gemeente Eindhoven
Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer
Raadsnummer oS.RzgSx.ooz Inboeknummer ogbstorg69 Beslisdatum B&W so september 2005 Dossiernummer 538.4S4
Oplegvel Raadsvoorstel inzake Stationsgebied Eindhoven: verbinden en verblijven 1 Samenvatting Het Stationsgebied Eindhoven is een van de belangrijke ontwikkelingsgebieden in Eindhoven, vanwege de strategische ligging in het centrum, de uitstekende ontsluiting met het openbaar vervoer en de auto en vanwege de aanwezigheid van grote organisaties. Echter het Stationsgebied ontbeert de nodige kwaliteit, er is onvoldoende kwaliteit in de openbare ruimte en het gebied wordt gekenschetst als desolaat en onveilig. Het is tot nu toe niet gelukt om een structurele kwaliteitsslag te maken. Daarom is er nu een ruimtelijke visie gemaakt Stationsgebied Eindhoven: verbinden en verblijven die de volgende opbrengsten voor de stad heeft: een duurzame kwaliteitsslag in het Stationsgebied en binnenstad; uitbreiding en modernisering van de verkeersknoop en OV Knoop in samenhang met de stedelijke structuur en in regionaal verband; faciliteren van Brainport-ambitie en economische hoofdstructuur; Verdere ontwikkeling van het sleutelproject Westcorridor door het verbinden van stadsdelen over de Noord-Zuid as en het ontwikkelen van groenstructuren; sociaal-economische spin off middels directe opbrengsten voor de stad en indirecte effecten van extra werkgelegenheid, extra functies en activiteiten, gecombineerd met een goede bereikbaarheid in het gebied.
2 Bijlage(n) Rapport wordt separaat in de postbusjes bezorgd.
BF05018644
gemeente Eind hoven
Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer
Raadsnummer 05.RI$8I.OOI lnboeknummer ogbstorg6g Beslisdatum B&W so september 2005 Dossiernummer 538.qSy
Raadsvoorstel inzake Stationsgebied Eindhoven: verbinden en verblijven 1 Inleiding Het Stationsgebied heeft de afgelopen 12 jaar al diverse stadia van ontwikkeling doorlopen. In 1994 is in het kader van het Sleutel project Westcorridor een ontwikkelingsvisie door TKA gemaakt in samenwerking met OCE (Hurks en Heijmans IBC) en de gemeente Eindhoven. Het hieruit voortvloeiende ontwikkelingsplan is door de raad in 1996 vastgesteld. Op basis van dit ontwikkelingsplan zijn reeds een aantal bouwvelden in het Stationsgebied ontwikkeld of worden nog in ontwikkeling gebracht, waaronder het KBC, de reconstructie van de Piazza, de herinrichting van het 18 Septemberplein, de ontwikkeling van de Mediamarkt en de herontwikkeling van de Admirant. In 2001 is de startnotitie voor het maken van een integrale evaluatie voor het Stationsgebied vastgesteld, omdat de vigerende ruimtelijke visie onvoldoende basis bood om het gebied als een geheel kwalitatief verder te ontwikkelen. Deze integrale evaluatie is in september 2002 afgerond en wij zijn akkoord gegaan met de conclusies en bevindingen van de evaluatie. Wij hebben de directeur van de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer opdracht gegeven, samen met een aantal marktpartijen, een herziene ontwikkelingsvisie inclusief haalbaarheidsonderzoek op te stellen. Tevens is besloten om afscheid te nemen van TKA als supervisor en de
stedenbouwkundige visie vooralsnog vanuit de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer vorm te geven. Wij hebben u in 2002 in kennisgesteld van dit besluit. Op basis van een intentieovereenkomst (26 april 2004) tussen de gemeente Eindhoven, Prorail, NS Vastgoed Ontwikkeling B.V., Hurks Bouw & Vastgoed B.V. en
