vmbo
Zorg & Welzijn
najaar 2007
Op weg naar de ultieme doorlopende leerlijn 1
Leerlingen en docenten geven WPS vorm 3
‘Ik zorg er wel voor’ toegespitst op werkpleksimulaties
Eet smakelijk: Pizza! 4
5
WPS is handvat voor samenwerking 7
Op weg naar de ultieme doorlopende leerlijn
Van vmbo door naar mbo 2 3
In het onderwijs lopen diverse projecten om de doorstroming van leerlingen van het vmbo naar het mbo te verbeteren. Door intensieve samenwerking moeten de opleidingen beter op elkaar aansluiten. En dat kan weer leiden tot minder uitval van leerlingen. Twee projectleiders, Barend van de Ven van het Prisma Van Cooth in Breda (vmbo) en Tineke Sijp van het Horizon College (ROC) in Hoorn vertellen ieder over ‘hun project’. “Ons doel? De ultieme doorlopende leerlijn ontwikkelen. In het oude systeem zijn er nog te veel vmbo-leerlingen die de verkeerde vervolgopleiding kiezen. En dat is doodzonde, want zo raken ze makkelijk de weg kwijt.”
‘D
4 6
informatie over (nieuw) lesmateriaal en ontwikkelingen binnen vmbo Zorg & Welzijn
oorgaan waar je gebleven was.’ Dat is het motto van de Flexibele Zorgkolom, de doorlopende leer- en ontwikkelingslijn voor de sector Zorg & Welzijn, die is ontwikkeld door diverse scholen én zorg- en welzijnsinstellingen in de kop van Noord-Holland. Tineke Sijp was als projectleider vanuit het Horizon College in Hoorn nauw betrokken bij het opzetten van de Flexibele Zorgkolom. “De fundering is in 2003 gelegd door zes vmboscholen, roc Horizon College, Hogeschool inholland en diverse zorg- en welzijnsinstellingen in de regio. Er is een doorlopende leer-
en ontwikkelingslijn gekomen voor leerlingen, vanaf de sectorkeuze in het vmbo tot en met het mbo. Achterliggende gedachte was daarbij: laat de confrontatie met de vervolgopleiding niet in het eerste jaar van het mbo plaatsvinden, maar al veel eerder. De uitval is op het mbo het grootst onder leerlingen die op het vmbo de theoretische leerweg of de gemengde leerweg hebben gevolgd. Vaak maken ze de verkeerde keuze, omdat ze een tekort aan ervaring hebben. Die ervaring kunnen ze wel opbouwen. Laat vmbo-leerlingen bijvoorbeeld een sectorwerkstuk maken onder leiding van een mbodocent en opdrachten uitvoeren in lees verder op pagina 2
Op weg naar de ultieme doorlopende leerlijn praktijkinstellingen. Zo ontdekken ze op het vmbo al of het beroep dat ze voor ogen hebben ook echt iets voor ze is.”
Individueel portfolio Een belangrijk hulpmiddel voor leerlingen en docenten is het individuele portfolio. Tineke: “Daarin brengt de leerling de eigen competenties in beeld. In het, inmiddels ook digitale, portfolio zijn de ontwikkelingslijnen en leerlijnen terug te vinden. De ontwikkelingslijnen zijn niet gebonden aan de opleidingsduur, want een leerling ontwikkelt zich voortdurend. Het gaat hierbij om persoonlijke kwaliteiten, zoals flexibiliteit en assertiviteit. Bij de leerlijnen komen de vakspecifieke kwaliteiten aan bod, zoals activiteiten begeleiden.” Om een goede overgang mogelijk te maken, is
Rust creëren Ook het Prisma Van Cooth in Breda werkt sinds dit schooljaar met portfolio’s. Projectleider Barend van de Ven legt uit: “Als een kind affiniteit heeft met een bepaald beroep, moet je daar als school aandacht aan geven. Door de verrichtingen vast te leggen in een portfolio, kan de vmbo-leerling op het mbo aantonen welke competenties hij of zij al bezit. Dat heeft nog een voordeel: de leerling hoeft op het mbo niet nog eens hetzelfde te doen. Met een portfolio in de hand kan iedere leerling eigenlijk op zijn eigen manier het mbo instromen.” Volgens Barend is dát de ultieme doorlopende leerlijn. “In het klassieke onderwijssysteem zijn er nog te veel vmbo-leerlingen die de verkeerde vervolgopleiding kiezen. En dat is doodzonde, want zo raken ze makkelijk de weg kwijt.” Bovendien, zo vult de projectleider aan: “Deze leerlingen hebben al zoveel impulsen te verwerken. Hoe meer rust je kunt creëren in het onderwijssysteem, hoe beter.”
