Diakonia
Tijdschrift voor diaconaal werk I 19e jaargang I nummer 6 I december 2006
geloven-helpen-bouwen
.nl
www.
Armoedeonderzoek op Landelijke Diaconale Dag
Colofon DIAKONIA, 19E JAARGANG, NO. 6, DECEMBER 2006 Tijdschrift voor hen die plaatselijk actief zijn op diaconaal gebied.
Inhoud 3 Bijzonder Henny Nagelhout
UITGEVER Diakonia verschijnt zesmaal per jaar en is een uitgave van de dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk in Nederland voor het diaconale programma van Kerkinactie.
4 “We willen zo graag een beetje geluk” - Al zeven jaar in Nederland en nog steeds wachten op een antwoord Gerrit Groeneveld
Kerkinactie is het missionaire en diaconale werk in binnen- en buitenland van de Protestantse Kerk in Nederland. Delen van dit werk worden uitgevoerd mede namens tien oecumenisch georiënteerde kerken en organisaties in Nederland.
7 Dia-Koos
REDACTIERAAD Sjon Donkers, Meta Floor, Jac Franken, Riet van der Kooij, Gerda van Leeuwen, Henny Nagelhout (eindredacteur), Jan Ritman, Corinth van Schaik, Ruud Slabbertje (voorzitter), Irene Stok. OPMAAK EN DRUK Roto Smeets GrafiServices, Utrecht. ADMINISTRATIEADRES Adressen- en periodiekenadministratie, Postbus 8504, 3503 RM Utrecht, tel. (030) 880 17 25, fax (030) 880 15 84, e-mail:
[email protected]. REDACTIEADRES Postbus 456, 3500 AL Utrecht, tel. (030) 880 17 90, fax (030) 880 14 57, e-mail:
[email protected]. ABONNEMENTEN De abonnementsprijs bedraagt € 12,10 per jaar. Losse nummers € 2,50. GESPROKEN DIAKONIA Diakonia is ten behoeve van visueel gehandicapten ook verkrijgbaar in gesproken vorm op audiocassettes. Voor een abonnement of een proefcassette kunt u terecht bij de CBB, Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel. (0341) 56 54 77. Daar kunt u ook informatie krijgen over de uitgave in brailleschrift. WEBSITE www.kerkinactie.nl ISSN 0167 - 1472
2
7 Reacties van lezers
8 Landelijke Diaconale Dag 2006 10 Het gaat weer goed in Nederland! Maar voor wie? Hans Arwert 12 Op de stoep bij Anneke van der Graaf-Bijl, diaken in Vlaardingen Sjon Donkers 14 Groentetuin voor de minima in Lelystad Henk van IJken 16 “Laat zien en voelen dat het over mensen gaat” 17 Diaconale collectes - Hoe breng je ze onder de aandacht? Hannie Luiten en Mariken Stolk 19 Jeugdwerkloosheid - impuls voor jongerendiaconaat? Kees Tinga 21 Negatieve beeldvorming rond armoede Henk van IJken 22 Kort 24 Gebed
BIJ DE VOORPLAAT Ruim 1200 diakenen bezochten de Landelijke Diaconale Dag in de Jaarbeurs in Utrecht. “Je merkt ineens dat je er niet alleen voor staat, het is zo inspirerend”, sprak een diaken na afloop. Volgend jaar is de Landelijke Diaconale Dag op 17 november 2007. (Foto Jaap de Jager)
Diakonia I december 2006
Van de redactie GERRIT GROENEVELD
Diaken Inie van Egdom Soms wordt de Venlose diaken moedeloos van de muren waar ze tegen aanloopt. Ze verbaast zich over de manier waarop wij in Nederland met onze medemensen (asielzoekers) omgaan. Zie pagina 4, 5 en 6.
Meer mensen, meer geld, meer bureaucratie Meer mensen doen een beroep op diaconieën. Per hulpaanvraag is er ook meer geld mee gemoeid dan in 2004. En er is meer bureaucratie die de mensen belemmert. Dat zijn enkele uitkomsten van het armoedeonderzoek onder diaconieën. De resultaten zijn te lezen op pagina 10 en 11.
Collecte werelddiaconaat 4 februari 2007 Hoe breng je diaconale collectes onder de aandacht in de kerkdienst? Een aantal ideeën is te lezen op pagina 17 en 18. december 2006 I Diakonia
HENNY NAGELHOUT
Bijzonder U heeft een bijzonder nummer van Diakonia in handen, om meer dan één reden. Allereerst om de inhoud met o.a. de onrustbarende uitkomsten van het armoedeonderzoek waaraan 700 diaconieën meewerkten, een actuele fotoreportage van de drukbezochte en spannende Landelijke Diaconale Dag op 18 november en het schrijnende verhaal van een diaken uit Venlo, die zich ontfermt over uitgeprocedeerde asielzoekers. Ook een interview over een initiatief uit Lelystad - een diaconale groentetuin - biedt een bruikbaar idee om diaconaal aan de slag te gaan. Wat motiveert diakenen? Dat is de centrale vraag in de nieuwe serie “Op de stoep bij...” Van harte aanbevolen! Bijzonder is ook dat dit het laatste nummer is in deze vormgeving, want het februarinummer zal een nieuw jasje krijgen. En wel in de nieuwe huisstijl van Kerkinactie, die in 2007 start om een duidelijker relatie te leggen naar de huisstijl van de Protestantse Kerk in Nederland. Want daarvan maakt Kerkinactie immers deel uit! De laatste verandering zit ’m in de inhoud: vanaf 2007 zal ook het werelddiaconaat een plaats krijgen in Diakonia. Een voorproefje daarvan is al te zien op pagina 17/18, over de werelddiaconaatszondag op 4 februari 2007. De reden voor deze verandering is dat de uitgever helaas moest besluiten om het blad Omkeer op te heffen, vanwege stijgende kosten en een dalend abonnementenaantal. De verschillende rubrieken van Diakonia blijven wel hetzelfde. De Diakonia-redactie zal haar uiterste best doen om u allemaal, of u nu ‘gewoon’ diaken bent of werelddiaken, te blijven ondersteunen. Als u wensen heeft, horen wij dat graag. Suggesties voor interviews en artikelen zijn ook welkom. Zo kunnen we samen Diakonia als een bruikbaar en inspirerend blad blijven maken.
3
Attje Vokkert Inie van Egdom en Sebri en Hans Silvis (zie
De verbinding Driedubbelportret van twee asielzoekers (Sebri uit Somalië en Nura uit Bosnië) en diaken Inie van Egdom uit het Limburgse Velden.
AL ZEVEN JAAR IN NEDERLAND EN NOG STEEDS WACHTEN OP EEN ANTWOORD
“We willen zo graag een beetje geluk” TEKST EN FOTO’S GERRIT GROENEVELD Je zou ze moeten kennen: Sebri en Nura. In feite een wonder dat ze zich op de been houden. De een zonder vaderland en de ander noodgedwongen de geboortegrond ontvlucht. Beiden al meer dan zes jaar, elk met hun eigen gezin, in Nederland maar nog altijd in slopende onzekerheid. Wanhopig op zoek naar een beetje geluk, rust en een toekomst voor hun nog zo jonge kinderen. Maar ze hebben in hun leven nog nooit met plezier naar de toekomst kunnen kijken. Ook niet in Nederland. Je zult maar als driejarig jongetje met je ouders vanuit het winderige Somalië verhuizen naar Saoedi-Arabië. Om op je twintigste, als je vader net is overleden, dat land te moeten verlaten omdat het er vanwege de ondoorzichtige bureaucratie nooit van is gekomen de juiste papieren te bemachtigen. Op goed geluk beland je in Nederland. Want in Europa, daar zou het wel goed komen. Maar in dit beschaafde land begint de ellende pas goed. Sebri, 28 jaar en nu bijna zeven jaar in Nederland. In die tijd overgebracht van het ene naar het andere centrum. Hij heeft hier de status van uitgeprocedeerde asielzoeker die een laatste strohalm vastgrijpt met de zogenoemde ‘Buiten Schuld-procedure’.
HUISVADER In Nederland heeft Sebri zijn vriendin Helen leren kennen, een december 2006 I Diakonia
Sebri
vrouw uit Eritrea met wie hij een zoontje heeft van inmiddels vier jaar. In feite is hij het schoolvoorbeeld van de brave huisvader, waar Nederland er best meer van zou mogen hebben. Zijn verblijf in Nederland heeft hij zoveel mogelijk benut om een vak te leren. Inmiddels is hij een bekwaam automonteur. Iemand aan wie je je auto met een gerust hart toevertrouwt. Hij heeft de studie met succes afgesloten, maar een certificaat is er niet bij. Dat kan nu eenmaal niet wanneer je geen uittreksel uit de burgerlijke stand kunt overleggen. Dag in dag uit zit hij te popelen om onder de eerste de beste motorkap te duiken, maar met zijn huidige status is dat taboe. Niks doen en afwachten, dat is het enige wat mag.
OP STRAAT GEZET Vanwege het feit dat Sebri nog in een procedure is verwikkeld, is hij wel legaal in Nederland. Maar hij heeft recent te horen gekregen dat er voor hem in het AZC van Venlo geen plek meer is. Hij staat dus letterlijk op straat. Dakloos. Zijn vriendin en zoontje verbleven aanvankelijk nog wel in het Venlose AZC, maar zijn op een ochtend in alle vroegte door de vreemdelingenpolitie van hun bed gelicht en in een geblindeerd busje naar het vertrekcentrum in Vught overgebracht.
GEBLINDEERD Het zijn onder andere dit soort praktijken die diaken Inie van Egdom uit het Limburgse Velden
5
is dertien jaar en volgt een theoretische leerwegopleiding aan de middelbare school in Venlo.
