over de Crisiskaart, wat zowel in- als extern vruchten afwerpt. Ketensamenwerking: In Gooi & Vechtstreek is gestart met structurele bijeenkomsten om ketenzorg- en samenwerkingsafspraken tussen diverse behandelprogramma’s (waaronder ook crisisdienst) te maken, ten behoeve van vroegsignalering. Veluwe en Veluwe-Vallei zet een aantal uren per week een PIT-verpleegkundige in, die ondersteuning biedt bij opname en ontslag van Johannesbos. Daarbij wordt samengewerkt met het FACT-team. Methoden voor dwangreductie door ketensamenwerking (bv. vroegsignalering, Crisiskaart, Triadekaart) zijn nog niet vaak nadrukkelijk zichtbaar in beschrijvingen van de behandelprogramma’s en zorgprocessen. Bekeken wordt hoe de methodieken/instrumenten onderdeel gaan uitmaken van het nieuwe elektronisch zorgdossier van GGz Centraal. Consultatie: Na elke interne teamconsultatie vindt evaluatie plaats met betrokkenen om van elkaar te leren. Er is een protocol over in- en externe consultatie geschreven in samenwerking 8
LPGGz (augustus 2011). Normenkader voor patiëntveiligheid vanuit cliënt- en familieperspectief bij toepassing dwang. IGZ (december 2011). Terugdringen separeren stagneert, normen vereist rondom insluiting psychiatrische patiënten. Uitkomsten inspectieonderzoek naar de preventie van separeren 2008-2011. 9
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
27
met Altrecht en Pro Persona, om naar te handelen bij langdurige separaties (hoewel die het afgelopen jaar niet voorkwamen). Kennisontwikkeling: Er is maximaal ingezet op agressieregulatietraining (ART), de Mat, motiverende gespreksvoering, Helpen werkt averechts en Herstelondersteunende zorg. Op sommige plekken met externe ondersteuning. Binnen Veluwe en Veluwe-Vallei vinden in een aantal teams BOPZ-uurtjes plaats, gericht op wet- en regelgeving rondom dwangbehandeling en vrijheidsbeperkende maatregelen. In 2012 zijn financieringsmogelijkheden gezocht en gevonden voor kwalitatief wetenschappelijk onderzoek naar veiligheidsgevoel. Dit onderzoek vindt plaats in het eerste halfjaar van 2013. Meten is weten: Separaties en andere vrijheidsbeperkende maatregelen worden geregistreerd volgens Argus. Het aantal separaties is afgenomen in 2012 ten opzichte van 2010 en 2011. De terugkoppeling van Argus-cijfers en analyse daarvan gebeurt elk kwartaal in relatie tot andere kwaliteitsindicatoren (o.a. VIM-cijfers en klachten). Beleid wordt geëvalueerd conform beleidscyclus. Aantal en duur van separaties GGz Centraal
200 180 160 140 120 Aantal separaties
100
Gemiddelde duur in uren
80 60 40 20 0 1e
2e
3e
4e
2010
1e
2e
3e
4e
1e
2e
2011
3e
4e
2012
Verzuim
Verzuim
2010
2011
2012
4.4 4.02
Voormalig Meerkanten 4.9 4.68
5.03 4.58
5.21 4.68
0.35 1.3 12.6
0.27 1.5 14.1
0.45 1.2 14.06
0.53 1.12 14.66
Voormalig Symfora Verzuimpercentage 1e ziektejaar 2e ziektejaar Meldingsfrequentie Gemiddelde duur in dagen
Er is sprake van een stijgend ziekteverzuim in 2012. Hieraan liggen diverse oorzaken ten grondslag, o.a. het invoeren van het roosterbeleid. GGz Centraal voert een proactief beleid om het ziekteverzuim terug te dringen door leidinggevenden te trainen in het omgaan en voorkomen van verzuim.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
28
Klachten De klachtencommissie patiënten/cliënten GGz Centraal is met ingang van 1 januari 2012 als een volledig geïntegreerde commissie gaan functioneren. Het secretariaat is gehuisvest in Amersfoort. De klachtencommissie bestaat einde verslagjaar uit totaal 37 leden. Van deze 37 leden zijn: • vijf juristen (onafhankelijk); • 12 leden niet in dienst van GGz Centraal (externe leden); vijf van de twaalf leden zijn benoemd op voordracht van de CCR en • 20 leden in dienst zijn van GGz Centraal (interne leden). De leden vertegenwoordigen diverse vakgebieden (waaronder psychiatrie, verpleegkunde, psychologie). De interne leden zijn in de verschillende RVZe–en van GGz Centraal werkzaam. In 2012 vonden een tweetal interne scholingsmiddagen plaats. Naast casuïstiekbespreking werden ook de ontwikkelingen betreffende het veiligheidsmanagementsysteem binnen GGz Centraal gepresenteerd. Informatie over de klachtencommissie aan patiënten/cliënten Elke patiënt of cliënt van GGz Centraal - en op verzoek ook zijn of haar familie - krijgt bij aanmelding bij of opname in GGz Centraal een algemeen informatieboekje. Hierin is te vinden hoe iemand een klacht kan indienen. Verder zijn op de GGz Centraal-locaties flyers en posters aanwezig, waarop is aangegeven wat een patiënt/cliënt kan doen bij klachten. Uitgebreidere informatie over het indienen van klachten staat in de informatiebrochure ‘Wanneer u als cliënt van GGz Centraal een klacht heeft’. In deze brochure wordt onderscheid gemaakt tussen het behandelen van klachten binnen de GGz Centraal-organisatie en klachtbehandeling door de klachtencommissie. Het algemene advies is de klacht eerst intern te bespreken, met de (hoofd)behandelaar, of als dit niet lukt, met de directeur van de RVZe. Verder is informatie over de klachtencommissie te vinden op de website van GGz Centraal. Klagers worden hierop gewezen in de brief waarin de ontvangst van de klacht wordt bevestigd. Ook het secretariaat van de klachtencommissie wordt telefonisch en schriftelijk benaderd met vragen over de klachtencommissie en/of het indienen van klachten. In het verslagjaar zijn er ruim veertig verschillende contacten geweest; meestal in de combinatie van brief – telefoon. Soms zijn brieven doorgestuurd naar de directie van de betrokken RVZe. De instelling van de klachtencommissie De Klachtencommissie voor patiënten en cliënten is ingesteld op grond van art. 2 lid 1 Wet Klachtrecht Cliënten Zorgsector (hierna te noemen: WKCZ) en art. 41 Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (hierna te noemen: Wet BOPZ). Op grond van de WKCZ behandelt de Klachtencommissie klachten van patiënten en cliënten over gedragingen (een handelen of nalaten) van GGz Centraal of van medewerkers van GGz Centraal die gevolgen hebben voor de patiënt of de cliënt. De patiënt of de cliënt kan zijn klacht zelf aan de commissie voorleggen. Het is ook mogelijk dat een ander dat met instemming van de patiënt of cliënt doet. Anderen dan de patiënt of de cliënt, bijvoorbeeld familieleden, kunnen op grond van de WKCZ niet zelfstandig een klacht bij de Klachtencommissie indienen. De Wet BOPZ geeft in artikel 41 speciale regels voor onvrijwillig opgenomen patiënten en cliënten voor het indienen van klachten bij de klachtencommissie. Het gaat om patiënten en cliënten die met Inbewaringstelling (IBS) of Rechterlijke Machtiging (RM) zijn opgenomen. Volgens dit wetsartikel kan iedere onvrijwillig opgenomen patiënt of cliënt, zijn of haar echtgenoot, ouders, familieleden, voogd, curator, of mentor een klacht indienen over: - de niet-toepassing van een overeengekomen behandelplan;
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
29
-
de toepassing van het behandelplan tegen de wil van de cliënt (dwangbehandeling); de beslissing dat de cliënt niet in staat is zelf een beslissing te nemen over de voorgestelde behandeling; de toepassing van middelen en maatregelen; de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen.
Indiening van de klacht Het secretariaat stimuleert dat bij het indienen van klachten gebruik wordt gemaakt van een daarvoor vastgesteld klachtmeldingsformulier; te downloaden van intranet en internet. Na ontvangst van de klachtmelding beoordeelt de voorzitter of de klacht ontvankelijk kan worden verklaard. De ambtelijk secretaris gaat vervolgens in overleg met de voorzitter na of een klacht alsnog binnen de GGz Centraal kan worden opgelost. Twee keer heeft er – met positief resultaat -een gesprek onder leiding van een bemiddelaar uit de klachtencommissie plaats gevonden. Als er niet voor bespreking van de klacht binnen de GGz Centraal wordt gekozen, of indien een dergelijk gesprek niet het door klager gewenste resultaat heeft opgeleverd, wordt de klacht in behandeling genomen door een ‘commissie ad hoc’. In de ‘commissie ad hoc’ hebben steeds vier leden zitting gehad: een voorzitter (jurist), een psychiater (verplicht bij de behandeling van BOPZ-klachten), een lid die de verpleegkundige discipline of de gedragswetenschappelijke discipline vertegenwoordigt en een lid voorgedragen door de Centrale Cliëntenraad. De commissie onderzoekt de klacht aan de hand van de ingediende stukken. Aangeklaagde(n) wordt verzocht een schriftelijke reactie op de klacht te geven. Dit gebeurt thans in meer dan de helft van het aantal klachten dat op een hoorzitting wordt behandeld. Verder worden zij gewezen op de brochure “Er is een klacht van een patiënt, wat nu?” Met het oog op de behandeling van de klacht ter hoorzitting wordt nagegaan of er richtlijnen en/of protocollen van toepassing zijn. Dit kunnen externe en interne richtlijnen zijn. Vervolgens wordt een hoorzitting gehouden, waar klager en aangeklaagde toelichting kunnen geven en de vragen van de klachtencommissie kunnen beantwoorden. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan. Daarna volgt de uitspraak (tenzij de klacht alsnog wordt ingetrokken). Enkele klachten zijn alleen op de stukken beoordeeld; een hoorzitting bleef achterwege. De reden hiervoor was tweeërlei: klager gaf zelf aan geen hoorzitting te willen of er is door de klachtencommissie aan klager en aangeklaagde gevraagd of zij konden instemmen met het afzien van een hoorzitting (artikel 11 lid 5 van het klachtenreglement). Dit laatste is in het bijzonder gebeurd bij klachten over de hoogte van de eigen bijdrage GGZ. Bij WKCZ-klachten wordt er naar gestreefd binnen twee weken na behandeling van de klacht uitspraak te doen. Uitgangspunt is in ieder geval dat WKCZ-klachten binnen 8 weken na ontvangst van de klacht zijn afgehandeld. Deze termijn wordt opgeschort indien er een traject loopt van interne klachtoplossing en/of bemiddeling. Bij BOPZ-klachten wordt binnen twee weken na ontvangst van de klacht uitspraak gedaan als de klacht zich richt tegen een ‘lopende’ beslissing. Als de klacht is gericht tegen een beslissing waarvan de uitvoering is gestopt, wordt er binnen vier weken na ontvangst van de klacht uitspraak gedaan. Patiënten/cliënten kunnen de klacht, indien de klachtencommissie de BOPZ-klacht ongegrond heeft verklaard, voorleggen aan de rechtbank. In de betreffende uitspraak wordt op deze mogelijkheid gewezen. Voor zover bekend is in het verslagjaar vier maal van deze mogelijkheid gebruik gemaakt. In deze klachtzaken heeft de rechter de klacht telkens ongegrond verklaard. Als een klacht is ingediend op grond van artikel 41 Wet BOPZ kan de Klachtencommissie de beslissing waartegen wordt geklaagd op verzoek van klager schorsen. Alle schriftelijke stukken die klager en aangeklaagde(n) bij de Klachtencommissie indienen, worden over en weer aan klager en aangeklaagde gestuurd.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
30
Klager(s) en aangeklaagde(n) worden op de hoogte gesteld van het feit dat zij het recht hebben zich bij de behandeling van de klacht te laten bijstaan. De voorzitter ziet erop toe, dat aan de behandeling van een klacht niet wordt deelgenomen door een persoon op wiens gedraging de klacht rechtstreeks betrekking heeft of een persoon die in een recent verleden in een behandelrelatie tot klager heeft gestaan.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
31
Overzicht afhandeling klachten 2010
2011
2012
Totaal aantal klachten
97
79
89
Klachten BOPZ
27
19
3510
Klachtonderdelen
38
23
3811
Ontvankelijk
37
15
3312
Niet-ontvankelijk
1
1
1
Gegrond
6
4
13
Ongegrond
20
14
18
Ingetrokken klachtonderdelen
11
5
6
Schorsingsverzoeken
17
11
20
Gehonoreerd
10
10
1613
Niet gehonoreerd
7
1
214
11
6
13
Art. 38c lid 1: a/b-criterium
1
4
7
Hoorzittingen
20
15
29
(Mondelinge) uitspraak binnen de termijn
17
15
28
Termijnoverschrijding
3
0
115
Reacties RvB
18
15
28
Aanbevelingen
0
2
7
Klachten WKCZ
70
60
53
Klachtonderdelen
163
84
99
2
4
Ontvankelijk
132
57
Niet-ontvankelijk
20
21
1
Gegrond
23
15
17
Ongegrond
31
23
41
Ingetrokken klachtonderdelen
67
34
34
Hoorzittingen
25
20
20
Uitspraak binnen de termijn
9
12
13
Termijnoverschrijding
16
8
716
Reacties RvB
24
18
20
Aanbevelingen
6
5
4
Art. 38c lid 1: a-criterium
4
Art. 38c lid 1: b-criterium
Onbevoegd
88
Toelichting op bovenstaande tabel: • Nog niet alle klachten zijn behandeld/afgewikkeld bij het afsluiten van dit jaarverslag. Sommige klachten zijn binnen GGz Centraal nog in bespreking, andere zullen in 2013 op zitting worden behandeld. • Van de ontvangen reacties van de raad van bestuur zijn er 6 niet binnen de termijn van 1 maand ontvangen door de klachtencommissie. Meestal ging het om geringe overschrijdingen. • In ongeveer tweederde van het aantal klachtzaken heeft klager zich laten bijstaan, meestal de patiëntenvertrouwenspersoon (PVP), soms door een advocaat of andere ondersteuner/ bijstandverlener. 10
Bij sommige klachten was tevens sprake van WKCZ-klachtonderdelen. Dit betekent dat bij deze klachten sprake was van hoorzittingen waarop BOPZ- én WKCZ-klachtonderdelen zijn behandeld. Bij één klacht is de inhoud nog niet duidelijk. 11 Van de 38 klachtonderdelen zijn 4 klachtonderdelen niet op ontvankelijkheid beoordeeld vanwege intrekken van de klacht. 12 Van de 33 ontvankelijk verklaarde klachtonderdelen zijn 2 onderdelen niet beoordeeld vanwege intrekken van de klacht. 13 Dit cijfer is inclusief de beslissingen van de behandelaar – na indiening schorsingsverzoek – om alsnog de toediening van de dwangmedicatie op te schorten tot en met de hoorzitting. 14 Bij twee schorsingsverzoeken ontbrak het belang voor verdere behandeling van het verzoek. 15 Het betreft hier een geringe termijnoverschrijding bij een niet meer lopende BOPZ-beslissing (4 wekentermijn). 16 Bij drie uitspraken betrof de overschrijding een periode tussen 10 en 14 dagen. Bij een andere klachtzaak was klager niet ter zitting verschenen, waardoor een nieuwe hoorzitting moest worden gepland. Bij de drie andere klachtzaken waren de termijnoverschrijdingen het gevolg van vakanties, c.q. verhinderingen van betrokkenen. Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
