EDUCATIE, WELZIJN EN ZORG
Jaarverslag Leerplicht Schooljaar 2010-2011
Colofon (VOLGENS HUISSTIJL WEERGEVEN): Gemeente Ede Team Leerlingzaken Bezoekadres: Raadhuisstraat 117, Ede (alleen op afspraak) Postadres: Postbus 9022, 6710 HK, Ede (0318) 680 398
[email protected]
.
Waarom dit jaarverslag?
Dit is het Jaarverslag van het Team Leerlingzaken van de gemeente Ede over het schooljaar 2010-2011. Het Team Leerlingzaken is wettelijk verplicht zich te verantwoorden over de uitvoering van de Leerplichtwet. In dit Jaarverslag kunt u lezen wat de leerplichtambtenaren het afgelopen jaar hebben gedaan. Voor de kwalificatieplicht en het RMC verschijnen aparte jaarverslagen aangezien zij voor meer gemeenten in de regio werken. Het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten staat volop in de maatschappelijke en politieke belangstelling. Een diploma vergroot namelijk de kansen op de arbeidsmarkt. We zien dat spijbelen en te laat komen vaak een voorteken zijn van voortijdig schoolverlaten. Daarom is het zo belangrijk dat verzuim vroegtijdig aangepakt wordt. In Ede voert het Team Leerlingzaken de verzuimaanpak uit. Dat doen ze niet alleen. Dat doen ze samen met de scholen, met ouders, met begeleiders en heel veel andere betrokkenen. In de strijd tegen schooluitval gaan de leerplichtambtenaren naar de scholen toe, ondersteunen hen in hun verzuimbeleid en spreken hen aan op hun verantwoordelijkheden bij (dreigend) schoolverzuim. En met resultaat. Het afgelopen jaar hebben scholen weer veel verzuim gemeld en is er weer regelmatig bemiddeld door de leerplichtambtenaren. We zijn er dus vroeg bij en kunnen eerder ingrijpen. Er liggen echter ook nog uitdagingen. Nog steeds wordt niet alle verzuim gemeld en nog steeds zijn er jongeren die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Ook in het schooljaar 2011-2012 zetten we dus weer alles op alles om verzuim en voortijdige schooluitval te voorkomen. In dit Jaarverslag vindt u in de eerste drie hoofdstukken een toelichting op wat leerplicht inhoudt en wordt aangegeven wat het Team Leerlingzaken doet en met wie er wordt samengewerkt. Aan de hand van casussen wordt een beeld geschetst van de leerplichtpraktijk. In hoofdstuk 4 worden de cijfers over het schooljaar 2010-2011 weergegeven. In hoofdstuk 5, tot slot, wordt kort terugblikt en vooruitgezien. E. van Milligen Wethouder Onderwijs
1
.
Samenvatting Dit Jaarverslag Leerplicht over het jaar 2010-2011 geeft weer wat het team Leerlingzaken dit schooljaar heeft gedaan. Er wordt, onder andere aan de hand van casussen, een beeld geschetst van de dagelijkse praktijk van de leerplichtambtenaren. In hoofdstuk 4 wordt een overzicht van de belangrijkste cijfers gegeven. Samenvattend gaat het om de volgende aantallen. Op 1 januari 2011 waren er 19.096 leerplichtige leerlingen in Ede (leeftijd 5 t/m 17 jaar). Er zijn dit jaar 32 ‘absoluut verzuimers’ in behandeling genomen. De leerplichtambtenaren hebben 501 meldingen van signaalverzuim en 78 meldingen van luxeverzuim opgepakt. Er is daarnaast 97 keer bemiddeld en er zijn 27 aanvragen voor vrijstelling gedaan. Voor meer informatie over de cijfers zie hoofdstuk 4. Dit is het eerste volledige jaar met het nieuwe leerplichtadministratiesysteem geweest. Er is dit jaar anders geteld dan voorgaande jaren waardoor het aantal meldingen afwijkt van eerdere jaren. Er is dit jaar echter voor een manier van tellen gekozen die ook de komende jaren op dezelfde manier uitgevoerd kan worden. Dit maakt het mogelijk zuiverder en beter de cijfers van dit en volgende jaren te vergelijken. Dit wil overigens niet zeggen dat er minder werk is gaan zitten in de behandelde casussen. Een groot deel van de casussen blijft ‘zwaar’ van aard. Er is in veel gevallen sprake van multi-problematiek, wat er ook voor zorgt dat het aantal processen-verbaal blijft stijgen. Daarnaast blijft een soort tegengestelde beweging zichtbaar rondom verzuimmeldingen van scholen. Hoe meer je als leerplichtambtenaar betrokken bent bij de scholen, hoe meer meldingen er lijken te komen. Dat heeft te maken met de ‘zichtbaarheid’ van de leerplichtambtenaar en van het werk wat hij of zij doet. Wanneer voor scholen duidelijk is dat de leerplichtambtenaar bijvoorbeeld een belangrijke rol kan spelen in het doorverwijzen naar zorg en hulpverlening, wordt er door hen ook vaker gemeld in de hoop dat hulpverlening iets kan betekenen voor jongeren die vastlopen. Dankzij de inzet van de leerplichtambtenaren is er veel aandacht geweest voor jongeren die anders buiten de boot vallen. De leerplichtambtenaren hebben er in veel gevallen weer voor kunnen zorgen dat jongeren die (tijdelijk) thuiszitten, opnieuw naar school gaan. Soms is hiervoor extra druk op onderwijsinstellingen nodig. Daarnaast zijn ook veel jongeren via leerplicht terecht gekomen in voor hen passende hulpverlening. Door tijdige signalering en het oppakken van deze signalen, zijn de meeste jongeren in beeld geweest en is ervoor gezorgd dat gezocht kon worden naar de meest acceptabele en wenselijk oplossing. Waar nodig hebben de leerplichtambtenaren een doorbraak in bijvoorbeeld het thuisblijven geforceerd en hebben een uitspraak van de rechter weten te verkrijgen, waardoor ook in dit geval jongeren hun opleiding verder afronden en een startkwalificatie verkrijgen. Hierdoor krijgt elke jongere, ongeacht afkomst en mogelijkheden, de kans op een reële toekomst. Het is niet de bedoeling dat de leerplichtambtenaar het ontstane probleem van de school overneemt. De school heeft hierin een eigen verantwoordelijkheid en is dient samen met de ouders en leerlingen tot een goede oplossing te komen. De leerplichtambtenaar ziet hier op toe, kan desgewenst van advies dienen en waar nodig ingrijpen.
2
.
Inhoudsopgave
Samenvatting…………………………………………………………………………………..2 1.
Hoe werkt leerplicht? ...............................................................................................4 1.1. De Leerplichtwet, leerplicht en kwalificatieplicht ...........................................4 1.2. Wie doen het werk? ......................................................................................4 1.3. Taakgebieden Leerplicht...............................................................................4
2.
Wat doet Leerplicht?................................................................................................6 2.1. Jongeren en onderwijs in Ede.......................................................................6 2.2. Schoolcontactpersonen.................................................................................6 2.3. Preventieve gesprekken op scholen voor voortgezet onderwijs...................6 2.4. Absoluut verzuim...........................................................................................6 2.5. Relatief verzuim ............................................................................................7 2.5.1. Signaalverzuim ................................................................................7 2.5.2. (Luxe)verzuimcontrôles rondom de schoolvakanties ......................8 2.6. Vrijstellingen ..................................................................................................9 2.7. Bemiddelingen ............................................................................................10 2.8. Haltverwijzingen en processen-verbaal ......................................................11
3.
Met wie werkt leerplicht samen? ...........................................................................12 3.1. Samenwerking vanuit zorg..........................................................................12 3.2. Samenwerking vanuit veiligheid..................................................................12 3.3. Samenwerking naar aanleiding van sancties..............................................13 3.3.1. Bureau Halt ....................................................................................13 3.3.2. Openbaar Ministerie ......................................................................13 3.3.3. Sociale Verzekeringsbank .............................................................13 3.4. Samenwerking intern en met de regio ........................................................13
4.
2010-2011 in cijfers ...............................................................................................14
5.
