ERHELDER
MEDISCHE INFORMATIE BEGRIJPELIJK MAKEN Dit is een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen
01 / LENTE 2016 www.nvz-ziekenhuizen.nl
Prinses Laurentien “BIJSLUITER LEZEN IS VOOR MILJOENEN MENSEN AL EEN UITDAGING” JANY RADEMAKERS
“Zet gezondheidsvaardigheden op de agenda!” MICHAEL VAN BALKEN
realiseert animaties en beeldfolders
INHOUD
04
NETWERKDINER
14
Goedgebekte en gezondheidsvaardige patiënten, wat is daarvoor nodig? LAAGGELETTERDHEID
SUCCESVOL PROJECT AAP-NOOT-NIER
De truc: veel beeld, weinig tekst MICHAEL VAN BALKEN
06
16
VAN STRUIKELBLOK NAAR SPEERPUNT
Sommige principes zijn universeel
Stichting Lezen & Schrijven over het gezondheidsbelang van geletterdheid PRINSES LAURENTIEN
TEN SLOTTE
MARGOT VAN DER STARRE
10
AANPAK LAAGGELETTERDHEID
Zes voorbeelden uit de praktijk
GOED OP WEG!
12
JANY RADEMAKERS
“Gezondheidsvaardigheden, het begint met bewustwording” HOOFD ONDERZOEK NIVEL
NIET IEDEREEN HEEFT HET TALENT EEN ACTIEVE PATIENT TE WORDEN
COLOFON VERHELDER is een uitgave van de Nederlandse Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) REDACTIERAAD: Wim Bos, Lara ten Bosch, Trudy Boshuizen, Ellen van Eunen, Sacha Rutges, Sabine Scheer CONCEPT EN REALISATIE: Axioma Communicatie, Baarn, 035 – 5488140, www.axioma.nl REDACTIE: Peter Bierhaus, Karen Feenstra FOTOGRAFIE: Vincent Boon, Bas Keijzers, Sander Koning (netwerkdiner), Janita Sassen LITHOGRAFIE: Axioma Communicatie, Baarn DRUK: MediaCenter Rotterdam
2
VOORWOORD
IEDEREEN GEZONDHEIDS VAARDIG Onze leden streven naar zo hoog mogelijke kwaliteit van zorg. Het helpt daarbij als de patiënt partner is. DAARMEE WORDT BEDOELD dat de patiënt in plaats van een behandeltraject te ondergaan, aan het traject deelneemt, onder andere door gesprekspartner te zijn. Om partner te zijn is gelijkwaardigheid nodig. Dat vergt inzet van beide partijen; zowel van de zorgaanbieder als van de patiënt. Een patiënt zal over gezondheidsvaardigheden moeten beschikken. Onder gezondheidsvaardigheden verstaan we vaardigheden van individuen om informatie over gezondheid te verkrijgen, te begrijpen, te beoordelen en te gebruiken bij het nemen van beslissingen over de gezondheid. De internationale term hiervoor is health literacy. Niet iedereen beschikt hierover. HET BLIJKT DAT EEN HEEL GROOT DEEL van onze patiënten over lage gezondheidsvaardig heden beschikt. En daarbinnen is een groep bovendien laaggeletterd. Het aantal laaggeletterden in Nederland neemt de laatste jaren alleen maar toe. Daar moeten we in onze communicatie dus rekening mee houden. Hier ligt een taak voor zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen, maar zeker ook voor onze branche. LANG NIET ALLE ARTSEN en verpleegkundigen zijn zich bewust van het feit dat veel mensen over lage gezondheidsvaardigheden beschikken. Gelukkig zijn er ook veel mooie voorbeelden van instellingen die bewust bezig zijn met enerzijds het verhogen van gezondheidsvaardigheden bij patiënten en anderzijds het aanpassen van de
“HET AANTAL LAAGGELETTERDEN IN NEDERLAND NEEMT DE LAATSTE JAREN ALLEEN MAAR TOE. DAAR MOETEN WE IN ONZE COMMUNICATIE REKENING MEE HOUDEN”
informatie aan patiënten. Een aantal hiervan leest u terug in dit magazine. Door dit onderwerp onder de aandacht te brengen, willen we u bewust maken van het hoge percentage mensen met lage gezondheidsvaardigheden en u inspireren er in uw eigen organisatie mee aan de slag te gaan.
