Geschiedenis masteropleiding
2011
Inhoud Voorwoord . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2 Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 Geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Over Geschiedenis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Doelgroep en toelatingsvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 Studieprogramma schakeljaar. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Loopbaanperspectieven . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 Studieprogramma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 Opleidingsonderdelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9 Studeren in het buitenland. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Onderwijs en examens. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Studiebegeleiding. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 Nuttige websites. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22 Meer info?. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
Colofon Redactie Vormgeving Fotografie
Departement Communicatie, dienst Studieadvies en Studentenbegeleiding, en de faculteiten. Departement Communicatie Jan Crab
Deze brochure is met grote zorg samengesteld. Studieprogramma’s veranderen echter voortdurend. Het is daarom mogelijk dat het aanbod van opleidingsonderdelen van de verschillende studierichtingen enigszins afwijkt van de informatie in deze brochure.
1|
Voorwoord Welkom bij de Universiteit Antwerpen. Je hebt de weg naar onze universiteit gevonden en je wilt meer informatie over onze instelling en onze studierichtingen. Misschien is dit je eerste kennismaking met de Universiteit Antwerpen. Misschien vond je reeds enkele jaren geleden de weg naar onze universiteit en heb je hier je bacheloropleiding voltooid. In elk geval word je masterstudent en wil je informatie over de masteropleidingen die wij aanbieden. Dit boekje helpt je al een hele stap vooruit in je keuzeproces. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met 14 000 studenten. Binnen de Associatie Hogescholen & Universiteit Antwerpen werkt ze nauw samen met de Plantijnhogeschool, de Karel de Grote-Hogeschool, de Artesis Hogeschool Antwerpen en de Hogere Zeevaartschool. Onze universiteit stelt alles in het werk om je studieperiode zo aangenaam mogelijk te maken en de kwaliteit van de opleidingen op topniveau te houden. Daarom worden onze opleidingen geregeld bijgestuurd en aangepast aan de maatschappelijke evolutie. ‘Leren is leven’ is de slogan van de Universiteit Antwerpen. Niet zomaar een leuze, want wij maken werk van een goed evenwicht tussen leren en leven. Met ‘kennen’ ben je niets zonder het ‘kunnen’. De link tussen leren en leven is hier voelbaar aanwezig. Als je naar een van onze informatiedagen komt, zal je merken dat het prettig studeren is aan de Universiteit Antwerpen. We nodigen je alvast uit op onze infodagen (zaterdag 19 maart en 30 april 2011) of op de infomarkt (woensdag 14 september 2011). Prof. dr. Alain Verschoren Rector Universiteit Antwerpen
|2
Waarom studeren aan de Universiteit Antwerpen? Studentgerichtheid De Universiteit Antwerpen staat voor studentgerichtheid. Dit betekent onder andere dat je zoveel mogelijk college volgt in kleine groepen, wat een vlotte interactie mogelijk maakt. Dankzij de kleine afstand tussen studenten en docenten kun je bij je profs terecht met allerlei vragen en problemen. De vlotte communicatie tussen docenten, assistenten en studenten wordt mee ondersteund door de digitale leeromgeving Blackboard. Dat biedt nieuwe kansen voor een interactief onderwijssysteem. Studenten worden ook uitgenodigd om actief deel te nemen aan het beleid: in verschillende adviesorganen en raden zijn zij vertegenwoordigd. Tenslotte is de Universiteit Antwerpen bekend voor haar goede studentenbegeleiding en -ondersteuning, waarbij wordt ingespeeld op de individuele noden van alle studenten.
Innoverende academische opleidingen De Universiteit Antwerpen biedt innoverende academische opleidingen aan, waarbij de opleidingen zowel oog hebben voor theorie als praktijk. De opleidingen zijn stevig verankerd in sterk wetenschappelijk onderzoek, dat ook internationale faam geniet. De ‘ivoren’ academische toren werd echter reeds lang geleden gesloopt: academici hechten veel belang aan een voortdurende uitwisseling met de steeds evoluerende s amenleving. Bij je studie aan de Universiteit Antwerpen staat niet zozeer het memoriseren van feitenkennis centraal: je verwerft relevante kennis en vaardigheden die je nodig hebt om beroepsrelevante opdrachten en problemen op te lossen. De BaMa-structuur schept ruimte voor vernieuwing en verbetering. Nieuwe opleidingen werden ingevoerd, keuzemogelijkheden binnen bestaande opleidingen verruimd.
Infrastructuur Voor haar onderwijs beschikt de Universiteit Antwerpen over de meest moderne infrastructuur: goed uitgeruste les- en computerlokalen, laboratoria, bibliotheken en studielandschappen. In alle publieke ruimten zijn er hotspots waar je draadloos kan surfen. De laatste jaren werd ook op grote schaal geïnvesteerd in nieuwe gebouwen om het toenemend aantal studenten op te vangen en hen een aangename leeromgeving te bieden. De Universiteit Antwerpen is een middelgrote universiteit met meer dan 14 000 studenten, verspreid over vier campussen en zeven faculteiten. De campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken liggen aan de stadsrand, in een groene omgeving. De campussen Middelheim en Groenenborger grenzen aan het openluchtmuseum Middelheim en aan het Nachtegalenpark. Studeer je op de campus Drie Eiken dan kan je volop genieten van de groene oase van Fort VI en de mooie vijvers rondom de campus. De Stadscampus, met 3|
zijn kern van prachtig gerenoveerde 16de-eeuwse gebouwen, ligt in hartje Antwerpen. De opleiding Geschiedenis is gesitueerd op de Stadscampus.
Vorming De Universiteit Antwerpen wil niet alleen opleidingen aanbieden, maar ook een brede vorming. Jonge mensen laten opgroeien tot professionelen met een kritische ingesteldheid, een tolerante en constructieve houding. De Universiteit Antwerpen kiest resoluut voor pluralisme en verwelkomt diversiteit in haar curricula, en bij personeel en studenten.