Terugblik en vooruitzien ........................................................................................17 5.1. Terugblik......................................................................................................17 5.2. Vooruitzien ..................................................................................................17
3
.
1.
Hoe werkt leerplicht?
1.1.
De Leerplichtwet, leerplicht en kwalificatieplicht
De gemeente Ede voert een actief beleid in het voorkomen en bestrijden van schoolverzuim en het terugdringen van voortijdig schoolverlaten. Het team Leerlingzaken is door het college van burgemeester&wethouders gemandateerd om toezicht te houden op de naleving van de Leerplichtwet. Leerplicht hangt nauw samen met leerrecht, oftewel het recht op onderwijs. Dit is wereldwijd opgenomen in de rechten van het kind. Nederland heeft dit recht verankerd in de Leerplichtwet. Deze wet is een rechtsmiddel waarmee gewaarborgd wordt dat alle jongeren in Nederland aan het onderwijs kunnen en zullen deelnemen. Eén van de doelen van de Leerplichtwet is dat jongeren zo goed mogelijk worden toegerust met kennis en vaardigheden, die zij nodig hebben om een zelfstandige plek in de samenleving te verwerven. Een afgeronde schoolopleiding is daarvoor een eerste vereiste. De volgende zaken staan in de Leerplichtwet omschreven: • de leerplichtige leeftijd • de kwalificatieplicht • mogelijkheden voor een vrijstelling • taken van leerplichtambtenaren • verantwoordelijkheden van schooldirecteuren 1 • verantwoordelijkheden van ouders/verzorgers en/of leerlingen • verantwoordelijkheden van de gemeenten • verantwoordelijkheden van het Openbaar Ministerie De volledige leerplicht begint op de eerste schooldag van de maand volgend op de maand waarin het kind vijf jaar is geworden. De volledige leerplicht eindigt aan het einde van het schooljaar waarin de jongere 16 2 jaar is geworden of wanneer 12 volledige schooljaren zijn doorlopen . Direct na de volledige leerplicht begint de kwalificatieplicht. Hier zit geen dag tussen. De dag nadat de jongere de volledige leerplicht heeft afgerond is de jongere kwalificatieplichtig. De kwalificatieplicht eindigt als een jongere een startkwalificatie heeft behaald of 18 is geworden. Een startkwalificatie is een havo-, vwo- of minimaal een mbo niveau 2 diploma. Een jongere kan tijdens de kwalificatieplicht volledig onderwijs volgen, maar een combinatie van leren en werken mag ook. Leren en werken moet dan wel in totaal vijf dagen per week zijn en gericht zijn e op het behalen van een diploma. Wie vóór zijn 18 verjaardag een startkwalificatie gehaald heeft, hoeft niet meer (verplicht) naar school. Doorleren mag natuurlijk wel! 1.2.
Wie doen het werk?
De gemeente Ede heeft in het schooljaar 2010-2011 voor de uitvoering van de Leerplichtwet vier leerplichtambtenaren, twee leerplichtambtenaren MBO en twee administratieve krachten ingezet. Bekostiging voor de leerplichtambtenaren MBO en de bijbehorende administratieve inzet komt vanuit het RMC. De leerplichtambtenaren MBO werken voor de regio. Daarnaast bestaat het Team nog uit twee RMC (Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie Voortijdig Schoolverlaten) medewerkers, zij houden zich bezig met de jongeren van 18 jaar en ouder. 1.3.
Taakgebieden Leerplicht
De belangrijkste taken van de leerplichtambtenaar zijn: • • • • • • • 1 2
4
Handhaven van de Leerplichtwet op het gebied van absoluut verzuim (het ontbreken van een schoolinschrijving). Handhaven van de Leerplichtwet op het gebied van relatief verzuim (o.a. spijbelgedrag en luxeverzuim). Controles op luxe-verzuim rondom de vakanties. Deelname aan Zorg Advies Teams (ZAT’s) op scholen. Deelname aan overleggen met ketenpartners, o.a. Bureau Jeugdzorg, het Veiligheidshuis Ede, overleggen met collega’s binnen de gemeente etc. Zie hiervoor ook Hoofdstuk 3. Bemiddelen bij andere problematiek dan verzuim, bijvoorbeeld plaatsingsproblematiek op scholen. In enkele (uitzonderlijke) gevallen vrijstelling van leerplicht verlenen.
Voortaan wordt alleen over ouders gesproken, terwijl bedoeld wordt ouder(s)/verzorger(s) Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli.
. •
Bijdrage leveren aan het leerplichtbeleid en het verbeteren van de werkprocessen.
De leerplichtambtenaren worden voor het uitoefenen van hun functie beëdigd door de burgemeester. Een leerplichtambtenaar die de bevoegdheid tot Buitengewoon Opsporings Ambtenaar (BOA) heeft behaald, wordt daarnaast ook door de korpschef van politie beëdigd. In Ede hebben alle leerplichtambtenaren hun BOA-bevoegdheid.
5
.
2.
2.1.
Wat doet Leerplicht?
Jongeren en onderwijs in Ede
Op 1 januari 2011 waren er 19.096 leerplichtige leerlingen in Ede (leeftijd 5 t/m 17 jaar). In Ede zijn ongeveer 60 basisscholen en 7 (locaties) van voortgezet onderwijs scholen. Ook zijn er scholen voor (voortgezet) speciaal onderwijs. De leerplichtambtenaren van de gemeente Ede hebben te maken met alle leerplichtige jongeren die in Ede ingeschreven staan. Dat betekent dat er ook bemoeienis met deze jongeren kan zijn wanneer zij niet in Ede op school zitten, maar in bijvoorbeeld Arnhem of Apeldoorn. De leerplichtambtenaren MBO werken voor de regio. Zij werken met de leerplichtige jongeren op de ROC’s. Zie het Jaarverslag Kwalificatieplicht voor meer informatie hierover. 2.2.
Schoolcontactpersonen
Voor scholen is het prettig om een bekende ingang bij de gemeente te hebben. Daarom werken we binnen het Team Leerlingzaken met een vaste contactpersoon per school. Deze contactpersonen zijn voor de scholen het eerste aanspreekpunt als het gaat om bijvoorbeeld verzuimzaken, consultatie, bemiddeling of (dreigend) voortijdig schoolverlaten. De vaste contactpersonen nemen ook deel aan de ZorgAdviesTeams op de scholen. Door het werken met schoolcontactpersonen en door regelmatig en frequent contact met scholen is het de bedoeling dat het meldgedrag van scholen verbetert. Ook de basisscholen hebben hierbij de aandacht. Zij hebben over het algemeen een nauwer contact met ouders, waardoor het voor hen lastiger kan zijn om verzuim te melden. 2.3.
Preventieve gesprekken op scholen voor voortgezet onderwijs
Op bijna alle scholen voor voortgezet onderwijs in Ede worden door de leerplichtambtenaren inmiddels preventieve verzuimgesprekken gevoerd. Deze gesprekken vinden op school plaats wanneer er nog sprake is van gering verzuim. Het doel van de gesprekken met de jongeren (en soms ook hun ouders) is dat jongeren vroegtijdig worden gewaarschuwd voor de gevolgen van aanhoudend verzuim. Regelmatig komt er tijdens een preventief gesprek naar voren dat een jongere verzuimt door bijvoorbeeld problemen in de thuissituatie of door problemen op school. Op die momenten wordt samen met de jongeren gekeken of er behoefte is aan hulp hierbij. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan hulp vanuit school (bijvoorbeeld gesprekken met de zorgcoördinator, vertrouwenspersoon of het school maatschappelijk werk) of van buiten school (bijvoorbeeld het JeugdPreventieTeam van Bureau Jeugdzorg). Blijft een jongere na dit preventieve gesprek alsnog verzuimen, dan volgt een uitnodiging op het raadhuis. Is het verzuimgedrag de jongere te verwijten dan kan bijvoorbeeld doorverwezen worden naar Bureau Halt. Is er meer aan de hand, dan wordt verder gekeken naar passende hulpverlening of, wanneer de zorgen te groot zijn, kan een proces-verbaal worden opgemaakt met als doel meer verplichte inzet van hulpverlening. Met de leerplichtambtenaren in de regio zijn afspraken gemaakt over het voor elkaar voeren van preventieve gesprekken. Als er op een school in Ede bijvoorbeeld een leerling uit Barneveld of Wageningen wordt aangemeld voor preventieve gesprekken dan voert de leerplichtambtenaar uit Ede dat gesprek. Vooraf wordt navraag gedaan bij de betreffende gemeente of de jongere bekend is. Naderhand wordt teruggekoppeld hoe het gesprek gegaan is. Andersom gebeurt dit ook voor leerlingen uit de gemeente Ede die in een andere gemeente naar school gaan. Deze afspraken schelen de leerplichtambtenaren veel (reis)tijd. Het voeren van preventieve gesprekken gebeurt niet op de basisscholen omdat er nauwelijks sprake is van spijbelgedrag door kinderen in de basisschoolleeftijd. Ouders van kinderen op deze leeftijd zijn primair verantwoordelijk voor de schoolgang. 2.4.
