18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:02 Pagina 1
E X PA N S I E - A U T O M AT E N
Flamco
Flamco
Flamcomat
®
Installatie- en bedieningsinstructies
Drukregeling Actieve ontgassing Bijvulling
© Flamco
18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:02 Pagina 2
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Geachte klant, Op de volgende pagina's verstrekken wij u technische gegevens, aanwijzingen en toelichtingen, die een veilig gebruik conform de voorschriften mogelijk maken. Verantwoordelijke personen en gemachtigden, die handelingen uitvoeren die te maken hebben met transport, opstelling, eerste inbedrijfstelling, reactivering, bediening, onderhoud, controle en reparatie, dienen deze instructies aandachtig gelezen en begrepen te hebben. Voor de uitvoering van deze werkzaamheden moet het personeel de juiste kwalificaties kunnen overleggen. De verantwoordelijkheden, bevoegdheden en het toezicht op het personeel dienen door de gebruiker te zijn vastgelegd. Bewaar deze instructies zodanig, dat zij altijd kunnen worden ingezien. Wanneer u vragen heeft, die in deze instructies niet worden behandeld, staan wij u graag te woord.
Inhoudsopgave
Pagina
1. Uitsluiting van aansprakelijkheid
3
2. Materialen ontvangst
3
Controle Transport Opslag
3. Productbeschrijving Componenten, standaard uitrusting Toebehoren Werkingsprincipe
4. Gebruiksveiligheid Toepassingsgebied conform de voorschriften Maatregelen voor veilige werking Voorkomen van drukoverschrijdingen Voorkomen van temperatuuroverschrijdingen Overige gevaren
5. Installeren Voorwaarden voor de omgeving Fundering en plaatsing Vataansluiting Aansluiting bijvulling Afvoeraansluitingen Systeemaansluiting Elektrische installatie
6. Inbedrijfstelling Reactivering
7. Onderhoud Herstel van de operationaliteit
4 4 6 7
8 8
9
10 11 16 16 17
Bijlagen
Flamco b.v. Postbus 115 2800 AC Gouda - Nederland Telefoon: 0182 591800
Technische gegevens, informatie, hydraulische apparatuur Vat, maten en gewichten Vat, bedrijfsparameters Minimumafstanden Pompmodule, maten en gewichten Pompmodule, bedrijfsparameters Pompmodule, krachtgebied Regelklep, voorinstellingen Bijvullen, doorstroomhoeveelheid Inbouwschema, installatievoorbeeld
Bijlage 1 18 19
Technische gegevens, informatie, elektrische apparatuur Besturing, aansluitschema, standaard Besturing, aansluitschema, aanvullingen Besturing, elektrische gegevens Besturing, kabelwartels Besturing, overzicht menu
Bijlage 2 23 24
20
21
[email protected]
Flamco Buro & Design Center Heizel Esplanade 1 B 31
25
1020 Brussel - België Telefoon: 02 4760101
[email protected]
Totaal aantal pagina's in deze bedieningsinstructie
25
Afbeelding voorpagina: pompmodule D 3, pompmodule M 0, basisvat 600 liter.
2 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:02 Pagina 3
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
1. Uitsluiting van aansprakelijkheid Alle in deze bedieningsinstructies opgenomen technische informatie, gegevens en aanwijzingen voor uitvoerbare en uit te voeren handelingen voldoen aan de laatste stand van zaken bij het opstellen van dit document. Zij omvatten onze meest recente kennis en ervaringen. Technische wijzigingen vanwege verdere ontwikkeling van de in deze bedieningsinstructies beschreven Flamco producten zijn voorbehouden. Daarom kunnen aan de technische gegevens, beschrijvingen en afbeeldingen geen rechten worden ontleend. Technische beschrijvingen, tekeningen en grafieken stemmen niet perse overeen met de daadwerkelijk geleverde componentengroep, specifieke of reserveonderdelen. Tekeningen en afbeeldingen zijn niet op schaal en bevatten ter vereenvoudiging ook symbolen.
2. Materialen ontvangst Controle De omvang van de levering wordt in de verzendpapieren vermeld. De complete levering dient bij aankomst onmiddellijk op volledigheid en transportschade te worden gecontroleerd. Van afwijkingen of eventuele gebreken dient onmiddellijk melding te worden gemaakt. Houd rekening met de vastgelegde regels (bijv. voor goederenbehandeling, aantekenen van manco’s e.d.) van de in de verzendpapieren opgenomen algemene voorwaarden. Vergelijk de gegevens 1 - 4 op de typeplaten van het drukapparaat en de regelmodule met de gegevens van uw bestelling. Worden de materialen gebruikt, ondanks dat afwijkingen van deze kenwaarden zijn vastgesteld, dan kunnen gevaren voor mensen, dieren en goederen niet worden uitgesloten (gebruik niet conform de voorschriften). 1 Typeaanduiding
2 Toepasselijke nominale inhoud
Typ Typ Ty Année de fabrication N˚ de série Year of manufacture Serial-No. Serien-Nr. Herstellungsjahr litres Capacité nominale ve du n c ti co Nominal volume litre s ti di cturer´s ma n Nenninhalt Liter r fa Surpression de service admissible bar Permissible working overpressure Zulässiger Betriebsüberdruck Surpression d`essai st h bar e ll Test overpressure e r k e n n z eic Prüfüberdruck Température de service mini. / maxi. admissible Permissible working temperature min. / max. Zulässige Betriebstemperatur min. / max. r
4 Toegestane bedrijfstemperatuur
˚C
Flamco STAG GmbH 39307 Genthin GERMANY
ve du n c ti co s ti di cturer´s ma n r fa
He
Année de fabrication N˚ de série st h Year of manufacture Serial-No. e ll e r k e n n z eic Serien-Nr. Herstellungsjahr Surpression de service admissible Typ bar Permissible working overpressure Typ Zulässiger Betriebsüberdruck Ty Température de service mini. / maxi. admissible Permissible working temperature min. / max. / ˚C Zulässige Betriebstemperatur min. / max. r
4 Toegestane bedrijfstemperatuur
Transport
Fabriekswaarmerk
en
1 Typeaanduiding
eur uc t s tr g kin
Typeplaat regelmodule
Fabriekswaarmerk
Flamco serienummer Marqu e Man u
Afbeelding 2
Bouwjaar
eur uc t s tr g kin
He
3 Toegestane bedrijfsdruk (manometrisch)
Flamco STAG GmbH 39307 Genthin GERMANY
en
Flamco serienummer
Marqu e Man u
Afbeelding 1
Typeplaat vat
Bouwjaar 3 Toegestane bedrijfsdruk (manometrisch)
De membraanexpansievaten worden liggend, de regelmodules in gebruikspositie staand, los op wegwerppallets verpakt en gedeeltelijk gemonteerd geleverd. De voor de completering noodzakelijke componenten, toebehoren of extra materiaal kunnen zowel apart verpakt zijn, als onderdeel uitmaken van de verpakkingseenheden vat of regelmodule. De pallets zijn geschikt voor horizontaal transport met toegestane transportmiddelen (bijv.: pallettrucks, vorkheftrucks e.d.). Stel daarvoor de voor de pallet grootst mogelijke buitenmaat van de vork in, om kantelen van de last te voorkomen. Verplaats het expansievat in de laagst mogelijke positie, dwars op de vorken. Aan het vat aangebrachte hefvoorzieningen (hijsogen) moeten worden gebruikt voor het verticaal bewegen van een leeg en niet geïnstalleerd vat. Het overeind zetten van het uit de verpakking gehaalde vat dient uitgevoerd te worden met veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van doorslaan, kantelen en slingeren van de last. De aan de pallet geschroefde regelmodule dient van de verpakking te worden gescheiden en met geschikte hijsbanden boven de grondplaat bevestigd, met centrisch zwaartepunt te worden getransporteerd. Gebruik uitsluitend toegestane hijsmiddelen (gewichten, bijlage 1). Afhankelijk van de transportmethode en de grootte worden ook verschillende verpakkingen gebruikt. De verpakking voldoet, wanneer dit niet speciaal contractueel is vastgelegd, aan de verpakkingsrichtlijnen van de fabrikant.
3 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 4
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Opslag Tussenopslag kan ook in verpakte toestand gebeuren. De daartoe noodzakelijke voorwaarden zijn: gesloten, vorstvrije ruimte (droog, 60 - 70% rel. luchtvochtigheid), vrij van schommelingen (trilvrij), beschermd tegen warmteen zonnestraling. Van de verpakking gescheiden vaten of onderdelen dienen in gebruikspositie te worden gezet. De stabiliteit moet worden gewaarborgd.
3. Productbeschrijving Componenten, standaard uitrusting Het ontwerp van deze apparatuur voldoet aan de algemeen erkende technische regels. De vaten zijn voorzien van inspectieopeningen. 1.2
Afbeelding 3 Componenten Flamcomat, voorbeeldopstelling: Basisvat 300 liter, pompmodule M 0 (M 1; M 2 niet afgebeeld)
1.3 1
Basisvat, drukloos, van staal met ingebouwd butylrubber volmembraan voor het van de atmosfeer gescheiden opnemen van expansiewater. 1.1 Typeplaat vat. 1.2 Vlotterontluchter met beluchtingsstop voor de afgifte van afgevoerde gassen aan de buitenlucht. 1.3 Atmosferische verbinding voor drukcompensatie van de vatbinnenruimte (ruimte tussen binnenwand vat en buitenwand membraan). 1.4 Hijsoog, gewichtsopname transport. 1.5 Flens vataansluiting met aan binnenzijde gemonteerd ontgassingspatroon (niet afgebeeld), schroefaansluiting VENTIEL (vlak afdichtend, vattoevoer) en schroefaansluiting POMP (vlak afdichtend, vatafvoer). 1.6 Hoogteverstelling poten. 1.7 Inhoudsensor met signaalkabel en aangesloten ronde stekker. 1.8 Signaalkabel vanaf inhoudsensor. 1.9 Condens aftappunt. 1.10 Markering POMP/VENTIEL aansluiting. 1
3.20 1.1
1.5 1.10
3.15 3
1.8 3.3
3.17
2.3
3.2
1.6
3.9
3.19
2.2 1.7
2.1 3.16 3.13
3.1 3.10
3.7
3.8
1.9
1.5 2.3
2.2
1.8
3.20
3.19 3.8
3.2
2
3
3.15
3.1
3.7
3.12
2.1
3.11 3.4
3.12 3.11
2.2 2.3
3.9 3.14
3.13
3.17
(2)
1.10
Aansluitcomponenten groep, inclusief 2 x 3 stuks vlakke pakkingen. Vlakdichtende verzegelbare kleppen met aftapper. Flexibele slangen, vlakdichtend. Vataansluitingen (pijpbochtstukken), vlakdichtend.