32
In 2012 heef de klachtencommissie aan de raad van bestuur aanbevelingen gedaan. In het overleg met de bestuurders, directeuren en de geneesheren-directeurs hebben de voorzitters hun zorg uitgesproken over het relatief grote aantal tekortkomingen in BOPZ-gerelateerde schriftelijke beslissingen van behandelaars. In 19 uitspraken zijn opmerkingen van formele aard gemaakt. In een aantal gevallen heeft dit geleid tot een gegrondverklaring van de klacht. In een aantal gevallen heeft de commissie zelf een verzuim hersteld of gebreken “ingelezen” of hersteld geacht op basis van mondelinge toelichting bij de hoorzitting. Een selectie van aanbevelingen met de reactie van de bestuurders: KC 2012-002 - De commissie beveelt de raad van bestuur aan na te (doen) gaan of er een informatiefolder voorhanden is voor cliënten die in aanmerking komen voor cognitieve gedragstherapie (sociale angstgroep) en zo nee, na te (doen) gaan of de totstandkoming van een dergelijke folder wenselijk is. reactie bestuurders: het wordt betreurd dat de informatiefolder niet is uitgereikt. De klager blijkt wel mondeling te zijn geïnformeerd. In de toekomst zal er nauwlettend op worden toegezien dat de folder, indien gewenst, daadwerkelijk aan de cliënt wordt uitgereikt. KC 2012-003 – De commissie beveelt de raad van bestuur aan na te gaan of het mogelijk is om in de huisregels een algemene, voor alle patiënten met een gedwongen opname geldende, bepaling op te nemen betreffende (mogelijk) onderzoek op contrabande. Uit deze algemene regel zou kunnen voortvloeien wat in bijzondere situaties in het behandelingsplan van de betreffende patiënt op dit punt moet worden opgenomen. reactie bestuurders: in de huisregels GGz Centraal is een kopje ‘gevaarlijke voorwerpen’ opgenomen. Hierin is vermeld dat het voor een cliënt niet is toegestaan in het bezit te zijn van voorwerpen die een gevaar voor hem zelf of voor de goede gang van zaken in de instelling kunnen opleveren. Ook is er een bepaling opgenomen over alcohol en drugs en in relatie hiermee het eventueel inleveren dan wel controleren van tassen. De RvB meent hiermee tegemoet te zijn gekomen aan de aanbeveling. KC 2012-004 1. De commissie heeft geconstateerd dat GGz Centraal (oud-Meerkanten) en GGz Centraal (oudSymfora) verschillende formats gebruiken voor beslissingen ex artikel 40a BOPZ. De commissie beveelt de raad van bestuur aan om binnen GGz Centraal één format met betrekking tot beslissingen ex artikel 40a BOPZ te hanteren. 2. Verder heeft de commissie geconstateerd dat de verpleegkundige verslaglegging in deze klachtzaak met betrekking tot de manier waarop klaagster op de afdeling aanwezig is en zich op de afdeling gedraagt niet (geheel) spoort met de verslaglegging ‘Dagelijks Overleg’; hetgeen door aangeklaagden ter zitting werd herkend. De commissie beveelt de raad van bestuur aan te bevorderen dat binnen Meerzicht wordt nagegaan of dit een breder probleem is en zo ja of de verschillende wijzen van verslaglegging (meer) op elkaar kunnen worden afgestemd. Reactie bestuurders - De BOPZ-documenten in de twee elektronisch patiëntensystemen worden geharmoniseerd en in de behandelteambesprekingen zal elke week de verpleegkundige verslaglegging worden doorgenomen op discrepanties tussen observaties en documentatie. Deze aanpak zal na drie maanden worden geëvalueerd. KC 2012-008 De commissie beveelt de raad van bestuur aan na te (doen) gaan of Emerhese voor cliënten de taken van de onderscheiden functies (psychiater – verpleegkundig specialist - ambulante medewerkster sturend behandelaar - hoofdbehandelaar), bijvoorbeeld in de informatiefolder, voldoende inzichtelijk maakt. reactie bestuurders: Er wordt een intern onderzoek ingesteld door de directie van Fornhese naar de gang van zaken; mogelijk resulterend in aanbeveling aan de directie van Fornhese. De aanbeveling van de commissie zal onderdeel uitmaken van dit interne onderzoek.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
33
Routine Outcome Monitoring (ROM) Routine Outcome Monitoring (ROM) is een methode om de geleverde zorg inzichtelijk te maken, te evalueren en te verbeteren. In de praktijk wordt ROM toegepast door middel van één of enkele vragenlijsten, die tenminste aan het begin en aan het einde van een behandeling wordt afgenomen. GGz Centraal heeft als doel gesteld dat vanaf 2013 Routine Outcome Monitoring (ROM) een standaard onderdeel is van alle behandelprogramma’s binnen GGz Centraal. Concreet: - ROM is een onderdeel van het zorgpad / logistiek proces van elk behandelprogramma. Dit proces is beschreven en wordt periodiek geëvalueerd. - De uitkomsten van de ROM worden besproken met de cliënt en het behandelteam. - Er wordt per DBC minimaal een geldige voor- en nameting gehouden. In de onderstaande tabel is het aantal completers zichtbaar ten opzichte van het aantal afgesloten DBC’s. Een completer betekent dat er zowel een geldige voormeting als nameting is afgenomen conform de eisen die zijn gesteld door de stichting Benchmark (SBG). Dit aantal is ook in een percentage weergegeven van het aantal DBC’s. Verder is nog zichtbaar hoeveel geldige voormetingen en nametingen er zijn afgenomen. Percentage completer januari t/m december 2012 GGz Centraal
DBC’s
Voormetingen
Nametingen
Completers
% Completers
24.985
7.830
4.895
2.557
10,2%
Het project ROM heeft een nieuwe impuls gekregen begin 2012. Er is een duidelijk stijgende lijn zichtbaar in het aantal completers. Het streven is om de positieve lijn door te zetten zodat GGz Centraal binnen een jaar on-track is. In 2013 is voorzien om eenmalig extra te investeren in de implementatie van ROM binnen GGz Centraal. Andere (kwaliteits)indicatoren Daarnaast wordt in de kwartaalrapportage gerapporteerd over het aantal suïcides en calamiteiten, de percentages cliënten met behandelplannen en voor- en nametingen, de snelheid en adaptiviteit van klinische (na)zorg en de indeling wachttijden naar Treek-normen.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
34
4. Milieu- en personeelsaangelegenheden 4.1 De bespreking van de milieu- en personeelsaangelegenheden Interne Klachten en Bezwaren Commissie (IKBC) De Commissie klachten en bezwaren medewerkers is officieel van start gegaan per 1 september 2011. Dit was ook het moment dat de geharmoniseerde regeling officieel is vastgesteld na instemming van de Ondernemingsraad. Op 1 december 2011 is de naam van deze commissie veranderd in Interne Klachten en Bezwaren Commissie (IKBC) en zijn voorzitter en leden van de commissie benoemd door de raad van bestuur van GGz Centraal. De commissie is samengesteld uit leden van de voormalige klachtencommissie en bezwarencommissies van de rechtsvoorgangers van GGz Centraal. Conform het reglement is er een onafhankelijke externe voorzitter benoemd door de raad van bestuur. In 2012 heeft de commissie twee klachten en één bezwaar ontvangen. Eén klacht is in behandeling genomen, één klacht werd afgewezen wegens overschrijding van de termijn voor indiening. Het bezwaar was gericht tegen herindeling van de functie en is in behandeling genomen. Medewerkervertrouwenspersonen In 2012 zijn zes medewerkervertrouwenspersonen aangesteld, die een tweedaagse training hebben gevolgd. Uitgangspunt van de training was dat de medewerkers geschoold werden in het kader van Psychosociale Arbeidsbelasting, zoals seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten, werkdruk en discriminatie. In totaal is in 2012 zeven keer een beroep op hen gedaan. Veiliger werken, veilige zorg en verbeteren GGz Centraal heeft in 2012 het ‘Kader Veiligheid, Veiliger werken, veilige zorg en verbeteren’, haar visie en doelstellingen beschreven en geactualiseerd. Veiligheid heeft te maken met veiligheid en veiligheidsbeleving in de omgang tussen mensen. Op de terreinen en in en rondom alle gebouwen waar GGz Centraal zorg levert moeten cliënten en hun naastbetrokkenen zich veilig voelen en moeten medewerkers in veiligheid hun werk kunnen doen. Bij kwalitatief goede behandeling hoort een goed samenwerkend behandelteam, waarin veiligheid voor cliënten en medewerkers vanzelfsprekende aandachtspunten zijn. De veiligheid van medewerkers is een belangrijke voorwaarde om de veiligheid van cliënten te waarborgen. Voor een samenhangend veiligheidsbeleid van GGz Centraal, met garanties voor het scheppen en in stand houden van een veilige omgeving, geldt dat het veiligheidsbeleid integraal is, de uitgangspunten daarvan beschreven zijn en er een veiligheidsmanagementsysteem is. Veiligheid is niet een verantwoordelijkheid voor GGz Centraal alleen maar moet altijd in de relatie met anderen worden bezien. Een veiligheidsmanagementsysteem (VMS) verschaft het management informatie om cyclisch gerichte verbeteringen in processen door te voeren en is dus integraal onderdeel van het kwaliteitssysteem. De bouwstenen van het VMS, als onderdeel van het kwaliteitssysteem, krijgen per bedrijfsonderdeel en zelfs per afdeling/ behandelprogramma vorm. Het VMS als onderdeel van het kwaliteitsmanagementsysteem ontwerpt beleid op het gebied van zorgveiligheid door systematische inventarisatie en beheersing van risico’s met als doel deze te minimaliseren of uit te sluiten. Een VMS bestaat uit een set van maatregelen die tot doel hebben de veiligheiddoelstellingen (zoals geformuleerd in de veiligheidsplannen) te bereiken.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
35
4.2 Beleid bezoldiging bestuurders en raad van toezicht en de wijze waarop dit beleid in het verslagjaar in de praktijk is gebracht De leden van de raad van bestuur zijn gehonoreerd conform de Beloningscode voor Bestuurders in de Zorg (BBZ). Deze is op 11 juni 2009 door de ledenvergadering van de NVTZ (Nederlandse Vereniging van Toezichthouders) vastgesteld en op 31 augustus 2009 door de algemene ledenvergadering van de NVZD (Nederlandse Vereniging van Zorg Directeuren). In augustus 2012 hebben de NVZD en de NVTZ deze code vernieuwd. De laatste versie geeft onder andere helderheid over componenten waaruit het totaal jaarsalaris is opgebouwd. Met de minister van VWS is deze regeling afgestemd. Op verzoek van de raad van bestuur zijn de salarissen in 2011 en 2012 niet geïndexeerd. De raad van bestuur ontving en ontvangt geen bonussen. Onkostenregelingen vallen binnen het salaris. De salarissen worden jaarlijks gepubliceerd in de jaarrekening welke voor iedereen toegankelijk is. N.B. Op 1 januari jl. trad de Wet Normering Topinkomens (WNT) in werking. Deze wet geldt vanaf 2013 voor de bestuurders in de zorg. De WNT voorziet in een overgangsregeling, waarin bestaande salarisafspraken gedurende vier jaar na 7 december 2011, de wet passeerde toen de Eerste Kamer, worden gerespecteerd en vervolgens in drie jaar worden afgebouwd tot de voor de sector gestelde norm. Wijzigingen en nieuwe arbeidsovereenkomsten overeengekomen na inwerkingtreding van de wet vallen niet onder het overgangsrecht, dat wil zeggen dat nieuwe topfunctionarissen na 1 januari 2013 direct onder de WNT vallen.
De honorering van de leden van de raad van toezicht wordt jaarlijks vastgesteld op basis van de adviesregeling van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen, augustus 2009. De honoraria voor de voorzitter, vice-voorzitter en leden bedroegen in 2012 respectievelijk € 13.500, € 11.500 en € 9.000 bruto en zijn geïndexeerd.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
36
5
Informatie over financiële instrumenten 5.1 Doelstellingen en het beleid op het gebied van risicobeheer
Derivaten bij GGz Centraal In de laatste jaren is er veel aandacht geweest o.a. in de media over de afgeleide financiële producten, ook wel bekend als derivaten. Ook de huisaccountant van GGz Centraal heeft bij de controle van de jaarrekening hier aandacht aan besteed. De waarde van een derivaat is afhankelijk van de prijsontwikkeling van de waarde zoals aandelen, obligaties, vastgoed of vreemde valuta. De in het algemeen meest voorkomende derivaten zijn de renteswap, de swaption, de cap en de floor. Binnen GGz Centraal komen uitsluitend enkele renteswaps voor. GGz Centraal heeft in 2008 en 2011 een renteswap afgesloten over twee langlopende leningen bij de ING bank, teneinde het renterisico af te dekken dat ontstaat omdat banken uitsluitend leningen met variabele rentes aanbieden. Omdat GGz Centraal een risicomijdende strategie hanteert, is besloten om het risico van toekomstige rentestijgingen af te dekken middels een renteswap met een looptijd die exact overeenkomt met de looptijd van de lening (effectieve hedge). Daarmee is de situatie gerealiseerd dat GGz Centraal gedurende de looptijd van de lening een vaste rente betaalt. Als gevolg van de huidige lage rentestand, betaalt GGz Centraal thans relatief meer rente. Bijgevolg is de marktwaarde van de renteswap negatief. Aangezien er op GGz Centraal geen verplichting rust om de renteswap voor einde looptijd af te stoten is er geen liquiditeitsrisico verbonden aan de negatieve marktwaarde van de swap.