YVONNE VAN ROOY voorzitter
“OM PARTNER TE ZIJN IS GELIJKWAARDIGHEID NODIG. DAT VERGT INZET VAN ZOWEL DE ZORGAANBIEDER ALS DE PATIËNT”
3
NETWERKDINER
‘LAAGGELETTERDEN? IK ZIE ZE NOOIT IN MIJN SPREEKKAMER…’ ‘Gezondheidsvaardigheden zijn niet vanzelfsprekend’ was het thema van het netwerkdiner van 24 maart. Voor optimale zorg is het belangrijk dat de patiënt begrijpt wat er gebeurt en de zorgverlener dat begrijpelijk kan maken. Uit de discussies bleek dat de bewustwording in ziekenhuizen hierover groeit. Spreker: prof. dr. Maurice de Greef, verbonden aan de Universiteit Maastricht en professor Leereffecten Laagopgeleiden en Laaggeletterden aan de Vrije Universiteit Brussel Laaggeletterden hebben een slechte positie op de arbeidsmarkt, een slechte gezondheidspositie, zijn weinig actief en hebben veel blijvende gezondheidsproblemen. Zij zijn onze draaideurpatiënten en kosten de zorg 127 miljoen euro per jaar door meer ziekenhuisopnamen en huisartsenbezoek. Bij een ideale aanpak van laaggeletterdheid zou in alle maatschappelijke segmenten waar mensen zich bevinden, van zorg tot buurthuizen en sportclubs, gesignaleerd moeten worden dat iemand laaggeletterd is. In zo’n sluitende keten wordt diegene doorverwezen naar een leertraject. Dat zal de samenleving zorgkosten besparen en de laaggeletterde gezondheidswinst opleveren.
4
“IK BETRAP ME EROP TOCH NOG VAAK TE MOEILIJKE WOORDEN TE GEBRUIKEN. DAN DENK IK: DIT IS TOCH EEN NORMAAL WOORD? MAAR DAT VALT TEGEN” Michael van Balken uroloog Rijnstate Arnhem
NETWERKDINER
“IN DE OPLEIDING IS ER NOG NAUWELIJKS AANDACHT VOOR LAAGGELETTERDHEID” Florine Schlatmann uroloog in opleiding, Rijnstate Ziekenhuis Arnhem
“WIJ HEBBEN HET TRAJECT DAT EEN PATIËNT LOOPT, OOK GELOPEN. DAN ZIE JE GOED WAAR DE MOMENTEN ZIJN WAAR LAAGGELETTERDEN INFORMATIE KUNNEN MISSEN” Jeanine van der Giessen communicatieadviseur UMC Utrecht
“PAS ALS ZORGVERLENERS LAAGGELETTERDHEID ALS EEN GEZONDHEIDSRISICOFACTOR ZIEN, GAAT HET BIJ HEN SPELEN” Michiel Strater teamleider ‘taal voor het leven’ Stg. Lezen en Schrijven
Spreker: Jacqueline Blase, adviseur patiëntencommunicatie Albert Schweitzer ziekenhuis, Dordrecht Werken aan laaggeletterdheid/lage gezondheidsvaardigheden wordt in het Albert Schweitzer ziekenhuis enthousiast en breed aangepakt volgens de methode: wat is hier de situatie, wat is hier nodig en is er goed voorlichtingsmateriaal? Er wordt bij zorgverleners constant gehamerd op bewustwording van laaggeletterdheid en lage gezondheidsvaardigheden. Patiënten worden uitgenodigd te melden dat ze laaggeletterd zijn en zorgverleners krijgen bijscholing via themabijeenkomsten en workshops.
Spreker: Michael van Balken, uroloog Rijnstate Ziekenhuis Arnhem Van Balken maakt beeldfolders: een minimum aan tekst en veel helder beeld om informatie duidelijk te maken. Het project won in 2015 de Ipsen Oncologische Urologieprijs. Komend jaar worden meerdere beeldfolders en animaties ontwikkeld. Volgens Van Balken vergt aandacht voor laaggeletterden geen extra inspanning, drukt zijn aanpak zorgkosten en kan hij wetenschappelijk bewijzen dat door zijn methode gezondheidswinst valt te behalen.
LEES EEN UITGEBREID VERSLAG VAN DE AVOND OP WWW.NVZ-ZIEKENHUIZEN.NL/MAGAZINE 5
VISIE
PRINSES LAURENTIEN, oprichter en erevoorzitter van Stichting Lezen & Schrijven, brengt de correlatie tussen geletterdheid en gezondheid onder de aandacht. “Sommige voor de hand liggende zaken vormen voor een laaggeletterde een groot struikelblok.”
