Duurzaamheid UitvoeringsProgramma 2014
Een duurzamer Zuidhorn
Gemeente Zuidhorn Zuidhorn, april 2014
1
Inhoudsopgave Inleiding............................................................................................................................................................ 3 1. Lokale economie ................................................................................................................................. 4 2. Duurzaamheid onder inwoners ........................................................................................................... 6 2.1 Huurwoningen ............................................................................................................................... 6 2.2 Koopwoningen.................................................................................................................................... 6 2.3 Voorzieningen .................................................................................................................................... 7 3. Ruimtelijke ontwikkelingen ................................................................................................................. 9 4. Duurzame gemeentelijke organisatie................................................................................................. 10 4.1 Wegenonderhoud en civiele werken ................................................................................................. 10 4.2 Maatschappelijk vastgoed................................................................................................................. 10 4.3 Duurzaam inkopen............................................................................................................................ 10 4.4 Afval ................................................................................................................................................. 11 4.5 Bodem .............................................................................................................................................. 12 4.6 Water ............................................................................................................................................... 12 4.7 Geluid............................................................................................................................................... 14 4.8 Licht ................................................................................................................................................. 14 4.9 Vergunningen, toezicht en handhaving ............................................................................................. 15 4.10 Groene energie ............................................................................................................................... 15 4.11 Communicatie ................................................................................................................................ 16 5. Financiën .......................................................................................................................................... 17
2
Inleiding In 2014 werken we voor het eerste jaar met het Duurzaamheidsbeleid. Hierin hebben wij voor verschillende doelgroepen concrete en reële doelen gesteld. Met dit Duurzaamheid UitvoeringsProgramma (DUP) voor het jaar 2014 zijn plannen gemaakt die het behalen van deze doelen dichterbij brengen. Hiermee voldoen wij tevens aan de wettelijke verplichting om op het gebied van milieu jaarlijks een uitvoeringsprogramma op te stellen. Het merendeel van de plannen in dit uitvoeringsprogramma, wordt meegenomen in de reguliere werkzaamheden. De plannen die omvangrijker zijn, worden in 2014 uitgewerkt en in 2015 uitgevoerd. Deze projecten worden echter al wel kort genoemd in dit uitvoeringsprogramma 2014. In het DUP 2014 is dezelfde structuur aangehouden als in het Duurzaamheidbeleid. Dit houdt in dat het DUP 2014 in de volgende kopjes is onderverdeeld: lokale economie, duurzaamheid onder inwoners, ruimtelijke ontwikkeling en gemeentelijke organisatie. Bij elk project hebben we de volgende vragen gesteld: wat het is? Wat gaan we in 2014 uitvoeren? Wat hebben we nodig? Wat zijn de te verwachten resultaten? En op welke manier kunnen we deze resultaten meten? Hierbij moet worden opgemerkt dat het meetbaar maken van resultaten tijd kost. We blijven uiteraard ambitieus, maar met beperkte tijd en middelen moeten we de afweging maken tussen het uitvoeren van projecten en het meten van deze resultaten. Aan het einde van 2014 wordt dit uitvoeringsprogramma geëvalueerd en presenteren wij u het uitvoeringsprogramma voor 2015.
3
1. Lokale economie Ondernemers en energiebesparende maatregelen Wat is het?: Lokale ondernemers spelen een grote rol in aspecten van duurzaamheid, zoals het scheiden van afval, zuinig omgaan met grondstoffen, schoon houden van water en bodem, zuinig zijn met watergebruik en voorkomen van hinder (geluid, licht, stof, luchtverontreiniging, geur) voor de inwoners. Bovendien is een deel van de ondernemers bedrijfsmatig betrokken bij duurzaamheid, bijvoorbeeld als leverancier van zonnepanelen of als ondernemer in de bouwkolom. We willen weten van ondernemers waar zij actief mee zijn op gebied van energiebesparing, afvalscheiding en afval als grondstof, Cradle2Cradle, hergebruik, rijden op groene brandstoffen, inzet van mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt, leerwerktrajecten, meer aandacht voor groen en natuur rondom het bedrijf, etc. We gaan tijdens een vergadering van de Ondernemersvereniging Zuidhorn een presentatie geven over duurzaam ondernemen, met onder andere tips over algemene maatregelen die ondernemers kunnen treffen om energie te besparen. Een bijeenkomt van een ondernemersvereniging is een natuurlijk moment om te polsen hoe de ondernemers met energie besparen bezig zijn en waar zij behoefte aan hebben. Hebben zij bijvoorbeeld interesse in een jaarlijkse uitreiking van een prijs voor de ‘duurzaamste ondernemer’ door het College van B&W? Ondernemers kunnen met de gemeente en met elkaar in gesprek over energie besparen en maatschappelijk verantwoord ondernemen. We vragen ondernemers die al veel doen op gebied van duurzaam ondernemen om hun collega’s hierover te informeren. Wij kunnen als gemeente ook ondersteuning bieden aan ondernemers die duurzamer willen ondernemen en hier hulp bij nodig hebben. Het doel is om jaarlijks ten minste twee ondernemers te ondersteunen in het zetten van stappen naar een meer duurzame bedrijfsvoering. Actiepunten 2014: Leren doe je van elkaar en met elkaar en spreken over onderwerpen kan leiden tot synergie. Daarom willen we ondernemers met elkaar en met ons in gesprek brengen. Doel daarvan is een beeld te krijgen van wat zij doen op het gebied van duurzaamheid, wat hun ervaringen zijn, zodat we de ontwikkeling van duurzaamheid een extra stimulans kunnen geven. Wat hebben we nodig: Om het gesprek aan te kunnen gaan met ondernemers(verenigingen) over duurzaam ondernemen, is er kennis nodig over dit onderwerp. We moeten inventariseren waar ondernemers behoefte aan hebben. Vanuit de behoeften van de ondernemers bepalen we vervolgens of we of we dit mee kunnen nemen in reguliere werkzaamheden of dat we deze projecten uitvoeriger zullen beschrijven in het DUP 2015. Te verwachten resultaten: Door deze activiteiten krijgen wij een beeld van wat er leeft onder onze ondernemers om zo te kunnen inspelen op hun behoeften. Meer lokale ondernemers gaan hun bedrijfsvoering verduurzamen. Hoe gaan we de resultaten meten?: Door in gesprek te blijven met onze lokale ondernemers kunnen wij monitoren of zij meer duurzaam zijn gaan ondernemen. CO2reductie in de agrarische sector Wat is het?: De agrarische sector is verantwoordelijk voor 45% van de CO2uitstoot binnen de gemeente. Zowel voor de gemeente als voor de agrariërs zelf is CO2reductie een belangrijk thema. Als gemeente gaan wij met onze agrariërs in gesprek over wat zij nu doen rondom duurzaamheid en CO2reductie en wat zij in de toekomst meer en beter kunnen doen. Goede voorbeelden die al te vinden zijn in de gemeente willen we meer laten zien. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we in gesprek met agrarische verenigingen om te onderzoeken waar agrariërs behoefte aan hebben om samen met de gemeente aan te werken op het gebied van duurzaamheid en CO2reductie. Er wordt onderzocht of dit in samenwerking met de andere Westerkwartier gemeenten kan. We gaan LTO Noord vragen om ons te informeren over hun aanpak en ambities waar het gaat om CO2reductie in de agrarische sector en of wij hierin
4
kunnen samenwerken met LTO Noord. We willen gezamenlijk tot een plan van aanpak komen om komende jaren de CO2uitstoot in de agrarische sector te verminderen. Hierbij is het van belang om goede voorbeelden in de gemeente te laten zien. Op die manier kunnen agrariërs onderling ervaringen uitwisselen. Wat hebben we nodig: Ook bij het in gesprek gaan met agrariërs over duurzaamheid maken we gebruik van regulieren overleggen en bijeenkomsten. Een voorbeeld is het jaarlijks bezoek van LTO aan het College. Tijdens dit bezoek kunnen wij ons laten informeren door LTO over hun aanpak en ambities omtrent CO2reductie. In 2014 gaan we onderzoeken waar wij onze agrariërs kunnen ondersteunen. Indien hier werk uit voort komt dat niet in de reguliere werkzaamheden kan worden meegenomen, zullen we dit meer uitvoerig beschrijven in het DUP 2015. Te verwachten resultaten: We krijgen door deze activiteiten een beeld van wat er leeft onder onze agrariërs om zo te kunnen inspelen op hun behoeften. We willen gezamenlijk een plan van aanpak opstellen om tot CO2 reductie te komen. Hoe gaan we de resultaten meten?: Door in gesprek te blijven met agrariërs kunnen wij monitoren hoe zij met CO2reductie bezig zijn en of er stappen worden gezet. Een plan van aanpak zal een kort document worden. Vergunningen ondernemers Wat is het?: Indien een ondernemer een vergunning aanvraagt waarbij milieuaspecten een rol spelen, volgt er een gesprek waarin we aandacht besteden aan energiebesparing en overige verduurzaming door de ondernemer. Dit wordt uitgevoerd door de ODG. Actiepunten 2014: In 2014 organiseren we dat tijdens deze gesprekken het onderwerp duurzaamheid aan bod komt. Welke informatie kunnen en willen wij meegeven tijdens deze gesprekken? Wat hebben we nodig?: Om het gesprek aan te kunnen gaan over duurzaamheid is de juiste informatie nodig bij de medewerkers van de ODG die de vergunningen verlenen. Te verwachten resultaten: Via deze gesprekken willen we ondernemers informeren over duurzaamheid, energie besparen en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoe gaan we de resultaten meten?: Eind 2014 hebben we helder op welke manier duurzaamheid aan bod komt in een gesprek over vergunningen. Er wordt bijgehouden hoeveel gesprekken met ondernemers er zijn geweest waarin het onderwerp duurzaamheid is besproken. Dit zullen wij vermelden in de evaluatie van het DUP 2014.
5
2. Duurzaamheid onder inwoners 2.1 Huurwoningen In 2014 wordt de nieuwe woonvisie voorbereid. Na vaststelling zullen in 2015 nieuwe prestatieafspraken worden gemaakt met Wold & Waard. 2.2 Koopwoningen Slim Wonen Westerkwartier Wat is het?: Slim Wonen Westerkwartier is een gezamenlijk project van de gemeenten Grootegast, Leek, Marum en Zuidhorn. Het doel van Slim Wonen is inwoners te informeren over energie besparen en ze zo te stimuleren om energiebesparende maatregelen te treffen aan hun woning. De doelstelling van Slim Wonen Westerkwartier is dat er jaarlijks 159 particuliere woningen in het Westerkwartier met ten minste twee energielabelstappen verbeteren worden door energiebesparing en/of het opwekken van energie. Omgerekend naar de gemeente Zuidhorn gaat het om 49 woningen per jaar. Actiepunten 2014: In 2014 zetten we Slim Wonen Westerkwartier voort. We verstrekken informatie aan onze inwoners door middel van de website en folders. Om onze inwoners een goed voorbeeld te geven van welke energiebesparende maatregelen mogelijk zijn, organiseren we een ‘open huis’ in de modelwoning van de familie Beens. Tijdens dit ‘open huis’ is er gelegenheid voor onze ondernemers om zich te presenteren en aan onze inwoners te laten zien welke energiebesparende maatregelen zij aanbieden. Wat hebben we nodig: Slim Wonen Westerkwartier wordt uitgevoerd aan de hand van het projectplan uit 2012. Te verwachten resultaat: We verwachten dat door Slim Wonen Westerkwartier 49 woningeigenaren per jaar energiebesparende maatregelen laten uitvoeren door ondernemers uit de gemeente, waardoor de woning met ten minste twee energielabelstappen wordt verbeterd. Hoe gaan we de resultaten meten?: Via de klimaatmonitor van het ministerie van Infrastructuur en Milieu hebben wij zicht op de afgemelde energielabels. Omdat dit veelal om huurwoningen gaat, staat in de klimaatmonitor ook een inschatting van de labels op basis van het type woning. Mede op basis van de informatie uit de klimaatmonitor gaan wij het project Slim Wonen Westerkwartier in 2016 evalueren. Buurkracht Wat is het? Buurkracht is een initiatief van Enexis Holding N.V. en richt zich op collectieve inkoop van energiebesparende maatregelen. Hiervoor hebben zij een traject ontwikkeld met vijf stappen: De eerste stap is het vinden van buurtbewoners die het initiatief willen nemen in hun wijk. Stap twee is het laten uitvoeren van een buurtschouw. Er worden enkele woningen geselecteerd om te onderzoeken welke energiebesparende maatregelen mogelijk zijn in de wijk. Stap drie is een buurtbijeenkomst. Welke maatregelen kunnen genomen worden, wat zijn hiervan de voor en nadelen, wat gaat dat ongeveer kosten en wat kunnen de opbrengsten zijn? De vierde stap is het daadwerkelijk opvragen van de offertes. Buurkracht helpt met het beoordelen van de offertes. Na het kiezen van een collectieve offerte, wordt door de ondernemer de individuele offertes opgemaakt en op basis daarvan maakt de huiseigenaar de beslissing om de maatregel te laten uitvoeren. De laatste stap is besparen. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we inwoners werven die initiatiefnemer willen zijn in hun buurt. Dit doen we in samenwerking met Buurkracht. Indien we een enthousiaste buurt vinden, zullen deze buurtbewoners het hele proces van Buurkracht doorlopen. De doorlooptijd van de vijf stappen verschilt per wijk, het kan in een paar maanden tot ongeveer een half jaar. Wat hebben we nodig? Om Buurkracht in de gemeente te kunnen uitvoeren, zijn er inwoners nodig die het initiatief willen nemen in hun wijk. Een coördinator van Buurkracht begeleid het hele proces. Als gemeente helpen wij met het werven van buurten en promoten we collectieve energiebesparing via Buurkracht. Te verwachten resultaat: We verwachten een buurt te vinden binnen de gemeente die een Buurkracht buurt willen worden en collectief energiebesparende maatregelen aan hun woningen laten uitvoeren. Hoe gaan we de resultaten meten?: Als gemeente volgen we de activiteiten van Buurkracht. Op deze manier