Afbeelding 4; 5 Pompmodule D 1; D 2
3.3 3.16
Pompmodule, inclusief typeplaat. Pompdrukleiding, van expansievat naar installatie . 3.2 Druksensor. 3.3 Pomp 1 met handmatige ontluchtingsschroef. 3.4 Pomp 2 met handmatige ontluchtingsschroef. 3.5 Pomp 1 met automatische- en handontluchter. 3.6 Pomp 2 met automatische- en handontluchter. 3.7 Klep afloopleiding, van installatie naar expansievat. 3.8 Filter. 3.9 Keerklep. 3.10 Flowmat, automatische volumestroombegrenzer (alleen pompmodule M 0). 3 3.1
3.11 Handbediende regelklep 1, verzegeld (M 1; M 2; M 3; D 1; D 2; D 3). 3.12 Handbediende regelklep 2, verzegeld (D 1; D 2; D 3). 3.13 Magneetklep, innameklep 1. 3.14 Magneetklep, innameklep 2. 3.15 Bijvulleiding, bestaand uit magneetklep klep 3, watermeter, flexibele drukslang en afsluiter. 3.16 verzegelbare vul- en aftapklep (KFE-klep). 3.17 Veiligheidsventiel. 3.18 Vlotterontluchter met beluchtingsstop. 3.19 Toebehoren (zie 2). 3.20 SDS expansie-automaat besturing, zie afbeelding 10. 4
18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 5
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
3. Productbeschrijving Componenten, standaard uitrusting. 3.5
Afbeelding 6; 7 Pompmodule D 3
3.6
3.20 3.6
3.18 3.8
3.19
3.2
3
3.17 3.19 3.12 3.14 3.15
3.11 3.13
3.1 3.9 3.7 3.16 (2)
1.10
3.20
Afbeelding 8; 9 Pompmodule M 3
3.5
3.5
3.19
3.18 3 3.19 3.17
3.8 3.2
3.11 3.7
3.15
3.13
3.1 3.2 3.9
3.16 (2)
1.10
Afbeelding 10 SDS expansie-automaat besturing Huis Doorzichtig deksel
Sluiten (IP65) Toewijzing van de metrische kabelwartels. 1 (impulswatermeter, toebehoren). 2 Druksensor. 3 Klep 3 (bijvullen). 4 Motor 1. 5 Motor 2. 6 Voedingskabel. 7 Inhoudsensor (signaal, analoog, toebehoren). 8 Verzamelstoringsmelding (membraanbreuksensor, speciale uitvoering). 9 Minimumdrukbegrenzer (toebehoren). 10 Klep 1 (innameklep). 11 Klep 2 (innameklep).
Openen
1
2
3
4
5
6 Hoofdschakelaar. Aan, rood brandend. (afbeelding, UIT)
7 8 9 10 11 Front LED, aan bij storing Grafische display
Ergonomische druk- en draaischakelaar. Draaien: keuze, cursor of getal. Drukken: Enter, invoer.
Flamco
Openen
press enter
electronic control unit standard pressure control
D
R-V
R-Ventil
IWZ
Drucksensor
+24V
32
33
34
35
0V
36
37
TK-M2
Min.-DB
PWM
Pressuresensor
C-valve
0-10V
31
GNDA
U1
Signal
C-V
COM 1 a
AGND
SDS
0V
1
39
40
5380
Ventil 3
TP-M2
Min.-PL
1
38
Motor 1
Valve 3
0V
1
41
42
PE
N
10
L
11
PE
12
N
13
Motor 2 L
14
PE
15
N
16
L
18
17
Basismodule uitbreiding, SDS module 31 ... 33 (toebehoren).
0-10V
27
26
25
+24V
28
AGND
U2
SDS
29
GNDA
30
Signal
COM 1 b
24
23
0V
1
22
21
0V
1
20
19
9
8
7
6
5
4
1
2
PE
N
L
PE
N
L
3
2
1
PE
N
L1
Mains supply
DR / D / G
C-V
C-Motor
Levelsensor
MB / T / G
TP-M1
Fault
Valve 1
Valve 2
Netzanschluß
R-V
R-Motor
Inhaltssensor
Sensor
TK-M1
Fehler
Ventil 1
Ventil 2
230V 50Hz
Sticker, connector toewijzing. Huis-connectordeksel, afgeschroefd, afbeelding van binnen. 5
18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 6
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
3. Productbeschrijving Toebehoren
Kogelafsluiter
Min.-drukbegr.
Terugstroombev.
Impulswatermeter
Verzegelbare kogelafsluiter Met draad en loodzegel, door gebruiker naar wens uit te breiden met aftapklep of afsluitschroef (aan linker- of rechterzijde). Toepassing bij installaties met koppelvat en aan de systeemaansluiting (inbouwschema, installatievoorbeeld, bijlage 1). Minimumdrukbegrenzer Minimumdrukbegrenzer. Toepassing bij aanvoertemperaturen boven 100º C. De extra drukbewaking is ter voorkoming van stoomvorming. (inbouwschema, installatievoorbeeld, bijlage 1 en aansluitschema, aanvullingen, bijlage 2). Terugstroombeveiliging Terugstroombeveiliging met filter. Toepassing bij aansluiting van de bijvulling aan het drinkwaternet. (inbouwschema, installatievoorbeeld, bijlage 1). Impulswatermeter Watermeter met pulsuitgang. Toepassing als de bijvulhoeveelheid in liters i.p.v. in uren ... minuten moet worden aangegeven (regeldisplay, interfacegegevens, RS485). Een omrekening volgens diagram 4, pagina 21 is dan niet noodzakelijk. (aansluitschema, aanvullingen, bijlage 2). Vataansluiting Componentenpaar, vataansluiting. Toepassing bij installaties met koppelvat.
Vataansluiting
SDS module 31
SDS module 32
SDS module 33
SDS module 34
SDS module 31 Zachte start, motor (motoren). Maakt reductie van het dynamische drukaandeel bij het starten van de pompen mogelijk. Inbouw achteraf is mogelijk door Flamco geschoold, vakkundig personeel. SDS module 32 Timer, bedrijfsurenteller. Toepassing bij verzoek om rusttijden van de ontgassingsfunctie, storingsdiagnostiek met datum, tijd en bedrijfsuren per aandrijving (motor 1; 2; klep 1; 2; 3). Inbouw achteraf is mogelijk door Flamco geschoold, vakkundig personeel. SDS module 33 Analoge signaaluitvoer, inhoud, druk. Toepassing bij vraag naar analoge waardeuitvoer van de vatvulstand en de werkelijke systeemdruk (0 ... 10 V). Inbouw achteraf is mogelijk door Flamco geschoold, vakkundig personeel. De verwerking, visualisering is aan de gebruiker. (aansluitschema, aanvullingen, bijlage 2). SDS module 34 Membraanbreuksensor, speciale uitvoering. Deze component kan uitsluitend worden geplaatst bij de eerste uitrusting. Inbouw achteraf is niet mogelijk (aansluitschema, aanvullingen, bijlage 2).
Werkingsprincipe De systeemdruk, die voortkomt uit temperatuurveranderingen in verwarmings- of airconditioninginstallaties, is de meetwaarde, die door de druksensor wordt geregistreerd en via een signaalkabel aan de besturing wordt doorgegeven. Een vergelijking van de gemeten waarden met de op de besturing te programmeren instelwaarden, leidt bij afwijkingen tot de aansturing van de pomp of de innameklep, die via gescheiden toevoerleidingen met het drukloze membraanvat zijn verbonden. Zodoende wordt, om tijdens het verwarmen van het systeem de insteldruk te behouden, de innameklep geopend (drukvermindering) en de pomp bij afkoeling van het systeem ingeschakeld (drukverhoging). Een klein schakeldrukverschil voor de aansturing van de klep of de pomp waarborgt een drukbehoud met zeer geringe toleranties. De via de vatinhoudsensor gemeten en door de besturing verwerkte vulstanden leiden, net als bij de systeemdruk, tot waardeweergave en bij het bereiken van programmeerbare instelwaarden tot regelsignalen, die drooglopen van de pompen of overstromen van het vat voorkomen en bijvullen ter compensatie van waterverlies mogelijk maken. Als de verwarmings- of airconditioninginstallatie zich in de rusttoestand bevindt (geen temperatuurveranderingen), dan is de ontgassingsfunctie binnen het schakeldrukverschil actief of activeerbaar. Het door deze functie aan het systeem onttrokken water wordt volgens het drukstap principe gasarm gemaakt en in deze toestand teruggevoerd. Het afgescheiden gas wordt automatisch via de ontluchtingsklep aan de buitenlucht afgegeven. 6 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 7
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
3. Productbeschrijving Werkingsprincipe Door de keuze van diverse nominale vatinhouden, de mogelijkheid om meerdere vaten aan elkaar te koppelen, de selectie van diverse pompmodules en door verandering van instelwaarden op de programmeerbare besturing, kan de Flamcomat optimaal aan de bedrijfskarakteristieken van een verwarmings- of airconditioninginstallatie worden aangepast.
