de dossiers
Waarom is een splitsing niet goed voor de mensen Antwoorden op 20 vragen over de staatshervorming, Vlaanderen, België en solidariteit.
Waarom is een splitsing niet goed voor de mensen Antwoorden op 20 vragen over de staatshervorming, Vlaanderen, België en solidariteit. Maandenlange discussies, onderhandelin-gen en crisissen: wat gaat er schuil achter het communautaire geruzie? Heeft Jan met de pet er iets bij te winnen? Is er nog een ander scenario mogelijk dan de verdere regionalisering of de splitsing van België?
2 eerst de mensen, niet de winst
Deel 1
Wat zit er achter de communautaire crisis? 1. Zijn al die communautaire discussies echt nodig?
Is het niet belangrijker om de BTW op gas, elektriciteit en stookolie te verlagen dan om Brussel-Halle-Vilvoorde te splitsen? Moeten er geen grotere problemen opgelost worden zoals het gebrek aan kinderopvang, aan betaalbare woningen, de hoge prijs voor een ziekenhuisverblijf of voor een bejaardentehuis? Ja maar, zeggen sommigen, Vlamingen en Walen raken het over niets meer eens, de verschillen zijn zo groot dat we beter uit elkaar gaan, dat iedereen zijn eigen boontjes dopt. Over welke verschillen gaat het hier dan wel? Stijgen de consumptieprijzen in Vlaanderen sneller dan in Wallonië? Is het goedkoper om kinderen op te voeden in Antwerpen dan in Namen? Hebben grootouders in Aalst andere noden dan grootouders in Luik? Is het klimaat zo verschillend in Bergen en Gent dat je een ander energiebeleid nodig hebt? De meningsverschillen volgen trouwens niet altijd de taalgrens. Een paar weken na de verkiezingen van vorig jaar waren liberalen en christen-democraten, zowel Franstaligen als Nederlandstaligen, het al eens over een sociaaleconomisch programma. Begin 2008 kregen de mensen die staakten voor een hoger loon niet ‘de Walen’ over zich heen, maar de Vlaamse Ford-directie, de Vlaamse patroons van Voka, de Vlaamse liberalen van Open VLD en ... het super Vlaams Belang. En gaan we nu splitsen telkens er een verschil opduikt? Zijn de verschillen met Wallonië groter dan die tussen Limburg en West-Vlaanderen? Moet je Vlaanderen dan ook maar splitsen? Zo komt er nooit een einde aan.
Tom Lanoye: “Als je op die manier redeneert, waarom zou je ook Vlaanderen dan niet meteen uit elkaar
trekken? Want wat hebben Brabant en Vlaanderen historisch met elkaar te maken? En wat doe je met de interne financiële transfers, bijvoorbeeld van ZuidWest-Vlaanderen naar Limburg? Wat doe je met het komische argument dat Limburgers en West-Vlamingen ook niet bepaald dezelfde taal spreken?”
2. Wie is verantwoordelijk voor de huidige chaos?
Sommige politieke partijen willen absoluut verder gaan met de opsplitsing van dit land. Ze willen nog meer macht geven aan de gewesten (Vlaanderen, Brussel, Wallonië) en minder aan de federale regering. Onder hen natuurlijk het Vlaams Belang en N-VA. Die willen het einde van België. Maar ook in het CD&V/N-VA kiesprogramma van 2006 staat: “Vlaanderen moet in de toekomst zijn eigen beleid kunnen voeren inzake gezondheidszorg, kinderbijslagen, werkgelegenheid”. Open VLD vraagt de splitsing van de belasting op de winsten van banken en bedrijven. En de sp.a wil het werkgelegenheidsbeleid splitsen. Achter die partijen staan de Vlaamse patroons-organisaties: het Vlaams netwerk van ondernemers (Voka), de Unie van zelfstandige ondernemers (Unizo), de Christelijke werkgeversorganisatie (VKW). Die eisten op 17 november 2006 de overheveling van het arbeidsmarktbeleid en de werkloosheidsverzekering naar de Vlaamse gemeenschap en de regionalisering van de vennootschapsbelasting. En ze hebben invloed. Voka voorzitter Urbain Vandeurzen is fier: “Wij hebben de voorbije maanden – voor en achter de schermen – hard gewerkt om een draagvlak te creëren voor een staatshervorming. We kregen alle Vlaamse werkgeversorganisaties, Unizo, VKW op één lijn. Deze frontvorming ondersteunt ongetwijfeld de positie van de Vlaamse federale onderhandelaars.”1
eerst de mensen, niet de winst 1
Voka vindt de maandenlange crisis geen probleem. “We verkiezen een goed federaal regeringsakkoord boven een snel akkoord”, zegden Voka leiders Muyters en Vandeurzen.2
3. Waarom wil het Vlaamse patronaat greep krijgen op het werkgelegenheidsbeleid?
Voka verdedigt “al dat communautaire gedoe” want “het gaat over de concurrentiekracht van onze ondernemingen, over de financierbaarheid van pen-sioenen en uitkeringen.3 De manier waarop overheden in België werken, blokkeert de economische ont-plooiing”4. Daarom wil Voka in Vlaanderen greep krijgen op het werkgelegenheidsbeleid. Dat zal er volgens haar memorandum aan de nieuwe regering als volgt uitzien.5 De verborgen agenda van Voka: langer werken, pensioen omlaag, dopgeld in de tijd beperken, wachtuitkering afschaffen De patroonsorganisatie vreest dat er binnenkort te weinig mensen op de arbeidsmarkt zullen zijn en dat is het ergste wat haar kan overkomen. Zij ziet veel liever zoveel mogelijk mensen vechten voor één job. Dan kunnen de patroons de lonen laag houden en de werkzoekenden verplichten eender welke job te aanvaarden. Er moeten 500.000 mensen meer op de arbeidsmarkt komen, vindt Voka. Niet aan het werk, want zoveel jobs zijn er niet. Daarom wil Voka: • meer jongeren op de arbeidsmarkt brengen door hen korte studies te laten afwerken die afgestemd zijn op de arbeidsmarkt en de wachtuitkeringen voor jongeren af te schaffen. • werklozen sneller opnieuw op de arbeidsmarkt brengen door de werkloosheidsuitkeringen sneller te laten dalen en te beperken in tijd. Jo Libeer, de afgevaardigd bestuurder van Voka WestVlaanderen, zegt “We zijn het enige land in West-Europa dat zijn uitkeringen niet beperkt in de tijd. Daar moeten we van afstappen. (...) De werkloosheidsverzekering (…) moet mensen er wel toe aanzetten om terug een job te willen.” • ouderen langer laten werken: door het brugpensioen
2 eerst de mensen, niet de winst
af te schaffen, mensen te ontmoedigen om vóór hun 65ste met pensioen te gaan en het moeilijker te maken om een volledige loopbaan op te bouwen (bijvoorbeeld door ziekteof werkloosheidsdagen niet meer mee te tellen voor de berekening van het pensioen). Karel Van Eetvelt van de werkgeversorganisatie Unizo: “De afschaffing van het brugpensioen is de enige oplossing om de sociale zekerheid te behouden”.6 • de pensioenen laag houden zodat zelfs 65-plussers moeten bijverdienen. Een klein pensioen, werkloosheidsuitkering in tijd beperkt, wachtuitkeringen afgeschaft: dan moet je wel alle arbeidsomstandigheden en elke job aanvaarden. Daarom wil Voka: - het begrip ‘passende dienstbetrekking’ opheffen: op basis daarvan kan een werkloze een job met een te laag loon of een job te ver van huis weigeren. een veralgemening van interimarbeid: het motief ‘instroom’ moet erkend worden voor interimarbeid. Het wordt dus een vorm van selectie van de beste tijdelijken. Ook bij de overheid moet interimarbeid toegelaten worden. - overuren niet meer extra betalen. Je moet steeds ter beschikking staan maar je wordt minder betaald. Overuren worden gewone uren. - het collectieve loonoverleg afschaffen. Je staat alleen tegenover je patroon. Iedereen heeft een ander loon. - de ontslagregeling voor de patroons verge-makkelijken. Dan kunnen ze vaste werknemers ontslaan en vervangen door interims of tijdelijken. De ‘vaste job’ met een overeenkomst van onbepaalde duur, anciënniteitsopbouw en dure opzegtermijnen, moet verdwijnen. In het Vlaanderen van Voka zal je, zeker als jongere, twee lageloonjobs moeten combineren om nog rond te komen. Net zoals in Duitsland, waar nu al 4,7 miljoen mensen werken voor minder dan 400 euro per maand! Op nationaal vlak stuit Voka daarbij op hevig verzet van de vakbonden die volgens Voka conservatief zijn.7 ACV voorzitter Luc Cortebeeck verwerpt de beschuldiging van conservatisme: “Ik ben het beu dat sommige politici en editorialisten mij als conservatief bestempelen, telkens ik de belangen van de mensen en de solidariteit van de sociale zekerheid verdedig.” 8 Vandeurzen heeft het vooral tegen de Franstalige vakbonden, daarom wil hij hen liever niet meer als tegenstrevers: “Het conservatisme van de Waalse vakbonden is veel groter”, zegt hij. Hij bedoelt daarmee, zoals Luc Cortebeeck zegt, dat ze de belangen van de mensen en de
solidariteit van de sociale zekerheid te hevig verdedigen.