Absoluut verzuim
Wanneer een leerplichtige leerling zonder geldige reden niet ingeschreven staat op school is er sprake van absoluut verzuim. Een leerplichtige jongere zonder schoolinschrijving overtreedt de leerplichtwet. Ouders zijn verantwoordelijk voor de inschrijving van kinderen en jongeren op school. Als Leerplicht niet op tijd een schoolinschrijving krijgt, start de leerplichtambtenaar een onderzoek naar vermoedelijk absoluut schoolverzuim. Soms blijkt de jongere toch op een school te zitten. Is dit niet het geval, dan begeleidt de
6
. leerplichtambtenaar de jongere zo snel mogelijk naar een passende opleiding of zoekt eventueel naar een andere (tijdelijke) daginvulling. Zo’n onderzoek door de leerplichtambtenaar begint met het sturen van een brief aan ouders met het verzoek door te geven waar hun kind/kinderen op school zit/zitten. Komt hier geen reactie op dan volgt een tweede brief. Komt hier eveneens geen reactie op dan geeft de administratie dit door aan één van de leerplichtambtenaren met het verzoek dit verder op te pakken. De leerplichtambtenaar gaat dan op huisbezoek. Vaak is na contact met ouders dan duidelijk waar het kind/de kinderen op school zitten. Is er geen contact met ouders te krijgen dan kan dit leiden tot een proces-verbaal tegen ouders omdat er zorgen zijn over de woon- en schoolsituatie van de kinderen. Tot 1 januari 2011 was het zo dat de Raad voor de Kinderbescherming naar aanleiding van een proces-verbaal vanuit Leerlingzaken onderzoek deed om het Openbaar Ministerie te adviseren voorafgaand aan de rechtszitting. Vanaf 1 januari 2011 doet de Raad echter geen onderzoek meer wanneer er alleen een proces-verbaal voor ouders wordt opgemaakt. Vanaf die datum is het Bureau Jeugdzorg die het onderzoek doet. Casus: onderzoek naar vermoedelijk absoluut verzuim In verband met de privacy zijn de namen in onderstaande casus gefingeerd. Uit het leerplichtadministratiesysteem komt naar voren dat er geen schoolinschrijving bekend is van Sterre en Max. De medewerker van de leerplichtadministratie schrijft ouders (in dit geval moeder en stiefvader omdat de kinderen bij hen ingeschreven staan) twee keer aan maar er komt geen reactie. De leerplichtambtenaar pakt dit op en gaat op huisbezoek. Op de camping, waar het gezin ingeschreven staat, is wel bekend dat ze daar onderhuren van iemand maar er is niet precies bekend om welk huisje het gaat. De leerplichtambtenaar laat opnieuw een brief achter met het verzoek om te reageren. In het postvakje blijken echter ook de eerder verstuurde brieven nog gewoon te liggen. Er volgt geen reactie op de laatste brief. Via de gemeentelijke basisadministratie (GBA) bij Burgerzaken achterhaalt de leerplichtambtenaar het vorige adres van het gezin. Het gezin blijkt bij Burgerzaken ook al ‘in onderzoek’ te staan omdat er vragen zijn rondom de woonsituatie. De leerplichtambtenaar zoekt contact met de afdeling Leerplicht van die gemeente. Daar zijn de kinderen inderdaad uitgeschreven maar zij kunnen wel zien wat de laatst bezochte scholen zijn. De leerplichtambtenaar zoekt contact met de betreffende school voor meer informatie en daar blijken beide kinderen nog gewoon naar school te gaan. Zij weten dat de kinderen bij de ouders van stiefvader verblijven maar hoe het verder zit met de woonsituatie van de kinderen en de ouders is hen niet bekend. Er blijkt ook een voogd van Bureau Jeugdzorg betrokken te zijn en school heeft regelmatig contact met hem. De leerplichtambtenaar zoekt contact met de voogd. Hij geeft inderdaad aan dat de kinderen bij pleegouders (in dit geval de ouders van stiefvader) wonen. Ze zijn namelijk in januari uit huis geplaatst nadat moeder en stiefvader hun woning waren uitgezet. Hem was niets bekend over de officiële inschrijving van de kinderen in Ede. Hij zal hierover contact proberen te zoeken met moeder. Voor de voogd verloopt dit contact echter eveneens problematisch. Met de kinderen gaat het wel goed in het pleeggezin, aldus de voogd. Er wordt daar goed voor ze gezorgd en ze gaan goed naar school. De leerplichtambtenaar spreekt haar zorgen uit over de onduidelijke inschrijfsituatie van de kinderen. De voogd pakt dit op. Wanneer de leerplichtambtenaar van school de inschrijfbewijzen heeft ontvangen, sluit zij hiermee het dossier. De kinderen zitten op school en er is hulpverlening om de zorg rondom de kinderen te waarborgen.
Dit schooljaar zijn er 32 ‘absoluut verzuimers’ in behandeling genomen. Dit is meer dan het dubbele aantal van het schooljaar 2009-2010. Dit kan verklaard worden doordat het door het nieuwe registratiesysteem van Leerplicht, Carel, en de koppeling naar DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs, een onderdeel van het Ministerie van OCW) mogelijk is om eerder helder te krijgen in welke casussen sprake is van absoluut verzuim 2.5.
