QFM examen
Examen QFM Instructieblad Betreft:
examen: onderdeel: datum: tijdsduur:
QFM Schriftelijk examen 02-09-2011 180 minuten (10.00 – 13.00 uur)
Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start! Aanwijzingen:
Het aantal pagina’s van dit examen inclusief het voorblad is 11 Controleer of de opgave compleet is.
Het examen papier is zelfkopiërend.
Duidelijk met ballpoint schrijven.
Geen vellen op elkaar leggen
Op de eerste bladzijde moet worden vermeld: Datum examen Onderdeel Totaal aantal bladzijden
Op elk blad examenpapier moet de volgende informatie vermeld worden: Examennummer Volgnummer bladzijde Het betreffende onderdeel (in verband met de gesplitste correcties)
Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen
Aan het eind van het examen de uitwerkingen per onderdeel van elkaar gescheiden, wit en geel gesplitst in het gele mapje op tafel laten liggen De roze kopie mag u behouden
Bij het examen is het toegestaan de verplichte boeken en de syllabus van de module te raadplegen. Indien u in de boeken c.q. syllabi aantekeningen heeft gemaakt, behoeft u deze niet te verwijderen.
Deze informatie is van belang voor een juiste en snelle correctie.
Het examenreglement stelt, dat het resultaat van een examen als voldoende wordt aangemerkt als aan één van de volgende criteria wordt voldaan:
de som van de cijfers van de 4 deelexamens is 24 of hoger en niet meer dan één van de deelexamens is onvoldoende (vijf);
de som van de cijfers van de 4 deelexamens is 28 of hoger en niet meer dan twee van de deelexamens zijn onvoldoende (vijf), of niet meer dan één van de deelexamens is dubbel onvoldoende (vier);
Heeft een kandidaat bij het examen een onvoldoende resultaat behaald, dan blijven (eventuele) voldoendes voor deelexamens bij volgende examens gehandhaafd.
N.B.
Houdt u er rekening mee dat niet de omvang van de beantwoording, maar de kwaliteit wordt beoordeeld.
02-09-2011
Pagina 1 van 11
QFM examen
Onderdeel 1: Corporate Finance (20 punten) NB. Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen
Heuvelman BV Van staalhandel Heuvelman BV heeft u de volgende informatie beschikbaar. Dit is via de gedeponeerde jaarrekening (bij de kamer van koophandel) bij u terecht gekomen. Balans per 31 december (Alle bedragen zijn x € 1.000) 2010 Vaste Activa *
2010
40.000
Eigen Vermogen
110.000
Voorraden
160.000
Lening MK
30.000
Debiteuren
240.000
Crediteuren
80.000
0
Bank RC **
220.000
Liquide middelen
440.000 *
Hiervan is 30.000 betaalde goodwill uit hoofde van een bedrijfsovername
**
De faciliteit beloopt ook 220.000
440.000
Resultatenrekening Alle bedragen zijn x € 1.000) 2010 Netto omzet
960.000
Inkoopwaarde van de omzet
840.000
Bruto winst
120.000
Personeelskosten
50.000
Overig
22.000
Afschrijving
10.000
Bedrijfsresultaat
38.000
Interest ***
16.000
Resultaat voor belasting
22.000
Belasting Resultaat na belasting ***
5.500 16.500
het gemiddelde rentepercentage is 6,4%
Vraag 1 (2 punten)
Geef commentaar op de volgende stelling. Geef daarbij aan of de stelling juist of onjuist is en wat er wel en niet correct is. De stukken die bij de KVK worden gedeponeerd, zijn de fiscale stukken, die naar normen die in het maatschappelijk verkeer als aanvaardbaar worden geacht, een zodanig inzicht geven, dat een verantwoord oordeel mogelijk is over vermogen en resultaat, alsmede voor zover de aard van de jaarrekening dat toelaat omtrent solvabiliteit en liquiditeit.
