Waarom is een goede foto goed? Een korte controlelijst voor de evaluatie van de kwaliteit van foto's Door Charlotte K. Lowrie
Hoe springt een foto uit tussen 20, 30 of misschien wel 100 andere foto's? Het antwoord op deze vraag is niet, zoals veel beginners denken, alleen bekend bij ervaren fotografen en fotoredacteurs. Er kan ook niet één enkel element worden aangewezen dat garant staat voor goede foto's. Er bestaat wel een algemeen bekende lijst met criteria die veel worden gebruikt voor het evalueren van foto's. Hierbij moet ik wel vermelden dat deze criteria van persoon tot persoon verschillen en er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op de regel. Vaak vervaagt de scheidslijn tussen de verschillende criteria, want fotografie is en blijft nou eenmaal een subjectieve kunstvorm. Toch kun je met deze alom geaccepteerde evaluatiecriteria leren betere en mooiere foto's te maken. Ook bieden ze een richtlijn voor het evalueren van de uiteindelijke foto's. Hieronder volgt de evaluatielijst die ik zelf gebruik voor het evalueren van mijn foto's en van foto's voor MSN Photo of the Week (alleen beschikbaar op photos.msn.com). Verder heb ik voorbeeldvragen bij elk punt in de lijst opgenomen, die je kunt aanpassen of gebruiken voor het evalueren van je eigen foto's. 1. Is er een duidelijk onderwerp? In een goede foto moet de kijker meteen kunnen zien wat het onderwerp is. Dit klinkt misschien heel logisch, maar het aantal foto's waarbij dit niet het geval is, is verrassend hoog. Bij deze foto's leiden allerlei verschillende elementen de aandacht van de toeschouwer af van het onderwerp. In een goede foto moet het onderwerp er direct uitspringen en de eerste indruk van de toeschouwer bepalen. Als het onderwerp duidelijk is, zullen de ogen van de kijker wellicht over de rest van foto dwalen, maar zullen ze uiteindelijk altijd terugkomen bij het onderwerp. Een goed voorbeeld hiervan is een zonsondergang, een tijdloos en populair onderwerp voor foto's. Ook al zijn de kleuren en de wolkenformaties van een zonsondergang fantastisch en dramatisch, het is vaak onvoldoende voor een echt boeiende foto. Meestal worden ze wel eventjes bewonderend bekeken, maar ze worden vaak snel weer vergeten. En als je er veel foto's van neemt, wordt het al snel een saai kiekje. Als je een element toevoegt waardoor de zonsondergang een context krijgt en interessanter wordt, krijg je een foto die veel meer zegt en veel krachtiger is. Hierdoor houd je de aandacht van de kijker langer vast. Op deze foto zie je mensen die aan het genieten zijn van de laatste zonnestralen tegen een achtergrond van de prachtige kleuren die het einde van de dag met zich meebrengt. Om te contoleren of jouw foto's een duidelijk onderwerp hebben, stel je jezelf onderstaande vragen. Je kunt de foto natuurlijk ook aan vrienden laten zien en ze vragen eerlijk antwoord te geven op de vragen.
Wat is het eerste wat je ziet als je naar de foto kijkt? Is, als je je eigen foto evalueert, datgene wat je als eerste ziet ook het onderwerp dat je in gedachten had bij het nemen van de foto? Naar welk element kijk je het langst? Leiden andere elementen in de foto de aandacht van het onderwerp af? Voegen technische aspecten, zoals het licht en de richting van licht, de velddiepte, de scherpte, enzovoorts, iets toe of doen ze afbreuk aan de afbeelding?
2. Is de compositie juist? Een goede foto is niet chaotisch. Er zijn hele boeken geschreven over fotocompositie, maar het belangrijkste is dat je orde moet scheppen in de elementen op de foto. Opmerking Compositieregels of -richtlijnen kunnen je helpen als je een beginner bent, maar ze zijn alleen handig als de foto's er beter door worden. Hieronder volgen een paar compositietips.