Relatief verzuim
Leerlingen die wel op een school staan ingeschreven, maar zonder geldige reden van school wegblijven (spijbelen) overtreden de Leerplichtwet. Dit heet relatief verzuim. Scholen zijn wettelijk verplicht verzuim bij Leerplicht te melden, als het gaat om meer dan 16 uur verzuim in een periode van vier weken. Bij relatief verzuim wordt onderscheid gemaakt tussen signaalverzuim en luxe-verzuim. 2.5.1. SIGNAALVERZUIM Signaal verzuim is het zorgelijke verzuim van een leerling. Het gaat om leerlingen die structureel verzuimen. Signaalverzuim kan te maken hebben met bijvoorbeeld een verkeerde schoolkeuze (zowel qua 7
. schooltype als qua niveau), problemen in de thuissituatie, een verkeerde vriendenkring, psychische problemen, gebrek aan motivatie of een verstoord contact tussen ouders en school. De leerplichtambtenaar onderzoekt de redenen van dit verzuim en bedenkt samen met de jongere, de ouders en de school een oplossing. Dit kan bijvoorbeeld zijn doorverwijzing naar hulpverlenende instanties, een andere opleiding of het uitvoeren van een uitgebreid onderzoek door bijvoorbeeld het Diagnostiek en Observatie onderdeel van het OnderwijsZorgCentrum (voorheen Pactum). Wanneer het verzuim niet stopt of er onvoldoende resultaat geboekt wordt met de ingezette hulpverlening, kan een proces-verbaal opgemaakt worden om op die manier meer hulp in een verplicht kader in te zetten. Vaak zijn dit echter langlopende casussen omdat ingezette hulpverlening eerst een kans moet krijgen. Casus: signaalverzuim Onderstaande (beknopte) casusomschrijving is fictief maar gebaseerd op ervaringen van de leerplichtambtenaren in de afgelopen jaren. Chantal wordt aangemeld voor een preventief verzuimgesprek op één van de scholen voor voortgezet onderwijs. De leerplichtambtenaar spreekt met haar op school. Ze verzuimt veel losse uren omdat ze geen zin heeft in school, geeft ze aan. Ze spijbelt dan met vriendinnen. Na doorvragen blijkt er ook thuis veel te spelen. Haar ouders zijn gescheiden en daar heeft ze veel moeite mee. Er zijn veel spanningen in huis door de nieuwe (inwonende) vriend van moeder en zijn kinderen. Ze ziet haar biologische vader niet of nauwelijks en dat vindt ze moeilijk. Ze is wel geschrokken van het feit dat ze bij de leerplichtambtenaar op gesprek moest komen en belooft beterschap. Ze krijgt een duidelijke waarschuwing dat aanhoudend verzuim consequenties kan hebben en Chantal en haar moeder (waar ze feitelijk woont) ontvangen ook nog een waarschuwingsbrief thuis waarin de consequenties van aanhoudend verzuim worden aangegeven. Enkele weken later wordt door school aanhoudend verzuim gemeld. Chantal heeft inmiddels een aantal hele dagen verzuimd en vanuit school zijn er ook zorgen over mogelijk drugsgebruik en jongens die haar na schooltijd opwachten. De leerplichtambtenaar nodigt Chantal en haar moeder uit bij de gemeente. Voorafgaand aan dit gesprek wordt de leerplichtambtenaar gebeld door een medewerker van de spoedzorg van Joozt (een multifunctionele organisatie voor jeugdzorg). Het is dat weekend thuis zo geëscaleerd tussen moeder en dochter dat moeder op aanraden van de politie Bureau Jeugdzorg (BJZ) heeft ingeschakeld. BJZ heeft Joozt ingeschakeld. De spoedzorgmedewerker van Joozt zal ook bij het gesprek met Leerplicht aanwezig zijn. Op het moment dat dat gesprek plaatsvindt, is de situatie thuis al weer wat rustiger. De leerplichtambtenaar besluit de spoedzorgmedewerker de tijd te geven om op te starten in het gezin en met Chantal. Chantal krijgt echter wel de laatste waarschuwing dat haar verzuim moet stoppen omdat er anders, uit zorg, een proces-verbaal wordt opgemaakt. Er wordt ook gesproken over de zorgen die er zijn rondom drugsgebruik. Chantal geeft toe af en toe wel te blowen maar verder niets te gebruiken. Ook wordt gesproken over de jongens waarmee zij rond school wordt gezien. Dit waren jongens waar zij en haar vriendinnen mee om gingen maar dat doen ze nu niet meer, geeft Chantal aan. Er is in de weken na dit gesprek regelmatig contact tussen school, Joozt en Leerplicht. Na een maand loopt de spoedzorgperiode van Joozt af. Aangezien er toch nog zorgen zijn blijft Joozt echter wel betrokken bij Chantal en het gezin vanuit een andere vorm van hulpverlening. Op een gegeven moment lijkt het verzuim toch weer toe te nemen. Er vindt opnieuw een gesprek plaats bij de gemeente. De leerplichtambtenaar maakt proces-verbaal op. De Raad voor de Kinderbescherming doet naar aanleiding van het procesverbaal onderzoek en adviseert een ondertoezichtstelling (ots). Tijdens de rechtszitting wordt de ots inderdaad uitgesproken door de (kinder)rechter. Er komt een voogd in het gezin. Na een aantal maanden is de rust weer wat meer weergekeerd. Het contact tussen Chantal en haar biologische vader is weer wat beter geworden. De voogd heeft in het gezin voor duidelijke afspraken gezorgd. Ze is dit schooljaar wel blijven zitten, maar is gemotiveerd om er volgend jaar weer voor te gaan.
Dit jaar zijn er 501 meldingen van signaalverzuim gedaan. Dit heeft, vaker dan in het schooljaar 2009-2010, geleid tot een proces-verbaal of een doorverwijzing naar Bureau Halt. 2.5.2. (LUXE)VERZUIMCONTRÔLES RONDOM DE SCHOOLVAKANTIES In de afgelopen jaren is rondom schoolvakanties steekproefsgewijs het verzuim gecontroleerd door de leerplichtambtenaren. Bij deze contrôles wordt de verzuimadministratie gecontroleerd en er wordt gekeken of alle leerlingen aanwezig zijn etc. In de verzuimadministratie wordt bijvoorbeeld nagekeken of verlofaanvragen op de juiste gronden zijn verleend en of de aanvragen ook administratief volgens de regels zijn afgehandeld. De schooldirecteuren ervaren deze contrôles over het algemeen als een steun in de rug om naar ouders kenbaar te maken dat zij zich ook echt aan de regels moeten houden. Wanneer geconstateerd wordt dat een schooldirecteur zich niet aan de regels houdt bij het verlenen van verlof, volgt in eerste instantie een waarschuwing. Tegen een schooldirecteur kan uiteindelijk zelfs proces-verbaal worden opgemaakt. 8
.
Casus: luxe-verzuim Tijdens de contrôles op het luxe-verzuim rondom de vakanties worden er soms (verdachte) ziekmeldingen geconstateerd of directeuren melden deze zelf bij Leerplicht rondom de vakanties. Hieronder volgt een omschrijving van de acties die er in zo’n situatie plaatsvinden vanuit Leerplicht. Onderstaande casusomschrijving is fictief maar gebaseerd op ervaringen van de leerplichtambtenaren in de afgelopen jaren. De directeur van de basisschool meldt bij Leerplicht dat Jelle de dag voor de zomervakantie is ziek gemeld. School vermoedt dat er wel eens sprake kan zijn van luxe-verzuim omdat Jelle zelf de dag ervoor heeft aangegeven morgen op vakantie te gaan. De leerplichtambtenaar van de betreffende school gaat diezelfde dag nog op huisbezoek bij Jelle en zijn ouders. Ziek gemeld zijn betekent immers dat Jelle ziek thuis zou moeten zijn. De leerplichtambtenaar treft niemand thuis en laat een brief achter met de mededeling aan ouders dat zij geprobeerd hebben contact te krijgen maar niemand thuis hebben getroffen. Er verstrijken enkele weken, ouders komen terug van vakantie en bellen boos op naar de leerplichtambtenaar. De leerplichtambtenaar nodigt ouders uit voor een gesprek en geeft aan bewijzen te willen zien van de ziekte van Jelle of van de tickets o.i.d. om de vertrekdatum van de vakantie te kunnen controleren. Ouders komen op gesprek. Ze blijken met de auto op vakantie te zijn gegaan en kunnen dus geen papieren met data overleggen (er was ook geen camping gereserveerd o.i.d.). Jelle was volgens hen echt ziek maar ze waren op het moment dat de leerplichtambtenaar langs kwam misschien net even boodschappen doen en hadden hem meegenomen. Ook zijn ze niet naar de huisarts geweest want zo ernstig was de ziekte niet. Al met al, kunnen ouders onvoldoende aantonen dat zij niet eerder met vakantie zijn vertrokken. De leerplichtambtenaar maakt proces verbaal op en ouders ontvangen een transactievoorstel van het Openbaar Ministerie. Oftewel, ze moeten een boete betalen. Wanneer ouders het er niet mee eens zijn, kunnen zij er ook voor kiezen om het voor de rechter te laten komen. De rechter beslist dan of ouders terecht het proces-verbaal hebben gekregen en/of de hoogte van de boete moet worden aangepast.
Dit jaar kwamen er 78 meldingen van luxe-verzuim binnen. Bij de eerste keer luxe-verzuim tot 3 dagen werd een waarschuwingsbrief verstuurd. In 17 casussen is er een proces-verbaal opgemaakt. Wellicht wordt het beleid hieromtrent in de toekomst verscherpt. 2.6.
