OPERATIONELE FUNCTIES Vertrekkend van alle uit te voeren taken binnen de toekomstige brandweerorganisatie komen we tot een combinatie of groepering van deze taken in functieprofielen. Deze profielen worden ingedeeld in 4 grote functionele niveaus, die allen tot op een zekere hoogte een operationeel en een administratief-technisch takenpakket omvatten. Volgens de weging van elke competentie van elke taak en deeltaak zal het functieniveau bepaald worden (verantwoordelijkheid, technische kennis, autonome werking, informatiebeheer en omgaan hiermee, leiding geven, inter-professionele samenwerking). Het eigenlijke organigram van de zone moet worden opgesteld door deze taken te combineren en te groeperen en er diensten en directies van te maken, in functie van het aantal management- en directiefuncties in de zone. Ook “vrijwilligers” vallen onder de beschrijvingen zoals aangegeven, met dien verstande dat de zone in functie van behoeften en mogelijkheden het takenpakket (en dus ook de functieomschrijving kan beperken).
1. Het basiskader (uitvoerende functie):
Algemene beschrijving van de functie:
Het vervullen van een veelheid van operationeel en administratief uitvoerende taken in het kader van de (basis)brandweerzorg.
Kernresultaatsgebieden:
De medewerker voert zijn werk uit onder toezicht van de hiërarchisch meerdere. Het takenpakket is voornamelijk van uitvoerende aard en kan worden onderverdeeld in volgende aspecten: 1. Als operationeel medewerker deelnemen aan interventies. Dit aspect omvat onder meer de volgende taken: - Het bestrijden van branden en ontploffingen in de ruimste zin van het woord: het benaderen van de vuurhaard; bluswerkzaamheden verrichten; de schade beperken o.a. voor aanpalende gebouwen; nablussen; bergingswerken uitvoeren. - Het verrichten van technische hulpverleningswerkzaamheden in de ruimste zin van het woord: het opsporen en bevrijden van geknelde personen; het toedienen van de eerste hulp met inbegrip van het reanimeren van slachtoffers; hulp verlenen bij ongevallen met voertuigen, machines…; wespennesten verwijderen; personen bevrijden uit liften; … - Het optreden bij incidenten met gevaarlijke stoffen; - Het optreden bij rampen; - … 2. Als operationeel medewerker er zorg voor dragen dat men permanent in staat is zijn operationele taken te vervullen. Dit aspect omvat onder meer volgende taken: -
Het op peil houden van de fysieke conditie; Het deelnemen aan oefeningen, topografische bezoeken en recyclage m.i.v. kennis van het verzorgingsgebied; Het volgen van bijscholingen en bijkomende vorming; …
3. Als administratief en technisch medewerker instaan voor bepaalde administratieve en technische taken in de kazerne en het verzorgingsgebied. Dit aspect omvat onder meer volgende taken: -
Er zorg voor dragen dat het rollende en niet-rollende materieel permanent inzetbaar zijn: het reinigen en het op de gepaste plaats opbergen/terugplaatsen van het rollende materieel, het niet-rollende materieel en de persoonlijke beschermingsmiddelen na elke inzet; het verrichten van kleine onderhouds- en herstellingswerken aan de voertuigen.