4. Gebruiksveiligheid Toepassingsgebied conform de voorschriften Gesloten waterverwarmings- of airconditioninginstallaties, waarin temperatuurafhankelijke volumeveranderingen van het bedrijfswater moeten worden gecompenseerd en de noodzakelijke werkdruk via aparte apparatuur voor behoud van druk moet worden gewaarborgd. Afbeelding 3-10, pagina 4; 5 omvat de apparatuur, het installatievoorbeeld, bijlage 1. Bedrijfswater (warmtedrager) is verwarmingswater, dat inclusief eventuele toevoegingen geen gevaar vormt, de werking niet belemmert en onderdelen van de volgens opdracht geleverde apparatuur (bijv. drukdragende componenten) niet schaadt of ontoelaatbaar beïnvloedt. Zodoende moeten bijv. vaste of langvezelige bestanddelen of verkeerd gedoseerde toevoegingen in de toepassing worden voorkomen. Aanwijzing: de Flamcomat maakt fysisch ontgassen van het bedrijfswater mogelijk. Maatregelen voor veilige werking Productinformatie, instructies en mededelingen van de fabrikant bevatten in de meest recente en geldende versie gegevens over maatregelen voor veilige werking binnen de daarin beschreven toepassingsmogelijkheid. Ander gebruik of toepassing in strijd met de voorschriften, eigenhandige verbouwingen aan de geleverde producten of veranderingen zonder toestemming van de fabrikant vallen buiten de garantie en kunnen een gevaar vormen voor mensen, dieren en goederen. Er wordt van uitgegaan dat installaties waarin deze expansie-automaat voor drukbehoud, ontgassing en bijvulling is opgesteld, garanderen dat overschrijding van de toegestane bedrijfsoverdruk en bedrijfstemperatuur betrouwbaar zijn uitgesloten. Onder- en overdrukbeveiligingen ten behoeve van het functioneren van de waterverwarmings- of airconditioninginstallatie (bijv. maximumdrukbegrenzers) vormen geen bestanddeel van de uitrusting van deze Flamcomat. De typeplaat (afbeelding 1; 2, pagina 3) bevat de gegevens met betrekking tot de toegestane bedrijfsdruk en temperatuur. Voorkomen van drukoverschrijdingen Bij gebruik van deze expansie-automaten in waterverwarmings- of airconditioninginstallaties wordt ervan uitgegaan, dat de installaties apparatuur bevatten, die het overschrijden van de toegestane bedrijfsoverdruk betrouwbaar verhinderen. Geschikte apparaten voor drukbegrenzing van de expansie-automaat zijn veiligheidsventielen (toebehoren) die uiterlijk bij de toegestane bedrijfsdruk openen en in staat zijn om binnen het 1,1-voudige hiervan de daarbij optredende volumestroom van de warmteopwekker af te voeren. Toe- en afvoerleidingen van veiligheidsventielen mogen niet afsluitbaar uitgevoerd zijn en mogen geen onderdelen bevatten, die leiden tot vernauwing van de noodzakelijke stromingsdiameter. De toelaatbaarheid voor gebruik en de geschiktheid moeten vastliggen. De gegevens van de fabrikant en de nationale voorschriften dienen in acht te worden genomen. Voorkomen van temperatuuroverschrijdingen Bij gebruik van deze expansie-automaten in waterverwarmings- of airconditioninginstallaties wordt ervan uitgegaan, dat de installaties apparatuur bevatten, die het overschrijden van de toegestane aanvoertemperatuur betrouwbaar verhinderen. Deze apparatuur moet zodanige eigenschappen hebben en zo zijn ingebouwd, dat in de praktijk een voor de onderdelen toegestane bedrijfstemperatuur op elke plaats van de apparatuur of installatie niet wordt overschreden. De toelaatbaarheid voor gebruik en de geschiktheid moeten bewezen of schriftelijk bevestigd zijn. De nationale voorschriften dienen in acht te worden genomen.
7 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 8
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
4. Gebruiksveiligheid Voorkomen van temperatuuroverschrijdingen De plaatsing van deze expansie-automaten in het verwarmingssysteem dient zo te gebeuren, dat de toegestane permanente temperatuur van 70 ºC niet of slechts kortstondig wordt overschreden. Zodoende moeten deze bij voorkeur in de retourleiding worden geïnstalleerd. Bij verwarmingsinstallaties met retourtemperaturen boven 70 ºC moet vóór de expansie-automaten apparatuur ter afkoeling van het expansiewater worden geïnstalleerd. Overige gevaren
• Overschrijding van de toegestane bedrijfskenwaarden door niet in werking tredende veiligheidsapparatuur ter begrenzing van temperatuur en druk. Voer regelmatig controles van het functioneren van deze veiligheidsapparatuur uit. Er bestaat gevaar voor overbelasting van componenten.
• Druk- en temperatuurbelasting. Voer werkzaamheden aan expansie-automaten alleen uit, als de waterruimte drukloos en de elektriciteit losgekoppeld is. Let erop dat de aanraakbare vlakken en het zo nodig af te tappen water een temperatuur tot 70 ºC, en bij bedrijf in strijd met de voorschriften, zelfs hogere temperaturen kan bereiken. Er bestaat verbrandingsgevaar.
• Schade door brand. De constructieve brandbeveiliging dient te zijn gewaarborgd. • Elektrische spanning. Zorg ervoor dat werkzaamheden aan de elektrische apparatuur uitsluitend door daarvoor erkend vakkundig personeel worden uitgevoerd. Lichamelijk contact met de bedrijfsspanning (bijv.: 230 V 50 Hz) kan de dood tot gevolg hebben. Afbeelding 11
5. Installeren Volg de ter plaatse geldende regels en voorschriften op. Er wordt vooral op gewezen, dat vóór opstelling en inbedrijfstelling van installaties een aangifteplicht bij controlerende en certificerende instanties kan bestaan. In dit geval dienen deze instanties vroegtijdig door de verantwoordelijke personen in kennis te worden gesteld. Verplichtingen, bepalingen en vaststellingen die uit de aangifteplicht voortvloeien of andere parameters dienen bij de opstelling van de installatie in acht te worden genomen. Als een inspectie aan het opgestelde object noodzakelijk is, mag de installatie pas in bedrijf gesteld worden, nadat is vastgelegd dat aan de eisen die aan de installatie worden gesteld is voldaan.
Flexvent Super beluchtingsstop
Voorwaarden voor de omgeving
Afbeelding 12 De Flamcomat componenten dienen zo te worden geïnstalleerd, dat werking, controle en onderhoud permanent kunnen worden gewaarborgd. De opstelling dient in gesloten, vorstvrije ruimtes te gebeuren, rekening houdend met de minimale afstanden (bijlage 1). De voor een goede werking toegestane omgevingstemperatuur ligt tussen 5 en 40 ºC. Hogere temperaturen kunnen tot overbelasting van de aandrijvingen leiden. Zorg ervoor dat de expansie-automaten werken in een omgeving die vrij is van elektrisch geleidende gassen en hoge concentraties stof en dampen. Transportbeveiliging
Fundering en plaatsing
Afbeelding 13
Het opstellings oppervlak dient zo te zijn uitgevoerd, dat de stabiliteit wordt gewaarborgd en kan worden gehandhaafd. Bij de constructie van dit oppervlak dient rekening te worden gehouden met de maximale gewichten in gevulde toestand (bijlage 1). De regels en eisen van de projectverantwoordelijke zijn van toepassing. Bovendien dienen de volgende algemene regels voor de installatie in acht te worden genomen:
• Monteer de automatische ontluchter (los meegeleverd) en draai de rode stofkap één slag open (afbeelding 11). Let op: Als deze stofkap niet is geopend, kan in het vat een ontoelaatbare druk optreden. Uitstroom van gas is dan niet mogelijk.
Gedemonteerde transportbeveiliging
• Verwijder de transportbeveiliging pas van de inhoudsensor, nadat het basisvat op de voorziene plaats is Afbeelding 14
opgesteld en er geen verdere positieveranderingen noodzakelijk zijn. Voorkom schokbelasting aan deze sensor en waarborg een hard, vlak en glad draagvlak dat de functie van het sensordrukstuk niet belemmert (afbeelding 12; 13).
• Plaats het vat loodrecht door middel van de hoogteverstelling van de poten (afbeelding 14). Gebruik een waterpas met magneethechting voor toepassing in twee verticale posities met 90º verzet.
• Zorg ervoor dat het basisvat van buitenaf niet extra wordt belast (bijv. op het vat neergelegd gereedschap, en/of tegen de zijkant van het vat geplaatste objecten) Voethoogteverstelling
• Voorkom dat het vat aan de fundering wordt bevestigd (bevestigingswijzen die het vat ontoelaatbaar beïnvloeden zoals: het ingieten van de poten van het vat in beton of estrik, lasverbindingen aan het vat of de poten van het vat, klemmen en spanveren aan het basislichaam of ophangingen mogen niet worden toegepast).
• Stel zowel de pompmodule, het basis- en eventueel koppelvat op hetzelfde hoogteniveau op. • Voorkom tijdens laswerkzaamheden dat lasresten op of in onderdelen van de expansie-automaat geraken. De automaatbesturing dient daarbij gescheiden te zijn van de voedingsspanning. 8 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 9
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Vataansluiting Vanaf het vat dient zowel een elektrische als hydraulische verbinding naar de pompmodule tot stand te worden gebracht. Inbouwschema, installatievoorbeeld; bijlage 1. Neem vóór het vullen en de inbedrijfstelling van de expansie-automaat de volgende aanwijzingen in acht:
Afbeelding 15 Vat aansluiting
• Installeer de aansluitcomponentengroep tussen vat en pompmodule. Let op: zorg ervoor dat de aansluiting tussen pompmodule en basisvat uitsluitend via de bij de levering horende, flexibele drukslangen (aansluitcomponentengroep) verloopt. Let op de markeringen pomp/ventiel op de aansluitingen en verbind de aansluiting pomp (ventiel) aan de pompmodule, met de aansluiting pomp (ventiel) bij de vataansluiting. Voorkom dat deze aansluitingen elkaar kruisen en monteer zo nodig de aansluitflens van het vat in een positie die het mogelijk maakt dat de slangen naast elkaar liggen. Gebruik de bijgevoegde vlakke pakkingen (2 x 3 stuks) (afbeelding 15 - 17). Afbeelding 16 Aansluiting pompmodule, speciale uitvoering (voorbeeld M 0)
• Verbind de signaalkabel via de ronde stekker met de inhoudsensor (afbeelding 18). Schroef deze verbinding volledig vast (veiligheidsklasse IP67). Leid de kabel langs de slang van de aansluitcomponentengroep en borg deze met kabelbinders (bijgeleverd artikel).
• Open de verzegelbare kleppen op de aansluitcomponentengroep tussen vat(en) en pompmodule. Aansluiting bijvulling
Afbeelding 17 Aansluiting pompmodule, standaard (voorbeeld M 0)
De aansluiting voor het bijvullen moet worden aangelegd als verbinding met de pompmodule. Een gewaarborgde bijvulling vereist een gemiddelde druk van ca. 3 à 4 bar ( min. 2, max. 8 bar). Een hoge druk kan apparatuur ter voorkoming van waterslag noodzakelijk maken. Inbouwschema, installatievoorbeeld; bijlage 1. Neem de volgende aanwijzingen voor vullen en inbedrijfstelling van de expansie-automaat in acht:
• Installeer de toevoerleiding met gemonteerde afsluiter aan de bijvulslang (geleverde toestand). Voorkom trekbelasting op de slang, een buigradius van de slang van minder dan 50 mm en vernauwingen van de diameter (afbeelding 19).
• Wanneer via het drinkwaternet wordt bijgevuld, dan is plaatsing van een terugstroombeveiliging met filter noodzakelijk. Installeer deze horizontaal en plaats vóór deze componentengroep een afsluiter (filterreiniging, filtervervanging) (afbeelding 20).
• Let op: sluit de afsluiter aan op de toevoer van de bijvulling. Afbeelding 18 Inhoudsensor, aan ronde stekker geschroefd
Afvoeraansluitingen De goede afvoer van de door het aanspreken van de veiligheidsklep en de terugstroombeveiliging (toebehoren) vrijkomende volumestromen, maakt een aansluiting op de riolering in de buurt van de Flamcomat noodzakelijk.