Antwerpen Je kiest natuurlijk ook voor de stad Antwerpen. Studeren is meer dan met je neus in de boeken zitten. Wie in Antwerpen komt studeren, kiest voor een studentenstad. Antwerpen is niet alleen een universiteitsstad: het is een bruisende metropool met een uniek cultuurhistorisch aanbod, een wereldhaven, een overvloed aan cafés en restaurants, clubs, gezellige pleintjes, cultuur, architectuur, mode, sportinfrastructuur... Kort samengevat: een stad waarin Antwerpenaars, bezoekers en studenten graag wegzinken. Speciaal voor de lancering van de nieuwe huisstijl van de Universiteit Antwerpen schreef oud-student Pieter Embrechts het lied “U Aan het woord”. In deze brochure vertellen wij graag over onze universiteit, daarna is het woord aan “A”!
Geschiedenis aan de Universiteit Antwerpen De Universiteit Antwerpen heeft zeven faculteiten: Farmaceutische, Biomedische en Diergeneeskundige Wetenschappen, Geneeskunde, Letteren en Wijsbegeerte, Politieke en Sociale Wetenschappen, Rechten, Toegepaste Economische Wetenschappen, Wetenschappen. Geschiedenis is een opleiding binnen de faculteit Letteren en Wijsbegeerte.
|4
Over Geschiedenis De masteropleiding Geschiedenis is een sterk op onderzoek gerichte opleiding, waarbij het verrichten van zelfstandige en complexe wetenschappelijke arbeid centraal staat. Als afgestudeerde master Geschiedenis onderscheid je je van de bachelor Geschiedenis doordat je in alle opzichten in staat bent je rol als wetenschapper op te nemen. Je kan dat zowel in het onderzoek, als erbuiten: in het maatschappelijke of culturele leven. Je bent in staat zelfstandig te reflecteren en een opinie te vormen over de evoluties in het historisch onderzoek en de plaats ervan in grote maatschappelijke debatten. Je hebt je de wetenschappelijke debatcultuur eigen gemaakt, met alles wat dat impliceert aan kennis, inzicht, vaardigheden en attitudes. De opleiding tot master in de Geschiedenis heeft tegelijkertijd een uitdiepend (specialiserend) én verbredend karakter; dit in tegenstelling tot de bachelor Geschiedenis die in de eerste plaats streeft naar een algemene wetenschappelijke basisvorming. Bij de opbouw van het programma geniet je een grote keuzevrijheid, maar kunnen toch coherente thema’s en dito vakkenpakketten worden opgenomen.
Doelgroep en toelatingsvoorwaarden Het programma richt zich tot studenten die na hun bacheloropleiding een doorgedreven wetenschappelijke vorming tot historicus/a wensen en leidt tot de graad ‘Master Geschiedenis’. Zowel met een bachelor Geschiedenis type 1 (180 studiepunten) als met een bachelor Geschiedenis type 2 (major Geschiedenis van 120 studiepunten) kan je rechtstreeks doorstromen naar de masteropleiding Geschiedenis. Je kan ook je minor G eschiedenis verder uitbouwen naar een volwaardige bachelor Geschiedenis, met studieduurverkorting, en vandaar ook doorstromen naar de master Geschiedenis. Tenslotte biedt de opleiding ook een schakelprogramma aan, waarmee professionele bachelors s ecundair onderwijs met geschiedenis als onderwijsvak kunnen doorstoten naar een master Geschiedenis: 1. het schakelprogramma voor mensen die al in het bezit zijn van een universitair d iploma (vroegere verkorte bachelor, 120 SP) 2. het specifieke schakelprogramma voor regenten dat bestaat uit 81 SP Buitenlandse studenten moeten beschikken over een equivalente opleiding of over een diploma dat hen in eigen land toegang verleent tot een gelijkwaardige studierichting.
5|
Studieprogramma schakeljaar Schakelprogramma Geschiedenis Methodologie van de geschiedenis Historische methode
6
Inleiding tot de historiografie
6
Heuristiek per historische periode
6
Oefeningen paleografie
3
Naar indeling Oefeningen middeleeuwen / nieuwe tijd 1
9
Oefeningen nieuwste tijd 1 Bachelorscriptie
12
Naar keuze (2 te kiezen) Academisch schrijven
3
Kwantatieve methoden
3
Geschiedenis en beeld
3
Inleiding tot de geschiedenis Comparatieve Wereldgeschiedenis (tweejaarlijks)
6
Geschiedeins per periode en per gebied De student kiest 3 vakken, die hetzij 1 periode, hetzij 1 gebied betreffen
|6
Politiek en instelling middeleeuwen
6
Cultuurgeschiedenis middeleeuwen
6
Sociaal-economische geschiedenis middeleeuwen
6
Politiek en instellingen nieuwe tijd
6
Cultuurgeschiedenis nieuwe tijd
6
Sociaal-economische geschiedenis nieuwe tijd
6
Politiek en instellingen nieuwste tijd
6
Cultuurgeschiedenis nieuwste tijd
6
Sociaal-economische geschiedenis nieuwste tijd
6
Wijsbegeerte en sociale wetenschappen Levensbeschouwing
3
6 sp te kiezen Inleiding tot de westerse wijsbegeerte en antropologie
6
Wetenschapsfilosofie en kennisleer
3
Inleiding tot de economie
3
Inleiding tot de sociale geografie
3
Inleiding tot de sociale wetenschappen
6
Algemeen totaal
81
Loopbaanperspectieven Door de aard van de opleiding tot master in de Geschiedenis, beschik je over een zeer brede en tegelijk degelijke wetenschappelijke vorming, die je inzetbaar maakt in zeer diverse sectoren van het openbare leven en dit zowel in het binnen- als het buitenland. De onderstaande lijst is dan ook slechts richtinggevend. • • • •
doctoraatsstudent Geschiedenis; beleidsondersteunend, beleidsvoorbereidend en beleidsbepalend werk in diverse sectoren; leidinggevende functies inzake communicatie- en cultuuroverdracht; leidinggevende functies bij de overheid, in wetenschappelijke, journalistieke, socioculturele overheidsinstellingen, verenigingen en privé-bedrijven van zeer diverse aard.