2
Het reinigen en in goede staat houden van de kazerne alsook het uitvoeren van kleine decoratie- en herstellingswerken; Het nazien van hydranten en andere voor de operationele inzet relevante zaken die opgesteld zijn in het openbaar domein en de openbare gebouwen; Het invullen van interventieverslagen van kleinschalige interventies; Het deelnemen aan operationele debriefingen; Het uitvoeren van niet-specialistische ondersteunende taken ten behoeve van de administratieve en administratief-technische specialisaties; …
Mogelijke bijkomende resultaatsgebieden:
De zone bepaalt hoeveel specialisaties de medewerkers minimaal en/of maximaal mogen volgen. Hierbij mag een onderscheid worden gemaakt tussen de beroeps en de vrijwilligers. De zone dient hierbij zowel rekening te houden met de noodzaak om voldoende diepgaand gevormd en geoefend te zijn alsook met de op het grondgebied aanwezige risico’s. Tevens kan de zone bepaalde specialisaties algemeen verplicht stellen voor bepaalde categorieën of voor iedere medewerker. De zone stemt haar verloningsbeleid af op de hieronder bepaalde specialisaties en dit binnen de op federaal vlak uitgestippelde kaders. 1. Operationele specialisaties: -
Besturen en bedienen van eerstelijnsbrandweervoertuigen (autopomp, ladderwagen en tankwagen); Besturen en bedienen van gespecialiseerde brandweervoertuigen (o.a. haakarmvoertuig, hoogtewerker); Grootwatertransport Werken en redden op hoogte en in gesloten ruimtes; Duiker; Gaspakdrager; Meetploegmedewerker; Kynologen-hulpverlening; Ambulancier in het kader van de dringende geneeskundige hulp (DGH); USAR (Urban Search And Rescue); Ontzettingstechnieken bij bijzondere voertuigen en transportmiddelen (vrachtwagens, treinen…); Dispatcher; …
2. Administratieve en interventieondersteunende specialisaties: -
Meewerken aan de opmaak van risicoanalyses, interventieprocedures, aanrijroutekaarten en interventieplannen; Ondersteunen van de preventiedienst, zowel op administratief vlak als met betrekking tot de koppeling tussen preventie en interventie (advies en plaatsbezoeken); Ondersteunen van de financiële dienst (opmaak bestelbons en facturen); Ondersteunen van de ICT dienst (installeren van hard- en software); Ondersteunen van de communicatiedienst (opmaak nieuwsbrieven); Ondersteunen van de personeelsdienst (administratie van de verloven, ziektedagen…) Ondersteunen van de logistieke dienst (magazijnbeheer…) …
3
3. Technische specialisaties: -
Ondersteunen van de logistieke dienst bijvoorbeeld door: Het herstellen van defecten in de infrastructuur; Het herstellen van defecten aan het rollend - en niet-rollend materieel; …
4. Leiding geven: Als verantwoordelijke kunnen optreden voor een kleine groep medewerkers (een binoom) op het terrein. 5. Optreden als verpleegkundige in het kader van de dringende geneeskundige hulp.
Competenties:
Generieke competenties: -
-
-
Risico’s kunnen inschatten en prioriteiten kunnen stellen; Zowel zelfstandig, als binnen een team met een hiërarchische structuur, kunnen werken; Systematisch, accuraat en consequent kunnen werken; Veiligheidsbewust kunnen werken en handelen; Praktische ingesteldheid hebben en resultaatsgericht kunnen handelen; Verantwoordelijkheidszin hebben en kwaliteit nastreven; Zich kunnen houden aan afspraken en procedures; Oplettend zijn; Communicatievaardig zijn: Goed kunnen luisteren; Zich beknopt en helder kunnen uitdrukken; Sociaal vaardig, bijvoorbeeld in de communicatie met de (familie van) slachtoffers. Beschikken over een loyale ingesteldheid; Beschikken over een goede mentale conditie: Stressbestendig zijn; Geduldig zijn; Doorzettingsvermogen hebben; Aanpassingsvermogen hebben ten aanzien van een veranderende taak of situatie; In staat zijn om met traumatiserende omstandigheden om te gaan; In staat zijn om met agressie om te gaan; Een flexibele ingesteldheid hebben: bereid zijn onregelmatige uren te werken indien de operationele dienst die vereist. Zich kunnen aanpassen aan wijzigingen in de doelstellingen en de opdrachten, alsook van de werkomstandigheden, eigen aan de dienst waarin men is tewerkgesteld.
Technische competenties: -
Technisch handvaardig zijn (minimaal technisch inzicht); Beschikken over een minimaal ruimtelijk inzicht (een kaart kunnen lezen); Elementaire kennis van elektriciteit en elektronica; Elementaire kennis hebben van hydraulica; Elementaire kennis hebben van het menselijk lichaam; Elementaire kennis of noties hebben van chemie en fysica: inzicht in het brandbare karakter van bepaalde materialen, het ontstaan van brand, het
4
verbrandingsproces, giftige stoffen (bijvoorbeeld CO), eenhedenstelsel (éénheden van inhoud, druk, massa…)…
kennis
van
het
Andere vereisten:
-
Voor de beroeps: beschikken over een rijbewijs C (na het einde van de stage) – voor de vrijwilligers: beschikken over een rijbewijs B; Beschikken over een goede fysieke conditie. Dit omvat onder andere: Uithouding; Kracht; Behendigheid; Oriëntatievermogen; Beheersbare claustrofobie; Beheersbare hoogtevrees; …
-
5
2. Het middenkader (uitvoerend leidinggevende functie):
Doel van de functie:
Het uitvoerend leidinggeven en coördineren van een team van medewerkers en het waken over zowel de kwaliteit en de kwantiteit van de geleverde diensten en prestaties.
