Dossiernummer 34023/3/1/M/4 Besluit van de deputatie van de Provincieraad waarbij akte verleend wordt van de geplande verandering gemeld door N.V. VOLCKE AEROSOL COMPANY voor een inrichting gelegen Industrielaan 15 8520 Kuurne, KUURNE.
De deputatie van de Provincieraad, Gelet op het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij decreten van het Vlaams Parlement. Gelet op het besluit van 6 februari 1991 van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering en bij het decreet van 18 mei 1999; Gelet op het besluit van 1 juni 1995 van de Vlaamse Regering houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering; Gelet op het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid, inzonderheid op artikel 8, en het besluit van de Vlaamse Regering van 20 juli 2006 tot vaststelling van nadere regels voor de toepassing van de watertoets;
Gelet op de volgende vergunning(en) en beslissingen die met betrekking tot de exploitatie van de hierna vermelde inrichting werden getroffen, en op de datum van de indiening van de hierna vermelde milieuvergunningsaanvraag van toepassing waren; Gelet op het besluit d.d. 08/05/2003 van de Bestendige Deputatie waarbij de vergunning verleend wordt voor het verder exploiteren en veranderen van een aerosolbedrijf voor een termijn van 20 jaar; Gelet op het besluit van de Deputatie d.d. 10/11/2005 waarbij de vergunning verleend wordt voor een aerosolbedrijf uit te breiden en te wijzigen voor een termijn tot 08/05/2023; Gelet op de mededeling van kleine verandering op 31/03/2011 ingediend door N.V. VOLCKE AEROSOL COMPANY, gevestigd te Industrielaan 15 8520 Kuurne, met als voorwerp het veranderen van een inrichting gelegen Industrielaan 15 8520 Kuurne, kadastraal bekend : Afdeling
Sectie
Perceelnummer
KORTRIJK 8 AFD/HEULE/
B
0516/B
KUURNE
A
0397/E
Gelet op het feit dat op datum van 14/04/2011 de mededeling ontvankelijk en volledig werd verklaard; Overwegende dat deze mededeling van kleine verandering voor advies werd bezorgd aan: de afdeling van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie , bevoegd voor milieuvergunningen het Agentschap Ruimte en Erfgoed
Overwegende dat uit dit onderzoek gebleken is dat het precieze voorwerp van de gemelde mededeling van kleine verandering de volgende is:
Rubriek
Omschrijving
Kl.
Advies Tijd. Coörd Audit Jv.
16.4.1
Gassen: Inrichtingen voor het niethuishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten, miv de LPG-stations met: samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden giftige, ontplofbare of ontvlambare gassen (Totale eenheden: 20000 liter)
1
AR
0
B
X
J
1
Rubriek
Omschrijving
Kl.
Advies Tijd. Coörd Audit Jv.
16.8.3
Gassen: Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs, uitgez. deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgez. met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen: >10.000 l (Totale eenheden: 20000 liter)
1
AR
1
B
N
17.3.4.3
Gevaarlijke stoffen: Opslagplaatsen voor zeer licht en licht ontvlambare vloeistoffen, (muv rubriek 48), met een tot. inhoudsvermogen van: meer dan 30000 l (Totale eenheden: -23800 liter)
1
AR
0
B
N
Rubriek
Product
Hoeveelheid
16.4.1
vulinstallaties
20000 liter
16.8.3
HFC
20000 liter
17.3.4.3
P1-producten
-23800 liter
X
Concreet: wijziging van: -
Uitbatingswijze t.h.v. de losplaatsen (bluskanonnen i.p.v. sprinklerkooien) Vervanging van 4 procestanks van in totaal 45.000 l P1 vloeistoffen door 2 procestanks van in totaal 21.200 l (2x 10.600 l); netto-vermindering met 23.800 l Vervanging van de opslag van 20.000 l butaan/propaan in één van de drie ingeterpte gastanks door 20.000 l HFC152a, enkel bij productie (afvullen) van amusements- en decoratiespuitbussen zonder uitbreiding van de totale hoeveelheid ontvlambaar gas (60.000 l)
Gelet op het Gunstig advies d.d. 18/05/2011 van de afdeling van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie , bevoegd voor milieuvergunningen; Gelet op het stilzwijgend gunstig advies van het Agentschap Ruimte en Erfgoed; De inrichting situeert zich midden het industriegebied van Kuurne en wordt volledig door andere bedrijven omringd. Vreemde woningen liggen op ruime afstand van het bedrijf. Het betreft een bedrijf voor het afvullen van spuitbussen (insecticide, bladglans, kunstsneeuw, …). Naast het bedrijfsgebouw zijn een tankenpark voor solventen, vatenopslag en gasopslagplaatsen aanwezig. In het gebouw bevinden zich een biocidebunker, opslagplaatsen en een mengzaal. Het voorwerp van de mededeling kleine verandering betreft het wijzigen van de uitbatingswijze t.h.v. de losplaatsen (installeren van bluskanonnen i.p.v. een sprinklerkooi), het verminderen van de opslag van P1vloeistoffen in de procestanks in de mengzaal en het vervangen van deze procestanks alsook de aanvraag van opslag van een nieuw drijfgas HFC152a in een vaste houder zonder wijziging van het totale opslagvolume van gassen in vaste houders.