Van basisonderwijs naar vmbo
Barend van de Ven
het volgens Tineke van belang om in samenspraak met praktijkinstellingen en andere scholen een einddoel te bepalen. “Zo creëer je voor leerlingen, docenten en praktijkinstellingen een lijn die makkelijk te kennen en te herkennen is.”
vmbo Zorg & Welzijn
Overigens is Barend van mening dat je daar zo vroeg mogelijk mee moet beginnen. “Daarmee bedoel ik: in het eerste leerjaar van het vmbo. De overgang tussen basisonderwijs en middelbaar onderwijs is in het klassieke systeem groot. Vooral voor vmbo-leerlingen, die gevoelig zijn voor veranderingen. In het basisonderwijs hebben ze over het algemeen één vaste docent en één vast lokaal. Op de middelbare school krijgen ze voor ieder vak een andere docent en moeten ze steeds switchen van lokaal. Dat maakt onrustig. Daar komt nog de overgang van de onderbouw naar de bovenbouw bij, evenals de keuze die ze moeten maken voor een bepaalde sector en,
v.l.n.r. Tineke Sijp, Els Ligthart en Els Meester
in het laatste jaar, de keuze voor een vervolgopleiding. Niet echt een stabiele leeromgeving.”
Specialisten Dat moet anders, besloot Prisma Van Cooth enkele jaren geleden. De vmbo-school ontwikkelde een eigen doorlopende leerlijn. “Daarbij baseren we ons onderwijs wel op de eindtermen van het mbo. Zij bezitten immers de specialistische vakkennis. Wij zijn op onze beurt specialisten in de kennis van leerlingen. Die kennis bouwen we op door vanaf het eerste schooljaar met portfolio’s te werken. Maar ook door intern zoveel mogelijk samenhang in het onderwijs te creëren. Zo werken we in de onderbouw met leerpleinen en kernteams van zes à zeven docenten die vakoverstijgend te werk gaan, omdat ze themagebonden onderwijs geven. De kernteams zijn twee jaar lang aan dezelfde leerlingen verbonden. Vanaf volgend schooljaar is het de bedoeling dat er ook in de bovenbouw gewerkt wordt met kernteams. De leerpleinen zijn daar al wel ingevoerd.”
Kijkje in de keuken
Leerlingen en docenten geven WPS vorm Het Fioretti College in Veghel is bezig met de invoering van WPS. Een invoering die niet van de ene op de andere dag gerealiseerd kan worden en waarbij veel komt kijken. In drie edities van dit magazine nemen wij een kijkje in de keuken bij deze school, om te zien hoe de overgang verloopt en waar de school tijdens het overgangstraject tegen aanloopt. Deel 3: de inrichting.
I
n deel 1 van deze serie vertelde Mark van Knegsel, docent Zorg & Welzijn en onderwijsontwikkelaar van het Fioretti College, over het hoe en waarom van de vergevorderde plannen om het schoolgebouw compleet te verbouwen. In deel 2 was het woord aan Paula Verhagen, facilitair manager van het college en verantwoordelijk voor het bouwproces. Zij ging dieper in op de bouwfase en de bijkomende obstakels. Deze derde en laatste aflevering gaat in op het proces rondom de inrichting van de werkplekken. John Stuijk, sectievoorzitter Zorg en Welzijn, geeft uitleg. Het Fioretti College was acht jaar geleden de eerste middelbare school in de regio Veghel die het experiment met WerkPlekkenSimulatie (WPS) aan durfde te gaan. Toch heeft de school pas in oktober van dit jaar specifieke werkplekken ingericht. “Dat lijkt misschien raar, maar eigenlijk is het een logische stap in de ontwikkelingen. We weten nu, met acht jaar ervaring op zak, precies hoe we de werkplekken ingericht willen zien. Dat we die werkplekken zo hard nodig hebben, onderstreept alleen maar dat we de afgelopen jaren goed bezig zijn geweest.”
