Epidemiologie masteropleiding
2012
Inhoud Welkom 3 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?
4
Epidemiologie binnen de Universiteit Antwerpen
5
De opleiding epidemiologie
6
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden
7
Loopbaanperspectieven 7 Studieprogramma 8 Opleidingsonderdelen 9 Nuttige info over je studietraject
18
Studiebegeleiding 19 Studeren in het buitenland
20
Infomomenten 21 Nuttige websites
21
Nuttige contactgegevens
22
Welkom Je hebt de weg naar de Universiteit Antwerpen gevonden. Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien vond je al enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit en heb je hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Dit boekje helpt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 14 000 studenten. Binnen de Associatie Hogescholen & Universiteit Antwerpen werken we nauw samen met de Plantijn Hogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Onze universiteit stelt alles in het werk om je studietijd zo aangenaam mogelijk te maken en de kwaliteit van de opleidingen op topniveau te houden. Daarom worden onze opleidingen geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. ‘Leren is leven’ is de slogan van de Universiteit Antwerpen. Niet zomaar een leuze, want wij maken werk van een goed evenwicht tussen leren en leven. Met ‘kennen’ ben je niets zonder het ‘kunnen’. De link tussen leren en leven is hier voelbaar aanwezig. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. We nodigen je alvast uit op onze infomarkt op woensdag 5 september. Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent bijvoorbeeld dat je zo veel mogelijk les volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. Dankzij de kleine afstand tussen studenten en docenten kan je rechtstreeks bij je proffen terecht met eventuele vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Dat biedt opnieuw kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Ten slotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten. Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen, die oog hebben voor theorie én praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd al lang geleden gesloopt. Academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende samenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet het memoriseren van feitenkennis centraal, maar verwerf je relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De bachelor-masterstructuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen worden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen worden verruimd. Infrastructuur De Universiteit Antwerpen beschikt over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook op grote schaal geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden. De studenten van de Universiteit Antwerpen zitten verspreid over vier campussen. De campussen Drie Eiken, Middelheim en Groenenborger liggen aan de zuidelijke stadsrand, in een groene omgeving. Studeer je op Campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum Middelheim en |4
aan het Nachtegalenpark. De Stadscampus, met zijn kern van prachtig gerenoveerde zestiende-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen, maar ook een brede vorming aanbieden: jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit bij personeel en studenten, en in haar studie programma’s. Antwerpen Je kiest natuurlijk ook voor de stad Antwerpen. Studeren is niet alleen met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad die meer is dan de universiteit en de hogescholen: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur, ... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken.
Epidemiologie binnen de Universiteit Antwerpen De Universiteit Antwerpen heeft zeven faculteiten en vier campussen. De master in de epidemiologie is een opleiding binnen de Faculteit Geneeskunde en Gezondheids wetenschappen.
5|
De opleiding epidemiologie De opleiding tot master in de epidemiologie is uniek in Vlaanderen. Epidemiologie is de discipline die het voorkomen van gebeurtenissen en toestanden in populaties bestudeert en tracht dit in verband te brengen met beschrijvende en/of beïnvloedende determinanten. Epidemiologie is dus sterk verwant met het vakgebied volksgezondheid (Public Health). De methodologische concepten uit de epidemiologie worden toegepast op wetenschappelijke vraagstukken die ontstaan in de (klinische) arts-patiëntrelatie. De epidemioloog is daardoor onmisbaar geworden bij opzet, uitvoering en analyse van het toegepast medisch wetenschappelijk onderzoek enerzijds en bij het toepassen van de medisch wetenschappelijke kennis voor het ontwikkelen van een beleid (policy) rond volksgezondheid anderzijds. De opleiding algemeen De master in de epidemiologie telt 120 studiepunten, wat in de regel overeenkomt met 2 jaar voltijds studeren. De opleiding wordt modulair opgebouwd, waarbij bewust gekozen wordt voor een evenwichtige mix van hoorcolleges en activerende leervormen. Verder neem je deel aan practica en een stage en schrijf je een masterproef. Het programma kan ook deeltijds gevolgd worden in overleg met de studietraject begeleider en de opleidingscoördinator. Doel van de opleiding De doelstelling van de masteropleiding epidemiologie is tweevoudig: de opleiding brengt je enerzijds de kennis, vaardigheden en competenties bij om zelfstandig epidemiologisch onderzoek (klinische epidemiologie én populatie-epidemiologie) te kunnen uitvoeren én stelt je anderzijds in staat adviserende en beleidsvormende functies op wetenschappelijk niveau op te nemen binnen de gezondheidszorg.