Vrijstellingen
Leerplichtige leerlingen moeten elke schooldag aanwezig zijn op school. Er is echter binnen de Leerplichtwet een aantal vormen van vrijstelling mogelijk: vrijstelling van geregeld schoolbezoek, vrijstelling van inschrijving, vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs en vervangende leerplicht. vrijstelling van geregeld schoolbezoek Als een leerling vanwege bijzondere omstandigheden tijdelijk niet naar school kan, moeten de ouders hier toestemming voor vragen. Verlofaanvragen van 10 dagen of minder worden door de school in behandeling genomen. Uiteraard heeft de directeur zich daarbij wel te houden aan de Leerplichtwet. De leerplichtambtenaar behandelt een aanvraag voor extra verlof van meer dan 10 schooldagen. Leerplicht is altijd terughoudend bij het toekennen van verlof. Er wordt altijd een afweging gemaakt of de omstandigheden van het verlof zwaarder wegen dan het onderwijsbelang van het kind. Voorbeelden van deze vorm van verlof zijn extra (vakantie) verlof (art.11f) en verlof op basis van ‘gewichtige omstandigheden’ (art.11g). Deze gewichtige omstandigheden verwijzen naar uitzonderlijke persoonlijke omstandigheden waarbij vrijstelling voor een bepaalde periode redelijk is. Uitgangspunt hierbij is dat deze persoonlijke omstandigheden buiten de wil van ouders en/of het kind liggen. vrijstelling van inschrijving Vrijstelling van inschrijving is op verschillende gronden mogelijk: • art.5 onder a, lichamelijke of psychische gronden: als een kind ongeschikt is om naar school te gaan door lichamelijke of psychische oorzaken, dan hoeven ouders hun kind niet altijd in te schrijven op een school of instelling. De leerplichtambtenaar beoordeelt of er redenen zijn om vrijstelling te verlenen. Bij ongeschiktheid wordt een arts of psycholoog ingeschakeld om het kind te onderzoeken. • art.5 onder b, bezwaar tegen de richting van het onderwijs: als ouders bezwaar hebben tegen de levensbeschouwelijke richting van een school en er is geen passende school binnen redelijke
9
.
•
afstand van de woning dan kunnen zij (van rechtswege) vrijstelling van inschrijving krijgen. Dit kan echter alleen als het kind nog niet eerder ingeschreven is geweest op een school. art.5 onder c, school buitenland: wanneer leerlingen in het buitenland onderwijs volgen maar in de gemeente ingeschreven blijven staan, moeten ouders zorgen voor een (vertaald) inschrijfbewijs van de school of instelling in het buitenland.
Vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs Burgemeester en Wethouders kunnen op grond van bijzondere omstandigheden vrijstelling verlenen van de plicht tot inschrijving van een leerling als wordt aangetoond dat de jongere op een andere wijze voldoende onderwijs geniet. Vervangende leerplicht Vervangende leerplicht is een apart leertraject voor leerlingen vanaf 14 jaar. Het gaat om leerlingen die aanhoudende problemen hebben binnen het volledig dagonderwijs. Via het volgen van een aangepast onderwijsprogramma kunnen ze (soms) na 1 jaar weer instromen in het reguliere onderwijs. Dit jaar zijn er 27 aanvragen voor vrijstellingen gedaan. In hoofdstuk 4 is dit verder uitgewerkt. 2.7.
Bemiddelingen
De leerplichtambtenaar helpt regelmatig bij problematiek waarbij niet direct sprake is van schoolverzuim. Bijvoorbeeld als er een conflict is tussen school en de leerling of ouders of wanneer er bijvoorbeeld hulp nodig is bij het vinden van een andere school of opleiding. Ook door het Veiligheidshuis wordt regelmatig aan Leerplicht gevraagd om informatie op school op te vragen over jongeren die daar besproken worden. Soms blijken er veel problemen te zijn en is schoolverzuim er daar één van. In dat geval komt leerplicht in actie. Casus: bemiddeling leerplichtambtenaar Onderstaande casus geeft een voorbeeld van een situatie waarin nog niet direct sprake is van verzuim maar waarin de leerplichtambtenaar wel bemiddeld heeft. Deze casusomschrijving is fictief maar gebaseerd op ervaringen van de leerplichtambtenaren in de afgelopen jaren. De directeur van een basisschool neemt contact op met de leerplichtambtenaar voor advies rondom een leerling waarmee zij niet meer verder kunnen binnen het reguliere basisonderwijs. Mohammed heeft een dubbele ‘rugzak’, zodat school extra hulp kan inkopen om hem te begeleiden. Ook dit is echter niet meer voldoende, hij zou beter op zijn plek zijn binnen het speciaal basisonderwijs/cluster 3 onderwijs*. Na de zomervakantie is Mohammed dan ook niet meer welkom op de school. Er moet naar een andere school voor hem worden gezocht. Mohammed heeft een behoorlijke achterstand opgelopen door zijn handicap (leer- en gedragsproblemen) en heeft inmiddels ook een cluster 3 indicatie gekregen. Ouders staan er echter niet achter dat hun zoon naar een cluster 3 school wordt verwezen en zijn van mening dat hun zoon op een andere, reguliere, basisschool beter af is. Dit is echter al zijn derde reguliere basisschool. In 2009 gaf de vorige school al aan dat het niet meer ging, maar ook toen wilden ouders niets weten van speciaal onderwijs. Ouders nemen ook contact op met de leerplichtambtenaar. Na het horen van beide partijen adviseert de leerplichtambtenaar de school om een onafhankelijk intelligentieonderzoek te laten doen om zeker te weten dat hij niet op een reguliere basisschool kan functioneren. Uit dit onderzoek komt eveneens naar voren dat Mohammed het best gebaat is bij een cluster 3 school. Binnen het regulier basisonderwijs wordt hij duidelijk overvraagd. De leerproblemen zorgen voor frustratie, waardoor de gedragsproblemen alleen maar zullen toenemen. Ouders gaan niet akkoord met de uitkomst en het advies van het onderzoek. Zij geven aan dat er geen rekening is gehouden met de taalachterstand en de afkomst van hun zoon. Ze zijn van mening dat hun zoon zeker niet op een cluster 3 school hoort. Ouders geven aan alles te zullen doen om te voorkomen dat hij naar een cluster 3 school moet. Mocht dit niet lukken dan zullen ze Mohammed terug sturen naar hun land van herkomst. De leerplichtambtenaar schakelt een onderwijsconsulent** in. Daarnaast neemt de leerplichtambtenaar contact op met Bureau Jeugdzorg (BJZ) voor advies. Mochten ouders toch tot de beslissing komen om hun zoon naar het buitenland te sturen dan kan de leerplichtambtenaar een zorgmelding doen bij BJZ aangezien het kind in zijn ontwikkeling wordt bedreigd omdat hem passend onderwijs wordt onthouden. De vraag is echter voor BJZ ook wat zij kunnen doen als het kind in het buitenland verblijft. De onderwijsconsulent komt eveneens tot de conclusie dat het eerder gegeven advies passend is voor Mohammed. Ouders gaan er opnieuw niet mee akkoord en worden boos omdat er geen andere opties zijn. De onderwijsconsulent geeft aan dat het een optie is om het intelligentieonderzoek in de eigen taal af te nemen, maar geeft aan dat het niet veel zal afwijken van de score die Mohammed heeft behaald in het 10
. eerdere onderzoek. Ouders willen dit wel graag. De leerplichtambtenaar kijkt de mogelijkheden hiervoor na en komt bij een instantie in Rotterdam uit die een intelligentieonderzoek af kan nemen in de eigen taal. Ouders maken bij deze instantie een afspraak voor een onderzoek. Uit dit onderzoek komt in grote lijnen dezelfde uitkomst naar voren. Ouders interpreteren dit advies echter toch anders en willen hem hooguit aanmelden voor Speciaal Basisonderwijs (SBO) maar niet voor cluster 3 onderwijs. Het SBO neemt echter niet aan omdat er al een cluster 3 indicatie is. Uiteindelijk maakt de leerplichtambtenaar proces-verbaal op omdat dit te lang duurt en het jongetje in de tussentijd thuis zit. Ouders zijn hier erg boos over en sturen Mohammed inderdaad naar het buitenland. Aangezien zij hem ook definitief uit te gemeente uitschrijven kunnen Leerplicht en BJZ niets meer betekenen voor dit kind. * De verschillende soorten scholen voor speciaal onderwijs zijn verdeeld in vier clusters. Onder cluster 3 vallen de scholen voor leerlingen met verstandelijke (ZML) en/of lichamelijke beperkingen (LG/MG), leerlingen die langdurig ziek zijn (LZ) en leerlingen met epilepsie. ** Een onderwijsconsulent is een onafhankelijk deskundige ingesteld door het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De onderwijsconsulent geeft advies aan en ondersteunt en bemiddelt voor ouders.