6
hebben wij zicht op de uitgevoerde maatregelen en het aantal woningen dat mee doet. Dit wordt vermeld in de evaluatie van het DUP 2014. Duurzaamheidslening provincie Groningen Wat is het?: Huiseigenaren in NoordNederland kunnen voor energiebesparende maatregelen een duurzaamheidslening aanvragen bij de provincies Groningen, Fryslân of Drenthe. Door deze duurzaamheidslening te voorzien van een aantrekkelijk rentevoordeel willen de drie noordelijke provincies inwoners helpen energie te besparen in hun woning. Dit rentevoordeel (maximaal 2,4 procent) is vastgelegd in de Interestsubsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw particulieren 20132015, kortweg IEBB. Inwoners die een lening toegezegd krijgen, ontvangen subsidie op het maatwerkadvies dat moet worden uitgevoerd om de lening aan te vragen. Huiseigenaren kunnen een duurzaamheidslening van maximaal €15 000 afsluiten. De provincies samen stellen hiervoor bijna €2 000 000 beschikbaar. De lening kan tot 1 september 2014 worden aangevraagd bij het Samenwerkingsverband NoordNederland (SNN). Actiepunten 2014: Via de website van de gemeente Zuidhorn en via de website en de nieuwsbrief van Slim Wonen Westerkwartier informeren wij onze inwoners over de mogelijkheden van de duurzaamheidslening van de provincie Groningen. Wat hebben we nodig: Dit wordt meegenomen in de reguliere werkzaamheden. Te verwachten resultaat: We verwachten door onze inwoners te informeren, dat zij gebruik maken van de duurzaamheidslening om energiebesparende maatregelen toe te passen in hun woning. Hoe gaan we de resultaten meten?: Door goed contact met de provincie Groningen kunnen we monitoren hoeveel leningen er in de hele provincie zijn verstrekt. Indien we willen weten hoeveel leningen in de gemeente Zuidhorn zijn verstrekt, kunnen we een eenvoudige enquête houden onder onze inwoners waarin we hier naar vragen. 2.3 Voorzieningen Lespakket duurzame energie Wat is het? Samen met de Stichting voor Natuur, Duurzaamheids en Cultuureducatie (NDCE) en basisscholen in de gemeente willen we een lespakket ontwikkelen over duurzame energie. Indien mogelijk doen we dit samen met de drie andere Westerkwartier gemeenten. Actiepunten 2014: Het NDCE biedt al verschillende lespakketten aan voor basisschoolleerlingen. We gaan in 2014 onderzoeken of het NDCE een nieuw lespakket over duurzame energie moet ontwikkelen, of dat dit aansluit bij een al bestaand lespakket. Tevens gaan we contacten leggen met de basisscholen in het Westerkwartier om te vragen of zij behoefte hebben aan een dergelijk lespakket en of zij willen meewerken aan het ontwikkelen ervan. Wat hebben we nodig: Nadat de behoeften en mogelijkheden in beeld zijn gebracht, wordt bepaald of dit kan worden meegenomen in de reguliere werkzaamheden of dat er een projectplan voor wordt ontwikkeld. Te verwachten resultaat: Eind 2014 weten we op welke manier een lespakket over duurzame energie wordt ontwikkeld. Dit lespakket willen we aanbieden aan alle basisscholen en het doel is dat dit op ten minste drie basisscholen gebruikt gaat worden. Hoe gaan we de resultaten meten?: Het doel is gehaald wanneer er een lespakket bestaat over duurzame energie en wanneer dit op basisscholen wordt gebruikt. Dit is een meetbaar doel. Welzijnsverenigingen Wat is het?: We willen dat de subsidieverlening voor huisvesting van een welzijnsvereniging wordt gekoppeld aan een te leveren energieprestatie, naast de reguliere tegenprestaties. Tevens gaan we bij bouw of verbouw van een gebouw van een welzijnsvereniging, sportvereniging of school als gemeente het initiatief nemen om een duurzaamheidslag te bespreken. Actiepunten 2014: Wanneer we het subsidiebeleid gaan herijken gaan we inventariseren hoe de subsidieverlening voor huisvesting van een welzijnsvereniging momenteel is georganiseerd. Deze herijking staat gepland voor eind 2014 of begin 2015. Hierna gaan we onderzoeken welke mogelijkheden we hebben om een energieprestatie te koppelen aan de subsidieverlening. Ook wat betreft de (ver)bouw van een gebouw van een welzijnsvereniging, sportvereniging of school zullen we moeten onderzoeken welke mogelijkheden wij als gemeente hebben om een duurzaamheidslag aan te kaarten. Er zijn verschillende varianten waarbij een
7
welzijnvereniging een eigen gebouw heeft, een gebouw huurt of waarbij bijvoorbeeld een school verantwoordelijk is voor de binnenkant van het gebouw en wij als gemeente voor de buitenkant. Wat hebben we nodig?: Nadat de huidige situatie is geïnventariseerd en is onderzocht welke mogelijkheden er zijn, zal worden bepaald welke stappen kunnen worden genomen. Te verwachten resultaat: Aan het einde van 2014 of in 2015 verwachten we een duidelijk beeld te hebben van de mogelijkheden op gebied van verduurzaming met welzijnsverenigingen. Hoe gaan we de resultaten meten?: Wanneer we eind 2014 of in 2015 een duidelijk beeld hebben van de mogelijkheden op gebied van verduurzaming met welzijnsverenigingen, dan zullen we vanuit die positie verdere stappen zetten om de subsidieverlening voor huisvesting van een welzijnsvereniging te koppelen aan een te leveren energieprestatie. Dit melden wij in de evaluatie van het DUP. Speeltuinen en ontmoetingsplaatsen Wat is het?: Bij het ontwikkelen en inrichten van speeltuinen en ontmoetingsplaatsen betrekken wij dorpsbelangen en omwonende betrokken. Wanneer inwoners met initiatieven komen op dit gebied, gaan wij als gemeente onderzoeken waar wij ondersteuning kunnen bieden. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we onderzoeken op welke wijze welzijnsdoelen momenteel een rol spelen bij het ontwikkelen van speeltuinen en ontmoetingsplaatsen en waar verbetering nodig is. Wat hebben we nodig?: Dit wordt meegenomen in de reguliere werkzaamheden. Te verwachten resultaten: Indien het zich in 2014 voordoet, gaan we inwoners betrekken bij de ontwikkeling en inrichting van speeltuinen en ontmoetingsplaatsen. Hierdoor kunnen wij ons aanbod beter afstemmen op de vraag van onze inwoners. Tevens hopen we door inwoners te betrekken bij deze ontwikkelingen, er initiatieven van inwoners komen. Hoe gaan we de resultaten meten?: We houden bij wanneer we de speeltuinen en ontmoetingsplaatsen inrichten in 2014 en op welke manier we de omwonenden hebben betrokken.