Voor het beoordelen van de kredietwaardigheid van de onderneming speelt de zogenaamde Loss Given Default (LGD) voor de bank een belangrijke rol.
02-09-2011
Pagina 2 van 11
QFM examen
Vraag 2 (6 punten)
Geef aan wat wordt bedoeld met de LGD. Geef aan, onder vermelding van uw veronderstellingen, hoe u de LGD inschat voor Heuvelman.
De onderneming moet in 2011 11.000 aflossen. De verwachte rente over 2011 is 16.000. Voor het overige verwacht Heuvelman een ‘steady state’, dat wil zeggen geen krimp of groei van de omzet. Vraag 3 (4 punten)
Bereken in welke mate de onderneming op basis van de kasstroom op winstbasis in staat is aan haar netto rente -en aflossingsverplichtingen te voldoen. Is dat voldoende?
Vraag 4 (4 punten)
Bereken en beoordeel de solvabiliteit. Betrek in uw beoordeling de goodwill vanuit het perspectief van de bankier.
Vraag 5 (4 punten)
Heuvelman’s controller meent dat Heuvelman een zeer rendabele onderneming is die veel waarde creëert. Het operationele rendement kan berekend worden door operationele resultaat na belasting (NOPAT) uit te drukken in een percentage van het aangewend vermogen. Voor Heuvelman is dat circa 8%. Is dit een goede operationele rentabiliteit? Betrek in uw antwoord de kostenvoet van de onderneming. De betacoëfficiënt voor Heuvelman is overigens 4, de risicovrije rente is 3,5% en de marktrisicopremie is 4,5%.
02-09-2011
Pagina 3 van 11
QFM examen
Onderdeel 2:
Working Capital Management/Liquiditeitenbeheer (30 punten)
NB. Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen Liquiditeitsmanagement De cash manager van Deurloo is bezig de liquiditeitspositie voor het komende jaar in kaart te brengen. Hij stelt hiertoe een liquiditeitsbegroting samen. Enkele punten die aandacht behoeven bij zijn liquiditeitsplanning zijn hieronder weergegeven. A
Op 1 oktober 2003 heeft de onderneming een lening gesloten ter waarde van € 20.000.000. Met de bank is overeengekomen dat de lening wordt afgelost met halfjaarlijkse bedragen van € 1.000.000. De eerste aflossing heeft op 1 april 2004 plaats gevonden en verder is steeds aan de aflossingsverplichting voldaan. De rente bedraagt 6% op jaarbasis en wordt eveneens halfjaarlijks op 1 oktober en op 1 april bij vooruitbetaling voldaan.
Vraag 1 (5 punten)
Bepaal de bedragen die als gevolg van deze lening op de resultatenrekening over het jaar 2011 worden opgenomen.
Vraag 2 (3 punten)
Bepaal de bedragen die als gevolg van deze lening op de liquiditeitsbegroting over het jaar 2011 worden opgenomen.
Vraag 3 (2 punten)
Bepaal de bedragen die als gevolg van deze lening op de balans per 31 december 2011 worden opgenomen.
B
De omzet van de onderneming vindt uitsluitend op rekening plaats. De debiteurenstand op de balans per 1 januari 2011 is € 8.500.000. Voor de eerste zes maanden van 2011 is de volgende omzet geraamd. Januari Februari Maart April Mei Juni
€ 3.000.000 € 2.600.000 € 4.500.000 € 5.400.000 € 5.600.000 € 5.000.000
De krediettermijn van afnemers is standaard vastgesteld op 2 maanden. Gemiddeld betalen afnemers echter na 3 maanden. De onderneming heeft beleid ingezet om de betaaltermijn van de afnemers terug te brengen naar de standaard 2 maanden die daarvoor staan. Dit beleid zal ingaande de omzet van de maand maart worden geëffectueerd. Vraag 4 (6 punten)
C
Bepaal de ontvangsten van debiteuren in het eerste en in het tweede kwartaal van 2011.