Dit jaar is er 97 keer bemiddeld door de leerplichtambtenaren. Er zijn vaker ‘losse’ contacten rondom leerlingen maar in deze 97 gevallen zijn er minimaal 2 acties uit voortgekomen voor de leerplichtambtenaar. 2.8.
Haltverwijzingen en processen-verbaal
Als de leerling of (één van) de ouders zich niet houdt aan de Leerplichtwet, kan de leerplichtambtenaar een proces-verbaal opmaken. Bij overtredingen van de Leerplichtwet als gevolg van extra verlof en absoluut verzuim gebeurt dit altijd tegen de ouders. Bij relatief verzuim kan er proces-verbaal worden opgemaakt tegen de ouders, maar ook tegen de leerling als deze twaalf jaar of ouder is. Ook kan de leerplichtambtenaar een Halt-verwijzing (een zogenaamd verkort proces-verbaal) opmaken voor een jongere wanneer deze na een eerdere waarschuwing niet gestopt is met verzuimen. Het verzuim moet dan echter nog wel gering zijn en er moet geen hulpvraag zijn. Per 1 februari 2011 is er een ‘nieuwe aanwijzing en richtlijn strafrechtelijke aanpak schoolverzuim’ verschenen vanuit het Openbaar Ministerie. Hierin staan de aanwijzingen voor de leerplichtambtenaar rondom het opmaken van Halt-verwijzingen en processen-verbaal. In deze handleiding staan ook de verhoogde boetes en straffen per die datum weergegeven. Voor luxe-verzuim geldt nu bijvoorbeeld een richtlijn van € 75 per kind per dag (met een maximum voor de eerste week van € 425 per gezin, maximum bij twee weken € 750 per gezin). Dit jaar zijn er in totaal 78 processen-verbaal opgemaakt. Er zijn 14 jongeren doorverwezen naar Bureau Halt. Zowel het aantal processen-verbaal als het aantal Halt-verwijzingen ligt hoger dan in het schooljaar 2009-2010. Een verklaring kan zijn dat er naar aanleiding van de preventieve gesprekken op de scholen voor voortgezet onderwijs eerder wordt doorverwezen naar Bureau Halt (lik-op-stuk). De stijging in het aantal processen-verbaal voor signaalverzuim kan verklaard worden vanuit het feit dat de problematiek steeds heftiger wordt, er is vaker sprake van multi-problematiek.
11
.
3.
Met wie werkt leerplicht samen?
De leerplichtambtenaar wordt vaak als ‘spin in het web’ gezien bij het zoeken naar oplossingen rondom schoolverzuim e.d. De leerplichtambtenaar werkt samen met veel partijen die zij kunnen inschakelen als er bijvoorbeeld hulpverlening nodig is. Ook neemt de leerplichtambtenaar deel aan verschillende overleggen waar leerplichtige jongeren worden besproken. Te denken valt aan Zorg Advies Teams (ZAT’s) op scholen, maar ook aan overleggen in het Veiligheidshuis. 3.1. Samenwerking vanuit zorg Het netwerk van de leerplichtambtenaar is groot. Er zijn korte lijnen naar veel hulpverlenende instanties, zoals het School Maatschappelijk Werk (SMW) (soms is dit verbonden aan bijvoorbeeld Opella maar soms ook aan Bureau Jeugdzorg), Bureau Jeugdzorg en daarbij horend het Jeugd Preventie Team, de Raad voor de Kinderbescherming, het Advies en Meldpunt Kindermishandeling (AMK), de schoolartsen van de VGGM (Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden), Lindenhout, het Onderwijs Zorg Centrum (voorheen Pactum), de onderwijsconsulenten van het Ministerie, de Onderwijsinspectie, ProPersona, Karakter etc. Wanneer Bureau Jeugdzorg betrokken is bij een gezin hebben zij in principe de casusregie. Soms gebeurt het in gezinnen dat er zoveel hulpverleners betrokken zijn, dat er een gezinsmanager van Lindenhout wordt ingezet. Door de inzet van de gezinsmanager wordt de gezinssituatie gestabiliseerd en kunnen ouders weer de rol van opvoeder invullen. De leerplichtambtenaren nemen ook deel aan de ZorgAdviesTeams op de scholen voor het voortgezet onderwijs in Ede. In deze ZAT’s zitten vertegenwoordigers van BJZ, VGGM, SMW, uiteraard school en soms ook nog vertegenwoordigers van het OnderwijsZorgCentrum en bijvoorbeeld Eleos. 3.2. Samenwerking vanuit veiligheid Een aantal leerplichtambtenaren fungeert als contactpersoon voor het Veiligheidshuis Ede. Zij wonen de overleggen van het ZorgOverleg Risicojeugd (ZOR) en het Justitieel Overleg Risicojeugd (JOR) bij. Zij leveren vooraf informatie aan en denken samen met de partners tijdens het overleg mee over passende oplossingen rondom de besproken jongeren. Ook leveren zij wekelijks informatie aan over de Edese jongeren die in het Justitieel Casus Overleg worden besproken. Er wordt informatie aangeleverd voor de aanpak van de overlastgevende jeugdgroepen en er vindt op individueel casusniveau uitwisseling plaats. De contacten met het Veiligheidshuis zorgen voor korte lijnen met onder andere de politie, de parketsecretarissen van het OM etc. Casus: samenwerking met het Veiligheidshuis Onderstaande casusomschrijving is fictief maar gebaseerd op ervaringen van de leerplichtambtenaren in de afgelopen jaren. Tijdens het ZorgOverleg Risicojeugd (ZOR) in het Veiligheidshuis wordt een jongere ingebracht naar aanleiding van een licht strafbaar feit waarbij ook zorgen zijn rondom het gedrag. De samenwerkende partijen, zoals politie, BJZ, leerplicht e.a., checken of deze jongere bekend is bij hen. Wanneer de leerplichtambtenaar bij school checkt of deze jongere bij hen ook opvalt qua verzuim en/of gedrag wordt duidelijk dat er inderdaad sprake van verzuim is. Dit verzuim wordt echter altijd ‘gedekt’ door ouders met een ziekmelding, vandaar dat er (nog) niet gemeld is bij Leerplicht. De leerplichtambtenaar besluit, in overleg met school, deze jongere en ouders toch uit te nodigen voor een gesprek. Vanuit het Veiligheidshuis is inmiddels een brief aan ouders gestuurd met de mededeling dat hun kind daar besproken wordt. Tijdens het gesprek met de leerplichtambtenaar worden de zorgen die bekend zijn dan ook besproken. Ouders geven aan ook niet meer te weten wat ze nog kunnen doen om hun kind op de rit te houden. Zij gaan akkoord met de doorverwijzing van hun kind door de leerplichtambtenaar naar het JeugdPreventieTeam van Bureau Jeugdzorg. Er wordt door Bureau Jeugdzorg hulp geboden. De jongere gaat weer naar school en heeft geen strafbare feiten meer gepleegd. Dit is een goed voorbeeld van hoe samenwerking tussen de verschillende partijen kan leiden tot een succesvolle aanpak rondom een jongere.