VAN STRUIKELBLOK NAAR SPEERPUNT WAAROM IS GELETTERDHEID IN DE ZORG ZO BELANGRIJK? “In de gezondheidszorg is kunnen lezen en schrijven essentieel om informatie over gezondheid, ziekte en zorg te begrijpen en uit te wisselen. Als je beseft dat maar liefst twaalf procent van de Nederlanders laaggeletterd is en dat laaggeletterden vaak weinig zelfvertrouwen hebben, hoef ik niet uit te leggen hoe belangrijk het is om de taalvaardigheid van deze mensen op een hoger niveau te brengen. Gezondheid is dan ook een van de speerpunten binnen onze stichting.” U ONDERSCHEIDT FUNCTIONELE, INTER ACTIEVE EN KRITISCHE GEZONDHEIDSVAARDIGHEDEN, MAAR RICHT ZICH VOORAL OP DE EERSTE. WAAROM? “Van het werken met kinderen heb ik vooral geleerd dat volwassenen vaak de neiging hebben om de basisbeginselen over te slaan en zich te focussen op het eindresultaat. Geletterdheid rond gezondheid noemen we ook wel functionele gezondheidsvaardigheden. Zonder deze solide basisvaardigheden zijn de noties interactief en kritisch ook lastig of zelfs ondenkbaar. Dus als we de basis overslaan, halen we ook nooit onze ambities om mensen bredere gezondheidsvaardigheden bij te brengen. We moeten het probleem
dus in kleine stapjes als het ware afpellen. Een bijsluiter lezen is voor miljoenen mensen al een uitdaging, laat staan dat ze kritische vragen durven of kunnen stellen aan hun arts. Het kunnen lezen en begrijpen van een medische folder of bijsluiter of het invullen van een formulier voor de ziektekostenverzekering, voor mensen die kunnen lezen en schrijven zijn het voor de hand liggende zaken, voor een laaggeletterde vormen ze een grote barrière.” HOE ZIT DAT MET DE ANDERE TWEE? “Interactieve en kritische gezondheidsvaardigheden worden steeds belangrijker, omdat de zorg steeds complexer wordt en de overheid steeds meer initiatief en zelfredzaamheid verwacht van patiënten. Toch zul je moeten beginnen met stap één: goede functionele gezondheidsvaardigheden om als patiënt je weg te kunnen vinden in het zorglandschap. Dat heb je nodig om informatie te wegen en toe te passen. Ook geeft dit je het zelfvertrouwen dat nodig is voor de volgende stap: interactieve en kritische gezondheidsvaardigheden. Het beheersen van functionele gezondheidsvaardigheden is de voorwaarde om je eigen gezondheid te bewaken, om als burger gezond te blijven en om als patiënt goed te kunnen meewerken aan je herstel.” >
7
VISIE
DAT KLINKT LOGISCH, MAAR IS DE PRAKTIJK NIET WEERBARSTIGER? “Artsen en verpleegkundigen nemen nog te vaak als vanzelfsprekend aan dat patiënten kunnen lezen, schrijven, rekenen en met een computer omgaan om gezonde keuzes te maken. Ik kan niet genoeg benadrukken dat je moet beginnen bij het begin. Het draait hierbij om twee principes. Je moet in je aanpak van functionele gezondheidsvaardigheden het denken van de patiënt centraal stellen. Daarnaast moet je de link leggen tussen geletterdheid en het uiteindelijke doel: een gezondere samenleving.” HOE GROOT IS HET PROBLEEM? “In 2011 en 2012 stelde de EU High Level Group of Experts on Literacy, waar ik destijds voorzitter van was, vast dat twintig procent van de Europese bevolking onvoldoende kon lezen en schrijven om zelfstandig te kunnen functioneren in de samenleving. Schokkende cijfers, want dan heb je het over 55 miljoen Europeanen in de leeftijd van 15 tot 65 jaar en nog velen buiten die leeftijdscategorie. Zij missen sociale aansluiting, komen moeilijker aan werk, ontwikkelen zich niet persoonlijk en het heeft een grote impact op hun gezondheid en zorg. Het NIVEL, Nederlands Instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg, deed hier in opdracht van Stichting Lezen & Schrijven, onderzoek naar. Laaggeletterden voelen zich minder gezond, zowel geestelijk als lichamelijk. Hun risico om voortijdig te komen overlijden is anderhalf maal groter. Zij bezoeken vaker de huisarts en het ziekenhuis en
“IK KEN ZOVEEL TRIESTE VERHALEN, MAAR GELUKKIG EVENVEEL SUCCESVERHALEN EN ZELFOVERWINNINGEN” maken minder gebruik van preventieve zorg en nazorg. En tot slot: laaggeletterden met een chronische ziekte hebben meer moeite met het zelfmanagement van hun ziekte, met als gevolg een vergroot risico van complicaties.”