5.2 Beleid inzake de afdekking van risico’s verbonden aan belangrijke soorten voorgenomen transacties Beleid derivaten bij GGz Centraal GGz Centraal kent een terughoudend beleid op het afsluiten van derivaten. Met de afgesloten renteswaps beoogt GGz Centraal dan ook alléén bescherming tegen rentewijzigingen. In de huidige financiële markt zal GGz Centraal er bij het ongeborgd lenen van geld echter niet aan ontkomen deze derivaten in bescherming van rentewijzigingen te overwegen, daar financieringen anders te duur zullen zijn. GGz Centraal zal deze afweging echter altijd zorgvuldig maken en in afstemming treden met het Waarborgfonds voor de Zorgsector. In 2013 zal verdere verdieping plaatsvinden met betrekking tot het gebruik van derivaten als instrument om financiële risico’s te beperken. Dit zal leiden tot een standpunt in het geactualiseerde Treasury Statuut.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
37
6
De door de instelling en groepsmaatschappijen gelopen prijs-, krediet-, liquiditeits- en kasstroomrisico’s
Als deels benoemd in hoofdstuk 2.4 en 2.5 zou GGz Centraal kunnen worden geconfronteerd met onderstaande financiële risico’s: Vertraging in facturatie van DBC’s als gevolg van interne dan wel externe oorzaken Het niet meer voldoen aan de vereisten van externe financiers om zelfstandig leningen aan te gaan via het Waarborgfonds van de Zorgsector Onzekerheid omtrent de hoogte van de ‘permanente’ bevoorschotting zorgverzekeraars cq het intrekken van deze bevoorschotting Onzekerheid in hoogte werkkapitaalfinanciering huisbankier Rente risico’s (grotendeels afgedekt via renteswaps). GGz Centraal voert een prudent financieel beleid en beschikt over een adequaat functionerende planning & controlcyclus met een gedegen treasuryfunctie, gericht op het tijdig signaleren van voorkomende risico’s.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
38
7
Informatie over onderzoek en ontwikkeling
GGz Centraal vindt opleiden, wetenschappelijk onderzoek en innovatie belangrijk. Deze activiteiten liggen in het verlengde van, en zijn onlosmakelijk verbonden met het primaire proces. Om deze binding vorm te geven zijn alle activiteiten rond opleiden, onderzoek, innovatie gebundeld binnen Innova. Innova geeft vorm aan de ambities van GGz Centraal om een lerende organisatie te zijn en om voorop te lopen in kennismanagement en vernieuwing. 7.1 Informatie omtrent de werkzaamheden op het gebied van onderzoek en ontwikkeling Innova is verdeeld in de volgende vijf onderdelen: a. Opleidingen GGz Centraal kent een jarenlange opleidingstraditie en verzorgt drie grote specialisten opleidingen. A-opleiding (opleiding tot psychiater). In februari 2012 heeft de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) de opleiding gevisiteerd en goedgekeurd. Naast referaten, die we vanuit de specialisten opleidingen organiseren voor behandelaren en specialisten in opleiding organiseert de Aopleider cultuuravonden waarin hij film- en boekbesprekingen relateert aan de psychiatrie. o Resultaat opleidelingen: 48 opleidingen waren gedurende 2012 in A-opleiding. Daarvan was een instroom van 10 aios. o 7 aios rondden hun opleiding tot psychiater af. o Twee aios zijn voortijdig met hun opleiding bij GGz Centraal gestopt. P-opleiding (specialistenopleiding voor gedragswetenschappers). De integratie van de twee P-opleidingen resulteert in een model waarbij er één P-opleider is en per RVZe één praktijkopleider zal worden aangesteld. Gezien de grootte van RVZe Fornhese worden bij deze RVZe twee praktijkopleiders aangesteld. Er wordt gestreefd naar structurele opleidingsplekken, waarbij de opleidelingen te maken krijgen met diverse patiëntenpopulaties en diverse settingen. Piogs zullen tijdens de opleiding kennis maken met psychiatrische ziektebeelden door een stage bij acute psychiatrie; giossen en giops zullen hun praktijkopleiding doen zowel op poliklinieken als in (deeltijd-) klinische setting. In dat kader creëren we opleidingscarrousels. Een eerste carrousel is tot stand gebracht in een samenwerking tussen RVZe Oostelijk Utrecht, SymforaMeander en Meander Medische psychologie. 13 instroom • • • •
PIOG KJ 5 PIOG VO 2 GIOS VO 2 GIOP VO
19 uitstroom • • • • •
6 PIOG KJ 5 PIOG VO 6 PIOP KJ 1GIOS V/O 1 klinisch neuropsycholoog
Overzicht P-opleidelingen 2012
Voor de nieuwe opleidelingen van 2012 hebben we een introductiebijeenkomst georganiseerd en met de opleidelingen die de opleiding afsloten, vond een exitgesprek plaats Voor alle opleidelingen zijn er twee opleidelingendagen georganiseerd. Tijdens deze dagen werd de kwaliteit van de opleidingsplekken besproken; vond intervisie plaats en werd daarnaast een inhoudelijk programma geboden. Het onderwerp van de eerste dag was: ‘Ethische dilemma’s in de therapeutische relatie’ verzorgd door dr. R.J. Takens, klinisch psycholoog en hoofdopleider psychotherapie. Het onderwerp van de tweede dag was ‘Narcisme, aspecten van diagnostiek en behandeling’ verzorgd door drs. S. Pol, klinisch psycholoog.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
39
In de exitgesprekken werd gevraagd naar: - begeleidingsstructuur: opleidelingen waren zonder uitzondering zeer tevreden over de duidelijke begeleidingsstructuur. Bij de meesten was in het begin van de opleiding direct duidelijk wie de begeleiders zouden zijn, en werden er al snel repeterende afspraken gemaakt. De differentiatie in begeleiding bv. door zowel GZ-psycholoog als psychotherapeuten als klinisch psychologen werd zeer gewaardeerd. Ook de supervisie vanuit verschillende referentiekaders wordt waardevol gevonden - de praktijkopleiders werden zonder uitzondering positief gewaardeerd: de betrokkenheid bij de persoonlijke professionele ontwikkeling van de opleideling en hun doorzettingskracht waar het gaat om regelzaken, bv. waar het ging om verandering van team, wegvallen van begeleiders, en bewaken van het opleidingsklimaat - de inbedding in het team en het takenpakket werd in de regel als zeer positief ervaren. In het takenpakket kon vaak rekening gehouden worden met de doelen van de opleidelingen - positief werd ervaren: de bijeenkomsten met alle opleidelingen samen, waarin zij mee kunnen denken over het opleidingsklimaat en eventuele verbeterpunten hierin en ook met elkaar intervisie kunnen doen - Knelpunten: - het niet voldoende beschikbaar zijn van ervaren supervisoren psychotherapie door vertrek en boventalligheid van supervisoren . Hiervoor wordt een oplossing gezocht. - een aantal van deze opleidelingen heeft geen baan aangeboden gekregen bij GGz Centraal en betreurt het dat zij niet bij de instelling kan blijven. In 2012 werd een supervisorencursus gegeven om het aantal erkende supervisoren psychotherapie uit te breiden. Daarmee zijn nu 12 aspirant supervisoren opgeleid die na het volgen van 12 zittingen leersupervisie zelfstandig kunnen superviseren. Er vond een Afstudeersymposium plaats waarin twee gezondheidszorgpsychologen in opleiding tot klinisch psycholoog V&O een presentatie hebben gehouden over hun wetenschappelijk onderzoek. Titels: ‘In hoeverre voorspellen psychotische, dissociatieve en depressieve symptomen de scores op schaal 8 van de MMPI-2?’ en ‘Dialectische gedragstherapie in een groep. Kan dit een goed alternatief zijn voor de individuele gedragstherapie uit het standaard DGT programma?’ Ook spraken op het Afstudeersymposium Henk Schut UHD, afdeling Klinische en Gezondheidspsychologie, Universiteit Utrecht / Hoofddocent Wetenschappelijke Vorming en Innovatie KP-opleiding van de Rino Groep Utrecht en Peter van Harten, directeur zorg Innova GGz Centraal en hoogleraar in Maastricht, gespecialiseerd in bewegingsstoornissen bij schizofrenie. Zij spraken over het nut van wetenschappelijk onderzoek o.a. in GGZ instellingen. De vakgroepen gedragswetenschappen hebben een succesvolle studiedag ‘What’s new?’ georganiseerd waar ze aan 125 deelnemers acht verschillende workshops en een lezing hebben aangeboden. VS-opleiding, In september 2012 is de MANP organisatorisch aan Innova toegevoegd. driejarige variant (GGZ VS) • • • • •
tweejarige variant (MANP)
1 opleideling gestart 2 tweede jaars 1 derdejaars. 2 afgestudeerd. Voor het alumni traject: o 2 geslaagd o 2 gestart.
• • •
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
3 opleidelingen gestart 3 tweede jaars 2 afgestudeerd
40
Verpleegkundig specialisten timmeren aan de weg. - Zie voor presentaties bijlage 2 ‘Publicaties en presentaties in 2012 per onderzoekslijn’ onder ‘Overig’. - De voorschrijfbevoegdheid voor verpleegkundig specialisten is beschreven en geregeld onder verantwoordelijkheid van Alie van den Berg, directeur zorg Oostelijk Utrecht. - Posterpresentaties op het Phrenoscongres over palliatieve zorg én over het Stoplicht project. - De Ria van der Heijden prijs is gewonnen voor de palliatieve unit (ontstaan uit een innovatief idee) en uitgereikt aan Heidi de Kam en Wubbien Wesselink, praktijkopleider van de VSopleiding. - Wubbien Wesselink heeft de Nederlands Kenniscentrum voor Ouderenpsychiatrie NKOPaward gewonnen voor palliatieve zorg. - We hebben een film gemaakt over bewegen en leefstijl (innovatief project) met subsidie van Innova. De film getiteld ‘Willen is (niet altijd) kunnen’, zetten we in als voorlichtingsmateriaal. - Mariëlle de Ruiter, verpleegkundig specialist, heeft de Mooi Mens verkiezing gewonnen, georganiseerd door zorgverzekeraar IZZ. Praktijkopleiding mbo en hbo opleidingen en stagebureau De speerpunten van de praktijkopleiding in 2012 waren: - het verminderen uitval van leerlingen. o het aantal uitvallers is gezakt van 29 (2011) naar 24 (2012) - de ROC’s waarmee Innova samenwerkt hanteren dezelfde methodes en producten. o dit is geïnitieerd in 2012 en zal in september 2013 geïmplementeerd worden. - het implementeren van een driejarige opleiding tot verpleegkundige mbo. o dit zal een 3,5 jarige opleiding worden. - de implementatie van regionale opleidingsroutes. o dit is gelukt voor de meeste RVZe’s. Fornhese en Flevoland bieden geen totaalpakket aan leerplaatsen. - er worden leerplaatsprofielen ontwikkelen voor elke leerplaats. o aan dit doel wordt nog gewerkt. - het uitwisseling van mbo verpleegkundige leerlingen plaatsen voor hbo niveau. o in 2012 zijn zes hbo plaatsen gerealiseerd. - voormalige stagiaires blijven betrekken en informeren over GGz Centraal. o Dit wordt gedaan via Facebook. - een scholingsplan voor medewerkers van de eigen afdeling maken o gerealiseerd. Resultaten in cijfers niveau 4 verpleegkunde ROC Landstede In dienst 1 januari 2012 In dienst 31 december 2012 Gediplomeerd in 2012 Gestopt in 2012
41 41 6 8
ROC Midden Nederland Leerlingen 1 januari 2012 Leerlingen 31 december 2012 Gediplomeerd in 2012 Gestopt in 2012 Niet bezet
51 72 12 16 6 plaatsen
Het aantal leerlingen niveau 3 en 4 is totaal begroot op 118. Stagiairs Het stagebureau heeft te maken met aanvragen voor stages van ervaringsdeskundigen. De twee plekken die er zijn op basis van de inventarisatie (op Meander Lelystad en Atol Lelystad) zijn in onderling overleg gevuld geweest.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
41
Twee keer hebben externe organisaties verzocht om korte stages voor moeilijk lerende jongeren in het kader van arbeidstraining in hun arbeidsgerichte leerweg. Hoewel het stagebureau daar niet echt een functie in heeft, hebben we daar als serviceverlening en vanuit maatschappelijk belang wel in bemiddeld. Overigens tot aller tevredenheid. Binnen de dagbesteding Oostelijk Utrecht liepen 2 BGE (ervaringsdeskundigen) stage. Totaal hadden we 499 stagiairs in 2012. Deels overlappen ze met 2011 en 2013, vanwege schooljaren, die anders lopen dan kalenderjaren. b. Wetenschappelijk Onderzoek Het wetenschappelijk onderzoek is één van de speerpunten van het Beleid. De centrale doelstelling is het stimuleren, faciliteren, begeleiden en uitvoeren van met name aan de praktijk gerelateerd wetenschappelijk onderzoek. Wetenschappelijk onderzoek vergroot de kennis van diagnostiek en behandeling van psychiatrische aandoeningen. Onderzoeksresultaten kunnen vertaald worden in verbetertrajecten, leidend tot innovatie van de zorg. Wetenschappelijk onderzoek brengt meer dynamiek in de organisatie doordat er voortdurend nieuwe vragen gesteld worden. In de beleidsnotitie 2012 t/m 2016 zijn de volgende doelstellingen opgenomen: 1. Per onderzoekslijn verschijnt jaarlijks tenminste één publicatie in een peer reviewed tijdschrift. 2. Iedere onderzoekslijn levert jaarlijks tenminste één bijdrage aan een congres. 3. Per onderzoekslijn starten per vijf jaar tenminste vier nieuwe studies. 4. Er zijn tenminste twee promoties per vijf jaar over alle lijnen. 5. Tenminste 80% van het onderzoek valt binnen één van de vier onderzoekslijnen. 6. Tenminste 80% van het onderzoek heeft de PR-matrix doorlopen. 7. Onderzoekslijn Psychotische stoornissen: het kenniscentrum Somatiek heeft binnen twee jaar een website. 8. Vanuit de Commissie Wetenschappelijk Onderzoek is er tenminste tweemaal per jaar contact met de cliëntenraad. 9. Er wordt tenminste tweemaal per jaar een skillslab georganiseerd. 10. Er wordt jaarlijks een wetenschappelijk congres georganiseerd. Voor wat betreft de doelstellingen die per jaar of algemeen zijn geformuleerd zijn doelstelling 1, 2, 5, 6 en 10 behaald. Doelstelling 8 is voorbereid en wordt in 2013 verder uitgewerkt, evenals doelstelling 9. Van de doelstellingen die voor meer jaren geformuleerd zijn (3, 4 en 7), is doelstelling 4 al behaald en lopen wij met doelstelling 3 en 7 op schema. In onderstaande overzichten is het aantal studies per onderzoekslijn weergegeven. Voor een uitgebreid overzicht van het lopende onderzoek verwijzen wij naar bijlage 1. Een overzicht van de publicaties en presentaties staat in bijlage 2. PsyS
PHS
A&D
PM
Overig
Totaal
Promotieonderzoeken
9
4
5
0
4
22
Onderzoek vanuit opleiding
0
2
2
1
2
7
Overig onderzoek GGz Centraal
6
0
0
7
2
15
Totaal GGz Centraal onderzoek
15
6
7
8
8
44
Tabel 1: Overzicht van het aantal lopende onderzoeken in 2012 per onderzoekslijn van GGz Centraal medewerkers
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
42
Aantal studies van andere instellingen waar GGz Centraal aan deelneemt
PsyS
PHS
A&D
PM
Overig
Totaal
3
1
2
1
3
10
Tabel 2. Aantal onderzoeken geïnitieerd door andere instellingen waar GGz Centraal aan deelneemt per onderzoekslijn.