|6
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Rechtstreekse instroom • academische bachelor in de geneeskunde • academische bachelor in de biomedische wetenschappen Na toelating Zij-instroom is ten eerste mogelijk voor studenten met een academische bachelor die kunnen aantonen dat ze minimum vijf jaar werkervaring hebben in de epidemiologie. Hun dossiers worden individueel beoordeeld door een opleidingscommissie. • • • • • • • •
academische bachelor in de farmaceutische zorg academische bachelor in de tandheelkunde academische bachelor in de diergeneeskunde academische bachelor in de biologie academische bachelor in de biowetenschappen academische bachelor in de chemie academische bachelor in de sociologie academische bachelor in de psychologie
Via schakelprogramma De tweede zij-instroom geldt voor studenten met een professionele bachelor in de verpleegkunde die eveneens kunnen aantonen dat ze minimum vijf jaar werkervaring hebben in de epidemiologie. Deze studenten dienen ter voorbereiding het schakelprogramma van de master in de verpleegkunde en vroedkunde te volgen aan de Universiteit Antwerpen.
Loopbaanperspectieven Epidemiologen vinden hun tewerkstelling voornamelijk in de wereld van het gezondheidsbeleid, in het medisch wetenschappelijk onderzoek of in het onderwijs. De laatste decennia is het actieveld van de epidemioloog sterk uitgebreid: waar de epidemioloog zich vroeger vooral richtte op onderzoeksvragen uit de preventieve geneeskunde en de volksgezondheid (Public Health) wordt nu ook meer en meer beroep gedaan op de methodologische expertise van de epidemioloog in klinisch wetenschappelijk onderzoek, in toegepast genetisch onderzoek, …
7|
Studieprogramma Master in de epidemiologie, eerste jaar
sp.
Verplichte opleidingsonderdelen Introductie tot de epidemiologie Introductie tot de statistiek Studie-ontwerp Klassieke en moderne methoden van data-analyse Onderzoeksproject deel 1 Onderzoeksethiek en maatschappij Het schrijven en presenteren van een onderzoeksvoorstel Seminaries 1 Stage Onderzoeksproject deel 2
3 3 9 9 6 3 3 6 6 3
Keuzeopleidingsonderdelen major: kies 1 keuzeopleidingsonderdeel van 6 sp. Klinische epidemiologie Klinische trails Epidemiologie van infectieziekten Milieu-epidemiologie
6 6 6 6
Keuzeopleidingsonderdelen minor: kies 1 keuzeopleidingsonderdeel van 3 sp. Genetische epidemiologie Epidemiologie van tropische aandoeningen Inleiding tot het kwalitatief onderzoek Het ontwikkelen en valideren van een vragenlijst Introductie tot R en SAS
3 3 3 3 3
Totaal
60
Master in de epidemiologie, tweede jaar
sp.
Verplichte opleidingsonderdelen Onderzoeksproject deel 3 Stage Seminaries 2 Masterproef
24 6 6 24
Totaal
60
|8
Opleidingsonderdelen Master, eerste jaar Verplichte opleidingsonderdelen Introductie tot de epidemiologie Deze cursus geeft je inzicht in de basisterminologie en de basisprincipes die in de epidemiologie worden gebruikt. De cursus vertrekt vanuit historische voorbeelden en toont hoe de epidemiologie zich heeft ontwikkeld tot de methodologie van de studie van het voorkomen van gezondheidsgerelateerde fenomenen in menselijke (en dierlijke) populaties. De verschillende maten van frequentie en associatie en het hieraan gerelateerde concept van effectmodificatie worden geïntroduceerd. Verder worden de begrippen vertekening en verstoring onder de aandacht gebracht. In een tweede deel van deze cursus worden de verschillende onderzoeksvelden voorgesteld waarin de Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen gebruikmaakt van de epidemiologische methoden (oriëntatie voor latere stage). Introductie tot de statistiek Deze cursus voorziet in een basiskennis statistiek. De cursus heeft tot doel de verschillen in voorkennis tussen studenten af te vlakken en biedt de noodzakelijke basis voor de volgende opleidingsonderdelen statistiek. Studieontwerp In deze cursus worden de principes en de uitvoering van cohorte studies, case-control studies en cross-sectionele studies bijgebracht. Het design, de gegevensverzameling en de uitkomstmaten worden besproken alsook de belangrijke voor- en nadelen van de verschillende onderzoeksontwerpen. Er wordt bijzondere aandacht besteed aan de toepassing van