Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
ncties
Functies
Functies
Functies
Funct Functies Functies
Functies
Functie
Functies
Functies
Functies Functies Functies Functies
Inhoudsopgave Voorwoord 1
Waarom functies 1.1 Wat is een Steunpunt Huiselijk Geweld 1.2 De voorgeschiedenis 1.3 Waarom functies Steunpunten Huiselijk Geweld 1.4 Status van de functies
3 3 3 4 5
2 Context 2.1 Wet meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling 2.2 Landelijk ondersteuningsprogramma kwaliteitsverbetering ASHG’en 2.3 Wet tijdelijk huisverbod 2.4 Modelaanpak huiselijk geweld 2.5 Veiligheidshuizen
6 6 7 7 8 8
3 Overzicht van functies
10
4 Front office 4.1 Functie Voorlichting 4.2 Functie Advies en ondersteuning 4.3 Functie Meldpunt
12 14 14 14
5 Functie Procesregie 5.1 Organiseren van hulp 5.2 Bewaken van ketenafspraken
15 16 17
6 Functie Registratie
18
7 Functie Monitoring en prevalentieonderzoek
19
8 Functie Deskundigheidsbevordering
20
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 1
Voorwoord Geweld in afhankelijkheidsrelaties is onacceptabel. Het bestrijden van geweld in huiselijke kring en in de professionele setting is voor mij een belangrijk speerpunt. Ik ben actief op meerdere fronten om me in te zetten voor alle slachtoffers die hiermee te maken hebben (kinderen, partners, ouderen). De Steunpunten Huiselijk Geweld zijn een belangrijke spil hiervoor. Huiselijk geweld is de meest voorkomende vorm van geweld in onze samenleving. Uit onderzoek blijkt dat jaarlijks tussen de 200.000 en 230.000 mensen in Nederland slachtoffer zijn van huiselijk geweld (WODC, 2010). De grootte en ernst van dit probleem heeft geleid tot het oprichten van de steunpunten huiselijk geweld. Iedere burger en professional moet, voor elke vorm van huiselijk geweld terecht kunnen bij een steunpunt huiselijk geweld in de eigen regio, voor advies en/of ondersteuning. Daarbij is het van belang dat het steunpunt herkenbaar en voor iedereen makkelijk toegankelijk is. De Steunpunten Huiselijk Geweld (SHG’s) zijn vanaf 2004 opgericht. De SHG’s bevinden zich momenteel in een fase van kwaliteitsverbetering en standaardisering. Medewerkers van SHG’s willen ervaringen met elkaar uitwisselen en zijn op zoek naar de beste manier om hun werk uit te voeren. Burgers en professionals raken bekend met de SHG’s en willen weten wat ze precies kunnen verwachten van een SHG. Met de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling krijgen de Steunpunten Huiselijk Geweld een wettelijke basis als meldpunt voor alle vormen van huiselijk geweld. Als het gaat om kindermishandeling zijn de Advies- en Meldpunten Kindermishandeling actief. Samenwerking tussen de SHG’s en AMK’s is essentieel omdat er vaak sprake is van een overlap in de problematiek wanneer gezinnen met huiselijk geweld te kampen hebben. Daarom ben ik voornemens om in de Wet verplichte meldcode samenwerking tussen de SHG’s en AMK’s te verplichten. In samenwerking met het ministerie van VWS, de Federatie Opvang, VNG, MO Groep en GGD Nederland zijn de functies Steunpunten Huiselijk Geweld ontwikkeld. De besturen van de Federatie Opvang, GGD Nederland, de MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening en de VNG en het ministerie van VWS zijn akkoord met de functies. We vertrouwen er dan ook op dat alle SHG’s in Nederland met deze functies aan de slag gaan. Den Haag, augustus 2011 de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. drs. M.L.L.E. Veldhuijzen van Zanten-Hyllner
2 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
1
Waarom “functies” voor Steunpunten Huiselijk Geweld 1.1 Wat is een Steunpunt Huiselijk Geweld Via een tijdelijke stimuleringsregeling is vanaf 2004 een landelijk dekkend stelsel van steunpunten voor huiselijk geweld (SHG’s) ontstaan. De SHG’s hebben een centrale rol in de preventie van en laagdrempelige hulpverlening bij huiselijk geweld. Het gaat om herkenbare organisaties die bereikbaar zijn voor alle burgers en een spilfunctie hebben in de lokale/regionale samenwerkingsverbanden. De steunpunten zijn de spil in een integrale aanpak voor huiselijk geweld en voeren de regie op de uitvoering. Een Steunpunt huiselijk geweld is een voor iedere burger toegankelijke en (telefonisch) goed bereikbare front office. Slachtoffers, plegers en getuigen van huiselijk en seksueel geweld, maar ook beroepsgroepen kunnen er terecht voor informatie, advies, melding en doorverwijzing. Het steunpunt spreekt met slachtoffers, plegers en kinderen om de problemen in kaart te brengen en de hulpvragen te verhelderen. Daarbij onderzoekt het steunpunt welke hulpverlening door welke instelling al wordt geboden, of geboden kan worden. Waar nodig motiveert de medewerker van het steunpunt degenen die de problemen ontkennen of hulp weigeren, of moeite hebben met aangifte doen bij de politie.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Het steunpunt werkt samen met andere instellingen en instanties in lokale en regionale samenwerkingsverbanden. De samenwerking is door de gemeente(n) geregeld en vastgelegd in convenanten met afspraken over de functies en taken van het steunpunt, zoals de front officefunctie, de procesregie en registratie. Ook voor kindermishandeling en ouderenmishandeling bestaan heldere samenwerkingsafspraken. In geval van kindermishandeling verwijst het SHG door naar het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK). De steunpunten worden bemenst door professionals met aantoonbare expertise in de aanpak van huiselijk geweld.