Promoties In 2012 zijn dhr. R. Bakker en dhr. J. Gregoor gepromoveerd binnen GGz Centraal. Dhr. R. Bakker heeft onderzoek gedaan naar bewegingsstoornissen bij langdurig opgenomen psychiatrische patiënten. Een belangrijkste conclusie uit het onderzoek was dat de aanwezigheid van één of meerdere persistente bewegingsstoornissen nog altijd de norm is bij deze patiënten. Daarnaast vond dhr. Bakker dat een hogere leeftijd en een hogere dosering antipsychotica risicofactoren vormen voor het ontwikkelen van een bewegingsstoornis en vond hij enkele genen die geassocieerd waren met de aanwezigheid van een bewegingsstoornis. J. Gregoor is gepromoveerd op onderzoek naar genetische determinanten van de reactie op antipsychotica. De resultaten van zijn onderzoek suggereren dat variaties in hormonale systemen die betrokken zijn bij het regelen van het lichaamsgewicht de kans op overgewicht onder antipsychoticagebruikers beïnvloeden. De gevonden associaties waren verschillend voor mannen en vrouwen en hingen samen met de duur van het medicatiegebruik. Ook werd duidelijk dat bij patiënten met een erfelijke variatie waardoor medicatie versneld wordt afgebroken opnames ongeveer twee maal zo lang duren en dat deze patiënten ook ongeveer twee keer zo vaak noodmedicatie krijgen toegediend. c. Bij- & nascholing In 2012 heeft bij- en nascholing het basisaanbod rondom de onderwerpen psychopathogie, veiligheid en voorbehouden & risicovolle handelingen verstevigd. Er is voor het Management Development een eerste aanzet gemaakt voor twee leerlijnen en we hebben - samen met het Rino - FACT en CGTM onderwijs ontwikkeld. GGz Centraal heeft in 2012 een Learning Management Systeem aangekocht. Eind 2012 is de backoffice ingericht, in 2013 wordt het LMS binnen GGz Centraal geïmplementeerd. In 2013 starten we met blended-learning. In 2012 is de samenwerking op het gebied van onderwijs met andere GGZ instellingen vergroot binnen de GGZ Ecademy. Binnen de GGZ Ecademy ontwikkelen we met andere GGZ instellingen blended-learning. Innova heeft de cursus Samen deskundig ondersteund en georganiseerd. Doel van deze cursus is om cliënten en hulpverleners met elkaar in gesprek te brengen over wat goede hulpverlening is. d. Innovatie In 2012 zijn twaalf projectaanvragen gehonoreerd, twee van deze projecten zijn niet tot uitvoering gekomen. 14 projectaanvragen zijn niet gehonoreerd. Eén van de tien projecten die van start zijn gegaan is het project ‘music & memory’ onder leiding van Martijn Derrix, waarin de inzet van muziek op iPods bij de behandeling van ouderen met een cognitieve stoornis wordt geëvalueerd. Hiermee kan veel effect bereikt worden met weinig middelen, beloven eerste onderzoeksresultaten. Ook is het project ‘leefstijl GGz Centraal’ gestart, een bundeling van verschillende initiatieven op het gebied van leefstijl om patiënten efficiënt van deze initiatieven te laten profiteren en GGz Centraal hiermee op de kaart te (blijven) zetten. In het project ‘leefstijl GGz Centraal’ heeft Innova het initiatief genomen om een aantal leefstijlgerelateerde projectaanvragen te bundelen. Er is een projectleider aangenomen om leefstijl binnen heel GGz Centraal naar een hoger plan te tillen. Acht projecten zijn afgerond. Voorbeelden hiervan zijn: - ‘Kind in de knel?’ slaat een brug tussen de volwassenenpsychiatrie en de kinder & jeugd psychiatrie om de ontwikkeling van jonge kinderen van opgenomen ouders te onderzoeken en zonodig begeleiding aan te bieden. Na projecttijd is dit ‘Kind in de knel?’ geïntegreerd in reguliere behandelaanbod.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
43
-
-
Film ‘Willen is (niet altijd) kunnen’: In het kader van dit project is een documentaire gemaakt waarin een aantal cliënten wordt gevolgd dat het lukt om gebruik te maken van het beweegen leefstijlaanbod dat GGz Centraal heeft, en daar plezier aan beleven. Doel van de film is alle partijen ervan te overtuigen dat bij het gebruik van antipsychotica een gezonde leefstijl hoort en dat het aanpassen van de leefstijl daarbij een exceptioneel hoge prioriteit moet krijgen. ‘KOM’, klussen op maat: in de projecttijd is er een klussenbureau opgezet waar door vrijwilligers klussen aangedragen worden die patiënten uit de langdurige zorg tegen een vergoeding kunnen uitvoeren. Het bureau heeft nu nog 2 jaar ondersteuning van het Chevallierfonds en probeert meer betaalde klussen te genereren, bijvoorbeeld bij de gemeente.
e. Wetenschappelijke bibliotheek De wetenschappelijk bibliotheek is een centrale eenheid geworden met dependances in de grote regio’s. Het administratief centrum bevindt zich per 1 januari 2012 in Amersfoort. - De bibiliotheek heeft diverse kennisdossiers per thema opgebouwd. - De Catalysator is ingevoerd. Een e-learning programma waarbij aiossen CAT’s (Critically Appraised Topics), een klinische zoekvraag opstellen, die ze in de literatuur opzoeken en zelf presenteren. Van de CAT’s wordt een landelijke databank aangelegd. - De bibliotheek biedt de mogelijkheid voor een abonnement op inhoudsopgaven en (ook interne) nieuwsbrieven.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
44
8
Informatie over aspecten van maatschappelijk verantwoord ondernemen 8.1 Informatie omtrent algemene, milieu-, sociale en economische aspecten
GGz Centraal heeft op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO) geen formeel beleid vastgesteld. Wel wordt binnen de bedrijfsvoering van verschillende organisatieonderdelen, bijvoorbeeld Facilitair bedrijf & Vastgoed, gestuurd op de principes van MVO. Bij nieuwbouw, de inkoop van goederen en diensten maar ook bij het contracteren van leveranciers wordt actief gekeken naar milieuaspecten en duurzaamheid. Onze huidige activiteiten op het gebied van MVO en duurzaamheid zijn momenteel voornamelijk gericht op energiebesparing en afvalverwerking maar er zijn ook andere voorbeelden: Energie • Intensief monitoren van energie en watergebruik • Opstellen van energiebesparingsplannen voor locaties in Hilversum en Ermelo; • Bij nieuwbouw, renovatie en bij vervanging wordt qua bouw en inrichting naar een zo laag mogelijk energieverbruik gestreefd (spaarlampen, LED-verlichting, domotica op lampen, spaardouchekoppen, hoog rendementsketels etc.) • De mogelijkheden van het opstarten van een campagne voor milieuzorg en duurzaamheid worden onderzocht • Onderzoek om van centraal stoken naar decentraal stoken op landgoed Zon & Schild over te gaan is geïnitieerd Afval en hergebruik • Scheiden van afval in diverse reststromen • Hoofddoelstelling aanbesteding per 26/03/2013 voor leveranciers is: afval moet duurzaam verwerkt worden (innovatieve maatregelen dienen door de leverancier voorgesteld te worden) • hergebruik van reeds bestaand kantoormeubilair Inkoop • Voorwaarden aan leveranciers (zelf duurzaamheid nastreven en people, planet, profit) wordt in de komende tijd geïntensiveerd Vervoer • Stimulering fietsgebruik d.m.v. flexibele arbeidsvoorwaarden Werkwijze • Het installeren van multifunctionals waarbij standaard dubbel geprint wordt GGz Centraal streeft ernaar om in 2013 concern-breed MVO-beleid te beschrijven.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
45
9
Overige informatie
9.1 Informatievoorziening (in- en extern) en automatisering In 2013 zullen de ICT-beheerprocessen verder worden geactualiseerd en verfijnd. Ook zal er een verdere explicitering en uitwerking plaatsvinden van het informatiebeveiligingsbeleid, met NEN 7510 als referentiekader. De informatiebeveiligingseisen zullen op een aantal terreinen worden aangescherpt. De aanbevelingen in de Managementletter 2012 bieden hiervoor aanknopingspunten. Jaarlijks vindt een EPD-audit plaats. In 2013 vindt een ICT benchmark met andere ggz-instellingen plaats op basis van de cijfers van 2012. 9.2 Marketing en distributie In het Meerjarenbeleidsplan en de daaraan gekoppelde toetsbare doelstellingen is de afspraak gemaakt om de stakeholders jaarlijks actief te benaderen. In januari is afgesproken om voor 2012, de wijze van onderzoek, vragen en respondenten gelijk te houden om tot een goed vergelijk te komen.
Uitkomsten Stakeholderonderzoek 2011 – 2012
De gemiddelde overall tevredenheid blijft op een 7.2 staan maar het aantal unieke respondenten is toegenomen van 11 naar 15. 9.3 Interne beheersing van processen en procedures, risicomanagement en kwaliteitsbeheersing Medio november vond een externe HKZ audit plaats. Er zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Wel is een aantal aandachtspunten naar voren gekomen. De audit is uitgevoerd bij de raad van bestuur, de controller, de functionaris Interne Controle, de OR, Fornhese Amersfoort 0 tot 6 jaar, Juliana oord en ouderen Flevoland. De auditoren bedanken ons voor de gastvrije ontvangst en troffen gemotiveerde en gedreven medewerkers aan. GGz Centraal kreeg een groot compliment voor het niveau van haar kwaliteitsmanagementsysteem en kwaliteitsbewustzijn. Er is echter ook een aantal aandachtspunten van uiteenlopende aard naar voren gekomen welke inmiddels door het management voortvarend zijn opgepakt. Dit betrof onder andere de doorontwikkeling Prospectieve Risico Inventarisatie en het op orde hebben van de organisatie van de bedrijfshulpverlening (BHV). De volgende audit is gepland op medio 2013. De BHV organisatie is door de auditor aangewezen als thema waar op getoetst gaat wordt tijdens deze audit.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
46
10 Informatie over toepassing gedragscode 10.1
Informatie of specifieke gedragscodes worden gevolgd en welke het betreffen met verwijzing naar de beschikbare informatie over de naleving
GGz Centraal wil een integere organisatie zijn die zichzelf waarden en normen stelt en zorgvuldig omgaat met patiënten/cliënten, medewerkers en andere betrokkenen. De integriteit van een organisatie als GGz Centraal is het resultaat van het gedrag van haar medewerkers. Iedere medewerker, ook de vrijwilliger en stagiair, heeft er invloed op. Zijn of haar gedrag wordt aan de organisatie toegerekend en slaat direct terug op de beeldvorming. GGz Centraal ziet integriteit als een kwaliteitskenmerk voor het functioneren van mensen en de organisatie. Integriteit geeft niet alleen de mate van onkreukbaarheid en betrouwbaarheid aan, maar is ook een maatstaf of iemand zich in zijn handelen laat leiden door de normen en waarden die kenmerkend zijn voor een ieder die verbonden is aan GGz Centraal. Integriteit komt concreet tot uiting in het handelen van mensen in uiteenlopende situaties en is een veelomvattend begrip. In 2012 heeft GGz Centraal in haar integriteitsbeleid beschreven op welke wijze zij integriteit wil vormgeven. Niet door een opsomming van gebods- en verbodsbepalingen. Moreel handelen kan namelijk nooit uitputtend worden vastgelegd in een code, maar is bedoeld om houvast te bieden bij het nemen van beslissingen over integriteitdilemma’s. Tevens is eind 2012 een nieuw protocol voor het gebruik van internet en e-mail opgesteld. Het doel van dit document is het verantwoord en veilig gebruik van internet en e-mail door medewerkers van GGz Centraal. Het protocol is ter instemming voorgelegd aan de OR. Eerder in het jaar is het document ‘Zorgvuldig extern e-mailverkeer: advies voor handelen’ tot stand gekomen. Het biedt handvatten voor een zorgvuldig e-mail verkeer tussen medewerkers en ‘externe partijen’.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
47
11 Toekomst 11.1
Algemeen
In de diverse akkoorden17 zijn voor de GGZ de volgende plannen opgenomen die in komende jaren manifest zullen zijn: • veranderingen zorgstelsel • bezuinigingen en wijzigingen van de financierings- en bekostigingsstructuur 11.2
Zorg
Ambulantisering en specialisering zullen de hoofdthema’s zijn voor GGz Centraal in de komende jaren. Minder klinische zorg en meer zorg in de maatschappij. Door ontwikkeling van de basis-ggz zullen de RVZE’s meer focussen op specialistische behandelprogramma’s voor vooral mensen met ernstige psychiatrische stoornissen (EPA) en voor mensen voor wie ‘disease management’ noodzakelijk is bij de behandeling van de zogenoemde ‘common mental disorders’.
11.3
Investeringen
GGz Centraal heeft plannen voor twee grote nieuwbouwprojecten: - Fornhese: De voorbereidende fase van Fornhese Nieuwbouw is afgerond, aanbesteding kan plaatsvinden zodra de financiering rond is. Ditzelfde geldt voor Fornhese verbouw (bouwsom € 6.480.000). - RCG Volwassenen & verslaving: De voorbereidende fase is afgerond, aanbesteding kan plaatsvinden zodra de financiering rond is(bouwsom € 15.470.000). Naast deze nieuwbouwprojecten (voor 2013: € 9.200.000) verwacht GGz Centraal nog investeringen in 2013: - Planvorming/ terreinontwikkeling en sloop voor een bedrag van € 4.418.000 - Instandhoudingsinvesteringen voor een bedrag van € 6.980.000 - ICT investeringen voor een bedrag van € 3.498.000 en - Inventarissen voor een bedrag van € 950.000. 11.4
Financiering
Op dit moment bereidt GGz Centraal t.b.v. de twee grote bouwprojecten een integrale business case voor het Waarborgfonds voor de Zorgsector voor om geborgde financiering te kunnen aanvragen Daarnaast dient ook voor de overige investeringen korte financiering te worden aangetrokken daar niet alle overige investeringen vanuit de vrije cashflow kunnen worden gefinancierd. 11.5
Personeelsbezetting
Met de krimp binnen de geestelijke gezondheid verwachten wij dat de personeelsbezetting verder zal teruglopen. GGz Centraal streeft ernaar om dit zonder gedwongen ontslagen te bewerkstelligen. 11.6
Onderzoek en ontwikkeling
In het Meerjarenbeleid van het opleidingscentrum Innova staan de doelstellingen voor de komende jaren beschreven.