Kernresultaatsgebieden:
De medewerker heeft tot taak het leiden, aansturen, motiveren, coachen, begeleiden en evalueren van een aantak directe medewerkers bij hun werkzaamheden. Hij draagt de verantwoordelijkheid binnen de volgende aspecten: 1. Optreden als operationeel leidinggevende bij interventies: Voorbeelden van taken zijn hier onder meer: -
-
Het leiden van een basisinterventieploeg (vanaf twee secties: minstens 4 manschappen); Optreden als verantwoordelijke voor de veiligheid van de manschappen, dit houdt in de medewerker onder andere: de risico’s moet kunnen inschatten; de gepaste veiligheidsmaatregelen moet nemen en de algemene veiligheid bewaken. Een situatierapport opmaken en doorgeven; Beslissen over de aard en de prioriteit van de uit te voeren acties en de in te zetten middelen; De kwaliteit van de uitvoering bewaken; De operationele informatie beheren; Beoordelen of opschaling nodig is; De contacten verzorgen met de dispatching; Beslissen of de situatie “onder controle” of “gestabiliseerd” is; De nabluswerkzaamheden leiden; Het coördineren van meerdere interventieploegen in afwezigheid van een officier.
2. Zorgen dat men als operationeel leidinggevende permanent in staat is zijn operationele taak te vervullen. Dit aspect omvat onder meer volgende taken: -
Het op peil houden van de fysieke conditie; Het deelnemen aan oefeningen, topografische bezoeken en recyclage m.i.v. kennis van het verzorgingsgebied; Het volgen van bijscholingen en bijkomende vorming; …
3. Als administratief medewerker een aantal administratieve taken vervullen zoals het opmaken van interventieverslagen.
Mogelijke bijkomende resultaatsgebieden:
De zone bepaalt hoeveel specialisaties de medewerkers minimaal en/of maximaal mogen volgen. Hierbij mag een onderscheid worden gemaakt tussen de beroeps en de vrijwilligers. De zone dient hierbij zowel rekening te houden met de noodzaak om voldoende diepgaand gevormd en geoefend te zijn alsook met de op het grondgebied aanwezige risico’s. Tevens kan de zone bepaalde specialisaties algemeen verplicht stellen voor bepaalde categorieën of voor iedere medewerker.
6
De zone stemt haar verloningsbeleid af op de hieronder bepaalde specialisaties en dit binnen de op federaal vlak uitgestippelde kaders. 1. Zich als leidinggevende specialiseren in: A. Operationele specialisaties: -
Grootwatertransport; Werken en redden op hoogte en in gesloten ruimtes; Duiken; Gaspakinzet; Meetploegen; USAR; Ontzettingstechnieken bij bijzondere voertuigen en transportmiddelen;
B. Administratieve en technische specialisaties: -
-
-
-
Het beheren van een administratieve of technische dienst binnen een kazerne (post): Personeelsadministratie; VTO; Infrastructuur; Wagenpark; Niet-rollend materieel en PBM’s. Het dagelijkse beheer verzekeren van een kazerne (post). Dit omvat onder meer: Het (bege)leiden, ondersteunen, motiveren, coachen en evalueren van directe medewerkers tijdens het dagelijkse werk; De operationele paraatheid van het personeel verzekeren (fysieke conditie, trainingsniveau…); Het dagelijkse personeelsbeheer (verlof, ziektes…); Het dagelijkse financieel en logistiek beheer (aankopen…); Het beheren van de ICT – en communicatiemiddelen; Het onderhoud van de kazerne verzekeren; De operationele paraatheid van het materieel verzekeren; De kennis betreffende het verzorgingsgebied beheren; Het toezicht verzekeren op de naleving van de regels en afspraken; … Het beheren van een administratieve of technische dienst in de zone, zoals: Tekenkamer; Financiële dienst (boekhouding); ICT dienst; Communicatiedienst; Personeelsdienst; VTO-administratie; Welzijn op het werk; Logistieke dienst (aankoop, onderhoud…); Archief en documentatie … Het beheren van een operationele specialisatie; Het op korte termijn beheren van een volledige shift over een aantal posten en kazernes heen (permanentie verzekeren).