1.2 De voorgeschiedenis In 2004 waren er zes steunpunten operationeel en vijf in ontwikkeling. Om de oprichting en uitbreiding van steunpunten te stimuleren, voerde VWS de Tijdelijke Stimuleringsregeling Advies- en steunpunten huiselijk geweld in vanaf juli 2004 tot 1 januari 2008. De steunpunten zijn meestal gevestigd in de 35 centrum gemeenten. In sommige regio’s is (ook) in andere gemeenten een steunpunt gevestigd. Het komt ook voor dat centrum gemeenten voor hun regio gezamenlijk één steunpunt financieren, bijvoorbeeld het steunpunt in Zuid-Limburg van
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 3
de centrumgemeenten Heerlen en Maastricht. Over het algemeen zijn de steunpunten geen juridisch zelfstandige organisaties. Ze zijn aangehaakt bij ofwel een instelling voor vrouwenopvang (en hulpverlening na geweld in afhankelijkheidsrelaties), een instelling voor algemeen maatschappelijk werk of een GGD. De Tijdelijke Stimuleringsregeling (2004) geeft geen definitie van een advies- en steunpunt huiselijk geweld. Wel zijn enkele kenmerken te benoemen. Deze zijn: • front office • telefonische informatie • voorlichting en advies • laagdrempelig • bereikbaar • deskundig • coördinatie van de samenwerking met ketenpartners • samenwerking en afstemming met politie • samenwerking en afstemming met het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling In de visie van VWS hebben de steunpunten een rol in het ontwikkelen en bewaken van de sluitende ketenaanpak huiselijk geweld op lokaal niveau en vooral een functie bij: vroegsignalering, advies en melden. Het steunpunt dient als front office voor lokale en regionale samenwerkings verbanden (Tijdelijke Stimuleringsregeling, blz. 4). In 2008 werden de resultaten van de Tijdelijke Stimulerings regeling onderzocht door TNO Kwaliteit van Leven i.s.m. Nederlands Jeugd instituut.1 Bij het evaluatieonderzoek interviewden de onderzoekers groepsgewijs en individueel vertegenwoordigers van gemeenten, ketenpartners (politie en hulpverlening), coördinatoren van de steunpunten en medewerkers van kennisinstituten en belangenorganisaties (MOVISIE, Federatie Opvang, GGD Nederland en MOgroep). Belangrijke conclusie uit het onderzoek is dat de doelstelling om een landelijk dekkend netwerk van steunpunten te creëren is gehaald. In alle regio’s van de 35 centrumgemeenten zijn één of meerdere steunpunten aanwezig.
Een andere belangrijke conclusie uit het rapport was de aangegeven behoefte door alle onderzoeksgroepen (beleids ambtenaren, coördinatoren, ketenpartners en landelijke sleutelfiguren) aan uniformiteit. Alle steunpunten moeten in ieder geval eenzelfde, effectief basispakket uitvoeren. Dat is de reden waarom VWS ervoor gekozen heeft om samen met VNG, Federatie Opvang, GGD Nederland, MOgroep W&MD en MOVISIE functies voor de SHG’s te ontwikkelen.
1.3 Waarom functies Steunpunten Huiselijk Geweld De SHG’s zijn ondergebracht bij drie soorten organisaties, namelijk de vrouwenopvang, het algemeen maatschappelijk werk of de GGD. Deze inbedding en de verschillende ontstaansgeschiedenis leiden ertoe dat de huidige werkwijze van de SHG’s op onderdelen van elkaar verschillen. De SHG’s bevinden zich nu in een fase van professionalisering en kwaliteitsverbetering. Daartoe heeft het Ministerie van VWS in samenwerking met de Federatie Opvang, de VNG en GGD Nederland het landelijk ondersteuningsprogramma kwaliteitsverbetering SHG’s opgezet. In dit programma wordt gewerkt aan het uitwerken van de functies en taken in modulen, het ontwikkelen van instrumenten (zoals een risicoscreeningsinstrument en een SHG-gegevensset) en het nader uitwerken van de regiefunctie van gemeenten. Alvorens de werkprocessen te kunnen beschrijven is een heldere definitie nodig van de functies van de SHG’s. Een heldere definitie van de functies zorgt er bovendien voor dat burgers er van op aan kunnen dat in elke gemeente minimaal deze functies belegd zijn bij het SHG. Dit zorgt ervoor dat een slachtoffer of betrokkene bij huiselijk geweld exact weet wat hij van het SHG kan verwachten. Hoe een gemeente en een SHG hier vorm aan geven kan per gemeente verschillen. De gemeente is verantwoordelijk voor een optimale aansluiting bij de lokale problematiek en verschillen mogen – of moeten – dus bestaan.
Op weg naar volwassenheid, Evaluatie van de Tijdelijke
1
stimuleringsregeling Advies- en steunpunten huiselijk geweld, TNO Kwaliteit van Leven en NJi, juli 2008.
4 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
1.4 Status van de functies Dit document is opgesteld in nauwe samenwerking met de afgevaardigden van de Federatie Opvang, VNG, MO-Groep en GGD Nederland. Alle betrokken partijen hechten aan een heldere set van functies voor het Steunpunt Huiselijk Geweld. Op basis daarvan wordt gewerkt aan de verdere professionalisering van het SHG en kan de effectiviteit van het SHG verhoogd worden. Dit document is niet alleen een handreiking; de belangen organisaties hebben zich gebonden aan de inhoud van dit document. Verwacht mag worden dat elk SHG toe gaat werken naar het bieden van deze functies. In gevallen waarin bepaalde functies op grond van ontwikkelingen of een historisch gegroeide situatie al daar belegd zijn, kan de gemeente er voor kiezen om bepaalde functies bij een uitvoerende instantie of veiligheidshuis te beleggen. Om de status van de functies van de SHG’s te bekrachtigen, zullen zij ook vermeld worden in de Memorie van Toelichting op de Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 5
2
Context
Huiselijk geweld is niet normaal. Het is strafbaar als vorm van mishandeling (artikel 300-306 Wetboek van strafrecht). De maximumstraffen variëren van 3 jaar2 tot 15 jaar3. Deze straffen kunnen met een derde worden verhoogd als het gaat om mishandeling van vader, moeder, levensgezel, zoon of dochter van de pleger. In situaties van huiselijk geweld kunnen zich andere strafbare handelingen voordoen, zoals zedendelicten, vernieling, huisvredebreuk, dierenmishandeling en overtreding van een tijdelijk huisverbod.