Heijmans IBC Vastgoedontwikkeling B.V. is in juni 2004 aangevangen met het maken van de ruimtelijke visie en een integrale haalbaarheidsstudie. Dit traject is begeleid door IPMMC. Met deze marktpartijen is een intentieovereenkomst afgesloten omdat ze belangen hebben bij de ontwikkeling van een integrale OV Knoop, of strategische belangen hebben (vanwege grondposities en eigendommen op strategische locaties) in het Stationsgebied. Tevens zijn deze marktpartijen benaderd vanwege hun expertise die zij in zullen brengen in dit haalbaarheidsonderzoek. Zoals verwoord in
de intentieovereenkomst: ...."Partijen gaan een samenwerking aan om gezamenlijk de planologische en economische randvoorwaarden te onderzoeken voor de kostendekkende grondexploitatie en de realisatie van de daarbij horende infrastructuur van het Stationsgebied op basis van de stedenbouwkundige randvoorwaarden en
Raadsnummer 05.RI38Z.OOr
uitgangspunten, zoals vastgelegd in het evaluatieonderzoek. Een integraal vervoersknooppunt zal als onderdeel in het haalbaarheidsonderzoek worden opgenomen"..... De ruimtelijke visie met de integrale haalbaarheidsstudie is in juni 2005 afgerond door IPMMC. In het eindrapport Stationsgebied Eindhoven: verbinden en verblijven staat de ruimtelijke visie en haalbaarheidsstudie voor de verdere ontwikkeling van het Stationsgebied (augustus 2005) weergegeven. Zoals in de intentieovereenkomst is vastgelegd: Partijen dienen op basis van de uitkomsten van dit haalbaarheidsonderzoek tot een eensluidende conclusie te komen dat er sprake is van een haalbaar plan, in die zin dat een kostendekkende grondexploitatie en de realisatie van de daarbij horende infrastructuur van het Stationsgebied mogelijk is op basis van de stedenbouwkundige randvoorwaarden en uitgangspunten, zoals vastgelegd in de evaluatienota. Wij hebben op 30 augustus 2005 besloten dat op dit moment niet kan worden voldaan aan de voorwaarde van een sluitende grondexploitatie en dat hiermee op dit moment dus geen vervolgcontracten met betrokken marktpartijen kunnen worden afgesloten. Dit besluit is gebaseerd op het nog negatieve totaal exploitatiesaldo, het ontbreken van uitzicht op de bedoelde ingeraamde subsidie(-omvang), en de verlangde fasering (afzetmogelijkheden in Eindhovense markt en specifiek in Centrum) in relatie tot alle overige in Eindhoven aangeboden projecten. In de Prioriteitennota die door ons eveneens op 30 augustus 2005 is vastgesteld, wordt met name dit laatste element nader beargumenteerd. De marktpartijen die aan de haalbaarheidsstudie hebben deelgenomen, zijn over ons besluit inmiddels geinformeerd.
Wij hebben wel besloten om de voor het Stationsgebied ruimtelijke visie: verbinden en verblijven vast te stellen en aan u ter besluitvorming voor te leggen. Eveneens hebben wij de voorkeur uitgesproken voor de zuidvariant voor de Oost-West as. U wordt hierover onder paragraaf 2 geÃŕnformeerd.
2 Wat willen we bereiken Wij achten het van belang om voor de komende 20-30 jaar een ruimtelijke visie voor het Stationsgebied vast te stellen. Deze visie wordt het kader voor mogelijke toekomstige ontwikkelingen in het Stationsgebied. Het vaststellen van deze ruimtelijke visie heeft namelijk de volgende maatschappelijke effecten en succes-items.
A Erkennen en oplossen van ruimtelijke problemen in Stationsgebied. Het Stationsgebied is een project waarmee ruim 12 jaar geleden al is gestart. Echter zoals ook uit de evaluatie in 2002 is gebleken, is het noodzakelijk dat er een nieuwe haalbare ’ruimtelijke visie’ wordt ontwikkeld om toekomstperspectief voor de stad te kunnen bieden. Het Stationsgebied ondervindt op dit moment problemen die moeten worden onderkend en waarvoor integrale oplossingen moeten komen met structurele aanpassingen aan de infrastructuur en openbare ruimte. Ontwikkeling van
Raadsnummer 05.RXg8Z.OOr
zelfstandige locaties in het Stationsgebied is (op den duur) niet meer mogelijk en met elke ontwikkeling van een deellocatie wordt het maken van een totale kwaliteitsslag problematischer.
