QFM examen
Examen QFM Instructieblad Betreft:
examen: onderdeel: datum: tijdsduur:
QFM Schriftelijk examen 14-05-2013 180 minuten
Deze aanwijzingen goed lezen voor u met uw examen start! Aanwijzingen: •
Het aantal pagina’s van dit examen inclusief het voorblad is 9. Controleer of de opgave compleet is.
•
Het examen papier is zelfkopiërend. −
Duidelijk met ballpoint schrijven.
−
Geen vellen op elkaar leggen
−
Op de eerste bladzijde moet worden vermeld: Datum examen Onderdeel Totaal aantal bladzijden
−
Op elk blad examenpapier moet de volgende informatie vermeld worden: Examennummer Volgnummer bladzijde Het betreffende onderdeel (in verband met de gesplitste correcties)
−
Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen
−
Aan het eind van het examen de uitwerkingen per onderdeel van elkaar gescheiden, wit en geel gesplitst in het gele mapje op tafel laten liggen. De roze kopie mag u behouden
−
Bij het examen is het toegestaan de verplichte boeken en de syllabus van de module te raadplegen. Indien u in de boeken c.q. syllabi aantekeningen heeft gemaakt, behoeft u deze niet te verwijderen.
Deze informatie is van belang voor een juiste en snelle correctie.
N.B.
Houdt u er rekening mee dat niet de omvang van de beantwoording, maar de kwaliteit wordt beoordeeld.
14-05-2013
Pagina 1 van 9
QFM examen
Onderdeel 1: Corporate Finance (25 punten) NB. Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen
Van een machinebouwer is de volgende resultatenrekening over 2012 bekend: * € 10.000
Opbrengsten
3.500
Inkoopwaarde van de omzet Werk derden
1.500 500
Arbeidskosten Afschrijvingen Overige kosten
750 200 250
Bedrijfsresultaat
300
Interest Resultaat voor belasting
100 200
Belasting 25% Resultaat na belasting
50 150
De inkoopwaarde van de omzet en het werk derden zijn proportioneel variabel. Alle overige kosten zijn vast. De belasting is 25%. De jaarlijkse verplichte aflossing beloopt 250. Met de bank zijn afspraken gemaakt ten aanzien van de volgende ratio’s: • •
De debt service coverage ratio (DSCR) dient minimaal 1,25 te zijn. De solvabiliteit dient minimaal 35% te zijn.
Vraag 1 (4 punten) Voldoet de machinebouwer aan de eis van de bank ten aanzien van de DSCR? Vraag 2 (6 punten) Met hoeveel % kan de omzet dalen, voordat de DSCR gelijk is aan 1? Dit wordt ook wel de Margin Of Safety (MOS) genoemd.
De balans geeft het volgende beeld, ultimo: (* € 10.000) 2012
2011
Vaste activa
2950
3000
250 500 0
200 400 0
Voorraad/ Onderhanden werk Debiteuren Liquide middelen
2012
2011
Eigen vermogen
1500
1420
Schuld rentedragend
2000
2000
200
180
Crediteuren
Vraag 3 (5 punten) In welke mate was de onderneming in staat om uit de kasstroom op operatiebasis de investeringen te kunnen betalen?
14-05-2013
Pagina 2 van 9
QFM examen
De onderneming heeft een mooie investeringskans ter vervanging van een machine met een boekwaarde van 200 en wil graag bepalen hoe hoog het minimaal geëist rendement moet zijn. Hiertoe brengt zij de rendementseisen van de vermogensverschaffers in kaart. De activiteit gaat voor 3/7 gefinancierd worden met eigen vermogen. De rente beloopt 6%. Verder is bekend dat de risicovrije rente 3% is, de marktrisicopremie 5% is en de van toepassing zijnde beta is 3. Het operationeel rendement na belasting is 7%. Vraag 4 (5 punten) Beoordeel dit rendement aan de hand van de hurdle rate. Onderbouw uw beoordeling.