Journalist Guido Fonteyne: “Iemand van Voka heeft me letterlijk gezegd: ‘We gaan er nooit in slagen om de macht van de PS (en vooral de vakbonden) in Wallonië voldoende te breken om de sociale verworvenheden te kunnen afbouwen.’ Om terug concurrentieel te worden, zo noemen zij dat dan. Dus splitsen we beter het land. En dan kan men nadien in een autonoom Vlaanderen zitten prutsen aan de sociale verworvenheden.”
4. Meer koopkracht in een zelfstandig Vlaanderen?
Niet als het van de patroonsorganisatie Voka afhangt. “Zonder onze hoge loonkosten zouden we het allicht beter doen” zegt het Voka-memorandum aan de federale regering. Voka ondertekende het (Belgische) Interprofessioneel akkoord 2007-2008 niet. Dit akkoord voorzag in een loonsverhoging van vijf procent over twee jaar, indexaanpassingen inbegrepen. Maar zelfs dat was voor Voka te veel. Het was een nieuw bewijs dat “de Belgische staat de ondernemers geen adempauze gunt”, zei voorzitter Vandeurzen tijdens de nieuwjaarsreceptie, begin 2007. Precies omdat de Belgische regering te weinig doet aan, volgensVoka, de veel te hoge lonen, wil de patroonsorganisatie het loonoverleg (de collectieve arbeidsovereenkomsten of CAO’s) op Vlaams niveau brengen. Hoe dan ook dreigen de lonen in een zelfstandig Vlaanderen (en Wallonië) te zullen dalen. In Wallonië liggen de lonen nu al 8 tot 10 % lager dan in Vlaanderen.9 Een splitsing van het loonoverleg zal niet alleen leiden tot een verdere daling van de lonen in Wallonië, maar ook in Vlaanderen, want er zal concurrentie ontstaan. Sinds de loonwet van 1996 worden de lonen in België vergeleken met die van onze drie buurlanden, Frankrijk, Nederland en Duitsland. Het volstaat dat in één land de lonen dalen, zoals vorig jaar in Duitsland, opdat de lonen bij ons ook minder of helemaal niet zouden stijgen. Als ze het loonoverleg splitsen, komt er een vierde concurrent bij: het andere gewest. Zonder nationale loononderhandelingen zullen de lonen steeds verder uiteengroeien en zullen de patroons zich gaan vestigen waar de lonen het laagst zijn. Stel dat de Waalse werknemers
aanvaarden dat hun lonen verminderen om competitiever te worden, dan moeten de Vlaamse lonen volgen, enz.
5. Betekent Vlaamse belastingen ook minder belastingen?
Het rijkere Vlaanderen zal over meer geld beschik-ken, zeker als het niet meer moet betalen voor het arme Wallonië, hoor je zeggen. Vlaanderen is vandaag rijker dan Wallonië. [1] De meeropbrengst voor Vlaanderen zal veel lager zijn dan verwacht. Indien de belastingen naar de gewesten worden overgeheveld, kan het Brussels Gewest beslissen dat de personenbelasting betaald wordt in de regio waar de belastingplichtige werkt. Dat is een Europese regel. Indien de 225.000 Vlaam-se pendelaars hun belastingen in Brussel zouden be-talen, kost dat Vlaanderen ongeveer drie miljard euro. Dat is al meer dan de helft van alles wat vandaag van Vlaanderen naar Brussel en Wallonië stroomt. [2] Het geld uitgespaard door de splitsing zal niet naar de werknemers gaan. De separatistische Vlaamse ondernemers weten nu al wat ze met de vrijgemaakte miljarden zullen doen na de opsplitsing van België. Ze zijn alvast niet bestemd voor de gewone mensen: “De vennootschapsbelasting is veel te hoog. We zitten federaal gebonden aan 34 %, terwijl men rondom ons naar 25 % gaat. Ik ben niet bereid te blijven toekijken hoe de wereld ons voorbij fietst,” zegt voorzitter Vandeurzen van Voka.10 “Een vermindering van de patronale lasten met 44 %”, zegt Herman De Bode van de separatistische groep De Warande.11 Dat komt neer op een kostenplaatje van 4 % van het BBP, ongeveer hetzelfde bedrag dat nodig is om de kosten van de vergrijzing op te vangen. Pech voor de Vlaamse gepensioneerden. Yves Leterme deelt dezelfde mening. Toen hij nog ministerpresident van Vlaanderen was, maakte hij duidelijk waar zijn prioriteiten liggen: “Als we de welvaart hier willen houden, moeten we de economie versterken. (Met andere woorden, meer geld naar de patroons, nvdr). Het kan dat de wachtlijsten
eerst de mensen, niet de winst 3
in de zorg slechts gedeeltelijk worden aangepakt. Het is belangrijk dat er een visie is waarin de economie (dat zijn de bedrijfswinsten, nvdr) centraal staat.”12 Daarheen vloeit dus morgen het geld dat bespaard zou worden door het stopzetten van de solidariteit met Wallonië. Maar er zijn toch belastingverminderingen? De Vlaamse regering heeft nu reeds het recht om de personenbelasting te verlagen met meer dan drie procent. Ze had dus allang de belastingtarieven voor de gemiddelde en lage inkomens kunnen verlagen. Dat heeft ze niet gedaan. Gezeten op haar vele geld, geeft ze vanaf 2009 iedere werkende inwoner van Vlaanderen een belastingvermindering van 200 euro per jaar, per persoon. Dat geldt zowel voor de manager als voor de poetsvrouw. De echte armen vallen helemaal uit de boot, want wie geen belastingen betaalt of minder dan die 200 euro, krijgt het verschil zelfs niet teruggestort. [3] Een splitsing van de belastingen dreigt gevolgen te hebben voor de werkgelegenheid en de openbare dienstverlening. Op Europees vlak is er nu al fiscale concurrentie in de vennootschapsbelasting. Dat leidt tot een kettingreactie van belastingverlagingen op de winsten. Door de vele belastingverlagingen zijn de winsten van de Belgische ondernemingen in 2007 gestegen tot een recordhoogte van 79 miljard euro. Dat is 4 miljard meer dan in het vorige recordjaar
4 eerst de mensen, niet de winst
2006, zo blijkt uit het jaarverslag van de Nationale Bank.13 De bedrijven betalen steeds minder belastingen op hun winsten en dat leidt tot het verlies van jobs in het onderwijs, bij de spoorwegen, de openbare werken. De openbare diensten, die heel wat mensen tewerkstellen, zijn het eerste slachtoffer wanneer de overheid te weinig inkomsten heeft. De Europese vakbeweging wil deze neerwaartse spiraal een halt toeroepen door een Europese minimumbelasting in te voeren waar de vennoot-schapsbelasting niet onder mag gaan. Als elk gewest zijn eigen belastingen mag bepalen, ontstaat er onvermijdelijk een nieuwe concurrentie: die tussen de gewesten. Dat zal leiden tot nog minder inkomsten voor de gemeenschap. [4] Gesplitste belastingen zullen ook delokaliseringen bevorderen Professor Giuseppe Pagano van de Université Mons-Hainaut (UMH): “Bedrijven zijn erg gevoelig voor fiscale concurrentie, vooral op een klein grondgebied. Als een bedrijf uit VlaamsBrabant ziet dat enkele honderden meter verder in WaalsBrabant de aanslagvoet lager is, zelfs al is het maar een klein beetje, zal het in de verleiding komen om zich daar te gaan vestigen. In het geval van nabije geografische zones zijn de aanslagvoeten essentieel. De rest blijft immers hetzelfde: productiviteit, wegeninfrastructuur, transportkosten enz.” 14
Deel 2
Waarom wil men de sociale zekerheid splitsen? 6. De sociale zekerheid splitsen wat betekent dat?
CD&V/N-VA, Vlaams Belang en de Vlaamse patroonsorganisaties willen de sociale zekerheid splitsen in een Vlaamse, een Brusselse en een Waalse sociale zekerheid. Wie wordt daar beter van?
De Sociale zekerheid Dank zij de sociale zekerheid – dat zijn de werkloosheidsvergoedingen, de ziekte- en invaliditeits-uitkeringen, de kinderbijslagen en pensioenen – leeft in België “slechts” 13 % van de bevolking onder de armoedegrens. Mocht er geen sociale zekerheid zijn dan zou, volgens een door Europa berekende norm, 42 % van de Belgen arm zijn. Hoe kan dat? De sociale zekerheid is gebaseerd op solidariteit tussen de inwoners van een land: iedereen draagt bij volgens zijn inkomen. Bij al wie werkt gaat een deel van het loon naar de kas van de sociale zekerheid. Uit die kas word je betaald als je ziek of werkloos wordt, met pensioen gaat of als je kinderen hebt. Een deel van de BTW-opbrengst gaat ook naar de sociale zekerheid. Wie meer verdient, draagt meer af. De werkenden betalen voor de werklozen, de gepensioneerden, de zieken en de kinderen. Voor een deel speelt het verzekeringsprincipe: wie een hogere bijdrage betaalt heeft ook recht op een hogere uitkering in geval van ziekte, pensioen of werkloosheid. Maar het is niet zo dat je terugkrijgt wat je hebt bijgedragen. Zo gaat bijvoorbeeld 75 % van de uitgaven in de gezondheidszorg naar 10 % van de bevolking, namelijk de ouderen en de
zieken. Sommigen hebben recht op een uitkering zonder bijgedragen te hebben: kinderen krijgen kinderbijslag, sommige weduwen trekken een weduwepensioen, ook al hebben ze zelf niet bijgedragen. Indien dit principe niet bestond, zouden de ouderen zelf veel meer moeten betalen voor gezondheids-zorg, velen zouden zich zelfs helemaal geen zieken-huis kunnen veroorloven, de jongeren zouden geen wachtuitkering kunnen krijgen en je zou slechts recht op pensioen en werkloosheidsuitkeringen hebben voor het bedrag dat je zelf hebt bijgedragen. In sommige landen is dat zo. Daar ben je enkel voor ziekte en pensioen verzekerd als je een privé-verzekering hebt. Wie dat niet kan betalen, moet maar blijven werken tot zijn vijfenzeventigste. Miljoenen Amerikanen zijn niet verzekerd tegen ziekte en kunnen geen beroep doen op medische zorgen. Zelfs wie er goed verdient, dreigt bij ernstige ziekte of tegenslag in een mum van tijd financieel en sociaal aan de grond te zitten.