Als afgestudeerde master in de Geschiedenis kan je de volgende kerntaken verrichten: • bij doorstroom naar een universitaire cyclus, zal je in staat zijn op zelfstandige wijze een wetenschappelijk werk van grote omvang en hoge i ntrinsieke moeilijkheidsgraad aan te vatten en binnen een vooraf bepaald tijdsbestek tot een synthese te brengen; • vanuit wetenschappelijk oogpunt zal je een belangrijke inhoudelijke en kritischreflectieve bijdrage kunnen leveren aan het internationale maatschappelijke, historische en socio-culturele debat; • je bent in staat tot kritische analyse, synthese en besluitvorming van complexe beleidsdossiers, zowel in de privé- als overheidssector, zowel in het binnen- als het buitenland; • je kan leidinggevende taken vervullen bij concept en realisatie van w etenschappelijke en populariserende tentoonstellingen, musea, culturele overheidsinstellingen en verenigingen, privé-bedrijven, archieven, zowel nationaal als internationaal.
7|
Studieprogramma In het volgende overzicht vind je het aantal lesuren dat in de master Geschiedenis per week aan elk vak besteed wordt. Omdat het academiejaar uit twee semesters bestaat, van september tot januari en van februari tot juli, worden de lessen van bepaalde vakken soms in één semester gegroepeerd. Elk semester heeft dus een eigen collegerooster. De tweede kolom, met de studiepunten, geeft een idee van de belasting die het vak binnen de totale opleiding vertegenwoordigt. De studiepunten geven een indicatie van de geschatte studielast per vak per week. In het berekenen van het totale examenresultaat wordt hiermee rekening gehouden. Een vak met een groot aantal studiepunten heeft een groter gewicht op de deliberatie.
Master Geschiedenis sem.
sp.
Theorie van de historische kennis
1
6
Historisch atelier
1
6
Methodologie van de geschiedenis en historische kritiek
Meesterproef
24
Keuzevakken (te kiezen voor een totaal van 24 studiepunten uit het volgende aanbod) Geschiedenis van het Belgisch publieksrecht. Nieuwste Tijd
2
6
Cultuur, religie en samenleving in de Nieuwe Tijd
2
6
Geschiedenis van familie en gezin
1
6
Stadsgeschiedenis
1
6
Historische stadsgeografie
2
6
Architectuur en stedenbouwtheorie 2: 16de tot begin 19de eeuw
6
Architectuur en stedenbouwtheorie 3: 19de en 20ste eeuw
|8
6
Geschiedenis van de politieke cultuur: Ancien Régime
1
6
Geschiendenis van de politieke cultuur: hedendaagse periode
2
6
Geschiedenis van welvaart en ongelijkheid voor 1900
2
6
Opleidingsonderdelen Methodologie van de geschiedenis en historische kritiek Theorie van de historische kennis In deze cursus wordt uitgegaan van de vaststelling dat de academische geschiedschrijving een ongemakkelijke positie inneemt tussen ‘herinnering’, ‘wetenschap’ en ‘literatuur’. Hoewel zij zichzelf vaak probeert te definiëren vanuit een tegenstelling met de ‘herinnering’, neemt zij op talloze manieren deel aan het herinneringsgebeuren. Het beroep dat historici doen op de wetenschappelijkheid van de academische geschiedschrijving, wordt bovendien bemoeilijkt door de nadruk die telkens weer wordt gelegd op de eigenheid van de geschiedschrijving als ‘de kunst om waargebeurde verhalen te vertellen’. Een poging om de academische geschiedschrijving wetenschapstheoretisch af te lijnen kan in die context nooit statisch of definitief zijn. In deze cursus ondernemen we een zoektocht naar de grenzen van de academische geschiedschrijving, in de hoop zowel de eigenheid ervan als de interacties met andere domeinen geleidelijk te ontdekken. Daarbij wordt getracht de visies van oudere auteurs op deze materie te confronteren met recentere geschiedtheoretische literatuur. Vanuit het abstracte geschiedtheoretische niveau zal echter voortdurend worden teruggekoppeld naar de concrete historiografische praktijk. De uiteindelijke bedoeling van het vak is immers dat de studenten hun métier op een meer reflexieve wijze beoefenen. De hoger gestelde kwesties worden tijdens het eerste deel van de cursus op een algemeen theoretisch niveau gesteld. De academische geschiedschrijving wordt daarin voorgesteld als een sociale praktijk, met de historisering van het verleden als doel en de voortdurende open dialoog als middel. Tijdens het tweede deel zal in de vorm van zes case studies worden getoond hoe historici concreet de dialoog kunnen aangaan met andere menswetenschappen. Tijdens de laatste twee lessen wordt opnieuw overgeschakeld naar een algemeen geschiedtheoretisch niveau en wordt respectievelijk stilgestaan bij de ethische en de praktisch-stilistische implicaties van de gekozen geschiedtheoretische uitgangspunten.