“LAAGGELETTERDEN MET EEN CHRONISCHE ZIEKTE HEBBEN MEER MOEITE MET HET ZELFMANAGEMENT VAN HUN ZIEKTE” 8
VISIE
WAT BETEKENT DIT VOOR MENSEN ZELF? “Ik ken zoveel trieste verhalen, maar gelukkig evenveel succesverhalen en zelfoverwinningen. Zoals van een vrouw die vertelde hoe een nieuwe wereld voor haar openging, nadat zij haar arts in vertrouwen had durven nemen over haar taalachterstand, die haar vervolgens ging helpen. Een man hield zijn ongeletterdheid geheim voor zijn vrouw en kinderen, omdat hij zich dom en waardeloos voelde. Zijn relatie maar ook zijn gezondheid leden hieronder. Totdat hij leerde lezen en schrijven. Een vrouw wilde van haar onzekerheid en geïsoleerde bestaan af en haar zoon helpen met zijn huiswerk. Een andere vrouw was als zevenjarige gestopt met school om haar moeder te helpen in het probleemgezin. Haar arts dacht dat zij overspannen was. Ze dronk liters ice tea, totdat zij leerde lezen en ontdekte hoeveel suiker erin zit. Ze viel vijftig kilo af, kreeg een baan en een compleet ander leven.” HOE KUN JE ALS ZORGVERLENER HET BEST HULP BIEDEN? “Door je in de ander te verplaatsen en te realiseren wat het met iemand doet om al die jaren te hebben geleefd zonder taalvaardigheden. Niet alleen de taal zelf telt dan mee, maar juist ook het lage zelfbeeld dat mensen vaak hebben. Niet iedereen wil of kan terug naar school. Het schrikt mensen af die toch al weinig zelfvertrouwen hebben. Daarom brengen wij taaloplossingen naar de mensen toe. Met een fijnmazig lokaal netwerk, waarin tientallen uiteenlopende organisaties taal allemaal opnemen in hun contacten met klanten, burgers, patiënten. Gratis cursusmateriaal en getrainde vrijwilligers zijn andere succesfactoren om de laagdrempeligheid te versterken. In Nederland doen we dit sinds 2012 met het programma Taal voor het Leven, gemonitord door de Universiteit Maastricht. De resultaten zijn goed. Daarom heeft de overheid het project inmiddels uitgebreid van 6 tot 35 regio’s en er een nationaal programma van gemaakt. Een prachtig resultaat voor de stichting en onze honderden partners. Taal voor het Leven is puur teamwerk rondom eenzelfde visie en ambitie: laaggeletterdheid bespreekbaar maken, mensen ervoor uit te laten komen en hun taalvaardigheid op niveau brengen, ook rond gezondheid.”
SIGNALEN HERKENNEN Volgens prinses Laurentien spelen zorgprofessionals een cruciale rol in het herkennen van een laaggeletterdheid bij hun patiënten. “Zij moeten alert zijn op signalen die kunnen duiden op problemen met lezen en schrijven. Denk eens verder wanneer een patiënt voor de zoveelste maal te laat op een afspraak verschijnt. Of wanneer een patiënt vraagt om iets voor te lezen, ‘omdat hij zijn leesbril vergeten is’. Of vraag eens door wanneer iemand een vragenformulier liever thuis invult. Als zorgverlener verkeer je bij uitstek in een positie om het vertrouwen van die patiënt te winnen en zo het probleem bespreekbaar te maken. Reik diegene de hand en wijs hem of haar op mogelijkheden in de buurt om in een veilige omgeving te leren lezen en schrijven. Stichting Lezen & Schrijven kan hierbij ondersteunen. Het zal niet alleen het leven van die patiënt voorgoed veranderen, het maakt ook het werk als zorgaanbieder een stuk eenvoudiger.”
ONDERSTEUNINGS PROGRAMMA TAAL VOOR HET LEVEN Resultaten van cursisten worden in kaart gebracht door een monitor die door Universiteit Maastricht is ontwikkeld. De meeste cursisten ontwikkelen binnen zes maanden een betere taalvaardigheid (70%). Zij verwerven een betere plek in de samenleving (50-65%) en ervaren verbeteringen in hun gezondheid (39-53%). De combinatie van onderwijskundige expertise, geschikt lesmateriaal gericht op de praktijk en een getrainde vrijwilliger die veel tijd heeft om het toe te passen, zorgt voor de beste resultaten. Door 400 gemeenten en organisaties in 6 regio’s zijn in de periode 2012-2015 met 80 gecertificeerde trainers en 5.500 vrijwilligers ruim 15.000 cursisten geschoold.
9
IN DE PRAKTIJK
LAAGGELETTERDHEID, GOED OP WEG Zes inspirerende voorbeelden uit de praktijk
Jeanine van der Giessen / gezondheidswetenschapper, communicatieadviseur UMC Utrecht
Jacqueline Blase / adviseur patiëntencommunicatie Albert Schweitzer Ziekenhuis
Dr. Mirjam Fransen / Universitair Docent
“Bewustwording, lange adem en onconventioneel durven zijn”
“Zorgverleners zijn vaak onbewust incompetent”
“Patiënten moeten daadwerkelijk kans krijgen om mee te doen”
“Kernwoorden in de aanpak van lage gezondheidsvaardigheden? Bewustwording en een lange adem. Ik grijp steeds weer alle manieren aan om het op de kaart te zetten, zo nodig onconventionele. Patiënten motiveren we om het ons te vertellen als ze moeite hebben met lezen en schrijven. Om onze zorgverleners bewust te maken van het probleem heb ik onder andere een theaterkaravaan georganiseerd. Nu bekijken we on the spot bij onze poliklinieken hoe het gaat. De methodiek is: wat is hier de situatie, wat is hier nodig, bijvoorbeeld scholing, en is er goed voorlichtingsmateriaal? Zo niet, dan bedenk ik nieuw materiaal. In scholingsworkshops laten wij laaggeletterden hun verhaal doen. Dat werkt goed.”