7. Splitsen sociale zekerheid? Wie wordt er beter van?
Sinds twintig jaar proberen liberale politici de sociale zekerheid onderuit te halen en ze te vervangen door allerlei privé-verzekeringen. Je draagt bij en je ontvangt in functie van de premie die je hebt gestort. Je krijgt terug wat je hebt bijgedragen. Bijdragen zijn niet langer afhankelijk van het inkomen en dus dragen de hogere inkomens niet bij voor de lagere. Dat is trouwens de richting die de Vlaamse regering nu al inslaat. Het enige Vlaams initiatief op vlak van de gezond-heidszorg is de Vlaamse zorgverzekering. Sinds 2003 betaalt elke Vlaming ouder dan 26, jaarlijks 25 euro voor de zorgverzekering. De mensen met de laagste inkomens, zo’n 13 % van de bevolking, betalen slechts 10 euro. Het geld wordt gebruikt om zwaar zorgbehoevenden een uitkering te geven waarmee
eerst de mensen, niet de winst 5
ze niet-medische kosten, zoals de opname in een rusthuis of thuishulp, kunnen betalen. Voor wie thuis verzorgd wordt, bedraagt de tegemoetkoming op dit moment 105 euro per maand. Wie in de residentiële zorg zit, krijgt 125 euro. In tegenstelling tot de rest van de sociale zekerheid is deze zorgverzekering niet gebaseerd op het principe van de solidariteit. Men draagt niet bij naargelang zijn financiële draagkracht, het is voor arm en rijk hetzelfde (behalve dan voor de allerarmsten). Een voorstel van de sp.a om de premie af te schaffen en de zorgverzekering te financieren met belastinggeld, geïnd in functie van het inkomen, werd door alle voorstanders van meer Vlaamse bevoegdheden afgewezen. Ondanks haar grotere rijkdom heeft de Vlaamse regering weinig aandacht voor de sociale problemen. De wachtlijsten voor plaatsing van gehandicapten zijn in Vlaanderen gestegen van 6860 in 2004 naar 8200 vandaag. In de kinderopvang zijn 15.000 plaatsen te kort. Dat zijn nu alVlaamse bevoegdheden. Vlaanderen bestuurt niet beter, maar rechtser. Wie wordt er dan echt beter van een splitsing van de sociale zekerheid? Door allerlei belastingverlagingen en andere subsi-dies aan het patronaat toe te kennen, verminderen de bijdragen aan de sociale zekerheidskas. In 2006 ging er op die manier 5,27 miljard euro van de sociale zekerheidskas naar de patroons. Patroonsorganisaties zoalsVoka vinden dat nog een groter deel van het geld van de sociale bijdragen beter aan de bedrijven wordt gegeven. De sociale uitkeringen zullen dan wel dalen, maar de mensen moeten maar een extra privé-verzekering nemen, vindt Voka. En wie daarvoor de middelen niet heeft, zal niet meer op de staat kunnen rekenen.
Luc Cortebeeck, voorzitter van het ACV: “Noch de werkende mensen, noch de zieken, noch de gepensioneerden of de werklozen hebben iets te winnen bij de splitsing van de sociale zekerheid. Van waar komt de vraag naar splitsing? Ze gaat niet uit van de voorstanders van een sociaal Vlaanderen. Ze gaat uit van de rechtse krachten die via een splitsing de sociale zekerheid willen privatiseren. Vlaanderen heeft helemaal alleen een zorgverzekering ingesteld voor de bejaarden. In tegenstelling tot wat in de sociale zekerheid gebeurt, is de hoogte van de premie niet gebonden aan het inkomen. De privé-verzekeraars die het systeem
6 eerst de mensen, niet de winst
mee beheren hebben hun logica opgedrongen. De moraal? Aangezien er te weinig inkomsten zijn, gaan de bijdragen omhoog, in dezelfde mate voor de rijken als voor de armen.” 15
8. Sociale zekerheid gesplitst: het einde van België?
Vandaag wordt reeds 25 % van de overheidsuitgaven door de gewesten en de gemeenschappen beheerd. De sociale zekerheid is goed voor nog eens 40 % van die overheidsuitgaven. Indien de sociale zekerheid aan de gewesten wordt toevertrouwd, komt 65 % van de middelen in hun handen. Voeg daarbij de 10 % die naar de gemeenten en de provincies gaat en je ziet het: de Belgische federale regering is een lege doos en dat betekent het einde van België. Vandaag gelden in heel België dezelfde voorwaarden voor wie werkloos is: op het vlak van toelatingsvoorwaarden, uitkeringen, wachttijd voor jongeren, brugpensioen. Hetzelfde geldt voor de kinderbijslag, de pensioenen en de ziekteverzekering. De voorstanders van een zelfstandig Vlaanderen willen op deze terreinen een apart beleid voor de verschillende gewesten. In elke regio komen er andere voorwaarden om recht te hebben op een uitkering, andere uitkeringsbedragen, andere criteria voor een passende dienstbetrekking, andere collectieve overeenkomsten en andere kinderbijslagen. Hoe kan je nog spreken van een democratisch land als de inwoners, naar gelang de streek waar ze wonen, een andere behandeling krijgen? In geen enkel federaal Europees land zijn de uitkeringen voor werkloosheid of ziekte regionaal verschillend. Nochtans zijn in Duitsland de economische verschillen tussen Beieren en Baden-Wurttemberg enerzijds en het Ruhrgebied en het Oosten van het land minstens zo groot als in België tussen Wallonië en Vlaanderen. Het wordt ook een ongelooflijke warboel. Wat gebeurt er bij tijdelijke werkloosheid in een Brussels bedrijf met werknemers uit Vlaanderen, Brussel en Wallonië? De Vlamingen hebben recht op een uitkering, de Franstaligen niet? Wat gebeurt er met de 10 % Belgen die elke dag in een ander gewest gaat werken? Verschillende regels voor tijdskrediet, werkloosheidsuitkeringen?
Deel 3
Moet Vlaanderen blijven betalen aan Wallonië? 9. Moet er dan geen einde komen aan de geldstromen naar Wallonië?
Volgens sommigen krijgt Wallonië al jaren 6 tot 12 miljard euro per jaar en geeft iedere Vlaming dagelijks 4,5 euro aan Wallonië. De Walen leven al te lang op onze kosten, vinden zij. Dat er geld van Vlaanderen naar Wallonië gaat is een feit. Hoe en waarom gebeurt dat? Transfers zijn geldstromen waar geen prestatie tegenover staat. Die geldstromen lopen via de sociale zekerheid, de financiering van gewesten en gemeenten en via het federale budget. Streken waar veel werk is en de lonen hoger zijn, dragen meer bij voor de sociale zekerheid dan streken met veel werkloosheid. Deze solidariteit komt de werklozen, zieken en ouderen ten goede. Op het gebied van de sociale zekerheid betekent dit dat Walen en Brusselaars meer ontvangen aan kinderbijslag, werkloosheidsuitkering, ziektever-zekering en terugbetaling van medische verzorging dan dat ze bijdragen. Bij de pensioenen geldt het tegenovergestelde: door de vergrijzing van de bevolking betalen Vlamingen minder dan wat ze ontvangen. Voor de gemeenten betekent dit dat de Vlaamse gemeenten meer gemeentebelastingen afdragen dan wat ze terugkrijgen van het Gemeentefonds. Eigenlijk willen de voorstanders van de splitsing deze principes veranderen. Het concept van de solidariteit zelf staat ter discussie. Solidariteit tussen de regio’s, maar ook tussen individuen. Ze willen de solidariteit vervangen door het principe: ik moet terugkrijgen wat ik in de kas van de
sociale zekerheid heb gestoken en wie werkloos, ziek of oud is, moet zichzelf maar zien te behelpen. Over hoeveel geld gaat het? Er bestaat geen officiële studie over de transfers tussen de gewesten en de bestaande studies spreken elkaar tegen. De meest recente universitaire studie spreekt over 5,6 miljard.16 De patroonsorganisatie VBO heeft het over 3,4 miljard.17 Het gaat dus over een bedrag tussen 500 en 1300 euro per jaar en per Vlaming of tussen 1200 en 3000 euro per gezin (een gemiddeld Vlaams gezin bestaat uit 2,4 leden). Transfers bestaan in alle landen In alle landen gaat er geld van de rijkere naar de armere streken. Dat is ook normaal in een maatschappij die voorstander is van een minimum aan solidariteit tussen haar leden. Aan de ontmanteling van de industrie in Wallonië hebben de Waalse mensen geen schuld. Morgen kan Vlaanderen, dat heel afhankelijk is van buitenlandse multinationals, hetzelfde overkomen. De omvang van de transfers tussen rijkere en armere gewesten is in België lager dan in andere Europese landen. In de meeste landen wordt daarover echter niet gesproken in termen van nationale tegenstellingen. Een Europese studie van 2003 berekende het percentage van gewestelijke rijkdom dat de rijkste regio’s van elk land afstond voor de nationale solidariteit. De regio South East (Groot-Brittannië) draagt 12,6 % van zijn inkomsten af, de regio Skane (Zweden) 9,7 %, Beieren en Baden-Wurttemberg (Duitsland) 10 %. Dat is heel wat meer dan de 3,6 % van Vlaanderen. Men spreekt enkel over de geldstromen van Vlaanderen naar Wallonië om de beide ‘etnische’ gemeenschappen tegen elkaar te kunnen opzetten. Eigenlijk gaan de transfers vooral over 6 arrondissementen,
eerst de mensen, niet de winst 7
de drie armste en de drie rijkste. Drie arrondissementen (op 43) krijgen 53,5 % van alle transfers: Charleroi, Luik en Bergen. Meer dan de helft van de transfers worden betaald door drie arrondissementen: Halle-Vilvoorde, Leuven en Waals-Brabant. Deze drie gewesten zijn rijk omdat ze van de grootstad Brussel profiteren. Hun inwoners werken er maar betalen er geen belastingen. Ook Ieper, Oostende, Diksmuide, Maaseik, Tongeren, Veurne, Roeselare, Kortrijk, Eeklo, Hasselt en Tielt krijgen meer terug dan wat ze in de staatskas storten.18 Transfers bestaan dus ook binnen Vlaanderen. Als de voorstanders van ‘terugkrijgen wat je hebt betaald’ hun zeg krijgen, mogen ook West-Vlaanderen en Limburg zich zorgen beginnen maken. Vlaams-Brabant, de rijkste Vlaamse provincie met een gemiddeld inkomen van 29.803 euro, zou er wel eens genoeg van kunnen krijgen om die arme Limburgers met hun gemiddeld inkomen van 23.442 euro te blijven steunen.