De onderneming kan de bestaande machine die in de boeken staat voor 200 inruilen voor 50. Vraag 5 (5 punten) Welke rol speelt het boekverlies bij de beoordeling van de netto contante waarde van deze investering?
14-05-2013
Pagina 3 van 9
QFM examen
Onderdeel 2:
Working Capital Management & Liquiditeitenbeheer (30 punten)
NB. Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen
Opgave 1 (10 punten) Als gevolg van een toename in de omzet verwacht de treasurer van Boxtel NV gedurende de komende drie maanden in het geïnduceerd werkkapitaal de volgende mutaties: Mutatie voorraden grondstoffen Mutatie voorraden halffabricaat Mutatie voorraden eindproducten Mutatie debiteuren Mutatie crediteuren Mutatie diensten van derden
+ 3.000.000 + 2.000.000 - 1.000.000 + 6.000.000 + 4.000.000 - 1.000.000
Vraag 1 (3 punten) Bepaal op grond van bovenstaande gegevens voor Boxtel NV de omvang van de financieringsbehoefte. De onderneming heeft een bankfaciliteit om kortlopende leningen op te nemen. Het tarief is gebaseerd op EURIBOR en de bank hanteert een kredietopslag van 25 basispunten. De onderneming heeft ook een commercial paper – programma waarbij zij geld uit de markt kan halen tegen een tarief dat 0,15% boven EURIBOR ligt. Commercial Paper is kortlopend waardepapier dat tegen contante waarde wordt geëmitteerd. Vraag 2 (3 punten) Welke manier van financieren is voor de onderneming het voordeligste? Licht het antwoord kort toe.
Het EURIBOR - percentage is 1,60% en het blijkt dat er voldoende beleggers bereid zijn om commercial paper van de onderneming te kopen. Vraag 3 (4 punten) Wat is het uitgiftebedrag van de commercial papers bij een looptijd van 90 dagen en een jaarbasis van 360 dagen?
Opgave 2 (12 punten) De debiteurenafdeling van een onderneming heeft het volgende overzicht opgesteld van het betaalgedrag van de debiteuren: Betalingstermijn Contant na 1 maand na 3 maanden na 6 maanden
Percentage (10 dagen) (30 dagen) (90 dagen) (180 dagen)
15% 30% 40% 15%
Vraag 1 (4 punten) Wat is de gemiddelde duur van het afnemerskrediet?
14-05-2013
Pagina 4 van 9
QFM examen
Vraag 2 (3 punten) Als de jaaromzet € 4.000.000 bedraagt en tevens bekend is dat de verkopen gelijkmatig over het jaar zijn verspreid, wat is dan het gemiddelde uitstaande debiteurenbedrag?
De onderneming besluit om een actie op te zetten om het betaalgedrag van de debiteuren te verbeteren. De actie is geslaagd en na de actie ziet het betaalpatroon van de debiteuren er als volgt uit. Betalingstermijn Contant na 1 maand na 3 maanden na 6 maanden
Percentage (5 dagen) (30 dagen) (90 dagen) (180 dagen)
15% 55% 30% 10%
Vraag 3 (5 punten) Als de kostenvoet van de onderneming 8% is, met welk bedrag dalen de vermogenskosten als gevolg van de actie om de debiteuren sneller te laten betalen?
Opgave 3 (8 punten) Van een conjunctuurgevoelig bedrijf zijn de volgende gegevens bekend:
Balans per 31 december 2012 (bedragen x € 1.000) Vaste (materiële) activa gebouwen machines Vlottende activa voorraden debiteuren vooruitbetaalde bedragen liquide middelen
30.800 1.200 15.000 10.000 500 2.500 60.000
Eigen vermogen aandelen plus reserves Lang vreemd vermogen lange banklening onderhandse lening Kort vreemd vermogen crediteuren nog te betalen kosten
Resultatenrekening over 2012 x € 1.000,omzet kostprijs omzet exclusief interest en afschrijvingen afschrijvingen interest vreemd vermogen belasting over de winst winst na belasting
16.400 2.500 30.000 6.100 5.000 60.000
42.000 31.000 3.000 3.000 2.500 2.500
Vraag 1 (4 punten) Bereken de interest coverage ratio (de rentedekkingsfactor) en geef een beoordeling. Vraag 2 (4 punten) Bepaal de financiële hefboomfactor van deze onderneming op een decimaal nauwkeurig en geef een beoordeling.