“Vanaf 2009 werken wij aan het systematisch ontwikkelen van interventies voor het verbeteren van de toegankelijkheid en effectiviteit van gezondheidszorg en preventie voor mensen met lage gezondheidsvaardigheden. Hierbij richten we ons op zorgverleners, op patiënten en op gezonde mensen. Uit onderzoek onder zorgverleners blijkt dat zij vaak onbewust incompetent zijn. Zij denken dat ze adequaat communiceren, maar controleren bijvoorbeeld niet of de patiënt informatie heeft begrepen (teach back). In de opleidingen en nascholingen voor zorgverleners is nog weinig aandacht voor lage gezondheidsvaardigheden, terwijl er nog veel valt te verbeteren. Multidisciplinaire, landelijke samenwerking tussen onderzoekers, zorginstellingen en zorgverleners is hierin essentieel.“
“Zo’n vijf jaar geleden begonnen wij met de aanpak van laaggeletterdheid. Vanaf 2012 hebben we dat verbreed naar health literacy, met meer aandacht voor gedeelde besluitvorming. Een belangrijke stap daarin zijn de patiëntenportalen. Daar zijn we trots op: ze zijn goed ingericht en de informatie voor de patiënt komt zonder vertraging in het portaal. Gelijke toegang tot informatie is een voorwaarde voor patiëntactivatie, maar je moet patiënten daarin wel ondersteunen, zodat zij daadwerkelijk kansen krijgen om mee te doen. En daarmee zijn we, met steun van de raad van bestuur, goed op weg. Mensgerichte zorg is het uitgangspunt en de ervaring van de patiënt is daarin leidend.”
10
Sociale Geneeskunde, Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam
IN DE PRAKTIJK
“Landelijke samenwerking tegen laaggeletterdheid”
“We willen leren van andermans successen en fouten”
“Drieduizend vrijwilligers geven jaarlijks les aan vijftigduizend senioren”
“De ministeries van VWS, OCW en Sociale Zaken en Werkgelegenheid werken samen aan een landelijk actieprogramma ‘Tel mee met Taal’. Doel: het voorkomen en bestrijden van laaggeletterdheid en bevorderen van lezen. Daarnaast kent VWS het Nationaal Preventie Programma, waarbinnen 59 organisaties zich richten op laaggeletterdheid en lage gezondheidsvaardigheden. Het Nivel doet onderzoek, in opdracht van VWS, naar lage gezondheidsvaardigheden. Het meest recente gaat over de vraag hoe de zorg beter kan aansluiten bij mensen met lage gezondheidsvaardigheden. Jaarlijks is, in aanvulling op reguliere middelen, ongeveer 18 miljoen beschikbaar om gemeenten en partners te ondersteunen bij hun integrale aanpak om laaggeletterden te scholen en nieuwe projecten te starten.”
“Sinds de invoering van de WMO in 2015 focust de gemeente Breda, samen met andere partners, op gezondheid. In het programma is laaggeletterdheid een van de thema’s. Sinds een halfjaar zijn wij daarbij aangehaakt. In onze nieuwbouw willen we het idee vormgeven dat gezondheid aan de voorkant begint, dat de patiënt zo lang mogelijk uit het ziekenhuis kan blijven en zelf de regie kan houden. Daarbij hoort de aanpak van laaggeletterdheid. Ondanks dat er geen budget voor is, bekijken we samen met onder meer de GGD en Stichting ABC hoe we laaggeletterden tegemoet kunnen komen in onze informatie, en beweg-wijzering inzichtelijk kunnen maken. Ik wil eerst inventariseren welke middelen er zijn, wat we relatief makkelijk kunnen doen en wat andere ziekenhuizen, zoals het Albert Schweitzer, al doen. We willen leren van andermans successen en fouten.”
“Doorslaggevend voor succes in de aanpak van laaggeletterdheid is enthousiasmeren, maar vooral lokaal én nationaal faciliteren van het daadwerkelijk opleiden, liefst zonder certificering. SeniorWeb maakt lokaal senioren wegwijs in de digitale wereld. Ongeveer drieduizend vrijwilligers geven jaarlijks les in ruim vierhonderd leercentra aan 50.000 senioren. Daarna is er een vervolg. Senioren worden lid bij SeniorWeb en gaan door met leren via onze website en ons magazine, maar ook via onze vrijwillige ambassadeurs: senioren die telefonisch of aan huis andere senioren helpen. Zo is er sprake van continue educatie. Tips: - Kijk naar het Albert Schweitzer: daar is men praktisch aan de gang gegaan. - Organiseer daadwerkelijk opleiden laaggeletterden, nationaal en lokaal. - Zorgverleners moeten signaleren en kunnen doorverwijzen naar een netwerk van vrijwilligers.”