8
3. Ruimtelijke ontwikkelingen Stedenbouwkundig plan nieuwbouwlocatie Wat is het?: Bij nieuwe ruimtelijke ontwikkeling wordt een stedenbouwkundig plan ontworpen. Dit plan wordt door medewerkers van de afdelingen Ruimtelijke en Welzijn en Openbare Werken besproken. Tijdens deze bespreking worden ook duurzame thema’s meegenomen. Op deze manier kan er een integrale afweging worden gemaakt tussen alle relevante thema’s. Vanuit duurzaamheid worden de volgende zaken afgewogen bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen: � bij elke ruimtelijke ontwikkeling hebben we aandacht voor zongericht verkavelen; � bij nieuwbouwlocaties wordt waar mogelijk een gescheiden rioolstelsel aangelegd. Het hemelwater wordt dan gescheiden van het vuilwaterriool afgevoerd; � Bij ruimtelijke ontwikkelingen hebben we ruim aandacht voor een aantrekkelijke, karakteristieke en kwalitatief goed te onderhouden groenstructuur en kiezen we waar mogelijk voor een groene inrichting die een hoge biodiversiteit oplevert; � waar mogelijk ontwikkelen we nieuwbouwlocaties met een EPL van ten minste 8 en we streven naar woningen met ten minste 25% scherpere EPC dan de geldende norm; � waar mogelijk worden op nieuwbouwlocaties energieneutrale woningen gerealiseerd, ten minste één per locatie; � voor alle nieuwe utiliteitsgebouwen streven we een met 10% verscherpte EPC na. Actiepunten 2014: In 2014 gaat duurzaamheid een ingebed onderwerp worden bij het bespreken van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Wat hebben we nodig?: Om dit te bereiken is een integrale aanpak nodig. Te verwachten resultaten: We verwachten dat door het meenemen van duurzaamheid bij het bespreken van ruimtelijke ontwikkelingen, dit thema vanaf het begin van een project een gelijkwaardige plaats krijgt naast andere thema’s. Hoe gaan we de resultaten meten?: We houden bij, bij welke nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen er is gesproken over duurzaamheid. Samenwerking projectontwikkelaars Wat is het?: Bij de start van een project gaan we met ontwikkelaars het gesprek aan over de kansen voor duurzaamheid, vooral voor het investeren in de schil van gebouwen. Tevens gaan we met de projectontwikkelaar specifiek aandacht besteden aan de communicatie over de duurzaamheid van de ontwikkeling. Actiepunten 2014: Indien er projecten worden uitgevoerd in samenwerking met een ontwikkelaar, worden bovenstaande punten besproken in gesprek met de projectontwikkelaar. Wat hebben we nodig?: Deze onderwerpen worden meegenomen tijdens reguliere gesprekken. Te verwachten resultaat: We verwachten dat projectontwikkelaars meer aandacht besteden aan duurzaamheid en dat dit wordt gecommuniceerd naar de inwoners van de gemeente Zuidhorn. Hoe gaan we de resultaten meten?: In de evaluatie van het DUP 2014 zullen we vermelden welke ruimtelijke ontwikkelingen hebben plaatsgevonden en op welke manier met de projectontwikkelaars is gesproken over duurzaamheid.