14-05-2013
Pagina 5 van 9
QFM examen
Onderdeel 3: Credit Management (20 punten) NB. Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen Schoonmaakbedrijf Jobse B.V. levert schoonmakers voor het schoonmaken van de gebouwen van Driesen B.V. Aan het eind van iedere maand stuurt Jobse een factuur voor de verrichtte diensten aan Driesen. Driesen betaalde altijd keurig, tot drie maanden geleden. Jobse heeft Driesen herhaaldelijk zowel telefonisch als schriftelijk gesommeerd te betalen. Jobse probeert nu met Driesen een betalingsregeling overeen te komen. Vraag 1 (3 punten) Wat moet Jobse in ieder geval doen als hij met Driesen de betalingsregeling overeenkomt? Waarom is dit belangrijk? Vraag 2 (3 punten) Driesen komt de betalingsregeling niet na. Jobse weet dat Driesen een aantal kostbare machines heeft staan. Jobse wil juridische maatregelen nemen tegen Driesen. Welke juridische maatregelen kan Jobse (laten) nemen?
De heer Post repareert en verkoopt computers aan kleine bedrijven. Hij heeft deze activiteiten ondergebracht in een eenmanszaak. Hij koopt zijn computers in bij Computrip B.V. Het gaat steeds minder goed met de zaak en op enig moment is Post niet meer in staat om de nog openstaande facturen van Computrip te voldoen. De achterstand loopt op en Computrip wil actie ondernemen. Vraag 3 (2 punten) Onder welke voorwaarden kan Computrip het faillissement aanvragen van Post? Vraag 4 (3 punten) Kan Post een beroep doen op de WSNP en zo ja aan welke voorwaarden moet dan zijn voldaan? Vraag 5 (1 punt) Wat is het verschil tussen een overeenkomst en algemene voorwaarden? Vraag 6 (2 punten) Lagerwei B.V. en Kirk B.V. komen overeen dat Kirk een tractor verkoopt aan Lagerwei. Er is haast bij de deal en de details worden mondeling besproken. Al snel wordt de machine geleverd. Tegelijkertijd ontvangt Lagerwei de factuur. Achter op de factuur staan keurig de algemene voorwaarden vermeld. Zijn de algemene voorwaarden van toepassing op deze overeenkomst? Motiveer het antwoord. Vraag 7 (2 punten) Waarom is het voor een incassobureau van belang om te controleren of op een te incasseren vordering algemene voorwaarden van toepassing zijn? Vraag 8 (2 punten) Waarom kan het voor een eigenaar van een eenmanszaak interessant zijn om de rechtsvorm om te zetten naar een besloten vennootschap? Vraag 9 (2 punten) Wat is eigendomsvoorbehoud en wat is het voordeel van een eigendomsvoorbehoud?