9|
Historisch atelier Het historisch atelier is een forum om actief wetenschappelijk debat te stimuleren. Daartoe zullen groepen samengesteld worden die qua omvang en samenstelling niet te groot zijn. De dominante werkvorm is het discussiecollege, maar er gaan ook 2 studiepunten naar het verwerven van specifieke methodologische vaardigheden, die in overleg met de promotor van de meesterproef kunnen worden gekozen uit het volgende aanbod: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Mondelinge geschiedenis Prosopografie en netwerkanalyse Tekst- en discoursanalyse Meten in de preindustriële tijd Ruimtelijk analyse en GIS Historische databanken Congresverslag
Het historisch atelier kan je beschouwen als de laatste grote voorbereiding in aanloop naar de Masterproef. De bedoeling is vooral een aantal belangrijke wetenschappelijke vaardigheden en attitudes aan te leren of verder aan te scherpen. Concreet gaat het om het uitwerken en redigeren van een minor paper met een vraagstelling, historiografisch en theoretisch overzicht, en de heuristiek en de methodologie eigen aan een onderzoeksproject. Masterproef De Masterproef is zonder meer het kroonjuweel en het sluitstuk in de opleiding van de Master. Belangrijke delen van de in de (BA en) MA opgedane kennis, inzichten, vaardigheden en attitudes komen in de meesterproef op een geïntegreerde wijze aan bod. Dit blijkt ook uit de studiebelasting: de eigenlijke Masterproef staat op 24 studiepunten dit is bijna 50% van het totale aantal studiepunten voor de Master. De Masterproef bouwt voort op, maar gaat tegelijkertijd een stuk verder dan de oefeningen en de scriptie die je in de bacheloropleiding hebt gemaakt. Van de Masterproef wordt met name verwacht dat ze oorspronkelijke inzichten bevat. Die originaliteit kan divers zijn: het gebruik van onontgonnen primair bronnenmateriaal, het hanteren van een comparatief perspectief, een originele vraagstelling, methodologie of bronnenkritiek, enz. Kortom, je moet kunnen bewijzen over een afgebakend thema een logisch opgebouwde en methodologisch onderbouwde tekst te kunnen opstellen. Het werkstuk neemt de vorm aan van een wetenschappelijk tijdschriftartikel. Naast kennis verwerf je ook tal van vaardigheden. De Masterproef gaat uit van een wetenschappelijke probleemstelling en daaruit gedistilleerde onderzoeksvragen. Ze schenkt de nodige aandacht aan de systematische opsporing en grondige analyse van bronnen en literatuur, aan het wetenschappelijke apparaat en aan het plaatsen en interpreteren van de gegevens vanuit de historische kritiek. Bij dat alles steunt ze op stel| 10
lingen en verklaringen uit studies en literatuur. Ook synthesevorming en wetenschappelijke eergave, evenals schrijfvaardigheid met oog voor een genuanceerde stellingname w worden van je verwacht. Al deze vaardigheden verwerf je vooral al doende, waarbij de interactie met een wetenschappelijk geschoolde promotor die je van nabij volgt, sturend werkt. Bovendien wordt deelname aan het wetenschappelijke debat aangescherpt via het historisch atelier.
Keuzevakken De opleiding Geschiedenis stelt jaarlijks een lijst met keuzevakken op. Uit dit aanbod kiest de student een aantal keuzevakken voor een totaal van minimum 24 studiepunten. Tijdens het academiejaar 2011-2012 kan je kiezen uit het volgende aanbod. Geschiedenis van het Belgisch publiekrecht (nieuwste tijd) Deze cursus bestudeert het Belgische publiekrecht vanuit casussen, met name belangrijke politieke incidenten en conflicten. Casussen die dit jaar aan bod komen: 1° het constitutionele conflict tussen Leopold III en zijn ministers en de lotgevallen van de regering-Pierlot (1940-1942); 2° België en zijn internationaal statuut in 1940-1942; 3° de bestuurlijke collaboratie in België in 1940-1944. Cultuur, religie en samenleving in de Nieuwe Tijd Vanaf de zestiende eeuw manifesteerden zich in Europa belangrijke religieuze vernieuwingsbewegingen. Reformatiebewegingen op gang gebracht door Maarten Luther en Johannes Calvijn en het katholieke hervormingsstreven dat volgde op het Concilie van Trente, zorgden voor een grondige hertekening van het religieuze landschap. Uit het onderzoek van de laatste decennia is gebleken dat die religieuze hervormingsbewegingen ook een sterke impact hadden op het culturele leven. Cultuur en religie waren vanuit die optiek nauw met elkaar verbonden. Vooral de aanhangers van het zogenaamde confessionaliseringsparadigma (o.m. Wolfgang Reinhard en Heinz Schilling) hebben benadrukt dat culturele agenten als onderwijs, drukpers, toneel en muziek werden ingeschakeld in een zowel protestants als katholiek confessionaliseringsproces. Vanaf de late zeventiende eeuw dient dan weer gelet op de impact van Verlichting en secularisering. Deze cursus wil deze processen van religieus-culturele verandering analyseren aan de hand van bronnenmateriaal en artikelen. Daarbij komt zowel het protestantse als het katholieke perspectief aan bod, evenals de grote domeinen uit het culturele landschap.
11 |
Geschiedenis van familie en gezin Afstamming en verwantschap, familie, huwelijk en gezin behoren tot de fundamentele gegevens van het bestaan. Dit geldt zowel voor het individu, als voor de mensheid als geheel. Familie en gezin hebben in de loop van de geschiedenis vele vormen aangenomen en veranderingen ondergaan. Dit uit zich onder meer in veranderingen van samenlevingsvormen, van de verhouding tussen seksen en tussen ouders en kinderen, maar ook van de plaats die het gezin en de familie in de samenleving innamen. Individuen en hun familiale bindingen behoren immers niet enkel tot de natuurlijke, maar ook tot de sociaal-culturele en economische werkelijkheid. In de cursus krijgen de veranderingen en ontwikkelingen op het terrein van familie, huwelijk en gezin in West-Europa en het hoe en waarom daarvan een centrale plaats. Het eerste deel van de cursus focust op verbanden en wisselwerkingen met demografische, maar ook met economische, institutionele en sociaal-culturele ontwikkelingen op het macro-niveau die een invloed uitoefenden op familie en gezin. De vraag komt daarbij aan de orde in welke mate het individu en zijn/haar gezin en familie niet enkel actief en flexibel omgingen met grote maatschappelijke transformaties, maar daar ook zelf toe bijdroegen. In het tweede deel van de cursus staat het gezin zelf centraal: partnerkeuze en huwelijk, de relaties tussen ouders en kinderen en veranderingen in het gezin door overlijden of scheiding komen hier ondermeer aan bod. Beide aspecten worden bestudeerd in een lange-termijn perspectief, met name vanaf ongeveer 1500 tot 2000.