9
4. Duurzame gemeentelijke organisatie 4.1 Wegenonderhoud en civiele werken Wat is het?: Verduurzamen van het wegennet in gemeente Zuidhorn. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we onderzoeken doen naar en ons oriënteren op gebruik van nieuwe, minder milieubelastende, beheermethoden. Hierbij hebben wij aandacht voor de juiste vorm en van beheer op het juiste tijdstip en het in het juiste jaargetijde. Wat hebben we nodig? Wordt meegenomen in het reguliere werk, wat wel kan betekenen dat er minder ander regulier werk gedaan wordt. Te verwachten resultaten: We verwachten aan het einde van 2014 zicht te hebben op de mogelijkheden van minder milieubelastende methoden en bepalen we of wij van die methoden gebruik gaan maken. Hoe gaan we de resultaten meten?: We maken de onderzoeken die we doen kenbaar. In de evaluatie van het DUP 2014 noemen we of we een nieuwe methode gaan toepassen en eventueel waar we die gaan toepassen. 4.2 Maatschappelijk vastgoed MJOP Wat is het?: De komende jaren gaan we een structurele en grootschalige aanpak opzetten om van ambities naar uitvoering te komen voor de verduurzaming van het vastgoed. Hiervoor wordt in 2014 het MeerJarenOnderhoudsPlan (MJOP) voor het maatschappelijk vastgoed verduurzaamd. Actiepunten 2014: Voor het verduurzamen van het MJOP zijn een aantal randvoorwaarden opgesteld. Zo moet er onder andere gedacht worden vanuit Total Cost of Ownership. Tevens moet er worden gerekend met realistische terugverdientijden en stijgende energieprijzen en er moet worden samengewerkt binnen diensten. Tot slot vraagt het verduurzamen van het MJOP om de beschikbaarheid van expertise en middelen. Wat hebben we nodig?: Om het MJOP te kunnen verduurzamen is het nodig om van tevoren te inventariseren en organiseren. We moeten bijvoorbeeld energiedata bemeten, monitoren en analyseren, we moeten alle huur en subsidiecontracten in beeld hebben en we moeten huren en subsidies ontvlechten. Tevens moeten de ambities worden bepaald en moeten gebouwen worden geselecteerd die in aanmerking komen voor verduurzaming. Te verwachten resultaat: Eind 2014 hebben we een verduurzaamd MJOP. Hoe gaan we de resultaten meten?: Het MJOP is het eindresultaat, hieruit kunnen we afleiden in hoeverre het verduurzaamd is. Groot onderhoud sportzaal Noordhorn Wat is het?: In 2014 wordt groot onderhoud gepleegd aan de sportzaal in Noordhorn. Dit is een natuurlijk moment om de optimalisatie van de energiehuishouding hierin mee te nemen. Actiepunten 2014: in 2014 wordt het plan voor het onderhoud ontwikkeld. Wat hebben we nodig?: Het is nog niet bekend wat de benodigde middelen zullen zijn. Te verwachten resultaat: We verwachten dat de sportzaal in Noordhorn minder energie verbruikt dan momenteel het geval is. Hoe gaan we de resultaten meten?: Door het vergelijken van jaarafrekeningen van gas en elektra kan geconcludeerd worden of er na de verbouwing minder gas en elektra wordt verbruikt. 4.3 Duurzaam inkopen Wat is het?: Bij duurzaam inkopen moet onder andere worden gedacht aan het lokaal inkopen van streekproducten. Dit scheelt transport en daarmee uitstoot van schadelijke stoffen Tevens stimuleren we hiermee onze lokale ondernemers. Samen met het inkoopbureau en de andere drie Westerkwartier gemeenten gaan we in 2014 onderzoeken hoe we gezamenlijk duurzaam gaan inkopen. PIANOo (Expertisecentrum Aanbesteden) heeft een lijst met criteria opgesteld voor duurzaam inkopen en wij willen voor 100% duurzaam inkopen volgens deze criteria. We gaan in 2014 onderzoeken of de criteria van PIANOo moeten worden uitgebreid met eigen duurzaamheidscriteria voor aanbestedingen en inkooptrajecten. Indien
10
we eigen duurzaamheidscriteria willen toevoegen aan die van PIANOo, dan zijn deze criteria uiterlijk in Q1 van 2015 beschikbaar. Actiepunten 2014: In 2014 onderzoeken we hoe we gezamenlijk in het Westerkwartier duurzaam kunnen inkopen en of PIANOo moet worden uitgebreid met eigen duurzaamheidcriteria. Wat hebben we nodig?: Voor het onderzoek naar PIANOo en duurzaam inkopen wordt samenwerking gezocht met het Inkoopbureau. Te verwachten resultaat: Eind 2014 weten we op welke manier we gezamenlijk in het Westerkwartier duurzaam kunnen inkopen en of de criteria van PIANOo moeten worden aangescherpt. Daarnaast hebben we inzicht in de effecten van duurzaam inkopen op de bedrijfsvoering en de beschikbare budgetten. Hoe gaan we de resultaten meten?: We houden bij op welke manier we duurzaam inkopen en aan welke criteria we voldoen. Dit zullen we vermelden in de evaluatie van het DUP 2014. 4.4 Afval Milieuzak Wat is het?: Sinds 1 maart 2014 mogen lege sap, zuivel en drankpakken in de milieuzak en mee worden gegeven aan de milieuboer. Dit is beter voor het milieu, de portemonnee van onze inwoners en de machines die het afval verwerken. Actiepunten 2014: In 2014 zullen we dit via de website van de gemeente herhaaldelijk communiceren. Te verwachten resultaat: We verwachten dat meer mensen hun lege sap, zuivel en drankpakken in de milieuzak deponeren. Hoe gaan we de resultaten meten: Bij deze campagne gaat het om bewustwording en gedragsverandering bij onze inwoners. Dit is bijvoorbeeld niet te meten in CO2reductie. Wel wordt het afval uit de milieuzak gewogen en de afgelopen jaren zat hier een stijgende lijn in. Deze stijgende lijn willen we voortzetten. In de evaluatie van het DUP 2014 zullen we vermelden hoe deze campagne is ervaren. Afvalopruimactie Wat is het?: Afgelopen jaren is het onderwerp bewustwording en scholing vaak besproken als het gaat om (zwerf)afval. Veelal bleef het bij bespreken van het onderwerp. Dit jaar worden de handen uit de mouwen gestoken. Actiepunten 2014: Een grootscheepse afvalopruimactie wordt uitgevoerd in de Westerkwartier gemeenten. Wat hebben we nodig?: Het NDCE verzorgt de coördinatie van deze grote actie. Ruim 3000 leerlingen doen mee. Na de actie is er een lespakket zodat er op de deelnemende scholen bewust wordt nagedacht over afval en specifiek over zwerfafval. Te verwachten resultaat: Een grote stap in de bewustwording omtrent afval bij de opgroeiende generatie. Hoe gaan we de resultaten meten?: Bewustwording kunnen we meten aan de hand van de hoeveelheid zwerfafval dat we zien liggen in de gemeente Zuidhorn. Dit moet afnemen. Plastic afval vermarkten Wat is het?: In 2015 moet gemeente Zuidhorn haar plastic afval zelf vermarkten. Actiepunten 2014: Onderzoeken van de voor gemeente Zuidhorn juiste manier van vermarkten van plastic afval, wellicht in Westerkwartier verband. Wat hebben we nodig?: Dit wordt meegenomen in het reguliere werk. Te verwachten resultaat: We verwachten eind 2014 een gezamenlijke regeling te hebben ontwikkeld, welke kostenbewust en milieubewust zorgt voor een juiste verwerking van plastic afval. Hoe gaan we de resultaten meten?: Inschrijvende bedrijven zullen we toetsen aan vooraf gestelde criteria. Groeninzameling Wat is het?: Onze inwoners kunnen hun groenafval deponeren in hun groene container. Ook kunnen ze dit zelf composteren in een compostvat, welke ze kunnen bestellen en afhalen bij gemeente Zuidhorn. Als gemeentelijke organisatie hebben we zelf ook groenafval (gezaagde bomen en struiken, maar denk ook aan gras afkomstig van sportvelden). Naast groenafval van de gemeente kunnen particulieren ook groenafval