Zij ervaren hoe het is om in de praktijk met WPS aan de slag te gaan. Zij weten dus ook als geen ander wat er verbeterd of veranderd zou moeten worden. Leerlingen geven dat duidelijk aan. Met hun opmerkingen in het achterhoofd en daarbij de wensenpakketten van docenten hebben de werkplekken vorm gekregen. De leerlingen moeten straks echt voelen: ik ben nu in een kinderdagverblijf, ziekenhuis, buurthuis, keuken of kapsalon.”
Meerwaarde van WPS Acht jaar WPS heeft volgens John duidelijk de meerwaarde van werkplekken aangetoond. “Het is de ideale setting om grondhoudingen, zoals communicatieve vaardigheden, te toetsen. Leerlingen verlaten de school met meer bagage. De ervaring leert dat WPS de doorstroming naar mbo’s verbeterd. Leerlingen kiezen nu bewuster voor een bepaald beroep. Om een voorbeeld te geven: kraamzorg lijkt in eerste instantie heel aantrekkelijk, ‘want dan mag je toch veel met baby’s werken?’. Maar bij kraamzorg komt ook veel schoonmaakwerk kijken. Dat aspect vinden veel leerlingen een stuk minder interessant. Maar het geeft leerlingen wel een reëel beeld van het vak. Zoiets kan de doorslag geven bij de beroepskeuze.”
Leerlingen uitdagen Leerlingen en schoolbanken; die traditionele combinatie is voorbij, zo zagen ze in bij het Fioretti College. John: “Maar professionele vaardigheden toetsen via rollenspellen? Ook dat is niet spannend genoeg voor leerlingen. Er moet écht iets gebeuren. Laat ze een poppenkastspel ontwikkelen voor basisschoolkinderen, inclusief de uitvoering natuurlijk. Zorg ervoor dat ze vaardigheden als föhnen kunnen oefenen op echte klanten in plaats van op proefkoppen. En laat ze activiteiten opzetten voor medeleerlingen die vanwege lesuitval even niets te doen hebben. Daarmee daag je leerlingen uit.”
Samenwerken met docenten én leerlingen Hoe deze aanpak resulteert in nieuwe werkplekken? John: “Dat is een kwestie van goed samenwerken met docenten én met leerlingen.
John Stuijk
‘De leerlingen moeten straks echt voelen: ik ben nu in een kinderdagverblijf, ziekenhuis, buurthuis, keuken of kapsalon.’ vmbo Zorg & Welzijn
Eet smakelijk:
Pizza!
Het nieuwe schooljaar begint goed met een smakelijke actie van ThiemeMeulenhoff! Het betreft een lesopdracht waarbij educatieve en competitieve elementen aan bod kwamen. De groep leerlingen die het lekkerste recept heeft bedacht voor een pizza maakt kans op een mooie prijs voor de hele klas! De winnaars worden binnenkort bekendgemaakt.
A
lles draait om het meest populaire gerecht uit de Italiaanse keuken: de pizza. De leerlingen hebben in kleine groepjes een pizzarecept bedacht, geïnspireerd door het lesmateriaal en hun eigen fantasie. Vervolgens hebben ze de lekkerste pizza’s zelf gemaakt om die daarna samen te proeven. Van de lekkerste pizza zijn foto’s gemaakt, die naar ThiemeMeulenhoff zijn gestuurd. De jury wacht nu de lastige taak om het beste recept te kiezen uit alle inzendingen. De juryleden bekijken of het recept origineel is en of de combinatie van ingrediënten goed is gekozen. Ook let de jury op het uiterlijk van de pizza en natuurlijk – het belangrijkste! – op de smaak. De winnaar belonen we met een schoolreis voor de hele klas. De reis voert naar Walibi World. Dankzij de topkok kan de hele klas in alle topattracties als de Spaceshot, El Condor en The Flying Dutchman. De uitslag wordt begin december bekendgemaakt op www.thiememeulenhoff.nl/pizza.
vmbo Zorg & Welzijn
Ik zorg er wel voor toegespitst op werkpleksimulaties Twee jaar geleden koos ThiemeMeulenhoff voor een ingrijpende herziening van Ik zorg er wel voor, de Zorg & Welzijnmethode voor het vmbo. Het materiaal werd volledig toegespitst op de nieuwe werkpleksimulaties. Belangrijkste nieuwkomers waren de veertien werkveldmappen en de website met daarop veel ondersteunend materiaal voor docenten en leerlingen. “De aangepaste methode werd positief ontvangen, maar ook kritisch bekeken. Die kritiek hebben we niet naast ons neergelegd. We hebben snel werk gemaakt van een herziening. Die is er inmiddels”, vertelt Els van Eijken, uitgever bij ThiemeMeulenhoff.