17
Bestuurlijk Akkoord GGZ 2013-2014 en het Regeerakkoord 2013 Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
48
12 Verslag Raad van Toezicht Normen voor goed bestuur Governance laat zich niet alleen in regels vangen. Het komt tot uitdrukking in het doen en laten van personen. Governance principes krijgen pas betekenis als bestuurders en toezichthouders zich herkennen in de bijzondere maatschappelijke verantwoordelijkheid van hun zorgorganisatie en zij zich hierop laten aanspreken. Vanuit die gedachte richt de code zich op de kwaliteit van het bestuur, de kwaliteit van het toezicht daarop, de interactie tussen raad van bestuur en raad van toezicht en tenslotte op het op gepaste wijze betrekken van belanghebbenden bij het beleid van de zorgorganisatie. GGz Centraal hanteerde ook in 2012 de normen met betrekking tot goed bestuur, goed toezicht en adequate verantwoording, zoals die zijn vastgelegd in de Zorgbrede Governancecode. Dit betekent dat wij ons houden aan deze bepalingen en dat wij, daar waar wij dit niet doen, dit gemotiveerd uitleggen (“pas toe of leg uit-beginsel”). Deze normen zijn verankerd in de statuten en in de reglementen raad van toezicht en raad van bestuur. Conform artikel 6.2 van het Uitvoeringsbesluit heeft GGz Centraal in haar statuten vastgelegd dat de centrale cliëntenraad de belangen van de patiënten of cliënten van de zorginstelling vertegenwoordigt en heeft zij aan de centrale cliëntenraad het recht van enquête toegekend als bedoeld in titel 8 afdeling 2 van Boek 2 BW. GGz Centraal heeft een klokkenluidersregeling opgesteld. Deze regeling helpt werknemers en anderen die in contractuele relatie tot de zorgorganisatie staan, vermoedens van onregelmatigheden respectievelijk misstanden binnen de organisatie te kunnen melden zonder daardoor geschaad te worden in hun rechtspositie. Samenstelling en portefeuilleverdeling Op 31 december 2012 werd GGz Centraal geleid door collegiale driehoofdige raad van bestuur. Deze raad van bestuur bestond uit mw. dr. T.J. Heeren (voorzitter18) en de heren ir. G.H. ter Avest en dr. B.J.N. Schreuder. Er is sprake van een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het instellingsbeleid, terwijl er tevens tussen de bestuurders sprake is van een heldere verdeling van aandachtsgebieden (portefeuilles). In het reglement raad van bestuur worden de volgende kernelementen beschreven: de bestuurstaak, verantwoording en verantwoordelijkheid, besluitvorming, vergaderingen, waarneming en vacature, openbaarheid en belangenverstrengeling, geheimhouding, medezeggenschap, openheid en verantwoording extern en deskundigheid. Het reglement kan worden gewijzigd door een besluit van de raad van bestuur. Het besluit behoeft de goedkeuring van de raad van toezicht. In voorkomende gevallen waarin het reglement niet voorziet besluit de raad van bestuur met inachtneming van wettelijke bepalingen en statuten. In de jaarlijkse evaluatie van zijn functioneren gaan de raad van bestuur en de raad van toezicht na of het reglement nog aan de daaraan te stellen criteria voldoet. Bezoldiging De bezoldiging van de leden van de raad van bestuur is tot stand gekomen op basis van afspraken tussen de leden van de raad van bestuur en de raad van toezicht conform de Beloningscode voor Bestuurders in de Zorg. De bezoldiging is vermeld en toegelicht in de jaarrekening.
18
Met ingang van 1 april 2012 droeg dr. J.N. Schreuder het voorzitterschap van de raad van bestuur GGz Centraal over aan dr. T.J. Heeren, tot dan toe lid van de raad van bestuur van GGz Centraal. Dit was reeds bij de bestuurlijke fusie op 15 mei 2009 overeengekomen. Dhr. Schreuder blijft actief als lid van de raad van bestuur (www.ggzcentraal.nl).
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
49
De raad van bestuur draagt zorg voor een tijdige informatievoorziening aan de raad van toezicht over algemene, zorginhoudelijke, financieel-economische, personele en sociale, externe, ethische en overige aangelegenheden die van een zodanig belang zijn dat de raad van toezicht hiervan redelijkerwijs op de hoogte behoort te zijn om zijn toezichthoudende en adviserende taak adequaat te kunnen vervullen. Hiertoe verschafte de raad van bestuur in het verslagjaar de raad van toezicht periodiek informatie over de realisatie van de doelstellingen en de beleidsplannen inclusief de daaraan verbonden risico’s, de kwaliteit van de zorg alsmede de doelmatigheid en continuïteit van de organisatie en de bedrijfsvoering. Afspraken rond de informatieverstrekking aan de raad van toezicht zijn vastgelegd in het Informatieprotocol. De raad van toezicht heeft geconstateerd dat er in het verslagjaar geen sprake is geweest van enige vorm van belangenverstrengeling of schijn van belangenverstrengeling tussen de raad van bestuur en de organisatie. Nevenfuncties raad van bestuur De heer ir. G.H. ter Avest heeft de volgende nevenfuncties: - lid Raad van Commissarissen verzekeringsmaatschappij Centramed; - lid raad van toezicht Cultura; - lid commissie van toezicht DBC Informatiesysteem. Mw. dr. T.J. Heeren heeft de volgende nevenfuncties: - lid commissie Zorgvisie en Normering van GGz Nederland; - lid van de Beraadsgroep Maatschappelijke Gezondheidszorg van de Gezondheidsraad; - vice-voorzitter van de raad van toezicht van het Erasmus Medisch Centrum, Rotterdam - lid commissie Nationaal Programma Ouderenzorg van ZonMW; - lid stuurgroep ROM van GGz Nederland; - lid redactieraad Zorgmarkt; - vice-voorzitter Union européenne des médecins spécialistes/UEMS Sectie Psychiatrie; - lid commissie Hoogspecialistische GGZ van de Gezondheidsraad; - lid adviescommissie Innovatie Zorgberoepen en Opleidingen. De heer dr. J.N. Schreuder heeft de volgende nevenfuncties: - voorzitter Registratiecommissie Geneeskundig Specialisten (RGS); - auditor NIAZ en lid redactieraad NIAZ; - arbiter Landelijk Scheidsgerecht Gezondheidszorg; - lid Stuurgroep Veilige zorg, ieders zorg van het patiëntveiligheidsprogramma GGZ van GGZ Nederland - voorzitter Commissie Kwaliteitsvisitatie van de Nederlandse Vereniging van Psychiatrie (NvvP) - tot 17 april 2012; - lid commissie Werkgevers- en Arbeidszaken van GGz Nederland. Toezichthouders - raad van toezicht In het reglement raad van toezicht (mei 2011) zijn de taken en verantwoordelijkheden van de (leden van de) raad van toezicht beschreven. In de raad is de noodzakelijke kennis van uiteenlopende disciplines aanwezig: bestuurlijke kennis en ervaring, financiële expertise, inzicht in de (kwaliteit) van zorg van aanpalende disciplines. In het Informatieprotocol zijn de afspraken vastgelegd met betrekking tot de informatie van de raad van bestuur aan de raad van toezicht.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
50
Mevrouw C.M. van der Zalm-Van Geen, legde per 1 juli 2012 na ruimt vier jaar haar taken als toezichthouder (voorzitter) neer. Zij speelde een belangrijke rol bij de ontvlechting van Symfora uit het werkverband van De Open Ankh en bij het tot stand komen van de fusie tussen Symfora en Meerkanten. Na de fusie werd zij voorzitter van de raad van toezicht GGz Centraal. Mede door de inzet van mevrouw Van der Zalm is GGz Centraal een stabiele en gezonde organisatie. Zij werd als voorzitter opgevolgd door de heer dr. E.P. de Jong. Mw. van der Velden werd per 1 september 2012 benoemd als vice-voorzitter. Samenstelling raad van toezicht eind december 2012 Naam
Hoofdfunctie
Dhr. dr. E.P. de Jong
Nevenfuncties19 voor zover relevant voor de vervulling van de taak
Dhr. dr. R.V. Bijl
Adjunct-directeur Sociaal en Cultureel Planbureau
Dhr. drs. C. de Kruijf
Mw. drs. L.M.B. Musterd
Zelfstandig adviseur Musterd Organisatieadvies
voorzitter Raad van Commissarissen woningcorporatie Habion; voorzitter Stichting Achmea Slachtoffer en Samenleving; plaatsvervangend voorzitter Klachtencommissie Zorggroep Almere; voorzitter Stichting Franciscaans Studiecentrum, verbonden aan de Universiteit van Tilburg; lid Raad van Toezicht van Vilans; vice-voorzitter Stichting Instituut Gak; voorzitter CDA afdeling Nunspeet; lid Raad van Advies van Reliëf, christelijke vereniging van zorgaanbieders; voorzitter Raad van Toezicht NCRV lid en plaatsvervangend voorzitter Rekenkamer gemeente Utrecht (tot 1-10-2012); lid Wetenschappelijke Adviescommissie Volksgezondheid Toekomstverkenningen 2014 RIVM; lid Adviescommissie Sociale Statistieken, Centraal Bureau voor de Statistiek vice-voorzitter Raad van Toezicht Stichting Stade, Utrecht; member General Assembly van het European Centre for Social Welfare Policy and Research, Wenen. fractievoorzitter Provinciale Staten Utrecht; voorzitter Noodfonds RWA-Amersfoort e.o.; trainer/bemiddelaar Algemene Onderwijsbond; voorzitter cliëntenraad WSW regio Eemland; lid Raad van Toezicht De Klimboom, stichting voor kinderopvang; voorzitter Partij van de Arbeid, afdeling Leusden
voorzitter Klachtencommissie voor medewerkers Zorgcentrum De Posten te Enschede; voorzitter Bezwarencommissie Sociaal Plan van “Mediant” geestelijke gezondheidszorg te Enschede; adviseur Fonds Cultuurparticipatie te Utrecht; lid Raad van Toezicht stichting Trajectum Novum, jeugdzorg te Zeist; lid Raad van Toezicht InteraktContour te Nunspeet.
dhr. drs. U. Pekdemir MPA
Directievoorzitter Rabobank NoordKennemerland
lid Raad van Toezicht Onderwijsgroep Tilburg Bestuursvoorzitter Stichting Emre
Mw.dr. L.A. van der Velden20
LUMC, Senior staflid KNO-arts/Hoofd-Hals Chirurg
lid Landelijke werkgroep competentiebeschrijving PZ; medisch adviseur St. Klankbord (patiëntenvereniging voor Hoofd-Hals kanker); lid kunstcommissie LUMC; lid redactie-adviesraad, Nederlands Tijdschrift voor Palliatieve Zorg.
Overzicht van de leden van de Raad van Toezicht GGz Centraal per 31 december 2012 19 Voordat leden van de raad van toezicht nieuwe nevenfuncties aangaan, wordt dit eerst besproken met de voltallige raad van toezicht om na te doen gaan of er sprake is van belangenverstrengeling. 20 Lid met professionele zorgachtergrond
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
51
Rooster van aftreden raad van toezicht Benoeming van leden van de raad van toezicht vindt plaats voor een termijn van vier jaar, waarna de leden eenmaal herbenoembaar zijn voor vier jaar. In de vergadering van 30 augustus 2012 is afgesproken mevrouw Van der Velden per 1 september 2012 tot vice-voorzitter van de raad van toezicht te benoemen. Op basis van het rooster van aftreden is in het verslagjaar de heer C. de Kruijf opnieuw benoemd. De vacature van het zevende lid raad van toezicht wordt in het eerste kwartaal 2013 ingevuld. Naam en geboortedatum
Functie
1ste benoeming
Datum herbenoeming
Datum aftreden
Dhr. dr. E.P. de Jong 05.08.1945
voorzitter raad van toezicht • voorzitter remuneratiecommissie • voorzitter selectiecommissie
01.01.2007
15.12.2010
01.01.2015
Dhr. dr. R.V. Bijl 15.02.1955
lid raad van toezicht • lid remuneratiecommissie • lid selectiecommissie • voorzitter commissie kwaliteit & veiligheid
01.06.2007
01.06.2011
01.06.2015
Dhr. drs. C. de Kruijf 19.12.1949
lid raad van toezicht • lid auditcommissie
20.05.2008
19.05.2012
20.05.2016
Mw. drs. L.M.B. Musterd 04.03.1947
lid raad van toezicht • lid commissie kwaliteit & veiligheid
01.01.2007
15.12.2010
01.01.2015
Dhr. drs. U. Pekdemir, MPA 01.04.1967
lid raad van toezicht • voorzitter auditcommissie
01.03.2007
19.01.2011
01.03.2015
01.01.2012
01.01.2016
01.01.2020
Mw. dr. L.A. van der Velden 19.11.1963
vice-voorzitter raad van toezicht • lid remuneratiecommissie • lid selectiecommissie • lid commissie kwaliteit & veiligheid Overzicht rooster van aftreden raad van toezicht GGz Centraal
Evaluatie De raad van toezicht is verantwoordelijk voor de kwaliteit van zijn eigen functioneren zoals is bepaald in onderdeel 4.4 onder 4 van de thans geldende Code. Tenminste jaarlijks evalueert de raad van toezicht zijn eigen functioneren buiten de aanwezigheid van de raad van bestuur en informeert de raad van bestuur over de uitkomsten hiervan. Jaarlijks voert de raad van toezicht met de raad van bestuur als geheel een evaluatiegesprek over het wederzijds functioneren van beide organen op zich in relatie tot elkaar. Op 16 oktober 2012 vond de evaluatie raad van toezicht 2012 plaats. De evaluatie was gericht op de toezichthoudende rol van de raad en op de relatie raad van toezicht – raad van bestuur. De relatie tussen raad van bestuur en raad van toezicht is ingebed in een open sfeer. Ook de individuele verhoudingen tussen de leden zijn open van aard. Korte lijnen zijn kenmerkend voor de verhoudingen. Tussen bestuur en toezicht is een manier van werken ontwikkeld, die door de leden van de raad van toezicht qua hoofdlijn positief wordt beoordeeld. De leden van beide raden respecteren en waarderen elkaar. Het periodieke voorzittersoverleg van raad van bestuur met de voorzitter raad van toezicht (en de secretaris of zijn plaatsvervanger) functioneert goed ter voorbereiding van de vergaderingen van de raad van toezicht en zijn commissies. De agenda’s voor de raadsvergaderingen waren adequaat, de vergaderingen effectief en efficiënt. Hieraan draagt zeker bij dat – na een eerdere evaluatie bestuurlijke mededelingen op schrift bij de agenda van vergaderingen zijn gevoegd. De commissies hebben in goede samenspraak met de raad van bestuur hun rol als adviseur van de raad van toezicht goed vervuld. Terugkijkend is geconstateerd dat de gang van zaken in de raad van toezicht in het verslagjaar tot tevredenheid stemt.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
52
Honorering De honorering van de leden van de raad van toezicht is vastgesteld op basis van de adviesregeling van de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorginstellingen, augustus 2009. De honoraria voor de voorzitter, vice-voorzitter en leden bedroegen in 2012 respectievelijk € 13.500, € 11.500 en € 9.000 bruto en zijn ongewijzigd ten opzichte van 2011. Werkzaamheden in het verslagjaar De raad van toezicht vergaderde in het verslagjaar zes maal in aanwezigheid van de raad van bestuur, te weten op 24 januari, 27 maart, 8 mei, 30 augustus, 16 oktober en 11 december 2012. De augustusvergadering vond plaats tijdens een tweedaagse heibijeenkomst, waarbij tevens gediscussieerd werd over landelijke ontwikkelingen in het kader van de brede beleidsontwikkelingen. De remuneratiecommissie heeft functioneringsgesprekken gevoerd met de leden van de raad van bestuur. In het verslagjaar heeft een aantal leden van de raad van toezicht deelgenomen aan de jaarlijkse overlegvergadering tussen respectievelijk de ondernemingsraad en de raad van bestuur, twee keer per jaar en de centrale cliëntenraad en de raad van bestuur, één keer per jaar. Conform de beleidscyclus van de organisatie wordt de raad van toezicht betrokken bij de strategie en de prestaties van de organisatie. Overleg met de externe accountant In het reglement raad van toezicht GGz Centraal staat beschreven hoe het overleg met de externe accountant binnen GGz Centraal is ingericht; Artikel 8.2.5 – De raad van toezicht vergadert zesmaal per jaar, waarvan tenminste één vergadering wordt gehouden ter bespreking van de jaarstukken in aanwezigheid van de accountant van de stichting en één vergadering ter bespreking van het jaarplan en de daarbij behorende begroting voor het komend boekjaar. Artikel 9.2.2 – De auditcommissie rapporteert schriftelijk aan de raad van toezicht. Binnen de raad is de auditcommissie het eerste aanspreekpunt voor de accountant. Vergaderingen van de auditcommissie worden in beginsel bijgewoond door een lid van de raad van bestuur en de accountant, tenzij de auditcommissie om bijzondere redenen zonder een van hen wil vergaderen.