Vul het kader Door het kader te vullen kun je het onderwerp bepalen en er tegelijkertijd voor zorgen dat details op de achtergrond de aandacht niet afleiden. Je kunt het kader vullen door dichter bij het onderwerp te gaan staan of door een langere focuslengte te gebruiken (of in te zoomen). Elementen ordenen In composities wordt meestal de regel van derden toegepast om elementen te ordenen. Deze regel is afkomstig van de gulden snede of de gulden rechthoek waarmee een ruimte, bijvoorbeeld een schilderij of fotokader, horizontaal en verticaal in 3 gelijke segmenten wordt verdeeld. Als je vervolgens het onderwerp van de foto op een van de vier punten waar de lijnen elkaar kruisen plaatst, krijg je een evenwichtige foto. De achtergrond beheersen Met een achtergrond die niet afleidt, kun je makkelijker de aandacht vestigen op het onderwerp van de foto. Je kunt de achtergrond beheersen door zelf ergens anders te gaan staan of het onderwerp te verplaatsen zodat de achtergrond niet afleidt, of door de lensopening te vergroten (kleinere f-stop) om de achtergrond wazig te maken. Je kunt het beste eerst de hele omgeving goed bekijken en, indien mogelijk, zo veel mogelijk afleidende elementen te verplaatsen voordat je de foto neemt. Houd het simpel Hoe minder elementen er op een foto staan, hoe meer indruk de foto maakt. Door het eenvoudig te houden zorg je ervoor dat de kijker niet wordt afgeleid.
Als je de fotocomposities wilt evalueren, stel je jezelf de volgende vragen.
Is er orde en balans in de foto waardoor de kijker door de foto wordt geleid? Zijn er elementen die niets bijdragen aan het onderwerp van de foto? Zijn er elementen die je niet hebt opgenomen in de foto, maar die de foto wel zouden hebben verbeterd als ze wel waren opgenomen? Wordt de compositie verbeterd door de velddiepte, de focuslengte (instelling van de lens of zoomfunctie), de belichting, de hoek en het perspectief? Wordt de compositie verbeterd door bijsnijden?
3. Is de focus helder en het onderwerp goed belicht? Behalve bij foto's waarbij beweging moet worden uitgedrukt of die opzettelijk in soft-focus zijn genomen (zoals portretfoto's), is scherpte het eerste dat mensen opvalt bij een foto. Je moet het belangrijkste gedeelte van een onderwerp scherpstellen. Als het onderwerp dus een persoon is, moet de nadruk liggen op de ogen. Het scherpste element van de foto moet laten zien wat de fotograaf als belangrijkste element beschouwt. De belichting (de combinatie van focusafstand [instelling van lens of zoomfunctie], lensopening, sluitertijd en ISO) kan de foto ook verbeteren. Heeft de fotograaf bij het nemen van een foto van een oud gebouw belichtingsinstellingen gebruikt om weer te geven hoe oud de constructie is of om de grimmige omgeving weer te geven? Om dit over te brengen, kan een fotograaf gebruikmaken van een middelgrote groothoeklens of zoominstelling, de foto in zwartwitmodus nemen, een hogere ISO-instelling kiezen (of zwartwitfilm met een hoge ISO-waarde), een kleine lensopening instellen (grotere f-stop) en een snelle sluitertijd kiezen (dit is natuurlijk afhankelijk van de lichtsterkte). Met deze combinatie van instellingen krijg je scherpe details, korrels of digitale ruis, zodat een gevoel van ouderdom wordt overgebracht en een grotere velddiepte om een gevoel van eenzaamheid weer te geven. Als het onderwerp een persoon is, kun je beter andere belichtingsinstellingen gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld een lage ISO-waarde, een grote lensopening (kleine f-stop) en, afhankelijk van de lichtsterkte, een lagere sluitertijd gebruiken. In dat geval heb je bijna geen korrel of digitale ruis en de velddiepte maakt de achtergrond wazig zodat het onderwerp meteen in het oog springt. (Natuurlijk kun je het ook precies andersom doen om een heel ander resultaat te bewerkstelligen.) De vraag is alleen of je de belichting zo hebt ingesteld om tot dit ontwerp te komen. De volgende vragen kunnen je helpen bij het bepalen of je de juiste scherpstellings- en belichtingsinstellingen gebruikt voor een bepaalde foto:
Bevindt het scherpste punt op de foto zich in het aandachtscentrum van het onderwerp? Wordt het onderwerp, het gevoel of het uiterlijk van de foto verbeterd of juist verslechterd door de velddiepte? Worden het onderwerp en de boodschap duidelijker door de focusafstand of zoominstellingen? Heb je goed gebruikgemaakt van contrasten voor het soort foto dat je wilde maken? Zijn de kleuren natuurlijk en/of wordt het gevoel van het moment goed weergegeven? Voor kleurenfoto's: zouden deze beter overkomen als de foto was genomen in zwart-wit of vice versa?
4. Wordt met de foto een verhaal verteld? Meestal zit het verschil tussen een foto die je je kunt herinneren en een die je bent vergeten hem in het feit dat de ene foto een verhaal vertelt en de andere niet. Als kijker wil ik het verhaal achter de foto zien. Dit is voor mij dan ook een van de belangrijkste evaluatiepunten als ik naar foto's van andere fotografen kijk. Ik probeer met mijn foto's ook altijd een verhaal te vertellen.