AFHANKELIJK VAN TOEVAL
Inie van Egdom
inspireren tot haar werk. Onmenselijk en inhumaan noemt ze de manier waarop dit land met mensen als Sebri omgaat: “Helen moest in een geblindeerd busje en haar zoontje in een andere auto, weg bij zijn moeder. Ze mochten niet samen reizen. Vader (Sebri) belde me in de loop van de ochtend overstuur op. Helen en haar zoontje waren met een paar persoonlijke eigendommen in een grote kamer van de voormalige kazerne gestopt, zonder eten of extra kleding. Ik ben in de auto gestapt en heb in Venlo hun spullen opgehaald en naar Vught gebracht.”
OPVANGADRES Toen Sebri te horen kreeg dat hij niet meer welkom was in het AZC te Venlo stond hij op straat en klopte aan bij Inie van Egdom. Zij heeft ervoor gezorgd dat vanuit de kerk een opvangadres voor Sebri is geregeld. Inie doet haar werk vanuit de kerk nu een aantal jaren, maar verbaast zich nog bijna dagelijks over de manier waarop wij in Nederland met de medemens omgaan. “Natuurlijk is het goed dat er regels zijn. Maar je kunt toch niet in alle gevallen roepen ‘wet is wet en regel is regel?’ Je moet toch altijd de menselijke maat toepassen?”
6
WEGGEPEST Dat brengt Inie op de situatie rond Nura, de inmiddels 31-jarige Bosnische die in 2000 uit haar vaderland werd weggepest omdat de Serviërs daar, ondanks de papieren vrede, nog steeds de moslim- en christelijke gemeenschappen doodzwijgen. “Mijn kind werd op school in Bosnië achtergesteld en kreeg slechte punten. En onze begraafplaats bijvoorbeeld. Gesloten, dicht. Het bestaan werd ons onmogelijk gemaakt. We waren niet meer veilig, werden bedreigd, en besloten weg te gaan. Weg uit ons vaderland. We hoopten hier een rustig bestaan op te kunnen bouwen. Gewoon net als andere mensen. Met een huisje en een gezin.” Maar ook Nura (ze wil liever niet op de foto) heeft na zes jaar Nederland nog geen enkele duidelijkheid. De eerste reactie op haar aanvraag kreeg ze na vier-en-een-half jaar wachten: helaas, er was geen plek voor haar en haar gezin. Ook zij heeft haar hoop hier gevestigd op een allerlaatste procedure. Die van de zogenoemde ‘Schrijnendheid’. Haar tweede kindje is in Maastricht geboren. Een jongetje van inmiddels vier jaar. Haar dochtertje
De man van Nura kwam getraumatiseerd uit de Balkan-oorlog. Totaal vermagerd, wanhopig en met alle tanden uit zijn mond kreeg zij hem, na vier jaar verblijf in een Servische gevangenis, in 1996 terug. Ze wilden een nieuw bestaan in Bosnië opbouwen maar werden daar met de nek aangekeken. In Nederland werd dat in feite niet veel beter. Inie van Egdom: “De officiële Bosnische papieren van de man van Nura zijn in Zevenaar in het opvangcentrum zoekgeraakt. Dat staat zwart-opwit; ik zou dat niet zeggen wanneer ik dat niet zeker weet. De man van Nura werd tijdens een routinecontrole van de politie aangehouden en in de cel gezet omdat hij geen geldige papieren had. Dat is toch te gek voor woorden: wij maken hier zijn spullen kwijt en zetten hem vervolgens vast omdat hij geen geldige documenten heeft. Een half jaar in de cel. Hij is nu een paar dagen vrij. Een nieuwe advocaat die hij net een dag had, kreeg dat voor elkaar. Je bent in Nederland dus blijkbaar van toevalligheden afhankelijk en niet van regels.”
MOEDELOOS Soms wordt Inie van Egdom werkelijk moedeloos van de muren waar ze tegenaan loopt. “Af en toe heb je de neiging om het hoofd in de schoot te leggen, maar al gauw realiseer je je weer dat jij de enige bent bij wie deze mensen terecht kunnen. Gewoon door er te zijn voor ze. Een schouder bieden en hun verhalen aanhoren. Dan vertel ik ze ook dat er heus wel Nederlanders zijn die met ze meevoelen. Maar eerlijk gezegd denk ik dat er maar weinig mensen zijn die weten wat ons land allemaal met vluchtelingen doet. En aan de andere kant zijn er zoveel mensen die met een oordeel klaar staan. Daar word je weleens moe van.” Gerrit Groeneveld is freelance journalist en fotograaf. Diakonia I december 2006
Tips en reacties van lezers Lezers van Diakonia worden van harte uitgenodigd om ideeën, tips en reacties aan andere diakenen door te geven. U kunt dit toezenden aan de redactie, Postbus 456, 3500 AL Utrecht, e-mail
[email protected].
Reacties DRONTEN Janette Lodders, diaken in Dronten, is actief met de jaarlijkse kerstpakkettenactie. Zij vroeg de redactie of er diaconieën zijn die - bij een kerstpakkettenactie - goed samenwerken met de afdeling Sociale Zaken van hun burgerlijke gemeente. En ook op welke wijze die samenwerking plaatsvindt. U kunt uw reactie sturen naar de redactie.
DEVENTER Het Vakantiebureau schreef de redactie over een wel heel bijzondere groep die deze zomer een diaconale vakantieweek voor vitale ouderen meemaakte. “Vorige week waren hier gasten, christenen uit Syrië. Asielzoekers die inmiddels tien jaar in Nederland zijn en nog steeds in de procedure zitten. Omdat deze mensen weinig Nederlands spreken - en ook geen Nederlandse les mogen volgen - was hun zoon ook mee. Hij
deed volwaardig mee in het vrijwilligersteam. Gasten en vrijwilligers waren hier gekomen via de diaconie in Deventer, die ook de vakantie betaalde. In deze kerk doet in ieder geval de zoon vrijwilligerswerk. Ze hebben alledrie enorm genoten en willen graag nog een keer komen.” Een idee om na te volgen?
UTRECHT Kerkinactie ontvangt zeer regelmatig e-mails over schrijnende situaties van asielzoekers. Blijft u dat alstublieft doen, want met die feiten kan Kerkinactie verder werken. Een diaken uit Utrecht schreef bijvoorbeeld aan Kerkinactie: “Gisteren werd een gezin uit Iran op vreselijke wijze afgevoerd. Het gebeurde tussen vijf en zes uur in de ochtend. Door de ramadan waren veel bewoners al vroeg op en zagen ze dat de kinderen geboeid werden afgevoerd. Het gezin woont negen jaar in ons land en is via
Duitsland hier gekomen. Het dochtertje is nu tien jaar en heeft een ernstige nierziekte. Een zoontje van elf jaar durft niet goed te praten. Zij zijn afgevoerd naar Zestienhoven en vermoedelijk al op weg naar Duitsland. Hoe alles technisch in elkaar zit weet ik niet. Maar hier gebeurt een menselijk drama en hoe kun je als gelovig mens dit toelaten? Het gezin is zes jaar geleden christen geworden en heeft zijn heil gezocht bij de kerk. De kinderen zaten op de Marnixschool in de wijk, hun vriendjes en vriendinnen willen weten wat er aan de hand is. De bewoners van het AZC zijn onrustig en bang, want wie is de volgende?” Het laatste nieuws over deze familie: ze zijn inderdaad uitgezet naar Duitsland. Vervolgens hebben Nederlandse én Duitse belangenbehartigers voorkomen dat zij naar Iran zijn uitgezet. Ze hebben inmiddels een huis in Duitsland.
INHOUD SJON DONKERS ILLUSTRATIE LEX DIRKSE
december 2006 I Diakonia
7
Actueel
Landelijke Diaconale Dag 2006 FOTO’S JAAP DE JAGER
Ruim 1200 diakenen bezochten de jaarlijkse Landelijke Diaconale Dag op 18 november, vlak voor de Tweede Kamerverkiezingen. Het thema ‘Armoede aangepakt’ bleek actueler dan ooit.
Minister De Geus legt het regeringsbeleid uit.
Gerda Verburg (CDA), Hans Spekman (PvdA) en Tineke Huizinga (ChristenUnie) en nog drie andere Tweede-Kamerleden deden mee aan het politiek café.
Maar ook diakenen hadden hun verhaal te vertellen.
8
Diakonia I december 2006
Ontmoetingen
Verhalenverteller Kees Posthumus sloot het ochtendprogramma af met een massaal meegezongen ‘Wij zullen doorgaan…’
De volgende Landelijke Diaconale Dag is op 17 november 2007. december 2006 I Diakonia
9
Antenne
RESULTATEN UIT HET VERVOLGONDERZOEK VAN KERKINACTIE OVER ARMOEDE IN NEDERLAND
Het gaat weer goed in Nederland! Maar voor wie? De economie herstelt zich, de werkloosheid neemt af, het vertrouwen van de consument neemt toe. Zomaar wat signalen die her en der opduiken in de media, of opgetekend worden uit de mond van politici en beleidsmakers. Toch komt een heel ander signaal naar voren uit het vervolgonderzoek van Kerkinactie naar de betrokkenheid van diaconieën bij armoedebestrijding. Het onderzoek werd dit jaar uitgevoerd met de gegevens van diaconieën over 2005. De armoede is nog lang niet opgelost, sterker nog, de kloof tussen arm en rijk lijkt zich te verbreden, te verdiepen. Hebben al die diakenen die zich met armoede bezighouden het dan bij het verkeerde eind? Leven zij in een andere werkelijkheid?