Deze ruimtelijke visie die u nu wordt aangeboden, biedt oplossingen voor de hieronder genoemde problemen en dit is dan ook het meetpunt voor succes voor het Stationsgebied. Bij implementatie van de ruimtelijke visie van het Stationsgebied krijgt het Stationsgebied weer de kracht, zoals ook in 1994 in het Sleutelproject Westcorridor is aangegeven: de belangrijkste ontwikkeling van de stedelijke hoofdstructuur in Eindhoven. Immers, anno 2005 is het Stationdistrict een ideale locatie voor:
centrumstedelijk wonen; hoogwaardig zakelijk vestigingsmilieu voor Brainport; cultuur en vermaak op regionaal en landelijk niveau. Echter hierbij is positieve uitstraling en een hoogwaardige kwaliteit van het openbaar gebied van belang en dat ontbreekt momenteel in het Stationdistrict. Daarnaast vormt het Stationsdistrict een barriere tussen Eindhoven-Noord en Eindhoven-Zuid, waarvan o.a. in Samen Stad is aangegeven dat deze moet worden getransformeerd in een verbinding. De barriere bestaat uit de onveilige en onaantrekkelijke fiets- en voetgangerstunnels, de in zichzelf gekeerde bebouwing zonder relatie met openbaar gebied, zonder plinten en zonder duidelijke gebouwentrees. Daarnaast staan gebouwen, door hoogteverschillen in het Stationsgebied van circa 4 meter tussen Woensel en het Centrum, in een ’bak’ en ontbreekt er een goede oost-west verbinding. Verder functioneert het Centraal Station Eindhoven niet goed (top 10 slechtst scorende stations in Nederland). Het Centraal Station heeft een slechte transferkwaliteit, te smalle en te lage tunnels, heeft kwalitatief slechte stationshallen en te weinig fietsenstallingen, kiss & ride en park & ride voorzieningen. De potenties voor een integrale OV Knoop worden onvoldoende benut. Met het beschikbaar komen van ca. < 55 miljoen subsidie (MIT-gelden) kan het Centraal Station Eindhoven ontwikkeld worden tot een integraal OV Knoop. Ook de centrumentree vanuit Station Eindhoven behoeft verbetering, het station ligt heel dicht bij de binnenstad, maar de verbindingsroute ontbeert kwaliteit en allure. Als laatste dient vermeld te worden dat er bij de markt zorgen bestaan over de toekomst van het Stationdistrict als er niets gebeurt. De verhuurbaarheid van bestaande panden staat onder druk, er ontbreekt ’loop’ in het gebied en de openbare ruimte glijdt steeds verder af. Vanuit de deelnemende marktpartijen van het haalbaarheidsonderzoek is aangegeven dat de nieuwe ruimtelijke visie goede oplossingen biedt voor de door hen geschetste problemen.
Raadsnummer Og.Rrg8r.OOr
B Ruimtelijke-fysieke verankering van Brainport in het Stationsgebied. Zuid-Oost Nederland, met als brandpunt Eindhoven, heeft in de nota Ruimte van het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer haar erkenning als Brainport van Nederland gekregen, nadat ook het Ministerie van Economische Zaken Zuid-Oost Nederland in het nationaal Economisch beleid ’Pieken in de Delta’ als Brainport heeft opgenomen. Het Ministerie van Economische Zaken heeft een regiegroep in het leven geroepen ’toptechnologie regio Zuidoost Nederland’ die het concept Brainport verder gaat uitwerken. Deze regiegroep wordt vanuit de regio ondersteund en gevoed door de commissie Sistermans. Het succes van Brainport is mede afhankelijk van een duurzame verankering van het concept in ruimtelijk-fysieke en in sociaal-maatschappelijke structuur van de regio.
De regio is uitgegroeid tot een internationaal vooraanstaand laboratorium waar op grote schaal nieuwe goederen en diensten worden bedacht, ontworpen, ontwikkeld en op de wereldmarkt worden verkocht. De regio beschikt, als enige in Nederland, over hightech maakindustrie compleet met bijbehorende onderwijs-, ontwerp- en onderzoeksinstellingen, een toegesneden dienstensector en een fijn vertakt netwerk van toeleveranciers. Een optimaal ecosysteem voor kennisontwikkeling en ondernemerschap waarbinnen de kerncompetenties, zoals mechatronics, automotive, ICT, nano- en biomedische technologie goed gedijen en nieuwe sectoren en clusters zoals life science, molecular imaging, food and technology (Helmond) zich aandienen. Hiermee is de regio een klassiek voorbeeld van hoe voorsprong in kennis omgezet kan worden in economische groei en maatschappelijke meerwaarde die neerslaat in een veel groter gebied dan de regio zelf. Het economisch potentieel van Brainport kan alleen duurzaam verankeren als fysiek ruimtelijke randvoorwaarden worden ingevuld. Met het tot ontwikkeling brengen van de ruimtelijke visie Stationsgebied Eindhoven: verbinden en verblijven kunnen drie kernkwaliteiten voor Brainport worden ingevuld:
1 Het Centraal Station biedt toegang tot internationale railverbindingen en is een multimodale regionale vervoersknoop. Met de komst van het nieuwe HSL-station in Breda kunnen de overige ambities voor OV-netwerk Brabantstad worden uitgewerkt. Hierdoor worden Eindhoven en de andere Brabantse steden, optimaal aangetakt op Breda en daarmee op de HSL-verbinding met Antwerpen, Brussel en Parijs. Er wordt ingezet op een betere verbinding (middels feedering op bestaand spoor) met Breda, waarvandaan HSL-shuttles zullen gaan rijden en op termijn het doortrekken van die shuttles naar Eindhoven. In Europees verband wordt studie verricht naar de mogelijkheden om Eindhoven via bestaand spoor beter aan te sluiten op een aantal belangrijke Duitse HSL-stations. Door de uitbreiding van deze verbindingen wordt de attractiviteit van Brainport aanzienlijk verhoogd.
