LeerdoelenInleiding
matrix
Bij het zelf ontwikkelen van de lesplannen gelden de kerndoelen, eindtermen en exameneisen als uitgangspunt. Dit zorgt ervoor dat de lesplannen curricu lumdekkend zijn. Hiervoor is een inhoudelijk kader nodig: de leerdoelen matrix. De onderstaande voorbeelden zijn ontleend aan de leerdoelenmatrix van LES 2.0.
Leerdoelenmatrix Per vak- of leergebied waarvan materiaal wordt ontwikkeld is een leerdoelenmatrix nodig. Dit instrument geeft per vakgebied een overzicht van de benodigde kennis en vakvaardigheden. In de matrix zijn ook de ondersteunende vaardigheden benoemd. Dit zijn leer- en studievaardigheden en media/ICT-vaardigheden.
Functies
Uit de leerdoelenmatrix is af te leiden welke lesplannen (met welke leerdoelen en inhoud) er ontwikkeld moeten worden. De leerdoelenmatrix heeft ver schillende functies:
Voor de arrangeur
Voor de docent/gebruiker
• Als sturingsinstrument: het biedt de arrangeur inhoudelijke sturing voor de invulling van de lesplannen. • Als controle-instrument: de arrangeurs kunnen aan de redactie verantwoorden dat de les aan de gestelde eisen voldoet.
• Als bewijs voor het curriculum dekkende karakter van Les 2.0. Het laat gedegenheid en volledigheid zien. • Als hulpmiddel om het les programma samen te stellen en te controleren.
Geraadpleegde instanties en bronnen
Om op een efficiënte manier tot een goede leerdoelenmatrix te komen, is het van belang zoveel mogelijk gebruik te maken van reeds bestaande vergelijk bare initiatieven. Organisaties met veel ervaring op dit gebied zijn SLO (het Nationaal Expertisecentrum Leerplanontwikkeling), het Ruud de Moor Centrum (het kennis- en expertisecentrum van de Open Universiteit) en de KPC Groep (adviesorganisatie voor organisaties voor onderwijs en opleidingen).
78
Bij LES 2.0 werd advies ingewonnen van al deze partijen. Er werd voor een beperkt aantal vakken ontwikkeld en dus werden onderstaande documenten gekozen als uitgangspunt: • Kerndoelen voor de onderbouw VO mens en maatschappij • Concretisering van de kerndoelen mens en maatschappij • Examenprogramma biologie havo en vwo • Examenprogramma zorg en welzijn vmbo Voor het benoemen van kernthema’s en subthema’s vindt een inhoudelijke vergelijking van de meest gangbare methodes plaats.
Van formele documenten naar praktisch instrument.
Principes van de leerdoelenmatrix
De leerdoelenmatrix kent de volgende uitgangspunten: • Elk vakgebied is opgedeeld in kernthema’s • Per kernthema zijn subthema’s benoemd • Per subthema is de kennis uitgewerkt in ‘kaartjes’ • Kernthema’s zijn gekoppeld aan een combinatie van kerndoelen en/of eindtermen Niveau
Het is belangrijk om de leerlingen op hun eigen niveau aan te spreken. Omdat het niveau (vmbo, havo, vwo) van de leerlingen uiteenloopt, verschil len de lesplannen op twee manieren: • Op inhoud van het programma: wat moeten de leerlingen op dat niveau weten/kennen? • Op vorm van de lesplannen: soort opdrachten, taalgebruik, zelfstandigheid, opbouw lesplannen
79
Leerdoelenmatrix Mens en Maatschappij Elk vakgebied is verdeeld in kernthema’s en subthema’s. De kernthema’s worden gekoppeld aan een combinatie van kerndoelen en/of eindtermen.