MEER, MEER, MEER
10
ALERTE EN ACTIEVE DIACONIEËN 78% van alle diaconieën is betrokken bij de problematiek van armoede in Nederland, een lichte stijging ten opzichte van 2004 (74%). Het gemiddelde aantal manieren waarop een diaconie betrokken is bij de armoedeproblematiek is zelfs duidelijk gestegen, van 3,3 naar 3,8 manieren. Deze stijging van manieren waarop men actief is, doet zich het sterkst voor in de middelgrote gemeenten (50.000 - 100.000 inwoners): van 4,0 naar 5,4 manieren van betrokkenheid. Activiteiten die diaconieën op dit vlak ontplooien variëren van hulp bij het invullen van formulieren tot meedoen in een (interkerkelijk) noodfonds, en van betrokkenheid bij een voedselbank tot het ondersteunen van lokale belangenorganisaties.
SPECIALE TAAKDIAKEN ARMOEDEBESTRIJDING Nieuw in het onderzoek over 2005 is de vraag of en hoe de diaconie armoede actief probeert op te sporen. 60% maakt hier werk van. Contacten met instellingen zoals maatschappelijk werk (59,5%), contacten met organisaties van uitkeringsgerechtigden (49,5%) en publiciteit in het kerkblad (46,8%) zijn de drie meest ingezette instrumenten. Maar ook het aanstellen van een speciale diaken met als taak armoedebestrijding is met 19,6% een effectief, en in ieder geval opvallend vaak voorkomend middel om armoede aan te pakken. Zeker wanneer je bedenkt dat diakenen ook nog zoveel meer taken op hun schouders hebben. Verder zijn informatieverspreiding via folders (19%) en contacten via een ouderling, diaken en/of predikant (18%) vermeldenswaardige activiteiten in het opsporen van armoede.
VOEDSELBANK, FORMULIERENHULP EN BELASTINGTERUGGAVE Zoals gezegd gebeurt het hulpverlenen op verschillende manieFREEK VISSER/KERKINACTIE
In ieder geval is vast te stellen dat diakenen in toenemende mate in aanraking komen met mensen met wie het niet goed gaat. En de financiële problemen waarmee deze mensen te kampen hebben, nemen toe. Bovendien komen zij zonder hulp of begeleiding ook steeds moeizamer door het woud aan regels. De bureaucratie ontmoedigt steeds meer om een beroep te doen op de instanties die ervoor zijn. Meer, meer, meer is kort gezegd de conclusie uit het vervolgonderzoek naar Armoede in Nederland, vergeleken met het vorige onderzoek met
cijfers over 2004. Meer mensen doen een beroep op diaconieën. Per hulpaanvraag is er ook meer geld mee gemoeid dan in 2004. En er is meer bureaucratie die de mensen belemmert. Hieronder volgt een aantal precieze cijfers uit het onderzoek.
Hulp bij het invullen van formulieren. Diakonia I december 2006
Actueel
FORSE GROEI FINANCIËLE HULP De hoeveelheid geld die met de armoedebestrijding gemoeid is, is in vergelijking met 2004 flink gestegen. Er deden niet alleen meer mensen een beroep op de diaconie (gemiddeld 8,2 per diaconie) waarvan 7,2 aanvragen werden gehonoreerd. In 2004 waren dat nog 6,1 aanvragen waarvan 5,4 werden gehonoreerd. Ook het bedrag dat per aanvraag werd gehonoreerd steeg. In totaal ontvingen de bijna 10.000 mensen die geholpen werden voor ruim 7 miljoen euro aan diaconale hulp. In 2004 drukten de bijna 7.800 hulpvragers nog voor ruim 4,5 miljoen op het diaconale budget. Een forse groei.
BUREAUCRATIE Gevraagd naar de knelpunten waar hulpvragers tegen aanlopen valt op dat ‘ingewikkelde formulieren’ (met 27,9% op 3) en ‘vastlopen in de bureaucratie’ (een 4e plek met 25,4%) met stip in de topvijf terecht zijn gekomen van meest genoemde zaken over de aard van de problematiek. In 2004 stonden zij nog op de plekken 10 en 6 met respectievedecember 2006 I Diakonia
FREEK VISSER/KERKINACTIE
ren. Net als in 2004 is financiële hulp in de vorm van giften de meest voorkomende manier (80,0%), gevolgd door hulp in natura (54,5%), leningen (51,7%) en begeleiding naar instanties (50,5%). In de topvier is behalve een kleine interne verschuiving dus niet zoveel veranderd. De opkomst van voedselbanken heeft ertoe geleid dat deze vorm van hulp met 36,9% op de vijfde plek terecht is gekomen. Verderop in het rijtje valt op dat toch tamelijk specialistisch werk, zoals hulp bij het invullen van formulieren en hulp bij het aanvragen van belastingteruggave, flink in opmars is vergeleken met het vorige onderzoek. Het aantal diaconieën dat mensen in de strijd met de formulieren terzijde staat is gestegen van 23,1% naar 33,8% en het aantal diaconieën dat mensen helpt bij belastingteruggave is zelfs bijna verdubbeld (van 10,3% naar 19,3%).
Schuldenproblematiek staat tweede op het lijstje knelpunten.
lijk 9% en 11,6%. Plek 1 en 2 worden bezet door achtereenvolgens ‘langdurig laag inkomen’ (46,1%) en ‘schuldenproblematiek’ (43,8%), die stuivertje gewisseld hebben vergeleken met 2004. Naast deze financiële achtergrond is bureaucratie dus duidelijk een medeoorzaak van armoede.
PSYCHISCH KWETSBARE MENSEN Uiteraard is ook in 2006 gevraagd naar de groep waar zich de meeste financiële problemen voordoen. Alleenstaande ouders met kinderen (46,2%), mensen zonder betaald werk (44,0%), asielzoekers (40,6%), ouderen (37,2%) en mensen met een chronische ziekte of handicap (27,0%) scoren daarin, met een lichte onderlinge verschuiving, onverminderd hoog. In het voorgaande onderzoek zette 1,4% van de diaconieën bij deze vraag een kruisje bij ‘een andere groep namelijk ...’ en vulde daar ‘psychisch kwetsbare mensen’ in. Dat was reden om in het vervolgonderzoek specifiek naar deze categorie te vragen, met als resultaat dat zij met 31,5% een plaats in de topvijf veroverd heeft. Gecombineerd met de hierboven aangegeven knelpunten van formulieren en bureaucratie behoeft het geen verder betoog dat mensen van wie de psychische weerbaarheid toch al niet zo groot is, extra zorg en aandacht verdienen in het armoedebeleid.
SIGNALEN NAAR DE OVERHEID De resultaten van het onderzoek geven net als de vorige keer meer dan genoeg aanleiding om bij politici en beleidsmakers aan de bel te trekken. Daarom werd minister De Geus uitgenodigd het rapport in ontvangst te nemen op de Landelijke Diaconale Dag. Maar ook in het politieke café op die dag waren de resultaten onderwerp van discussie. (Zie de fotoreportage op de vorige pagina’s.) Een van de signalen die uit het onderzoek sterk naar voren komen is de roep om drastische vermindering van de bureaucratie in wet- en regelgeving. Waar beleidsmakers zowel op lokaal als landelijk niveau vaak naar elkaar wijzen als het gaat om tekortschietende uitvoering van armoedebeleid, houdt Kerkinactie, gesteund door de diaconieën, vol dat meer naar de menselijke maat gekeken moet worden bij de vormgeving van het beleid. De overheid is tenslotte verantwoordelijk voor een solide vangnet, dat iedereen, ook kwetsbare mensen, in staat stelt deel te hebben aan de samenleving. Hans Arwert, werkzaam bij Kerkinactie/diaconaat. Het rapport Armoede in Nederland 2006 is via www.kerkinactie. nl beschikbaar. Het is ook te bestellen via brochureverkoop@pkn. nl of via tel. (030) 880 17 24 à € 3,-.
11
Op de stoep bij… Nieuwe serie. Na de werken van barmhartigheid start Diakonia een nieuwe serie met diakenen aan het woord. Zij vertellen wat hen motiveert en in beweging zet bij hun diaconale werk.
“Omgaan met mensen in allerlei situaties, en met die mensen proberen een weg te vinden om verder te gaan… dat geeft mij ook een soort voldoening, een goed gevoel.” Na op verschillende plekken in binnen- en buitenland te hebben gewoond, woont Anneke van der Graaf sinds tien jaar weer in Vlaardingen. Daar werd ze al snel coördinator van het aanloophuis De Groene Luiken. “Het leuke van het aanloophuis is dat je mensen in allerlei situaties ontmoet. Dát motiveert. Ook omdat je merkt dat mensen ánders de deur uitgaan dan dat ze binnenkomen: rechter op. Bovendien, zou je het alleen doen, dan breekt het bij je vingers af. Juist omdat er ook zoveel anderen actief zijn, houd je het vol. Dát werkt als stimulans.”
TIJD NEMEN Het diakenschap heeft ze niet van een vreemde, ook haar vader was diaken. Hij kwam als verzekeringsagent ook bij mensen thuis en nam dan altijd de tijd om te helpen. Over ‘de tijd nemen’ gaat het ook in het verhaal van de barmhartige Samaritaan, dat Anneke als voorbeeld van inspiratie noemt. “Al die mensen die maar langslopen omdat ze geen tijd hebben… En dan die ene man die géén haast heeft, niet snel voorbij rent, die wél tijd en aandacht heeft… Zo doen we het ook in het aanloophuis”, zegt ze. Diaconaat heeft voor haar dan ook vooral te maken met een andere manier van omgaan met mensen. “Mensen zien zoals ze zijn. Je hoeft er niet altijd wat aan bij te spijkeren, laat ze hun verhaal maar vertellen.”