12
. 3.3. Samenwerking naar aanleiding van sancties Leerplichtambtenaren kunnen verschillende sancties inzetten als niet voldaan wordt aan de leerplicht. 3.3.1. BUREAU HALT In Hoofdstuk 2 is al beschreven in welke gevallen jongeren doorverwezen kunnen worden naar Bureau Halt. De werkwijze van Bureau Halt is als volgt. Wanneer het verkorte proces-verbaal van de leerplichtambtenaar binnenkomt bij Bureau Halt, nodigen zij de jongere en ouders uit voor een gesprek. Er wordt dan gesproken over de reden van doorverwijzing naar Bureau Halt en de aard van de straf: werken en/of een opdracht. Wanneer een jongere de Haltstraf goed afrondt betekent dat geen boete en geen vervolging door Justitie. Wordt de Haltstraf niet goed uitgevoerd dan wordt teruggemeld naar de leerplichtambtenaar en wordt de jongere door middel van een proces-verbaal alsnog doorgestuurd naar Justitie. 3.3.2. OPENBAAR MINISTERIE In Hoofdstuk 2 is ook al kort iets gezegd over het proces-verbaal. De werkwijze rondom het proces-verbaal is, in het kort, als volgt. De leerplichtambtenaar kan een proces-verbaal opmaken aan alleen de ouders. Dit proces-verbaal wordt naar het Openbaar Ministerie én naar Bureau Jeugdzorg gestuurd zodat zij onderzoek kunnen doen. Wanneer er proces-verbaal tegen de jongere of tegen de jongere én ouders wordt opgemaakt, wordt het proces-verbaal naar het Openbaar Ministerie én naar de Raad voor de Kinderbescherming opgestuurd. De Raad doet dan een onderzoek en zij zijn ook bij de rechtbankzitting aanwezig. 3.3.3. SOCIALE VERZEKERINGSBANK De Algemene Kinderbijslagwet (AKW) is per 1 oktober 2009 aangepast aan de kwalificatieplicht. Dat betekent dat ook ouders van jongeren van 16 en 17 jaar die geen school bezoeken, gekort kunnen worden op de kinderbijslag. Het gaat dan om jongeren die geen startkwalificatie hebben. Hoewel het in de eerste instantie om een technische harmonisatie van wetgeving ging, is verondersteld dat de maatregel een bijdrage zal leveren aan de bestrijding van voortijdige schooluitval. Ouders krijgen in principe voor hun 16 of 17-jarige kind alleen nog maar kinderbijslag, wanneer deze bezig is een startkwalificatie te behalen en daarbij voldoet aan de eisen uit de Leerplichtwet. Ook voor deze wetswijziging werkte Leerplicht echter al samen met de Sociale VerzekeringsBank (SVB). Wanneer gezinnen ‘in onderzoek’ worden gezet bij Burgerzaken omdat bijvoorbeeld het vermoeden bestaat dat er niemand op het woonadres verblijft, gaat er automatisch een signaal naar de SVB en wordt de kinderbijslag (tijdelijk) stopgezet. 3.4. Samenwerking intern en met de regio Ook intern binnen de gemeente vinden er overleggen plaats waarbij Leerplicht is betrokken. Zo woont een van de leerplichtambtenaren de overleggen over de gemeentebrede Roma-aanpak bij en is er een overleg Multidisciplinair Handhaven, waar informatie vanuit verschillende disciplines wordt gedeeld. Ook zijn er ongeveer tweemaandelijks overleggen met alle leerplichtambtenaren en RMC medewerkers uit de regio. Hierbij zijn informeren en afstemmen belangrijke doelen. Afgelopen jaar is er gezamenlijk in de regio bijvoorbeeld een brochure ontwikkeld voor de schooldirecteuren over de regels rondom het verlenen van verlof.
13
.
4.
2010-2011 in cijfers
In dit hoofdstuk wordt beschreven hoe 2010-2011 er in cijfers uitzag.
Tellingen In het schooljaar 2010-2011 is er voor het eerst het hele jaar gewerkt met het nieuwe registratiesysteem Carel. In het schooljaar 2009-2010 zijn we halverwege het schooljaar overgestapt op dit systeem. Dit schooljaar werd er in een aantal gevallen dus anders geteld dan het schooljaar ervoor. Zo is het in het nieuwe systeem bijvoorbeeld mogelijk om op verzuimsoorten te tellen en niet alleen op, op naam gezette, dossiers. Het tellen op verzuim geeft een zuiverder beeld dan het tellen op dossiers. Ook is er dit schooljaar voor gekozen om alleen de casussen mee te tellen waarin meerdere acties hebben plaatsgevonden. Deze andere manier van tellen levert weliswaar een lager aantal casussen op maar geeft wel een zuiverder beeld van de inzet van de leerplichtambtenaar. Zo zijn jongeren die in het ZAT worden besproken maar waar verder geen bemoeienis mee is ook niet meegeteld. Er is dit schooljaar, net als voorgaande jaren overigens, voor gekozen om te tellen op leerlingen en niet op aantal meldingen. Het kan namelijk voorkomen dat jongeren meerdere keren in een jaar gemeld worden. Er is bijvoorbeeld in oktober een preventief verzuimgesprek gevoerd. Het dossier wordt hierna, in de meeste gevallen, afgesloten nadat de waarschuwing is gegeven. Meldt school echter in april aanhoudend verzuim dan wordt het dossier opnieuw geopend. Het is zelfs mogelijk dat er begin van het schooljaar absoluut verzuim wordt geconstateerd en in de loop van het schooljaar, wanneer de jongere op school zit, signaalverzuim wordt gemeld. Tabel 4.1 geeft een overzicht van de aantallen zoals die voorkomen in het registratiesysteem van leerplicht, Carel. Gedurende het jaar worden echter ook jongeren in behandeling genomen die niet in het registratiesysteem voorkomen. Dit komt bijvoorbeeld omdat zij dan nog niet officieel in de gemeente Ede ingeschreven staan omdat ze bijvoorbeeld net verhuisd zijn. Of jongeren verblijven wel in de gemeente Ede maar staan officieel nog bij de andere gescheiden ouder elders in Nederland ingeschreven. Deze casussen worden dan wel opgepakt maar worden hier dus niet meegeteld.
Dit schooljaar zijn er 32 ‘absoluut verzuimers’ in behandeling genomen. Er zijn gedurende dit schooljaar 32 jongeren in behandeling genomen waarvan niet bekend was waar zij op school zaten en waar niet werd gereageerd op brieven van de administratie (zie tabel 4.1). Van deze 32: • hebben er 9 een proces-verbaal gekregen • bleken er 5 geëmigreerd te zijn of in het buitenland op school te zitten (daarvoor is een vrijstelling in orde gemaakt op basis van het inschrijfbewijs van de school in het buitenland) • bleken er 7 in Ede of een andere gemeente gewoon op school te zitten • zijn er 7, al dan niet na bemiddeling van de leerplichtambtenaar, weer naar school gegaan • geldt voor 4 dat er een andere reden was waarom ze absoluut verzuimer waren Het aantal in behandeling genomen casussen van absoluut verzuim ligt dit jaar hoger dan in het schooljaar 2009-2010 (toen waren het er 15). Dit kan verklaard worden doordat het door het nieuwe registratiesysteem van Leerplicht, Carel, en de koppeling naar DUO mogelijk is om eerder helder te krijgen in welke casussen sprake is van absoluut verzuim. Er zijn dit jaar door de leerplichtadministratie ongeveer 450 brieven aan ouders verstuurd in de gevallen waarin niet bekend was waar de jongeren op school zaten. Meestal is dit voldoende om te weten waar jongeren heen gaan. In de casussen waarin ouders niet reageren na twee brieven, pakt de leerplichtambtenaar dit op en doet onderzoek.
Dit schooljaar werden er 501 meldingen van signaalverzuim gedaan. In hoofdstuk 2 is al beschreven wat de redenen voor signaalverzuim kunnen zijn. In tabel 4.1 zijn de verzuimmeldingen uitgesplitst naar schooltype. Het meeste signaalverzuim komt voor in het voortgezet onderwijs. Er zijn naar aanleiding van signaalverzuim 14 jongeren doorverwezen naar Bureau Halt. Er is naar aanleiding van signaalverzuim 38 keer proces-verbaal opgemaakt.
14
.