“O
m te beginnen hebben we alle werkveldmappen aangepast. Ze zijn inhoudelijk stevig gescreend en verbeterd”, legt Els uit. “Zo bleken de werkveldmappen niet altijd even consistent te zijn. Er was sprake van niveauverschil. Dat is aangepakt, waardoor de mappen nu meer op elkaar aansluiten. Verder is de inhoud beter op elkaar afgestemd, want er waren mappen bij die of te weinig variatie boden, of niet genoeg praktijkopdrachten bevatten. De verhouding praktijk-theorie is meer in evenwicht.” Ook zijn er extra onderdelen aan de methode toegevoegd. Els: “Iedere werkveldmap is aangevuld met suggesties voor vakkenintegratie. Daarbij gaat het om de algemeen vormende vakken, zoals Nederlands, biologie en wiskunde. We hebben extra opdrachtenmateriaal ontwikkeld voor de BBL. In het najaar ontwikkelen we extra stageopdrachten en opdrachten voor vakkenintegratie. Die plaatsen we op de website.”
‘De website is zo laagdrempelig mogelijk gemaakt voor leerlingen.’
beroepsbegeleidende leerweg, de kaderberoepsgerichte leerweg en de gemengde leerweg. Zo is het mogelijk om adaptief te toetsen. Het voordeel van adaptieve toetsen is dat het toetsen op maat zijn. De moeilijkheidsgraad wordt namelijk aangepast aan het niveau van de leerling.”
Website veel aantrekkelijker Ik zorg er wel voor wordt ondersteund door de uitgebreide methodesite www.ikzorgerwelvoor.nl. Op het eerste gezicht valt direct op dat de site een stuk dynamischer is geworden. Els: “De website heeft nu absoluut een meerwaarde. Voor leerlingen hebben we het zo laagdrempelig mogelijk gemaakt. Zij hebben vrij toegang tot de website. Het leerlingendeel bevat extra opdrachten, overzichtelijke werkkaarten, een kernwoordenlijst, hulpkaarten en printbare formulieren. Met behulp van filmpjes, illustraties, foto’s en gesproken uitleg worden kernwoorden, begrippen en werkzaamheden verduidelijkt. Dat kan met name een belangrijk hulpmiddel zijn voor taalzwakke leerlingen.” Voor docenten is de website ook aantrekkelijker geworden. Els: “Zij kunnen er naast extra opdrachten ook lessuggesties vinden. Nog een punt van aandacht is de toetsenbank, die we op twee manieren toegankelijk hebben gemaakt. En laat ik het verrijkingsplein niet vergeten te noemen. Dat is een informatieplein vol met links naar verdiepende sites. Een handig extraatje voor docenten én leerlingen.”
Drie niveaus in materiaal Wintoets Iedere werkveldmap geeft een situatiebeschrijving van een werkveld. Begonnen wordt steeds met een korte inleiding op het werkveld en de beroepen in dat werkveld. Tweede stap is de beroepsoriëntatie door middel van het stellen van verdiepende vragen. Hierna volgt een situatiebeschrijving van de instelling. Daar spelen zich de casussen af. Ieder werkveld biedt zes casussen. Een casus bestaat uit lesactiviteiten voor één lesweek. Els noemt nog een tweede punt waar veel aandacht naar uit is gegaan. “We ontvingen veel feedback op het WinToetsmateriaal. In dit toetsmateriaal waren geen niveaus gedifferentieerd. Inmiddels is WinToets uitgebreid, waarbij we drie niveaus hebben aangebracht: voor de De vernieuwde website van Ik zorg er wel voor
vmbo Zorg & Welzijn
Gea Schulte
‘WPS
is prima handvat voor samenwerking’ Een verpleegkundige geeft een patiënt te drinken. Een kraamhulp geeft een baby een schone luier. Iemand in een rolstoel wordt geholpen met aankleden. En een thuiszorgmedewerker maakt een maaltijd klaar. Dit soort situaties zijn aan de orde van de dag in het Esdal College in Klazienaveen. De school werkt sinds 2005 met werkpleksimulaties (WPS) volgens de methode Ik zorg er wel voor. “Leerlingen leren zich daarmee te verplaatsen in de ander. Wie weet hoe dat werkt, kan uiteindelijk een veel bewustere beroepskeuze maken”, aldus Gea Schulte, WPS-coördinator van het Esdal.