| 12
Stadsgeschiedenis Het doel van deze cursus is de studenten vertrouwd te maken met de stad als maatschappelijk en cultureel verschijnsel en met de veranderde impact van het verstedelijkingsproces door de eeuwen heen (vanaf de oudheid tot vandaag). Het vak is opgedeeld in drie delen. 1. In het eerste gedeelte wordt een overzicht gegeven van de verstedelijkingsprocessen in en buiten Europa (van het ontstaan van steden tot vandaag) en wordt gepeild naar de eigenheid van stedelijke samenlevingsvormen. Dit zal naast een chronologische dimensie, vooral ook met een thematische aanpak worden b enaderd. Aan de hand van wetenschappelijke en essayistische artikelen zullen vragen worden gesteld bij diverse historische debatten: hoe kunnen steden en hun maatschappelijke b etekenis worden gedefinieerd en geduid; welke sociaalgeografische en cultuurantropologische modellen worden in het stadshistorisch onderzoek gebruikt; wat is de impact van fenomenen als sociale polarisatie en stedelijke morfologie, de industriële activiteit in de stad, de verhouding stad-platteland; hoe reageren s tedelijke maatschappijen op schaalvergroting? 2. Via de lectuur van een monografie zal ook een niet-Europese dimensie nadrukkelijk aan bod komen en bediscussieerd worden. 3. In een derde deel van het opleidingsonderdeel zullen studenten actief discussiëren over een meer gespecialiseerd thema, zoals bijvoorbeeld de relatie tussen de verbeelding van steden (hoe worden steden afgebeeld en welke identiteit nemen ze aan) of de (re)productie van sociale identiteit (welke groepen gebruiken omwille van welke redenen en met welke bedoeling welk stadsbeeld, hoe verlopen identificatieprocessen met de stad enzovoort).
13 |
Historische Stadsgeografie In dit vak wordt een verdiepende inleiding gegeven over de relatie tussen geografie en geschiedenis. Aanvullend wordt de bruikbaarheid van de specifieke methoden van de geografie voor de historische stadsgeschiedenis becommentarieerd. De begrippen, concepten en theorieën uit de klassiek stadsgeografie worden gebruikt en toegepast in historische context. Zo komt de interne stadsdifferentiatie en de stedelijke hiërarchie in Westeuropese steden doorheen de tijden aan bod. Tevens wordt de basis van de klassieke transportgeografie in cases uit het verleden toegepast. Beschouwingen omtrent de bruikbaarheid van historisch geografische inzichten in het beheer van erfgoed ronden het eerste deel af. Vervolgens wordt in overleg met de studenten één stad gekozen om concreet rond te werken; bijvoorbeeld Amsterdam, Rijsel, Gent, Brussel, Parijs, London kunnen aan bod komen. Het is de bedoeling dat de studenten één stadsgeografisch thema (onderwerp en tijdsperiode naar keuze) uitwerken voor de gekozen stad. Dit resulteert in een korte paper én een toelichting op terrein. Daartoe wordt op het einde van de semester een studiebezoek van één dag aan de stad georganiseerd. De studenten moet elk het werk van één van de andere studenten kritisch bespreken. Architectuur- en stedenbouwtheorie 2: 16de tot begin 19de eeuw (te volgen associatie Antwerpen) Doel van de cursus is inzicht te verschaffen in de samenhang en de evolutie van concepten en definities in de westerse architectuurtheorie en in de theorie van de s tedenbouw, v anaf het ontstaan ervan tot in het begin van de 19de eeuw en hun relevantie aan te tonen voor de huidige architectuur- en stedenbouwtheorie. • • • • • • •
| 14
Hoofdstuk 1: Vitruvius en Vegetius; grondige analyse van het Renaissance architectuur-tractaat “De Re Aedificatoria”, door L.B. Alberti. Hoofdstuk 2: de tijdsgenoten van Alberti: Filarete, Francesco di Giorgio Martini; Francesco Colonna, da Vinci enz, Hoofdstuk 3: de regionale zuilenorden als kritiek op het dogmatisch ordegebruik: Sebastiano Serlio, Pieter Coecke van Aelst, Hans Blum enz. . Hoofdstuk 4: Hans Vredeman de Vries en zijn ‘Architectura’; P.P. Rubens en de ‘Palazzi di Genova’. Hoofdstuk 5: schoonheid, harmonie en gebruikswaarde in het Frans architectuur theoretisch denken: François Blondel en Claude Perrault. Hoofdstuk 6: de ‘architecture parlante’ en de karakterleer in de architectuur: Germain Boffrand, Claude-Nicolas Ledoux en Etienne Boullée. Hoofdstuk 7: de functionele architectuur van J.N.L. Durand.
Architectuur- en stedenbouwtheorie 3: theorie van de stedenbouw en stadsontwikkeling van begin 19de eeuw tot heden Doel van de cursus is het kritisch leren analyseren en bespreken van de complexe relaties tussen architectuur en stad, tussen geschiedenis en utopie, stadsontwikkeling en stedenbouw. Het eerste deel van de cursus gaat over stedenbouwkundige modellen en technieken tijdens de 19de eeuw. Het tweede deel behandelt de moderne, functionele en postmoderne stedenbouwkundige concepten en modellen. • • •
• • • • • •
Hoofdstuk 1: algemene kenmerken van de stedenbouw en stadsontwikkeling in de 19de en 20ste eeuw. Hoofdstuk 2: de culturalistische stedenbouw: het voorbeeld van Karlsruhe en de projecten van Friedrich Weinbrenner Hoofdstuk 3: de sociaalutopische stadsgedachte van Owen en Fourier: verschil tussen theorie en toepassing. De ontwerp- en samenlevingsprincipes van de Quakers en Shakers in de Verenigde Staten. Hoofdstuk 4: De 19de-eeuwse transformatie van de metropolis: Wenen, Berlijn, Parijs, Brussel en Barcelona. Theorieën, modellen en toepassingen, o.a. te Antwerpen. Hoofdstuk 5: De utopieën van de moderne stad: Tony Garnier, Le Corbusier, Taut, Hilberseimer, Van Eesteren, Berlage, Frank Lloyd Wright enz. Hoofdstuk 6: de stadstheorieën van de jaren 1950-60: Archigram, Peter Cook, Hans Hollein, Superstudio, Constant Nieuwenhuys enz. Hoofdstuk 7: de stad volgens Rem Koolhaas Hoofdstuk 8: Case study: de drie stedenbouwkundige wedstrijden van Antwerpen: 1910, 1932, 1990. Hoofdstuk 9: de Amerikaanse stad.