•
Bluskanonnen i.p.v. sprinklerkooi
In de brandaudit (ERM brandveiligheidsstudie dd. mei 2005) werden diverse organisatorische en technische aanbevelingen vermeld, o.a. ter beveiliging van de verladingsplaats voor brandbare gassen en voor solventen. Er werd aanbevolen om als brandbescherming een sprinklerkooi te voorzien. Na onderzoek van deze uitbatingswijze door de exploitant blijkt dat een sprinklerkooi t.h.v. de losplaatsen (losplaats solventen; losplaats ontvlambaar drijfgas) rond de tankwagens de vrije doorgang belemmert voor rondgaand verkeer. In een recentere veiligheidsnota t.b.v. de brandveiligheid dd. februari 2010,
2
opgesteld door ERM, wordt de effectieve uitvoering van een sprinklerkooi geëvalueerd. De kans op ernstige beschadiging van de sprinklerkooi door manoeuvreren wordt als hoog ingeschat, dit zowel t.h.v. de losplaats voor (licht) ontvlambare vloeistoffen als t.h.v. de losplaats voor zeer licht ontvlambare gassen (ontvlambaar drijfgas). De werking van de sprinklerkooi kan hierdoor in het gedrang komen. Een bijkomend aandachtspunt betreft de mogelijke ernstige belemmering van de brandweer ingeval van brandbestrijding bij Volcke Aerosol Company of bij het buurbedrijf. Er wordt aanbevolen om een gelijkwaardig blussysteem te voorzien i.p.v. sprinklerkooien, met name de plaatsing van één of meerdere vaste bluswatermonitoren (“bluswaterkanon”). Deze kunnen water en/of schuim projecteren over grotere afstanden en bieden een gelijkwaardige brandbescherming. Ze kunnen hierdoor ook op grotere afstand van de bedrijfsinterne rijweg geplaatst worden zodat beschadiging door aanrijding wordt voorkomen. De exploitant wenst bijgevolg bluskanonnen op het dak te installeren, gekoppeld aan het automatisch branddetectiesysteem ter vervanging van de opgelegde sprinklerkooi. Deze zullen zo spoedig mogelijk worden geïnstalleerd.
Uit de nota blijkt dat de bluskanonnen een evenwaardig alternatief zijn. Deze wijziging houdt bijgevolg geen bijkomend risico in, mits de aandachtspunten opgenomen in deze nota (voldoende toevoerdebiet, geen obstructies, rekening houden met de overheersende windrichtingen…) worden opgevolgd (bijzondere voorwaarde). •
Wijziging procestanks in mengzaal
Ingevolge de brandaudit (ERM brandveiligheidsstudie dd. mei 2005) werd in de bijzondere voorwaarden opgelegd dat er een brandmuur diende te komen tussen de opslagplaats voor ontvlambare solventen in de mengzaal en de mengzaal zelf waar chemicaliën worden gemengd. De vergunde enkelwandige opslagtanks met P1-vloeistoffen die zich in de mengzaal bevonden (bladglans en insecticide) werden verwijderd en vervangen door 2 kleinere procestanks. Deze procestanks staan op een andere locatie in de mengzaal en zijn dubbelwandig en voorzien van lekdetectie. Het betreft echte procestanks en geen opslagtanks. De exploitant vreesde dat de plaatsing van de brandmuur de vrije doorgang voor heftrucks ernstig zou belemmeren en heeft deze maatregel laten herbekijken in de nieuwe veiligheidsnota t.b.v. de brandveiligheid (dd. februari 2010). De wijziging inzake P1-vloeistoffen werd mee opgenomen in de veiligheidsnota. Uit deze nota blijkt dat de plaatsing van deze brandmuur wel wordt behouden (brandweerstand van 2 uur) en dat tevens de toegang tot de opslagruimte van een brandwerende afsluiting dient te worden voorzien (bv. rolgordijn, klassieke brandschuifdeur…). De exploitant zal deze brandmuur dan toch zo spoedig mogelijk installeren en heeft ter bescherming van de procestanks tegen aanrijding door heftrucks reeds een metalen rail aangebracht rond de procestanks. De totale opslag van P1-vloeistoffen vermindert bijgevolg met 21.200 l en de brandmuur wordt zodanig geplaatst dat de vrije doorgang voor heftrucks onbelemmerd blijft. De wijziging houdt geen bijkomend risico in. De geadviseerde maatregelen in de veiligheidsnota dienen evenwel te worden nageleefd (opslag van (licht) ontvlambare vloeistoffen in eenzelfde ruimte, adequate ventilatie, aanrijbeveiliging,…) (bijzondere voorwaarde). •
Periodieke opslag gas HFC152a in vaste houder van 20.000 l