Hieronder vindt u de kern- en subthema’s voor het vakgebied Mens & Maatschappij. Er is een onderverdeling gemaakt in de vakken aardrijkskunde, geschiedenis en economie, maar de arrangeur ontwikkelt voor Mens en Maatschappij. U bepaalt zelf wanneer een lesplan het accent van één vak heeft, of een mix is van twee of drie vakken. Mens & Maatschappij
80
Kernthema’s:
Subthema’s:
Eigen omgeving
• wonen en werken • plattegrond, infrastructuur • consumeren en budgetteren • verkeer en milieu
Apart of samen
• conflicten • internationale samenwerking • vredesoperaties • Mensenrechten
Leefwijzen
• identiteit • (multi)cultuur • wereldgodsdiensten • normen en waarden
Democratie
• … in Nederland • … in Europa • … en economische ontwikkelingen • … en open grenzen
Verleden tot heden
• Tot 500 na Chr. • 500 tot 1500 • 1500 tot 1900 • 1900 tot heden
Verschil in niveau
Het verschil in niveau is terug te zien in de leerdoelenmatrix en heeft conse quenties voor het ontwerpen van de lesplannen. Voor het vakgebied Mens en Maatschappij geldt het volgende: de vorm verschilt en de inhoud is hetzelfde. Dit betekent dat de kerndoelen gelden voor alle drie de niveaus. Er wordt geen onderscheid gemaakt wat betreft inhoud. De mate van complexiteit wordt overgelaten aan de arrangeur. Qua vorm worden alle inhouden van de kaartjes uitgewerkt in drie niveaus, namelijk: • vmbo bb • vmbo kgt • havo/vwo
Democratie … in Europa MM – 4.2
44, 45, 46
Kennis
Aardrijkskunde
Geschiedenis
Economie
Leerling kan voorbeelden noemen van de gevolgen van de Europese samenwerking: - Europese Commissie - Europees Parlement - Raad van Ministers - Monetaire Unie - euro
Leerling kan uitleggen waarom er na de Tweede Wereldoorlog een samenwerking ontstond in Europa.
De leerling kan uitleggen wat de economische betekenis van de Europese samenwerking en de Europese Unie is voor hemzelf, Nederland en de wereld.
Leerling kan de verschillende lidstaten van de EU noemen.
Leerling kan de ontwikkeling beschrijven van EGKS naar EEG naar EU.
Voorbe e
ld
81
Leerdoelenmatrix Biologie Elk vakgebied is verdeeld in kernthema’s en subthema’s. De kernthema’s worden gekoppeld aan een combinatie van kerndoelen en/of eindtermen.
Hieronder vindt u de kern- en subthema’s voor het vakgebied Biologie. Biologie Kernthema’s:
Subthema’s:
Structuren
Ecosystemen Structuren van cellen
Levenscyclus
Deling en ontwikkeling van cellen Voortplanting van de mens Erfelijke informatie
Stofwisseling
Energiestromen en kringlopen Stofwisseling van planten Stofwisseling van de mens Stofwisseling van cellen Eiwitsynthese en biotechnologie
Dynamiek en homeostase
Dynamiek in ecosystemen Ontstaan en handhaving verscheidenheid Gedrag van mens en dier Homeostase van de mens Bescherming interne milieu
Verschil in niveau
Het verschil in niveau is terug te zien in de leerdoelenmatrix en heeft conse quenties voor het ontwerpen van de lesplannen. Voor het vakgebied Biologie geldt het volgende: de vorm verschilt én de inhoud verschilt. Dit betekent dat sommige onderwerpen alleen verplicht zijn voor havo of vwo. In de leerdoelenmatrix is aangegeven welke lesplannen specifiek voor havo of vwo bedoeld zijn. Ook qua vorm verschillen de lessen voor havo en vwo.
82
Dynamiek en homeostase Ontstaan en handhaving verscheidenheid BI – 4.2
E2 (CE)
Kennis
Havo
Vwo
Verscheidenheid in populatie
Verscheidenheid in populatie
-- de betekenis van verscheidenheid in een populatie voor de instandhouding van de populatie aangeven. -- in een gegeven situatie de gevolgen voorspellen die de volgende mechanismen hebben voor de verscheidenheid in de populatie: • mutatie • natuurlijke selectie • isolatie
-- de betekenis van verscheidenheid in een populatie voor de instandhouding van de populatie aangeven. -- de rol uitleggen die selectie speelt bij het constant blijven of veranderen van de verscheidenheid in een populatie. • allelfrequenties berekenen in een genenpool met behulp van de regel van Hardy-Weinberg (vwo).