rp
Raadanummer Og.RZP8Z.OOr
2 Het Stationsgebied inzetten als toplocatie voor stuwende dienstverlening. Brainport vraagt om toplocaties voor innovatie, maar ook toplocaties voor stuwende diensten. Het Stationsgebied is de locatie voor vestiging van landsdeelverzorgende, stuwende diensten. In combinatie met de TU/e, de vestiging van enkele technologische topinstituten en Kennispoort wordt het Stationsgebied en directe omgeving het brandpunt van de Brainport. Accommodaties voor grotere dienstverleners in het Stationsgebied voor de korte en middellange termijn dienen in het Stationsgebied beschikbaar te komen. Dit onderstreept het belang om deze ruimtelijke visie Stationsgebied Eindhoven: verbinden en verblijven tot ontwikkeling te brengen.
3 Het Stationsgebied inzetten voor een aantrekkelijk stadscentrum. Met de ontwikkeling van het Stationsgebied (in combinatie met andere ontwikkelingsprojecten in het centrum) wordt de kwaliteit van het stadscentrum substantieel verbeterd en ontstaat de hoogstedelijke atmosfeer, die de stad tot op heden onvoldoende heeft en die de uitstraling van het Eindhoven, als brandpunt van Brainport, aanzienlijk ten goede zal komen. Ook de andere BrabantStad-steden zetten in op opwaardering van hun Stationsomgeving, hetgeen zal bijdragen aan de uitstraling van BrabantStad.
C Ontwikkeling OV Knoop met MIT-gelden. Naast de ambities (zoals genoemd onder punt 1 hierboven) voor openbaar vervoersverbindingen op internationaal en regionaal niveau, zetten ook Prorail en NS in op een kwaliteitsverbetering van het Centraal Station en de directe omgeving (Stationspassage). In 2007 worden ca. 6 55 miljoen MIT-gelden beschikbaar gesteld. Er liggen nu kansen om het Centraal Station op te knappen en een integraal OV Knoop te realiseren. Wij hebben dan ook op 30 augustus 2005 besloten om het overleg te openen met NS Vastgoed en ProRail om de OV Knoop en het Centraal Station als 1’ fase aan te pakken. De ruimtelijke visie van het Stationsgebied heeft als input diverse bestuurlijke kaders meegenomen. Kaders uit: Sleutelproject Westcorridor, Stadsvisie 2010, Stedelijk Ontwikkelingsprogramma 2005-2009, Evaluatie Stationsdistrict, Centrumvisie, de Economische Visie, Beleidsplan Wonen, Mobiliteitsplan, Groenbeleidsplan, Waterplan en Mil i e ube I e ids p I a n.
3 Wat gaan we daarvoor doen Wij verwijzen u naar de inhoud van het eindrapport: Stationsgebied Eindhoven: verbinden en verblijven (augustus 2005) waarin uitgebreid de ruimtelijke visie staat verwoord. Hieronder vermelden wij op hoofdlijnen de ruimtelijke visie voor de verdere ontwikkeling van het Stationsgebied.
fcfa
Raadanummer 05.RI38Z.OOr
De ruimtelijke visie voor het Stationsgebied Eindhoven. De commissie ruimtelijke pijler heeft ter voorbereiding van dit voorstel een presentatie gekregen waarin de ruimtelijke visie is toegelicht en gevisualiseerd in een 3Dmodel (bijlage bij de eindrapportage). Het 3D-model heeft het uitwerkingsniveau van een volumeplan waarbij ruimtelijke consequenties zijn onderzocht, functies zijn toegekend en stedenbouwkundige uitgangspunten globaal zijn bepaald. De ruimtelijke visie is gebaseerd op vijf resultaten, namelijk:
1 een maaiveld; 2 verbinden en verblijven; 3 toevoegen bebouwing en gemengd programma; 4 logische verkeersstructuur; 5 fijnmazig netwerk langzaam verkeer. Ambitie voor het Stationsgebied. De ambitie is om een aaneengesloten maaiveld te creÃńren op centrumniveau in de zone tussen Fellenoord en spoor. Hierdoor kan een kwaliteit in de openbare ruimte gerealiseerd worden die nu niet mogelijk is: veilige routes overdag en ’s nachts tussen Eindhoven-Noord en Eindhoven-Zuid, goede verbindingen met het station vanuit alle richtingen, fijnmazig stelsel van routes en assen dat alle locaties in het Stationsgebied met elkaar verbindt, prettige verblijfsplekken, goed ingerichte pleinen, winkelplinten op strategische plekken, hoogwaardige inrichting van het openbaar gebied. Deze ambitie komt verder tot stand door het toevoegen van nieuw en gemengd programma in het gebied: kantoren, woningen, winkels, vermaak, cultuur, voorzieningen en parkeren. Op deze wijze kan het Stationsgebied getransformeerd worden tot een attractief gebied en een hoogwaardige centrumentree vanuit het NS Station en Noord-Eindhoven.