12
Anneke van der Graaf-Bijl, diaken in TEKST EN FOTO SJON DONKERS INSPIRATIE Vooral de wekelijkse kerkdiensten houden haar gaande. “Ik sla bijna nooit een zondag over. Al die mensen die je weer ziet, soms een zin, een gebed, een lied…” Zo houdt ze van Taizéliederen en liederen van Huub Oosterhuis. “Maar ook met een psalm gebeurt er wat met je”, zegt ze en ze citeert Psalm 130 ‘Uit de diepte van ellende’. Om te vervolgen: “En dan… dan tóch, draait die psalm, en hoor je iemand weer juichen. Er gebeurt iets met je wat moeilijk te omschrijven is. Het geeft vertrouwen dat je er zelf ook wat mee kunt. Het geeft kracht en inspiratie.” “Waar ik ook veel aan heb, zijn gedichten in de Nieuwsbrief van Kerkinactie zoals deze van Niek Schuman, ‘Om vernieuwing’. Ik gebruik het ook als opening bij de diaconievergadering, omdat we hier in Vlaardingen voor heel wat vernieuwingen staan.”
GOED GEVOEL Ook de verhalen in het Nieuwe Testament over mensen die buitengesloten werden en opeens weer konden horen of zien, geven inspiratie. “Mensen worden weer bij hun naam geroepen, aangekeken, er wordt met ze gepraat, dát verandert mensen. Zo werkt het ook in het aanloophuis. Als niemand vraagt hoe het met je gaat, verandert er niets. Maar als er mensen zijn die zeggen ‘Zullen we eens …,’ dán word je weer mens! Dat is voor mij de belangrijkste drijfveer. Daar krijg je zelf ook van alles voor terug. Je bent er voor de anderen, maar ook een beetje voor jezelf. Je krijgt een soort rust over je. Na een middag in het aanloophuis heb je een goed gevoel, ben je ook zelf opgeknapt.”
De Heer heeft mij gezien e ben ik opnieuw geboren en Hij heeft mijn licht ontsto gaf mij een levend hart en Zo komt Hij steeds met st en zo neemt Hij voor lief m Huub Oosterhuis
Ook deze middag gaat Anneke even langs bij het aanloophuis. “Steeds als ik ergens heen ga waar je mensen ontmoet, merk ik aan mezelf dat ik dát heel prettig vind. Diakonia I december 2006
Vlaardingen
“JE GAAT HET PAS ZIEN, ALS JE WERKELIJK ONTMOET” “Mensen zien zoals ze zijn. Je hoeft er niet altijd wat aan bij te spijkeren, laat ze hun verhaal maar vertellen”, zegt Anneke van der Graaf in het interview. Zien en luisteren zijn belangrijke diaconale werkwoorden.
ZIEN EN LUISTEREN
en onverwacht n getogen. oken in de nacht, n nieuwe ogen. ille overmacht mijn onvermogen. (Lied 487)
En daar komt bij”, zegt ze met een glimlach, verwijzend naar haar meisjesnaam, “we gooien het bijltje er niet snel bij neer.” december 2006 I Diakonia
Over zien gaat het ook in het genoemde verhaal van de barmhartige Samaritaan in Lucas 10. Echter, zien en zien is twee, zo blijkt. De priester en de leviet zagen de man wel, maar gingen beiden aan de overzijde voorbij. Als tijd en aandacht ontbreekt, zien mensen nogal gehaast en wazig. En dan zien ze meestal niet waar het werkelijk om gaat. In de Bijbel wordt ook van God verteld dat Hij ziet. “Gezien, gezien heb ik de ellende van mijn volk”, zegt God tegen Mozes in Exodus 3. Twee keer zien dus. God kijkt verder, in de diepte. Dát maakt het verschil. Zo wordt van de Samaritaan verteld dat hij ‘in zijn nabijheid’ kwam. Daar gaat het blijkbaar om. Zien heeft te maken met ontmoeten. Daarom zijn er ook zoveel aan- en inloophuizen. Want “je gaat het pas zien, als je het doorhebt”, of beter “als je werkelijk ontmoet”. En vervolgens wordt verteld dat de Samaritaan met ontferming bewogen werd. Iemand zien, eenzaam, ziek, op de vlucht, gewond aan het leven… Dat doet je wat, dat beroert je. Dat is dan ook het grondwoord van barmhartigheid, het eerste diaconale kernwoord. Het tweede, gerechtigheid, komt tot uitdrukking in het andere werkwoord: luisteren. In het luisteren naar mensen kunnen mensen tot hun recht komen. Zoals Anneke zegt: “…omdat je merkt dat mensen ánders de deur uitgaan dan dat ze binnenkomen: rechter op.”
SPIRITUALITEIT Inloophuizen bieden gastvrijheid aan mensen. Vaak blijkt dat gasten in het vertellen van hun verhaal de gastvrouwen en gastheren als het ware meenemen en hen zo te gast laten zijn in een stuk van hun leven. Zo wisselen posities in het diaconaat: gastvrouwen worden gast, gasten worden gastheer. Vrijwilligers in inloophuizen laten zich raken door mensen en laten zich meenemen door de verhalen van de God van Israël die mensen aan het Licht wil laten komen. Het interview laat zien dat deze spiritualiteit diakenen en diaconale vrijwilligers niet alleen inspireert om te gaan werken in een inloophuis, maar ook de kracht geeft om door te gaan.
ACHTERBAN Daarnaast is het van groot belang dat je er niet alleen voor staat. “Zou je het alleen doen, dan breekt het bij je vingers af. Maar juist omdat er ook zoveel anderen actief zijn, in de kerk en erbuiten, houd je het vol”, zegt Anneke. Zelf kan ze gelukkig haar eigen verhaal kwijt, zowel thuis als bij de diaconie, predikant en kerkenraad. De betrokkenheid bij inloophuizen kan trouwens ook de kwaliteit van een kerkelijke gemeente bevorderen. Mensen die meewerken in inloophuizen krijgen daar veel voor terug en veranderen door dit werk. En dat heeft weer z’n invloed op hun leven thuis, in de buurt én in de kerkelijke gemeente. “Eens een diaken altijd een diaken …”, gaf Anneke aan in het gesprek. “Je gaat op een andere manier met mensen om, geloof ik. Begaan zijn met mensen waar het niet allemaal lukt, een luisterend oor bieden, dat wordt een manier van leven.”
13
In de praktijk
Groentetuin voor de minima in Lelystad TEKST EN FOTO’S HENK VAN IJKEN Kom je in Lelystad geld tekort, dan kun je onder andere terecht bij het groenteproject van de plaatselijke diaconie. Je ontvangt dan groenten die vrijwilligers telen en uitdelen. Alle vrijwilligers van het groenteproject in Lelystad zijn of waren diaken. “Een diaconie die hiermee wil beginnen, moet in het klein starten om dan geleidelijk te groeien”, zegt Jan Truin, secretaris van de diaconie van de Protestantse Kerk in Lelystad (in wording). Het idee om groenten te telen en uit te delen, ontstond aan het eind van de jaren tachtig, vertelt Jan Truin. De eerste opzet was om minima zelf te laten tuinieren onder leiding van deskundigen. Kosten zoals pacht, contributie, tuinzaden, pootgoed en meststoffen werden door de diaconie betaald. Maar in de praktijk bleek dat de meeste deelnemers er na verloop van tijd niets van terecht brachten. De diaconie besloot vervolgens om het werk door deskundige vrijwilligers te laten doen. De laatste zeven jaar is Aart Ruiter de beheerder van de groentetuin in Lelystad.
MENSELIJK CONTACT De groenten die hij heeft geoogst gaan naar Truus Mache. Zij is vrijwilligster voor de diaconie en coördinator van het groenteproject. Zij brengt de groenten vooral bij mensen die arm zijn en geen sociaal netwerk hebben. “Op dit moment zijn er twee mensen aan wie ik vanaf het begin ik werk aan het groenteproject sinds 1999 - iedere week groenten breng”, vertelt ze. “In totaal gaat het om zeven tot acht adressen, maar er zijn ook weken waarin ik tien adressen bezoek. Onder de bewoners is er bijvoorbeeld een vrouw die er behoefte
14
Jan Truin, Truus Mache en Ger Postma.
aan heeft om te praten. Ze heeft geestelijke problemen en ik ben er om naar haar te luisteren. Voor mij staat het menselijke contact centraal. Maar je komt makkelijker bij deze mensen binnen met groenten die ze kunnen bereiden, dan wanneer je met lege handen komt.” Soms weten mensen niet hoe ze de groenten moeten klaarmaken. “Dan leer ik ze koken”, zegt Truus Mache. “Aan de andere kant hoor ik ook wel eens van een ontvanger van een groentepakket wat je allemaal met een groente kunt doen. Het is hoe dan ook belangrijk dat de ontvangers van het groentepakket verse groenten te eten krijgen.”
GORDIJNEN DICHT Truus Mache brengt de groentepakketten ’s avonds rond. “De
eerste nog voor zessen”, zegt ze. “Bij veel mensen moet ik op het raam tikken, omdat zij hun bel hebben afgezet: vanwege mensen die om geld komen, zoals een deurwaarder en medewerkers van incassobureaus. Vaak zijn de gordijnen overdag dicht. Veel mensen bij wie ik groenten breng, sluiten zich af voor de buitenwereld. Ik heb een vrouw meegemaakt die ver heen was: ze haalde eten uit vuilnisbakken. Ze had echt een hongerbuik, zoals je ziet bij mensen die te lijden hebben onder hongersnoden. Ik was blij dat ik haar mocht helpen. Bij een alleenstaande man die met zijn zoon thuis woonde, was ik net op tijd. Zijn zoon bleek op de tweede dag dat ik met een groentepakket kwam de hele boel kort en klein te hebben geslagen. Het bankstel was Diakonia I december 2006
hulpverlenende instantie”, legt Ger Postma uit. Hij is coördinator van de voedselbank in Lelystad en is zelf diaken geweest. “Hierdoor zijn we ervan verzekerd dat de ontvangers van een voedselpakket professioneel worden begeleid. Meestal worden mensen voor een maand of drie aangemeld bij de voedselbank. Daarna bekijkt de hulpverlener of voedselvoorziening verder nodig is.”