• Installeer een afvoertrechter en leiding bij het veiligheidsventiel en indien nodig een afvoerleiding aan de terugstroombeveiliging. Systeemaansluiting
Afbeelding 19 Aansluiting bijvulling, geleverde toestand (voorbeeld M 0)
De systeemaansluiting is de verbinding met de verwarmingsinstallatie. Het inbouwschema, installatievoorbeeld bevindt zich in bijlage 1. Neem de volgende aanwijzingen voor vullen en inbedrijfstelling van de expansie-automaat in acht:
• De aansluiting dient in de retourleiding van de warmteopwekker te gebeuren. Houd er rekening mee dat een temperatuur van meer dan 70 ºC aan de systeemaansluiting de toegestane pomp- en membraanbelasting overschrijdt en dat deze situatie kan leiden tot ernstige beschadiging van de componenten. (Warmte-isolatie van de expansieleiding kan de temperatuurbelasting van de pompmodule en het membraan nog verhogen.)
Afbeelding 20 Terugstroombeveiliging, toebehoren (apart bestellen)
Terugstroombev.
9 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 10
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
5. Montage Systeemaansluiting
• Zorg ervoor dat deze aansluiting in directe verbinding staat met de warmteopwekker en er op de plaats van de verbinding geen afwijkende hydraulische drukken optreden (bijv. evenwichtsflessen, netverdelers).
• Sluit de expansieleidingen aan met het oog op een zo gunstig mogelijke stroming. Kies bij leidinglengtes van Afbeelding 21
meer dan 5 meter een nominale diameter die groter is dan die aan de pompmodule. De systeemaansluitingen aan de pompmodule dienen spanningsvrij te worden gemonteerd (spanningen vanwege warmteuitzetting, stromingstrillingen, eigen last).
• Kies afdichtingen en expansieleiding materialen op basis van het onderhanden project, echter ten minste overeenkomstig de maximaal mogelijke volumestroom-, druk- en temperatuurwaarden. (pompmodule, systeem toe- en afvoer). Min.-drukbegr.
• Plaats in de directe omgeving van de systeemaansluiting van de pompmodule een afsluiter die geborgd is tegen onopzettelijk sluiten (afbeelding 21).
• Let op: plaats deze verzegelbare klep in de systeemtoevoer en -afvoer van de pompmodule. Verzegelbare kogelafsluiter
Toebehoren (apart bestellen)
Elektrische installatie De klemmen van de voeding voor de SDS besturing dienen ter plaatse via een voedingsleiding met de noodzakelijke bedrijfsspanning te worden verbonden. De daarvoor noodzakelijke gegevens vindt u in bijlage 2. Deze bijlage bevat eveneens de nodige aanwijzingen voor de aansluiting van signaal-, regel- en externe voedingsleidingen, die voor de werking van andere schakel- en weergaveapparatuur noodzakelijk zijn.
• Zorg ervoor dat werkzaamheden voor de aansluiting van elektrische apparatuur door daartoe bevoegd, vakkundig personeel worden uitgevoerd.
• De aansluiting kan via een kabel met CEE-koppeling, 16 A, 230 V L N PE (standaard) of direct op de klemmen gebeuren. Een elektrische verbinding met een randaarde stekker is niet toegestaan.
• Kwaliteit en uitvoering van elektrische leidingen dienen conform de eisen ter plaatse te worden uitgevoerd. Als signaalleidingen kunnen bijvoorbeeld Ölflex Classic 110 VDE kabels worden toegepast. Dit is de minimaal benodigde kwaliteit. Andere, hoogwaardiger kwaliteiten kunnen afhankelijk van de toepassing of omgevingseisen noodzakelijk blijken.
• Vermijd het leggen van elektra- of signaalleidingen op plaatsen die onder water kunnen komen te staan. Wanneer de besturing is aangesloten, kunnen de handelingen voor het instellen en programmeren van configuratie- en systeemafhankelijke richtwaarden aan de besturing worden uitgevoerd. Aanwijzing: wanneer een ander niveau dan het automatisch instellende minimumniveau (droogloopbeveiliging) noodzakelijk is, dan moet de overeenkomstig de installatie noodzakelijke hoeveelheid, NA DE UITGEVOERDE INBEDRIJFSTELLINGSHANDELINGEN AAN DE BESTURING, worden ingesteld. Let op een werkende bijvulaansluiting.
10 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 11
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
6. Inbedrijfstelling Wanneer de werkzaamheden zijn beëindigd (pagina 8 - 10), kan de inbedrijfstelling met de inschakeling van de besturing gebeuren. Let erop, dat de gesloten kleppen aan de systeemaansluitingen van de pompmodules en de bijvulstrang pas worden geopend na beëindiging van de volgende handelingen voor inbedrijfstelling. Schakel de besturing IN. Vervolgens toont het display het vooraf ingestelde processchema. Systeem
Fout
Foutenlijst Alarmgrens niveau Bevestigen
▼
1/1 Systeem
Schermdisplays Invoeren Terug B Code
▼
1
▼
Afbeelding 29 Menu G bevat de regels 1 t/m 14 (zie ook bijlage 2, overzicht). Kies Taal, als een andere instelling gewenst is. Kies Afregeling inhoud, als de niveauwaarde in de procesweergave >0% is. Kies regel 6, Ontgassing (afbeelding 32; pagina 12) als andere instellingen noodzakelijk zijn.
Taal Afregeling inhoud Afregeling ventiel Bedrijfsmodus
▼
1
Fabrieksafregeling
Afbeelding 30 Voorbeeld: Afregeling inhoud. Kies in het submenu a, onder menu G, regel 3 (G3a) de bedrijfsafstelling (G3a 2) en druk.
Bedrijfsafregeling Terug
▼
1
→
Bedrijfsafregeling 163 163 kg 147
→
Start G3b 18501635
Uitgave 2004 / NL
Afbeelding 26 U heeft in de procesweergave (afbeelding 22; 25) de druk- en draaischakelaar ingedrukt en bevindt zich in het keuzemenu B, regel 1. De met de cursor geselecteerde regel is keuzeregel, die door draaien van de druk- & draaischakelaar naar de volgende regels kan worden verplaatst. Kies Invoer (regel 2) en druk.
1
ID-nummer
G3a
Afbeelding 25 Voorbeeldafbeelding. Systeem Mono (1 pomp / klep) met bijvulling, standaard (som bijvullingen in 0,00 uur, 0,01 h = 0,6 min. = 36 s) en ontgassingsmodus IN. Invers getoonde symbolen geven aan dat de betreffende component / functie actief is.
Afbeelding 28 Met de juiste code-invoer bevindt u zich in de edit modus, menu D. De keuze regel 1, Modus, maakt de configuratie van de apparatuur mogelijk, regel 2, Data, het veranderen van parameters (waarden, getallen), regel 3, Service, het weergeven of de invoer voor classificatie. Kies Modus, druk Enter.
Data Service Terug
G
Afbeelding 24 Voorbeeldafbeelding. Opgave fout nr. 3, alarmgrens niveau min. De vatvulstand heeft de vooraf ingestelde grenswaarde bereikt. Bevestigen en Terug drukken. Zie ook: keuzemenu 1; 2 Gegevens; parametermenu F2, niveau (bijlage 2). Dit submenu (F2a, regel 1 - 10) bevat de voorinstellingen.
Terug
Modus
D
Afbeelding 23 Voorbeeldafbeelding als op afbeelding 22, echter ontgassingsmodus IN en weergave cursor, "storing" inverse weergave, knipperend. Draaien van de druk en draaischakelaar leidt tot cursor, "systeem" inverse weergave, knipperend. Indrukken van de druk en draaischakelaar, bij fout, leidt naar de foutenlijst, afbeelding 24, naar het keuzemenu, afbeelding 26.
Afbeelding 27 Voer in het codemenu 000001 in. Draaien met de druk- en draaischakelaar verplaatst de cursor van positie 1 tot 6 en naar de 2e regel, Opslaan en Terug. Kies kolom 6 (laatste 0), druk, draai de druk & draaischakelaar tot cijfer 1, druk, kies Opslaan, druk.
000000 Opslaan
Afbeelding 22 Voorbeeldafbeelding. Systeem Duo (2 pompen / kleppen) met bijvulling, inclusief impulswatermeter (som bijvulling in liters, toebehoren). Afbeelding terugstroomkleppen, druk- en inhoudsensor, ontgassingsmodus UIT. In beginmodus zijn de proceswaarden 0. Cursor, "systeem" inverse weergave, is keuzeveld.
Terug
▼
1
Afbeelding 31 Voorbeeld: het menu G3b 1 toont de voor een geconfigureerd vat (ID-nummer) toegestane min. en max. grenzen. De eenheid van deze werkelijke waarde is kg. Buiten de grenzen is een afstelling niet mogelijk. Stel het vat binnen de grenzen in, voorkom extra belasting en druk Start. Het drukken van Terug in G3b en G3a leidt naar het hoofdmenu G met de cursor op regel 3, Afregeling inhoud (afbeelding 29, volgende afbeelding 32).
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 12
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Inbedrijfstelling Bedrijfsmodus Ontgassing Bijvulling Sensor Motorbeveiliging G ▼▲ Ontgassing Uit Normaal Turbo Terug G6a ▼
Afbeelding 32 De toegang tot de ontgassingsmodus gebeurt via regel 6 in hoofdmenu G. In het voorbeeld moet de cursor, door in pijlrichting draaien van de druk en draaischakelaar, van regel 7 omhoog naar regel 6 worden verplaatst. Kies Ontgassing en druk Enter. 7
✔
1
Bijvulling Sensor Motorbeveiliging Minimumdruk begrenzer Ontlastklep G 9 ▼▲ Minimumdruk begrenzer AAN Terug
G10a
▼
1
Afbeelding 33 De voorbeeldafbeelding toont de ontgassingsmodus: Uit. De betreffende voorinstelling is: Turbo. De keuze van de betreffende regel (hier bijv. 2; 3) en het drukken van de schakelaar leiden tot het inschakelen van de geselecteerde functie, terwijl de tevoren actieve functie tegelijk wordt uitgeschakeld. Kies Terug en druk Enter. Afbeelding 34 De toepassing bij aanvoertemperatuur > 100 ºC vereist de installatie van een minimumdruk begrenzer (contact opent bij onderschrijden van de op de begrenzer ingestelde minimale druk en voorkomt bij aansluiting op de contacten 39; 40 (bijlage 2) een verdere daling van de druk). Indien gewenst selecteert u regel 10 en drukt u Enter. Afbeelding 35 Op Enter drukken in menuregel 1, In, schakelt de ingangscontacten 39; 40 voor deze functie actief. Let op: het activeren van deze ingang bij een nietgeïnstalleerde minimumdrukbegrenzer, leidt tot het niet bekrachtigen van de innamekleppen bij systeemdrukverhoging. Kies Terug en druk Enter.