2.1 Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling Op dit moment is de positie en de rol van een ASHG afhankelijk van regionale afspraken over registratie en samenwerking met andere ketenpartners. De voorgenomen Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kinder
Bij mishandeling (zonder voorbedachten rade), zonder ernstig letsel.
2
Bij zware mishandeling met voorbedachten rade, met dood tot gevolg.
3
6 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
mishandeling beoogt, naast het verplichten van een meldcode voor organisaties en professionals, de belangrijkste taken van de SHG’s wettelijk vast te leggen. Het Steunpunt Huiselijk Geweld wordt daarnaast een meldpunt voor alle vormen van huiselijk geweld. Dit houdt in dat het Steunpunt Huiselijk Geweld de bevoegdheid krijgt om persoonsgegevens te registreren en uit te wisselen. Dit maakt het mogelijk om meldingen van huiselijk geweld te registreren en op basis daarvan toeleiding naar hulp te organiseren voor het slachtoffer en de dader. Het Steunpunt Huiselijk Geweld communiceert terug wat er met de melding is gebeurd, zodat de meldende professional of burger op de hoogte is van wat er qua hulpverlening is opgepakt richting het slachtoffer. Samenwerking met Advies- en Meldpunt Kindermishandeling Op basis van de voorgenomen Wet verplichte meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling moeten meldingen van signalen van huiselijk geweld (in de toekomst) terecht komen bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Voor het melden van kindermishandeling is het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), op basis van de Wet op de jeugdzorg, de aangewezen instantie. Samenwerking tussen de AMK’s en de Steunpunten Huiselijk Geweld is essentieel om de hulp verlening aan alle gezinsleden te kunnen verlenen en het geweld binnen het gezin te kunnen stoppen. Het is ook van
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
belang om dubbele of conflicterende interventies binnen het gezin te voorkomen. Daarnaast is samenwerking noodzakelijk wanneer kinderen getuige zijn van geweld in het gezin. In dat geval is er immers sprake van zowel kindermishandeling als huiselijk geweld. De samenwerking heeft vooral betrekking op het uitwisselen van gegevens en het afstemmen van de opvolging van de melding en de toeleiding naar hulpverlening. Beide meldpunten moeten elkaar op de hoogte brengen van een melding van een gezin waarbij volwassenen dan wel jeugdigen betrokken zijn. Hierbij gelden de volgende uitgangspunten: • de organisatie die de melding binnenkrijgt, is verantwoordelijk voor de afstemming met de andere en de terugkoppeling; • in geval van kindermishandeling wordt door het Steunpunt Huiselijk Geweld doorverwezen naar een AMK in de eigen regio; • in geval van huiselijk geweld wordt door het AMK doorverwezen naar het Steunpunt Huiselijk Geweld en wordt afgestemd wie de toeleiding van gezinsleden naar hulpverlening regelt; • bij meldingen over jeugdigen die getuige zijn van het geweld tussen ouders verwijst het AMK door naar het Steunpunt Huiselijk Geweld voor de toeleiding naar hulp voor de ouders (slachtoffer en dader). Het Steunpunt Huiselijk Geweld en AMK stemmen met elkaar af wie de regie over de opvolging van deze melding op zich neemt.
2.2 Landelijk ondersteunings programma kwaliteitsverbetering ASHG’en Uit de evaluatie van de tijdelijke stimuleringsmaatregel Advies en Steunpunten Huiselijk Geweld bleek dat de steunpunten behoefte hebben aan een meer landelijke begeleiding van hun branches bij de verdere ontwikkeling, daarbij inhoudelijk ondersteund door expertisecentra. Daarnaast hebben steunpunten behoefte aan een sterkere regiefunctie van gemeenten. De vier brancheorganisaties Federatie Opvang, de MOgroep Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (MOgroep W&MD), GGD Nederland en VNG hebben de eigen verantwoordelijkheid opgepakt en ondertekenden in juni 2008 met VWS de actie
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
verklaring ‘Beschermd en Weerbaar’. Doel van deze actie verklaring is om gezamenlijk op te trekken om te komen tot een duurzaam en toekomstbestendig stelsel van opvang en hulp. Het landelijk ondersteuningsprogramma van de (A)SHG’en is een samenwerkingsverband tussen de brancheorganisaties en ondersteunt de verdere professionalisering van (A)SHG’en. Doel van het project is te komen tot standaardisering en professionalisering van de (A)SHG’en met als uiteindelijk resultaat dat het (A)SHG een coördinerende rol kan vervullen in de regionale aanpak van huiselijk geweld. De branches staan voor een basale landelijke aanpak met oog voor regionale verschillen. Sterke steunpunten zijn een voorwaarde voor een toekomstbestendige ketenaanpak van huiselijk geweld. Steunpunten zijn immers de spil in de ketenaanpak van huiselijk geweld. Fase I van het project is uitgevoerd van september 2009 tot 1 juni 2010. Fase II loopt tot mei 2012 en bouwt verder op de activiteiten en resultaten van fase I. Het ondersteuningsprogramma moet onder andere een landelijke zorgvisie, een modulaire beschrijving van de functies en taken, een risicoscreeningsinstrument, een meetlat functies SHG’s en een landelijke gegevensset opleveren.
2.3 Wet tijdelijk huisverbod Per 1 januari 2009 is de Wet tijdelijk huisverbod in werking getreden. De wet houdt in dat in situaties die acuut dreigend zijn voor het slachtoffer en eventueel betrokken kinderen, aan plegers van huiselijk geweld een huisverbod kan worden opgelegd van tien dagen. De burgemeester is degene die daarvoor bevoegd is. In de praktijk belegt hij deze bevoegdheid meestal bij een hulpofficier van Justitie. Binnen drie dagen kan dit huisverbod door een rechter worden getoetst. De Steunpunten hebben in het kader van deze wet een extra rol gekregen, namelijk het organiseren van crisisinterventie bij een huisverbod. Dit houdt in dat op het moment dat er een huisverbod wordt opgelegd het Steunpunt intervenieert om hulp te organiseren voor het slachtoffer, eventueel de kinderen en de dader. Ook gezien het belang van goede interventie bij een tijdelijk huisverbod is het noodzakelijk dat de Steunpunten de hiervoor genoemde bevoegdheden krijgen.