NATUURLIEFHEBBER
Ger Postma
opengesneden en een spiegel lag in scherven op de grond. Ik ben meteen gaan bellen. Via de diaconie kon ik regelen dat de zoon nog dezelfde dag in de crisisopvang zat.”
VOEDSELBANK Mensen met broodnood kunnen in Lelystad niet alleen voedsel krijgen van het groenteproject van de Protestantse Kerk, maar ook van de plaatselijke voedselbank, De Korenaar, die in juli 2005 is opgericht, met financiële steun van alle diaconieën in Lelystad. De Korenaar lenigt directe nood. De meer dan zestig vrijwilligers bij de zes uitdeelpunten van de voedselbank verstrekken er nu 260 pakketten per week. Het verschil met het groenteproject is dat hier geen persoonlijke aandacht is voor degenen die een voedselpakket krijgen. De mensen die bij de Korenaar een pakket ontvangen, zijn door hulpverleners, zoals de schuldhulpverlening, gescreend en aangemeld. Deze hulpverleners blijven de ontvangers ook begeleiden gedurende de tijd dat ze aangewezen zijn op de voedselhulp van de voedselbank in Lelystad. “Wij laten de deskundigheid op dit gebied over aan de december 2006 I Diakonia
De hulpverlening van de voedselbank en het groenteproject vullen elkaar aan in Lelystad. De voedselbank geeft zonodig langdurig hulp. Naast groente, van het groenteproject, kan er door de diaconie ook nog voor een periode van maximaal zes weken financiële noodhulp gegeven worden. Truus Mache: “Doordat het groenteproject in Lelystad al meer dan tien jaar bestaat, weet toch wel negentig procent van de mensen binnen de kerken van het bestaan ervan.” “Er wordt jaarlijks voor het groenteproject gecollecteerd”, vult diaken Jan Truin aan. “Daarnaast krijgen we spontaan giften van particulieren, speciaal voor het groenteproject.”
Aart Ruiter, de beheerder van de tuin, vertelt dat hij bijna alle dagen van de week ‘op de tuin is’: “Behalve als het regent. Het verzorgen van de tuin van de kerk is mijn hobby. Ik verbouw de groenten en breng ze naar Truus. Ik werk graag met mijn handen en ben als natuurliefhebber graag buiten.”
OVERLEG De diaconieën van zes kerkgemeenschappen hebben hun krachten gebundeld in de overkoepelende stichting Interkerkelijk Diaconaal Overleg (IDO). Hier komen allerlei vragen binnen. Hierin zijn twee inloophuizen, de interkerkelijke schuldhulpverlening en voedselbank De Korenaar ondergebracht. Hulpvragers worden via het IDO naar de juiste hulpverlener (zoals het groenteproject, de voedselbank, de schuldhulpverlening) doorverwezen. Maar ook andere instanties, zoals de Thuiszorg, het maatschappelijk werk en de sociale dienst, weten het IDO te vinden. Een unieke samenwerking, aldus Jan Truin. Henk van IJken is voorlichter voor Kerkinactie/diaconaat.
Truus Mache brengt wekelijks de groenten rond.
15
1 vraag 4 deskundigen
“Laat zien en voelen dat het over mensen gaat” “Welke wensen wil je meegeven aan de Tweede Kamer en de nieuwe regering om situaties voor mensen in kwetsbare omstandigheden te verbeteren?”, vroeg de redactie aan vier diakenen. “Neem de milieuproblemen serieus. Stop de groei, de aarde raakt uitgeput! Wie profiteert er trouwens van de groei? Niet de ‘onderkant van de samenleving’. Schandalig eigenlijk om het zo te noemen. Ik behoor er zelf toe. Zit al 14 jaar in de bijstand. Ben theologe en heb een opleiding bijstandsconsulent/trajectmanagement gevolgd. Geen betaald werk, 62 jaar, en ik werk me een slag in de rondte. De regering zegt: armoede bestaat niet, er zijn genoeg regelingen, daar moeten mensen eens op gewezen worden. Maar aan inkomenspolitiek mag een gemeente niet doen. Wel hebben gemeentes extra geld gekregen voor bijzondere bijstand. Goed, denk je, dan doe ik daar een beroep op. Maar dan bepaalt de politieke kleur van
de gemeente of je in aanmerking komt. Hier kom je zeer moeilijk voor bijzondere bijstand in aanmerking. Voorbeeld: er is een wasmachine kapot. Dan is het antwoord: “Dan had je daarvoor moeten reserveren, of sluit een lening af bij de stadsbank”, of: “Ga eens langs bij familieleden of kennissen.” Ik kom drie weken rond, de vierde week is knap lastig. Verder is er gekort op de huursubsidie. Een maatschappelijk verantwoorde woningbouwvereniging in Rotterdam past nu bij. Schande, Tweede Kamer! Van echt armoedebeleid is geen sprake. Al 30 jaar hoor ik: “Nu de broekriem aanhalen, dan wordt dadelijk iedereen er beter van. Voor de minima heeft dat nooit gegolden!”
“Onze democratie is de afgelopen jaren steeds meer veranderd in een mediacratie. De agenda wordt bepaald door wie vandaag in beeld is. Voor een groter verhaal achter beleidsveranderingen is bijna geen oor meer. ‘Regeren’ is niet in beeld te brengen, daarom serveert de televisie ons elke avond klein of groot menselijk leed als de gevolgen van regeringsbeleid. Tegen deze achtergrond wil ik geen kwetsbare doelgroepen aandragen voor de nieuwe regering. Liever geef ik het
beleid terug. Alstublieft, leg nog eens uit wat de intenties zijn achter de WMO, ontwikkelingssamenwerking, inburgeringcursussen, achter zoveel meer waar wij als diakenen mee geconfronteerd worden. Vertel ons waar het toe dient. Want alleen zo merken we weer waar onze samenleving toe dient. En voelen mensen uit alle categorieën de uitnodiging om weer deel te nemen. Geachte regering, kijk eens naar diakenen. Zij hebben al jaren als beleid: ‘dienen’ lukt samen veel beter.”
Anneke van Mourik, diaken in Gaastmeer
“Beste regering, jullie taak is moeilijk maar het volk is er ook nog en we maken er samen wat van. De kerk denkt in elk geval graag mee als het gaat om mensen in kwetsbare omstandigheden. Mensen worden minder kwetsbaar als ze zelf ook verantwoordelijkheid blijven dragen, spreek ze daarop aan. Laten we ervoor zorgen dat
kwetsbare mensen ook echt worden bereikt met alle regelingen die voor hen zijn bestemd. Waarom blijven we brochures uitbrengen? Benader jongeren met videoclips en websites, benader ouderen met huisbezoek of lokale televisie, vereenvoudig de formulieren en maak gebruiksvriendelijke digitale invoermodules.”
Jan Truin, Lelystad
“Samenwerking is voor mij het sleutelwoord, los van partijpolitiek. Daarom: overheid, sla de handen ineen om de kwetsbare groepen in de samenleving tegemoet te komen. Pak gemeenschappelijke belangen in goede samenwerking aan. Laat zien en voelen dat het over mensen gaat en over hulp voor mensen
in kwetsbare situaties. Maak de sociale regelgeving duidelijker en minder complex, en voorkom misverstanden. Heb meer oog voor maatschappelijke organisaties en vrijwilligers die zich inzetten voor mensen in nood. Samen moet het mogelijk zijn om de diaconale gedachte ‘zorgen voor elkaar’ na te streven.”
Hanneke van der Lugt, diaken in Velp
Daan Schiettekatte, diaken in Zierikzee
16
Diakonia I december 2006
Diaconaat in uitvoering
Diaconale collectes Hoe breng je ze onder de aandacht? TEKST HEILEEN HOLMAN FOTO’S COCKY FINNEMA Collectes voor diaconaat en werelddiaconaat. Ze zijn hard nodig én ze bieden een handreiking om het diaconale werk, dat Kerkinactie namens de protestantse gemeenten uitvoert, voor het voetlicht te brengen. Hoe kun je zo’n collecte onder de aandacht brengen? Daarover gaat dit artikel, aan de hand van de werelddiaconaatscollecte op 4 februari 2007. Hannie Luiten, gemeenteadviseur in NoordBrabant/Limburg vertelt hoe een kerkdienst over zo’n onderwerp aan te pakken is. En Mariken Stolk, werelddiaconaal voorlichter van Kerkinactie, beschrijft het project dat in de schijnwerper staat in februari.
de feiten aanholt. Je legt bovendien vast op welk moment je waar aandacht aan wilt besteden. Je kunt dan ook vroegtijdig de taken verdelen. Overleg daarna met de kerkenraad of predikant aan welke diensten de diaconie of zwo-groep kan meewerken. Leg daarna direct het contact met de dienstdoende predikant.
VOORBEREIDINGEN Je kunt de werelddiaconaatszondag op twee manieren voorbereiden. Je kunt beginnen een keuze te maken voor verschillende soorten activiteiten. Zoals activiteiten rond de kerkdienst, een gesprek tijdens het koffiedrinken, een geldwervingsactie, een spreker uitnodigen, immigranten uit het desbetreffende land uitnodigen, de kindernevendienst of andere groepen bij het thema betrekken. Een tweede manier om zo’n zondag
voor te bereiden is te kijken naar de ínhoud van het project van de collecte. Waar speelt dit, waar wordt aan gewerkt en wat wil het project uiteindelijk bereiken? Daarna bespreek je met elkaar het schriftgedeelte van die zondag. Misschien biedt die bezinning handvatten om mee te werken. In het project van 4 februari gaat het om de positie van vrouwen in Congo, om verstoten vrouwen en om ‘luisterhuizen’. Al pratende kom je tot een thema en vanuit dat thema ontstaat een programmaidee. Misschien kun je wel vrouwenrechten aan de orde stellen en ook kijken hoe dat dichtbij in ons eigen land gebeurt. Of je legt het accent op de luisterhuizen van de Protestantse Kerk in Congo. Je kunt ook creatief bezig zijn met het begrip luisterhuis door bijvoorbeeld het verbeelden van een groot oor.