onderzoeksdesign bij etiologische onderzoeksonderwerpen. De cursus richt zich in de eerste plaats op de klassieke aanpak, maar heeft ook reeds oog voor nieuwere concepten zoals de case-cohort designs. De verschillende designs worden benaderd vanuit het perspectief van de validiteit. Klassieke en moderne methoden van data-analyse De cursus start met de basale toepassingen van de biostatistiek in de analyse van gegevens uit medisch wetenschappelijk onderzoek. We behandelen achtereenvolgens: soorten gegevens, maten, locatie en spreiding, populatie en steekproeven, verdelingen, betrouwbaarheidsintervallen, het testen van hypothesen, het vergelijken van twee of meer gemiddelden of proporties (parametrische en niet parametrische methoden) en verbanden tussen twee variabelen (correlatie, enkelvoudige lineaire regressie). 9|
De module behandelt verder de statistische methoden om de associatie tussen (meerdere) determinanten en het voorkomen van een uitkomst (gebeurtenis, toestand) te bestuderen. Er wordt tevens uitgebreid ingegaan op het multiple lineaire regressiemodel. Er wordt gestart met een inleiding tot de ‘likelihood’-theorie en de maximum-likelihoodmethoden op basis van voorbeelden met een minimum aan wiskundige uitwerking. Vervolgens worden de belangrijkste regressiemethoden die toegepast worden in het medisch wetenschappelijk onderzoek geïntroduceerd. Hierbij behandelen we: de logistische regressie (inclusief modelvalidatie en regressiediagnostica), de Poisson-regressie, de analyse van tijdsgerelateerde gegevens (‘event-history’): met speciale aandacht voor het Cox proportional hazards model. Tot slot worden de studenten geïntroduceerd in de analyse van longitudinale gegevens. Onderzoeksproject deel 1 Op het einde van het semester kies je een onderzoeksveld uit een lijst met onder andere screeningsprogramma’s public health, de farmaceutische industrie, typisch epidemiologisch onderzoek, gezondheidsinspectie, volksgezondheid, het Tropisch Instituut, … In functie van je keuze voer je een literatuurstudie uit en formuleer je een hypothetisch onderzoeksvoorstel met bijhorende onderzoeksdesign. Dit werkstuk wordt op het einde van het semester afgegeven. Onderzoeksethiek en maatschappij In dit opleidingsonderdeel wordt de epidemiologie in zijn brede context geplaatst. Hiermee wordt verwezen naar de maatschappelijke context, de wetenschapsfilosofische context, de normatieve context, … Het onderwijs is opgebouwd rond een aantal praktijkvoorbeelden van het epidemiologisch onderzoek (genetische screening, bevolkingsonderzoek, luchtverontreiniging en gezondheid, …). Ook wordt aandacht geschonken aan de ethische aspecten van mensgebonden onderzoek. Je leert inzien dat in de dagelijkse praktijk en in de organisatie van epidemiologisch onderzoek zich tal van wetenschaps filosofische en morele problemen kunnen voordoen. Het schrijven en presenteren van een onderzoeksvoorstel Het onderzoeksproject start met het formuleren van een onderzoeksvraag en het ontwerpen van een studieopzet. De voorstellen worden gepresenteerd en bediscussieerd met de collega-studenten en leden van de staf (onderwijs en onderzoek). Het finale onderzoeksvoorstel wordt ter beoordeling overhandigd.
| 10
Seminaries 1 Je volgt seminaries waarop epidemiologisch onderzoek wordt voorgesteld die je inzicht geven in het lopend epidemiologisch onderzoek in Vlaanderen en dit in de verschillende toepassingsgebieden van de epidemiologie (klinische epidemiologie, milieu-epidemiologie, …). De lijst van seminaries wordt opgesteld door de academische stuurgroep. Stage Je loopt enkele kleine stages die je inzicht geven in de verschillende toepassingsgebieden van de epidemiologie (klinische epidemiologie, milieu-epidemiologie, …). De stages worden georganiseerd door de projectmanager. Onderzoeksproject deel 2 Je schrijft een literatuurstudie (type ‘systematic review’, geen ‘meta-analyse’) met betrekking tot het onderwerp van het onderzoeksproject. Vertrekkende van een breed gedefinieerd onderwerp moet een duidelijke toespitsing merkbaar zijn tot een (gegeven de beperkte belasting) haalbaar studieobject waarrond op basis van de gangbare methoden een systematisch literatuuronderzoek wordt uitgevoerd.