Martin van Rijn / staatssecretaris van ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Frank de Haan / manager Kenniskern Strategie en Bestuur Amphia Ziekenhuis Breda
Daniel de Levita / directeur SeniorWeb
11
INZICHT
“HET BEGINT MET BEWUSTWORDING” Prof. dr. JANY RADEMAKERS, hoofd onderzoeksafdeling NIVEL en bijzonder hoogleraar in Maastricht, verwacht dat gezondheidsvaardigheden de komende jaren veel aandacht krijgt. Neemt de zorg de juiste stappen om de patiënt bekwaam te maken bij zijn of haar zorg? WANNEER IS IEMAND WAT U BETREFT GEZONDHEIDSVAARDIG? “Gezondheidsvaardig zijn gaat om veel meer dan laaggeletterdheid alleen: het gaat ook om het zelfvertrouwen, de motivatie en sociale vaardigheden bij patiënten om actief mee te doen bij zijn of haar zorg. De afgelopen jaren is over gezondheidsvaardigheden veel onderzoek gedaan vanuit patiëntenperspectief. Duidelijk is dat lang niet elke patiënt een actieve rol kan of wil spelen bij zijn eigen zorg. In de publicatie ‘Zorg op Maat’, die net is uitgekomen, beschrijf ik hoe de zorg zich kan aanpassen aan mensen met lage gezondheidsvaardigheden. Dat begint met bewustwording.” IS UIT HET VORIGE NETWERKDINER, WAARBIJ OOK GEZONDHEIDSVAAR DIGHEDEN AAN DE ORDE KWAMEN, EEN CONCRETE ACTIE VOORTGEKOMEN NAAR AANLEIDING VAN UW PRESENTATIE? “Ja. Ik werd onder meer aangesproken door gynaecologe Clasien van der
12
Houwen van ziekenhuis Tjongerschans in Heerenveen. ‘Dit is precies waar ik mee te maken heb’, zei ze. Ze wil folders, websiteteksten en andere uitingen op taalniveau A brengen, maar merkt hoe lastig dat is. Ze zoekt de juiste tools. Daarvoor kan ik haar in contact brengen met de juiste mensen. Uit de discussies bleek dat het thema gezondheidsvaardigheden in de gehele zorg steeds vaker op de agenda staat. Het is belangrijk dat ziekenhuizen dit opnemen in hun beleid en dat alle zorgverleners hiervoor aandacht krijgen.” WELKE KLEINE STAPPEN NAAR DIE AANPASSING ZIJN EENVOUDIG TE REALISEREN? “Kijk naar het Albert Schweitzer Ziekenhuis: daar wordt constant gekeken welke ondersteuning zorgverleners nodig hebben. Belangrijk daarbij is dat het onderdeel is van het patiëntveiligheid- en communicatiebeleid om de aandacht ervoor vast te houden. Gebrek aan tijd en middelen kan een belemme-
ring zijn om trainingen van de grond te krijgen. Steun vanuit het management kan dan helpen. Gezondheidsvaardigheden moeten echt op de agenda komen. We willen allemaal graag vaardigheidsbekwame en actieve patiënten, maar we moeten ons realiseren dat niet iedereen de capaciteiten heeft om een vaardigheidsbekwame en actieve patiënt te zijn. Die mensen moeten ondersteund worden. Het is bijvoorbeeld niet zo dat over twintig jaar iedereen eenvoudigweg kan meedoen aan e-health. Er blijven altijd zwakkeren die we gericht moeten ondersteunen. Dat is nu niet het geval, sterker: de gezondheidsverschillen nemen weer toe. De economische crisis en de grote nadruk op ‘zelf doen’ zijn de oorzaken. Er is een groep die daarbij niet kan aanhaken.” HOE ZIET U DE ONTWIKKELINGEN OP DE KORTE TERMIJN? “Gezondheidsvaardigheden zullen steeds meer aandacht krijgen. Het aantal studies
INZICHT
“GEZONDHEIDSVAARDIGHEID MOET NU ECHT EEN PLAATS KRIJGEN IN HET OVERHEIDSBELEID” naar dit onderwerp neemt in Europa exponentieel toe. Vanuit dat enthousiasme gaan mensen aan de slag en zullen projecten van de grond komen om voor de patiënt én voor de zorg zaken te veranderen. Daarbij zullen fouten worden gemaakt, maar dat is niet erg, daar leren we van. Het is beter om iets te doen, dan niets te doen. We hebben vaak nog niet de beschikking over juiste instrumenten om goed aan de slag te gaan.” EN OP DE LANGE TERMIJN? “Op de lange termijn kunnen we beoordelen of die projecten efficiënt zijn gebleken. Is de behoefte goed in kaart gebracht? Is dat gebeurd in samenwerking met de patiënten die het aangaat? Is er gemonitord? Zijn veranderingen getest met de doelgroep? Basale zaken om deze projecten te laten slagen.”
Na tien jaar aandacht voor actieve participatie van patiënten en burgers voor hun eigen gezondheid zal het ministerie moeten concluderen dat er een groep patiënten is die een achterstand heeft opgelopen. Tijdens de uitvoering van het onderzoek ‘Zorg op Maat’ heb ik daarover uitvoerig contact gehad met het ministerie. Ook zorgverzekeraars zullen bij innovaties en interventies meer middelen ter beschikking moeten stellen. Het ultieme argument hiervoor is dat een lage gezondheidsvaardigheid hoge zorgkosten veroorzaakt. Zorgkosten gaan omlaag wanneer een patiënt begrijpt wat er aan de hand is en gemotiveerd aan zijn gezondheid werkt of meewerkt aan zijn zorg.”