10. Wie is verantwoordelijk voor de hoge werkloosheid in Wallonië?
In 1949 bedroeg de werkloosheid in Vlaanderen 19 % en in Wallonië 5 %. Vandaag is dat omgekeerd. Tot vijftig jaar geleden betaalden de Waalse staalarbeiders en mijnwerkers voor de Vlaamse werklozen. De havens van Antwerpen en Zeebrugge, Sidmar, de chemie en de auto-industrie zijn gefinancierd met de belastingen die het rijkere Waals Gewest vroeger betaalde. Het is de Belgische unitaire staat die deze ommekeer bevorderd heeft. Aan het eind van de jaren 1950 liet minister van Economische Zaken, Spinoy, de wetten op de economische expansie goedkeuren. Tal van Amerikaanse bedrijven werden daardoor aangemoedigd om zich in Vlaanderen te vestigen, waar een bloeiende chemische nijverheid tot ontwikkeling kwam. Hoe gebeurde die ommekeer? De machtige financiële groepen die de groteWaalse industrie in bezit hadden, zijn in de jaren zestig tot de conclusie gekomen dat ze in Vlaanderen meer winst konden maken. Omdat er toen in Vlaanderen meer werklozen waren dan in Wallonië en de lonen er lager lagen. Ook de nabijheid van havens was een voordeel voor de industrie. De ontmanteling van de zware
8 eerst de mensen, niet de winst
industrie in Wallonië heeft dus niets te maken met profiteren door Waalse werknemers maar met de bikkelharde wetten van het marktkapitalisme. Diezelfde groepen kunnen ook Vlaanderen treffen. De textielindustrie is weg. Renault-Vilvoorde is weg. Waar zal Volvo-Gent binnen tien jaar zijn? Opel-Antwerpen is bedreigd. Janssen Pharmaceutica schrapt hooggekwalificeerde jobs. Die kunnen even goed worden uitgeoefend vanuit India of Indonesië. De internationalisering van de markt is eerst in Wallonië voelbaar geworden omdat het daar over zware industrie ging, maar diezelfde beweging is nu bezig in Vlaanderen. Dezelfde evolutie maken ook andere Europese kapitalistische landen door. De industriebekkens in Wales (Groot-Brittannië), in het Duitse Ruhrgebied en in Frans Lotharingen kenden een neergang. De Waal is niet luier of geen grotere profiteur dan de Vlaming, net zo min als een inwoner van Wales luier is dan zijn landgenoot in Londen. Net zo min als de Vlaming in 1949 liever stempelde dan te gaan werken.
11. Worden jij en ik er beter van als de geldstromen tussen Vlaanderen en Wallonië wegvallen?
Als er geen transfers meer zijn, komt er dan niet meer geld vrij voor de pensioenen, brugpensioenen, sociale noden? Wie zal morgen de pensioenen en de gezondheidszorg in Vlaanderen betalen? Heb je je ooit al afgevraagd waarom de voorstanders van de splitsing deze thema’s niet meer op hun ver-langlijstje zetten? Omdat de zogenaamde transfer aan het omkeren is. Over vijftien jaar zijn er in Vlaanderen veel meer gepensioneerden dan in Wallonië en Brussel. In Wallonië zal het aantal 65-plussers met 2,5 % toenemen, in Vlaanderen met 5 % en in Brussel slechts met 0,2 %. Voor de kosten van zijn vergrijzing zal Vlaanderen een beroep moeten doen op de nationale solidariteit ofwel zullen de Vlamingen voor hun pensioen 3,5 miljard euro per jaar meer moeten betalen dan vandaag. Zelfs het Vlaams Belang geeft toe dat Vlaanderen Brussel met zijn jongere bevolking zal nodig hebben. Want wie zal de Vlaamse pensioenen betalen als Vlaanderen zich afsplitst van Brussel? Is een arm Wallonië goed voor Vlaanderen?
Als de transfers stopgezet worden, zal 22 % van de Walen onder de armoedegrens belanden. Dat betekent ook een verminderde afzet voor de Vlaamse bedrijven. Wallonië is het belangrijkste afzetgebied voor Vlaamse producten. Wallonië neemt een kwart van de ‘uitvoer’ van Vlaamse KMO’s af en 20 % van de ‘uitvoer’ van de grote bedrijven. Hoeveel banen verdwijnen er in Vlaanderen als een deel van die markt wegvalt?
12. Is er geen verspilling aan de Waalse kant?
In de sociale zekerheid geeft ieder gewest niet meer uit dan zijn aandeel in de bevolking. De transfers zijn volledig te verklaren omwille van de hogere werkloosheid en de lagere lonen in Wallonië. Inzake werkloosheidsuitkeringen bedragen de totale uitgaven 56,4 % voor Vlaanderen en 33,8 % voor Wallonië, voor Brussel komt dit op 9,8 %. De cijfers stemmen dus min of meer overeen met de bevolking van elk gewest: Vlaanderen 57,8 %, Wallonië 32,5 %, Brussel 9,7 %. Er zijn wel verschillen in het type uitgaven: in Wallonië liggen de uitgaven voor werkloosheidsuitkeringen het hoogst omwille van de jonge werklozen met een wachtuitkering. In Vlaanderen liggen de uitgaven voor brugpensioen, tijdskrediet, activa en dienstencheques het hoogst. Dergelijke verschillen bestaan ook binnen de gewesten zelf. De situatie in Antwerpen is volledig verschillend van die in West-Vlaanderen. Dezelfde verschillen doen zich ook voor in Wallonië, bijvoorbeeld tussen Henegouwen en WaalsBrabant. In de gezondheidszorg zijn de verschillen binnen Vlaanderen groter dan die met Wallonië. Er zijn geen misbruiken meer van ziekenhuiskosten of medische zorgen in Wallonië. Daar is iedereen het nu over eens. De Christelijke Mutualiteit (CM) heeft berekend dat de gezondheidsuitgaven in elk van de gewesten overeenkomt met het aandeel van deze gewesten in het totale bevolkingsaantal. De CM rekende uit dat de uitgaven voor medische zorgen per lid per verbond in Anderlues 1259 euro per jaar bedragen, in Oostende 1239 euro, in Turnhout 998 euro en in Nijvel 960 euro. De personeelskost in de ziekenhuizen is het goedkoopst in Henegouwen, Luik en Namen en het duurst in Antwerpen, Waals-Brabant en Oost-Vlaanderen. In de ziekenhuizen is de bezettingsgraad het hoogst in Namen, dan volgt Henegouwen.
Hij is het laagst in Antwerpen, West-Vlaanderen, WaalsBrabant en Vlaams-Brabant. De echte transfers: 17 euro per dag en per werknemersgezin naar het patronaat Tussen 1980 en 2006 daalde het aandeel van de lonen in het totaal van alle inkomsten (ondermeer uit lonen en kapitaal) van 59 % naar 51 %. Als het aandeel van de lonen vandaag even hoog zou liggen als in 1980, zou de loonmassa (sociale zekerheidsbijdragen inbegrepen) 25 miljard euro hoger moeten liggen. De drie traditionele politieke partijen hebben met hun antisociale bezuinigingen sinds dertig jaar deze hold-up mogelijk gemaakt. 17 euro per dag en per gezin… Dat kost iedere werknemer in België 11.400 euro per jaar. Om de tien jaar geeft iedere actieve Belg een huis cadeau aan de kapitaalbezitters. Laat ons daaraan iets doen, door bijvoorbeeld een belasting op de grote fortuinen in te voeren en daarmee lost men het probleem van de pensioenen reeds op.