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 7
2.4 Modelaanpak huiselijk geweld
2.5 Veiligheidshuizen
Begin 2010 bracht het ministerie van Justitie het document ‘Modelaanpak huiselijk geweld: Elementen voor lokaal beleid’ uit. De modelaanpak is bedoeld als handreiking voor gemeenten bij het opzetten, inrichten en uitbouwen van het beleid ter preventie en bestrijding van huiselijk geweld. De aanpak geeft weer wat minimaal in iedere gemeente beschikbaar of gerealiseerd moet zijn aan afspraken, voorzieningen en ondersteunende voorwaarden om een effectieve aanpak van huiselijk geweld mogelijk te maken.
Een Veiligheidshuis is een samenwerkingsverband dat zich richt op het terugdringen van overlast en criminaliteit. Sinds 2009 bestaat er een landelijk dekkend systeem van veiligheidshuizen. De Veiligheidshuizen moeten een bijdrage leveren aan de doelstelling om de criminaliteit en overlast met 25 procent te reduceren en de recidive terug te dringen. De ketenpartners kunnen zijn: • Gemeenten • Politie • Openbaar Ministerie • Raad voor de Kinderbescherming • Reclasseringsorganisaties • Welzijnsorganisaties • Steunpunten huiselijk geweld
De modelaanpak bestaat uit acht elementen: • Element I Vaststellen van de politieke agenda • Element II Voorlichten algemeen publiek • Element III Preventie bij risicogroepen • Element IV Signaleren huiselijk geweld • Element V Analyseren, beoordelen en opvolgen • Element VI Interveniëren • Element VII Hulpverlenen • Element VIII Nazorg en voorkomen van herhaling De modelaanpak is geschikt voor de preventie en bestrijding van elke vorm van huiselijk geweld en elke doelgroep. Elke gemeente kan op basis van de lokale sociale kaart, kennis over de aard en omvang van de problematiek in de eigen gemeente en afspraken met regionale partners de aanpak verder invulling geven.
In een Veiligheidshuis werken instanties op één locatie samen aan opsporing, vervolging, berechting en hulpverlening. Het doel van de samenwerking is het terugdringen van overlast, huiselijk geweld en criminaliteit. De ketenpartners signaleren problemen, bedenken oplossingen en voeren die samen uit. Werkprocessen worden op elkaar afgestemd, zodat strafrecht en zorg elkaar aanvullen. Ingezet wordt op gedragsverandering, recidivevermindering en verbetering van de kwaliteit van leven van de delinquent. Men gaat dadergericht, gebiedsgericht en probleemgericht te werk.
De modelaanpak omschrijft het Steunpunt Huiselijk Geweld als spil op het gebied van lokale en regionale samenwerkingsverbanden. De belangrijkste functie van een Steunpunt Huiselijk Geweld is volgens de modelaanpak die van een front office: op een laagdrempelige manier telefonisch informatie en advies bieden en mensen opvangen en doorverwijzen naar passende hulp. De hulp wordt geboden door (samenwerkende) hulpverlenende instellingen in de regio (de back office). De modelaanpak voorziet daarnaast voor steunpunten een rol in de voorlichting over huiselijk geweld en het leveren van gegevens over huiselijk geweld. Volgens de modelaanpak voert de gemeente de beleidsregie uit en het SHG de uitvoeringsregie. Dit onderscheid behoeft aanscherping. Daarom is in dit document de uitvoeringsregie gesplitst in procesregie en casusregie. Dit onderscheid wordt in hoofdstuk 5 nader uitgewerkt. Ook zal de VNG een ondersteuningstraject voor de gemeentelijke regie opzetten.
8 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 9
3
Overzicht van functies
Het SHG fungeert als een front office: een laagdrempelig punt waar burgers en professionals terecht kunnen voor vragen over huiselijk geweld of voor het doen van een melding. De front office geeft voorlichting, advies en is een meldpunt. Vervolgens kan het steunpunt– indien nodig – toeleiden naar hulp of ondersteuning bij ketenpartners zoals de verslavingszorg of het maatschappelijk werk. Voor het SHG is het van groot belang dat de ketenpartners van het SHG goed functioneren; als er geen goed functionerende ‘back office’ is, kan het SHG niet effectief zijn in haar front office rol. Daarom heeft het SHG een rol in het voeren van regie op het proces. Het SHG is ervoor verantwoordelijk dat het hulpverleningsproces, van bij het steunpunt gemelde incidenten met huiselijk geweld, wordt gestart en tot een goed einde wordt gebracht. Slachtoffers, plegers en getuigen van huiselijk geweld, alsmede professionals moeten het steunpunt weten te vinden en bereiken voor hulp, informatie, advies, het doen van meldingen, vraagverheldering en verwijzing. De bereikbaarheid en beschikbaarheid is optimaal en staat in relatie met het aantal inwoners en een reële inschatting van (hulp)vragen. Deskundigheid is aanwezig om alle voorkomende vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties te signaleren, slachtoffers, plegers en getuigen adequaat te informeren, te adviseren en te verwijzen.