2. Een gespecialiseerd uitvoerend takenpakket met een bijzondere moeilijkheidsgraad op zich nemen onder de directe verantwoordelijkheid van een officier: -
Optreden als specialisatie;
charismatische
instructeur/lesgever
in
een
bepaalde
7
Organisatie en planning van de vorming(sactiviteiten); Interventieplanning; Brandpreventiecontroles; …
Competenties:
Generieke competenties: -
-
Een situatie, en de aanwezige risico’s, snel kunnen analyseren en de gepaste oplossingen aanbrengen; Zelfstandig leiding kunnen geven; Een team medewerkers kunnen aansturen, motiveren en coachen; Kunnen werken in een grotere organisatie o.a. het kunnen overbrengen van instructies en beslissingen van hiërarchische meerderen aan de medewerkers; Besluitvaardig zijn; Veiligheidsbewust denken en handelen; Betrokkenheid tonen, maar met professionele distantie; Beschikken over luisterbereidheid en communicatievaardigheden in een leidinggevende context. Zo moet hij onder meer op een duidelijke manier instructies kunnen overbrengen en de contacten met het publiek verzorgen; Een dienst kunnen beheren; Kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit nastreven; Kostenbewust zijn; Beschikken over een loyale ingesteldheid; Beschikken over een goede mentale conditie: Stressbestendig zijn– beslissingen kunnen nemen onder tijdsdruk; Geduldig zijn; Doorzettingsvermogen hebben; Aanpassingsvermogen hebben ten aanzien van een veranderende taak of situatie; In staat zijn om met traumatiserende omstandigheden om te gaan; In staat zijn om met agressie om te gaan; Beschikken over een flexibele ingesteldheid en bereid zijn onregelmatige uren te werken. Zich kunnen aanpassen aan wijzigingen in de doelstellingen en de opdrachten, alsook van de werkomstandigheden, eigen aan de dienst waarin men is tewerkgesteld.
Technische competenties: Voor de uitoefening van de bovenvermelde taken, dient men over de volgende kennis (zowel praktisch als theoretisch) te beschikken: -
Basiskennis van fysica en mechanica: bijvoorbeeld: kracht en energie, gravitatie, statica, dynamica, kinetica, wrijving, thermodynamica en sterkteleer. Basiskennis van chemie: bijvoorbeeld chemische verbindingen (organische en anorganische), chemische reacties en gevaarlijke stoffen. Basiskennis van hydraulica: fluidostatica en fluidodynamica. Basiskennis van elektriciteit en elektronica: bijvoorbeeld: elektrisch veld, lading en stroom, magnetisme, wisselstroomtheorie alsook elektromagnetische golven. Goede kennis van de gangbare informaticatoepassingen;
8
Administratieve competenties: Voor de uitoefening van de bovenvermelde taken, dient men over de volgende kennis (zowel praktisch als theoretisch) te beschikken:
Functionele kennis van de werking van een openbaar bestuur; Kennis van evaluatietechnieken.
Andere vereisten: -
Voor de beroeps: beschikken over een rijbewijs C (na het einde van de stage) - voor de vrijwilligers: beschikken over een rijbewijs B; Beschikken over een goede fysieke conditie. Dit omvat onder andere: Uithouding; Kracht; Behendigheid; Oriëntatievermogen; Beheersbare claustrofobie; Beheersbare hoogtevrees; …
9
3.
Hoger kader (leidinggevende beheersfunctie):
Doel van de functie:
Het verzekeren van de leiding en vooral de coördinatie van meerdere interventieploegen bij alle mogelijke interventies. Het managen van individuen en groepen, het werkzaam en paraat houden van manschappen, materieel en infrastructuur.
Kernresultaatsgebieden:
De medewerker beheert de verschillende diensten en is beleidsondersteunend bij de organisatie en de werking van de zone. Het takkenpakket omvat onder meer: 1. Als operationeel leidinggevende de leiding en coördinatie van interventies verzekeren. Dit omvat onder meer: -
Het leiden van een team bij zeer risicovolle of complexe interventies; Het coördineren van meerdere teams bij interventies; Het inschatten van de gevolgen van een (grootschalig) incident voor de omgeving, het leefmilieu en de volksgezondheid; Het optreden als DIR BW in rampsituaties; Het verzorgen van de contacten met de andere disciplines, de pers en andere externe actoren alsook met de betrokken bestuurlijke overheden.