11
inbrengen. Dit is tot op heden kosteloos voor onze inwoners, de kosten van verwerking van het groen, dus ook het groen wat particulieren brengen, worden doorberekend via de afvalstoffenheffing. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we onderzoeken of we samen met andere Westerkwartier gemeenten een beter en eerlijker systeem kunnen voortbrengen omtrent groenafval van particulieren. Een onderdeel van het onderzoek zal een kostenbaten analyse zijn. Wat hebben we nodig?: Dit wordt meegnomen in het reguliere werk, wat echter wel kan betekenen dat er minder ander werk gedaan kan worden. Te verwachten resultaat: We verwachten eind 2014 een keuze te hebben gemaakt in een systeem omtrent de kosten van het verwerken van groenafval van particulieren. Dit systeem kan in 2015 worden geëffectueerd. Hoe gaan we de resultaten meten?: In de evaluatie van het DUP 2014 gaan we toelichten welke keuze we hebben gemaakt in een systeem omtrent groeninzameling. 4.5 Bodem Omgevingsdienst Groningen (ODG) Wat is het? De ODG voert voor meerdere gemeenten in de provincie Groningen milieutaken uit. De ODG voert voor gemeente Zuidhorn de VTH (vergunningverlening, toezicht en handhaving) taken uit op het gebied van bodem. Actiepunten 2014: In 2013 heeft er een zogenaamde ‘warme overdracht’ van taken plaatsgevonden. In 2014 zullen de werkzaamheden van de OGD continu worden geëvalueerd en waar nodig vinden aanpassingen plaats. Wat hebben we nodig?: Het monitoren van de werkzaamheden van de ODG wordt meegenomen in het reguliere werk. Wat wel kan betekenen dat er minder ander werk gedaan kan worden. Te verwachten resultaat: Een soepel functionerend geheel met expertise geleverd vanuit de ODG. Hoe gaan we de resultaten meten?: We ontvangen een jaarlijkse evaluatie van de ODG, deze gaan wij beoordelen. Bodembeleid Wat is het?: In 2013 heeft gemeente Zuidhorn vastgehouden aan het zelf uitvoeren van bodembeleidstaken. In 2014 belichten we deze taken opnieuw en maken we een keuze voor de lange termijn. Actiepunten 2014: In 2014 maken we een definitieve keuze of bodembeleid door ons wordt uitgevoerd of dat de ODG deze taken ook gaat vervullen. Wat hebben we nodig?: Wordt meegenomen in het reguliere werk. Te verwachten resultaat: Een duidelijke keuze waar ons bodembeleid wordt belegd; bij de ODG of bij de gemeente Zuidhorn. Hoe gaan we de resultaten meten?: In de evaluatie van de DUP 2014 gaan we de keuze voor het één of het ander toelichten. 4.6 Water Waterbesparing Wat is het?: Per persoon gebruiken we gemiddeld 120 liter water per dag. De winning en zuivering van dit water kan schadelijk zijn voor het milieu. Hierom is het van belang om het gebruik van (drink)water terug te dringen. We gaan als gemeente onze inwoners informeren over het belang van waterbesparing en de mogelijkheden om hier zelf aan bij te dragen. We streven ernaar dat het kraanwatergebruik per inwoner niet stijgt. Waterbesparing is ook onderdeel van het vGRP. Actiepunten 2014: Onderzoek doen naar methoden om onze inwoners te enthousiasmeren om zuinig om te gaan met (drink)water. Wellicht kan dit gekoppeld worden aan Slim Wonen Westerkwartier. Wat hebben we nodig?: Dit wordt meegenomen in reguliere werkzaamheden en is onderdeel van het vGRP. Te verwachten resultaat: We verwachten dat we door middel van informatie en bewustwording kunnen stimuleren dat het kraanwatergebruik per inwoner afneemt. Hoe gaan we de resultaten meten?: Indien we willen weten of het kraanwatergebruik per inwoner is gedaald, kunnen we een eenvoudige enquête houden onder onze inwoners waarin we hier naar vragen.
12
Gescheiden rioolstelsel Wat is het? Gescheiden rioolstelsels zorgen er voor dat schoon regenwater niet naar rioolwaterzuiveringinstallaties hoeft. Dit draagt bij aan een efficiënter gebruik van de zuiveringsinstallaties. Actiepunten 2014: In 2014 wordt de riolering op onderstaande plaatsen onder handen genomen: � � �
aanleg van een gescheiden rioolstelsel ter hoogte van Jellemaweg te Zuidhorn (in combinatie met wegrenovatie); aanleg van een gescheiden rioolstelsel ter hoogte van Heirweg te Visvliet (in combinatie met wegrenovatie); relinen delen van riolering in Grijpskerk, Oldehove, Noordhorn en Visvliet.
Wat hebben we nodig?: Deze werkzaamheden vallen onder het reguliere werk. Te verwachten resultaat: Minder onnodig transport van schoon regenwater naar de rioolwaterzuivering. Hoe gaan we de resultaten meten?: Op bovenstaande locaties ligt een gescheiden rioolstelsel. Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (vGRP) Wat is het?: Met het vGRP 20132017 dragen wij zorg voor een viertal punten: � � � �
we voldoen aan de eis van de Wet Milieubeheer met een vastgesteld vGRP; we geven aan hoe we invulling geven aan de zorgplichten met betrekking tot afval regen en grondwater; we geven inzicht in uitvoeringsmaatregelen en de kosten die daarmee gemoeid zijn; we geven aan hoe de kosten, om invulling te geven aan zorgplichten, gedekt worden en wat dit betekent voor het rioolrecht.
Actiepunten 2014: In 2014 voeren we het verbreed Gemeentelijk RioleringPlan uit. Wat hebben we nodig? Wordt meegenomen in het reguliere werk. Te verwachten resultaat: We verwachten door het uitvoeren van het vGRP, zorg te dragen voor bovenstaande punten. Hoe gaan we de resultaten meten?: Op de invoering van het vGRP zullen wij eind 2014 terugblikken en hiervan doen wij verslag in de evaluatie van het DUP 2014. Riolering & duurzaam aanschaffen Wat is het? Wij gaan in 2014 aandacht besteden aan de volgende duurzaamheidfacetten bij rioleringwerkzaamheden: � � � �
het PVC dat wordt toegepast is volledig vervaardigt uit gerecycled PVC; onze pompen en gemalen maken gebruik van groene stroom; relinen van riolering heeft de voorkeur voor traditionele renovatie. Er wordt zonder of met zeer weinig graafwerk nieuwe leidingbekleding in bestaande riolering aangebracht; waar mogelijk wordt bij vervanging van traditionele riolering afgekoppeld. Afkoppelen houdt in dat afvalwater en regenwater van elkaar gescheiden worden afgevoerd. Hierdoor worden pompen en gemalen minder belast.