10 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
Ook professionals kunnen er terecht voor informatie en advies. Waar nodig is de hulp- en dienstverlening outreachend. Crisisinterventie kan door het SHG worden geboden of door een of meer andere instellingen die door de gemeente zijn aangewezen. De rol van het SHG bestaat uit een gelaagde set van functies. Allereerst heeft het SHG een aantal functies die passen bij het primaire proces van het SHG richting de ‘klant’ (de burger of de professional), namelijk het vervullen van de front office rol. Bij deze rol horen de functies voorlichting, advies en ondersteuning en functioneren als meldpunt. Daarnaast heeft het SHG een functie die past bij het primaire proces richting de back office, namelijk het voeren van de procesregie. Bij de procesregie horen de taken organiseren van hulp geboden door de ketenpartners en het bewaken van ketenafspraken. Daarnaast voeren de medewerkers van het SHG een aantal ‘voorwaardelijke functies’ uit die eraan bij dragen dat de primaire processen effectief uitgevoerd worden. Dit betreft registratie, het bevorderen van de deskundigheid en het uitvoeren van monitoring en prevalentieonderzoek. Dit leidt tot de volgende set van functies:
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Figuur 1. Overzicht van functies van het Steunpunt Huiselijk Geweld
Burger of professional
Voorlichting
Meldpunt
Organiseren van hulp
Registratie
Bewaken ketenafspraken
Monitoring en prevalentieonderzoek
richting backoffice
Procesregie
Primaire processen
Advies & ondersteuning
richting klant
Frontoffice
Deskundigheidsbevordering
Voorwaardelijke processen
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 11
4
Front office
Het SHG vervult de rol van front office. Een front office is een voorpost, een toegangspoort naar hulpverlening. We schrijven ‘een’ en niet ‘de’, omdat er andere voorposten zijn en blijven, nl. de huisarts, het AMK en maatschappelijk werk. Een steunpunt fungeert als front office als een aanspreek- of contactpunt waar iedereen terecht kan met alle vragen betreffende geweld in huiselijke kring. Het is het meest zichtbare deel van de zorgketen. De zorgketen omvat het hele traject voor hulpvragers vanaf de intake, eerste hulp, verwijzing, vervolghulp tot en met de nazorg. Dit houdt in dat het SHG het regionale punt is waar alle vragen en/of verzoeken om advies en/of meldingen van zowel betrokkenen bij huiselijk geweld, als van professionals in het werkveld binnen komen en op deskundige wijze worden beantwoord. Slachtoffers, plegers en getuigen van huiselijk geweld, alsmede professionals moeten het steunpunt weten te vinden en bereiken voor hulp, informatie, advies, vraagverheldering, melden en verwijzing. De bereikbaarheid en beschikbaarheid zijn optimaal en staan in relatie met het aantal inwoners en een reële inschatting van (hulp)vragen. Deskundigheid is aanwezig om alle voorkomende vormen van geweld in afhankelijkheidsrelaties te signaleren, slachtoffers, plegers en getuigen adequaat te informeren, te adviseren, meldingen in ontvangst te nemen en te verwijzen. Ook professionals kunnen er terecht voor informatie, advies en melding. Waar nodig is de hulp- en dienstverlening outreachend.
12 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
Crisisinterventie kan door het SHG worden geboden of door één of meer andere instellingen die door de gemeente is/zijn aangewezen. De steunpunten dienen te beschikken over de kennis om informatie, advies, ondersteuning en eerste hulp te bieden bij: • Partnergeweld • Ouderenmishandeling in huiselijke kring • Geweld tegen ouders • Seksueel geweld in huiselijke kring Daarnaast moeten zij over de kennis beschikken om door te verwijzen bij: • Kindermishandeling (waaronder vrouwelijke genitale verminking) • Ouderenmishandeling gepleegd door professionals • Seksueel geweld buiten het gezin Binnen deze onderwerpen dient er aandacht te zijn voor diversiteit. Dit betekent dat er verschillende slachtoffers en plegers van specifieke vormen van huiselijk geweld of van geweldsvormen die aan huiselijk geweld gerelateerd zijn, te onderscheiden zijn. Denk daarbij aan: eergerelateerd geweld, vrouwelijke genitale verminking, huwelijksdwang. Deze vormen van geweld vragen specifieke deskundigheid om te
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
kunnen signaleren, bespreekbaar te maken en hulp te kunnen bieden (dit houdt ook doorverwijzen in). Een steunpuntmedewerker moet deze problematiek kunnen signaleren en weten welke bronnen aangeboord kunnen worden voor informatie en consultatie. Deze kennis en vaardigheid om aard en ernst van de problematiek vast te stellen moeten binnen het steunpunt aanwezig zijn, evenals kennis van de sociale kaart. Dit kan ook leiden tot een typering van slachtoffers en plegers in de verwijzing naar verdere hulpverlening.
Achter een front office hoort noodzakelijkerwijs een back office. De back office bevat voorzieningen die alle gevraagde hulpverlening aanbieden, waar de vervolgstappen, vervolghulp en nazorg worden uitgevoerd. De back office is samengesteld uit diverse hulpverleningsinstellingen, bijvoorbeeld jeugdhulpverlening, AMW, vrouwenopvang, GGZ en Reclassering. Het aanbod is toegesneden op de omvang en diversiteit aan doelgroepen en hulpvragen.
Bereikbaarheid, toegankelijkheid en beschikbaarheid Om als front office optimaal te functioneren en voor iedereen vindbaar en toegankelijk te zijn, moet het op diverse manieren: per telefoon, via internet en e-mail of chatfunctie, per post en fysiek, bereikbaar en toegankelijk zijn. SHG’s moeten ook de mogelijkheid bieden voor face to face contact en persoonlijke gesprekken. Iedereen, zowel publiek als professionals in de zorg, welzijn, onderwijs en vrijwilligers in culturele en sportorganisaties, zou het steunpunt huiselijk geweld moeten kennen en moeten weten te vinden. Als front office moet het SHG voor burgers vindbaar en uitermate goed bereikbaar zijn, dus 7x24 uur. Het personeel dient, zeker voor de burgers, met name slachtoffers, getuigen en plegers, maar ook voor medewerkers van andere voorposten als AMK en politie direct beschikbaar te zijn. Huiselijk geweld houdt zich niet aan kantoortijden, integendeel de meeste meldingen doen zich voor tijdens het weekeinde en in de avonduren. Slachtoffers vinden het niet fijn om een antwoordapparaat te moeten inspreken en dan te moeten afwachten wanneer en door wie ze teruggebeld worden. Een antwoordapparaat werkt drempelverhogend. Het steunpunt als front office kan pas goed functioneren als dit bezet wordt met voldoende deskundig personeel. Bereikbaarheid en beschikbaarheid moeten passend zijn, d.w.z. gerelateerd aan het aantal (hulp)vragen, de aard van de hulpvragen, en de omvang van het werkgebied. Gemeenten kunnen op regionaal niveau met de steunpunten en ketenpartners bepalen hoe de bereikbaarheid zo optimaal mogelijk kan worden gerealiseerd. Het is bijvoorbeeld mogelijk om voor de nachtelijke uren te kiezen voor doorschakeling naar een landelijk telefoonnummer.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 13
Het steunpunt voert als front office drie functies uit, namelijk de functie advies en ondersteuning, de functie voorlichting en de functie meldpunt. Deze functies worden in de volgende paragrafen omschreven.