Evolutietheorie
Evolutietheorie
-- vroegere en huidige opvattingen en ideeën weergeven over het ontstaan van leven en levensvormen, in het bijzonder: • generatio spontanea • schepping • evolutie -- met behulp van de evolutietheorie een verklaring geven voor: • het voorkomen van fossielen • het voorkomen van de huidige levensvormen
-- aangeven dat men met de evolutietheorie tracht het ontstaan van verschillende levensvormen te verklaren, met gebruik making van de volgende uitgangspunten: • mutatie veroorzaakt verscheidenheid binnen populaties • er worden meer nakomelingen geproduceerd dan overeenkomt met de draagkracht • de door natuurlijke selectie aan de omstandigheden best aangepaste individuen hebben de grootste overlevingskans • hierdoor verschuiven allelfrequenties -- aangeven dat men met behulp van de evolutietheorie tracht het ontstaan van bepaalde levensvormen te beschrijven, door: • als het ware terug te gaan in de tijd via het bestuderen van fossielen • de relatie tussen ‘overeenkomstige’ delen van verschillende organismen vast te stellen via vergelijkend morfologisch en ontwikkelingsbiologisch onderzoek en via vergelijking van DNA: homologie, analogie -- vroegere en huidige opvattingen en ideeën weergeven over het ontstaan van leven en levensvormen, in het bijzonder: • generatio spontanea • schepping • evolutie -- aangeven dat ordening mogelijk is op grond van gemeenschappelijke afstamming, in het bijzonder: • evolutionaire verwantschap (bouw en samenstelling DNA en chromosomen)
Voorbe e
ld
83
Leerdoelenmatrix Zorg en Welzijn Elk vakgebied is verdeeld in kernthema’s en subthema’s. De kernthema’s worden gekoppeld aan een combinatie van kerndoelen en/of eindtermen.
Hieronder vindt u de kern- en subthema’s voor het vakgebied Zorg en Welzijn. Zorg en Welzijn
84
Kernthema’s:
Subthema’s:
Uiterlijke verzorging
Lichaamsverzorging en hygiëne Gezichtsverzorging Haarverzorging Hand- en voetverzorging Anatomie van de beenderen, gewrichten en weefsels
Gezondheid en ziekte
Gezondheidszorg en maatschappij Ziekten en verzorging Voeding EHBO en veiligheid
Welzijn
Kinderen Jongeren Volwassenen en ouderen Gehandicapten Sociaal Pedagogisch werk
Dienstverlening
Zorg voor huishouding Facilitaire dienstverlening Receptiewerkzaamheden Verkoop
Beroepsmatig handelen
Oriëntatie op de branche Professionele vaardigheden Beroepshouding en sociale vaardigheden Omgaan met ICT
Verschil in niveau
Het verschil in niveau is terug te zien in de leerdoelenmatrix en heeft conse quenties voor het ontwerpen van de lesplannen. Voor het vakgebied Zorg en Welzijn geldt het volgende: de vorm verschilt en de inhoud verschilt. De niveaus binnen vmbo verschillen te veel om één vorm aan te kunnen houden. De lesplannen worden op twee niveaus uitgewerkt, namelijk: kader beroepsgericht en basisberoepsgericht.
Welzijn Kinderen Zorg en Welzijn
VZ/K/7, VZ/K/20 (GL), ZW/K/8
Kennis
Vaardigheden
KB
BB
Welzijn van kinderen VZ/K/7
Welzijn van kinderen VZ/K/7
-- lichamelijke, geestelijke, sociale en maatschappelijke invloeden en veranderingen bij kinderen herkennen en omschrijven -- kennis van factoren die de verandering of ontwikkeling van het kind bevorderen of belemmeren
-- lichamelijke, geestelijke, sociale en maatschappelijke invloeden en veranderingen bij kinderen herkennen en omschrijven
Welzijn van kinderen VZ/K/7
Welzijn van kinderen VZ/K/7
-- eenvoudige (verzorgende) activiteiten voorbereiden, uitvoeren en evalueren -- begeleiden van kinderen bij de dagelijkse zorg: helpen bij het aan- en uitkleden, verschonen, tanden poetsen, haren kammen en het geven van eten en drinken. -- organiseren van eenvoudige (groeps)activiteiten voor kinderen -- werken volgens een stappenplan: voorbereiden, uitvoeren, evalueren en reflecteren op het eigen handelen
-- eenvoudige (verzorgende) activiteiten voorbereiden, uitvoeren en evalueren -- begeleiden van kinderen bij de dagelijkse zorg: helpen bij het aan- en uitkleden, verschonen, tanden poetsen, haren kammen en het geven van eten en drinken. -- organiseren van eenvoudige (groeps)activiteiten voor kinderen -- werken volgens een stappenplan: voorbereiden, uitvoeren, evalueren en reflecteren op het eigen handelen
Begeleiding van activiteiten ZW/K/8 Begeleiding van activiteiten (GL) VZ/K/20
Begeleiding van activiteiten ZW/K/8
-- eenvoudige (groeps)activiteiten voorbereiden, uitvoeren en evalueren -- een observatie uitvoeren en de resultaten rapporteren
-- eenvoudige (groeps)activiteiten voorbereiden, uitvoeren en evalueren
Voorbe e
ld
85
Vakvaardigheden Mens en Maatschappij De subthema’s van elk vakgebied zijn verder uitgewerkt in benodigde kennis en vakvaardigheden. Per vaardigheid is informatie beschikbaar. Bijvoorbeeld in de vorm van tips voor de arrangeur over de wijze waarop de vaardigheid kan worden ingezet, of formats die direct bruikbaar zijn voor de leerling.