PLANNING Een diaconale dienst rond een collecte plannen kan lastig zijn. Het preekrooster is vastgesteld, of de kerkenraad wil niet te veel bijzondere diensten en de predikant heeft zijn vrije zondagen. De ervaring is dat het zinvol is om ruim van tevoren de themadiensten te plannen. Probeer vóór de zomervakantie de activiteiten voor het nieuwe kerkelijke seizoen in een soort werkplan vast te leggen. De collectes voor het werelddiaconaat liggen vast: de eerste zondag in februari en de tweede in oktober. Die voor het diaconaat in Nederland zijn meestal in mei gepland (jeugddiaconaat) en in november (diaconaat). Voor Kinderen in de Knel is Kerst de uitverkoren datum. Het maken van zo’n werk- of activiteitenplan voorkomt dat je achter december 2006 I Diakonia
17
MOGELIJKHEDEN •
•
•
•
Een kerkdienst heeft verschillende mogelijkheden. Probeer de dienst een thema mee te geven en zoek liederen en gebeden bij het thema. Geef kerkgangers iets mee waardoor het project niet snel vergeten wordt, bijvoorbeeld een kaart in de vorm van een oor, met een tekst over het project. Via drama of een ‘interview’ kun je het thema neerzetten. Speel bijvoorbeeld een interview met Martha, de vrouw die in het project een belangrijke rol speelt. Vertel bij deze zondag over de traditie die in 1953 is begonnen. Toen ontving ons land veel hulp en aandacht voor de overstromingen in Zeeland van kerken elders in de wereld. Sindsdien hebben Nederlandse kerken dit gebaar opgepakt en bestaat ‘de zondag voor het werelddiaconaat.’
Over het thema van 4 februari is een dvd beschikbaar. Wie collectefolders heeft besteld krijgt de dvd gratis. Wil je alsnog een dvd ontvangen, dan is die vanaf eind december te bestellen in de webwinkel van Kerkinactie of via
[email protected]. Op de dvd staan filmfragmenten om voor of tijdens de collecte te tonen. Daarbij zijn wel een laptop en beamer nodig. Misschien kan een gemeentelid daarbij helpen? Probeer van tevoren uit of alles werkt, ook het geluid. (Een leuke uitdaging voor een jongere!)
De provincie Maniema in Congo is in de afgelopen jaren het toneel geweest van oorlog en geweld. Overal in Maniema zijn de sporen van de oorlog goed zichtbaar. Wegen en bruggen zijn verwoest, scholen en klinieken in vlammen opgegaan. De landbouw begint zich langzaam te herstellen nu er een fragiele vrede is in Congo. De vrouwen durven weer water te halen en op het land te werken. Twee jaar geleden nog durfden de mensen zich nauwelijks buiten hun dorp te wagen omdat soldaten en rebellen een ware terreur uitoefenden en vooral vrouwen ontvoerden en verkrachtten. In heel Congo zijn er sinds 1998 naar schatting vier miljoen mensen omgekomen als gevolg van de oorlog. Vrouwen zijn vaak slachtoffer van seksueel geweld geweest. En zij lijden daar vandaag de dag nog onder. In Maniema heeft de Protestantse Kerk in het kader van haar vrouwen- en gezinsprogramma ‘luisterhuizen’ ingericht, voor vrouwen die getraumatiseerd zijn door het seksueel geweld.
VERSTOTEN Vaak zijn de vrouwen verstoten door hun familie. Aziza Mombo is één van de vele vrouwen die in een luisterhuis terecht kan. Zij vertelt: “Op mijn leeftijd heb ik geen geheimen meer. Zelfs mij, zo oud als ik ben, hebben ze meegenomen. Ze
gooiden me gewoon over hun schouder, namen me mee naar hun kamp en verkrachtten me. Na een paar weken lieten ze me gaan. Ik kan nu nergens meer naar toe. Hier bij het luisterhuis begrijpen ze tenminste hoe ik me voel. En ze helpen me om te overleven.”
HULP Martha coördineert het werk van het vrouwen- en gezinsprogramma van de Protestantse Kerk in de plaats Kalima. Haar deur staat altijd open voor vrouwen met problemen, zoals Aziza. Martha en haar collega’s horen vele verhalen, troosten vrouwen en zoeken naar toekomstmogelijkheden voor hen. De beschikbare middelen daarvoor zijn beperkt, medische hulp bijvoorbeeld is er nauwelijks. Inkomstenverbetering is noodzakelijk voor een nieuwe toekomst. Intussen volgen ongeveer negentig vrouwen onderwijs in de Franse taal, naaien, breien en huishouden. En zijn er vrouwencoöperaties opgericht voor activiteiten die inkomsten opleveren: landbouw, olie persen, brood bakken, zeep maken. Het werk van Martha en haar collega’s is noodzakelijk, want zonder hulp is de verwerking van de oorlog en het opbouwen van een bestaan een onmogelijke opgave voor de Congolese vrouwen.
THUISBLIJVERS Lang niet alle kerkleden bezoeken de kerkdienst. Informeer daarom ook de niet-kerkgangers over het diaconale collectedoel. Schrijf bijvoorbeeld in het gemeenteblad iets over de speciale themadienst en over het project. Vermeld erbij hoe thuisblijvers via een overmaking van hun financiële betrokkenheid blijk kunnen geven. Of verspreid de collectefolder met het gemeenteblad.
LUISTERHUIZEN Maar nu de inhoud van het project dat centraal staat op 4 februari.
18
Diakonia I december 2006
Achtergrond
Jeugdwerkloosheid - impuls voor jongerendiaconaat? TASK FORCE JEUGDWERKLOOSHEID
Het gaat beter met de economie, het gaat beter met de werkloosheid. Geldt dat ook voor de werkloosheid onder jongeren? Kees Tinga geeft achtergrondinformatie en wijst op veelbelovende mogelijkheden voor diaconale betrokkenheid. Een uitdaging voor diaconieën die iets willen met ‘jongerendiaconaat’?
GOED EN SLECHT NIEUWS Voor de in 2003 ingestelde Task Force Jeugdwerkloosheid zit de klus er bijna op. De veertigduizend extra jeugdbanen in vier jaar, die het project zich ten doel had gesteld, wordt eind 2006 gehaald. In een aantrekkende economie durven ondernemers weer nieuw personeel aan te nemen en ze krijgen - als het om jongeren gaat - allerlei faciliteiten en subsidies aangeboden, zoals leer- en werktrajecten en no risk-contracten. Op langere termijn ziet het er ook niet slecht uit: de vergrijzing houdt een belofte in voor de arbeidskansen van jongere werkzoekenden. Toch is van elke zeven jongeren tussen 15 en 22 jaar die niet naar school gaan er nog steeds één zonder baan. En de werkloosheid onder allochtone jongeren is onverminderd ernstig.
VIER CATEGORIEËN Er zijn in ons land rond 1,9 miljoen jongeren tussen de 15 en 24 jaar oud. Minder dan de helft (ongeveer 45%) heeft een baan. Dat de meerderheid ‘baanloos’ is, hoeft ons niet te verontrusten: ze gaan nog naar school, volgen een opleiding. Het probleem van de jeugdwerkloosheid ontstaat pas als jongeren de school verlaten en vervolgens december 2006 I Diakonia
geen werk kunnen vinden. In 2003, toen het in ons land economisch gesproken nog ‘eb’ moest worden, waren er bijna 150.000 jongeren te traceren die ‘niet of nauwelijks’ in het onderwijs noch in de arbeidsmarkt waren opgenomen (volgens een onderzoek van de Raad voor Werk en Inkomen). Ruim een derde van hen (57.000) was op zoek naar werk. Zij hebben dat vermoedelijk in meerderheid na enige tijd gevonden. Een ongeveer even grote groep (62.000) gaf aan geen werk te willen, vanwege zorgtaken, een tijdelijke terugtrekking, ziekte of andere onbekende redenen. En een derde groep (30.000) wilde wel werken maar was niet actief op zoek. Op basis van deze gegevens onderscheidt de Raad voor Werk en Inkomen vier categorieën jongeren zonder werk: ‘actieve zoekers’ (52%), ‘passieve zoekers’ (18%), ‘jonge zorgers’ (15%) en ‘niet-willers’ (15%). Nu de magere jaren voorlopig weer voorbij zijn, is het aantal van 150.000 met ongeveer een derde verminderd. Maar de vier categorieën zijn er ook vandaag nog. In elk van deze groepen bevinden zich jongeren die extra aandacht kun-
nen gebruiken, maar de laatste groep is de meest problematische, het zijn de potentiële drop-outs van onze maatschappij.