4.1 Functie Voorlichting Het steunpunt geeft - in samenwerking met landelijke en provinciale kenniscentra - voorlichting aan beroepsgroepen in de eerste lijn (huisartsen) en professionals in de back office. Daarmee versterkt het steunpunt de deskundigheid van de ketenpartners en de samenwerking en cohesie in de zorgketen. Voorlichting over huiselijk geweld aan het publiek gericht op bewustwording is veelal gekoppeld aan bekendheid geven aan het bestaan van het steunpunt huiselijk geweld. Toelichting Voorlichten is mondelinge of schriftelijke informatie geven met het doel kennis en inzicht bij de doelgroep te vergroten. We maken hierbij onderscheid in: • Algemene voorlichting aan het publiek (over huiselijk geweld en over het steunpunt). • Voorlichting aan slachtoffers, plegers en getuigen van huiselijk geweld (over huiselijk geweld, de geweldspiraal, dynamiek, aanbod aan hulp, taken politie en justitie, juridische procedures). • Voorlichting aan professionals (over huiselijk geweld en de taken van professionals, taken van het steunpunt en andere instellingen). • Voorlichting over specifieke vormen van huiselijk geweld en doelgroepen (seksueel geweld, ouderenmishandeling, eergerelateerd geweld, de relatie tussen dierenmishandeling en huiselijk geweld, enz.). Deskundigheidsbevordering in de zin van kennisoverdracht en trainen van vaardigheden beschouwen we als een afzonderlijke functie. Deze komt verderop aan de orde. Voorbeelden van concrete activiteiten • Publieksvoorlichting in plaatselijke media; • Voorlichting aan slachtoffers over oorzaken huiselijk geweld en de hulpverlening; • Informatievoorziening voor professionals; • Voorlichtingsbijeenkomsten over specifieke vormen zoals eergerelateerd geweld.
14 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
4.2 Functie Advies en ondersteuning De advies- en ondersteuningsfunctie houdt in dat burgers en professionals bij het steunpunt terecht kunnen met alle vragen betreffende huiselijk geweld, seksueel geweld, of geweld in afhankelijkheidsrelaties. De SHG’s dragen vanuit een bepaalde deskundigheid specifieke kennis over en geven een oplossingsrichting aan. Ook geven de SHG’s de professional of instelling advies en richtlijnen hoe te handelen en dragen bij aan cliëntbesprekingen door verschillende hulpverleners. Toelichting Wanneer SHG’s adviseren dragen zij een oplossingsrichting aan. Een advies aan slachtoffers en daders verschilt van een advies aan de politie of hulpverlenende instantie, omdat slachtoffers en daders direct kunnen worden doorverwezen naar hulp. Adviezen aan anderen houden in dat de professional of instelling handvatten krijgt om geïnformeerd te handelen richting de cliënt. Indien de professional een melding doet, zal het SHG het toeleiden naar hulp oppakken. Voorbeelden van concrete activiteiten • Advies uitbrengen aan slachtoffers over waar ze terecht kunnen voor hulp; • Medewerkers van ketenpartners en samenwerkingspartners adviseren over te volgen stappen en/of het al dan niet melden; • Eerste hulp aan en doorgeleiding naar (vervolg) hulpverlening van slachtoffers, andere getuigen en kinderen (systeemgerichte aanpak); • Plegers informeren en adviseren, dan wel motiveren tot aanvaarding van passende (systeemgerichte) hulp.
4.3 Functie Meldpunt De functie meldpunt wordt ingevuld nadat de definitieve tekst van de Wet verplichte meldcode bekend is. In deze wet krijgen de Steunpunten Huiselijk Geweld een formele status als meldpunt voor geweld in huiselijke kring.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
5
Functie Procesregie
De belangrijkste functies van een SHG zijn onderdeel van de front office: op een laagdrempelige manier telefonisch informatie en advies bieden en mensen opvangen en doorverwijzen naar passende hulp. De hulp of ondersteuning wordt geboden in de back office, waarin regionale instellingen samenwerken. Voor het succesvol laten functioneren van de front office is het daarom van groot belang dat de partijen in de back office goed met elkaar samenwerken. Om dat voor elkaar te krijgen moet regie gevoerd worden op de samenwerking. Hierbij worden drie niveaus onderscheiden: beleidsregie, procesregie en casusregie.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Figuur 2 . Regie op de keten op 3 niveaus Convenant (Samenwerkingsafspraken)
Beleidsregie
(Centrum) gemeente
Procesregie
SHG
Casusregie
Uitvoerende partij
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 15
Beleidsregie In Nederland bestaan 35 centrumgemeenten voor de vrouwenopvang. De centrumgemeenten zijn belast met het organiseren van de opvangplaatsen voor de regio en krijgen hiertoe een rijksbijdrage. Daarnaast zijn volgens de Wmo alle gemeenten verantwoordelijk voor het voeren van beleid ter bestrijding van huiselijk geweld. Daarbij spelen de centrumgemeenten vaak een centrale rol. De centrumgemeente heeft de beleidsregie. Dit betekent dat de centrumgemeente beleid maakt en ervoor zorgt dat er (in samenspraak met regiogemeenten) een regionale aanpak voor huiselijk geweld wordt ontwikkeld. De centrumgemeente brengt partijen bijeen en zorgt ervoor dat de afspraken over de aanpak huiselijk geweld vastgelegd worden in een convenant. De afspraken in dit convenant zijn leidend voor het handelen van gemeenten, SHG en uitvoerende partijen in de regio. De centrumgemeente zorgt er ook voor dat periodiek de samenwerkingsafspraken op strategisch niveau tegen het licht gehouden worden. Ook houdt de centrumgemeente contact met bovengemeentelijke instellingen en zorgt zij voor afstemming met andere bestuurslagen. Tenslotte verstrekt de centrumgemeente – indien nodig – informatie aan SHG en uitvoerende partijen over nieuwe gemeentelijke, regionale of landelijke ontwikkelingen die relevant zijn voor het uitvoeren van de taken en/of leiden tot aanpassing van beleid en/of samenwerkingsafspraken. De VNG zal een ondersteuningstraject