14-05-2013
Pagina 6 van 9
QFM examen
Onderdeel 4: Factoring Management (30 punten) NB. Elk nieuw onderdeel op een nieuw vel examenpapier beginnen Cool Shrimp B.V. is een handelsbedrijf in diepgevroren garnalen. Cool Shrimp houdt zich bezig met de import van diepgevroren garnalen uit het Verre Oosten, welke vervolgens worden verkocht aan groothandels- en retailbedrijven in Europa. De inkoop en verkoop geschiedt door een viertal traders, welke voor de logistieke (invoer) en administratieve activiteiten worden ondersteund door een 3-tal logistiek/admistratieve medewerkers. Daarnaast is binnen de organisatie een controller werkzaam welke de algemene administratie en rapportages verzorgt. De logistieke en opslagactiviteiten zijn uitbesteed aan een op- en overslagbedrijf (coldstore) in de buurt van Rotterdam, waar de goederen vanuit het Verre Oosten aankomen. De verkoop in de belangrijkste West-Europese landen wordt rechtstreeks door de traders verzorgt; voor Scandinavië, Oost-Europa en Rusland wordt gewerkt met agenten. Aandeelhouder van Cool Shrimp B.V. is de heer Visser, welke verantwoordelijk is voor algemeen management. Het bedrijf is opgericht in 1992. De omzet heeft een doorlopende groei doorgemaakt tot een niveau van ca. EUR 50 miljoen in 2012, waarvan ca. 40% verkoop aan retailbedrijven, ca. 30% verkoop aan groothandelsbedrijven en ca. 30% verkoop via de agenten. De marges zijn dun (bruto rond 8% voor rechtstreekse verkopen, bruto rond 5% voor verkoop via agenten) en door de lange aanvoerlijnen en hiermee hoge economische voorraadpositie is Cool Shrimp zeer werkkapitaalintensief. De netto winst over 2012 bedroeg EUR 600.000, mede door de hoge onttrekking door de aandeelhouder middels een management fee van EUR 450.000. De solvabiliteit is beperkt, <15%. De debiteuren zijn verzekerd bij een kredietverzekeraar. Vraag 1 (3 punten) Beoordeel en beschouw de activiteiten van Cool Shrimp B.V. in het kader van “factorabiliteit”?
Inkopen vinden plaats op basis van documentair krediet. Bij bestelling dient een L/C te worden gesteld aan de leverancier. Dit is circa 2 weken voor verscheping in het Verre Oosten. De transporttijd over zee bedraagt ongeveer 4 weken. Levering geschiedt op CIF basis (juridische overdracht haven vertrek, wel kosten transport en verzekering voor rekening leverancier). Na inklaring van de goederen worden deze opgeslagen in het vrieshuis van de logistieke dienstverlener. Bestellingen van afnemers worden doorgegeven aan de logistieke dienstverlener welke vervolgens op feebasis zorgdraagt voor het klaarmaken van de verzending en aflevering naar de afnemer in Europa. Vraag 2 (3 punten) Welke bijzondere rechtspositie van de logistiek dienstverlener dient in de beoordeling van een factormaatschappij te worden onderkend en onderzocht en hoe kan een factormaatschappij hiermee rekening houden?
Afnemers in het retailkanaal betreffen met name grote supermarkten, welke producten afnemen in merkloze verpakking of naar wens verpakt op “private label” merk. Vraag 3 (4 punten) Noem een aantal specifieke items in het kader van “factorabiliteit” welke veel voorkomen in de afzet naar supermarkten.
14-05-2013
Pagina 7 van 9
QFM examen
Cool Shrimp B.V. heeft voor haar financiering jarenlang de beschikking gehad over een bancaire financiering in rekening-courant o.a. op basis van bevoorschotting (pandlijsten) vorderingen. In het kader van Basel 3 heeft de bank de voorkeur aangegeven voor de debiteurenfinanciering over te gaan naar factoring. Er wordt besloten een factorovereenkomst te sluiten met de factormaatschappij gelieerd aan de huisbankier. Er wordt een factorovereenkomst aangeboden met de volgende voorwaarden: • • • • • •
Contract o.b.v. datafactoring, stil pandrecht (undisclosed), debiteurenbeheer blijft bij Cool Shrimp, geen risico-overname debiteuren (recourse factoring), op basis van externe (bestaande) polis kredietverzekering Bevoorschotting 90% Financiering tot 90 dagen na vervaldatum Financiering individuele debiteurensaldi tot EUR 100.000 zonder beoordeling, saldi boven EUR 100.000 tot aan kredietlimiet kredietverzekeraar (waarbij indien overschrijding minimaal EUR 100.000 in financiering wordt opgenomen) Maximum concentratiepercentage 15% Factorloon 0,20%, berekend over netto overgedragen omzet
Onderstaand de debiteurenlijst van Cool Shrimp B.V. per 31 maart 2013. Uittreksel debiteurenadministratie per 31 maart 2013 Cool Shrimp B.V. debiteur
kredietlimiet
Betaaltermijn
Totaal
%
Niet vervallen 0-30 vervallen 30-60 vervallen 60-90 vervallen
>90 vervallen
(in eur)
Aldi Deutschland GmbH
2.500.000
60
1.320.000
22%
1.225.000
95.000
0
0
0
Albert Hein B.V.