GEZONDHEIDS VAARDIGHEDEN
10%
van de Nederlanders heeft een lage gezondheidsvaardigheid als je alleen kijkt naar lezen en schrijven
29%
heeft een lage gezondheidsvaardigheid als je kijkt naar het begrijpen en kunnen toepassen van medicatie en therapie vindt het moeilijk of heeft niet de motivatie om vragen te stellen aan de zorgverlener
48%
WIE IS ER NU (OOK) AAN ZET OM EEN ANDERE KOERS IN TE ZETTEN? “Gezondheidsvaardigheden moeten nu echt een plaats krijgen in het overheidsbeleid. Het ministerie van VWS moet bepalen waar het over vijf jaar wil staan.
13
ADVIES
“BEELDFOLDERS EN ANIMATIES: VEEL BEELD, WEINIG TEKST” Met het project Aap-noot-nier wil uroloog MICHAEL VAN BALKEN bereiken dat laaggeletterde patiënten betere zorg krijgen. Het project won vorig jaar de Ipsen Oncologische Urologieprijs, de prijs voor de beste innovatie binnen de oncologische urologie om de patiëntenzorg meetbaar te verbeteren.
HOE KWAM U OP HET IDEE VAN AAP-NOOTNIER? “We zijn al langer geïnteresseerd in het probleem van laaggeletterdheid en lage gezondheidsvaardigheden, daarom zijn we ook begonnen met korte filmpjes op YOUrology (te vinden op Youtube, red.), waarop ik in gewone woorden zaken uitleg die veel voorkomen bij urologie. Mijn toenmalige arts-assistente Florine Schlatmann is ook geïnteresseerd in dit thema. Samen met illustratrice Jana Vis kwamen we op het idee om informatie voor patiënten in eenvoudige, duidelijke illustraties te vertalen. Wij noemen het beeldfolders: veel helder beeld, weinig
14
wonnen we de eerste prijs. Het project is breder dan alleen beeldfolders, het gaat ook om gesproken animatie, geïnspireerd op YOUrology. De combinatie gesproken woord en beeld kan nog krachtiger werken voor laaggeletterden.”
“IN DE SPREEKKAMER HEB IK DE BEELD FOLDER GETEST MET EEN OUDE ZIGEUNER”
WAT ZIJN DE ERVARINGEN MET HET PROJECT EN WAT KAN HET EFFECT IN BREDER PERSPEC TIEF ZIJN? “Het project zit nog in de opstartfase, ik kan dus weinig ervaringen melden. Het is een klus om in zo’n beeldfolder zorgvuldig medische informatie over te brengen in taal en beeld zonder de ontvanger als ‘gek’ te behandelen. Anneke Catsburg van Rondje Taal heeft de taal naar B1-niveau geredigeerd. Dit project moet leiden tot een betere uitkomst van zorg voor laaggeletterde patiënten. We hebben onszelf verplicht om resultaten van het gebruik van deze middelen te gaan meten. De onderzoeken die we gaan doen, gieten we in een promotieproject.”
tekst. Onze beroepsvereniging NVU schreef een prijsvraag uit met als thema ‘kwaliteit van zorg verbeteren voor patiënten’. We kwamen door de eerste ronde! Daarna moesten we zaken verder uitwerken: kostenberaming, informatie over het uitrollen van het project et cetera. In november
HOE REAGEREN PATIËNTEN? “In de maakfase van de eerste beeldfolder lazen laaggeletterden mee. Hun commentaren waren behulpzaam. Zo kregen we de opmerking dat in een folder niet werd getoond dat je niet mag autorijden in de eerste week na een ingreep.
ADVIES
In de spreekkamer heb ik de folder getest met onder meer een oude zigeuner die ervoor uitkomt dat hij niet kan lezen. De meesten zeggen dat niet of gebruiken het smoesje: ‘Ik lees dat thuis nog even goed door’. Eén van de problemen is de distributie: hoe krijg je de informatie bij patiënten? Het plan is om de beeldfolders één op één mee te laten gaan met ‘gewone’ folders. Om patiënten ook de mogelijkheid te geven de informatie thuis nog eens te laten na- of beluisteren, versturen we na het spreekuur een filmpje naar de patiënt, met informatie die op hem van toepassing is. Die moeten ze ook kunnen bekijken op de smartphone. Niet iedereen beschikt namelijk over voldoende computervaardigheden, maar met de smartphone kunnen velen bijzonder genoeg wel overweg. Ook in de wachtkamer zullen we de filmpjes gaan draaien en beeldfolders leggen. We willen de patiënten persoonlijk en op zoveel mogelijk plekken benaderen en informeren.” HOE REAGEREN ZORGVERLENERS? “Ze zijn ermee bezig, maar het heeft geen prioriteit. Collega-artsen vinden het belangrijk, maar zeggen ook: ‘Ik heb er zo weinig tijd voor’. Op het NVUcongres heb ik verteld: “Die 11% laaggeletterden zit ook bij jou in de spreekkamer. Als je ze een ‘gewone’ folder meegeeft, heeft één op de tien geen idee waar het over gaat! Het NVU-bestuur en Rijnstate volgen ons project en vinden het sympathiek en interessant. Heel mooi is dat het ministerie van VWS op aanbeveling van TweedeKamerlid Lea Bouwmeester het project heeft overgenomen als te ondersteunen initiatief.” IS HET PROJECT EENVOUDIG KOPIEERBAAR? “Ja. Wegens kosten- en tijdsoverwegingen hebben wij de beeldfolders modulair gemaakt. Veel beelden en teksten, bijvoorbeeld ‘nuchter zijn voor een operatie’ en ‘na een operatie krijgt u een bespreking’, kunnen daardoor voor meerdere folders en disciplines gebruikt worden.”