Actiepunten 2014: Bovenstaande punten naleven. Wat hebben we nodig?: Wordt meegenomen in het reguliere werk. Te verwachten resultaat: Een meer duurzame riolering. Qua materiaalgebruik en qua benodigde energie. Hoe gaan we de resultaten meten?: In de evaluatie van het DUP 2014 zullen we noemen op welke manier de gebruikte materialen zijn getoetst. Tevens zullen we het energiegebruik monitoren.
13
Bufferen van hemelwater Wat is het?: Wij gaan in 2014 aandacht besteden aan het zo lang mogelijk vasthouden, of beter gezegd het bufferen van hemelwater. Waarom willen we hemelwater langer vasthouden? In Nederland is men immers de afgelopen decennia bezig geweest om hemelwater juist zo snel mogelijk af te voeren. Bodemdaling, inklinking, maar ook overstromingsgevaar in de lager gelegen gebieden ligt op de loer. Het versneld water afvoeren brengt juist de gebieden vlakbij een gemaal in gevaar. Bij een gemaal is er altijd een maximum aan te ‘verpompen’ aantal m³ water mogelijk. Komt er meer water bij dan er ‘verpompt’ kan worden dan kunnen er dreigende situaties ontstaan door zeer hoge waterstanden. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we inventariseren of en waar het mogelijk is om hemelwater te bufferen. Wat hebben we nodig? De inventarisatie wordt meegenomen in het reguliere werk. Als blijkt dat er vervolgacties moeten worden ontwikkeld, worden hier aparte plannen voor gemaakt. Te verwachten resultaat: Als wij hemelwater kunnen bufferen en vertraagd kunnen afvoeren dan hoeven er geen extra grote gemalen te plaatsen en hoeft er minder inlandse dijkversterking plaats te vinden. Voorkomen is beter dan genezen. Grijpen we nu niet in dan gaat de komende decennia het bedrag wat waterschappen nodig hebben om onze voeten droog te houden significant omhoog. Hoe gaan we de resultaten meten?: We gaan het bufferend vermogen meten en controleren. Samenwerking op gebied van water Wat is het? De afgelopen jaren is er veel over gesproken: samenwerking. Ook als het gaat over water is samenwerken essentieel, water stopt immers niet bij de gemeentegrens. Gemeente Zuidhorn gaat meer samenwerken met omliggende gemeenten en het waterschap Noorderzijlvest. Actiepunten 2014: Inventariseren hoe en met wie er kan worden samengewerkt. Gemeente Zuidhorn onderzoekt de mogelijkheden tot gezamenlijk aanbesteden van gemaalonderhoud. Wat hebben we nodig?: Wordt meegenomen in het reguliere werk, wel met een voorbehoud tot aanboren externe expertise en tijd. Te verwachten resultaat: Een meer regionale aanpak. Hoe gaan we de resultaten meten?: In de evaluatie van het DUP 2014 zullen we de samenwerking op gebied van water evalueren. Hoe is het gegaan en wat kan beter? 4.7 Geluid LFG Wat is het? Laagfrequent geluid is geluid met een (zeer) lage frequentie. Actiepunten 2014: Wij vervullen in 2014 de rol als focal point. De burgemeester van gemeente Zuidhorn zal periodiek contact onderhouden met de Commissaris van de Koning van provincie Groningen omtrent dit onderwerp. Wat hebben we nodig? Wordt meegenomen in het reguliere werk van de burgemeester. Te verwachten resultaat: Uiteindelijk komt er wellicht landelijke normering voor laagfrequent geluid. Hoe gaan we de resultaten meten?: De burgemeester blijft zijn rol als focal point vervullen. In de evaluatie van het DUP 2014 zullen we de raad informeren over de voortgang die er geboekt is. Samenwerking op gebied van geluid Wat is het? Partners worden benaderd voor het uitvoeren van geluidmetingen en controles. Actiepunten 2014: Waar mogelijk worden er in Westerkwartier verband partners benaderd of de ODG wordt benaderd. Wat hebben we nodig? Wordt betaald vanuit de reguliere milieubudgetten. Te verwachten resultaat: Uitgevoerde geluidmetingen en controles. Hoe gaan we de resultaten meten?: We houden metingen en controles bij. De samenwerking met de andere Westerkwartier gemeenten of met de ODG zal worden geëvalueerd.
14
4.8 Licht Openbare verlichting Wat is het?: Bij elke vervanging van de openbare verlichting maken we de keuze voor energiezuinige verlichting. Actiepunten 2014: In 2014 maken we de keuze voor energiezuinige verlichting. Wat hebben we nodig?: Dit wordt meegenomen in de reguliere werkzaamheden. Te verwachten resultaat: Duurzamere openbare verlichting. Hoe gaan we de resultaten meten?: We gaan het gemiddelde jaarverbruik van nieuwe armaturen vergelijken met het gemiddelde jaarverbruik van de oude armaturen. Lichthinder flora en fauna Wat is het?: (openbare) verlichting kan veel hinder opleveren voor flora en fauna in onze gemeente. Om dit soort hinder te beperken kan bijvoorbeeld gekozen worden voor minder diffuus openbare verlichting. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we onderzoeken welke mogelijkheden er zijn om de hinder van licht voor flora en fauna te beperken. Tevens willen wij middels een campagne onze inwoners wijzen op de gevolgen van licht op dieren en planten. Dit doen wij in de vorm van een animatiefilmpje. Wat hebben we nodig?: Dit wordt meegenomen in de reguliere werkzaamheden. Te verwachten resultaat: We verwachten als gemeentelijke organisatie in beeld te hebben welke methoden wij kunnen inzetten om lichthinder voor dieren en planten te beperken. We verwachten dat onze inwoners middels een campagne beter geïnformeerd zijn over schade die licht kan aanbrengen en dat zij hun gedrag hierop aanpassen. Hoe gaan we de resultaten meten?: In de evaluatie van het DUP 2014 zullen wij melden welke methoden er zijn om lichthinder van openbare verlichting te verminderen en of wij hier stappen in kunnen zetten. Tevens vermelden we in de evaluatie op welke manier de campagne omtrent lichthinder is ervaren. 4.9 Vergunningen, toezicht en handhaving Reguliere milieucontroles Wat is het? Wij zien er op toe dat bedrijven, instellingen en particulieren zich houden aan milieuregels. De ODG neemt deze taken van ons over. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we de uitvoerende organisatie (ODG) op gang helpen en sturen we bij waar nodig. Wat hebben we nodig? Monitoren van de van de ODG valt onder reguliere werkzaamheden. Te verwachten resultaat: Een kwalitatief goede leefomgeving in gemeente Zuidhorn. Hoe gaan we de resultaten meten?: In 2013 zijn er afspraken gemaakt met de ODG over het aantal controles die in 2014 worden uitgevoerd. We ontvangen een jaarlijkse evaluatie van de ODG, deze zullen wij beoordelen en dit zullen wij melden in de evaluatie van het DUP 2014. 4.10 Groene energie Energieopwekking gemeentelijke gebouwen Wat is het?: De komende jaren willen we duurzame energie opwekken op gemeentelijke gebouwen. Dit kan door middel van zonnepanelen of kleine windenergietoepassingen. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we onderzoeken op welke gemeentelijke gebouwen zonnepanelen mogelijk zijn. Ook worden in 2014 onze ambities opgesteld ten aanzien van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen. De eerste panelen worden in 2014 geplaatst op het Cultureel Centrum Zuidhorn, hierna volgt onderzoek naar panelen op het gemeentehuis. Wat hebben we nodig?: Wordt meegenomen in het reguliere werk. Indien duidelijk is of er op meerdere gebouwen panelen geplaatst kunnen worden zullen we vragen om extra financiële middelen. Te verwachten resultaat: Eind 2014 weten we wat de mogelijkheden zijn van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen en hebben we op basis hiervan onze ambitie vastgesteld.