De 3 vergunde opslagtanks van 20.000 l voor een butaan-propaanmengsel zijn ingeterpt. De Europese Richtlijn 2008/47/EG bepaalt de vlamtesten van de aerosolen. Volgens de Europese Richtlijn 94/48/EG zijn ontvlambare aerosolen voor amusements- of decoratiedoeleinden verboden. De Europese Verordening 842/2006 schrijft bovendien voor dat voor deze toepassing niet langer gebruik kan gemaakt worden van het niet ontvlambaar drijfgas HFC134a waar de inrichting momenteel voor vergund is en dit omwille van een te hoge GWP (global-warming potential). De exploitant is hierdoor genoodzaakt een nieuwe drijfgas in gebruik te nemen. CO2, perslucht en stikstof gaven slechte testresultaten en door de gewijzigde (strengere) vlamtesten kon ook een butaan/propaan-mengsel niet meer gebruikt worden. Met het minder ontvlambare drijfgas HFC 152a had men goede resultaten en werd voldaan aan de vlamtesten. De exploitant wenst dit drijfgas bijgevolg op periodieke basis op te slaan, namelijk in die periodes dat er productie is van spuitbussen voor amusements- en decoratiedoeleinden. De verkoop van deze producten situeert zich voornamelijk in het najaar (halloween, kerst, carnaval), maar de productie ervan start reeds in het voorjaar en beslaat ongeveer een half jaar.
3
Concreet zou 1 vergunde vaste houder voor butaan/propaan tijdens deze productieperiodes ingezet worden voor de opslag van het drijfgas HFC152a. De tank wordt pas opnieuw gevuld nadat hij volledig leeg is. De bediening en het vullen van de tanks gebeurt steeds door eigen personeel. Het drijfgas HFC152a reageert niet met butaan/propaan. De gasdetectoren werden reeds vernieuwd zodat ook dit nieuwe type drijfgas kan worden gedetecteerd. De mededeling kleine verandering betreft geen toevoeging. Er is geen verhoging van klasse en er wordt geen nieuwe inrichting van 1ste of 2de klasse aangevraagd. AMV is van oordeel dat de mededeling kleine verandering geen bijkomend risico inhoudt voor de mens of een aantasting van het leefmilieu of de bestaande hinder vergroot, mits de voorgestelde maatregelen uit de veiligheidsnota worden uitgevoerd. Watertoets De inrichting bevindt zich in niet in (mogelijk) overstromingsgevoelig gebied en is gesitueerd in het Leiebekken. De betrokken percelen stromen af naar de Vaarnewijkbeek. De aanvraag vindt plaats binnen bestaande vergunde gebouwen. Er wordt dan ook geen bijkomende impact verwacht op de waterhuishouding, zodat kan geconcludeerd worden dat huidige aanvraag geen bijkomend schadelijk effect zal veroorzaken. Uit dit advies is gebleken dat deze mededeling van kleine verandering in aanmerking komt voor aktename door de deputatie vermits dat de geplande verandering niet van die aard is dat zij een bijkomend risico voor de mens of een aantasting van het leefmilieu inhoudt of de bestaande hinder vergroot. De hierboven vermelde rubrieken, hoeveelheden en kadasterpercelen zijn bepaald op basis van het meldingsdossier en op basis van een vergelijking met vorige dossiers van de exploitant Er is evenwel geen uitgebreide adviesronde voorzien in deze procedure, evenmin als een plaatsbezoek. Bijgevolg dient dit alles met de nodige omzichtigheid benaderd te worden. De exploitatie van het toelaatbare deel van de inrichting moet verenigbaar gemaakt worden met de omgeving, zowel wat betreft de risico's voor de externe veiligheid als wat betreft de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting. Het is daarom noodzakelijk vergunningsvoorwaarden op te leggen die technisch haalbaar zijn en voldoen aan de vereiste van best beschikbare schone technologie zonder overmatig hoge kosten. De technische criteria en de van toepassing zijnde normen worden vanuit dit uitgangspunt gehanteerd. Deze voorwaarden kunnen worden geconcretiseerd als omschreven in bijlage. Gebleken is dat mits het opleggen van de nodige vergunningsvoorwaarden ervoor gezorgd wordt dat de toename van hinder, risico en aantasting door de gemelde verandering verwaarloosbaar is ten opzichte van het reeds vroeger vergunde. Derhalve de gemelde mededeling van kleine verandering in aanmerking komt voor aktename.