opzetten voor de gemeentelijke regie. Procesregie Het SHG heeft de procesregie. Dit houdt in dat het SHG de functie heeft om ervoor te zorgen dat, indien nodig, een melding van huiselijk geweld wordt ingebracht bij de uitvoerende ketenpartners, zodat de zorg- of hulpverlening (al dan niet met spoed) kan worden gestart. Het SHG is ervoor verantwoordelijk dat het hulpverleningsproces, van bij het steunpunt gemelde incidenten met huiselijk geweld, wordt gestart en in onderlinge samenhang tussen ketenpartners uitgevoerd wordt. De afspraken over de wijze waarop dit gebeurt, zijn vastgelegd in het eerdergenoemde convenant. Het SHG is verantwoordelijk voor: • Het op basis van het geldende regionale convenant realiseren van een sluitende aanpak door, onder andere, het vormgeven van casusoverleg (systeemgerichte) hulpverlening; • Het bewaken van processen door o.a. monitoren van het samenwerkingsproces in de keten en het bewaken van afspraken die op ketenniveau gemaakt zijn; • Het optimaliseren van de ketenaanpak door signaleren van hiaten en voorstellen voor verbetering van de aanpak aan gemeenten;
16 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
• Goede afstemming en samenwerking met het AMK in geval van betrokkenheid van kinderen bij de melding; • Goede afstemming en samenwerking met strafrechtelijke keten en het Veiligheidshuis (indien van toepassing). De centrumgemeente ziet erop toe dat de procesregie belegd is bij het Steunpunt Huiselijk Geweld. Het SHG zorgt voor de doorgeleiding van een melding naar de uitvoerende partijen. Veelal zal een combinatie van problematiek spelen bij de cliënt en zullen meerdere uitvoerende instanties betrokken zijn. De insteek moet echter altijd zijn, dat de cliënt en/of het gezin met zo min mogelijk verschillende contactpersonen hoeft te handelen. Casusregie Afgesproken wordt dat één van de uitvoerende instanties de regie heeft op de betreffende casus. Deze casusregie kan per casus belegd worden bij een andere partij. Welke partij de casusregie neemt, hangt af van de inhoud van de casus zelf. Partijen die de casusregie op zich kunnen nemen zijn bijvoorbeeld: het bureau Jeugdzorg, de GGZ of de verslavingszorg. Er kan ook voor gekozen worden om de casusregie bij het SHG of het veiligheidshuis te beleggen. De instantie die de casusregie uitvoert, zorgt voor het opstellen en uitvoeren van een hulpverleningsplan. Per casus wordt een overzicht van de hulpverlening bijgehouden en wordt gezorgd voor afstemming tussen de verschillende hulpverleningstrajecten onderling en tussen justitiële interventies en de hulp verlening. Bij afronding van de hulpverlening of indien de hulpverlening wordt overgedragen aan een andere casus regisseur, wordt hiervan melding gemaakt aan het SHG.
5.1 Organiseren van hulp Het SHG heeft de functie om ervoor te zorgen dat, indien nodig, een melding van huiselijk geweld wordt ingebracht bij de uitvoerende ketenpartners, zodat de zorg- of hulpverlening (al dan niet met spoed) kan worden gestart. Het SHG werkt daarbij volgens de afspraken die zijn vastgelegd in het regionale convenant huiselijk geweld. Om er zeker van te zijn dat de melding bij de juiste ketenpartner terecht komt, dient het SHG de melding te wegen, analyseren en (eventueel) in overleg met de ketenpartners te bepalen welke hulpverlening het beste aansluit. De insteek moet altijd zijn, dat de cliënt/ het cliëntsysteem met zo weinig mogelijk verschillende contactpersonen hoeft te handelen en dat de hulpverlening aansluit bij de heterogeniteit van de doelgroepen en diversiteit van de hulpvragen (multiproblem).
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Het SHG moet, als er kinderen slachtoffer of getuige zijn, contact leggen met en melden bij het AMK en kan contact hierover hebben met Bureau Jeugdzorg. In geval van een crisissituatie zal een spoedprocedure van toepassing zijn. De concrete invulling van deze spoedprocedure kan per regio verschillend zijn. Voorbeelden van concrete activiteiten • Hulpvraag van cliënten bespreken met ketenpartners om te beoordelen welke hulp nodig is; • Melding inbrengen bij een hulpverlenende instantie zodat de zorg of hulpverlening op gang kan worden gebracht; • Afstemming met AMK en Kindspoor indien kinderen in het gezinssysteem aanwezig zijn; • Afstemming met strafrechtelijke keten en veiligheidshuis (indien van toepassing).
5.2 Bewaken van ketenafspraken Het SHG is ervoor verantwoordelijk dat het hulpverleningsproces, van bij het steunpunt gemelde incidenten met huiselijk geweld, in onderlinge samenhang tussen ketenpartners uitgevoerd wordt. Tevens bewaakt het SHG het nakomen van de gemaakte afspraken op ketenniveau. Het steunpunt volgt de ontwikkeling van de (kwaliteit van) de werkprocessen in de keten en doet, voor zover noodzakelijk, voorstellen voor het verbeteren en/of aanpassen daarvan.
Voorbeelden van concrete activiteiten • Inhoudbewaking van de lokaal/regionaal gekozen aanpak; • Voorzitten en initiëren van het ketenoverleg en het bespreken van alle binnengekomen meldingen tijdens dit ketenoverleg met alle uitvoerende ketenpartners; • Vragen om terugkoppeling van ketenpartners bij verwijzing; • Vragen om terugkoppeling van ketenpartners bij afronding van de hulp of ondersteuning; • Volgen en bewaken van afspraken rond samenwerking binnen de zorgketen en tussen de zorgketen en de strafrechtelijke keten; • Het signaleren van eventuele tekortkomingen / lacunes in de uitvoering van de samenwerkingsafspraken; • Het benoemen van de tekortkomingen of lacunes in het ketenoverleg of het terugkoppelen daarvan naar de gemeente (indien bespreking in ketenoverleg niet tot de gewenste resultaten leidt); • Ontwikkelingen terugkoppelen en omzetten in beleidssignalering richting gemeente en andere relevante partijen; • Onderhouden van goede relatie met strafrechtelijke keten, veiligheidshuis, AMK en alle andere relevante partijen.