I
k zorg er wel voor is afgestemd op werkpleksimulaties en past prima bij de vmbo-leerling en het vernieuwde vmbo. Voordat deze methode bij het Esdal College in beeld kwam, was de school al drie jaar bezig met zelf ontwikkelde werkpleksimulaties. “In 2002 zijn we, samen met de secties Zorg & Welzijn van de locaties Emmen en Oosterhesselen, gaan nadenken over een meer praktijkgerichte invulling van de opleiding. Daarbij volgden we de richtlijnen van de KPC Groep met het oog op het creëren van een werkplekkenstructuur. We kozen voor een groeiscenario en het stap voor stap toewerken naar de gewenste situatie.” Een jaar later waren er twee werkplekken, kindercentrum en thuiszorg, ingericht in hoeken van een lokaal. “Heel kleinschalig, maar
vmbo vmbo Zorg Zorg & & Welzijn Welzijn
wel praktisch. Het was natuurlijk wennen voor leerlingen én docenten. Leerlingen kregen meer vrijheid en het lesgeven gebeurde niet meer klassikaal. Na deze gewenningsperiode was iedereen enthousiast.”
Twaalf werkplekken In 2004 kwamen er nog vier werkplekken bij: dienstencentrum, buurtcentrum, woon- en zorgcentrum en facilitaire dienst van het ziekenhuis. De ervaringen met de werkpleksimulaties waren zó positief, dat het Esdal College besloot tot een grootscheepse verbouwing met als doel het aantal werkplekken te verdubbelen. “Het moest één grote ruimte worden met twaalf werkpleksimulaties. Er kwamen dus zes bij: gehandicaptenzorg, uiterlijke verzorging, sportcentrum, facilitaire dienst schoonmaak/ gebouwen, gezondheidscentrum en basisschool. Die omvang gaf de doorslag om te gaan werken met een bestaande WPSmethode. Daarvoor hebben we diverse opties afgewogen en uiteindelijk hebben we de leerlingen laten kiezen. Daaruit kwam Ik zorg er wel voor van ThiemeMeulenhoff als de mooiste en meest overzichtelijke. Bovendien, die methode sloot prima aan bij onze werkwijze.”
Soort ‘marktplein’ Voor de werkplekruimte moesten drie lokalen, en dus ook bijvoorbeeld diverse muren, wijken. Ervoor in de plaats kwam een soort ‘marktplein’, waarbij de verschillende werkplekken van
V.l.n.r. Esther, Wesley en Elvira
elkaar zijn gescheiden door halfhoge wanden. Daardoor vertoont het ‘plein’ een gezellige bedrijvigheid. Het betekende voor de docenten wél een enorme omschakeling: “Nu fixeren we ons op alle werkplekken tegelijk en zijn we veel meer bezig met begeleiding en overzicht houden. Door het grote aantal werkplekken moeten we onze aandacht meer verdelen en dat is best lastig. Maar het is voor iedereen wél een uitdaging!”
Derde en vierde klas tegelijk Elke lessencyclus duurt vijf weken. Concreet wordt er per werkplek twaalf uur WPS per week gegeven, in drie blokken van vier uur. De leerlingen werken zowel in de werkplekken van het derde als het vierde jaar. Elke leerling heeft een ‘loopmap’ met een Ik zorg er wel voor-werkveldmap en werkboek. Daarnaast is er het bronnenboek. De leerlingen ervaren hoe verzorging in de praktijk werkt. “Ook al vinden ze het soms moeilijk, de leerlingen spelen telkens een rol. Neem bijvoorbeeld gehandicaptenzorg. Elke les zit een leerling vier uur lang in een rolstoel. Niet alleen om verzorgd te worden, maar ook om zélf te ervaren hoe dat voelt. Het is heel belangrijk, dat de leerlingen zich leren verplaatsen in de ander. Wie weet hoe dat werkt, kan uiteindelijk een veel bewustere beroepskeuze maken.”