SCHOOLUITVAL VOORKOMEN Het zijn vooral de jongeren zonder afgemaakte opleiding die het risico lopen om al aan het begin van hun actieve loopbaan op een niet meer in te halen achterstand komen te staan. Vandaar dat onderwijs, overheid en sociale partners er alles aan doen om vroegtijdig schoolverlaten te voorkomen en geen enkele jongere zonder een minimale kwalificatie uit de onderwijsfase van het leven te laten vertrekken. De regering heeft een kwalificatieplicht voorgesteld, waarbij jongeren verplicht worden om tot maximaal vierentwintigjarige leeftijd een vorm van afgeronde scholing (bijvoorbeeld in combinatie met werkervaring - een ‘oefenbaan’) te volgen. Werk, werkervaring of scholing - een uitkering komt pas later in beeld - dat wordt voor de toekomst vermoedelijk het strenge beleid. Voor hardnekkige ‘niet-willers’ liggen er daarbij nog straffere maatregelen klaar, in de vorm van werkkampen die ontspoorde jongeren mores moeten leren.
19
Achtergrond
TASK FORCE JEUGDWERKLOOSHEID
Het past allemaal in het verhardende sociale klimaat van de afgelopen jaren. De uitvoerders van zulk beleid zullen er de handen aan vol krijgen, want wie garandeert ons dat sanctioneren en straffen meer effect hebben dan stimuleren en belonen?
ROL VOOR JONGERENDIACONAAT De strenge aanpak lijkt in sommige gevallen onontkoombaar. Maar het is minstens zo belangrijk om volop in te zetten op preventie van schooluitval. Om jongeren te motiveren en te ondersteunen bij het zoeken van eigen wegen in hun toekomst. Dat deel van de aanpak van jeugdwerkloosheid past meer bij de dagelijkse rol van ouders, onderwijs, jeugdwerk én van kerk en jongerendiaconaat. Ze kunnen samen het nodige doen om te voorkomen dat jongeren in risicosituaties verzeild raken. Sociaal mentoraat kan daarbij een belangrijke bouwsteen zijn. Bij sociaal mentoraat zoeken schoolleiding en leerling samen naar een contactpersoon buiten de school die ‘een tijdje samen optrekt’, een ‘maatje’. Voor veel jongeren zijn
20
zulke sociale wegwijzerfiguren vanzelfsprekend in hun leven aanwezig in de persoon van ouder, broer of zus, familielid of vriend, of een vertrouwensfiguur in de buurt of een vereniging. Voor een deel van de huidige jeugd is zo’n ‘maatje’ minder gemakkelijk bereikbaar. En daar kan het jongerendiaconaat een rol gaan spelen. Vooral in het beroepsonderwijs - maar niet alleen daar - is er vraag naar coaches en mentors, oudere leeftijdgenoten of levenswijze ouderen, die de rol van tijdelijke gids of maatje willen spelen. En daarbij tot hun verrassing ook zelf van alles ervaren en ontdekken.
JEUGDWERKLOOSHEID EN DE KERK Het idee van de mentor speelde een belangrijke rol op de conferentie over jeugdwerkloosheid die Kerkinactie eind 2004 organiseerde. Ook de Onderwijsraad pleit voor meer mogelijkheden en experimenten met dit type begeleiding. In De Sociale Agenda (een project van de Volkskrant en de Raad voor Maatschappelijke Ontwikkeling) kwam het mentor-initiatief bovenaan de lijst met geschikte plannen te staan.
Kerkinactie wil initiatieven voor sociaal mentoraat stimuleren en ondersteunen, daarbij geholpen door de koepelorganisatie van het beroepsonderwijs, de BVE-Raad. Sociaal mentoraat slaat voor lokale kerken meer vliegen in één klap: er worden nieuwe en concrete contacten gelegd tussen kerk en onderwijs, er ontstaan nieuwe relaties tussen en binnen leeftijdsgeneraties en jongerendiaconaat krijgt een nieuwe impuls. Zo’n initiatief past in een kerk die verder wil kijken dan de eigen muren. Die naast mentoraat bijvoorbeeld ook maatschappelijke stages aan jongeren aanbiedt - eveneens een manier voor jongeren om het leven te leren kennen, sociale levenservaring op te doen. Zo blijkt dat kerken niet met lege handen staan als het om een groot sociaal vraagstuk als jeugdwerkloosheid gaat. Kerken beschikken nog steeds over een groot ‘sociaal kapitaal’, een rijke schat aan menselijke kwaliteiten op allerlei terreinen. Veel kerkleden kunnen met hun mensenkennis, hun levenswijsheid, hun relaties en netwerken iets voor anderen betekenen. Ook voor jongeren onderweg naar hun economische en sociale toekomst. Wie durft het aan? Kees Tinga is werkzaam voor Kerkinactie/diaconaat.
Allerlei voorbeelden van sociaal mentoraat zijn te vinden op de website: www.mentor-projecten.nl. Kerkinactie kan informatie en begeleiding bieden bij initiatieven met sociaal mentoraat. Neem gerust contact op met Kees Tinga (030) 880 18 82,
[email protected]. Voor maatschappelijke stages is contactpersoon: Elza Kuyk (030) 880 15 58,
[email protected]. Diakonia I december 2006
Achtergrond
Negatieve beeldvorming rond armoede “De beeldvorming rond armoede is negatief. We werken niet. We zijn lui. We zitten achter de geraniums. Daarom moeten we ‘geprikkeld’ worden. Ook maken we geen gebruik van de voorzieningen die er zijn. We zijn fraudeurs. Zo wordt er nog te vaak over ons gepraat.”
BESCHAMEND
kom je niet rond, hoewel arme vrouwen de beste economen zijn.”
Het zijn de woorden van Madeline Andringa (60). Zij en Norga Simons (69) hadden in de tijd dat hun kinderen opgroeiden hun handen vol aan het huishouden. Dat was in die jaren - we hebben het over de jaren zestig tot tachtig van de vorige eeuw - vanzelfsprekend. De man werkte, terwijl zijn vrouw de zorgtaken vervulde. “Hierdoor vervielen we na onze scheiding in armoede”, zegt Norga Simons.
“De beeldvorming rond armoede blijft negatief”, stelt Madeline Andringa vast. “We probeerden er het beste van te maken. Daarom hebben we meer dan twintig jaar in de anti-armoedebeweging geprobeerd iets tegen die beeldvorming te doen, maar het lukt niet. Er wordt niet met, maar over ons gepraat, terwijl beroepskrachten juist van ons zouden kunnen leren.” “Het wrange is dat ze cursussen krijgen om te leren hoe ze met mij moeten omgaan”, zegt Norga Simons. “Goedbedoelde adviezen doen vaak pijn. Het is beschamend als mensen zeggen dat je op koopjesjacht moet, dat je onderin de schappen van de supermarkt moet zoeken, enzovoorts. We komen in de anti-armoedebeweging ook diakenen tegen. Soms zegt er iemand: doe je wel dit? Doe je wel dat? Jawel, al jaren, maar dan nog
“We raakten in armoede door het feit dat we voor onze kinderen kozen”, vult Madeline Andringa aan. Een pensioen hadden ze voor de scheiding niet of nauwelijks opgebouwd. Bij het aangaan van een huwelijk in hun jonge jaren werden vrouwen destijds ontslagen. Ze hadden daardoor geen betaald werk en wel de verantwoordelijkheid voor hun gezin. “Ik was middenstandsvrouw. Dat betekende keihard werken in het huishouden èn meehelpen in de winkel. Het betalen van loon of premies was niet aan de orde. Als je alleen achterblijft met de kinderen kom je erachter dat je positie als vrouw tweederangs is geweest”, merkt Norga Simons op.
Norga Simons (links) en Madeline Andringa
Henk van IJken, Kerkinactie/diaconaat. FREEK VISSER/KERKINACTIE
december 2006 I Diakonia
GERECHTIGHEID “Wij zijn niet zielig”, zegt Madeline Andringa. “Gerechtigheid in de praktijk brengen, houdt in dat je iets aan de problemen van mensen doet. Niet dat je ze gaat betuttelen, niet dat je hen zielig maakt. Gelukkig weten we elkaar nog te vinden als arme vrouwen. Onder arme mensen is er echte solidariteit. Het laatste beetje dat je nog hebt, wordt gedeeld. Als een vrouw iets tekort komt, gaan we in de EVA-groep (het bondgenootschap van de Arme Kant van Nederland rond Economie, Vrouwen en Armoede) een oplossing zoeken en we delen ook in elkaars verdriet.”
21
Kort de Vredeskerk) en stelde de Willibrordparochie zijn deuren open. Bovendien waren ook in de voorbereidingsgroep veel kerkelijke vrijwilligers actief. Na het eten gingen de deelnemers aan de Dag van de Dialoog samen naar de brug voor de opening van het kunstwerk ‘Kleurrijk Overbruggen’. Het kunstwerk verbeeldt de verbinding tussen mensen van verschillende culturen, die samenwonen in één stad.
OMKEER Het zwo-blad Omkeer is helaas per 1 januari opgeheven. De oorzaak daarvan is het dalende abonnementenaantal in combinatie met de stijgende kosten. Om zwo-groepen zo goed mogelijk te blijven ondersteunen biedt Kerkinactie voortaan informatie via de volgende kanalen: • De Kerkinactie-Nieuwsbrief (zowel de digitale als de gedrukte versie) blijft maandelijks actuele informatie verstrekken. • De Kerkinactie-website zal een intensiever informatieaanbod voor zwo-groepen bevatten. • In het blad Kerkinformatie staat vanaf 2007 in elk nummer informatie over alle collectes, ook die op zwo-gebied. • In Diakonia zal het onderwerp werelddiaconaat een plaats krijgen. Wilt u meer weten, of wilt u reageren? Neem dan contact op met de Helpdesk van Kerkinactie, tel. (030) 880 14 56,
[email protected].