2. Zorgen dat men als operationeel leidinggevende permanent in staat is zijn operationele taak te vervullen. Dit aspect omvat onder meer volgende taken: -
Het op peil houden van de fysieke conditie; Het deelnemen aan oefeningen, topografische bezoeken en recyclage m.i.v. kennis van het verzorgingsgebied; Het volgen van bijscholingen en bijkomende vorming; …
3. Aanvullend het uitvoeren van een aantal algemene administratief leidinggevende en interventieondersteunende taken:
Het (bege)leiden, ondersteunen, motiveren, coachen en evalueren van medewerkers tijdens hun dagelijks werk; Het ondersteunen en begeleiden van de risicoanalyse onder meer via het aanreiken van informatie; Het vervangen van collega-officieren tijdens hun afwezigheid (permanentie verzekeren); Het waken over de naleving van procedures en afspraken; Het waken over de permanente inzetbaarheid van het korps; Het opmaken van interventieverslagen; …
Mogelijke bijkomende resultaatsgebieden:
De zone bepaalt hoeveel specialisaties de medewerkers minimaal en/of maximaal mogen volgen. Hierbij mag een onderscheid worden gemaakt tussen de beroeps en de vrijwilligers. De zone dient hierbij zowel rekening te houden met de noodzaak om voldoende diepgaand gevormd en geoefend te zijn alsook met de op het grondgebied aanwezige risico’s. Tevens kan de zone bepaalde specialisaties algemeen verplicht stellen voor bepaalde categorieën of voor iedere medewerker.
10
De zone stemt haar verloningsbeleid af op de hieronder bepaalde specialisaties en dit binnen de op federaal vlak uitgestippelde kaders. 1. Zich als operationeel leidinggevende of expert specialiseren in: -
Gevaarlijke stoffen; Arbeidsveiligheid – veiligheidscoördinatie; USAR-coördinatie; …
2. Zich als administratief en technisch expert specialiseren in: -
Risicoanalyse; Fire Safety Engineering (brandpreventie); Nood- en interventieplanning; Communicatie; Projectmanagement; Personeelsmanagement; Logistiek management en aankoopbeleid; Interne audit en/of kwaliteitscontrole; Optreden als charismatische instructeur/lesgever; …
3. De leiding (management) verzekeren over een functioneel departement, zoals: -
Risicoanalyse en strategische planning; Administratie en secretariaat; Preventie; Interventieondersteuning; Financiën; Communicatie; Personeelsbeleid m.i.v. VTO (P&O dienst); Logistiek (infrastructuur, rollend en niet-rollend materieel); Operaties; Evaluatie en kwaliteitscontrole; …
De leiding van een dienst verzekeren omvat onder meer: -
Het organiseren en structureren van de dienst; Het opmaken van een planning; Het verwerven van de personele en materiële middelen; Het verdelen van de opdrachten; Het toezicht verzekeren op de uitvoering (zowel kwalitatief als kwantitatief); Het innoveren en streven naar permanente verbetering; Het rapporteren over de taakuitvoering en de behaalde resultaten.
4. De leiding (management) verzekeren over een post of een groep van posten. Deze taak omvat over de functionele departementen heen: -
Het organiseren en structureren van de post; Het opmaken van een behoefteplanning; Het invullen van deze behoeften; Het toezicht verzekeren op de paraatheid van personeel en materieel; Het toezicht verzekeren op het naleven van de procedures en afspraken; …
11
Competenties:
Generieke competenties: -
-
Een situatie kunnen conceptualiseren en een visie of helikopterview ontwikkelen; Teams kunnen bouwen, aansturen en inspireren; Dynamisch en professioneel kunnen samenwerken en terugkoppelen met de zonecommandant en de verantwoordelijken van de verschillende diensten/departementen binnen de zone; Innovatief en vernieuwend kunnen denken; Doelstellingen kunnen definiëren en beleidslijnen uitzetten; Doelstellingen kunnen halen en de beoogde resultaten van de organisatie bereiken; Het beschikken over de nodige communicatievaardigheden in functie van de contacten met de pers en de bestuurlijke overheden toe; Het kunnen uitbouwen van netwerken binnen en buiten de organisatie; Een dienst kunnen besturen en, waar nodig, bijsturen; Kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit nastreven; Kostenbewust zijn; Beschikken over een loyale ingesteldheid; Beschikken over een goede mentale conditie: Hoge mate van stressbestendigheid hebben – beslissingen kunnen nemen onder tijdsdruk; Geduldig zijn; Doorzettingsvermogen hebben; Aanpassingsvermogen hebben ten aanzien van een veranderende taak of situatie; In staat zijn om met traumatiserende omstandigheden om te gaan; In staat zijn om met agressie om te gaan; Beschikken over een flexibele ingesteldheid en bereid zijn onregelmatige uren te werken. Zich kunnen aanpassen aan wijzigingen in de doelstellingen en de opdrachten, alsook van de werkomstandigheden, eigen aan de dienst waarin men is tewerkgesteld.