In de reguliere vergaderingen van de raad van toezicht zijn onder andere de volgende onderwerpen aan de orde geweest: Ter bespreking: • Kader risicomanagement GGz Centraal • Synergiemonitor: notitie gericht op de waardecreatie door synergie (één jaar na de fusie) • Hypothecaire zekerheid: hypotheekverpanding én de verpanding van de on- en roerende goederen. • Integriteitsbeleid GGz Centraal • Bezuinigingen ondersteunende diensten • BTW-kwestie in relatie tot honorering leden raad van toezicht • Landelijke ontwikkelingen in het kader van de brede beleidsontwikkelingen GGZ Ter goedkeuring/besluitvorming: • Portefeuilleverdeling raad van bestuur GGz Centraal per 1 april 2012 • Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorg 2011 GGz Centraal • Jaarrekening 2011 GGz Centraal en bevestiging bij de jaarrekening 2011 • Kwartaalrapportages 2012 • Samenstelling raad van toezicht en commissies • Werving nieuw lid raad van toezicht • Honorering leden raad van toezicht • Generalistische Basis ggz • Herziene begroting 2012 • Treasury jaarplan 2013 • Kadernota 2013 GGz Centraal
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
53
• •
Initiële begroting 2013 GGz Centraal Intentieverklaring tussen MC Groep en GGz Centraal
Kennismaking met het primaire proces Voorafgaand aan een aantal vergaderingen bezocht de raad van toezicht, in het kader van kennismaking met de directe zorgverlening en ondersteunende processen, één van de zorgeenheden dan wel vakcentra van GGz Centraal. In het voorjaar gaf de A-opleider een presentatie voor de leden van de raad van toezicht over de Aopleiding. Tevens blikte hij kort terug op de visitatie van de A-opleiding die eerder in het verslagjaar had plaatsgevonden. In mei bezocht de raad van toezicht de afdeling Dagactiviteiten van de Gildenhof op het terrein van Zon & Schild. In het najaar gaven de voorzitter en de stafmedewerker van het college van geneesheer-directeuren Bopz een presentatie over het college en in het bijzonder over het onderwerp dwang & drang. In de decembervergadering presenteerde de directie van Innova, het instituut voor opleiding, onderzoek en innovatie van GGz Centraal, de activiteiten die Innova ontwikkelt en liet zij de nieuwste ontwikkelingen zien. Eén van deze ontwikkelingen is een game, “Heartville” genaamd, dat mensen met een psychische stoornis uitdaagt om hun manier van leven te veranderen. In Heartville bouwt de gebruiker een stad op door gezonder te leven. Innova won met deze game de “Games for the Future of Health Award 2012”. CZ Zorgverzekeraar reikte € 200.000,uit om de game verder te ontwikkelen. Deskundigheidsbevordering raad van toezicht In het kader van deskundigheidsbevordering volgde de raad van toezicht in het verslagjaar een masterclass van Ernst & Young met als thema financiering van de GGZ. De volgende onderwerpen passeerden de revue: marktpartijen en wet- & regelgeving, financieringstromen in de zorg, AWBZ en ZVW, de jaarrekening en werd ingegaan op actuele ontwikkelingen. Ook individueel benutten raadsleden mogelijkheden voor deskundigheidsbevordering. Commissies raad van toezicht Binnen de raad van toezicht zijn taken, conform de Governancecode, verdeeld in drie kerncommissies. Dit zijn de auditcommissie, de selectiecommissie en de remuneratiecommissie. Per 1 september 2012 is een commissie kwaliteit & veiligheid ingesteld. De taakstelling van deze commissie is het (voorbereidend) adviseren van de raad van toezicht, in goed overleg met de raad van bestuur, aangaande vraagstukken die het bestuursbeleid raken inzake de kwaliteit en de veiligheid van de zorg in en vanuit de instelling. Auditcommissie De vanuit de raad van toezicht ingestelde auditcommissie, aan het eind van het verslagjaar bestaande uit de heren U. Pekdemir (voorzitter) en C. de Kruijf, vergaderde in 2012 viermaal met de raad van bestuur, het hoofd Financiën & Administratie, de controller en, ad-hoc de externe accountant KPMG. De vergaderingen vonden respectievelijk op 20 maart, 1 mei, 21 augustus en 4 december 2012 plaats. De volgende onderwerpen zijn in het verslagjaar besproken: Definitieve begroting 2012 Concept Jaarrekening GGz Centraal 2012 Accountantsverslag 2011 Jaarrekening 2011 GGz Centraal en bevestiging bij de jaarrekening 2011 Jaardocument Maatschappelijke Verantwoording Zorg 2011 GGz Centraal Kwartaalrapportages 2012 Hypothecaire zekerheid Managementletter 2012 Treasury jaarplan 2013 Strategisch gebruik van vastgoed Initiële begroting 2013 GGz Centraal Kadernota 2013 GGz Centraal Financiële ontwikkelingen en het ‘in control’ zijn van de organisatie
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
54
Na de vergadering van de auditcommissie werden de resultaten van de besprekingen van de auditcommissie teruggekoppeld in de eerstvolgende raad van toezichtvergadering zodat discussie en besluitvorming over deze onderwerpen in de voltallige raad van toezicht kon plaatsvinden. De verslaglegging van de auditcommissie werd verspreid onder alle leden raad van toezicht. Remuneratiecommissie Aan het eind van het verslagjaar bestaat de remuneratiecommissie uit dhr. dr. E.P. de Jong, voorzitter raad van toezicht. Mw. dr. L.A. van der Velden, vice-voorzitter raad van toezicht en dhr. R.V. Bijl, lid van de raad van toezicht. De werkgeversrol van de raad van toezicht krijgt vooral gestalte via de remuneratiecommissie. De door deze commissie in het verslagjaar gevolgde 360°-feedback ter voorbereiding van de jaargesprekken met de leden van de raad van bestuur én de raad van bestuur als college is als een uitstekende methode gekwalificeerd, met een zeer bevredigend resultaat. Op 30 mei 2012 vonden de jaargesprekken plaats. De gekozen aanpak (360°–feedback) is goed bruikbaar voor jaarlijkse toepassing. De remuneratiecommissie wordt ambtelijk ondersteund door de manager van het vakcentrum Personeelszaken. Over de beloning van de bestuurders wordt gerapporteerd in de Jaarrekening 2012. De remuneratiecommissie vergaderde op 16 oktober 2012, waarin met name de voorbereiding van de evaluatie van het functioneren van de raad van toezicht in relatie tot de raad van bestuur aan de orde kwam. Selectiecommissie In de selectiecommissie van de raad van toezicht is gesproken over het profiel en de werving van het zevende lid voor de raad van toezicht. Besloten is de werving uit te stellen naar het eerste kwartaal van 2013. Het te werven lid moet beschikken over een financieel-economische- en vastgoeddeskundigheid en relevante bedrijfskundige ervaring. Het te werven lid zal toetreden tot de auditcommissie van de raad van toezicht. Commissie kwaliteit & veiligheid De commissie kwaliteit & veiligheid bestaat uit de volgende leden: dhr. RV. Bijl, voorzitter van de commissie en de dames L.M.B. Musterd en L.A. van der Velden. In het verslagjaar heeft geen overleg van deze commissie plaatsgevonden. Een eerste voorbereidende bijeenkomst is voorzien in januari 2013.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
55
Bijlage 1 - Lopend onderzoek 2012 per onderzoekslijn PSYCHOTISCHE STOORNISSEN GGz Centraal onderzoek Extrapyramidale stoornissen: genetica en follow-up Follow-up studie naar bijwerkingen van antipsychotica en hun associatie met genetische factoren. P.R. Bakker. Rob Bakker heeft zijn onderzoek afgerond en is gepromoveerd in 2012 Afbouw van gelijktijdig voorgeschreven eerste en tweede generatie antipsychotica; risico of meerwaarde? Onderzoek naar het effect van het afbouwen van het eerste of tweede generatie antipsychoticum bij patiënten die een combinatie voorgeschreven krijgen. Bijwerkingen en klachtenniveau worden onderzocht. Dr. D.E. Tenback en M. Shakir. Promotieonderzoek Prolactine gerelateerde bijwerkingen van antipsychotica bij jongeren Promotieonderzoek naar de lange termijn effecten van een verhoogde prolactinespiegel t.g.v. antipsychoticagebruik op de botopbouw, puberteits- en seksuele ontwikkeling bij adolescenten. Y. Roke. Promotieonderzoek De incidentie van schizofrenie onder Marokkaanse immigranten in Utrecht. T. Zandi. Promotieonderzoek Antipsychotica-geïnduceerde bewegingsstoornissen bij de borderline persoonlijkheidsstoornis Meta-analyse naar de incidentie van bewegingsstoornissen bij borderlinepatiënten die antipsychotica gebruiken in vergelijking met placebo. A. Willems, dr. D.E. Tenback en prof. dr. P.N. van Harten. Promotieonderzoek Obstipatie als bijwerking en CYP2D6 in Antillianen J. Jessurun , dr. D.E. Tenback en prof. dr. P.N. van Harten. Promotieonderzoek Interventies bij bewegingsstoornissen Onderzoek naar de effectiviteit en bijwerkingen van verschillende interventies bij bewegingsstoornissen. C. Mentzel, prof. dr. P.N. van Harten. Promotieonderzoek Het elektronisch meten van bewegingsstoornissen Ontwikkeling en validatie van een elektronische meting van bewegingsstoornissen T. Mentzel, prof. dr. P.N. van Harten. Promotieonderzoek De effectiviteit van interventies voor gedragsproblemen bij patiënten met niet aangeboren hersenletsel in de frontale gebieden B. ter Mors, prof. dr. P.N. van Harten. Promotieonderzoek Diabetes Mellitus; diagnose of medicatie effect? De incidentie van diabetes mellitus bij ambulante psychiatrische patiënten: effect van diagnose en antipsychotica. M. Ebbens, dr. D.E. Tenback en prof. dr. P.N. van Harten Slaap apneu bij patiënten met een ernstige psychiatrische aandoening. dr. D.E. Tenback Prevalentie en risicofactoren van therapie resistentie. C. Klavers en dr. D.E. Tenback
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
56
Invloed van roken op 1e of 2e generatie antipsychotica. dr. D.E. Tenback Invloeden op inactiviteit bij langdurig gehospitaliseerde psychiatrische patiënten F. van Kessel, prof. dr. P.N. van Harten en dr. D.E. Tenback Het beloop van de intelligentie bij chronische schizofreniepatiënten. M. Vollema en D.E. Tenback Extern geïnitieerd onderzoek GROUP: Kwetsbaarheid en veerkracht bij niet-affectieve psychose Follow-up onderzoek naar factoren die van invloed zijn op het ontstaan en beloop van psychoses bij patiënten en hun familieleden. Samenwerking met UMC Utrecht. Prof. Dr. P.N. van Harten, dr. M. Vollema OPTiMiSE: Optimization of Treatment and Management of Schizophrenia in Europe UMC Utrecht, prof. dr. R. Kahn. Lokale coördinator dr. D.E. Tenback Naar een nieuwe interventie voor inzicht bij schizofrenie: een Multi-center RCT UMCG prof. dr. A. Aleman. Lokale coördinator: N. Damhuis
PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN GGz Centraal onderzoek Toekomstgerichte training bij patiënten met suïcidale ideaties Promotie onderzoek naar het effect van toekomstgerichte training bij patiënten met suïcidale ideaties, waarbij sprake is van een gerandomiseerd onderzoek W. van Beek. Promotieonderzoek "Algemene persoonlijkheidsstoornis" Promotie onderzoek naar de ontwikkeling van criteria voor een 'Algemene Persoonlijkheidsstoornis' gecombineerd met ernstcriteria en een instrument t.b.v. de diagnostiek daarvan in de klinische praktijk. J.G. Berghuis. Promotieonderzoek Persoonlijkheid in het beloop van angst en depressie bij ouderen Inzicht verkrijgen in de samenhang tussen de BIG Five persoonlijkheidsdimensies en het beloop bij ouderen met een angst- of depressieve stoornis. B. Mooi. Promotieonderzoek Effect van feedback op klachtenniveau in psychotherapie en de invloed van 'psychological mindedness' op het therapie-effect Met een wekelijkse monitoring met de OQ-45 wordt het effect van verschillende vormen van feedback op het behandeleffect vergeleken. Tevens wordt de relatie tussen 'psychological mindedness' en de ontvankelijkheid voor psychodynamische benadering onderzocht. J. Segaar. Promotieonderzoek Borderline Persoonlijkheidsstoornis en het geheugen voor verbale informatie: 3 dimensies van borderline pathologie en de werking van het geheugen voor verbale informatie. J. Delsing Borderline of schizotypisch: overeenkomsten en verschillen tussen een beschrijvende diagnose en dynamische persoonlijkheidsdiagnostiek L. van Riel
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
57
Extern geïnitieerd onderzoek Schema Focused Therapy bij borderline persoonlijkheidsstoornis Schema Focused Therapy voor Borderline persoonlijkheidsstoornissen: effectiviteit, kosteneffectiviteit en opinies van belanghebbenden. Onderzoek vanuit Universiteit Maastricht. Locale coördinatie: J.G. Berghuis