De inkoopprijs van de door de onderneming ingekochte goederen bedraagt steeds 50% van de omzet. De goederen worden gemiddeld één maand voor het moment van verkoop ingekocht. Van leveranciers wordt een kredietduur genoten van twee maanden. Zie voor de omzetgegevens de prognose die onder B is gegeven.
Vraag 5 (4 punten)
02-09-2011
Bepaal het bedrag dat in totaal aan crediteuren moet worden betaald in het tweede kwartaal van 2011.
Pagina 4 van 11
QFM examen
Werkkapitaal Een goed beleid ten aanzien van de beheersing van het werkkapitaal van de onderneming draagt bij tot verbetering van de rentabiliteit. Vraag 6 (3 punten)
Verklaar hoe een goed opgezet werkkapitaal management kan bijdragen tot een verbetering van de rentabiliteit van de onderneming.
Een betere beheersing van het werkkapitaal kan vorm worden gegeven door het klantorder ontkoppel punt (KOOP) te verschuiven. Verschuiven van het KOOP naar links verkleint de voorraad en verkleint ook het risico. Vraag 7 (4 punten)
Verklaar hoe een verschuiving van het KOOP naar links: -
de hoogte van het in voorraden geïnvesteerd vermogen helpt te verkleinen.
-
het risico helpt te verkleinen.
Bij het bestellen van grondstoffen kan gebruik worden gemaakt van het model van Camp. Van grondstof G zijn de volgende gegevens bekend. -
Verbruik op jaarbasis 400.000 kilo.
-
Vaste kosten per bestelling € 245.
-
Bijkomende bestelkosten per 100 kilo grondstof G € 2,50.
-
Opslagkosten per kilo G € 0,20 per jaar.
-
Rentekosten 8% over het gemiddeld in voorraad G geïnvesteerd vermogen.
-
Inkoopprijs van G is € 10 per kilo.
-
Veiligheidsvoorraad 10.000 kilo G.
Vraag 8 (3 punten)
02-09-2011
Bepaal wat de optimale bestelhoeveelheid van G is volgens het model van Camp.
Pagina 5 van 11
QFM examen
Onderdeel 3: Credit Management (20 punten) NB. Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen Casus 1 Koper BV heeft een partij computers gekocht van Compu BV. Compu BV levert de computers aan Koper BV en stuurt een factuur voor deze levering. Aangezien Koper BV verzuimt te betalen, heeft Compu BV reeds meerdere malen contact gehad met Koper BV voor het alsnog voldoen van de factuur. Echter, Koper BV weigert, zonder opgaaf van redenen, te betalen. Vraag 1 (3 punten)
Kan Compu BV het faillissement aanvragen van Koper BV? Zo ja, aan welke voorwaarden moet in ieder geval zijn voldaan om het faillissement aan te vragen?
Casus 2 Compu BV heeft reeds conservatoir beslag laten leggen op een machine van Koper BV. Vraag 2 (3 punten
Wat gebeurt er met het beslag als het faillissement wordt uitgesproken?
Casus 3 Piet is door omstandigheden in de financiële problemen terecht gekomen. Hij is niet meer in staat om zijn schulden af te lossen en de rekeningen stapelen zich op. Piet is technisch gezien failliet. Vraag 3 (3 punten)
Aan welke voorwaarden moet Piet voldoen om toegang te krijgen tot de WSNP?
Casus 4 Jansen BV koopt drie printers bij de webwinkel Print BV. Jansen BV besteld de printers online en rekent online af. Na het afrekenen krijgt Jansen BV een afschrift via mail, waarin onder andere verwezen wordt naar de algemene voorwaarden van Print BV. Deze liggen ter inzage bij de Kamer van Koophandel. Vraag 4 (3 punten)
Welke van de volgende stellingen is juist? a. De algemene voorwaarden zijn te laat ingebracht door Print BV, maar wel op de juiste manier. Het is niet noodzakelijk om ze online beschikbaar te stellen. b. De algemene voorwaarden zijn op tijd ingebracht door Print BV en op de juiste manier. Het is niet noodzakelijk om ze online beschikbaar te stellen. c. De algemene voorwaarden zijn te laat ingebracht door Print BV en niet op de juiste manier. Ze moeten online ter beschikking worden gesteld en de koper moet de voorwaarden kunnen opslaan. d. De algemene voorwaarden zijn op tijd ingebracht door Print BV, maar niet op de juiste manier. Ze moeten online ter beschikking worden gesteld en de koper moet de voorwaarden kunnen opslaan.