DAG VAN DE DIALOOG IN VLAARDINGEN Onder grote belangstelling werd op zaterdagavond 22 september op de Oude Havenbrug in Vlaardingen het kunstwerk ‘Kleurrijk Overbruggen’ van de Vlaardingse kunstenaar Jan van Dorp officieel onthuld. Het was een mooie afsluiting van de tweede Vlaardingse Dag van de Dialoog. Op 23 adressen hadden 276 autochtone en allochtone Vlaardingers met elkaar gegeten en gesproken over het vredesweekthema ‘De ander dat ben jij’. Uit verschillende verhalen bleek dat de verhoudingen tussen de verschillende bevolkingsgroepen in ons land sinds 11
BEZOEKWERK CEMENT VAN DE KERK
september 2001 aanzienlijk verslechterd zijn, dat autochtone Nederlanders het contact met allochtonen uit de weg gaan en dat mensen zich meer in hun eigen groep opsluiten. De werkgroep Vele Vlaardingers Eén Huis probeert er - door onder andere het houden van thema- en ontmoetingsbijeenkomsten, conflictbemiddeling en door het openen van een eigen activiteitencentrum - bruggen te slaan tussen Vlaardingers uit verschillende windstreken. Zo wil zij werken aan een vreedzame en tolerante samenleving. Ook dit jaar was er in een tweetal protestantse kerken weer een tafel (Emmaüs/Immanuël en DIACONIE VLAARDINGEN
22
Het Landelijk Protestants Vrouwen Platform (LPVP) houdt op 26 januari 2007 een werkdag, met als thema ‘Bezoekwerk is het cement van de kerk. Heeft het huis van de kerk in 2012 nog cement?’. In het platform zijn vrouwen vertegenwoordigd uit de voormalige Hervormde Vrouwendienstgroepen, man-vrouw-kerk-groepen en lutherse vrouwengroepen. Eén van de taken van dit soort groepen is bezoekwerk. Bijvoorbeeld bij thuiswonende ouderen die te maken hebben met eenzaamheid. Het bezoekwerk is onontbeerlijk voor een kerk die omzien naar elkaar hoog in het vaandel heeft. Door dit bezoekwerk leggen de vrijwilligers van het LPVP de verbinding tussen kerkleden en plaatselijke kerk. Daardoor vormen ze het ‘cement van de kerk’. Een probleem is dat de gemiddelde leeftijd van de vrijwilligers stijgt en dat er te weinig aanwas van jonge leden is. Sprekers tijdens deze dag zijn onder anderen Geesje Werkman, senior projectmedewerker voor gender/vrouw-man-kerk en
Haaije Feenstra, directeur van de Dienstenorganisatie van de Protestantse Kerk. Ans Brandsma zal een aantal vrijwillige bezoeksters interviewen. Ieder (m/v) die zich betrokken weet bij het bezoekwerk van de kerk is van harte uitgenodigd. De werkdag zal worden gehouden in het Protestants Landelijk Dienstencentrum, Joseph Haydnlaan 2A te Utrecht. De toegang is gratis en een eenvoudige lunch is bij deze dag inbegrepen. Ook is er (gratis) kinderopvang beschikbaar. De folder voor deze werkdag kunt u opvragen bij Marijke Gaastra, tel. (030) 880 18 86, e-mail
[email protected]
DVD CIRKEL VAN ARMOEDE In de tweedelige documentaire De Cirkel van Armoede krijgt de problematiek van de toenemende armoede in Nederland een menselijk gezicht. In de documentaire staat Celine Barnwell centraal. Deze jonge alleenstaande moeder van twee kleine kinderen is van Surinaamse afkomst en leeft van een WAOuitkering die als gevolg van een herkeuring op de tocht staat. Nog niet lang geleden werd ze met huisuitzetting bedreigd omdat ze onder andere een huurschuld heeft. Dat gevaar lijkt voorlopig afgewend. Om te zorgen dat er voldoende eten op tafel komt haalt ze elke week een pakket bij de door de kerken in Amsterdam-Zuidoost opgezette voedselbank. Celine is niet alleen iemand die moet zien te overleven te midden van armoede en Diakonia I december 2006
schulden. Ze zet zich ook in voor haar lotgenoten. Ze werkt als vrijwilligster bij het Service Platform in Amsterdam, een particuliere instelling die zich inzet voor mensen die als gevolg van oplopende schulden in steeds grotere problemen terecht komen. U kunt de dvd voor € 4,95 (exclusief verzendkosten) bestellen bij Zuidenwind Filmprodukties, postbus 4673, 4803 ER Breda, tel. (076) 514 08 71, e-mail
[email protected]
SCHULDHULPVERLENING
december 2006 I Diakonia
RONDKOMEN VOOR 65-PLUSSERS STEEDS MOEILIJKER De afgelopen zes jaar is het voor 65-plussers steeds lastiger geworden om rond te komen. Dit stelt het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (NIBUD) in het rapport Bestedingen van Ouderen. Sinds het jaar 2000 zijn 65-plussers steeds meer geld kwijt aan vaste lasten waardoor er minder overblijft voor de overige uitgaven. Hierdoor hebben steeds meer 65-plussers betalingsproblemen, wat ook blijkt uit de alsmaar groeiende groep ouderen die een beroep doet op de schuldhulpverlening. Reden voor
het NIBUD om te komen met de Financieel Fit op Leeftijd-campagne. Met een speciale folder, voorlichtingsmateriaal en de site www.nibud.nl/opleeftijd wil het NIBUD 65plussers helpen financieel fit te blijven. Ook diaconieën kunnen beschikken over dit materiaal. Neem voor meer informatie contact op met het NIBUD, tel. (030) 239 13 70,
[email protected].
DIACONIE PRESENT TIJDENS MONUMENTENDAG Tijdens de Open Monumentendagen dit najaar was de Oude Lutherse Kerk in Amsterdam open. Er kwamen ongeveer 1500 bezoekers voor rondleidingen, films en muziek. Ook de diaconie was present met een panelenwand met foto’s, dvd. Diakenen en diaconaal medewerkers wisselden ervaringen uit. Op een tafeltje stonden zes foto’s van diakenen met een tekst over hun motivatie en een lijstje met spiegeltje
met de vraag ‘wat is mijn drive?’ Het leverde zo’n 250 contactmomenten op met veel positieve reacties en zelfs twee potentiële nieuwe vrijwilligers.
AANGIFTELOONT.NL Veel mensen kunnen bij de Belastingdienst geld terugkrijgen voor gemaakte ziektekosten. Dit geldt vooral voor ouderen, chronisch zieken en gehandicapten. Soms kan zelfs het betalen van een ziektekostenpremie al voldoende zijn om in aanmerking te komen voor teruggave. Zij kunnen eventueel geld terugkrijgen van de Belastingdienst, ook als zij weinig of geen belasting betalen. Om geld terug te kunnen krijgen is wel eerst belastingaangifte nodig! Dat is voor veel mensen een hele opgave. De website www.aangifteloont.nl kan u als diaconie verder helpen om na te gaan of mensen die aan uw zorg zijn toevertrouwd in aanmerking komen voor belastingteruggave. LUTHERSE DIACONIE AMSTERDAM
De stichting Modus Vivendi is een christelijke organisatie die sinds 1985 schuldhulpverlening aan particulieren verzorgt. In eerste instantie wordt zij ingeschakeld door lokale gemeentes. Daarnaast is zij een aanvulling op de gemeentelijke instanties die de schuldhulpverlening zelf uitvoeren, maar door wachtlijsten Modus Vivendi inhuren voor het wegwerken daarvan. Ook wordt Modus Vivendi ingeschakeld door bedrijven en arbodiensten, die geconfronteerd worden met het probleem van werknemers in problematische schuldsituaties, welke daardoor minder functioneren of zelfs thuis zitten. De derde doelgroep is de diaconie die in contact komt met mensen die schulden hebben. Een diaconie kan immers te maken krijgen met mensen die tegen lange wachttijden bij de gemeentelijke schuldhulpverlening of de regionale Gemeentelijke Kredietbank aanlopen. De dienstverlening van Modus Vivendi bestaat uit budgetbeheer, schuldregelingen naar draagkracht
van de schuldenaar, budgetbewaking, afkoopakkoorden met hoge kwijtscheldingspercentages, adviezen en ten slotte cursussen voor zowel schuldenaren, dienstverleners en diakenen als schuldeisers. Modus Vivendi streeft ernaar samen te werken met kerken, maatschappelijk werkinstellingen en politieke organen, om een goed georganiseerde en rechtvaardige schuldhulpverlening tot stand te brengen. Meer informatie op www.modusvivendi.nl
De uitgever ziet zich helaas genoodzaakt de abonnementsprijs te verhogen vanwege gestegen kosten. Met ingang van 1 januari kost een abonnement € 12,70 per jaar. Losse nummers kosten dan € 2,65.
23
Joost van den Broek/HH
GEBED Heer onze God, wij vragen U niet om wonderen en tekenen uit de hemel, wij vragen U om uw aanwezigheid hier in ons midden, om het vuur van uw Geest die ons verlicht en verwarmt, om de kracht van uw tegenwind die mensen beweegt en bergen verzet: dat eenzamen ogen vinden die hen aanzien en wanhopigen handen die hen oprichten, dat zieken bewaard worden voor de moedeloosheid en mensen met tegenslagen voor de verbittering, dat stervenden de grote vrede vinden en zij die iemand verloren zichzelf niet kwijtraken, dat machtshebbers niet ongehinderd hun gang kunnen gaan en onderdrukten niet omkomen in doffe wanhoop, dat wij mensen op uw aarde niet eindeloos bezig blijven uw levenswerk te vernielen en elkaar te beschadigen, dat er brood zal zijn voor wie vergaat van de honger en dat de wijn van de vrede zal rondgaan onder de mensen, dat de tegenspraak niet verstomt en de lofzang blijft klinken, en dat er allerwege gehoor zal zijn voor het goede nieuws dat het ook anders kan met ons. W.R. van der Zee Uit: Gebed met open ogen Uitgave Boekencentrum, Den Haag 1982 Diakonia I december 2006