Minimumdruk begrenzer Ontlastklep Regelmodus Weekprogramma Terug G 12 ▼▲
Afbeelding 36 Toebehoren: timer; bedrijfsurenteller. De geïnstalleerde module maakt het mogelijk om 2 ontgassingrusttijden per weekdag in te stellen. Kies regel 13, weekprogramma en druk.
Zondag Maandag Dinsdag Woensdag Donderdag W ▼
Afbeelding 37 Kies met de cursor de dag en druk. De pijl naar beneden in de aanwijzingsregel geeft aan dat een beweging van de cursor in deze richting meer regels opent. In dit geval regel 6, vrijdag; regel 7 zaterdag en regel 8, Terug. 1
01:00 - 05:00 --:-- - --:-Terug W
▼
1
Afbeelding 38 Voorbeeld: regel 1 bevat reeds een rusttijd van 01:00 uur tot 05:00 uur (24-uurs modus zomertijdcompensatie). Kies regel 2 voor het invoeren van de tweede rusttijd of regel 1 voor wijziging van de al ingestelde rusttijd en druk Enter. Afbeelding 39 Voorbeeld: wijziging van de rusttijd. Kies door draaien van de druk- en draaischakelaar de te wijzigen kolom (kolom 1, 2: uren, minuten voor begin -, kolom 3, 4: uren, minuten voor einde van de rusttijd). Druk Enter in de betreffende kolom. Draai de druk en draaischakelaar tot het juiste getal en druk Enter. Sluit het proces af door Opslaan te selecteren en druk op Enter.
01:00 - 05:00 Opslaan Wissen Terug
De bewerkbare menu's onder G, Modus zijn niet toegankelijk. Kies per submenu Terug en druk Enter tot keuzemenu D, afbeelding 40. Modus Data Service Terug D
▼
1
Systeemdruk Niveau Ontgassing Bijvulling Tijd, datum F
▼
Afbeelding 40 Kies Data in menu D, regel 2 en druk Enter. Het volgende menu bevat alle parameters en voorinstellingen. U bevindt zich na de code-invoer, zoals tevoren, in de edit modus en kunt de onderstaande parameters wijzigen of aan-passen aan uw installatie. Afbeelding 41 Menu F bestaat uit 7 regels. Kies daaruit vervolgens de te wijzigen regels, 1 Systeemdruk, bij geïnstalleerde module: timer, bedrijfsurenteller regel 5, Tijd, datum en regel 6, Overige voor het wijzigen of uitschakelen van de zomertijd.
1
12 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 13
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
6. Inbedrijfstelling Insteldruk 2,8 bar
▼
F1a
1
Afbeelding 43 Voorbeeldafbeelding. Dit menu bevat de, voor een geconfigureerde pompmodule (ID-nummer), toegestane min. en max. bedrijfsgrenzen. De eenheid van deze ingestelde waarde is bar. Buiten de grenzen kunnen instellingen niet worden opgeslagen. Kies kolom 1, druk, draai de druk- en draaischakelaar tot het betreffende getal en druk opnieuw. Kies kolom 2 en herhaal het proces. Kies Opslaan en druk. Na het opslaan gaat het programma automatisch terug naar de menuregel F1a 1 (afbeelding 42).
→
Insteldruk 5,4 2,8 bar 0,5
→
Opslaan
Terug
Terug
▲
F1a
24
Ontgassing Bijvulling Tijd, datum Overige Terug
▼▲
F
5
Modus Data Service Terug D
▼
Afbeelding 42 Voorbeeldafbeelding. De voorinstelling bedraagt 2,8 bar. Voor wijziging druk Enter. Draaien van de druk- en draaischakelaar in pijlrichting omlaag, schakelt naar volgende menuregels tot F1a 24 (hoofdmenu F, regel 1, submenu a, regel 1 ... 24).
1
Afbeelding 44 Draai de druk- en draaischakelaar in pijlrichting naar beneden, van menu F1a, regel 1, insteldruk tot menu F1a, regel 24, Terug en druk Enter. U heeft teruggeschakeld naar hoofdmenu F, regel 1, systeemdruk (afbeelding 41). Afbeelding 45 Beweeg de cursor door in pijlrichting omlaag te draaien naar menu F, regel 1, systeemdruk. Kies Tijd, datum (regel 5) voor het activeren van de geïnstalleerde timer/bedrijfsurenteller (toebehoren) of Overige (regel 6) en submenu F6a 1 (Zomertijd In); F6a 2 (Zomertijd Uit), als de voorinstelling moet worden veranderd (voorinstelling In: 03/maart; Uit: 10/oktober. De compensatie gebeurt telkens op de laatste zondag, van 2 naar 3 uur/In, van 3 naar 2 uur/Uit). De waarde 0 i.p.v. 03 of 10 schakelt de compensatie uit. Indien gewenst kiest u Terug (regel 7) en drukt u voor het inschakelen van hoofdmenu D. Afbeelding 46 Voorbeeld. De cursor staat op Modus. Aanwijzing: bij terugschakelen vanuit het submenu naar het hoofdmenu, staat de cursor op dezelfde positie als na het inschakelen. De cursor staat in dit voorbeeld op regel 2, Data. Kies regel 3, Service en druk, vervolgens regel 3, Inbedrijfstelling, druk; vervolgens Regel 1 Inbedrijfstelling, druk. Deze handeling komt overeen met uw normale inbedrijfstelling met invoer Code K1 en datum, tijd, bij geïnstalleerde timer. Druk Terug, tot de procesweergave (bijv. afbeelding 22) op het display zichtbaar is. Aanwijzing: als de bedrijfsafregeling is uitgevoerd (afbeelding 31), volgt het inschakelen van het menu voor de startvrijgave (afbeelding 47).
Systeem Afbeelding 47 De cursor staat op start. Controleer of uw installatie bedrijfsklaar is. Als u de instellingen in de volgende menu's nogmaals wilt controleren, kiest u door draaien Systeem (invers met cursor) en druk. Drukken van Start leidt tot procesweergave en een actieve, bedrijfsklare installatie (afbeelding 48).
Start Systeem
Afbeelding 48 Voorbeeldafbeelding. Systeem Mono (1 pomp / klep) met bijvulling, standaard (som bijvulling in 0,00 h), Ontgassingsmodus In en bijvulklep In. Foutmeldingen zoals alarmgrens niveau min., druk min. worden in normale bedrijfstoestand automatisch gewist.
De hierboven getoonde / uitgevoerde handelingen komen overeen met een normale inbedrijfstelling. Andere instellingen kunnen via Service worden uitgevoerd. Gebruik het overzicht Menu, bijlage 2, om u snel te oriënteren. Houd er rekening mee dat in de weergavemodus elke instelling kan worden weergegeven en dat alleen in de modus Invoer (code) wijzigen mogelijk is (gemarkeerde omvang, bijlage 2). Controleer vooral de insteldruk van het systeem F1a 1. De eenmaal ingevoerde code is, na elk signaal dat binnen een periode van 5 min. door draaien of drukken van de druk- en draaischakelaar wordt ingevoerd, nog 5 min. actief. Bij overschrijding van deze tijd moet de code opnieuw worden ingevoerd. Als de besturing gedurende 10 min. geen invoer ontvangt, schakelt de installatie automatisch, vanuit elk willekeurig menu en elke willekeurige cursorpositie, terug naar het startmenu (bijv. afbeelding 48). Het langdurig indrukken van de druk- en draaischakelaar (drukken tot wijziging optreedt) in een willekeurige cursorpositie leidt eveneens naar het startmenu (geheel terug, eerste afbeelding). 13 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:03 Pagina 14
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
6. Inbedrijfstelling Grafieken en symbolen in de menusturing
Afbeelding 49 Geen ID-nummer aanwezig
Afbeelding 50 Geen fabrieksafstelling uitgevoerd
Afbeelding 51 Geen bedrijfsafstelling uitgevoerd
Afbeelding 52 Buiten de min. / max. grenzen
Afbeelding 53 Geaccepteerd
Afbeelding 54 Geen toegang mogelijk (afhankelijk van ID-nummer)
Afbeelding 55 Afgewezen, niet geïnstalleerd
Afbeelding 56 Geen stabilisering
Afbeelding 58 Wachten
Afbeelding 59 Code noodzakelijk
Afbeelding 60 Modus handmatig bedrijf
Afbeelding 57 Gewist (ook niet opgeslagen)
Foutenlijst -
Alarmgrens druk min. Alarmgrens druk max. Alarmgrens niveau min. Alarmgrens niveau max. Bijvulhoeveelheid Veiligheidsrelais Relais motor 1 Relais motor 2 Zekering motor 1 Zekering motor 2 Thermistor motor 1 Thermistor motor 2 Therm relais motor 1 Therm relais motor 2 Supra TK motor 1 (toebehoren) Supra TK motor 2 (toebehoren) Minimumdrukbegrenzer (toebehoren) Droogloopbeveiliging (toebehoren) Membraanbreuk (speciale uitvoering) Looptijd motor 1 Looptijd motor 2 Supra timer (toebehoren) Supra I-0 zekering (toebehoren) Supra I-1 zekering (toebehoren) Supra U zekering (toebehoren) Supra communicatie (toebehoren) Spanning Spanning RTC (timer) (toebehoren) Sluiting drukmeting Sluiting niveaumeting Leidingbreuk drukmeting Leidingbreuk niveaumeting Verkeerde sensor EEPROM RAM-fout Supra geblokkeerd (toebehoren) Eerste inbedrijfname Programmastart fout
wordt automatisch gewist bij wordt automatisch gewist bij wordt automatisch gewist bij moet worden bevestigd wordt automatisch gewist bij moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd wordt automatisch gewist bij wordt automatisch gewist bij moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd moet worden bevestigd wordt automatisch gewist bij moet worden bevestigd wordt automatisch gewist bij wordt automatisch gewist bij wordt automatisch gewist bij wordt automatisch gewist bij wordt automatisch gewist bij moet worden bevestigd moet worden bevestigd wordt automatisch gewist bij wordt automatisch gewist bij wordt automatisch gewist bij
normaal bedrijf normaal bedrijf normaal bedrijf normaal bedrijf
normaal bedrijf normaal bedrijf
normaal bedrijf normaal normaal normaal normaal normaal
bedrijf bedrijf bedrijf bedrijf bedrijf
normaal bedrijf normaal bedrijf normaal bedrijf
14 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:04 Pagina 15
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
6. Inbedrijfstelling De voltooide montage (pagina 8) en de uitgevoerde instellingen aan de besturing (pagina 11) zijn de basis voor de hydraulische inbedrijfstelling. Houd rekening met de onderstaande handelingsvolgorde.