De kernelementen van de ruimtelijke visie. Maken van een aaneengesloten maaiveld. Omkeren van de Fellenoord tot lnverse Fellenoord: autoverkeer gaat omlaag, fietsers en voetgangers gaan er met bruggen overheen. Creeren fijnmazig stelsel van routes, assen, pleinen en plekken dat verbindingen legt en uitnodigt tot verblijven. Herstellen historische Noord-Zuid as van Kruisstraat tot Demer.
Introduceren Oost-West as, een stadsstraat die het Stationsplein-Noord en de locaties te noorden van het spoor met elkaar verbindt en de geisoleerde ligging opheft.
Ontwikkelen van OV Knoop met daarin verbrede en hogere Stationspassage. Verbeteren centrumentree vanuit Centraal Station. Maken van hoogwaardige centrumentree vanaf Noord-Eindhoven door toevoegen van bebouwing waar nu leegte of verkeersruimte is. Monocultuur doorbreken door toevoegen gemengd programma van kantoren, woningen, winkels, vermaak, cultuur, voorzieningen en parkeren.
Raad snummer O g. RZ38Z. OOr
Parkeergarages ten noorden van het spoor realiseren voor bezoekers van het centrum afkomstig uit Noord-Eindhoven.
Twee ruimtelijke varianten Oost-West as.
Tijdens het haalbaarheidsonderzoek zijn verschillende mogelijkheden en ruimtelijke varianten onderzocht. Uiteindelijk zijn twee varianten overgebleven. De varianten verschillen wat betreft de locatie/ligging van de Oost-West as. De twee varianten gelden als het ruimtelijk kader waarbinnen de ambities voor het Stationsgebied gerealiseerd kunnen worden. Wij hebben de voorkeur uitgesproken voor de zuidvariant. De zuidvariant legt de binnenring meer in het midden van het gebied. Hierdoor is het mogelijk om het langzaam verkeer vanaf bruggen over de Fellenoord op een logische en aantrekkelijke manier te laten dalen tot centrumniveau. Er ontstaat een directe aansluiting van de Oost-West as op het Stationsgebouw Noordzijde en de afwikkeling van de kruispunten van de binnenring is goed hanteerbaar. Daarnaast ontstaan ruimere kavels aan Fellenoord met meer stedenbouwkundige mogelijkheden en is er ruimte voor een ruim straatprofiel voor wegen, fietspaden en brede trottoirs. De realiseerbaarheid van de zuidvariant is afhankelijk van participatie of medewerking van de eigenaar van de parkeergarage die (deels) moet komen te vervallen en de drie gebouwen op het Schimmelt die deels moeten worden doorsneden en aanpassingen aan het gebouw behoeven. Op basis van onze voorkeur zullen wij verzoeken bij de uitwerking van de visie vervolgacties te ondernemen.
Programma Stationsgebied. Het volumeplan in het 3D-model is doorgerekend op te ontwikkelen programma. In totaal kan er in het Stationsgebied ca. 250.000 m’ b.v.o. programma toegevoegd worden (op een zevental te ontwikkelen locaties) aan het bestaande programma van ca. 320.000 m’ dat al in het gebied aanwezig is. Globaal onder te verdelen in de volgende functies:
Leisure 20.000 m’ Cultuur 5.000 m’ Winkels 10.000 m’ Kantoren 100.000 m’
Wonen 115.000 m’ 250.000 m’
De ruimtelijke visie voorziet in de doelstelling om programma in het Stationsgebied toe te voegen (ca. 250.000 m’) en om de monocultuur die nu in het gebied aanwezig is, te doorbreken. Er zal in het Stationsgebied een functiemix gerealiseerd worden van wonen, werken, winkelen en publiekstrekkers. Deze functiemix zal levendigheid in het gebied brengen en 24-uurs gebruik genereren. Van essentieel belang is dat bij de verdere uitwerking van het Stationsgebied nadrukkelijk geacquireerd wordt om een publiekstrekker in het gebied te vestigen. Deze dient als aanjager van de sociale activiteiten in het gebied en als katalysator voor de ontwikkeling van het Stationsgebied. De noordzijde van het Stationsgebied wordt zodanig ontwikkeld dat dit de
v f+
Raadsnummer 05.RZP8Z.OOI
entree van het centrum wordt voor de mensen afkomstig uit Noord-Eindhoven. Parkeren wordt dan als publieksaantrekkende functie ingezet aan de noordzijde van het spoor, wat ook een verlichtend effect op de Binnenring moet genereren. De zuidzijde van het Stationsgebied moet zodanig ontwikkeld worden dat er logische verbindingen met allure ontstaan richting 18 Septemberplein (kernwinkelgebied), Dommelstraat (uitgaansgebied) en Dommel (woongebied) .