15
Hoe gaan we de resultaten meten?: In de evaluatie van het DUP 2014 zullen we aangeven wat de mogelijkheden zijn van zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen. In het DUP 2015 zullen we op basis daarvan onze ambitie vaststellen. Groen gas gemeentelijke gebouwen Wat is het? Groen gas is de duurzame variant van aardgas en wordt gemaakt door biogas op te waarderen tot het dezelfde kwaliteit heeft als aardgas, dit wordt schoon geproduceerd en is hernieuwbaar. Groen gas kan worden ingevoegd op het normale gasnet en kan worden gebruikt door iedereen die een gasaansluiting heeft. Omdat groen gas dezelfde eigenschappen heeft als aardgas, hoeven apparaten niet aangepast te worden. Vrijwel alle energiebedrijven kunnen groen gas leveren. Hiervoor geeft Vertogas certificaten uit, zodat gecontroleerd is of het gas voldoet aan de gestelde eisen voor groen gas. We willen groen gas voor alle gemeentelijke gebouwen. Actiepunten 2014: In 2014 gaan we onderzoek doen naar de haalbaarheid van het inkopen van groen gas voor alle gemeentelijke gebrouwen. Wat hebben we nodig?: Wordt meegenomen in het reguliere werk. Te verwachten resultaat: Het resultaat is dat we weten of het inkopen van groen gas voor alle gemeentelijke gebrouwen haalbaar is. Indien dit haalbaar is, zullen er vervolgstappen ondernomen worden. Hoe gaan we de resultaten meten?: Het resultaat is het wel of niet inkopen van groen gas. Dit zal worden vermeld in de evaluatie van het DUP 2014. 4.11 Communicatie Communicatieplan duurzaamheid Wat is het?: Het is goed om als gemeente een voorbeeldfunctie te vervullen op gebied van duurzaamheid. Hierbij is het belangrijk om te communiceren over duurzaamheid. Over wat wij als gemeente zelf doen, over mooie projecten van inwoners en ondernemers en over regionale en landelijke ontwikkelingen. Wij willen duidelijk communiceren, structureel en volgens een vaste opmaak. Actiepunten 2014: Opstellen communicatieplan duurzaamheid. Wat hebben we nodig?: Met de afdeling Communicatie stellen we het communicatieplan op. Te verwachten resultaat: In 2014 hebben we een communicatieplan opgesteld en gebruiken we dit consequent. Hoe gaan we de resultaten meten?: Met het opstellen van een communicatieplan zullen niet direct geen CO2 reduceren. Communicatie rondom duurzaamheid is echter wel erg belangrijk om onze inwoners bewust te maken. Bewustwording is moeilijk te meten, hiervoor zullen wij andere instrumenten moeten inzetten. Een voorbeeld hiervan is de website Energie In Beeld, van Enexis. Op deze website staat informatie over het totale en gemiddelde gas en elektraverbruik van alle kleine aansluitingen in de gemeente Zuidhorn. Wanneer onze inwoners veel minder gas en elektra gaan verbruiken moet dat in de gemiddelde verbruiken terug te zien zijn.
16
5. Financiën Het DUP 2014 omvat projecten die door verschillende medewerkers, van verschillende afdelingen opgepakt gaan worden. Om een goede en voortvarende realisatie van de projecten mogelijk te maken, zijn twee rollen nodig: een coördinerende rol, neergelegd bij één persoon, en de projectinhoudelijke rol, ingevuld door meerdere betrokkenen. Coördinatie door één persoon is noodzakelijk voor een goede en voortvarende realisatie van het DUP. Deze coördinator zorgt dat aan het begin van het jaar wordt teruggekeken op het voorgaande jaar en wordt vooruit gekeken naar het komende jaar en legt de resultaten vast in het eDUP en het DUP voor het volgende jaar. Deze ondersteunt bij het opstellen van de projectplannen en heeft waar nodig ook een rol in projecten. Het belangrijkste is dat de coördinator een verbindende factor is voor alle collega’s die samen aan de realisatie van het Duurzaamheidsbeleid werken. Dit vergt regelmatige afstemming met de betrokken collega’s. In 2014 zullen we voornamelijk projecten uitvoeren die kunnen worden meegenomen in het reguliere werk of zullen we projecten voorbereiden die we in 2015 gaan uitvoeren. Voor de uitvoering van deze projecten zullen we in het DUP 2015 extra geld vragen.
17
Bijlage 1: Verklaring afkortingen DUP
Duurzaamheid UitvoeringsProgramma
eDUP
Evaluatie van het Duurzaamheids UitvoeringsProgramma
eMUP
Evaluatie van het Milieu UitvoeringsPlan
EPC
Energie Prestatie Coëfficiënt.
EPL
Energie Prestatie op Locatie.
LTO
Land en Tuinbouw Organisatie
MJOP
Meerjaren Onderhoudsplan
MUP
Milieu UitvoeringsPlan
ODG
Omgevingsdienst Groningen
vGRP
verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan
18