Tabel 4.1 Verzuimmeldingen naar schooltype Totaal
46
absoluut verzuim 16
1
4
9
2
27
6
323
4
158
32
611
signaalverzuim
luxe-verzuim
Basisonderwijs (BO)
32
Speciaal Basisonderwijs (SBO)
4
Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO)
25
Voortgezet Onderwijs (VO)
286
Middelbaar Beroepsonderwijs (MBO)
154 (incl. 150 kwal.plicht*)
Totaal
501
31
78
94
*dit is inclusief 150 jongeren die in behandeling zijn genomen door de leerplichtambtenaren MBO. Zie hiervoor het aparte Jaarverslag Kwalificatieplicht 2011-2012. In het schooljaar 2009-2010 zijn er naar aanleiding van signaalverzuim 33 processen-verbaal opgemaakt. In dat jaar zijn er 5 jongeren doorverwezen naar Bureau Halt. Dit jaar zijn dat er meer, namelijk 14. Dit kan verklaard worden vanuit het voeren van preventieve gesprekken op de scholen voor voortgezet onderwijs en de daaruit voortkomende acties. Jongeren krijgen tijdens een preventief gesprek een waarschuwing dat het verzuim moet stoppen. Ook wordt duidelijk aangegeven dat als het verzuim niet stopt, de volgende stap direct een doorverwijzing naar Bureau Halt kan zijn (lik-op-stuk).
Er kwamen dit jaar 78 meldingen van luxe verzuim binnen. Er zijn dit schooljaar 78 meldingen van luxe-verzuim in behandeling genomen. Deze jongeren zijn gemeld door de scholen of zijn via controles door de leerplichtambtenaren naar boven gekomen (zie tabel 4.1). In 17 gevallen van luxe-verzuim is er dit jaar een proces-verbaal opgemaakt (dit betekent overigens procesverbaal voor 20 kinderen aangezien er meerdere kinderen per gezin verzuimd kunnen hebben). In de andere gevallen is het meestal bij een waarschuwing gebleven. In het schooljaar 2009-2010 zijn er 12 processen-verbaal voor luxe-verzuim opgemaakt. Dit jaar is daar dus een lichte stijging in te zien.
Er is dit jaar minimaal 97 keer bemiddeld door de leerplichtambtenaren. De leerplichtambtenaar helpt regelmatig bij problematiek waarbij niet direct sprake is van schoolverzuim. Bijvoorbeeld als er een conflict is tussen school en de leerling of ouders. Of wanneer er hulp nodig is bij het vinden van een nieuwe school. Ook voor bijvoorbeeld het Veiligheidshuis is de leerplichtambtenaar regelmatig tussenpersoon richting de scholen. Wanneer er informatie nodig is over bepaalde jongeren die in het Veiligheidshuis worden besproken, zorgt de leerplichtambtenaar dat dit er komt via de scholen. In al deze gevallen is er dus niet direct sprake van verzuim maar de leerplichtambtenaar adviseert of bemiddelt wel. Voor dit jaarverslag zijn de casussen meegeteld waarin er minimaal 2 acties voor de leerplichtambtenaar uit voort zijn gekomen. Er zijn uiteraard vaker ‘losse’ contacten met bijvoorbeeld ouders of scholen wanneer er een vraag wordt gesteld of er eenmalig een signaal wordt gegeven, maar deze zijn hier niet meegeteld. Zo zijn ook bijvoorbeeld leerlingen die enkel in het ZAT worden besproken en waar verder geen bemoeienis mee is niet meegeteld.
Er kwamen dit jaar 27 aanvragen voor vrijstelling binnen. In hoodstuk 2 zijn de verschillende soorten vrijstellingen al toegelicht. Hieronder worden de verschillende aantallen weergegeven. Een verleende vrijstelling geldt in de meeste gevallen voor een afgebakende periode of voor een schooljaar. Dit betekent in de meeste gevallen dat er elk jaar opnieuw vrijstelling aangevraagd moet worden door ouders.
15
.
Tabel 4.2 Vrijstellingen
Soorten vrijstellingen
aantal
art 3a, vervangende leerplicht art 3a, vervangende leerplicht (tenminste 14 jaar)
1
art 5 Vrijstelling inschrijving art 5a, lichamelijke of psychische gronden art 5b, tegen de richting van het onderwijs art. 5c, ingeschreven in het buitenland
1 1 13
art 11, gronden voor vrijstelling geregeld schoolbezoek art 11d, wegens ziekte verhinderd e art 11 , vervullen van godsdienstige plichten art 11f, specifieke aard beroep ouders art 11g, gewichtige omstandigheden
2 1 1 3
art 15, vrijstelling wegens volgen ander onderwijs art 15, volgen ander onderwijs
4
totaal
27
Dit schooljaar werd er 78 keer een proces-verbaal opgemaakt. Ten opzicht van vorig jaar is er een duidelijke stijging te zien in het aantal processen-verbaal en het aantal Halt-verwijzingen. In het schooljaar 2009-2010 werden er 12 processen-verbaal voor luxe verzuim opgemaakt, 33 voor signaalverzuim en in dat jaar werd er 5 keer een jongere naar Bureau Halt verwezen. De stijging van de verwijzingen naar Bureau Halt in het schooljaar 2010-2011 kan verklaard worden door het voeren van de preventieve verzuimgesprekken op de scholen voor het voortgezet onderwijs. Er worden gesprekken gevoerd wanneer er nog sprake is van gering verzuim. Wanneer de jongere na dit gesprek en de bijbehorende waarschuwing niet ophoudt te verzuimen, wordt er in de meeste gevallen bij een volgende melding direct doorverwezen naar Bureau Halt. Op steeds meer scholen voor voortgezet onderwijs worden deze preventieve gesprekken gevoerd en dus neemt het aantal maatregelen naar aanleiding daarvan ook toe. Daarnaast neemt de zwaarte van de casussen ook toe. Er is vaker sprake van multi-problematiek. Dit zorgt voor een stijging in het aantal processen-verbaal voor signaalverzuim. Tabel 4.3 Aantallen processen-verbaal Type verzuim Absoluut verzuim Luxeverzuim Signaalverzuim Halt (‘verkort proces-verbaal’) Totaal
16
Aantal processen-verbaal 9 17 38 14 78
.
5.
Terugblik en vooruitzien
5.1. Terugblik Dit schooljaar is de Instructie Leerplicht vastgesteld door het College van Burgemeester en Wethouders. Er is een Handleiding Carel geschreven met werkafspraken voor het nieuwe leerplichtregistratiesysteem. Ook dit schooljaar heeft SOVEE (een organisatie die begeleiding, advies, training en coaching biedt aan jongeren, ouders, peuterspeelzalen, scholen en andere organisaties die met jeugd werken in de regio Amersfoort) de jongeren benaderd die dreigen uit te vallen bij de overstap van het VMBO naar het MBO. Er is dit schooljaar met de regio een brochure opgesteld voor de directeuren met daarin de regels rondom het verlenen van extra verlof. Het onderzoek naar de effectiviteit van de processen-verbaal en Haltverwijzingen is dit jaar nog niet uitgevoerd. 5.2. Vooruitzien Er zijn veel ontwikkelingen op het gebied van onderwijs de komende jaren. Bijvoorbeeld op het gebied van passend onderwijs. Het kabinet wil het stelsel voor passend onderwijs herzien. In het nieuwe stelsel krijgen scholen de plicht een passende onderwijsplek te bieden aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben. Wat dit betekent voor de rol van de leerplichtambtenaar is nu nog onduidelijk. Worden daarmee de wachtlijsten waar we nu vaak tegenaan lopen bij speciaal onderwijsscholen opgelost? Of zorgt het plaatsen van leerlingen met een handicap of gedragsproblemen in het regulier onderwijs juist voor meer problemen? Allemaal zaken die de komende jaren duidelijk moeten worden. Ook de ontwikkelingen in de Jeugdzorg (nu voert de provincie nog de regie over de Bureaus Jeugdzorg, straks gaan de gemeenten dat doen) en bezuinigingen bijvoorbeeld in de vorm van de zogenaamde IQmaatregel (het Kabinet wil dat mensen met een IQ tussen de 70 en 85 geen aanspraak meer kunnen maken op de AWBZ zorg waardoor dit kan betekenen dat duizenden mensen geen recht meer hebben op bijvoorbeeld begeleid wonen of dagbesteding) kunnen van invloed zijn op hoe Leerlingzaken nu werkt. Ook dit is echter nog allemaal onduidelijk. Leerplicht blijft ook het komende jaar werken aan verbetering van de werkprocessen waaronder het gebruik van het leerplichtregistratiesysteem. We blijven daarnaast investeren in preventie. Er wordt gehandhaafd wanneer het moet en geadviseerd en ondersteund wanneer het kan.
17