Technische haalbaarheid. Bij het maken van de ruimtelijke visie (rekening houdend met een maaiveld en realisatie van de inverse Fellenoord met overige infrastructuur) is al onderzocht of de
ruimtelijke visie technisch realiseerbaar is en welke kosten hieraan verbonden zijn. Er kan geconcludeerd worden dat (op basis van de huidige inzichten) de ruimtelijke visie technisch haalbaar is. Verder onderzoek en optimalisatie dient bij een vervolgfase te worden uitgevoerd.
Externe veiligheid. Bij het maken van de ruimtelijke visie voor het Stationsgebied is uitgegaan van het standpunt dat het Kabinet in 2004 heeft ingenomen omtrent de Ketenstudies. Voor het Stationsgebied is voor het Plaatsgebonden Risico de keuze gemaakt dat een afstand van 15 meter vanaf het buitenste spoor kan worden gehanteerd als veiligheidszone. (N.B.: uitgaande van de Ketenstudies zou 8 meter al volstaan). Hierop zijn de bebouwingsblokken in de massavolumestudie gepositioneerd. Op dit moment blijkt dat er diverse negatieve ontwikkelingen gaande zijn die realisatie van het door het Kabinet ingenomen standpunt over de Ketenstudies niet mogelijk maakt (vervoer over de Betuwelijn, aanvullend regelinstrumentarium voor meer veiligheid en lokale planvorming rondom uitvoeringspraktijk). De minister van Verkeer en Waterstaat zal hierover zeer binnenkort door bestuurders van Zuid-
Nederland worden geTnformeerd en zij zal worden verzocht om de bestuurlijke Task Force met spoed bijeen te roepen. Als de negatieve ontwikkelingen niet kunnen worden omgezet en de Ketenstudie niet kan worden geimplementeerd, dan zou dit kunnen betekenen dat voor het Stationsgebied door Verkeer en Waterstaat een veiligheidszone van 30 meter uit de as van het spoor als voorwaarde wordt gesteld. Dat zou betekenen dat de ruimtelijke visie niet gerealiseerd kan worden. Tevens moet ik erbij vermelden dat bij een veiligheidszone van 30 meter geen ontwikkelingsmogelijkheden in het Stationsgebied mogelijk zijn met welke ruimtelijke visie dan ook.
Integrale OV Knoop als 1’ fase van het Stationsgebied. Zoals ook onder paragraaf 2 van dit voorstel is aangeven en zoals u kunt lezen in de eindrapportage, komen er in 2007 MIT-gelden beschikbaar voor de ontwikkeling van de OV Knoop met een verbrede en hogere Stationspassage. Gezien de noodzaak om voortgang te houden in de ontwikkeling van deze OV Knoop hebben wij voorgesteld om het OV Knoop als 1’fase van de verdere ontwikkeling van het Stationsgebied te
Raadsnummer 05.RI38Z.OOr
realiseren. Tevens vermelden wij u (wellicht ten overvloede) dat in juli 2005 is aangevangen met de herinrichting van Neckerspoel.
Subsidie. Nadat de ruimtelijke visie is vastgesteld kunnen wij op basis van deze visie actief subsidie gaan verwerven voor o.a. de aanpassing van infrastructuur.