Vraag 5 (3 punten)
02-09-2011
Wat is het belangrijkste verschil tussen een besloten vennootschap en een naamloze vennootschap?
Pagina 6 van 11
QFM examen
Casus 6 Klaas en Jan zijn voornemens een groothandel voor kantoorartikelen te beginnen. Na informatie te hebben ingewonnen, hebben ze besloten de groothandel als een B.V. op te richten. De B.V. is nog niet opgericht en het pand waar de groothandel in moet komen is nog niet helemaal verbouwd. Toch dient zich reeds een mooie kans aan. Een partij kantoorartikelen tegen een relatief lage prijs. Ze willen dan ook op naam van de groothandel deze artikelen alvast inkopen. Vraag 6a (3 punten)
Kunnen Jan en Klaas de artikelen inkopen op naam van de groothandel, ondanks het feit dat de B.V. nog niet is opgericht en het pand nog moet worden verbouwd? Licht het antwoord toe.
Vraag 6b (2punten)
Wie is aansprakelijk als de betreffende kantoorartikelen niet worden betaald? Licht het antwoord toe.
02-09-2011
Pagina 7 van 11
QFM examen
Onderdeel 4: Factoring Management (30 punten) NB. Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen
Theorie (6 punten) Vraag 1 (2 punten)
a.
Wat zijn de redenen dat in Nederland het kredietrisico’s op vorderingen door factors wordt ondergebracht bij kredietverzekeraars? Waarom nemen factors in het algemeen dit risico niet zelf? (noem minimaal drie redenen)
b. Wat is het belangrijkste verschil tussen traditionele factoring en supply chain finance/reversed factoring? Vraag 2 (2 punten)
a.
Welk probleem kan ontstaan bij het gebruik van incassorekeningen in het geval van stille verpanding van de vorderingen en hoe kan dit worden opgelost?
b. Wat is het belang van de maximale schadeloosstelling in een kredietverzekeringsovereenkomst voor de factor? Vraag 3 (2 punten)
Geef van onderstaande vorderingen aan of en waarom deze wel of niet (gedeeltelijk) “factorabel” zijn? a. Een vordering betreffende leveringen met recht van retour. Historisch is bekend dat gemiddeld 25% van de geleverde zaken onverkocht retour wordt gezonden b. Een termijnfactuur van 35% van een totaal opdrachtbedrag c.