1.000.000
60
780.000
13%
675.000
50.000
50.000
0
5.000
Scallops and more Ltd.
750.000
75
610.000
10%
410.000
100.000
100.000
0
0
Garnalen Trading BvbA
280.000
30
310.000
5%
280.000
20.000
0
0
10.000
0
75
240.000
4%
200.000
20.000
20.000
0
0
250.000
7
220.000
4%
145.000
65.000
5.000
0
5.000
2.520.000
42%
1.840.000
265.000
215.000
85.000
115.000
6.000.000
100%
4.775.000
615.000
390.000
85.000
135.000
Cool Shrimp Agency Russia Food Service B.V. … diverse kleine afnemers
Totaal
Gem. 35
Vraag 4 (10 punten) Stel het kredietruimteoverzicht op (bereken de faciliteit) conform de contractvoorwaarden zoals eerder genoemd. Houdt hierbij rekening met het volgende: • • • •
• •
Factor houdt geen rekening met een reservering voor rente en kosten. Over de eerste inboeking wordt geen factorloon in rekening gebracht. Concentratie wordt bepaald op grond van bruto extern debiteurensaldo (brutosaldo minus intercompany). Bij Cool Shrimp B.V. is sprake van omzetbonussen voor afnemers. Cool Shrimp B.V. geeft aan op basis van de omzetten over het eerste kwartaal een reservering te treffen van EUR 125.000. De bonussen voor 2012 zijn definitief vastgesteld, maar voor een bedrag van EUR 100.000 nog niet uitgekeerd. Er is geen sprake van verpandingsverboden. Er wordt vanuit gegaan dat aan alle voorwaarden voor de kredietverzekering (meldingstermijn, etc.) is voldaan en dat de premie is betaald.
14-05-2013
Pagina 8 van 9
QFM examen
In april 2013 vinden de volgende mutaties plaats: • • • • • •
Opname uit faciliteit van EUR 3.000.000. Nieuwe omzet (overgedragen facturen) EUR 4.000.000 inclusief B.T.W. Hiervan dient EUR 200.000 te worden ingehouden. Factorloon EUR 80.000 (er mag worden afgezien van BTW). Betalingen op incassorekening factor EUR 3.800.000. Hiervan was EUR 300.000 opgenomen in de inhoudingen. Bonusreservering over de maand EUR 50.000. Uitbetaalde bonussen 2012 EUR 80.000, waarmee alle bonussen uit 2012 zijn voldaan. Melding rechtstreekse ontvangsten EUR 200.000, na overleg met de factor heeft geen doorstorting plaatsgevonden, maar is dit bedrag verrekend in de beschikbare faciliteit. Betreffende facturen waren volledig in de financiering opgenomen. Boeking rente EUR 15.000.
Vraag 5 (10 punten) Bereken aan de hand van uitkomst vraag 4. en bovenstaande mutaties de kredietruimte (beschikbare faciliteit) eind april 2013. Gebruik de volgende opstelling: Faciliteit eind maart 2013 (neem over van vraag 4): = kredietruimte beschikbaar eind maart 2013 (nog geen opnames)
X
Mutatie 1: Mutatie 2: ...
X X ...
Kredietruimte eind april 2013:
Telling
14-05-2013
Pagina 9 van 9