Toelichting Het bewaken van ketenafspraken vormt een onderdeel van de procesregie. In hoofdlijnen houdt de procesregie in: het initiëren, realiseren, bewaken en optimaliseren van de samenwerking bij de aanpak van huiselijk geweld. Onderstaande voorbeelden spreken voor zich.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 17
6
Functie Registratie
Registratie door het steunpunt is het vastleggen van gegevens van personen die zich melden met vragen rond huiselijk en seksueel geweld. Van slachtoffers, plegers, getuigen of andere personen die informatie of hulp vragen, worden gegevens verzameld. Dat zijn: naam, adres, leeftijd, aard problematiek (partnergeweld, ouderenmishandeling, kindermishandeling), relatie pleger/slachtoffer, ondernomen actie en verwijsadres. De steunpunten registreren de contacten waarbij onderscheid gemaakt kan worden in informatievragen, meldingen, hulpverleningsgesprekken en adviesgesprekken. Toelichting Registratie is het op een eenduidige wijze opnemen en vastleggen van gegevens in een registratiesysteem. Een registratiesysteem is een systeem waarmee gegevens worden vastgelegd, waarbij dezelfde definities van te registreren onderwerpen door alle aanleverende personen en instanties worden gehanteerd. Het kan meerdere doelen dienen, bij complexe casuïstiek het volgen van zorgverlening en wat het effect is daarvan (volgsysteem cliëntsysteem), daarnaast inzicht krijgen in de prestaties van het steunpunt en de omvang van huiselijk geweld mede met het oog op verantwoording naar financiers en als bijdrage aan beleidsontwikkeling. VWS onderzoekt de mogelijkheid om de gegevens die geregistreerd dienen te worden op te nemen in de Regeling Maatschappelijke Ondersteuning.
18 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
Voorbeelden van concrete activiteiten • Registreren van cliëntcontacten; • Registreren van overige contacten (met professionals). Deze registratie is gericht op de hulpverlening, maar kan ook benut worden voor voorlichting en advies aan cliënten en professionals. Bij voorkeur worden de gegevens verzameld met behulp van een cliëntvolgsysteem. Dit kan helpen bij het volgen van een systeemgerichte aanpak, voor casusoverleg en/of casemanagement. Deze registratie kan in een gedeeld systeem of informatieknooppunt worden vastgelegd. De activiteiten bij het werken met een cliëntvolgsysteem zijn: • Registreren van meldingen huiselijk geweld; • Registreren van gegevens van personen en geboden hulpverlening t.b.v. cliëntvolgsysteem; • Registreren van afspraken en acties n.a.v. casusoverleg.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
7
Functie Monitoring en prevalentieonderzoek Het steunpunt verzamelt regionaal gegevens ten dienste van de samenwerkende gemeenten en ketenpartners. De problematiek van huiselijk geweld kan hierdoor meer inzichtelijk en duidelijk worden, en een basis bieden voor evaluatie van beleid en praktijk. Ten behoeve van monitoring en prevalentieonderzoek levert het steunpunt een bijdrage door gegevens aan te leveren. Het SHG verzamelt ook gegevens over de werkwijze van het SHG en de betrokken ketenpartners. Het gaat daarbij bijvoorbeeld om het aantal contacten tussen burgers en SHG, het aantal meldingen inzake huiselijk geweld en het aantal doorverwijzingen naar de back office. Deze gegevens worden verzameld ten behoeve van de beleidsontwikkeling.
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Toelichting Voor effectieve monitoring is het van belang periodiek dezelfde gegevens te verzamelen, zodat het mogelijk is ontwikkelingen in de tijd te volgen. Er dient daartoe een standaardset aan indicatoren te worden gebruikt, die gekoppeld is aan beleidsvragen. De beleidsvragen die met monitoring beantwoord kunnen worden zijn divers. De registraties van de SHG’s kunnen belangrijke informatie geven voor prevalentieonderzoek. Prevalentieonderzoek is onderzoek naar het voorkomen van een verschijnsel of problematiek op een bepaald moment. Voorbeelden van concrete activiteiten • Periodiek verzamelen van gegevens; • Analyseren en vertalen naar beleid.
Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld | 19
8
Functie Deskundigheidsbevordering Deskundigheidsbevordering binnen de SHG’s is nodig, zodat steunpuntmedewerkers kunnen signaleren en weten welke bronnen aangeboord kunnen worden voor informatie en consultatie. Deze kennis en vaardigheid om de aard en ernst van het huiselijk geweld vast te stellen, moeten binnen het steunpunt aanwezig zijn, evenals kennis van de sociale kaart. Daarnaast signaleert het steunpunt leemten in de deskundigheid bij ketenpartners en de behoeften aan training en scholing rond huiselijk geweld. Steunpunten bespreken eventuele leemten in eerste instantie met de betreffende ketenpartner(s). Indien dit niet tot het gewenste resultaat leidt, kan de gemeente worden aangesproken. Deskundigheidsbevordering kan worden vormgegeven door de gemeente, het steunpunt en de ketenpartners vanuit ieders eigen rol.
Toelichting De steunpunten en ketenpartners zijn primair verantwoordelijk voor de deskundigheid van hun eigen professionals. Het SHG richt zich op het signaleren van tekortkomingen in de kennis van medewerkers van ketenpartijen en adviseert over de wijze waarop deze tekortkomingen weggenomen kunnen worden. Het SHG is geen trainingsbureau of partij die deskundigheidsbevordering organiseert. Deskundigheidsbevordering wordt in het algemeen omschreven als: alle activiteiten die de deskundigheid van mensen met betrekking tot de uitoefening van een functie of beroep verbeteren. Deskundigheidsbevordering kan zich ook richten op niet-opgeleiden en vrijwilligers. Voorbeelden van concrete activiteiten • Signaleren van hiaten in expertise (in de keten) en het stimuleren van deskundigheidsbevordering; • Aanbieden en organiseren van deskundigheidsbevordering.
20 | Functies van de Steunpunten Huiselijk Geweld
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Dit is een uitgave van Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Bezoekadres Parnassusplein 5 | 2511 vx Den Haag Postadres Postbus 20350 | 2500 ej Den Haag Telefoon 070 340 79 11 Telefax 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl augustus 2011
F
F