13. Moeten de Walen nu eindelijk niet eens hun verantwoordelijkheid opnemen?
“Ze lossen geen enkel probleem zelf op. Wij maken er luieriken van. Ze nestelen zich in de werkloosheid. Gelet op de grote verschillen in de aard van de werkloosheid, is het misschien beter om het tewerkstellingsbeleid te splitsen en elk zijn eigen aangepaste aanpak te gunnen”, zeggen sommige politici. Waren de Vlamingen in 1949 luiaards en profiteurs, omdat de werkloosheidsgraad in Vlaanderen toen 19 procent bedroeg? Vandaag zijn er 32 werklozen voor 1 job in Wallonië (in Vlaanderen 8 voor 1 job). In een streek als La Louvière waar 165.000 mensen wonen, verdwenen de laatste dertig jaar 70.000 arbeidsplaatsen. Dat kan je niet op een generatie te boven komen. Worden werklozen in Wallonië minder streng behandeld? In 2006 werden 13.868 werklozen gesanctioneerd. 52 % daarvan in Wallonië, 30 % in Vlaanderen en 18 % in Brussel.19 Willen ze niet in Vlaanderen komen werken? Sommigen misschien niet, dat is waar. Hoe dikwijls krijgen we
eerst de mensen, niet de winst 9
het voorbeeld niet te horen van Fransen die wel in Kortrijk komen werken, maar Walen niet? In Zuid-West-Vlaanderen zijn inderdaad 9.000 grensarbeiders uit Frankrijk aan de slag. Sommigen komen uit Valenciennes. Dat is 80 kilometer, enkele rit. Een gebrekkige talenkennis is geen probleem. De hoge werkloosheid in de regio van Rijsel verklaart die aantrekkingskracht gedeeltelijk maar de Franse grensarbeiders komen vooral omwille van een fiscaal gunstregime. Zij betalen belastingen en sociale zekerheid in hun thuisland (Frankrijk) en niet in hun werkland (België) en dat levert een groot inkomensvoordeel op. “Fransen die hier 30.000 euro bruto per jaar verdienen, houden daar ruim 3.000 euro netto méér van over dan een Vlaming of een Waal.”20 Dat is het verschil tussen de Fransen en de Walen. In december vorig jaar sloot Didier Reynders een akkoord met de Franse overheid waarbij het speciale fiscaal statuut voor Franse grensarbeiders vanaf 1 januari 2009 wordt afgeschaft. Onmiddellijk vreesden de patroons dat nieuwe aanwervingen heel erg moeilijk zouden worden. Het is een misvatting dat de Walen zich niet willen verplaatsen om te gaan werken. Onderzoek van de Antwerpse hoogleraar Ann Verhetsel bevestigt dat de mobiliteit in Vlaanderen zeker niet hoger ligt dan in Wallonië. Ze stelde een lijst op met gemeenten van waaruit inwoners het meeste kilometers moesten afleggen om op hun werk te geraken. De top tien bestond volledig uit Waalse gemeenten. De voortgaande splitsing van dit land maakt het steeds moeilijker om over de taalgrens te gaan werken. Het is dan ook absurd nog verder te willen splitsen. Neem het openbaar vervoer. Vroeger had je de buurtspoorwegen. Eén maatschappij, met één planning en bussen die op mekaar afgestemd waren. Sinds een aantal jaren is die maatschappij opgesplitst in de Waalse TEC, De (Vlaamse) Lijn en de Brusselse MIVB. Vandaag rijden
10 eerst de mensen, niet de winst
er weinig of geen bussen vanuit Wallonië naar Vlaamse industriezones. Het is heel moeilijk om vanuit Brussel naar de industriezones in Zaventem te geraken. Nochtans is goed openbaar vervoer een basisvoorwaarde om verder van huis te kunnen gaan werken. Joep Konings, hoogleraar arbeidseconomie van de KU Leuven: “Het stimuleren van mobiliteit met pendelbussen of een beter openbaar vervoer is een goede zaak. We weten uit studies dat de pendeltijd niet te hoog mag oplopen, anders verliezen werkzoekenden hun belangstelling.” Sinds de splitsing van het beleid inzake arbeids-bemiddeling en beroepsopleiding in de gewestelijke bureaus (Vlaamse VDAB, Waalse FOREM en de Brusselse Actiris) stonden er geen werkaanbiedingen uit Vlaanderen meer in de computer van FOREM. De Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en zijn Waalse tegenhanger FOREM werken pas sinds juli vorig jaar samen om werkzoekenden de weg naar Vlaanderen te helpen vinden. Met succes trouwens. De splitsing heeft ook geleid tot tekorten in het taalonderwijs in de andere landstaal. Er waren lange tijd geen gratis taalcursussen. Volgens FOREM maakt vooral de gebrekkige kennis van het Nederlands van de taalgrens nog vaak een arbeidsgrens. Om Waalse werkzoekenden gemakkelijker over die drempel te helpen, komt een taalopleiding pas sinds kort ook in aanmerking voor een opleidingstraject.21 Besluit: om de mobiliteit tussen Vlaanderen en Wallonië te bevorderen zou het beter zijn dat een Instituut voor arbeidsbemiddeling de noden in alle gewesten kent, opleidingen in functie van die noden organiseert, gratis taalcursussen organiseert enz. Natuurlijk moeten deze maatregelen per subregio verfijnd worden. De noden zijn anders in Luik, Antwerpen, Gent en Kortrijk. De verscheidenheid valt echter niet samen met de taalgrens, maar wel met economische gebieden die soms zelfs de nationale grens overschrijden zoals in Kortrijk.
Deel 4
Is er een andere oplossing dan een splitsing? 14. Hoeveel kost een splitsing?
Veel. Door de verschillende wetgevingen en sociale regels zal de economische uitwisseling tussen de deelstaten erg moeilijk worden. Vooral voor bedrijven die in verschillende landsdelen gevestigd zijn. Het zal nog moeilijker worden om in een ander landsdeel te gaan werken. Een splitsing van de NMBS zal de mobiliteitsproblemen nog vergroten. Van alle administraties en diensten zullen er, vooral in Brussel, twee exemplaren moeten zijn. Brussel zal zijn status van internationale hoofdstad verliezen. Economisten zeggen dat de kleine deelstaten meer interest zullen moeten betalen als ze geld lenen.
15. Kan een splitsing vreedzaam gebeuren?
Voorstanders van een zelfstandig Vlaanderen halen dikwijls Tsjecho-Slowakije aan als voorbeeld. In 1993 splitsten Tsjechië en Slowakije op een vreedzame manier. Maar België is Tsjecho-Slowakije niet. In dat land was er geen tweetalige hoofdstad zoals Brussel waarvoor gevochten kon worden. Praag ligt midden in Tsjechië en is hoofdzakelijk bevolkt door Tsjechen. De economische banden tussen de twee landen waren minder sterk dan tussen de gewesten in België. De sociale zekerheid en zelfs het gerecht waren al gesplitst. De splitsing kwam vlak na de val van de muur. Aangetrokken door de lage lonen overspoelde Duits kapitaal het land.22 Er is geen enkele reden waarom de overgrote meerderheid Franstalige Brusselaars zou aanvaarden om, in geval van een Belgische splitsing, bij Vlaanderen aan te sluiten. Zelfs de
Nederlandstalige Brusselaars voelen zich in de eerste plaats Brusselaar en geen Vlaming. Wie krijgt Brussel? Dat wordt pas een eindeloze vete. Vlaanderen kan niet zonder Brussel. Een voorbeeld. Als het Brussels gewest beslist om de personenbelasting te innen in ‘de regio waar de belastingplichtige werkt’ kost dat minstens drie miljard aan het Vlaams Gewest. Vlaanderen heeft Brussel en zijn jonge bevolking nodig om zijn pensioenen te betalen. Maar ook Wallonië zal Brussel willen. Een poging om Brussel te dwingen bij Vlaanderen aan te sluiten kan alleen leiden tot jarenlange ruzies en nationalistisch geweld. De staatsschuld moet verdeeld worden. Hoe zal dat gebeuren? Het heeft meer dan tien jaar geduurd vooraleer België en Nederland hun gezamenlijke staatsschuld hadden verdeeld na 1830. Ondertussen ontvluchten alle internationale instellingen de instabiliteit.
16. Hoe kan je vermijden dat “de Franstaligen in de Brusselse rand zich weigeren aan te passen” en dat “de Flaminganten aan communautair opbod doen”?