Afbeelding 61 Let op: Controleer in de besturing de instellingen voor de minimumdrukbegrenzer (Menu G 10). Indien het systeem hierom vraagt en indien aangesloten (Aansluitschema, Aanvullingen, Bijlage 1) moet deze functie worden ingeschakeld. Stel de schakelwaarde op de begrenzer in, in overeenstemming met de procesgegevens. De pompmodule wordt afgeleverd met de voorinstelling: Niet IN (werking zonder minimumdrukbegrenzer).
• Schakel de besturing UIT. • Controleer vóór het operationeel maken van de verwarmings- of airconditioninginstallatie (bijv. alvorens te Handbediende regelklep.
vullen met water, koude/warmtedrager) of alle aansluitingen zijn gemaakt conform de instructies. (Pag. 10; 5 - Systeem aansluiting) en sluit de verzegelbare kogelkranen in de beide expansieleidingen (Inbouwschema, Installatievoorbeeld, Bijlage 1).
• Stel de handbediende regelklep
(afbeelding 61) op de pompmodule M 1; M 2; M 3; D 1; D 2 en D 3 in (M 0 n.v.t., standaard). Gebruik de diagrammen 2 - 4; Regelklep, Voorinstelling in bijlage 1 en verzegel deze klep (kleppen) na afstellen. Wordt geleverd in de voor de betreffende pompmodule geldende maximale positie (verzegeld). Let bij een aangepaste automaat op de evt. bijgevoegde bijlagen (bijv.: Bijlage: HA (hydr. Aangevuld) of HM (hydr. Gemodificeerd)).
Afbeelding 62
• Vul de verwarmings- of airconditioninginstallatie. • Controleer de goede werking van de bijvulling. Open de afsluiter op de bijvulaansluiting van de Flamcomat Vul- en aftapkraan (KFE-klep). Afbeelding klep open, uitvoering M 0.
(zo nodig ook andere kleppen in deze toevoerleiding). Aanwijzing: Wanneer een andere vulstand dan het automatisch regelende minimumniveau noodzakelijk is (Bijvulling, droogloopbeveiliging), dient deze overeenkomstig wens via de vul- en aftapkraan (afbeelding 62; pos. 3.15; pagina 4; 5) te worden bijgevuld. Hiertoe dienen de kogelkranen op de systeemtoevoer en afvoer, evenals de afsluiter in de bijvulstrang gesloten te blijven, de kogelkranen op de aansluitcomponentengroep te worden geopend en de besturing te worden ingeschakeld. LET OP: wanneer kogelkranen op de aansluitcomponentengroep gesloten blijven, kan het veiligheidsventiel van de expansie-automaat gaan overstromen.
Afbeelding 63
De zich nu instellende vulstand dient op de besturing te worden geobserveerd (%; niveau in de procesweergave) Let op de toestand van de installatie en de drempelvulstand (Procesweergave Systeem, Enter ... > Menu B1 / Weergeven, Enter ... > Menu D2 / Gegevens, Enter ... > Menu F2 / Niveau, Enter). Als het vullen is voltooid, (vul- en aftapkraan Dicht) de afsluiter in de bijvulstrang openen.
Pomp ontluchting, uitvoering M 0. Afbeelding 64
• Schakel de besturing IN. Na een korte vertraging wordt klep 3 Bijvulling ingeschakeld. Wanneer een vulstand van ca. 7% is bereikt, moet de besturing UIT worden geschakeld en de pomp worden ontlucht (... Pompen, Afbeelding 63; 64). De pompmodules M 3 en D 3 zijn voorzien van automatische ontluchters. Hiervan dient de rode stofkap één slag te worden geopend (afbeelding 65).
• Wanneer de geprogrammeerde bijvulhoeveelheid wordt overschreden (per dag / 24 h; Fout bijvulhoeveelheid), Pompontluchting, afbeelding D 2, uitvoering M 1; M 2; D 1; D 2. Afbeelding 65
kan deze hoeveelheid door het uit- en opnieuw inschakelen van de besturing nogmaals ter beschikking worden gesteld (systeemdichtheid controleren, bij permanent bedrijf van de expansie-automaat leidt de ontgassing tot volumeafname van de warmtedrager, Bijvulhoeveelheden, Voorinstellingen: Menu F4 a, regel 4, zonder impulswatermeter, regel 5 met impulswatermeter).
• Open de verzegelbare kogelkranen in de afvoeraansluiting (Systeemtoevoer; -afvoer). • Breng de verzegeling aan (geopende positie). Het volbrengen van bovenstaande uit te voeren handelingen, de inachtneming van de technische informatie, aanwijzingen en uitleg in deze bedieningsinstructies leiden tot: Expansie-automaat, ingeschakeld.
• Schakel de besturing IN. Automatische ontluchting met beluchtingsstop, afbeelding M 3, uitvoering M 3, D 3.
Daardoor bevindt de expansie-automaat zich, afhankelijk van de installatietoestand, in de ontgassingsmodus ofwel in drukhouding ( ... Bijvulling). De voorinstelling voor de ontgassingsmodus is: Turbo (Menu G6 a, regel 3). Wanneer deze instelling niet wordt veranderd, wordt automatisch teruggesteld op: Normaal. De tijd voor deze wissel bevindt zich in: Menu F3 a, regel 5. Opstartperikelen of wezenlijke hydraulische wijzigingen in de retourleiding kunnen leiden tot herhaald inschakelen van pomp of innameklep met korte tussenpozen. In deze kortdurende toestand geschiedt de vaststelling van de schakelwaarde overeenkomstig de aanwezige hydraulische verhoudingen.
15 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:04 Pagina 16
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
6. Inbedrijfstelling Reactivering
•
Na een lange stilstandtijd. Het wordt aanbevolen om vóór de inbedrijfstelling onderhoud te verrichten. Maak de waterruimten van de expansie-automaat leeg (afbeelding 62; 66) en zorg ervoor, dat alle controles, aangaande noodzakelijke voorwaarden voor montage als voor de inbedrijfstelling opnieuw gebeuren. Gebruik het protocol voor de inbedrijfstelling ook voor de reactivering en controleer in het bijzonder op systeemwijzigingen die kunnen leiden tot andere bedrijfsomstandigheden van de expansie-automaat (bijv. insteldruk).
•
Na spanningsuitval aan de voeding. De op de besturing geprogrammeerde waarden en instellingen voor drukbehoud, ontgassing en bijvulling blijven aanwezig, zodat de automatische werking bij terugkerende bedrijfsspanning automatisch plaatsvindt (Besturing IN). Bijzondere bedrijfstoestanden in de installatie (bijv. afkoeling onder de ingestelde regelwaarde) kunnen toelaatbare bedrijfswaarden van de expansie-automaat over- of onderschrijden. Let op: Er dient voor te worden gezorgd, dat de bij afkoeling of opwarming van het systeem optredende minimum- en maximumsysteemdruk de toelaatbare bedrijfsdrukken van de expansie-automaat niet onder- of overschrijden. Onder- en overdrukbeveiligingen voor de verwarmings- of airconditioninginstallatie vormen geen onderdeel van de Flamcomat leveromvang. Controleer de goede werking van de automaat, nadat er weer netspanning aanwezig is, op betrouwbaarheid en stel bij geïnstalleerde SDS module 32 (Timer, bedrijfsurenteller) zo nodig de actuele waarden voor datum en tijd (Menu F5) opnieuw in.
Afbeelding 66
7. Onderhoud
Ontluchtingsventiel, aansluitgroep, beschermkap geopend.
Voer het onderhoud uit tijdens de rusttijd van het systeem en zorg ervoor dat er vanuit de installatie geen aanvragen voor drukhouding aanwezig zijn. Let erop dat de verzegelbare kogelkranen op de expansie-automaat en op de expansieleiding uitsluitend tijdens de rusttijden van de aandrijvingen (pomp, klep) mogen worden bediend, daarom bij uitgeschakelde besturing. Houd rekening met de bedrijfsveiligheidsinstructies voor de totale installaties. Aanvullend raden wij u aan om de onderstaande onderhoudswerkzaamheden uit te voeren en te implementeren in uw installatie onderhoudsplan.
Onderhoudstermijn
Object standaardlevering
Onderhoud, maatregel
Halfjaarlijks
Vuilvanger 3.8 )*
Reinigen filterinzet, filterhuis
Filter terugstroombeveiliging
Indien deze toebehoren is geplaatst.
Beluchtingsstop, ontluchtingsklep 1.2 )*, automatische ontluchter 3.18 )*
Reinigen, functietest. Schroef de rode dop met het messing voetje los en reinig de zich daarin bevindende veer en kogel. (!!kan wegspringen!!) Monteren in omgekeerde volgorde. Schroef rode stofkap vast en open deze één slag.
Handbediende regelklep 3.11; 3.12 )*
Controleren en de voorinstelling volgens diagram, bijlage tot stand brengen (verzegelen).
Pomp 3.3; 3.4 )*, klep 1, 2, 3.13, 3.14 )*, klep 3, watermeter 3.15 )*
Functietest. Door vakbekwaam personeel in de bedrijfsmodus "Hand" uit te voeren. Andere controles kunnen plaatsvinden tijdens de werking van de expansie-automaat (observatie). Pomp ontluchten (M 0; M 1; M 2; D 1; D 2)
Besturing 3.20 )*, parameters
Controle en herstellen van de noodzakelijke instelwaarden (Overzicht menu; bijlage 2)
Vat 1 )*, pompmodule 3 )*
Controleren en evt. herstellen van de dichtheid van alle hydraulische aansluitingen en afdichtingen. Controle op uitwendige beschadigingen, vervormingen of corrosie en herstellen van de operationele toestand.
Veiligheidsventiel 3.17 )*
Functietest. Door vakbekwaam personeel in de bedrijfsmodus "Hand" uit te voeren. Daarvoor dient de verzegelbare kogelkraan 2.1 )* in de aansluitcomponentengroep kort te worden gesloten.
Jaarlijks
)* Positie, pagina 4; 5.
16 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:04 Pagina 17
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
7. Onderhoud Neem tijdens uw handelingen ook de eveneens geldende instructies in acht. Instructies die voor de werking en het onderhoud van speciale uitvoeringen of toebehoren noodzakelijk zijn, kunnen bij de levering zijn ingesloten. Verdere controles (bijv. controle binnenzijde vat) dienen overeenkomstig de ter plaatse geldende regels en procedures door de gebruiker te worden vastgelegd. Aftappen vat Wanneer het aftappen van het expansiewater in het basisvat resp. in de koppelvaten noodzakelijk wordt, houd dan rekening met de onderstaande handelingsvolgorde:
• Noteer het aanwezige niveau (%), af te lezen in de procesweergave van de besturing (bijv. afbeelding 22; pagina 11).