Gelet op het verslag van de heer Gedeputeerde Bart Naeyaert, gegeven in zitting van heden;
BESLUIT Artikel 1 Akte wordt genomen van de mededeling van kleine verandering die op 31/03/2011 werd ingediend door N.V. VOLCKE AEROSOL COMPANY, gevestigd te Industrielaan 15 8520 Kuurne, met als voorwerp het veranderen van een inrichting gelegen Industrielaan 15 8520 Kuurne,
Rubriek
Omschrijving
Kl.
Advies Tijd. Coörd Audit Jv.
16.4.1
Gassen: Inrichtingen voor het niethuishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten, miv de LPG-stations met: samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden giftige, ontplofbare of ontvlambare gassen (Totale eenheden:
1
AR
0
B
X
J
4
Rubriek
Omschrijving
Kl.
Advies Tijd. Coörd Audit Jv.
X
20000 liter) 16.8.3
Gassen: Opslagplaatsen voor samengeperste, vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen, in vaste reservoirs, uitgez. deze van drukvaten deeluitmakend van compressoren en uitgez. met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen: >10.000 l (Totale eenheden: 20000 liter)
1
AR
1
B
N
17.3.4.3
Gevaarlijke stoffen: Opslagplaatsen voor zeer licht en licht ontvlambare vloeistoffen, (muv rubriek 48), met een tot. inhoudsvermogen van: meer dan 30000 l (Totale eenheden: -23800 liter)
1
AR
0
B
N
Rubriek
Product
Hoeveelheid
16.4.1
vulinstallaties
20000 liter
16.8.3
HFC
20000 liter
17.3.4.3
P1-producten
-23800 liter
Concreet: wijziging van: -
Uitbatingswijze t.h.v. de losplaatsen (bluskanonnen i.p.v. sprinklerkooien) Vervanging van 4 procestanks van in totaal 45.000 l P1 vloeistoffen door 2 procestanks van in totaal 21.200 l (2x 10.600 l); netto-vermindering met 23.800 l Vervanging van de opslag van 20.000 l butaan/propaan in één van de drie ingeterpte gastanks door 20.000 l HFC152a, enkel bij productie (afvullen) van amusements- en decoratiespuitbussen zonder uitbreiding van de totale hoeveelheid ontvlambaar gas (60.000 l)
Artikel 2 Deze akte geldt als vergunning voor een termijn tot 08/05/2023 samenvallend met de einddatum van de lopende vergunning. Artikel 3 Voor de in artikel 1 bedoelde gelden in het bijzonder volgende algemene en sectoriële voorwaarden voor nieuwe/bestaande inrichtingen (waarvan, in voorkomend geval, enkel de aangeduide artikelen van toepassing zijn): V01: V02: V03: V04: V05: V38: V41: V45:
Algemene milieuvoorwaarden - algemeen: Hoofdstuk 4.1 en bijlage 4.1.8 Algemene milieuvoorwaarden - geluid: Hoofdstuk 4.5 en bijlagen 2.2.1, 2.2.2, 4.5.1, 4.5.2, 4.5.3, 4.5.4, 4.5.5 en 4.5.6 Algemene milieuvoorwaarden - oppervlaktewater: Hoofdstuk 4.2 en bijlagen 4.2.5.1, 4.2.5.2 en 4.2.5.4 Algemene milieuvoorwaarden - grond- en bodemwater: Hoofdstuk 4.3 en bijlage 4.2.5.1 Algemene milieuvoorwaarden - lucht: Hoofdstuk 4.4. en bijlagen 4.4.1, 4.4.2, 4.4.3, 4.4.4 en 4.4.5 Gassen - algemeen: Afdeling 5.16.1 Gassen - industrieel vullen van verplaatsbare recipiënten en LPG-stations: subafdelingen 5.16.4.1 en 5.16.4.2 Gassen - opslag in vaste reservoirs voor samengeperste vloeibaar gemaakte of in oplossing gehouden gassen: Afdeling 5.16.6 en bijlagen 5.16.3, 5.16.4
5
V46:
2. a)