Dat kan inderdaad allebei niet. Wij zijn voor solidariteit, integratie, gelijkberechtiging en tegen alle extremisten: zowel de FDFers van Maingain die roepen “le grand Bruxelles francophone” als de flaminganten die “geen faciliteiten” willen. Het is ontoelaatbaar dat een Franstalige werkloze die in Linkebeek (faciliteitengemeente) woont geen uitkering krijgt omdat hij zijn papieren in het Nederlands moet invullen. Of dat een Nederlandstalige zieke in een Brussels ziekenhuis
eerst de mensen, niet de winst 11
niet in zijn eigen taal wordt opgevangen. Wij promoten de ingesteldheid van professor Anne Morelli van de Université Libre de Bruxelles. Ze woont in de Vlaamse Rand rond Brussel. “Mezelf beschouw ik als ‘geïntegreerd’. Mijn kinderen zijn allemaal naar de Vlaamse gemeenschapsschool in ons dorp geweest en gaan naar de plaatselijke sportclubs. Toch heb ik ook al Franstaligen gezien die een gemeenteambtenaar meteen in het Frans aanspreken, heel arrogant. Je kunt je moeilijk indenken dat een Vlaming in Charleroi hetzelfde zou doen!” Die wil tot integratie wordt echter niet bevorderd door pesterijen zoals het verbod voor Franstaligen om gemeentelijke zalen te gebruiken, om een sociale woning te verwerven enz. Om vreedzaam samen te leven, moeten in de eerste plaats eenieders rechten gerespecteerd worden. Een democratische overheid promoot alles wat de mensen samenbrengt, wat het leven vergemakkelijkt, wat de sociale, economische ontwikkeling bevordert. Er moet een sfeer van verdraagzaamheid en wil tot samenleving geschapen worden. Zowel in Brussel als in de rand. Daarom moeten we wel vertrekken van de situatie zoals ze vandaag bestaat. Brussel is een sociaal-economisch gebied dat zich uitstrekt ver buiten de grenzen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (de negentien gemeenten). In de faciliteitengemeenten stemt meer dan de helft en soms 80 % van de inwoners bij de verkiezingen op Franstalige lijsten. Het ‘provinciaal ruimtelijk structuurplan’ van de provincie Vlaams-Brabant erkent dat, sociaal en economisch gezien, de gemeenten Vilvoorde, Zaventem, Kraainem, WezembeekOppem, Tervuren, Koningslo, Strombeek-Bever, Wemmel, Zellik, Groot-Bijgaarden, het centrum van Dilbeek, Ruisbroek, Zuun, Negenmanneken, Drogenbos en Lot bij mekaar horen. De industriële ontwikkeling van Brussel heeft zich verplaatst naar de Brusselse rand, naar de regio Vilvoorde-Zaventem en ook naar Waals-Brabant. Kind en Gezin heeft cijfers gepubliceerd over het taalgebruik in Brussel-Halle-Vilvoorde zonder de faciliteitengemeenten. In acht ervan spreekt minder dan de helft van de jonge gezinnen Nederlands: Tervuren, Vilvoorde, Overijse, Beersel, Sint-Pieters-Leeuw, Hoeilaart, Machelen en Zaventem. De huidige inperking van het Gewest Brussel leidt tot grote inefficiëntie en verspilling. In Brussel is het openbaar vervoer niet afgestemd op de industriezone rond de luchthaven van Zaventem. Tot voor 2006 was de Brusselse dienst voor
12 eerst de mensen, niet de winst
tewerkstelling niet op de hoogte van de vacante betrekkingen in de regio van Zaventem, Vlaams-Brabant. Daarom is een uitbreiding van het Brussels Gewest de enige rationele oplossing. In dat nieuwe tweetalige Brussel moet de ontwikkeling van alle taalgroepen gerespecteerd worden, zonder enige discriminatie. In het officiële openbare bestuur dient een strikte tweetaligheid te worden ingesteld en nageleefd. Tweetaligheid promoten in het onderwijs In het onderwijs moeten belangrijke initiatieven genomen worden om de tweetaligheid te bevorderen en respect voor de wederzijds cultuur bij te brengen. Er moeten veel meer middelen komen voor het taalonderricht in de beide landstalen. De indeling in aparte netten volgens taalgroep kan beter vervangen worden door tweetalige scholen. Er moet een einde komen aan toestanden waarin scholen met een lijn op de speelplaats de ruimte afbakenen voor Nederlandstalige en Franstalige kinderen. Het is een onzinnige situatie dat kinderen die naast elkaar wonen in een Brusselse straat niet naar dezelfde school kunnen gaan omdat de ene behoort tot de Nederlandstalige en de andere tot de Franstalige groep. Na de schooluren spelen ze samen op straat of in het park. In Finland leert iedereen de twee officiële talen, Fins en Zweeds. Nochtans telt Finland slechts 4 % Zweedstaligen. Aan Franstalige kant zal daarbij een bijzondere inspanning moeten worden gedaan om een positieve kijk op de Nederlandstalige cultuur te ontwikkelen. Wat brengt een splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde op? Journalist Paul Goossens in Solidair: “Enkele dagen geleden vroeg ik een oud-premier wat de stemming over BHV de Vlamingen nu precies zou bijbrengen. ‘Dat is een heel goede vraag’, antwoordde die man, ‘ik zou het ook niet weten’. In mei ’68 dacht men dat de splitsing van de universiteit van Leuven een deel van het antwoord kon zijn tegen de uitbreiding van die zogenaamde olievlek. Nu denken sommigen dat van de splitsing van Brussel-Halle-Vilvoorde. Onzin. Alle grote steden breiden uit. Dat is een sociologisch fenomeen. Brussel heeft internationaal gewicht en aantrekkingskracht. De uitbreiding van de Europese Unie in 2004 met nog eens tien leden heeft nog voor extra volk gezorgd. Dat is de ware oorzaak van de Brusselse olievlek.”
17. Moet er dan niets gedaan worden tegen al die versnippering en verspilling?
Het verder regionaliseren van de bevoegdheden leidt alleen tot meer verspilling en inefficiëntie. In België is alles met elkaar verstrengeld: het bedrijfsleven, het spoorwegennet. Eén op de negen Belgen werkt in een ander gewest. Driekwart van die pendelstroom gaat naar Brussel: 229.500 Vlamingen en 126.500 Walen pendelen naar Brussel.23 De opeenvolgende staatshervormingen hebben de versnippering van de bevoegdheden in de hand gewerkt. De voorstanders van meer autonomie argumenteren dat een coherent en doeltreffend beleid ‘homogene bevoegdheden’ noodzaakt. Daarmee bedoelen ze dat een reeks bevoegdheden die nu over verschillende regeringen verspreid zijn, naar de gewesten en gemeenschappen moeten gaan. Er is inderdaad veel verspilling en inefficiëntie. Maar wie zegt dat de oplossing ligt in een steeds grotere versnippering? De opsplitsing van de diensten voor arbeids-bemiddeling heeft ertoe bijgedragen dat Waalse werklozen de weg naar de Vlaamse bedrijven niet vinden. België telt vandaag 52 ministers en staatssecretarissen en 534 volksvertegenwoordigers en senatoren. In de tien provincies zijn er daarenboven 10 gouverneurs, 60 provinciale bestendige afgevaardigden (de pro-vinciale ministers) en 737 raadsleden. Het is al voorgevallen dat vijf Belgische handelsmissies elkaar tegenkomen in Japan. Daar weet amper iemand waar België ligt, laat staan Namen, Mechelen of Eupen. De Franstalige Gemeenschap heeft zeventien vertegenwoordigingen in het buitenland. Die kosten jaarlijks 11 miljoen euro. Allemaal op plaatsen waar er Belgische ambassades zijn, die geacht worden de belangen van de twee gemeenschappen te dienen. De Vlaamse Gemeenschap beschikt over negen vertegenwoordigingen in het buitenland, ook op plaatsen waar er Belgische ambassades zijn. Zo betalen we dus twee keer voor hetzelfde werk. De normen voor geluidsoverlast bij nachtvluchten verschillen al naar gelang je in Zaventem of Brussel woont. De bussen van de Lijn kunnen in Brussel het rode licht niet op groen laten springen omdat ze in Vlaanderen zendertjes van een ander merk hebben dan de MIVB… Nu wil men ook het verkeersbeleid helemaal regionaliseren. Nochtans is de federale overheid vandaag alleen nog bevoegd voor het vastleggen van de minimale veiligheidsnormen voor
wegenbouw en onderhoud en voor de regels en straffen van de verkeerspolitie. Dit zal tot chaos leiden. Zo riskeer je op de autoweg van Brussel naar Luik een vijftal keren van wegcode te veranderen omdat je om de vijf kilometer in een ander gewest rijdt. Maar naar het schijnt is de mentaliteit in het verkeer zo verschillend in Vlaanderen en Wallonië dat ook dat moet gesplitst worden. In Vlaanderen is men strenger, schijnt het. In Vlaanderen zijn er ongeveer 1000 flitspalen. In Wallonië waren er tot voor kort slechts 29. Als de Waalse ministers Daerden en Antoine te laks optreden tegen verkeersovertreders kan niemand dat goedkeuren. Want wie is daar het slachtoffer van? In de eerste plaats de Waalse weggebruiker natuurlijk. In Vlaanderen daalt het aantal ernstige ongevallen sinds 2005, in Wallonië stijgt het. Dat vindt de overgrote meerderheid van de inwoners van het zuiden van het land helemaal geen goede zaak. Die hebben op het vlak van veiligheid helemaal geen andere cultuur. Het verkeersbeleid splitsen is werkelijk terugkeren naar de Middeleeuwen. Toen had je per stad andere lengtematen en gewichten. In Europa probeert men de verkeersregels zoveel mogelijk te harmoniseren, ongeacht de culturele verschillen tussen de landen. Zijn er misschien meer verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië dan tussen België en Italië? Het beste bewijs van de absurditeit van de regio-nalisering van een hele reeks bevoegdheden is dat men voor al die kwesties overlegcomités moet oprichten, coördinatievergaderingen moet beleggen. In de ontwerpregeringsverklaring van Leterme worden er minstens nog een tiental nieuwe overlegstructuren tussen de verschillende regeringen opgericht. Ook Verhofstadt hevelt in zijn in januari bekend gemaakte plan voor de staatshervorming een hele reeks bevoegdheden over naar de gewesten, waardoor de regels op lonen, arbeidsomstandigheden en uitkeringen in de toekomst in elk gewest verschillend zullen zijn. Hij probeert dan te verhinderen dat al die zaken te ver uit mekaar groeien door het invoeren van overlegcomités en federale convergentiecriteria, zoals die in Europa bestaan: een aantal minimale en maximale waarden waarbinnen de deelstaten autonoom kunnen handelen. Dit is back to the future. In tal van materies legt de federale staat vandaag normen vast die geldig zijn voor heel het land. Iedereen is gelijk voor de wet. Nu gaat men regionale verschillen creëren. In Europa vertrekt men van een situatie waarbij alle landen van de Eurozone verschillende munteenheden, begrotingen,
eerst de mensen, niet de winst 13
schulden en zeer verschillende uitgaven hadden en legt men normen vast die al deze landen moeten naleven. Men gaat dus van de versnippering, het verschil, naar meer gelijkheid. Wat Verhofstadt voorstelt, is het tegenovergestelde, een beweging naar ontwrichting, uiteenspatting.