• Schakel de besturing UIT. • Sluit de verzegelbare kogelkranen op de expansieleiding (Systeem toe- en afvoer) en op de aansluitcomponentengroep (Vat-toevoer, -afvoer).
• Sluit de afsluiter op de bijvulaansluiting. • Voer de noodzakelijke werkzaamheden aan het vat uit (aftappen). • Schakel de besturing IN. • Controleer het aanwezige niveau (%), af te lezen in de procesweergave van de besturing. Een waarde > 0% vereist een nieuwe bedrijfsafregeling (basisvat). De procedure voor deze afregeling vindt u op pagina 11; afbeelding 26 e.v.; de uitvoering in afbeelding 31. (het ononderbroken indrukken van Terug (afbeelding 31) leidt naar de procesweergave, bijv. : afbeelding 25).
• Vul het basisvat resp. de koppelvaten. De automatisch geregelde vulstand kan via de procesweergave worden waargenomen en het vulproces kan bij het bereiken van de vooraf genoteerde waarde worden onderbroken. Aanwijzing: Het vullen dient bij voorkeur via de vataansluiting: VENTIEL (markering) te gebeuren. Als basisen koppelvat moeten worden gevuld, open dan de verzegelbare kogelkranen per vataansluiting (Toe- en afvoer). Let erop dat de vulstandcontrole via de inhoudsensor van het basisvat gebeurt. Vullen via de bijvulaansluiting kan door geïnstrueerd, geschoold personeel in de bedrijfsmodus "Hand" worden uitgevoerd.
• Schakel de besturing UIT (verwijder de vulslang, sluit de vulaansluiting). • Open alle van tevoren gesloten kleppen (verzegelen) en ontlucht de pomp (pompen). • Schakel de besturing IN (bedrijfstoestand hersteld). Herstel van de operationaliteit
• Gebruik alleen originele Flamco reserveonderdelen en toebehoren. • Verricht geen eigenmachtige verbouwingen en wijzigingen aan de leveringsomvang. • De Algemene Verkoop en Leveringsvoorwaarden van de leverancier zijn van toepassing. • Voor onderhouds-, reparatie- en vervangingswerkzaamheden aan de volgens opdracht geleverde Flamcomat expansie-automaat en toebehoren, bevelen wij de Flamco Customer Support servicedienst aan.
17 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:04 Pagina 18
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Bijlage 1: Technische gegevens, informatie, hydraulische apparatuur. Vat, maten en gewichten
Vatdiameter
Hoogte
Vatflens
Vatflens
D (mm)
H (mm)
G (G; inch)
G1 (G; inch)
F (DN)
F1 (DN)
150
550
1350
11/2
200
550
1530
11/2
1
/2
165
56
1
/2
165
71
2030
1
1 /2
1
300
550
400
750
/2
165
91
1535
11/2
1
/2
165
131
600
750
1955
11/2
1
/2
165
161
800
750
2355
11/2
1
/2
165
196
1000
750
2855
11/2
1
/2
165
227
1000
1000
1915
1
1 /2
1
/2
165
261
1200
1000
2210
11/2
1
/2
165
291
1600
1000
2710
11/2
1
/2
165
346
2000
1200
2440
11/2
1
/2
165
431
2800
1200
3040
11/2
1
/2
165
516
3500
1200
3840
1
1 /2
1
/2
165
626
5000
1500
3570
11/2
1
/2
165
1241
6500
1800
3500
11/2
1
/2
165
500
1711
8000
1900
3650
11/2
1
/2
165
500
1831
10000
2000
4050
11/2
1
/2
165
500
2026
Nominaal volume
(liter)
VatCondens aansluiting aftap toevoer, afvoer
ØD
Ledig gewicht (levertoestand zonder verpakking (kg)
Onderaanzicht G
G1
G
F
Onderaanzicht ØD G
G
F
G1
Onderaanzicht G
G ØD
F
G1
Flamco STAG GmbH 39307 Genthin GERMANY Typ Typ Ty Année de fabrication N˚ de série Year of manufacture SerialSerienHerstellungsjahr litres Capacité nominale litre Nominal Liter Nenninhalt Surpression de service admissible ba Permissible working overpressure Zulässiger Betriebsüberdruck Surpression d`essai ba Test Prüfüberdruck Température de service mini. / maxi. admissible Permissible working temperature min. / max. Zulässige Betriebstemperatur min. / max.
˚
Flamco STAG GmbH 39307 Genthin GERMANY Typ Typ Ty Année de fabrication N˚ de série Year of manufacture SerialSerienHerstellungsjahr litres Capacité nominale litre Nominal Liter Nenninhalt Surpression de service admissible ba Permissible working overpressure Zulässiger Betriebsüberdruck Surpression d`essai ba Test Prüfüberdruck Température de service mini. / maxi. admissible Permissible working temperature min. / max. Zulässige Betriebstemperatur min. / max.
˚C
150 - 1000 liter
1200 - 5000 liter
6500 - 10000 liter 18
18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:04 Pagina 19
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Bijlage 1: Technische gegevens, informatie, hydraulische apparatuur. Vat, bedrijfsparameters. Nominaal volume
Toelaatbare bedrijfsdruk
Testdruk
Toelaatbare min. bedrijfstemperatuur
Toelaatbare max. bedrijfstemperatuur
(bar)
(ºC)
(ºC)
Toelaatbare permanente temperatuur aan het membraan (ºC)
150 - 3500
0
8,6
0
70
70
5000 - 10000
0
4,3
0
70
70
(manometrisch) (liter)
(bar)
Minimumafstanden
Flamco STAG GmbH 39307 Genthin Typ Typ Ty N˚ de série Serial-
Flamco STAG GmbH 39307 Genthin Typ Typ Ty N˚ de série Serial-
Année de fabrication Year of manufacture
Année de fabrication Year of manufacture
SerienHerstellungsjahr litres Capacité nominale litre Nominal Liter Nenninhalt Surpression de service admissible ba Permissible working overpressure Zulässiger Betriebsüberdruck Surpression d`essai ba Test Prüfüberdruck Température de service mini. / maxi. admissible Permissible working temperature min. / max. Zulässige Betriebstemperatur min. / max.
˚
˚
Bedienung
SerienHerstellungsjahr litres Capacité nominale litre Nominal Liter Nenninhalt Surpression de service admissible ba Permissible working overpressure Zulässiger Betriebsüberdruck Surpression d`essai ba Test Prüfüberdruck Température de service mini. / maxi. admissible Permissible working temperature min. / max. Zulässige Betriebstemperatur min. / max.
150 - 1600 liter, min. 650 mm 2000 - 10000 liter, min. 1000 mm
Membraan
min. 500
min. 500
Bediening
min. 650
min. 500
0
n.
mi
80
Pompmodule, maten en gewichten. Hoogte
Lengte
(mm)
(mm)
(mm)
(G, inch)
M0
890
440
M1
890
M2
Type
Breedte Aansluiting Aansluiting Aansluiting vat installatie bijvulling
Rp, inch)
Rp, inch)
Ledig gewicht (levertoestand zonder verpakking (kg)
/2
15
/2
20
/2
23
/2
40
/2
34
/2
40
/2
75
330
1
1 /4
1
1
460
380
1
1 /4
1
1
890
460
380
11/4
1
1
M3
915
410
410
11/2
11/4
1
D1
890
590
500
11/2
11/4
1
D2
890
590
500
1
1 /2
1
1 /4
1
D3
915
560
410
11/2
11/4
1
19 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:04 Pagina 20
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Bijlage 1: Technische gegevens, informatie, hydraulische apparatuur. Pompmodule, bedrijfsparameters. Type
Toelaatbare bedrijfsdruk (manometrisch) (bar)
Indicatie ketelvermogens werkingsbereik (kW)
Toelaatbare min. Toelaatbare max. bedrijfstemperatuur bedrijfstemperatuur
M0
10
300 - 1300
5
70
M1
10
1000 - 4000
5
70
M2
10
2000 - 8000
5
70
M3
10
1200 - 4000
5
70
D1
10
2000 - 8000
5
70
D2
10
4000 - 10000
5
70
D3
10
2200 - 8000
5
70
(ºC)
(ºC)
Pompmodule, krachtgebied 9 D3
M3 8
Diagram 1 7
6
5
4
Insteldruk systeem [bar]
D2 3
M2 D1 M1
2
M0
1
0 1 Ketelvermogen [MW]
3 4 5 6 Koelvermogen [MW] = Ketelvermogen [MW] x 2,42 ≤ MW
7
8
9
10
0,9 1,0 1,1 1,2 1,25 1,35 1,4 1,5 1,6 1,7 1,8 1,95
0,7
0,5
0,4
Regelklep, voorinstellingen M 1 - klep 1; D 1 - klep 1 en 2. 0,3
Diagram 2
2
Insteldruk systeem [bar]
5
3
2
Handbediende regelklep
3,2 4,0
2,7
2,4
2,2
2,0
1,9
1,75
1,6
1,45
1,3
1,2
1,0
Regelklep, voorinstellingen M 2 - klep 1; D 2 - klep 1 en 2. 0,75
Diagram 3
4
Voorbeeld Insteldruk 3,0 bar 2,4
Insteldruk systeem [bar]
5
2 4
4
3
2
20 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:05 Pagina 21
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Bijlage 1: Technische gegevens, informatie, hydraulische apparatuur.
1,1 1,15 1,2 1,3 1,4 1,45 1,55
1,0
0,4 0,5 0,6 0,7 0,8 0,9
Regelklep, voorinstellingen M 3 - klep 1; D 3 - klep 1 en 2. 0,3 0,35
Installatie- en bedieningsinstructies Diagram 4
9
8
Insteldruk systeem [bar]
7
Diagram 5
6
Handbediende regelklep 5
4
Bijvulling, volumestroom
165 150 135
Zonder terugstroombeveiliging
120
Volumestroom [l/min.]
105 Met terugstroombeveiliging
90 75 60 45 2 Toevoerdruk [bar]
3
4
5
6
7
8
Inbouwschema, installatievoorbeeld. Afbeelding M 0 (M 1, M 2, M 3), basisvat Aanvoertemperatuur < = 100 ºC
Retourtemperatuur < = 70 ºC
Warmte opwekker / ketelcircuit
T
P
T
Basisvat
P A
expansieleiding vanaf installatie
Besturingsmodule
expansieleiding naar installatie
P
Onderlinge afstand van beide expansieleidingen aangesloten aan de retourleiding ca. 1 ...2 m. De expansieleidingaansluiting bij horizontaal geleide retourleiding dient, om vervuiling te voorkomen, van bovenaf (niet van onderaf) te worden uitgevoerd.