“Met beeldfolders en animatie wil ik laaggeletterden bereiken.”
IN WELKE MATE ZULLEN DE GEZONDHEIDS VAARDIGHEDEN DE KOMENDE JAREN VERBETE REN, VERWACHT U? “Die 11% laaggeletterden blijft teleurstellend stabiel. Dat zie ik op korte termijn niet veranderen. Maar ik denk dat de trend dat informatie eenvoudig wordt aangeboden op smartphones en iPads via filmpjes en plaatjes, laaggeletterden zal helpen.”
RESULTATEN METEN “Komend jaar gaan we door met het maken van beeldfolders en animatiefilmpjes en doen we nader onderzoek naar de probleemstelling bij laaggeletterden: komen zij bijvoorbeeld met ernstiger ziek binnen dan anderen? Hebben zij vaker complicaties, of moeten we bij hen vaker een operatie afzeggen omdat ze niet begrepen hebben dat ze voor een operatie met bloedverdunners moeten stoppen? Met die kennis kunnen we de beeldfolders en animaties verder verbeteren. Daarna gaan we onderzoeken of de aangepakte punten daadwerkelijk zijn verbeterd. Zo controleren we onszelf.”
“WE VERSTUREN NA HET SPREEKUUR EEN FILMPJE NAAR DE PATIËNT, MET INFORMATIE DIE OP HEM VAN TOEPASSING IS” 15
TEN SLOTTE
BAKEN VAN RUST
A
ls we de wereld van nu vergelijken met die in de vorige eeuw, dan zien we levensgrote verschillen. We kunnen niet meer zonder internet, we bedienen steeds meer apparaten met touchscreens, consulten op afstand en ehealth winnen terrein van de spreekkamer in het klassieke ziekenhuis. Deze ontwikkelingen gaan aan de oppervlakte over techniek. Maar het feit dat deze techniek bestaat, zorgt ervoor dat wij als mens ons anders gaan gedragen. We hoeven bijvoorbeeld niet meer naar de bibliotheek of de dokter als we informatie zoeken over onze gezondheid. Typ een zoekopdracht in de eindeloze databank Google en binnen luttele seconden heb je honderdduizenden webpagina’s, documenten en forums gelinkt aan jouw vraag. Prachtig, zo kun je goed voorbereid het gesprek met de arts in. Ervan uitgaande dat iedereen toegang heeft tot internet en over de vaardigheden beschikt relevante gegevens te verzamelen uit de veelheid aan informatie die Google levert en tot zich te nemen. Dat is niet zo. In Nederland wonen 1,3 miljoen laaggeletterden waarvan een groot deel niet goed leerbaar is. Het gaat hier om mensen met een verstandelijke beperking, met psychiatrische gedragsstoornissen, zwaar psychiatrische patiënten, dak- en thuislozen en dyslectici. Kijken we breder naar gezondheidsvaardigheden, dan weten we dat 48% van de Nederlanders moeite heeft zelf de regie te voeren waar het gaat over ziekte en gezondheid. Terwijl we zelfregie juist als een belangrijk thema benoemen in onze toekomstvisie. Daar ligt dus een schone taak voor ons, zorgverleners.
16
Een deel kunnen we ondervangen door talige oplossingen: door het taalniveau aan te passen van de geschreven teksten op publieke websites en brochures. Door informatie op verschillende manieren te presenteren: in beeld, in materiaal dat mensen kunnen vasthouden zo de zintuigen meedoen. Maar ook door de route naar de spreekkamer toe zo intuïtief mogelijk te maken door de bewegwijzering te verbeteren. Een mooi voorbeeld hiervan stamt uit het pre-internet tijdperk: de bewegwijzering op Schiphol. Al in de zestiger jaren waren de ontwerpers van onze eigen luchthaven van mening dat de bewegwijzering ‘een baken van rust op een druk vliegveld, bevolkt door nerveuze reizigers’ moest zijn. Dus hangen er op Schiphol overal uniforme, goed zichtbare gele borden die je vertellen waar je bent. Hoe snel de technologische ontwikkelingen ook gaan: sommige principes zijn universeel. Weten waar je staat geeft rust. Zo zou ik de informatievoorziening in de zorg ook willen zien. Als een baken van rust in een druk ziekenhuis of gezondheidscentrum, bevolkt door ongeruste patiënten. Margot van der Starre, directeur NVZ