ANGST- EN DWANGSTOORNISSEN GGz Centraal onderzoek Het effect van d-cycloserine bij de gedragstherapeutische behandeling Obsessive Compulsive Stoornis. A.S. de Leeuw. Promotieonderzoek Multicenter trial naar het effect van Inference Based Approach (IBA) bij patiënten met een Obsessive Compulsive Stoornis met beperkt inzicht. Drs. H.A.D. Visser. Promotieonderzoek De rol van d-cycloserine bij de gedragstherapeutische behandeling van paniekstoornissen en angststoornissen. M. Kleinhofmeijer. Promotieonderzoek Ziektebesef en inzicht bij OCS aan de hand van thuis video registraties bij Obsessive Compulsive Stoornis patiënten. H. du Mortier. Promotieonderzoek Multicenter trial naar het effect van Inference Based Approach (IBA) versus exposure versus wachtlijst conditie bij patiënten met een Obsessieve Compulsieve Stoornis. J. Lamberts. Promotieonderzoek Voorspellers van drop-out en het effect van behandeling na cognitieve gedragstherapie bij complexe Obsessieve Compulsieve stoornis T. Hollenbeek-Brouwer De effectiviteit van EMDR in de behandeling van dissociatieve indentiteitsstoornis: een single case series N. Bakker Extern geïnitieerd onderzoek NOCDA (Netherlands Obsessive Compulsive Disorder Association) onderzoeksproject. Het NOCDA onderzoek betreft een longitudinaal onderzoek gedurende 6 jaar naar het beloop van 300 OCS patiënten. Het grootste longitudinale angststoornis onderzoek wereldwijd. GGz Centraal maakt deel uit van het consortium bestaande negen instellingen die dit onderzoek uitvoeren. Lokale coördinator H.J.G.M. van Megen. The efficacy of a DBT relapse prevention program for remitted anxiety disorder patients who discontinue antidepressant medication Onderzoek vanuit de Vrije Universiteit. Lokale coördinatie Dr. H.J.G.M. van Megen en Drs. H. Visser.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
58
PSYCHOMETRIE GGz Centraal onderzoek Scale 8 elevations on the MMPI-2 in a psychiatric population: evaluating psychosis, dissociation and depression as predictors. A. Cuijpers, M. Vollema en J. Derksen Interne en externe auditieve hallucinaties op de BPRS. C. Arp, Veldhuis en M. Vollema De BPRS als voorspeller van een mogelijk invalide MMP-2 profiel. E. Bossema en M. Vollema De verkorte WAIS-III. S. Zwagerman en M. Vollema Hebben patiënten met een PTSS een lager verbaal dan performaal IQ? M. Scholten, L. Westerbroek, M. Vollema Is de NLV een goede schatter van de premorbide intelligentie van schizofreniepatiënten? D. Hulzebos, D. Bent en M. Vollema Effecten van classificatie met de Miniscan op de OQ-45 in een poliklinische psychiatrische populatie. N. Damhuis en M. Vollema De multidimensionele structuur van de UCL. M. de Groot en M. Vollema
Extern geïnitieerd onderzoek Normering en validatie van het observatie-instrument 'Het bouwen van een hut' Normering en validatie van het scoringssysteem van het gestandaardiseerde observatie-instrument 'het bouwen van een hut'. Dit instrument meet de sociaal-emotionele of psychosociale ontwikkeling van kinderen jonger dan 15 jaar. Onderzoek vanuit de Universiteit Utrecht. Projectleider binnen GGz Centraal: G. Dijkhuizen
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
59
OVERIG ONDERZOEK
GGz Centraal onderzoek Genetische determinanten van de effecten van antipsychotica J. Gregoor. J. Gregoor heeft het onderzoek afgerond leidend tot promotie in 2012 Is kinderpsychiatrie neurologie? Onderzoek naar lichte neurologische disfuncties bij kinderen met psychiatrische stoornissen. Dit onderzoek richt zich op de ontwikkeling van een omvattende procedure voor de onderkenning en registratie van ongunstige ontwikkelingscondities voor kinderen aangemeld bij de afdeling Kinder- en Jeugdpsychiatrie. M. de Jong en M. Punt. Promotieonderzoek ‘Van nachtmerrie tot nachtrust’ - behandeling van nachtmerries met 'imagery rehearsel' Gerandomiseerd onderzoek naar de protocollaire behandeling van nachtmerries bij psychiatrische patiënten. A. van Schagen. Promotieonderzoek Effectiviteit van bewegingstherapie bij patiënten met een depressie Gerandomiseerd onderzoek naar de effectiviteit van bewegingtherapie (running therapy versus nordic walking) toegevoegd aan de ‘treatment as usual’. F.R. Kruisdijk. Promotieonderzoek Effecten van een werkgeheugentraining (COGMED) bij kinderen met ADHD. MG Vollema, N. Damhuis, B.Geerdinck en M. de Vries Prevalentie van nachtmerries bij psychiatrische patiënten Prevalentie, risicofactoren en co-morbiditeit van nachtmerries bij mensen die zich aanmelden voor psychiatrische zorg. M. Swart. Te speciaal voor het speciaal (basis)onderwijs? Waarom kwamen kinderen uit de crisisdeeltijd niet al eerder in de psychiatrische hulpverlening? M. Jansen. Ouders en gevoelens van machteloosheid Een kwalitatief onderzoek naar gevoelens van onmacht bij ouders van kinderen met ADHD en gedragsproblemen tussen 6 – 12 jaar. G. Min Extern geïnitieerd onderzoek Risicojongeren met ADHD leren plannen en organiseren UvA, S. Dovis. Lokale coördinator: C. König. Collaborative Care bij patiënten met een bipolaire stoornis: een effectiviteitsonderzoek GGz InGeest Amsterdam, N. van der Voort. Lokale coördinator: J. Vroegop. Effectiviteit en kosteneffectiviteit van de D(o)epressie cursus voor adolescenten met een depressie; individuele CGT versus reguliere zorg UMC Utrecht dr. D.H.M. Bodden. Lokale coördinator: M.R. de Vries- Schot
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
60
Bijlage 2 - Publicaties en presentaties in 2012 per onderzoekslijn
PSYCHOTISCHE STOORNISSEN Publicaties Koning, J.P, Verhof, J., Burger, H., Wilffert, B., Al Hadithy, A., Alizadeh, B., Harten, P.N. van, Snieder, H. (2012) Association of two DRD2 gene polymorphisms with acute and tardive antipsychotic-induced movement disorders in Young Caucasian patients. Psychopharmacology, 219 (3), 727-36. Roke, Y., Harten, P.N. van, Buitelaar, J.K., Tenback, D.E., Rijke, Y.B. de, Boot, A.M. (2012) Antipsychotic-induced hyperprolactinemia and testosterone levels in boys. Hormone Research in Paediatrics, 77 (4),235-40. Tenback, D.E., Pijl, B., Smeets, H., Os. J. van, Harten, P.N. van (2012) All-cause mortality and medication risk factors in schizophrenia: a prospective cohort study. Journal of Clinical Psychopharmacology, 32(1),31-5. Roke Y., Buitelaar J.K., Boot AM, Tenback D.E., Harten P.N. van. Risk of hyperprolactinemia and sexual side effects in males 10-20 years old diagnosed with autism spectrum disorders or disruptive behavior disorder and treated with risperidone. J Child Adolesc Psychopharmacol. 2012 Dec;22(6):432-9. Mentzel C.L., Tenback D.E., Tijssen M.A., Visser-Vandewalle V.E., Harten P.N. van. Efficacy and safety of deep brain stimulation in patients with medication-induced tardive dyskinesia and/or dystonia: a systematic review. J Clin Psychiatry. 2012 Nov;73(11):1434-8. Roke Y., Harten P.N. van, Buitelaar J.K., Tenback D.E., Quekel L.G., de Rijke Y.B., Boot AM. Bone mineral density in male adolescents with autism spectrum disorders and disruptive behavior disorder with or without antipsychotic treatment. Eur J Endocrinol. 2012 Dec;167(6):855-63. Bakker P.R., Al Hadithy A.F., Amin N., van Duijn C.M., van Os .J, Harten P.N. van. Antipsychoticinduced movement disorders in long-stay psychiatric patients and 45 tag SNPs in 7 candidate genes: a prospective study. PLoS One. 2012;7(12): Beekman A.T., van Os J., van Marle H.J., Harten P.N. van. Staging and profiling of psychiatric disorders. Tijdschr Psychiatr. 2012;54(11):915-20. Beekman A.T., van Os J., van Marle H.J., van Harten P.N. Special issue on staging and profiling: reform of diagnostics. Tijdschr Psychiatr. 2012;54(11):913-4. Ter Mors B.J., van Heugten C.M., van Harten P.N. Evaluation of electrical aversion therapy for inappropriate sexual behaviour after traumatic brain injury: a single case experimental design study. BMJ Case Rep. 2012 Aug 24;2012 Bakker P.R., Bakker E., Amin N., van Duijn C.M., van Os J, van Harten PN. Candidate gene-based association study of antipsychotic-induced movement disorders in long-stay psychiatric patients: a prospective study. Presentaties Bakker, P.R., Harten, P.N. van, Os, J. van. Tardieve dyskinesie en polymorfische variaties in COMT-, DRD2-, CYP1A2- en MnSOD-genen: een meta-analyse van farmacogenetische interacties. Presentatie tijdens het symposium Epidemiologie, genetica en de behandeling (waaronder deep brain stimulation) van tardieve bewegingsstoornissen op het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 5 april 2012. Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
61
Bus, L.E.M., Jeene, P., Breuning, L., Harten, P.N. van. Tardieve dyskinesie na herintroductie van duloxetine- met videopresentatie. Posterpresentatie tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 35 januari 2012. Harten, P.N. van, Bakker, P.R., Mentzel, C.L., Tenback, D.E. Nieuw algoritme voor behandeling en preventie van tardieve dyskinesie: een videopresentatie. Presentatie tijdens het symposium Epidemiologie, genetica en de behandeling (waaronder deep brain stimulation) van tardieve bewegingsstoornissen op het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 5 april 2012. Mentzel, C.L., Harten, P.N. van, Tenback, D.E., Bakker, P.R. De effectiviteit en veiligheid van deep brain stimulation in patiënten met een psychiatrische stoornis en tardieve dyskinesie en/of tardieve dystonie. Presentatie tijdens het symposium Epidemiologie, genetica en de behandeling (waaronder deep brain stimulation) van tardieve bewegingsstoornissen op het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 5 april 2012. Roke, Y., Buitelaar, J.K., Tenback, D.E., Boot, A.M., Harten, P.N. van. Prolactinegerelateerde bijwerkingen van antipsychotica bij adolescenten. Presentatie tijdens symposium Onderschatte risico’s farmacotherapie deel II op het NVvP Voorjaarscongres Maastricht, 3 april 2012. Roke, Y., Buitelaar, J.K., Tenback, D.E., Boot, A.M., Harten, P.N. van. Prolactinegerelateerde bijwerkingen van antipsychotica bij adolescenten. Posterpresentatie tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 3-5 april 2012. Tenback, D.E., Bakker, P.R., Mentzel, C.L., Harten, P.N. van. Bewegingsstoornissen in de langdurige zorg. Presentatie tijdens het symposium Epidemiologie, genetica en de behandeling (waaronder deep brain stimulation) van tardieve bewegingsstoornissen op het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 5 april 2012.
ANGST- EN DWANGSTOORNISSEN Publicaties Balkom, A.J.L.M. van., Oosterbaan, D.B., Batelaan, N., Cath, D.C., Hendriks, J., Megen, H.J.G.M. van, Schruers, K., Spijker, J., Wee, N. van der, Vliet, I.M. van (2012). De karakterisering van angststoornissen: Stageren en ‘profilen’ met gezond verstand. Geaccepteerd voor publicatie. . Klein Hofmeijer-Sevink, M., Batelaan, N.M., Megen, H.J.G.M. van, Penninx, B.W., Cath D.C., Hout, M.A. van den, Balkom, A.J. van (2012). Clinical relevance of comorbidity in anxiety disorders: a report from the Netherlands Study of Depression and Anxiety (NESDA). Journal of Affective Disorders, 137(1-3):106-12. Klein Hofmijer-Sevink, M., Oppen, P. van, Megen, H.J.G.M. van, Batelaan, N.M., Cath, D.C., Hout, M. van den, Balkom, A.J.L.M. van (2012) Clinical relevance of comorbidity in Obsessive Compulsive Disorder: The Netherlands OCD Association Study. Geaccepteerd voor publicatie in Journal of Affective Disorders. Megen, H.J.G.M. van. Hoofdstuk 6. Psychotpathologie en religie: Angstoornissen, geweten, gewetensangst en religie, een hernieuwde kennismaking. In: Nederlands Handboek voor Psychiatrie, Religie en Spiritualiteit eds. Verhagen P.J., Megen, H.J.G.M. van. Uitgeverij De Tijdstroom, p. 235245. Megen, H.J.G.M. van. Hoofdstuk 18. Religie en angststoornissen. In: Nederlands Handboek voor Psychiatrie, Religie en Spiritualiteit eds. Verhagen P.J., Megen, H.J.G.M. van. Uitgeverij De Tijdstroom, p. 235-245.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
62
Schuurmans, J., Balkom, A.J.L.M. van, Smit, J.H., Megen, H.J.G.M. van., Eikelenboom, M., Kaarsenmaker, M., Oosterbaan, D., Hendriks, G.J., Schruers, K.R.J., Wee, N.J.A. van der, Oppen, P. van (2012) The Netherlands OCD Association Study: Design and rationale of a longitudinal naturalistic study on the course of OCD and characteristics of the sample at baseline. Geaccepteerd voor publicatie. . Verhagen, P.J., Megen, H.J.G.M van, eds. Nederlands Handboek voor Psychiatrie, Religie en Spiritualiteit. Uitgeverij de Tijdstroom. ISBN 9789058981943 Vliet, I.M. van, Well, E.P.L. van, Bruggeman, R., a Campo, J., Hijman, R., Megen, H.J.G.M. van, Balkom, A.J.L.M. van. (2012) Irreversible psychosurgical treatment for obsessive compulsive disorder (OCD) in the Netherlands. An evaluation of the patients admitted for psychosurgery in the Netherlands in the period 2001-2008. The Journal of Nervous and Mental Diseases, geaccepteerd voor publicatie.