Technische competenties: Voor de uitoefening van de bovenvermelde taken, dient men over de volgende kennis (zowel praktisch als theoretisch) te beschikken: -
Functionele kennis van fysica en mechanica: bijvoorbeeld: kracht en energie, gravitatie, statica, dynamica, kinetica, wrijving, thermodynamica en sterkteleer. Functionele kennis van chemie: bijvoorbeeld chemische verbindingen (organische en anorganische), chemische reacties en gevaarlijke stoffen. Functionele kennis van hydraulica: fluidostatica en fluidodynamica. Functionele kennis van elektriciteit en elektronica: bijvoorbeeld: elektrisch veld, lading en stroom, magnetisme, wisselstroomtheorie alsook elektromagnetische golven. Goede kennis van de gangbare informaticatoepassingen; Basiskennis van de toepasselijke reglementeringen onder andere noodplanning, aansprakelijkheden, bevoegdheden… Kennis hebben van statistiek.
Een officier moet de vereiste kennis niet enkel begrijpen en kunnen toepassen, maar moet er ook een (diepgaand) inzicht in verwerven en de opgedane kennis kunnen integreren.
12
Administratieve competenties: Voor de uitoefening van de bovenvermelde taken, dient men over de volgende kennis (zowel praktisch als theoretisch) te beschikken:
Goede kennis van de werking van een openbaar bestuur; Functionele kennis van evaluatietechnieken; Functionele kennis van proces- en projectmanagement; Functionele kennis van beheerstechnieken- en methodologieën.
Andere vereisten: -
Beschikken over een rijbewijs B; Beschikken over een goede fysieke conditie. Dit omvat onder andere: Uithouding; Kracht; Behendigheid; Oriëntatievermogen; Beheersbare claustrofobie; Beheersbaar hoogtevrees; …
13
4. Topkader (beleidsfunctie):
Doel van de functie:
Het verzekeren van de operationele multidisciplinaire coördinatie en de beleidscoördinatie bij grootschalige of zeer bijzondere interventies. Het sturen van de volledige organisatie tot het optimaal opnemen van haar rol binnen de maatschappij.
Kernresultaatsgebieden:
De medewerker draagt de beleidsverantwoordelijkheid bij de organisatie en de werking van de zone. Het takkenpakket omvat onder meer: 1. Als operationeel leidinggevende de strategische verantwoordelijkheid opnemen. Dit omvat onder meer: − − −
Het coördineren van de multidisciplinaire samenwerking en organisatie op het interventieterrein (DIR CP-Ops); Het opnemen van de beleidsverantwoordelijkheid voor de discipline 1 in het coördinatiecomité; Het verzorgen van de contacten met de andere disciplines, de pers en andere externe actoren alsook met de betrokken bestuurlijke overheden.
2. Zorgen dat men als operationeel leidinggevende permanent in staat is zijn operationele taak te vervullen. Dit aspect omvat onder meer volgende taken: − − − −
Het op peil houden van de fysieke conditie; Het deelnemen aan oefeningen, topografische bezoeken en recyclage m.i.v. kennis van het verzorgingsgebied; Het volgen van bijscholingen en bijkomende vorming; …
3. Aanvullend het uitvoeren van een aantal algemene administratief leidinggevende en interventieondersteunende taken: − − − − −
Het (bege)leiden, ondersteunen, motiveren, coachen en evalueren van medewerkers tijdens hun dagelijks werk; Het waken over de naleving van procedures en afspraken; Het waken over de permanente inzetbaarheid van het korps; Het opmaken van interventieverslagen; …
5. Het opnemen van de beleidsverantwoordelijkheid over een organisatieonderdeel en de organisatie zelf. Deze opdracht omvat onder meer: -
Het uitwerken en communiceren van een visie, een missie en een gemeenschappelijk waardenkader; Het uitwerken van de corporate governance en het waken over transparantie, accountabilty en democratische legitimiteit; Het opmaken van strategische doelstellingen en het toezien op de operationalisering ervan; Het organiseren en structureren van het organisatieonderdeel of de zone; Het opmaken van een planning; Het verwerven van de personele en materiële middelen; Het verdelen van de opdrachten; Het toezicht verzekeren op de uitvoering (zowel kwalitatief als kwantitatief);
14
Het innoveren en streven naar permanente verbetering; Het evalueren en bijsturen van de taakuitvoering en de behaalde resultaten.