18. Moeten we dan terug naar “La Belgique DE papa”?
Helemaal niet. De voorstanders van “la Belgique de papa” zijn koningsgezind. Wij zijn democratisch en republikein. In het “Belgique de papa” werden de Vlaamse inwoners gediscrimineerd. Niet door de Franstaligen, maar door een bourgeoisie die Frans sprak. En het ergst waren de Vlaamse bourgeois en de adel die zich verzetten tegen elke democratisering, zowel tegen de erkenning van het Nederlands in de administratie en het onderwijs als tegen het stemrecht. Dat probleem werd zeventig jaar geleden al opgelost. De terechte strijd tegen de discriminatie van toen, is vandaag een strijd voor discriminatie geworden. Vandaag staat het Vlaams nationalisme aan de kant van de nieuwe burgerij, de nieuwe adel: die van het grote geld. Het steunt de antisociale en neoliberale stellingen van het agressiefste patronaat. Dat wil dat het geld van de Vlaamse werkende mensen niet naar de Waalse slachtoffers van de werkloosheid gaat, maar haar eigen kassen spijst. Om daarna nog meer te gaan halen bij haar eigen verdeelde en verzwakte werkers. Het steunt patroonsorganisaties als Voka die voorop staan in de strijd tegen de vakbonden, tegen collectieve arbeidsovereenkomsten.
en een verscherping van de concurrentiestrijd tussen de kleine staatjes. Als België barst, zou dat een grote achteruitgang betekenen voor de sociale en syndicale rechten van de arbeidersbeweging en voor de slagkracht van de arbeiders. Een opsplitsing van België kan alleen maar de concurrentie tussen de werkende mensen versterken. Dit gebeurt nu al tussen de landen in Europa. DHL verhuist naar Duitsland omdat het daar meer subsidies krijgt. De arbeiders van Volkswagen moeten 20 % minder loon aanvaarden omdat ze dat in Duitsland ook doen. Splitsen betekent dat hetzelfde zal gebeuren tussen Vlaanderen en Wallonië. Er is meer Europese solidariteit nodig, geen versnippering. Als er vandaag geen kinderen meer in de mijnen werken, is het enkel omdat onze grootouders, Walen en Vlamingen samen, gevochten hebben tegen de mijnbazen en hun vrienden in het parlement. Die beweerden dat het afschaffen van de kinderarbeid de concurrentiepositie van onze mijnen in gevaar zou brengen. Als we vandaag betaald verlof hebben, is het omdat onze ouders, Walen en Vlamingen samen, in 1936 wekenlang ervoor gestaakt hebben. Als we vandaag een ziekteverzekering, kinderbij-slagen, een pensioenkas en werkloosheidsuitkeringen hebben, is het omdat de weerstanders tijdens de oorlog samen gevochten hebben opdat hun kinderen het beter zouden hebben dan zij zelf.
Prof. Corijn in Solidair: “Aan de ene kant worden beslissingen op steeds hogere niveaus genomen. Niveaus waarop te weinig democratische controle is. Ongeveer 50 % van ons dagelijks leven wordt vandaag al geregeld vanuit de Europese Unie. Tegelijkertijd worden er ook meer bevoegdheden doorgeschoven naar de zogeNatuurlijk kunnen de grenzen in de toekomst evolueren. Er naamde regio’s, die deze dan gebruiken om met elkaar is al grensoverschrijdende samenwerking tussen Vlaanderen, in competitie te gaan, bijvoorbeeld voor bedrijfsinvesWallonië en Noord-Frankrijk, tussen Belgisch- en Nederlands- teringen. Deze onderverdeling in regio’s wordt dan geLimburg, tussen Luik en de Duitse regio van Aken. Maar die legitimeerd door te hameren op vermeende nationale evolutie is gebaseerd op economische en sociale realiteiten verschillen, die echter vaak geconstrueerd zijn.” en niet op een gedwongen taalkundige basis, vaak zelfs tegen elke logica in, zoals het geval is in de Brusselse regio.
Vandaag vormen de nationale staten het tussen-liggende niveau tussen de lokale gemeenschappen en de Europese Unie, in afwachting dat ze evolueren naar grotere entiteiten en niet naar kleinere. De splitsing in steeds kleinere regio’s zal uitlopen op een versnippering van de arbeidersbeweging
14 eerst de mensen, niet de winst
19. Is er dan een andere oplossing mogelijk ?
Er is een Belgische staatshervorming nodig. Een democratische
hervorming, gebaseerd op solidariteit. Wat we nodig hebben, is het behoud en de versterking van de bestaande eenheid en de solidariteitsmechanismen en het scheppen van nieuwe mechanismen. (1) De centrale regering moet borg staan voor de gelijkheid van alle inwoners en de onderlinge solidariteit. Dat niveau moet dus bevoegd zijn voor de grondwet, de wetgeving betreffende de instellingen, het gerecht, de arbeidsrelaties en het arbeidsrecht, de sociale zekerheid, het prijzen- en inkomstenbeleid, de personenbelasting, het gezondheidsbeleid, de normen en de financiering van het onderwijs. Een opsplitsing van deze materies staat haaks op het principe van de gelijke behandeling van alle Belgen. (2) Het kiessysteem moet hervormd worden. Het huidige systeem leidt tot separatisme en nationalistisch opbod. België is ongetwijfeld het enige land ter wereld waar een deel van de regering geen verantwoording dient af te leggen aan de kiezer. De Vlaamse politici van de federale regering kunnen nooit door Franstalige kiezers verkozen worden en omgekeerd. Zo’n systeem maakt het mogelijk de problemen telkens weer af te wentelen op de andere taalgemeenschap. Daarom moet er voor de federale verkiezingen, naast de regionale kieskringen en de arrondissementen, een federale kieskring komen. (3) Het federaal recht heeft voorrang op dat van de andere niveaus. Bevoegdheden die niet exclusief tot de andere niveaus behoren, zijn federaal. (4)Alle belangrijke economische en politieke kwesties behoren tot de bevoegdheid van de centrale staat, zoals bijvoorbeeld het recht, de belastingen, de veiligheid van de voedselketen, de energie, de landsverdediging, de ordehandhaving, het buitenlands beleid, de regels inzake burgerlijke stand en nationaliteit, ontwikkelingshulp, het vreemdelingenbeleid. - Materies waarvan de regionalisering tot onefficiënte werking heeft geleid, moeten opnieuw gefederaliseerd worden: transport, communicatie, huisvesting, wegen-infrastructuur, wetenschappelijk onderzoek. Homogene bevoegdheden op die terreinen komen dan tot stand door ze over te hevelen naar het centrale niveau. De meeste federale staten vertonen die tendens (zie het voorbeeld van Duitsland). - De communautaire instellingen moeten geleidelijk
verdwijnen. De opsplitsing van het land op basis van taal leidt tot een taalstrijd zonder einde. Het bestaan zelf van op taal gebaseerde parlementen duwt de partijen naar het meest enge nationalisme. Het leidt de aandacht van de mensen, ongeacht de taal die ze spreken, af van de gemeenschappelijke problemen. Een meertalige staat biedt grote kansen om van jongs af aan twee of drie talen te leren. In deze tijd van internationale betrekkingen is de kennis van meerdere talen een noodzaak. In België zou elke man of vrouw die het secundair onderwijs verlaat, tweetalig moeten zijn. Wat beter lokaal gebeurt, moet lokaal (1) Er is ook nood aan decentralisatie voor de doorvoering van het federale beleid en voor kwesties die het best op een lager niveau worden geregeld. Men mag decentralisatie niet verwarren met federalisme. In een gedecentraliseerde staat zijn de regionale besturen bevoegd voor de toepassing van de centrale wetgeving op hun niveau alsook voor beslissingen inzake lokale en regionale problemen. In het onderwijs bijvoorbeeld werken de gewesten in het kader van het leerprogramma en de vastgestelde doelen voor heel het land, de financiering gebeurt op federaal niveau op basis van de behoeften. Maar de organisatie van het onderwijs behoort tot de bevoegdheden van het gewest, dat rekening moet houden met lokale kenmerken (niet alleen regionaal maar ook lokaal). (2) Democratie versterken betekent dat de macht van de verkozenen komt van de betrokken bevolking. Aanstellingen of benoemingen door de hogere staats-macht moeten afgeschaft worden. (3) De lokale (gemeentelijke) besturen krijgen meer middelen en bevoegdheden om de besluiten van de centrale macht uit te voeren op een manier die aangepast is aan de lokale situatie. Een reeks provinciale bevoegdheden moet overgeheveld worden naar de gemeenten. (4) Decentralisatie kan op basis van de provincies of de gewesten (Vlaanderen,Wallonië en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest). Er zijn argumenten om terug de provincies te laten fungeren als tussenniveau tussen de centrale regering en de gemeenten. Deze bestuurlijke verdeling stemt overeen met de objectieve en subjectieve realiteit. Een groot deel van de bevolking herkent zich in de eigen provincie. In het verenigingsleven
eerst de mensen, niet de winst 15
bijvoorbeeld is het dikwijls de provincie die het tussenliggende niveau uitmaakt. Sociaal-economisch vormen de provincies vaak een homogener geheel dan het gewest. De internationalisering van de economie leidt tot samenwerking over de provinciale grenzen heen. De verdeling in provincies gaat ook in tegen de tendens tot identiteitsvorming op basis van taal. De regionalisering is evenwel al dertig jaar een feit en heeft zijn weerslag op het dagelijks leven van de mensen. Het belangrijkste is dat er een einde komt aan de voortdurende communautaire onrust en de verdeling van de werkende mensen volgens hun taal. (5) De gewesten worden afgebakend op basis van werkelijke economische relaties, sociale betrekkingen en op basis van de nationale samenstelling. De betrokken bevolkingen spreken zich in een referendum uit tot welk gewest ze willen behoren. De rechten van de inwoners zijn gebaseerd op het feit dat ze
op het grondgebied van een bepaald gewest wonen en niet op het feit dat ze behoren tot een bepaalde gemeenschap. De volledige gelijkheid van de drie talen is gewaarborgd. In het Vlaams gewest is het Nederlands de officiële taal. Administratie en onderwijs zijn in het Nederlands. In het Waals gewest is het Frans de officiële taal. Binnen het Waals gewest geniet de Duitstalige regio een grote autonomie. Het huidige statuut veroorzaakt geen grote problemen. Het Brussels Hoofdstedelijk Gewest moet de ontwikkeling van beide gemeenschappen garanderen en mag niet discrimineren. De officiële instellingen (niet de personen) moeten tweetalig zijn. Alle inwoners moeten de kans krijgen de twee talen aan te leren en in de administratie en de openbare diensten moeten beide talen gesproken worden. In elk gewest moeten de rechten van de minderheden gerespecteerd worden. Minder verspilling, meer bevoegdheden op federaal niveau en minder structuren die de communautaire onrust aanwakkeren, dat is de geest van deze democratische staatshervorming.