Aparte lesplannen
Voor het sec leren van de vakvaardigheden komen aparte lesplannen. In enkele lesplannen wordt het oefenen van de vaardigheid opgebouwd. Gebruikers kunnen op deze manier steeds weer teruggrijpen naar deze basislessen. Daarnaast integreert u deze vaardigheden in de lesplannen. vakvaardigheden voor mens en maatschappij Betekenisvolle vragen stellen
De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan.
Onderzoeksvaardigheden
De leerling leert een eenvoudig onderzoek uit te voeren naar een actueel maatschappelijk verschijnsel en de uitkomsten daarvan te presenteren.
Bronnen gebruiken
De leerling leert historische bronnen te gebruiken om zich een beeld van een tijdvak te vormen of antwoorden te vinden op vragen, en hij leert daarbij ook de eigen cultuurhistorische omgeving te betrekken.
Atlas gebruiken
De leerling leert de atlas als informatiebron te gebruiken en kaarten te lezen en te analyseren om zich te oriënteren, zich een beeld van een gebied te vormen of antwoorden op vragen te vinden.
Voorbe e
86
ld
betekenisvolle vragen stellen Kerndoel 36 MM - 6.1
De leerling leert betekenisvolle vragen te stellen over maatschappelijke kwesties en verschijnselen, daarover een beargumenteerd standpunt in te nemen en te verdedigen, en daarbij respectvol met kritiek om te gaan. Toelichting Voor het stellen van betekenisvolle vragen is het goed dat leerlingen leren om maatschappelijke kwesties en verschijnselen altijd van meer kanten te belichten, waardoor een min of meer evenwichtig beeld gevormd kan worden. De volgende perspectieven met bijbehorende methodische begrippen kunnen daarbij telkens een goed handvat zijn: -- ruimtelijk: schaal, ruimte, regio -- tijd: tijdsindelingen (de periodes/tijdvakken), verandering, continuïteit, overeenkomst, verschil, oorzaak, gevolg -- sociaal/cultureel: macht, belangen, cultuur, socialisatie, sociale verschillen, waarden, normen, religieuze stromingen, grondrechten -- economisch: schaarste, vraag en aanbod, consumptie en productie, arbeid, inkomen, inkomsten, uitgaven -- natuurlijk/milieu: aarde, water, lucht, bodem, leven, duurzaamheid -- politiek: democratie, invloed, macht, ideologie, belang -- persoonlijk/individueel: mening, standpunt, betrokkenheid, eigen verantwoordelijkheid
Voorbe e
ld
87
Vakvaardigheden Biologie De subthema’s van elk vakgebied zijn verder uitgewerkt in benodigde kennis en vakvaardigheden. Per vaardigheid is informatie beschikbaar voor de arrangeur. Bijvoorbeeld in de vorm van tips voor de arrangeur over de wijze waarop de vaardigheid kan worden ingezet, of formats die direct bruikbaar zijn voor de leerling.
Aparte lesplannen
Voor het sec leren van de vakvaardigheden komen aparte lesplannen. In enkele lesplannen wordt het oefenen van de vaardigheid opgebouwd. Gebruikers kunnen op deze manier steeds weer teruggrijpen naar deze basislessen. Daarnaast integreert u deze vaardigheden in de lesplannen. De vakvaardigheden zijn voor havo en vwo gelijk. vakvaardigheden biologie Technisch-instrumentele vaardigheden
De kandidaat kan op een verantwoorde manier omgaan met voor het vak relevante organismen en stoffen, instrumenten, apparaten en ICT-toepassingen.
Onderzoeksvaardigheden
De kandidaat kan een natuurwetenschappelijk onderzoek voorbereiden, uitvoeren, de verzamelde onderzoeksresultaten verwerken en hieruit een conclusie trekken.