Keuzeopleidingsonderdelen major Klinische epidemiologie In de klinische epidemiologie wordt het onderzoek gericht op de wetenschappelijke vragen met betrekking tot diagnose, prognose, behandelingseffecten en oorzaken van ziekte. Verschillende vormen van onderzoek staan hiervoor ter beschikking, naast het interventioneel experimenteel onderzoek ook de case-control studie gebaseerd op data uit de kliniek. In deze cursus worden de principes en de praktijk van het klinisch epidemiologisch onderzoek toegelicht op basis van voorbeelden uit de praktijk en de literatuur. Diagnostisch onderzoek was in het verleden vooral toegespitst op het bepalen van de gevoeligheid en de specificiteit van een diagnostische test. In deze cursus zal ingegaan worden op nieuwere inzichten in het wetenschappelijk onderzoek rond diagnostiek. Deze laten toe om een testresultaat te bekijken in de context van patiëntkarakteristieken en andere testresultaten. Deze methode laat toe de individuele probabiliteit op de aanwezigheid van ziekte te schatten op basis van alle diagnostisch relevante informatie enerzijds en na te gaan wat de toegevoegde waarde kan zijn van een diagnosticum in een specifieke klinische context anderzijds.
11 |
Prognose is een sleutelbegrip in patiëntenzorg. Prognostisch onderzoek is daarom steeds meer van belang voor de klinische geneeskunde. We gaan daarom ook dieper in op de principes en de methoden van het niet-experimenteel prognostisch onderzoek. Speciale aandacht gaat hierbij uit naar het ontwerp en de analyse van prognostische studies, de constructie en schatting van voorspellingsregels en de aanpak van de validatie en generalisatie van onderzoeksresultaten. De bedoeling is je in staat te stellen om het klinisch epidemiologisch onderzoek te evalueren en naar kwaliteit te beoordelen en je voldoende voor te bereiden om zelf actief aan het opzetten en uitvoeren van klinisch epidemiologische studies te laten deelnemen. Behandeld worden de principes van het toegepast klinisch onderzoek, opzet en analyse van diagnostische en prognostische studies en de opzet en analyse van klinisch experimenteel en niet-experimenteel therapeutisch onderzoek. Klinische trials De klinische trial is het onderzoek bij uitstek om de werkzaamheid van een geneesmiddel aan te tonen. De nadruk in dit opleidingsonderdeel ligt op de methodologische principes en op de praktijk van het therapeutisch experiment. Aandacht gaat tevens uit naar de principes van het bestuderen van de invloed van medicamenteuze behandeling op het risico van onverwachte uitkomsten. De klemtoon ligt verder op het correct formuleren van de onderzoeksvraag in het licht van de klinische en wettelijke relevantie van de studieresultaten en op de vereisten voor validiteit bij de niet-experimentele trial. De introductie van steeds nieuwe geneesmiddelen voor dezelfde aandoeningen vergt een specifieke aanpak met betrekking tot de analyse van de relatie tussen risico en winst (benefit). Het bepalen van veiligheid en risico bij medicamenteuze behandeling gebeurt op basis van observationele farmaco-epidemiologische studies (‘proof of safety’-, ‘proof of effectiveness’-studies). Deze vormen de logische stap na de gerandomiseerde klinische trials die gericht zijn op het aantonen van de efficaciteit (doeltreffendheid). In dit opleidingsonderdeel zullen de sleutelconcepten van de farmaco-epidemiologie en van het onderzoek naar medicatie veiligheid worden behandeld. Epidemiologie van infectieziekten De studie van het voorkomen, het verloop, de dynamiek en het indijken van epidemische ziekten heeft aan de basis gelegen van de studie van de epidemiologie in zijn geheel. Ook nu nog hebben infectiezieken een belangrijke impact op de volksgezondheid. Dit geldt niet alleen op mondiaal vlak, maar is ook het geval voor hoog geïndustrialiseerde landen in de 21ste eeuw. Zo zijn er nu nog steeds endemische infectieziekten in ons land die gepaard gaan met een aanzienlijke morbiditeit, letaliteit, complicatiegraad en die een belangrijke socio-economische impact hebben. Verder zijn er voortdurend nieuwe ziekten die de kop op steken en komen er terug ziekten voor die tijdelijk niet meer aanwezig waren. | 12
De kennis van de epidemiologische aspecten van infectieziekten, waaronder frequentie, dynamiek, transmissie, vatbaarheid, besmettelijkheid, overdrachtswijze, reservoir en inperkingsmogelijkheden, is erg belangrijk voor tal van medische en paramedische disciplines. Dit geldt niet alleen voor public health-artsen, maar ook voor ziekenhuis hygiënisten, CLB-artsen, CRA-artsen, clinici en microbiologen. Verschillende elementen van het epidemiologisch onderzoek van infectieziekten liggen aan de basis van de beschrijvende epidemiologie, onder andere het voorkomen met zijn diverse ziektematen, de analytische epidemiologie met het in kaart brengen van associatie- en impactmaten, het bestuderen en het voorspellen van de dynamiek van infectieziekten en ten slotte de impact op de preventie