Competenties:
Generieke competenties: -
-
-
Een situatie kunnen conceptualiseren en een visie of helikopterview ontwikkelen; Een organisatie kunnen bouwen, aansturen en inspireren; Dynamisch en professioneel kunnen samenwerken en terugkoppelen met de politieke verantwoordelijken (het college en de raad) alsook met de verantwoordelijken van de verschillende diensten/departementen binnen de zone; Innovatief en vernieuwend kunnen denken; Doelstellingen kunnen definiëren en beleidslijnen uitzetten; Doelstellingen kunnen halen en de beoogde resultaten van de organisatie bereiken; Het beschikken over de nodige communicatievaardigheden in functie van de contacten met de pers en de bestuurlijke overheden toe; Het kunnen uitbouwen van netwerken binnen en buiten de organisatie; De organisatie kunnen besturen en, waar nodig, bijsturen; Kwaliteit, efficiëntie en effectiviteit nastreven; Kostenbewust zijn; Beschikken over een loyale ingesteldheid; Beschikken over een goede mentale conditie: Hoge mate van stressbestendigheid hebben – beslissingen kunnen nemen onder tijdsdruk; Geduldig zijn; Doorzettingsvermogen hebben; Aanpassingsvermogen hebben ten aanzien van een veranderende taak of situatie; In staat zijn om met traumatiserende omstandigheden om te gaan; In staat zijn om met agressie om te gaan; Beschikken over een flexibele ingesteldheid en bereid zijn onregelmatige uren te werken. Zich aanpassen aan wijzigingen in doelstellingen en opdrachten van en werkomstandigheden binnen de dienst/afdeling/departement waarin men tewerkgesteld is.
Technische competenties: Voor de uitoefening van de bovenvermelde taken, dient men over de volgende kennis (zowel praktisch als theoretisch) te beschikken: -
Grondige kennis van fysica en mechanica: bijvoorbeeld: kracht en energie, gravitatie, statica, dynamica, kinetica, wrijving, thermodynamica en sterkteleer. Grondige kennis van chemie: bijvoorbeeld chemische verbindingen (organische en anorganische), chemische reacties en gevaarlijke stoffen. Grondige kennis van hydraulica: fluidostatica en fluidodynamica. Grondige kennis van elektriciteit en elektronica: bijvoorbeeld: elektrisch veld, lading en stroom, magnetisme, wisselstroomtheorie alsook elektromagnetische golven. Goede kennis van de gangbare informaticatoepassingen; Basiskennis van de toepasselijke reglementeringen onder andere noodplanning, aansprakelijkheden, bevoegdheden… Kennis hebben van statistiek.
15
Een officier moet de vereiste kennis niet enkel begrijpen en kunnen toepassen, maar moet er ook een (diepgaand) inzicht in verwerven en de opgedane kennis kunnen integreren. Administratieve competenties: Voor de uitoefening van de bovenvermelde taken, dient men over de volgende kennis (zowel praktisch als theoretisch) te beschikken:
Goede kennis van de werking van een openbaar bestuur; Functionele kennis van evaluatietechnieken. Functionele kennis van proces- en projectmanagement Functionele kennis van beheerstechnieken en -methodologieën Goede kennis van beleidsprocessen, het sturen van beleidsmethodologieën en –technieken…
beleid,
Andere vereisten: -
Beschikken over een rijbewijs B; Beschikken over een goede fysieke conditie. Dit omvat onder andere: Uithouding; Kracht; Behendigheid; Oriëntatievermogen; Beheersbare claustrofobie; Beheersbaar hoogtevrees; …
16