4 Wat kost het De financiele consequenties zijn globaal in beeld gebracht (kosten en opbrengsten). We hebben geconcludeerd dat op dit moment niet kan worden voldaan aan een sluitende grondexploitatie omdat het exploitatiesaldo op dit moment negatief is, de ingecalculeerde subsidie(-omvang) nog onvoldoende zeker is en dat de noodzake-
lijke jaarproductie kantoren en nieuwbouwwoningen in het Stationsgebied vanwege overige ontwikkelingen op dit moment niet kan worden waargemaakt (zie Prioriteitennota). Een ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
C. Langerwerf, secretaris.
Raadsnummer Og.RZg8Z.OOZ
Raadsbesluit De raad van de gemeente Eindhoven; gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 september 2005 en 2 december 2005; 1 de voor het Stationsgebied samengestelde ruimtelijke visie verbinden en verblijven vast te stellen; 2 daarbij de voorkeur uit te spreken voor de zuidvariant van de Oost-West as; 3 kennis te nemen van de eindrapportage Stationsgebied Eindhoven: verbinden en verblijven (augustus 2005); 4 kennisnemen van het B&W-besluit dat:
a op dit moment niet kan worden voldaan aan de voorwaarde van een sluitende grondexploitatie en dat daarmee op dit moment geen vervolgcontracten met betrokken partijen kunnen worden afgesloten; b voor wat betreft de 1 e fase van de verdere ontwikkeling van het Stationsgebied, is ingestemd met de aanpak van het OV Knooppunt en Station NS, en dat
hiertoe het overleg met ProRail en NS Vastgoed wordt geopend; c zij de directeur van de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer heeft opgedragen om nadere voorstellen te doen met betrekking tot: uitwerking van de ruimtelijke visie met concrete planvoorstellen voor deelgebieden, waarbij initiatieven worden getoetst op programma en de totale grondexploitatie; actieve acquisitie van zakelijke dienstverleners die nog niet in Eindhoven gevestigd zijn (afdeling Economische Zaken); actieve werving van (extra) subsidie voor aanpassing van de infrastructuur; mogelijkheden tot inzet van incidenteel vrijvallende middelen voor aanpassing van de infrastructuur; wijze van informeren, respectievelijk betrekken van de stad bij deze belangrijke ontwikkeling; vaststelling van de regierol van het Grondbedrijf (dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer) in het vervolgproces; besluit:
1 de voor het Stationsgebied samengestelde ruimtelijke visie verbinden en verblijven vast te stellen; 2 de voorkeur uit te spreken voor de zuidvariant van de Oost-West as. Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 12 december 2005. A. Sakkers, voorzitter. BF05018633
J. Verheugt, griffier.
gemeente Eindhoven
Griffie gemeenteraad Commissfeserretsrioa t
Retouradres Postbus 9oxso, s6oo RB Eindhoven
Raadsnummer 05.RI38I. 002 Behandeld door M. Honing Telefoon (oeo) sSE se 88
Aan de leden van de raad van de gemeente Eindhoven.
Ons kenmerk griffi versenddatum ay november sooS
Commissie advies Betreft cie Rp: Raadsvoorstel inzake Stationsgebied Eindhoven: verbinden en verblijven. De commissie Ruimtelijke pijler heeft in haar vervolgvergadering van 25 november 2005 beraadslaagd over het bovengenoemde onderwerp. De commissie heeft als volgt geadviseerd:
’leefbaar eindhoven’: stemvoorbehoud (met positieve grondhouding);
CDA: akkoord, hoeft niet op korte termijn, maar gefaseerd; PvdA: akkoord, maar nog vraagtekens bij haalbaarheid;
VVD: akkoord (schriftelijk geadviseerd);
SP:
GroenLinks:
akkoord; akkoord;
D66:
OuderenApphl;
feitelijke gegevens, geen urgentie tunnel t.b.v. sociale veiligheid, propagandistisch, fjnanciiln;
akkoord maar heeft moeite met het communicatieproces met de burgers in de stad;
De Stadspartij: Liberaal Eindhoven: Fractie Van Dijck:
akkoord; akkoord;
akkoord maar heeft een motie aangekondigd (zie onder).
De heer H. Van Dijck heeft zijn aangekondigde motie, die een ondertunneling van de Fellenoord beoogd zodat een "aangenamere" verbinding kan worden gerealiseerd tussen Eindhoven-Noord en Eindhoven-Zuid, uitgebreid toegelicht met een presentatie. Zijn plannen zijn positief ontvangen door de commissie.
Wethouder M. Schreurs reikt nog technische informatie aan over de hellingshoek. De secretaris van de commissie, M. Honing Bijlage(n) : 0
Besoekadres Stadhuisplein xo Eindhoven Openingsujden ma t/m vr 9.00 x6.00 ullr
Bereikbaar per openbaar vervoer met bus y
Postadres Postbus soxso S6oo Rs Eindhoven
Telefonisch bereikbaar 9.oo-xaao en XS So-x6 oo uur Paxt(oeo) aeS SS ES
gemeente Eindhoven
Dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer
Ra a ds nummer 0 5. RI38 I. 003 Inboeknummer oS bstoa634 Beslisdatum B&W a december 2005
Dossiernummer 5.3I85
Nadere toelichting bij raadsvoorstel Betreft Stationsgebied Eindhoven: "verbinden en verblijven"
Op 16 en 23 november 2005 heeft de commissie het raadsvoorstel inzake Stationsgebied Eindhoven: "verbinden en verblijven" behandeld. Naar aanleiding van deze vergadering is gevraagd op onderstaande punten een nadere toelichting te geven.