en de eliminatie van de ziekten. Epidemiologie van infectieziekten werkt in dezelfde context als de andere takken van het epidemiologisch onderzoek, maar toch zijn er enkele specifieke aspecten. Bij infectieziekten kan een geval ook een bron zijn van ziekte, kan het zijn dat niet iedereen even vatbaar is en kan het zijn dat een geval soms niet herkend is als een geval. De studie van de epidemiologie van infectie is ook vanuit methodologisch standpunt erg instructief en ook de studie van de historische voorbeelden zijn erg nuttig om inzicht te krijgen in de basisconcepten van het epidemiologisch denken. In dit opleidingsonderdeel wordt gefocust op de specifieke epidemiologische aspecten van infectieziekten inbegrepen dynamiek, modelling, bestrijding en indijking. Ook de studie van de infectieziektevaccinologie komt aan bod. Verder ligt de nadruk op de diverse aspecten van surveillance, monitoring, outbreakonderzoek, risico-analyse, en sero-epidemiologie. De kwantitatieve aspecten worden expliciet ontwikkeld. Via een combinatie van cases studies, opdrachten en hoorcolleges worden de basisconcepten van de infectieziekte-epidemiologie ontwikkeld. Milieu-epidemiologie Met dit opleidingsonderdeel wordt betracht je inzicht te verschaffen in de principes en de belangrijkste topics uit de milieu epidemiologie (inclusief het arbeidsmilieu). We behandelen onder meer de analyse van tijdsreeksen, van dosis-respons en dose-effect relaties, ecologische studies, etiognostische studies (MvS kan aangevuld worden met o.a. clusteranalyse, begrippen van screening en bevolkingsonderzoeken, surveillance van bepaalde groepen, gebruik van SMR en PMR in werknemerspopulaties, studie van gecombineerde blootstellingen, specifieke biases zoals healthy workers effect, risico-beoordeling, epidemiologie van arbeidsongevallen en beroepsziekten, …). Er wordt ruime aandacht besteed aan de problematiek van het meten van blootstelling aan omgevingsfactoren. Er wordt een basis gelegd voor de modelmatige inschatting van blootstelling.
13 |
Keuzeopleidingsonderdelen minor Genetische epidemiologie “De blauwdruk van het leven staat in de genen. Niet alleen op welke ziekten wij meer risico lopen, maar ons hele mens-zijn. Onze lengte, de kleur van onze ogen, hoe goed we het doen op school, wat wij doen en denken, noem maar op. Onze ruim 20 000 genen worden in principe onveranderd doorgegeven van ouders op kinderen. Toch ontstaan allerlei verschillen en zijn mensen altijd uniek.” (Cock van Duijn) Genetische epidemiologie beoogt een antwoord te geven op vragen zoals: Is er fenotypische co-aggregatie binnen families? Is het geobserveerde correlatiepatroon consistent met een mogelijks genetisch effect? Is er evidentie voor één gen met een groot effect of meerdere genen met elk een eerder klein effect? Waar in het genoom zijn deze genen dan gelokaliseerd? Hoe precies kunnen we deze genen lokaliseren? Waar ligt de causale locus? Elk van deze vragen kunnen beantwoord worden via verschillende technieken die gangbaar zijn binnen genetische epidemiologie. Dit opleidingsonderdeel is een eerste introductie tot genetische epidemiologie. Verschillende facetten van genetische epidemiologie zullen aan bod komen. De cursus is dan ook georganiseerd rond verschillende peilers, zoals: • een introductie tot genetica • de verschillende gezichten van genetische epidemiologie • koppelingsanalyses • populatiegenetica • kleinschalige genetische associatiestudies • genoomgerichte associatiestudies. Epidemiologie van tropische aandoeningen Met deze cursus wordt je inzicht bijgebracht over de epidemiologie van zowel de typische tropische infectieziekten als de specifieke presentatie van kosmopolitische ziekten in de tropen. Het is hierbij niet de bedoeling om een volledig overzicht te geven van alle tropische infecties. Er zal eerder gewerkt worden met een aantal typische modelvoorbeelden en aan aantal concrete concepten, waarop je zelf verder kan bouwen. Aandacht zal gegeven worden aan de klinische aspecten van reactiepatronen eigen aan tropische aandoeningen, infectieziekten en andere. Eerder dan op een encyclopedische wijze alle aandoeningen aan bod te laten komen zal de nadruk liggen op het ontrafelen van waarom bepaalde aandoeningen gepaard gaan met specifieke klinische afwijkingen. Gaandeweg worden ook een aantal typische medische termen toegelicht, zodat je na deze cursus ook het gebruikelijke medische ‘jargon’ beter zal begrijpen. Infectieziekten van verschillende oorsprong worden behandeld: • protozoaire infecties: malaria, slaapziekte, leishmaniasis • wormziekten: intestinale wormen, filariasis | 14
• • •
bacteriële infecties: gastrointestinaal (cholera), sexuaal overdraagbare aandoeningen (chlamydia, lymphogranuloma, syphylis), neurologische (meningitis), respiratoire (pertussis) en veralgemeende aandoeningen (typhus) mycobacteriën: tuberculosis, lepra, Buruli ulcer virale aandoeningen: HIV en HTLV-1, Dengue, hemorragische koortsen (EBOLA).