Opslag van gevaarlijke stoffen - ondergrondse en bovengrondse houders: Afdelingen 5.17.1, 5.17.2 en 5.17.3 en bijlagen 5.17.1, 5.17.2, 5.17.3, 5.17.4, 5.17.5, 5.17.6 en 5.17.7 bijzondere voorwaarden:
Beide veiligheidsnota’s t.b.v. de brandveiligheid van ERM (nota dd. mei 2005 en nota dd. 10/11/2010) zijn onverminderd van toepassing en dienen te worden nageleefd, met uitzondering van de aanbevelingen m.b.t. de losplaatsen (losplaats solventen; losplaats ontvlambaar drijfgas). Voor de losplaatsen gelden de aanbevelingen en aandachtspunten uit de veiligheidsnota dd. 10/11/2010 (bluswaterkanonnen, voldoende toevoerdebiet, geen obstructies, rekening houdend met de overheersende windrichtingen…).
Dit doet niets af van de strikte naleving van de volgende voorwaarden: Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne, zoals herhaaldelijk gewijzigd bij besluiten van de Vlaamse Regering; . In het geval van verandering (uitbreiding) van een lopende vergunning gelden voor de tot op heden nog niet vergunde inrichtingen in principe steeds de voorwaarden voor nieuwe inrichtingen van titel II van het Vlarem (met uitzondering van de inplantingsregels indien vergroting minder dan 100 % bedraagt), en dit voor zover de sectorale voorwaarden geen afwijkende regeling bevatten. De in de vroegere vergunningen reeds opgelegde voorwaarden blijven eveneens van kracht.
Waren aanwezig:
de heer Paul Breyne, provinciegouverneur-voorzitter de heren Dirk De Fauw en Patrick Van Gheluwe, mevrouw Marleen Titeca-Decraene, de heren Gunter Pertry, Bart Naeyaert en Guido Decorte, leden de heer Hilaire Ost, Provinciegriffier
Brugge, 14/07/2011
De provinciegriffier Hilaire OST
De provinciegouverneur-voorzitter Paul BREYNE
AANDACHT ! De stedenbouwkundige vergunning die verkregen is voor de verandering die het voorwerp is van de voormelde milieuvergunningsaanvraag wordt geschorst zolang de milieuvergunning niet definitief is verleend. Als het gaat om met toepassing van artikel 4.2.2 van de Vlaamse Codex RO meldingsplichtige handelingen wordt de uitvoerbaarheid van de stedenbouwkundige melding opgeschort. Deze geschorste stedenbouwkundige vergunning vervalt van rechtswege op de dag waarop de milieuvergunning in laatste aanleg definitief zou geweigerd worden. Tegen onderhavige beslissing kan beroep worden aangetekend bij de Vlaamse Regering, overeenkomstig de bepalingen van het Vlaams Reglement betreffende de milieuvergunning. Dit beroep dient binnen de 30 kalenderdagen na verzending (voor de exploitant en de betrokken adviesinstanties en besturen) of aanplakking (derden) bij ter post aangetekend schrijven ingediend, gericht aan de Vlaamse Minister bevoegd voor het leefmilieu, op het adres van de Afdeling Milieuvergunningen van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie (Graaf de Ferrarisgebouw (4de + 6de verdieping), Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 BRUSSEL) of van het Kabinet van de Vlaamse Minister. Tot staving van de ontvankelijkheid dient bij het beroepschrift een voor eensluidend verklaard afschrift van het attest van verzending resp. van aanplakking en een bewijs van betaling van de verschuldigde dossiertaks gevoegd te worden.
6