Maatschappij, studie en beroep
De kandidaat kan toepassingen en effecten van natuurwetenschappen en techniek in verschillende maatschappelijke situaties herkennen en benoemen. Tevens kan hij een verband leggen tussen de praktijk van verschillende beroepen en de eigen kennis, vaardigheden en attitude.
Vaardigheden specifiek voor biologie
De kandidaat kan biologische verschijnselen op verschillende organisatieniveaus met elkaar in verband brengen en de complexiteit van deze relaties aangeven.
Voorbe e
88
ld
vakvaardigheid - onderzoeksvaardigheden A 1.6 De kandidaat kan een natuurwetenschappelijk onderzoek voorbereiden, uitvoeren, de verzamelde onderzoeksresultaten verwerken en hieruit een conclusie trekken.
Havo en vwo Vaardigheid
De leerling kan een natuurwetenschappelijk probleem herkennen en specificeren. De leerling kan verbanden leggen tussen probleemstellingen, hypothesen, gegevens en aanwezige natuurwetenschappelijke voorkennis. De leerling kan een natuurwetenschappelijk probleem herleiden tot een onderzoeksvraag. De leerling kan hypothesen opstellen en verwachtingen formuleren. De leerling kan prioriteiten, mogelijkheden en randvoorwaarden vaststellen om een natuurwetenschappelijk onderzoek uit te voeren. De leerling kan een werkplan maken voor het uitvoeren van een natuurwetenschappelijk onderzoek ter beantwoording van een onderzoeksvraag. De leerling kan relevante waarnemingen verrichten en (meet) gegevens verzamelen. De leerling kan conclusies trekken op grond van verzamelde gegevens van uitgevoerd onderzoek. De leerling kan oplossing, onderzoeksgegevens, resultaat en conclusies evalueren.
Voorbe e
ld
89
Helpende handjes Project LES 2.0 vindt het belangrijk dat er in de lessen ook gewerkt wordt aan ondersteunende vaardigheden . Om het wiel niet steeds opnieuw te hoeven uitvinden bedacht LES 2.0 ‘helpende handjes’.
Helpende handjes
Bij het geven van een presentatie moet de leerling onder andere denken aan duidelijk spreken en het zorgen voor een goede Powerpointpresentatie. Het houden van een interview vraagt weer om andere vaardigheden. Het zou niet efficiënt zijn wanneer u voor alle media- en ICT-vaardigheden elke keer een aparte instructie moet schrijven. Daarom maakt LES 2.0 hier korte filmpjes van. Deze filmpjes vindt u onder de naam ‘Helpende handjes’ en kunt u koppelen aan de lessen. De volgende onderwerpen worden in Helpende handjes uitgedrukt: • Samenwerken doe je zo! • Brainstormen • Mindmap • Onderzoekje • Experiment • Discussie en debat • Interview • Zoekversneller (bronnen) • Goed schrijven doe je zo! • Effectief presenteren • Video maken • Tijdlijn maken • Grafieken en tabellen • Delen/uitwisselen • Check, dubbel check (evalueren)
90
Mediawijsheid Het is van belang dat leerlingen zich een bepaalde ‘mediawijsheid’ eigen maken. Dus bijvoorbeeld van het feit dat de media kunnen manipuleren. Een project als LES 2.0 wil leerlingen de gelegenheid geven om vaardig te worden in het gebruik van verschillende media. Floortje Zonneveld (video en concept designer) ontwikkelde werkvormen waarin leerlingen de gelegenheid krijgen om met media te werken. Deze werkvormen kunnen toegevoegd worden aan reeds ontwikkelde mesoontwerpen en lessen. In de werkvormen is ook aandacht voor mediawijsheid zoals de invloed van media, manipulatie van nieuwsberichten, betrouwbaar heid van bronnen. Voorbeelden van onderwerpen die in de werkvormen zijn: • Beeldperspectieven van de camera bestuderen • Verschillen tussen fragmenten ontdekken • De invloed van de regisseur • Het geluid en de betekenis ervan • Zelf een kort filmpje maken • Fotoseries bestuderen • Zelf een fotoserie maken
91
92
“
Die levensechte bronnen maken geschiedenis tastbaar. En je brengt heden en verleden makkelijker bij elkaar. Een voorbeeld: moderne programma’s als EénVandaag, Klokhuis, Het verleden van Nederland of het Jeugdjournaal zijn een bron van informatie en ideaal om historische onderwerpen op toegankelijke wijze te verduidelijken.” Wouter de Groot, Rijksmuseum voor Oudheden
93