Wat vinden Esdal-leerlingen van WPS?
Maron: “Het is een mooie methode. Ik kan zo beter mijn beroepskeuze maken.” Esther: “Vier uur achter elkaar is wel érg lang!” Wesley: “Als teamleider overleg je niet alleen met de docent, maar je kunt leerlingen uit de teams ook ontslaan. Bijvoorbeeld als ze niet goed meewerken.” Elvira: “Ik vind vooral de afwisseling van al die verschillende werkplekken heel leuk.” Olga: “Elke keer beginnen met theorie vind ik wel prettig, dan weet je waar het allemaal over gaat.” Yvette: “Het is ook wel prettig om telkens van groep te veranderen, met andere leerlingen.” Elise: “Die 5 weken gaan echt razendsnel, je merkt het niet eens.” Jessica: “Het is ook erg leuk om met elkaar allerlei dingen te oefenen.” Leffert: “Ik vind het mooi om te koken, zelf een maaltijd te bereiden en hem ook nog zelf op te eten.”
Een uitgebreide versie van dit artikel is te vinden op www.thiememeulenhoff.nl.
vmbo Zorg & Welzijn
7
Kort nieuws
Meer vrijheid in examenprogramma vmbo Zorg & Welzijn Scholen meer vrijheid geven. Dat was de wens van Maria van der Hoeven, voormalig minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) heeft gehoor gegeven aan die wens door klein onderhoud te plegen aan het examenprogramma vmbo Zorg & Welzijn breed. “Het nieuwe examenprogramma is een tegemoetkoming naar de vmbo-scholen. Zij kunnen een groter deel van het examenprogramma naar eigen inzicht invullen. Doel van het aangepaste programma is ook dat het beter aansluit op het beroepsonderwijs in de regio én op de bedrijven in de regio. Bovendien is het nieuwe examenprogramma op maat gemaakt voor leerlingen. Met andere woorden: de belasting voor de leerlingen wordt door middel van het nieuwe systeem beter gehonoreerd”, zo legt Henny Jacobs, senior leerplanontwikkelaar bij SLO, uit.
Het examenprogramma nieuwe stijl wordt voor eenderde deel centraal geëxamineerd. Het overige tweederde deel is vrij voor vmbo-scholen om in te vullen. Het examenprogramma bestaat uit verschillende eenheden, die op hun beurt weer bestaan uit meerdere eindtermen. Voor het schoolexamen gelden de eisen zoals geformuleerd in de eindtermen. “Die eindtermen zijn geglobaliseerd”, vertelt Henny. “Dat betekent dat een eenheid niet langer meerdere eindtermen heeft, maar één, maximaal twee in totaal. Dat is een stuk overzichtelijker.”
SLO heeft een handleiding ontwikkeld, waarin suggesties worden gedaan voor de uitwerking van de stof van de schoolexamens. U kunt de handreikingen vinden op de website van SLO: www.slo.nl.
Colofon Wilt u meer informatie over de uitgaven van ThiemeMeulenhoff? Kijk op onze website of neem contact op met: ThiemeMeulenhoff Postbus 7 7200 AA Zutphen T (0575) 594 894 F (0575) 594 961 E
[email protected] I www.thiememeulenhoff.nl
TM In het onderwijs is een uitgave van
Fotografie Hadewych Veys
ThiemeMeulenhoff en wordt twee keer per jaar verstuurd naar alle vmbo
Drukwerk
Zorg & Welzijn docenten.
ARS Grafische Producties & Communicatie
Met dank aan Redactie
Els van Eijken, Henny Jacobs, Gea Schulte,
Taalent Tekstschrijvers
Tineke Sijp, John Stuijk, Barend van de Ven,
(hoofd- en eindredactie)
leerlingen van het Esdal College
Vormgeving
Redactieadres
Crossings Communications
[email protected]
978 11 112 4437 8 - V2969