Presentaties Groenendijk, M. Eendaagse masterclass over EMDR-vervolgtechnieken en toepassingen bij dissociatieve stoornissen. De Palier, Den Haag, 3 februari 2012. Groenendijk, M. Workshop over diagnostiek en behandeling van complexe traumatische stressstoornissen. Tijdens het congres PTTS-en op weg naar maatwerk van Sympopna, Eden 19 april 2012. Groenendijk, M. Eendaagse bijscholing EMDR bij dissociatieve stoornissen. Altrecht, Zeist, 20 april 2012. Groenendijk, M. Workshop: a demonstration of EMDR in the second phase of trauma-treatment of DID. 13th EMDR Europe Conference in Madrid, 17 juni 2012 Groenendijk, M. Bloemendaal van Palier , T. Workshop: intensieve behandeling van dissociatie; op symposium 'omgaan met traumagerelateerde dissociatie', Maarssen 2 november 2012 Groenendijk, M. Workshop ; van dissociatie naar integratie op symposium 'what's new?' op GGZCentraal, Amersfoort, 20 november 2012. Klein Hofmeijer-Sevink, M. D-Cycloserine-additie als nieuwe strategie in de behandeling van angststoornissen. Tijdens het symposium Angstonderzoek in Nederland: een bloemlezing van bij het NedKAD aangesloten instellingen op het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 4 april 2012. Verhagen, P.J., Megen, H.J.G.M. van. Psychiatrie, religie en spiritualiteit. Workshop tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 3 april 2012. Visser, H.A.D., Oppen, P. Megen, H.J.G.M. van, Minnen, A.van, Kaarsemaker, M, Eikelenboom, M., Balkom, T. van. The Impact of Early Trauma and Recent Events on Symptom Severity, Course and Comorbidity in Patients With Obsessive-Compulsive Disorder. Veldhoven,VGCT najaarscongres 2012 Visser, H.A.D. De Inference Based Approach (IBA) een nieuwe behandelmethode voor de Obsessieve Compulsieve Stoornis (met gering inzicht), Venray, Jubileum symposium Vincent van Gogh 2012
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
63
PERSOONLIJKHEIDSSTOORNISSEN Publicaties Baars, J. & Wagenaar, K. (2012). Systeemtherapie en partnerrelatietherapie. In: Ingenhoven, T., van Reekum, A., van Luyn, B. & Luyten, P. Handboek borderline persoonlijkheidsstoornis. (p. 139-157). De Tijdstroom, Utrecht. Berghuis, H., Kamphuis, J.H., Verheul., R, Larstone, R. & Livesley, W.J. (2012). The General Assessment of Personality Disorder (GAPD) as an Instrument for Assessing the Core Features of Personality Disorders. Clinical Psychology & Psychotherapy. Gutteling BM, Montagne B, Nijs M, van den Bosch LM. (2012). Dialectical behavior therapy: is outpatient group psychotherapy an effective alternative to individual psychotherapy?: Preliminary conclusions. Comprehensive Psychiatry. 2012 May 3. [Epub ahead of print] doi.org/10.1016/j.comppsych.2012.03.017 Ingenhoven, T., Berghuis, H., Thunissen, M. & de Saeger, H. (2012). De borderline persoonlijkheidsstoornis in de DSM-5. In: Ingenhoven, T., van Reekum, A., van Luyn, B. & Luyten, P. Handboek borderline persoonlijkheidsstoornis. (p. 533-545). De Tijdstroom, Utrecht. Steen, A. (2012) Social media: effecten op identiteit en intimiteit Groepen, tijdschrift voor groepsdynamica en groepspsychotherapie. Geaccepteerd voor publicatie. Verhagen, P.J. Hoofdstuk 19. Persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen. In: Nederlands Handboek voor Psychiatrie, Religie en Spiritualiteit eds. Verhagen P.J., Megen, H.J.G.M. van. Uitgeverij De Tijdstroom, p. 245-257.
Presentaties Segaar, J. Diagnostiek van het Mentaliseren: de PMAP. Presentatie binnen het symposium Ik ben ik en jij bent jij! Mentaliseren in (dag)klinische psychotherapie. 7 februari 2012. Berghuis, H. & Ingenhoven, T. Persoonlijkheidsstoornissen in de DSM-5? Praktijkopleidersmiddag, RINO. 15 november 2012.
PSYCHOMETRIE Publicaties M.G. Vollema, S.J. Hollants, C.J. Severs en A.J.K. Hondius.De determinanten van separaties in een psychiatrische instelling: een naturalistisch en exploratief onderzoek. Tijdschrift voor Psychiatrie,54,3, 1-12, 2012
Presentaties Mooi, B. De verkorte NEO-PI-R: validatie en eerste bevindingen uit een beloopstudie naar persoonlijkheid en angst/depressie bij ouderen. Presentatie tijdens het symposium Persoonlijkheid en persoonlijkheidsstoornissen bij ouderen, op het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 4 april 2012.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
64
OVERIG Publicaties Mooi, B. (2012). Problematisch alcoholgebruik bij senioren. De Praktijk, 5 (2), 13-15. Noort, A., Braam, A.W., Gool. A.R. van, Verhagen, P.J., Beekman, A.T.F. (2012). De herkenning van psychopathologie door pastores: een vignet studie. Tijdschrift voor Psychiatrie, 9, 785-795 Reijen, J. van, Verhagen, P.J. (2012). Laat je uitdagen! Over competentiegericht opleiden in de groepspsychotherapie. Groepen, 7, 19-31. Schagen, A.M. van, Lancee, J., Spoormaker, V.I. (2012). Imaginatie en rescripting therapie van nachtmerries. Protocollen in de GGZ. Houten: Bohn Stafleu van Loghum. Schagen, A.M. van, Lancee, J., Spoormaker, V.I. (2012). Van je nachtmerries af. Werkboek voor de cliënt. Houten: Bohn Stafleu van Loghum Verhagen, P.J. Hoofdstuk 40. Religieuze of zingevingsanamnese in het opleidingscurriculum. In: Nederlands Handboek voor Psychiatrie, Religie en Spiritualiteit eds. Verhagen P.J., Megen, H.J.G.M. van. Uitgeverij De Tijdstroom, p. 515-526. Verhagen, P.J. Hoofdstuk 41. Kennis, vaardigheden, attitude. In: Nederlands Handboek voor Psychiatrie, Religie en Spiritualiteit eds. Verhagen P.J., Megen, H.J.G.M. van. Uitgeverij De Tijdstroom, p. 527-538. Verhagen, P.J. (2012). The biopsychosocial model and spiritual life. Paper 3rd European conference on religion, spirituality and health, Bern, Switzerland, mei 2012. Verhagen, P.J. (2012). Discussie en inspiratie rond wetenschap, geloof en hulpverlening. Psyche & Geloof, 23, 71-79. Verhagen, P.J. (2012). Psychiatry and Religion: World Psychiatric Association beyond boundaries. Actas Españolas de Psiquiatría, in druk. Verhagen, P.J. (2012). Controversy or consensus? Recommendations on psychiatry, religion and spirituality. Asian Journal of Psychiatry, 5, 355-357. Verhagen, P.J. (2012). Waar is de ‘vader’? De transculturele discussie over de rol van de groepstherapeut in Group Analysis; een dieptepeiling. Groepen, 7, 52-63.
Presentaties Hamersveld, S. van. Future of Health award, TEDx, Maastricht, 2 april 2012. Hamersveld, S. van. Presentatie tijdens de Anna Reijnvaan praktijkprijs, Stadsschouwburg Amsterdam, 24 mei 2012. Hessels, C., Aken, M. van, Orobio de Castro, B., Voorst, A.J.P. van. Social Information Processing and Cluster B Personality Pathology Among Clinic-refered Adolescents. Posterpresentatie tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht,3 april 2012. Kam, H. de. Presentatie: project palliatieve zorg in de GGZ. GGz Eindhoven, 16 januari 2012. Kam, H. de. Presentatie: project palliatieve zorg in de GGZ. GGz Centraal, 6 februari 2012. Kam, H. de. Presentatie: project palliatieve zorg in de GGZ op congres Professional in the Lead, AMC Amsterdam, 9 februari 2012. Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
65
Kam, H. de. Presentatie: project palliatieve zorg in de GGZ bij de uitreiking van de Ria van der Heijdenprijs 2012, Delta psychiatrisch centrum, 4 april 2012. Kam, H. de. Presentatie: project palliatieve zorg in de GGZ bij multidisciplinair team Stichting Philadelphia zorg, Rijswijk, 24 april 2012. Kam, H. de. Presentatie: project palliatieve zorg in de GGZ. Horatio, internationaal congres voor psychiatrische verpleegkundigen, Stockholm, 21 september 2012 Kam, H. de. Presentatie: dwang en drang in de psychiatrie. Symposium GGz Centraal Innova, Amersfoort, 30 oktober 2012. Kam, H. de. Workshop: palliatieve zorg in de GGZ. Phrenoscongres, 22 november 2012. Mooi, B. Egosyntoon of egodystoon, vertelt u het maar! Presentatie tijdens het Voorjaarscongres Sectie Ouderenpsychologie: Meten is weten 2.0. Amersfoort, 14 juni 2012. Reichart, C.G., Lahuis, B.E., Allertz, A.C.L., Cohen, A.P., Scheepers, F.E., Janssen, M.M.M., Harteveld, E.M. Kinder- en jeugdpsychiatrie, zorg voor de gemeente?. Discussiegroep tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 5 april 2012. Robbe, M., Stijvers, I., Heeren, T.J. De verantwoordelijke patiënt. Verantwoordelijkheid leren nemen en zorg bieden: een paradox? Tijdens het Zorgmarkt Jaarcongres, 6 juni 2012. Robbe, M. Het verhaal van het gezin. Systemisch denken en werken met gezinnen met een adolescent met een ziekte of een lichamelijke beperking. Trappenberg-Heideheuvel, 14 juni 2012 Robbe, M. De noodzaak ven het betrekken van het gezin/familie in de behandeling bij patiënten met een eetstoornis. Tijdens het Zwolle NAE congres, 29 november 2012. Roke, Y., Voorst, A.J.P. van. Diagnostiek en behandeling van comorbiditeit bij volwassenen met autismespectrumstoornissen. Workshop tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 3 april 2012. Roo, M.J. de, Broekema, W.J., Kruisdijk, F.R., Roke, Y. www.medicawiki.eu: op weg naar een veiliger voorschrijven. Workshop tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 4 april 2012. Ruijter, M.F., Hamersveld, T.J. van. Who is affraid of de Verpleegkundig Specialist GGZ? Workshop tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 3 april 2012. Lancee, J., Schagen, A.M van. Evidentie voor psychologische behandeling van nachtmerries, de stand van zaken. Lezing tijdens de Studiedag Slaapstoornisen, Utrecht, 12 oktober 2012. Schagen, A.M. van. Imaginatie- en rescriptingtherapie, van nachtmerrie tot nachtrust in de praktijk. Workshop tijdens de Studiedag Slaapstoornisen, Utrecht, 12 oktober 2012. Tanaka, K., Rode, H.P., Bakker, P.R., Vonhögen, K.F.J. Koudwatervrees als jonge psychiater? Nergens voor nodig: een discussiegroep voor en door jonge psychiaters. Tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 3 april 2012. Glas, G., Verhagen, P.J. (2012). Why the biopsychosocial model failed and nevertheless has a future. Paper presented on the 24th Annual Meeting of the Association for the Advancement of Philosophy. Verhagen, P.J. Using group analytic perspectives to help patients discover spiritual relationships. Presentatie binnen het symposium Spiritually integrated clinical psychiatric practice and psychotherapy tijdens de Annual Meeting APA, Philadelphia, USA, mei 2012. Verhagen, P.J. Spiritual life and personality disorders. Seminar tijdens de Christian Medical & Dental Associatons Psychiatric Section 50th Anniversary meeting, Philadelphia, USA, mei 2012. Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
66
Verhagen, P.J. ‘God hebbe mijn ziel’. Over psychiatrie en religie. 2e Gelderse Academielezing, Harderwijk, 13 mei 2012. Verhagen, P.J., Glas, G. The biopsychosocial model and spiritual life. Posterpresentatie tijdens de Annual meeting of the Association for the Advancement of Philosophy & Psychiatry, Philadelphia, USA, mei 2012. Verhagen, P.J. Autonomie herzien: zelfregulering en intersubjectiviteit. Middagsymposium platform Psychiatrie en Recht, 27 september 2012. Verhagen, P.J. Beyond controversy: religion and spirituality as a part of good clinical practice. Accademia di Scienze Psichiatriche, Rome 15 November 2012 (invited speaker). Voorst, A.J.P. van, Roke, Y. Diagnostiek en behandeling van comorbiditeit bij volwassenen met autismespectrumstoornissen. Workshop tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 3 april 2012. Weide, J. van der. Farmacogenetica in de psychiatrische praktijk. Workshop tijdens het NVvP Voorjaarscongres, Maastricht, 3 april 2012. Wesselink, W. Presentatie: de Verpleegkundig specialist: werkzaam in 4 rollen. GGz Drenthe (i.s.m. Groningen en Friesland), 4 juli 2012. Wesselink, W. Presentatie: ‘Geef de dood een plek’ GGz Drenthe, 17 oktober 2012. Wesselink, W. Presentatie: ‘Geef de dood een plek’ Nominatie van de NKOP-award/Trimbos-instituut, Utrecht, 6 november 2012.
Bestuursverslag GGz Centraal 2012 - 23 april 2013 –
67
Bijlage 3 - Stand van zaken binnen de RVZe-en Binnen Fornhese is HOZ (nog-) niet aan de orde.
• • • •
Oostelijk Utrecht
H. de Leeuw
• •
•
Gooi & Vechtstreek
directie
Flevoland
G.Meijer en V.Niks
herstelwerkgroepen vanuit de Boeier, brede Klankbordgroep Herstel waarin verschillende HOZ projecten bij elkaar komen Cliëntbelangenbureau (CBB)
Nog niet.
•
Bureau Herstel i.o.
• • • • • • • • • • • •
21
TOED = Training Opleiding ErvaringsDeskundigheid.
verbetering en uitbreiding van de herstel werkgroepen scholing van professionals. Interne opleiding van ervaringsdeskundigen Ontwikkeling See Joe
5 ervaringsdeskundige medewerkers werkzaam in loondienst Opleiden van 3 ex-patiënten als ervaringsdeskundige vrijwilligers 2 stagiaires met ervaringsdeskundigheid van de MBO opleiding MZ TOED21 opleiding voor 3 vrijwilligers Intervisie voor ervaringsdeskundige medewerkers Opleidingsbudget voor ervaringsdeskundigen Werkplan met RVZe cliëntenraad opgesteld. Inventarisatie mogelijkheden regionaal netwerk Ruimte maken in begroting Herstelwerkgroepen in Lelystad draaiend houden Herstelwerkgroepen in Almere opzetten Binnen EPA/Fact, waar mogelijk, ervaringsdeskundigen aannemen.
5
Bureau Herstel, See Joe en beschermd wonen
5
Overeenkomst • vrijwillig • betaald
Inzet bij
Bureau Herstel Klankbordgroep HOZ
Behandelprogramma
Doelstellingen HOZ 2012 • •
Aantal
H. van Eeken J.Kraats
Herstel Volwassenen
Veluwe & Veluwe Vallei
Organisatie
Coördinator
Ervaringsdeskundigen
Zowel vrijiwillig als betaald.
medewerkers
0 2
Team ACT DAC-WESPP
1 (i.o.)
EPA/Fact Lelystad
vrijwilligersovereenkomst In dienst