15 |
Geschiedenis van de politieke cultuur: Ancien Régime Tot ver in de 20ste eeuw werd de vroegmoderne besluitvorming vooral bestudeerd vanuit een institutionele invalshoek, d.w.z. vanuit het idee dat politieke processen – indien niet exclusief, dan toch hoofdzakelijk – tot stand kwamen in de schoot van een aantal welomschreven instellingen die samen een voorafspiegeling vormden van de standaarduitrusting van de moderne staat. Sinds de jaren 1980 is het besef gegroeid dat een dergelijke benadering te eenzijdig is en geenszins kan volstaan om het vroegmoderne besluitvormingsproces in al zijn complexiteit te ontraadselen, laat staan er definitieve conclusies aan te onttrekken over de aard en de werking van het beleid. Vanuit die gedachte verschuift de geschiedkundige focus hoe langer hoe meer naar een alternatieve, meer cultureel georiënteerde invulling van het concept ‘politiek’. De studie van deze ‘politieke cultuur’ richt zich op het geheel aan waarden, ideeën en reflexen dat bewust of onbewust het politieke handelen bepaalt. Aan de hand van specifieke casussen zal deze cursus een overzicht bieden van de politieke cultuur van het Ancien Régime. Studenten maken kennis met het rituele karakter van vroegmoderne politieke processen, de culturele componenten van de diplomatie en de functie van vertoon en beeldende kunsten bij het uitoefenen van de macht. Concreet behandelen we thema’s als de werking van het vorstelijk hof en de hofhouding; de politieke rol van de aristocratie en de elites; de wisselwerking tussen formele en informele machtskanalen; de invloed van patronage en cliëntelisme; de uitwisseling van diplomatieke geschenken en de figuur van de vorstelijke gunsteling.
| 16
Geschiedenis van de politieke cultuur: hedendaagse periode Zowel in het dagelijkse taalgebruik als in de politiek-wetenschappelijke en politiek-historische literatuur heeft het concept ‘politieke cultuur’ gedurende de voorbije decennia een enorme opgang gemaakt. Hoewel het moeilijk is aan het begrip een heel precieze betekenis toe te kennen spreekt uit de populariteit ervan een groeiend besef dat politiek niet alleen maar als een harde strijd tussen ideologische stellingnamen of tussen conflicterende belangen kan worden beschouwd. Politiek succes en/of falen, zo wordt steeds nadrukkelijker erkend, wordt grotendeels ook verklaard door de wijze van voorkomen, handelen en spreken, kortom, door de vormen van het politieke optreden. Binnen politieke regimes en politieke ‘families’ blijken steeds een aantal min of meer uitgesproken assumpties te bestaan over deze culturele aspecten van de politiek. Om deze assumpties, en om de manieren waarop zij zich in politiek handelen vertalen, is het in dit vak te doen. De klemtoon zal daarbij liggen op de geschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw, maar om continuïteiten en discontinuïteiten te achterhalen zal geregeld worden verwezen naar politieke vormen uit het ancien regime. Het vertrekpunt van deze cursus wordt gevormd door het parlement, de instelling waar volgens de negentiende-eeuwse liberale theorie politiek kon en moest worden bedreven als een rationeel debat tussen beschaafde heren. Er wordt aandacht besteed aan de vele manieren waarop de parlementaire elites vorm trachtten te geven aan dit ideaal én aan de mate waarin het werd geëxporteerd naar de buiten-Europese wereld. Ook de cultuur van het electorale gebeuren, waarin de band tussen de volksvertegenwoordigers en ‘het volk’ werd gearticuleerd, wordt onderzocht. Van daaruit wordt stilgestaan bij de centrale paradox die het ideaal geleidelijk onder druk zou zetten: hoewel het parlement ‘het volk’ heette te vertegenwoordigen, was het rationele debat maar mogelijk indien de reële bevolking op afstand werd gehouden. Geleidelijk aan wordt de focus dan ook verlegd naar de informele politiek die zich naast, en gedeeltelijk ook tegen het parlement ontwikkelde (onder meer in de vorm van collectieve acties, politieke partijen, nationalistische bewegingen, enz.). Ten slotte zal worden gekeken naar de transformaties die de Europese en buiten-Europese parlementaire cultuur onder invloed van deze ontwikkelingen heeft doorgemaakt. Deze cursus vindt aansluiting bij een MA-cursus die aan de Universiteit Leiden rond een soortgelijke thematiek wordt gedoceerd door prof. dr. Henk te Velde. Samen met de studenten die deze cursus volgen zal een bezoek worden gebracht aan het Belgische federale parlement en aan de Nederlandse Staten-Generaal. Een vergelijking tussen de Nederlandse en de Belgische parlementaire cultuur zal het voorwerp vormen van een gezamenlijk studentcolloquium.
17 |
Geschiedenis van welvaart en ongelijkheid voor 1900 Waarom zijn en waren sommige regio’s in de wereld rijk, en andere arm? Dit is een kernvraag van de sociale wetenschappen, de geschiedschrijving op kop. Deze cursus kijkt door een globale bril naar de lange aanloop tot de industrialisatie die vanaf de negentiende eeuw de wereld radicaal veranderde, en de eerste sociale gevolgen van de Industriële Revolutie. We bekijken hoe over de lange termijn economische groei al dan niet leidde tot een verhoging van de menselijke welvaart, maar ook in welke mate sociale, culturele en politieke factoren invloed uitoefenden op de (ongelijke) verdeling van deze welvaart binnen en tussen samenlevingen. De cursus bestaat uit twee onderdelen. Eerst zal aan de hand van interdisciplinaire literatuur uit de sociologie, antropologie en economie worden stilgestaan bij het begrippenpaar welvaart en ongelijkheid. ‘Arm’ en ‘rijk’ zijn immers veel meer dan zuiver economische concepten – denk maar aan ideeën als welzijn, geluk, vertrouwen, enzovoorts, die niet noodzakelijk samengaan met welvaart. Deze brede kijk op welvaart en ongelijkheid wordt vervolgens toegepast op een (beperkt) aantal eigentijdse denkers en schrijvers. Hoe filosofeerde men in de vijftiende eeuw over welvaart en de gepaste verdeling van rijkdom? Hoe concipieerden de Verlichte denkers geluk en een rechtvaardige samenleving en economie? Zorgde de negentiende eeuw op dit gebied voor een radicale breuk? Het tweede deel van de cursus confronteert dit brede theoretische en cultuurhistorische begrijpen van welvaart en ongelijkheid met het ‘harde’ historische onderzoek naar ontwikkelingen in welvaart en levensstandaard – zowel qua reëel inkomen als bijvoorbeeld in zake lichaamslengte of levensverwachting – en sociale en economische ongelijkheden. Zo gaan een diepgaande conceptuele reflectie hand in hand met inzicht in de fascinerende ‘feitelijke’ geschiedenis van welvaart en ongelijkheid. Hoewel deze cursus in principe de volledige wereldgeschiedenis voor 1900 behandelt, zal de nadruk voornamelijk liggen op de ‘westerse’ geschiedenis vanaf de late middeleeuwen.