20. Wat kan ik doen?
Help ‘Red de Solidariteit’ aan 200.000 handtekeningen Op 12 december 2007 hebben de initiatiefnemers van de petitie Red de Solidariteit de eerste 100.000 handtekeningen tegen de splitsing van de sociale zekerheid overhandigd. Ze kondigden meteen hun volgende doel aan: 200.000 handtekeningen. De dreiging van een regionalisering van de werkloosheidsuitkeringen, de gezondheidszorg en de collectieve arbeidsovereenkomsten blijft zeer reëel. De PVDA steunt het initiatief Red de Solidariteit.
16 eerst de mensen, niet de winst
Noten Ontmoetingen en informatie over de taalgrens heen met de PVDA De PVDA is de enige nationale partij, aanwezig in 120 bedrijven en kantoren, in bijna 40 steden en gemeenten, zowel in het noorden als het zuiden van het land. De dokters van Geneeskunde voor het Volk werken in heel het land aan hetzelfde tarief: gratis. Alle nationale activiteiten van de partij, zoals congressen en feesten, zijn tweetalig. Solidariteit maakt macht bij de PVDA. Wil je meer info? Of ook iets doen? De PVDA neemt deel aan brede initiatieven voor eenheid en solidariteit. Ze biedt informatie, ontmoetingen en acties. Getuige hiervan de ontmoetingen die plaatsvonden tussen de gemeenten La Louvière en Zelzate, Genk en Luik, Deurne en Marcinelle. Nodig een spreker uit David Pestieau (hoofdredacteur van Solidair) en Herwig Lerouge (hoofdredacteur Marxistische Studies) staan ter beschikking voor conferenties en debatten over de communautaire crisis.
1. Voka-Congres 6 november 2007 2. Voka tribune oktober 2007 3. Urbain Vandeurzen op het Voka-Congres op 6 november 2007 4. Voka-memorandum van 23 mei 2007 aan de federale regering 5. idem 6. Gazet van Antwerpen, 27 augustus 2007 7. Le Soir, 7 februari 2007 8. Le Soir, 13 september 2004 9. La Régionalisation de la formation des salaires. Exemple d’étude réalisée récemment pour la Belgique (2007) Robert Plasman, Michael Rusinek et Ilan Tojerow. Dulbea Working paper(www.dulbea.org) 10. De Tijd, 27 januari 2007 11. Trends-Tendances, 1 december 2005 12. Voka Snelbericht 12 september 2006 13. De Tijd 13 februari 2008 14. La Libre Belgique 21 augustus 2007 15. Le Soir, 9 september 2004 16. La Libre, 20 september 2007 17. Volgens het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) 18. La Libre, 25 april 2007 19. 6com 5 maart 2007 20. De Standaard 16 januari 2008 21. De Tijd 16 februari 2008 22. Le fédéralisme belge a-t-il de l’avenir? Exposé de Robert Deschamps – 9 mars 2006 23. Algemene directie statistiek en economische informatie. pers-bericht 19 juli 2007
David Pestieau 0472 81 73 74 en 02 50 40 125
[email protected] Herwig Lerouge 0486 02 23 80
[email protected]
In dezelfde reeks verschenen: (1) 600.000 werklozen, waarom dan langer werken? 11 vragen en antwoorden over het brugpensioen. (2) Winsten maal drie! Waarom dan lonen matigen? (3) Hoe scheef staat onze rechtsstaat? Op de bres voor vrijheid van vereniging en van meningsuiting. (4) BTW op energie van 21 naar 6 %. Waarom het kan, waarom het mag, waarom het moet.
Je kan deze brochures bestellen met de bon. Voor meer achtergrondinformatie Marxistische Studies 77/2007: Federalisme en separatisme in België Marxistische Studies 81/2008: België: wat met de staatshervorming? € 7,5 per brochure, te bestellen met bon of bij Imast, Kazernestraat 68, 1000 Brussel, tel: 02 504 01 44.
eerst de mensen, niet de winst 17
Nationaal secretariaat PVDA-SHOP www.pvda.be/shop Affiches, gadgets, T-shirts, brochures, boeken, info. M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel T 02 50 40 112 | F 02 513 98 31 |
[email protected] http://www.pvda.be Antwerpen Van Arteveldestraat 5, 2060 Antwerpen T 03 225 28 93 |
[email protected] Joris Van Gorp - http://antwerpen.pvda.be Brussel M. Lemonnierlaan 171 bus 2, 1000 Brussel T 02 50 40 110 |
[email protected] Riet Dhont - http://bhv.pvda.be Charleroi Rue Zénobe Gramme 21, 6000 Charleroi T 071 32 45 65 |
[email protected] Germain Mugemangango - http://hainaut.ptb.be Genk Keinkesstraat 3, bus 12, 3600 Genk | T 089 36 28 90
[email protected] Michel Vanduffel - http://limburg.pvda.be Gent Halve Maanstraat 7a, 9040 Gent T 09 329 87 06 |
[email protected] Tom De Meester - http://oost-vlaanderen.pvda.be La Louvière Rue de Bouvy 65, 7100 La Louvière 0476 91 66 57 |
[email protected] Michel Mommerency - http://hainaut.ptb.be Leuven C. Meunierstraat 43, 3000 Leuven T 0476 797 078 |
[email protected] Wout Lootens - http://vlaams-brabant.pvda.be Luik Rue Mathieu Laensberg 20, 4000 Liège T 04 227 99 52 |
[email protected] | T 0477 986 510 Raoul Hedebouw - http://liege.ptb.be Zelzate Groenplein 17, 9060 Zelzate T 09 341 80 75 |
[email protected] Frans Van Acoleyen - http://oost-vlaanderen.pvda.be Verder is de PVDA te contacteren:
• Aalst 053 70 82 50 • Deurne 03 320 85 20 • Herstal 04 264 73 33 • Hoboken 03 828 02 43 • Kortrijk 056 21 75 30
18 eerst de mensen, niet de winst
• Lommel 011 54 10 75 • Marcinelle 071 47 64 96 • Molenbeek 02 411 11 03 • Namen 081 470 430 • Schaarbeek 02 245 98 50
• Seraing 04 385 02 42 • Sint-Niklaas 03 777 15 88 • Turnhout 014 58 67 24 • Vilvoorde 02 25188 69
bOn
ik wil meehelpen petities ophalen voor Red de solidariteit. Bezorg mij … petitiebladen ik wil helpen deze brochure verspreiden
Stuur mij … aantal (1 euro/stuk). Ik stort …
euro op rekeningnummer 001-2173449-46
van de PVDA. ik bestel brochure nr. ..., ..., ... en stort ... euro op bovenstaande rekening
Naam:_________________________________________________________________________________________________________ Voornaam:___________________________________________________________________________________________________ Straat:_____________________________________________________________________ Nummer:______________________ Postcode:_________________________ Gemeente:____________________________________________________________ Tel./GSM:_________________________________ E-mailadres:_________________________________________________
ik wil 3 gratis proefnummers van het weekblad Solidair ontvangen. ik wil meer info over de Partij van de Arbeid ik neem een lidkaart van de PVDA (20 euro per jaar) bezorg mij de nodige formulieren.
Invullen en terugsturen naar: PVDA, M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel
Inhoud Deel 1 Wat zit er achter de communautaire crisis? Deel 2 Waarom wil men de sociale zekerheid splitsen? Deel 3 Moet Vlaanderen blijven betalen aan Wallonië? Deel 4 Is er een andere oplossing dan een splitsing?
Je kan de auteur uitnodigen voor meer informatie over de inhoud van de brochure.
Herwig Lerouge tel: 0486 02 23 80 e-mail:
[email protected]
www.pvda.be Verantw. uitg.: Marie-Rose Eligius, M. Lemonnierlaan 171, 1000 Brussel
eerst de mensen, niet de winst 19