M F A
m3
Aansluitgroep Niet-drinkwater
21 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:05 Pagina 22
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Bijlage 1: Technische gegevens, informatie, hydraulische apparatuur. Inbouwschema, installatievoorbeeld. Afbeelding D 1 (D 2, D 3), basis- en koppelvat. Flamco wijst erop dat, indien de expansieleidingen binnen het ketelcircuit worden aangesloten, altijd een voorschakelvat moet worden geïnstalleerd. Warmte opwekker 1
T
Aanvoertemperatuur > 100 ºC < = 120 ºC
Warmte opwekker 2
P
T
P
T
T
P
P
P
Afsluiter
A
M
1)
Minimumdruk begrenzer
Afsluiter
expansieleiding vanaf installatie
Besturingsmodule
Basisvat
Koppelvat
Besturingsmodule
expansieleiding naar installatie
Retourtemperatuur < = 70 ºC
M
F A
Aansluiting vat
m3
)***
Aansluitgroep Koppelvat retour
Navulleiding drinkwater
Koppelvat aanvoer Terugstroombeveiliging met filter***
Afsluiter
***) toebehoren, verzegelbare kogelkranen.
Inbouwschema, installatievoorbeeld. Afbeelding M 0 (M 1, M 2, M 3), basisvat en voorschakelvat Aanvoertemperatuur > 100 ºC <= 120 °C
Basisvat
Besturingsmodule P
Afsluiter
A
M
Minimum drukbegrenzer
P
Afsluiter
P
T
Voorschakelvat (toebehoren, Flamco typen VSV of V-B)
expansieleiding naar installatie
T
expansieleiding vanaf installatie
Retourtemperatuur > 70 ºC
Warmte opwekker
Afsluiter
F A
m3
Aansluitgroep Navulleiding niet-drinkwater * Standaard leveringsomvang. ** Toebehoren. 1) Uitbreiding mogelijk met meerdere koppelvaten.
18501635
Uitgave 2004 / NL
22
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:05 Pagina 23
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Bijlage 2: Technische gegevens, informatie, elektrische apparatuur.
N
L
PE
N
L
PE
N
L
38
39
40
41
42
10
11
12
13
14
15
16
17
18 b
PE
b
1
ge/gn
37
0V
b
36
1
b
35
0V
ge/gn
34
1
b
33
COM 1 b
Motor 2
b
0V
Motor 1
ge/gn
Valve 3
AGND
Klep 3
TP-M2
Signal
TK-M2
Min.-PL
+24V
32
Min.-DB
b
31
IWZ PWM
sw2
U1
Druksensor Pressuresensor
GNDA
C-valve
b
R-Klep
sw
COM 1 a
R-V C-V
0-10V
Besturing, standaard klemmenplan.
+24V
Signal
AGND
0V
1
22
21
20
19
9
8
7
6
5
4
0V
1
1
2
PE
N
L
PE
N
L
b
GNDA
23
b
U2
24
ge/gn
25
b
26
b
27
ge/gn
28
b
sw
29
b
b
30
0-10V
ge/gn
F ext. 16A (K)
3
2
1
PE
N
L1
Mains supply
DR / D / G
C-V
C-Motor
Levelsensor
MB / T / G
TP-M1
Fault
Valve 1
Valve 2
Netaansluiting
R-V
R-Motor
Inhoudsensor
Sensor
TK-M1
Storing
Klep 1
Klep 2
230V 50Hz
Druksensor Uitvoering 1
Inhoudssensor
Stecker x1
Druksensor Uitvoering 2
Stecker x1
Motor 1 TK intern
Motor 2 TK intern
Stecker x1
sw
+24 V
sw
+24 V
b
Signal
sw2
b
+24 V
b
Stecker x1
b
Aanwijzing: alternatieve 1-adermarkering 230V: N-zwart 1 L-zwart 2
Stecker x1
Buchse x2
Buchse x2 b
1N
ge/gn b
b
2L
2L
TK-M2
Motor 1 L
PE
N
L
41
42
13
14
15
16
17
18
sw
b
ge/gn
b
b
TP-M1 ge/gn PE
b
1 sw
0V
Motor 2 TK extern
sw
21
Motor 1 TK extern
b
N
ge/gn
PE
sw
1
sw
0V
22
TK-M1
Motor 2
sw
TP-M2
ge/gn
sw
b
b ge/gn
b
1N
ge/gn
sw
Buchse x2
2L
Signal
Klep 1
Stecker x1
b
b
4
Klep 2
1N
PE
Buchse x2
Signal
Klep 3
ge/gn
PE
b
4
Buchse x2
ge/gn
b
Buchse x2
b
4 b
4
PE
23 18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:05 Pagina 24
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Bijlage 2: Technische gegevens, informatie, elektrische apparatuur. Besturing, klemmenplan aanvullingen. IWZ
Min.-DB
PWM
Min.-PL
R-Klep
33
37
38
gu
sw2
sw
40
sw
1
sw2
0V
sw
24
29
GNDA
28
r
sw2
39
gu
1
23
20
19
1
2
DR / D / G
C-Motor
MB / T / G
Fault
R-Motor
Sensor
Storing
Membraanbreuksensor
Inhoud analoog
Druk analoog
Impulswatermeter
Minimumdrukbegrenzer P
GBS RS485
0V
sw
GNDA
32
1
sw2
0-10V
0V
0-10V
COM 1 a
r
C-valve
4
Data protocol
Menu G8a 1
max. < 5 kOhm
max. < 5 kOhm
SDS module 33
SDS module 33
Menu G7a 3
Contact 1; 2 geopend: IN.
Verzamelstoringsmelding 1 2O
Menu G10a 1
Potentiaalvrij contact Max. 240 V AC; 1 A; NC - Openend bij storing.
Besturing, elektrische gegevens
Besturing, kabelwartels
Object Voeding
Nr. Toewijzing, component
Gegevens 200 - 240 V; 45 - 60 Hz; (bedrijfsfrequentie van de motoren, klepspoelen 50 Hz; bedrijfsspanning van de motoren, klepspoelen 230 V) L; N; PE (CEE) Extern afzekeren: 16 A traag (K)
1 2 3 4 5 6 Zekeringen intern 7 8 9 10 11
Interne zekeringen
Flamco
press enter
SDS
electronic control unit standard pressure control
D
Motor 2 Motor 1 Besturing
1 2 3 4 5 6
Motor 2; glaszekering: T 16 A 250 V Motor 1; glaszekering: T 16 A 250 V Besturing; glaszekering: T 400 L 250 V
Veiligheidsklasse
IP 54 Inhoudssensor IP 65
Geïnstalleerd vermogen
M0 M1 M2 M3 D1 D2 D3
0,4 kW 0,85 kW 1,2 kW 1,2 kW 1,6 kW 2,3 kW 2,4 kW
kabeldiameter min. - max. [mm]
1
(impulswatermeter, toebehoren)
3-5
2
druksensor
5-9
3
klep 3
5-9
4
motor 1
5-9
5
motor 2
5-9
6
net-toevoerkabel
8 - 12
7
inhoudssensor (signaal, analoog, toebehoren)
5-9
8
verzamelstoringsmelding (membraanbreuksensor, speciale uitvoering)
5-9
9
minimumdrukbegrenzer (toebehoren)
5-9
10
klep 1
5-9
11
klep 2
5-9 24
18501635
Uitgave 2004 / NL
18501635 NL Flamcomat inst. 29-03-2004 09:05 Pagina 25
F L A M C O M AT I N S TA L L AT I E - E N B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
Flamco Installatie- en bedieningsinstructies
Bijlage 2: Technische gegevens, informatie, elektrische apparatuur. Besturing, overzicht menu
PROCESWEERGAVE Systeem /
Procesweergave
Fout Bedrijfsmodus 'Hand' Gemeten druk Niveau Bijvultijd /
*
Foutenlijst actief
Bevestigen
Normale inbedrijfstelling
Bijvulhoeveelheid
SELECTIEMENU B
Schermdisplays
1
Invoer
2
Terug
3
CODEMENU Code
Bewerken
K1
K1
1
Modus
2
Data
3
Service
4
Terug
D
Systeemclassificatie
SERVICEMENU E
7 8
Aanduiding van de inbedrijfstelling. Aanduiding van het onderhoud.
1
Weergeven
E1a
1-4
Softwareversie
2
Weergeven
E2
1
Inbedrijfstelling
3
Weergeven
E3
1-2
Wijzigen
1-2
Onderhoud
4
Weergeven
E4a
1-2
Wijzigen
1-2
Foutenlijst
5
Weergeven
6
Weergeven
E6a
1-15
7
Weergeven
E7a
1-7
Wijzigen
1
Projectnummer
(Flamco)
Waarden statistiek Bedrijfsuren
*
1-25
8
Terug
Systeemdata
PARAMETERMENU
1
Instelling van de systeemdruk.
F
Systeemdruk
1
Weergeven
F1a
1-24
Niveau
2
Weergeven
F2a
1-10
Ontgassing
3
Weergeven
F3a
1-7
2
Instellen, activeren tijd, datum.
Bijvulling
4
Weergeven
F4a
1-7
5
Weergeven
3
Zomertijdcompensatie IN, UIT.
Overige
6
Weergeven
F6a
1-24
Terug
7
Tijd, datum
*
4
Bedrijfsafregeling van het lege vat (nulstelling).
5
Begrenzing van de ontgassingstijden.
* *
1/2
1
Weergeven
ID
1-2
Taal
2
Weergeven
G2a
1-5
Wijzigen
1-4
Afregeling inhoud
3
Weergeven
G3a
1-3
Wijzigen
2
Afregeling klep
4
Weergeven
G4a
1-3
Bedrijfsmodus
5
Weergeven
G5a
1-6
Ontgassing
6
Weergeven
G6a
1-4
Wijzigen
1-3
Bijvulling
7
Weergeven
G7a
1-4
8
Weergeven
G8a
1-4
9
Weergeven
G9a
1-3
10
Weergeven
G10a
1-2
11
Weergeven
G11a
1-2
12
Weergeven
G12a
1-4
13
Weergeven
W
1-8
*
Motorbeveiliging Min. -drukbegrenzer
*
Ontlastklep Regelmodus
6
Wijzigen
ID - Nummer
Sensor Aanvoertemperaturen boven 100 ºC. Activeren van de ingangen voor de minimumdruk begrenzer.
Wijzigen
Systeemconfiguratie
PARAMETERMENU G
Code-nr.: K1 = 000001
SELECTIEMENU
Weekprogramma
* *
Terug
Wijzigen
*
1
Wijzigen
*
1-7
14
*
Toebehoren
25 18501635
Uitgave 2004 / NL