| 18
Studeren in het buitenland De Universiteit Antwerpen neemt actief deel aan de Europese uitwisselingsprogramma’s zoals ERASMUS. Elk jaar studeert een aanzienlijk grote groep studenten één semester aan een buitenlandse universiteit. In het kader van het ERASMUS-programma heeft de Universiteit Antwerpen samen werkingsakkoorden gesloten met heel wat universiteiten in West- en Centraal Europa. Maar de Universiteit Antwerpen kijkt verder dan Europa. Op bilaterale basis (buiten het kader van ERASMUS) werden wereldwijd uitwisselingsprogramma’s uitgewerkt. In het kader van Internationale Ontwikkelingssamenwerking kan je met een beurs een aantal maanden in een ontwikkelingsland studeren. Je studieperiode aan één van de buitenlandse partneruniversiteiten wordt erkend als onderdeel van je studie aan de Universiteit Antwerpen. Meer info op www.ua.ac.be/dis
Onderwijs en examens Master in BaMa In heel Europa werd het BaMa-systeem ingevoerd, na het ondertekenen van het Bologna-akkoord. Alle bestaande opleidingen in het hoger onderwijs werden omgevormd tot academische en professionele bachelor- en masteropleidingen. Meer informatie over het BaMa-systeem vind je op www.ua.ac.be. In Vlaanderen zijn alle masteropleidingen academisch. Elke masteropleiding aan de Universiteit Antwerpen heeft specifieke toelatingsvoorwaarden. In elk geval heb je een professioneel of een academisch bachelordiploma behaald, als je inschrijft voor een masteropleiding. Afhankelijk van het diploma dat je reeds op zak hebt, kan je o fwel rechtstreeks instromen in een masteropleiding, ofwel eerst een schakelprogramma (na een professionele bacheloropleiding) of een voorbereidingsprogramma (na een academische bacheloropleiding) doorlopen. Visueel kunnen we dit als volgt voorstellen: Academische Bachelor Academische Bachelor Professionele Bachelor
➞ ➞
➞
Academische Master
➞ ➞
Voorbereidingsprogramma Schakelprogramma
Academische Master Academische Master
Semestersysteem en examens Dankzij de nieuwe bachelor- en masterstructuur en het flexibiliseringssysteem heb je als student meer keuzemogelijkheden gekregen om je studieprogramma in te vullen. In elke
19 |
faculteit adviseren studietrajectbegeleiders over de samenstelling van je programma en over de aangeboden keuzemogelijkheden. Het is echter belangrijk voldoende vooruitgang te boeken in je studietraject en in een redelijke tijd je diploma te behalen. Daarom heeft de Universiteit Antwerpen een systeem van studievoortgangbewaking en -begeleiding opgezet; de faculteit zal je studieprestaties volgen en kan je bindende voorwaarden opleggen wanneer je niet de helft van de studiepunten van het goedgekeurde studieprogramma van het academiejaar hebt behaald! Het volledige onderwijs- en examenreglement vind je terug op www.ua.ac.be/OER.
Leerkrediet Hoe werkt het leerkrediet? Het leerkrediet werkt eveneens met studiepunten. Elke student krijgt 140 studiepunten bij zijn eerste inschrijving in het Vlaams hoger onderwijs. Voor elk opleidingsonderdeel waarvoor je inschrijft wordt het leerkrediet verminderd met de overeenkomstige studiepunten. Wanneer je slaagt voor dat opleidingsonderdeel, komen die studiepunten er terug bij. De eerste 60 studiepunten die je verwerft, krijg je dubbel terug. Voor wie? Het leerkrediet is van toepassing op alle studenten die zich inschrijvingen met een diplomacontract voor een initiële opleiding (de bachelors en de masters) en voor alle inschrijvingen met een creditcontract. Opleiding afgewerkt? Na het behalen van je bachelordiploma, behoud je je leerkrediet. Als je een masterdiploma behaalt, wordt het startkapitaal van 140 studiepunten van je saldo afgetrokken. Als je studietraject perfect is verlopen, heb je dan nog 60 studiepunten over. Onvoldoende leerkrediet Als je geen of een negatief leerkrediet hebt, mag de instelling voor hoger onderwijs je inschrijving weigeren. Als je onvoldoende studiepunten hebt voor de opleiding of het programma waarvoor je wilt inschrijven, kan de instelling extra studiegeld vragen voor de studiepunten die je tekort komt of je inschrijving beperken tot het aantal studiepunten waarover je nog beschikt. Aan de Universiteit Antwerpen wordt géén verhoogd inschrijvingsgeld gevraagd. Je hebt wel van de betrokken faculteit de toelating tot inschrijven nodig en deze zal in de meeste gevallen je studieprogramma beperken. Het aantal studiepunten dat je opneemt door je inschrijving in opleidingsonderdelen en het aantal studiepunten waarvoor je credits behaalt via de examens is dus belangrijk! | 20
Het is een maatstaf voor studiesucces en studievoortgang en kan gevolgen hebben voor jouw recht op verder studeren en jouw sociaal statuut als student! Daarom is het belangrijk om doordacht te kiezen, je in te zetten voor je studie en ook administratief tijdig met alles in orde te zijn! Meer info: www.ua.ac.be/studiepunten.