In krachtige foto's zie je meteen het verhaal achter de foto. De beste foto's maken meteen gevoelens los bij de kijker. Volgens mij zorgen deze gevoelens ervoor dat je je de foto nog lange tijd zult herinneren. Stel jezelf de volgende vragen om te bepalen of de foto een verhaal vertelt.
Zit er achter de foto op zijn minst een verhaal dat je in woorden kunt uitdrukken? Maakt de foto gevoelens los? Kun je je, met andere woorden, inleven in het onderwerp of de situatie? Wat kun je in de foto veranderen waardoor deze een krachtiger beeld of boodschap overbrengt?
5. Worden het onderwerp en de boodschap duidelijker door de belichting? Over belichting zijn, net als over compositie, hele boeken geschreven. Of je nu een foto neemt of evalueert, je moet de belichting maximaal benutten om weer te geven wat belangrijk is en om de sfeer te beschrijven. Licht wordt door ervaren fotografen gebruikt om de aandacht te vestigen op bepaalde aspecten van het onderwerp en tegelijkertijd om minder belangrijke elementen te benadrukken. Door gebruik te maken van verschillende lichttemperaturen (lichtkleuren) leiden zij de kijker door de compositie en geven zij de situatie en de sfeer weer. Licht is een ander hulpmiddel dat je kunt gebruiken om de sfeer en situatie van het onderwerp weer te geven. Als je bijvoorbeeld een portret maakt van een man, kun je het beste gebruikmaken van fel, ongefilterd zijlicht om de grove en hoekige gelaatstrekken weer te geven. Bij een vrouw kun je echter beter zacht, warm, diffuus licht gebruiken, omdat hiermee de verfijnde gelaatstrekken beter tot hun recht komen. En natuurlijk zijn er maar heel weinig fotografen die nooit gebruikmaken van de prachtige warme kleuren bij zonsopgang en zonsondergang.
Stel jezelf de volgende vragen bij het evalueren van de belichting van een foto:
Is de juiste lichtintensiteit en -kleur voor het onderwerp gebruikt? Is het licht te fel of te contrasterend of is het te zacht en te mat?
Zijn alle belangrijke elementen van het onderwerp goed belicht of was de belichting beter geweest met een flits, invulflits, reflector of hulplicht? Draagt de belichting bij aan het uitdrukken van de boodschap van de foto? Voor kleurenfoto's: is de kleur aangepast aan de temperatuur van het licht (met andere woorden, zien de kleuren er natuurlijk uit)? Zo niet, leveren de kleuren dan een bijdrage aan de foto?
6. Is het een creatieve foto? In het algemeen bedoel ik hier met creatief of de foto niet een standaardkiekje is waarbij voorspelbare technieken zijn gebruikt. Hiermee wil ik zeggen dat de meest creatieve foto's het onderwerp door de ogen van de fotograaf laten zien. De fotograaf toont het onderwerp op een manier die de kijker anders nooit had gezien. Creatieve technieken en onderwerpen kunnen variëren van het tastbaar maken van een abstract begrip of een concreet onderwerp, tot het leggen van verbanden tussen concepten die anders weinig met elkaar hebben te maken. Kort gezegd gaat het om het met een frisse blik kunnen bekijken van de denkwijze en visie van de fotograaf op een onderwerp.
Stel jezelf de volgende vragen bij het beoordelen van de creativiteit van de foto:
Laat de foto meer van het onderwerp zien of wordt het onderwerp in een heel ander daglicht geplaatst? Toont de foto de visuele elementen op een ongebruikelijke en intrigerende manier? Is de foto interessant en vernieuwend of is de foto te gek voor woorden?
Deze criteria verschillen van dag tot dag en van foto tot foto, maar dit zijn mijn zes standaardcriteria. Ik weet natuurlijk best dat als tien mensen een foto evalueren, vijf mensen de foto goed en vijf mensen de foto slecht vinden, want smaken verschillen nou eenmaal.
Maar uiteindelijk gaat het er maar om dat je nu je eigen foto's kunt evalueren. Als er een foto is die je beter vindt dan alle andere, dan heb je wel een schouderklopje verdiend. Bekijk twee maanden later diezelfde foto nog eens en als deze dan nog steeds voldoet aan de zes basiscriteria, lijst je de foto in en hang je het lijstje op. Probeer vervolgens nog een mooiere foto te maken.