Aan de hand van de algemene systematiek worden de parasieten behandeld die het meest belangrijk zijn in de humane geneeskunde. De biologie, de morfologie en enkele basisgegevens over pathogenese worden geïllustreerd aan de hand van de levenscycli van respectievelijk de parasitaire ééncellige eukaryoten (Protozoa), platwormen (Trematoda, Cestoda), ronde wormen (Nematoda) en ectoparasieten (Insecta, Acari). Epidemiologische (en in mindere mate klinische aspecten) komen aan bod. Ook worden vergelijkingen gemaakt met enkele relevante dierparasieten, die als bron van zoönose moeten worden onderkend. Enkele medisch relevante bacteriën (tuberculose, cholera, e.a.), fungi (candidosis, cryptococcosis, mycotoxicosis, dermatophytosis, e.a.) en virussen (ebola, dengue en andere hemorragische koortsen, virale enteritiden en encephalitiden, e.a.) worden ook behandeld. Bijzondere aandacht wordt gegeven aan nieuwe en heropflakkerende tropische infectieziekten, en aan het medisch, economische belang van microbiële infecties. Competenties verworven in het opleidingsonderdeel klinische epidemiologie worden toegepast op ziekten behandeld in deze module. Inleiding tot het kwalitatief onderzoek Dit opleidingsonderdeel zal focussen op kwalitatief onderzoek in de gezondheidszorg. Deze onderzoeksmethode bestudeert de ‘sociaal geconstrueerde werkelijkheid’, de betekenissen en interpretaties die mensen aan de door hun ervaren werkelijkheid hechten. Op die manier verschaft kwalitatief onderzoek inzicht in sociale interacties, in het individuele perspectief, in waarom mensen doen wat ze doen en wat ze nodig hebben om te veranderen. Gezien deze aspecten in belangrijke mate gezondheid bepalen, doen onderzoekers meer en meer beroep op deze methoden, als aanvulling van het biomedische en epidemiologische perspectief. De cursus stelt je in staat om het toepassingsgebied van de kwalitatieve onderzoeksmethode te begrijpen, om onderzoeksvragen te formuleren en zelfstandig een kwalitatief onderzoeksproject uit te voeren. De volgende hoofdstukken komen aan bod: algemene inleiding kwalitatief onderzoek, de tradities in kwalitatief onderzoek, een stappenplan voor het opzetten van kwalitatief onderzoek, de verschillende methodologieën in kwalitatief onderzoek en de verschillende dataverzamelingstechnieken Hiertoe wordt gebruikgemaakt van praktische voorbeelden en studenten oefenen in workshops begeleid door ervaren onderzoekers.
15 |
Het ontwikkelen en valideren van een vragenlijst In deze cursus wordt gewerkt met een concreet voorbeeld, waarbij je een concrete onderzoeksvraag moet opstellen. Van daaruit zal stap voor stap verder worden gewerkt in het proces van het opstellen van een vragenlijst. Je wordt hierbij begeleid door de docenten. Je moet de vragenlijst ook pre-testen in een groep van een vijftal proefpersonen, waarna de feedback van deze pre-test gebruikt wordt om de vragenlijst aan te passen. Als de vragenlijst gefinaliseerd is, worden een aantal validiteits- en betrouwbaarheidstesten doorgenomen, die kunnen worden toegepast op een reële dataset als je de vragenlijst effectief afneemt in een(beperkte) doelgroep of op een fictieve dataset op basis van het codeboek van de variabelen uit de vragenlijst. Dit keuzeopleidingsonderdeel wordt zeer praktijkgericht opgevat, opdat je later zelf praktisch aan de slag kan om een vragenlijst op te stellen en te valideren.