Een vordering uit hoofde van een tolling agreement
d. Een vordering op een debiteur waarmee een jaarbonus overeen is gekomen
02-09-2011
Pagina 8 van 11
QFM examen
Case (24 punten) Floreos B.V. is een familiebedrijf (vader en dochter Bloem bezitten respectievelijk 40% en 60% van de aandelen) in import en export van snijgroen en decoratiemateriaal. Het bedrijf is opgericht in 1970. Floreos B.V hield zich aanvankelijk bezig met exportactiviteiten in snijbloemen en potplanten. Een agressief wervingsbeleid van de veilingen in productielanden van snijbloemen enerzijds en veranderde marketingconcepten van exporteurs in deze landen anderzijds zorgden ervoor dat deze activiteiten steeds verder in omvang terugliepen en het rendement onder druk kwam te staan. Deze ontwikkelingen hebben ertoe geleid dat Floreos B.V. besloten heeft om de handel in snijbloemen te beëindigen en zich geheel toe te leggen op de import en export van snijgroen. Floreos B.V is hiermee specialist in het wereldwijd inkopen en het op Europees niveau verkopen van decoratief snijgroen en andere decoratiematerialen. Floreos B.V. importeert producten uit Duitsland, Spanje en Engeland en buiten Europa uit Afrika en Latijns America. Deze producten worden geleverd aan specialistische bloemenzaken en aan tuincentra in Europa. Floreos B.V. heeft als doel het komende jaar zijn marktaandeel met 20% te vergroten. Om de geplande groei georganiseerd te laten realiseren werkt Floreos B.V. continu aan het verbeteren van de organisatie. De organisatie heeft vijf vestigingen binnen Nederland. Het hoofdkantoor en vier verkoopkantoren die zijn gevestigd op verschillende grote bloemenveilingen in het land, namelijk te Apeldoorn, Bleiswijk, Venlo en Ridderkerk. De vestigingen zijn nevenvestigingen van het hoofdkantoor en zijn dus allen onderdeel van dezelfde juridische entiteit, Floreos B.V. De omzet kenmerkt zich door een grote piek in de omzet traditioneel in november/december voor de kerstproducten en maart/april voor de paasproducten en voorjaarstuinen. Om de producten in optimale conditie te houden werkt Floreos B.V. met speciaal ontwikkelde transportkratten waarop statiegeld wordt gegeven.
Uittreksel jaarcijfers: Balans per 31 december 2010 (bedragen in Euro) Activa
31-12-2010
31-12-2009
Passiva
700.000 700.000
640.000 640.000
Voorraden Debiteuren Overige vorderingen Totaal vlottende activa
120.000 2.202.000 100.000 2.422.000
100.000 1.790.000 100.000 1.990.000
Langlopende schulden
Totaal
3.122.000
2.630.000
Totaal
Materiële vaste activa Totaal vaste activa
02-09-2011
Eigen vermogen Voorzieningen Crediteuren Schulden kredietinstellingen Belastingen Overige schulden Totaal kortlopende schulden
31-12-2010
31-12-2009
920.000 100.000
720.000 100.000
70.000
80.000
825.000 962.000 125.000 120.000 2.0327.000
675.000 875.000 80.000 100.000 1.730.000
3.122.000
2.630.000
Pagina 9 van 11
QFM examen
Resultatenrekening over 2010
2010
2009
Omzet Kostprijs verkopen
€ 19.120.000 € 16.200.000
+ −
€ 17.110.000 € 14.850.000
+ −
Bruto marge Personeelskosten Afschrijvingskosten Overige bedrijfskosten
€ 2.920.000 € 1.650.000 € 240.000 € 265.000
+ − − -
€ 2.260.000 € 1.610.000 € 210.000 € 245.000
+ − − −
€ €
765.000 210.000
+ −
€ €
195.000 145.000
+ −
Resultaat voor belastingen Belastingen
€ €
555.000 138.750
+ −
€ €
50.000 12.500
+ −
Netto resultaat
€
416.250
+
€
37.500
+
Bedrijfsresultaat Financiële baten en lasten/bankkosten
. .