Studiebegeleiding Studieadvies en studentenbegeleiding De Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding helpt je vanaf het moment dat je voor het eerst inschrijft tot aan het moment waarop je je diploma ontvangt. Je kan op elke campus terecht bij een studentenbegeleider, na afspraak via het Studenten Informatie Punt (T +32 3 265 48 72). Onze dienst voorziet begeleiding op volgende domeinen: Informatie en advies over studeren in het hoger onderwijs Dit kan handelen over studierichtingen binnen en buiten de Universiteit Antwerpen, maar ook over het leerkrediet, het onderwijs- en examenreglement, enz. Begeleiding bij het maken van je studiekeuze, twijfels over je studierichting Weten wat je wilt, is soms makkelijker gezegd dan gedaan. Samen met een studenten begeleider kan je aan de hand van gesprekken en oefeningen meer zicht krijgen op je persoonlijkheid, capaciteiten, interesses en de studierichtingen die daarbij passen, al dan niet in het kader van heroriëntering. Begeleiding omtrent studievaardigheden, studieplanning en uitstelgedrag Een studentenbegeleider kan je studievaardigheden helpen aanscherpen (hoe verwerk je grote hoeveelheden leerstof, hoe maak je een schema, hoe maak je goede nota’s) en je helpen bij het maken van realistische planningen en oefeningen om je uitstelgedrag tegen te gaan. Psychologische begeleiding en psychotherapie Wanneer je geconfronteerd wordt met persoonlijke problemen die je studies belemmeren (faalangst, rouwverwerking, relatieproblemen, …), kan je terecht bij een studentenbegeleider die samen met jou nagaat welke hulp je het best kan gebruiken. Dit kan gaan over een kortere begeleiding, het volgen van een training, het volgen van een langdurige psychotherapie of een gepaste doorverwijzing. Alles gebeurt steeds op vrijwillige basis.
21 |
Begeleiding van studenten met een functiebeperking, topsport of kunstbeoefening Als student met een functiebeperking (fysische handicap of chronische ziekte, leerprobleem, concentratieprobleem, stoornis binnen het autismespectrum of psychisch probleem ...), sport- of kunstbeoefening kan je bijzondere faciliteiten aanvragen voor onderwijs en/of examens. Hiervoor is een attest vereist. Meer info: www.ua.ac.be/bijzonderefaciliteiten of in de folder ‘Studeren met een functiebeperking, topsport- of kunstbeoefening’. Afstudeerbegeleiding en beroepskeuze Tot slot kan je bij ons terecht voor hulp bij je zoektocht naar jobs passend bij je persoonlijkheid, capaciteiten en interesses, voor informatie over verdere studies na het behalen van een diploma, sollicitatietips, enz. Het aanbod groepsgerichte begeleiding en trainingen wordt elk semester bekend gemaakt via affiches, folders, brochures, op Blackboard en via mail. Kijk ook zeker op www.ua.ac.be/studentenbegeleiding.
Nuttige websites masteropleidingen Op www.ua.ac.be/studiekiezer vind je uitgebreide informatie over alle masteropleidingen die de Universiteit Antwerpen inricht. Je kan vanuit deze URL ook doorklikken naar de website van een faculteit.
toekomstige studenten Infodagen Elk jaar organiseert de Universiteit Antwerpen informatiedagen voor leerlingen van het secundair onderwijs. Deze hebben plaats in maart en april. Naast een algemene en een specifiek studiegerichte infosessie kan je aan de infostanden cursussen inkijken en een aantal brochures verkrijgen. Je krijgt de gelegenheid tot vragen stellen en desgewenst tot een persoonlijk gesprek. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer info op www.ua.ac.be/infodagen. Infomarkt Twijfel je nog over je studiekeuze? Wil je nog graag een bevestiging van je keuze? Dan kan je terecht op de infomarkt in september. Bachelor-, schakel, master- en master-na-masterprogramma’s komen aan bod, alsook “flexibel studeren en avondonderwijs”. Aan de infostanden kan je cursussen inkijken, brochures verkrijgen en bijkomende vragen stellen aan de medewerkers van de opleidingen en studentenbegeleiders. Vooraf inschrijven is niet nodig. Meer info op www.ua.ac.be/infodagen. | 22
Inschrijven Praktische informatie in verband met inschrijvingen vind je op: www.ua.ac.be/inschrijven.
Studentenportaal Op het studentenportaal https://blackboard.ua.ac.be vind je algemene informatie die voor jou als student nuttig kan zijn: de academische kalender, de computer- en netwerkinfrastructuur, blackboard, beschikbare cursussen, financiering, huisvesting, sociale voorzieningen, eten en drinken op de campussen, studentenjobs, studentenclubs, sport, contactpersonen studieloopbaanbegeleiding per faculteit, doctoreren, enz..
Bibliotheek De Universiteit Antwerpen heeft een uitgebreide collectie boeken ter beschikking voor studenten en personeel. Op de Stadscampus bevindt zich een gloednieuwe bibiliotheek voor de humane en sociale wetenschappen. Op de campus Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken zijn de bibliotheken voor de exacte en medische wetenschappen gehuisvest. Meer info op http://lib.ua.ac.be.
Begin academiejaar Het academiejaar 2011-2012 start op maandag 26 september 2011.
wegbeschrijving naar de vier campussen Op www.ua.ac.be/route kan je de wegbeschrijving naar de verschillende campussen terugvinden. De vier campussen zijn campus Drie Eiken, Stadscampus, campus Groenenborger en campus Middelheim.
23 |
Meer info? Faculteit Letteren en Wijsbegeerte Departement Geschiedenis Stadscampus Prinsstraat 13 2000 Antwerpen Contactpersoon Hilde Greefs of Bert De Munck
[email protected] of
[email protected] T +32 3 265 42 80 www.ua.ac.be/geschiedenis Studenten Informatie Punt (STIP) Stadscampus, Gebouw E (Agora), 1ste verdieping Grote Kauwenberg 2 2000 Antwerpen T +32 3 265 48 72
[email protected]
| 24
Leon... De nieuwe Da Vinci.