Master, tweede jaar Verplichte opleidingsonderdelen Onderzoeksproject deel 3 De masterproef is de neerslag van een epidemiologisch onderzoek uitgevoerd in één van de grote richtingen van de epidemiologie zoals ze worden aangeboden in de keuzeopleidingsonderdelen van de major. Dit onderzoek vertrekt vanuit vraagstelling die gebaseerd wordt op een humaan gezondheidsprobleem en het onderzoeksresultaat moet bijdragen tot de oplossing van dit probleem. Je moet met het onderzoeksproject kunnen aantonen te beschikken over wetenschappelijke onderzoeksvaardigheden op het terrein van de epidemiologie (je dient hierbij vaardigheden op te doen) die je in het gekozen gebied van de epidemiologie kan toepassen. Dit veronderstelt dat je een op biomedische wetenschappen gebaseerde onderzoekshypothese kan formuleren en dat je een vraagstelling die betrekking heeft op ziekte en/of gezondheid van mensen of op determinanten daarvan kan benaderen aan de hand van een biologisch of wiskundig model. Je voert het onderzoek uit onder supervisie van de academische stuurgroep aan een wetenschappelijk onderzoeksinstituut dat hiervoor door deze stuurgroep wordt erkend. Je krijgt een begeleider toegewezen die minimaal het niveau van een master heeft bereikt. Stage Je loopt enkele kleine stages die je inzicht geven in de verschillende toepassingsgebieden van de epidemiologie (klinische epidemiologie, milieu epidemiologie, …). De stages worden georganiseerd door de projectmanager.
| 16
Seminaries 2 Je volgt seminaries waarin epidemiologisch onderzoek wordt voorgesteld die je inzicht geven in het lopend epidemiologisch onderzoek in Vlaanderen en dit in de verschillende toepassingsgebieden van de epidemiologie (klinische epidemiologie, milieu-epidemiologie, …). De lijst van seminaries wordt opgesteld door de academische stuurgroep. Masterproef Bij het uitwerken van het onderzoeksproject komen altijd ten minste de volgende elementen aan bod: • de formulering van de onderzoeksvraagstelling op basis van een gedegen literatuuronderzoek • het opstellen van een onderzoeksplan waarin beschreven wordt op welke wijze de vraagstelling benaderd wordt • een kritische bespreking van de onderzoeksresultaten in relatie tot het onderzoeksopzet, de kwaliteit van de gegevens en de beschikbare literatuur • een schriftelijke en mondelinge rapportage in de vorm van een Engelstalig conceptartikel of rapport enerzijds en een voordracht op een colloquium voor collega-onderzoekers anderzijds Daadwerkelijke verzameling van empirische gegevens is een gebruikelijk onderdeel van het projectwerk, maar geen absolute voorwaarde. Het onderzoek kan ook uitgevoerd worden op basis van reeds verzameld materiaal. De diverse onderdelen van de uitvoering van het project dienen in redelijke verhouding tot elkaar te staan, waarbij de routine-activiteiten niet meer dan 30% van de tijd in beslag mogen nemen terwijl de rapportagefase minimaal 10% en maximaal 20% van de tijd mag bedragen.
17 |
Nuttige info over je studietraject Masteropleidingen binnen de bamastructuur Met het ondertekenen van het Bologna-akkoord, werd in heel Europa de bachelormasterstructuur ingevoerd. Alle opleidingen aan de universiteit werden omgevormd tot academische bachelor- en masteropleidingen. Om te kunnen inschrijven voor een masteropleiding, moet je in het bezit zijn van een professioneel of een academisch bachelordiploma. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je ofwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een schakelprogramma (na een professionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een academische bacheloropleiding) volgen (zoals voorgesteld in volgend schema).
academische bachelor professionele bachelor
à
rechtstreekse instroom
à
à
voorbereidingsprogramma
à
à
schakelprogramma
à
academische master
Dankzij de nieuwe bachelor-masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke faculteit adviseren studietrajectbegeleiders je over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangsbewaking en -begeleiding opgezet: de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma hebt behaald. Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER. Leerkrediet Het leerkrediet werd in het leven geroepen om je te stimuleren om een doordachte studiekeuze te maken. Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociale statuut als student. Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn. Meer informatie vind je ook op www.ua.ac.be/studiepunten. Hoe werkt het leerkrediet? Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving aan de universiteit. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je inschrijft wordt je leerkrediet verminderd met de over| 18
eenkomstige studiepunten. Enkel wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. Studiepunten waarvoor je gedelibereerd wordt, dit wil zeggen geslaagd verklaard hoewel je er geen creditbewijs voor behaalde, komen niet terug bij je leerkrediet. Dit kan in je nadeel zijn wanneer je een bijkomende master wil behalen. Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Als je studietraject perfect is verlopen, heb je dan nog 60 studiepunten over. Onvoldoende leerkrediet? Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de universiteit je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de universiteit je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Aan de Universiteit Antwerpen wordt géén verhoogd inschrijvingsgeld gevraagd. Je hebt wel van de betrokken faculteit de toelating tot inschrijven nodig en deze zal in de meeste gevallen je studieprogramma beperken. Het aantal studiepunten dat je opneemt via je inschrijving en het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk!
Studiebegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding is er om je te helpen vanaf het moment dat je je voor het eerst inschrijft tot op het moment waarop je je diploma in handen krijgt. •
•
•
Onze medewerkers staan voor je klaar met informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs. Ze beantwoorden je vragen over de opleidingen, het onderwijs- en examenreglement, het leerkrediet enzovoort. Met specifieke vragen, bijvoorbeeld over je individuele studieprogramma of over vrijstellingen, kan je terecht bij de studietrajectbegeleider van je faculteit. Een studiekeuze maken is makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studentenbegeleider kan je aan de hand van gesprekken meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses en de opleidingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Oefeningen uit het werkboek ‘Kijk op Kiezen: stappenplan voor studie- en beroepskeuze’ kunnen je hierbij helpen. Een studentenbegeleider kan je ook begeleiden in het aanscherpen van je studievaardigheden (hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof, hoe maak je een schema, hoe maak je goede notities, …) en het maken van realistische studieplanningen om je uitstelgedrag tegen te gaan. 19 |
• •
•
• •
Ook wanneer je geconfronteerd wordt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …) kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken. Als student met een functiebeperking kan je bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens, indien je beschikt over een geldig attest. Je kan je aanvraag indienen via www.ua.ac.be/functiebeperking. Het is belangrijk dit tijdig te doen! Meer informatie vind je in de folder ‘Studeren met een functiebeperking’. Studenten die sport of kunst beoefenen op een hoog niveau kunnen eveneens bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Aanvragen van topsporters worden beoordeeld door de Sportcommissie, die van de kunstbeoefenaars door de Commissie Cultuur. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/sportenkunst of in de folder ‘Studeren met een topsport- of kunstbeoefening’. We kunnen je ook helpen in je zoektocht naar jobs die passen bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, en geven zelfs nuttige sollicitatietips. Ook als je wil verder studeren, kan je bij ons terecht voor informatie. Wil je eerder verworven competenties (EVC) laten erkennen? Contacteer dan de EVCcoördinator voor informatie, een adviesgesprek en het opstarten van de procedure. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/evc.
Je kan op elke campus bij een studentenbegeleider terecht. Informatie en afspraken verlopen steeds via het Studenten Informatie Punt (STIP): T +32 3 265 48 72,
[email protected]. be. Neem ook een kijkje op de website: www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan Europese uitwisselingsprogramma’s zoals Erasmus. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het Erasmusprogramma heeft de Universiteit Antwerpen samenwerkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal-Europa. Maar we kijken verder dan Europa: op bilaterale basis (buiten het kader van Erasmus) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van internationale ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer informatie vind je op de website van de Dienst Internationale Samenwerking: www.ua.ac.be/dis. | 20
Infomomenten Infomarkt Twijfel je in september nog over je studiekeuze, of wil je graag bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt op 5 september 2012. Bachelor-, schakel-, master- en master-na-masterprogramma’s komen aan bod, alsook flexibel studeren en avondonderwijs. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en de studentenbegeleiders. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer informatie vind je op www.ua.ac.be/infomarkt.
Nuttige websites Opleidingen Op www.ua.ac.be/studiekiezer vind je uitgebreide informatie over alle opleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Inschrijven Praktische informatie in verband met de inschrijvingen vind je op www.ua.ac.be/inschrijven. Blackboard Op het studentenportaal https://blackboard.ua.ac.be vind je algemene informatie die voor jou als student nuttig kan zijn: de academische kalender, informatie over financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, beschikbare cursussen, eet- en drinkgelegenheden op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sportactiviteiten, doctoreren, enzovoort. Bibliotheek De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie boeken ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus bevindt zich een gloednieuwe bibliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de exacte en medische wetenschappen gehuisvest. Meer informatie op http://lib.ua.ac.be. Wegbeschrijving naar de vier campussen Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden: Campus Middelheim, Campus Groenenborger, Campus Drie Eiken en de Stadscampus.
21 |
Nuttige contactgegevens Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen Campus Drie Eiken, gebouw S Universiteitsplein 1 2610 Wilrijk (Antwerpen) Opleidingscoördinator Prof. dr. Joost Weyler Secretariaat Femke Van den Audenaeren T +32 3 265 25 24
[email protected] www.ua.ac.be/epidemiologie
| 22
23 |
| 24