Uittreksel debiteurenadminstratie (bedragen in Euro) debiteur
kredietlimiet 200.000 300.000 210.000 0 40.000 1.500.000
Groothandel Het Bloemetje B.V. Groothandel Groenland B.V. Inkooporganisatie Fleurin Engeland Mevr. Bloem BV Speciaalbedrijf Kerstversieringen B.V. Intratuin B.V. Diverse kleine afnemers (groothandel) Totaal
totaal
%
Niet vervallen
0-30 vervallen 30-60 vervallen 90-90 vervallen >90 vervallen
75.000 250.000 177.000 55.000 55.000 990.000 600.000
3% 11% 8% 2% 2% 45% 27%
50.000 150.000 147.000 25.000 32.000 500.000 325.000
5.000 80.000 7.500 30.000 3.000 250.000 135.000
5.000 5.000 15.000 0 7.500 200.000 56.000
0 15.000 7.500 0 5.000 40.000 37.500
15.000 0 0 0 10.000 0 47.500
2.202.000
100^%
1.229.000
510.500
287.500
105.000
72.500
Uittreksel crediteurenadminstratie (bedragen in Euro) crediteurenr
totaal
Niet vervallen 0-30 vervallen 30-60 vervallen 90-90 vervallen >90 vervallen
Export Pineapple Latin America. Moscompany GmbH Speciaalbedrijf Kerstversieringen B.V Diverse kleine leveranciers
350.000 245.000 30.000 200.000
250.000 200.000 17.000 180.000
50.000 40.000 9.000 12.000
25.000 5.000 0 7.000
25.000 0 0 0
0 0 0 1.000
Totaal
825.000
647.000
111.000
37.000
25.000
1.000
Vragen: Vraag 1 (3 punten)
Beoordeel het bedrijf op factorabiliteit en geef hierbij een onderbouwing.
Vraag 2 (3 punten)
Beoordeel en beschouw de financiële gegevens en activiteiten van Floreos B.V. in relatie tot factoring.
Vraag 3 (3 punten)
Benoem de voor- en nadelen van factoring voor dit specifieke bedrijf.
Vraag 4 (3 punten)
Welke informatie zal je als accountmanager bij Floreos B.V. additioneel opvragen om een indicatieve aanbieding te kunnen doen (noem minimaal 5 items)?
Vraag 5 (3 punten)
Beoordeel de debiteurenportefeuille en geef aan welke bijzonderheden hierin zijn te onderkennen en/of te verwachten vanuit de onderpand due diligence?
02-09-2011
Pagina 10 van 11
QFM examen
Het bevoorschottingspercentage bedraagt 75%. Er wordt gewerkt met datafactoring waarbij geen rekening wordt gehouden met (interne of externe) limieten per debiteur. Floreos B.V. blijft zelf het debiteurenbeheer verzorgen en er is sprake van stille verpanding van de vorderingen aan de factor. Facturen worden gefinancierd tot 90 dagen na vervaldatum. Voor compensaties wordt gebruik gemaakt van de saldo-methode. De uitstaande emballageverplichting bedraagt € 200.000. Vraag 6 (5 punten)
Stel het kredietruimteoverzicht op (er mag worden afgezien van opgelopen rente en kosten).
Floreos B.V. heeft de offerte geaccepteerd en de eerder genoemde debiteurenportefeuille per 31 december 2010 is ingeboekt, waarbij is afgesproken dat geen factorloon in rekening zal worden gebracht. Het factorloon bedraagt 0,4% en wordt alleen berekend over de debetomzet. Er mag worden afgezien van omzetbelasting. In de maand januari 2011 vinden de volgende mutaties plaats: -
Verpandingborderel ad € 250.000, hierin opgenomen € 25.000 aan inhoudingen en € 20.000 aan creditnota’s.
-
Betalingen op de incassorekening van € 190.000, waarbij € 10.000 aan betalingskortingen is verrekend. Betreffende vorderingen zijn voor 80% in de financiering opgenomen.
-
Bevoorschotting voor een bedrag van € 850.000 waarbij de factor een bedrag van € 100 aan kosten berekent.
-
Betaling van € 85.000 van debiteuren welke nog niet op de incassorekening maar rechtstreeks aan Floreos B.V. hebben betaald. Betreffende vorderingen zijn voor 100% in de financiering opgenomen.
Vraag 7a (2 punten)
Geef per mutatie aan welke wijziging optreedt in het bruto debiteurensaldo en het geschoond debiteurensaldo.
Vraag 7b (2 punten)
Bereken per eind januari 2011 (juist voor boeking van de rente over de maand januari)
02-09-2011
1.
het (bruto) debiteurensaldo
2.
de netto factoringfaciliteit
3.
het actuele financieringssaldo.
Pagina 11 van 11