1 Nadere toelichting over hellingpercentage van fietsverkeer Kruisstraatbrug. De ruimtelijke visie ’Verbinden en Verblijven’ is verkeerstechnisch beoordeeld en er is een verkeersontwerp gemaakt. Zowel de noordvariant als de zuidvariant van de OostWest as zijn verkeerstechnisch in beeld gebracht. Ten aanzien van de zuidvariant (de voorkeursvariant van het college) is door de commissie ruimtelijke pijler specifiek gevraagd wat het hellingspercentage is voor de Kruisstraatbrug tot aan de Stadsstraat (Oost-West as).
De Kruisstraatbrug ligt op 18.70 meter. De Stadsstraat (zuidva riant) ligt op 15.70. Dit betekent dat er 3 meter hoogteverschil overbrugd moet worden over een afstand van ca. 75 meter. Dit resulteert in een hellingspercentage van ca. 49b. Dit percentage voldoet aan de norm die wordt gesteld in het handboek van ROW (ASVV 2004) en welke
als beleidsuitgangspunt binnen de gemeente Eindhoven wordt gehanteerd. Volgens het ASVV 2004 is een hellingspercentage van 59o acceptabel bij het overbruggen van 3 meter in stedelijk gebied. Kortom: de fietspaden in de ruimtelijk visie worden ontworpen binnen de gestelde norm. Bij nadere uitwerking (definitief verkeersontwerp) zal bovendien altijd naar een optimalisatie van het hellingspercentage voor de fietspaden worden gestreefd.
2 Vervolgtraject nadat de ruimtelijke visie Verbinden en Verblijven wordt vastgesteld. De commissie ruimtelijke pijler heeft eveneens gevraagd hoe de stad betrokken gaat worden (inspraak heeft) bij de plannen voor het Stationsgebied. Hierover kan gemeld worden dat het de bedoeling is dat, na goedkeuring van de ruimtelijke visie Verbinden en Verblijven het nog te maken stedenbouwkundig plan of de nog te maken stedenbouwkundige deel plannen, zullen worden gecommuniceerd met burgers. Dan is namelijk het kader voor de interactie met de stad, de ruimtelijke visie Stationsgebied Verbinden en Verblijven. Het college heeft de directeur van de dienst Stedelijke
Raadanummer 05.RI38I.OOQ
Ontwikkeling en Beheer opdracht gegeven om, na vaststelling van de ruimtelijke visie, de stad te betrekken en te informeren bij deze belangrijke ontwikkeling.
3 Raadsbesluit. Het ontwerpraadsbesluit is aangepast omdat het voor de commissieleden onvoldoende helder was wat de Raad dient te besluiten. De Raad wordt voorgesteld om: a de ruimtelijke visie voor het Stationsgebied Verbinden en Verblijven vast te stellen; b de voorkeur uit te spreken voor de zuidvariant van de Oost-West as. Wij hebben op 20 september 2005 besloten de ruimtelijke visie voor het Stationsgebied met voorkeur voor de zuidvariant aan de raad ter besluitvorming voor te leggen. Daarnaast hebben wij op 20 september 2005 besloten dat op basis van de eindrapportage van het Stationsgebied moet worden geconcludeerd dat op dit moment nog niet voldaan wordt aan een sluitende grondexploitatie en er dus geen vervolgcontracten met betrokken partijen kunnen worden afgesloten. Wij hebben de directeur van de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer opdracht gegeven om nadere voorstellen te doen over de aanpak van het OV Knooppunt en concrete planvoorstellen voor de (deel)gebieden te maken waarbij de plannen worden getoetst op de ruimtelijke visie, het programma en de totale grondexploitatie. Tevens heeft de directeur van de dienst Stedelijke Ontwikkeling en Beheer opdracht gekregen om extra subsidie te verwerven voor de aanpassing van de infrastructuur, actieve te acquireren voor zakelijke dienstverleners die nog niet in Eindhoven gevestigd zijn, en de stad te betrekken bij deze belangrijke ontwikkeling.
Een herzien ontwerpraadsbesluit bieden wij u hierbij ter vaststelling aan.
Burgemeester en wethouders van Eindhoven,
C. Langerwerf, secretaris
BF05026122