DeCiDe 2 DeCiDe De ware ontdekkingsreis ligt niet in het zoeken naar nieuwe landschappen, maar in het kijken met andere ogen.
Inleiding en introductie • Waarover praten wij…. – Arrangementsveranderingen • De kracht en mogelijkheden
– Motorische leren: leren in de context – Bewegingslandschapsarchitectuur
• NTT – Vertrek en uitgangspunten
• We beginnen bij het begin – Waar gaat het om? – Accent op tikspelactiviteiten
Waar gaat het om? • Het kunnen spelen van spelletjes en activiteiten samen met leeftijdgenootjes in schoolse en vrije situaties.
• Tikspelen – Bewegingsuitdaging • Bewegingsprobleem (Mulder) – Probleemgestuurde aanpak
ACTIVITEITSDENKEN De gouden driehoek •
•
Specifieke taakeisen – Hoe moet het spelletje worden gespeeld. – Het leervoorstel
•
Omgeving – Het bewegingsarrangement
Specifieke taakeisen
Kindfactoren – Selectie van informatie op basis van: • Behoefte, Geheugen, Aandacht, Motivatie en Emotie – Basisbehoeften • Competent voelen • Relatie • Authenticiteit • Autonomie
Bewegingsgedrag
BASISBEHOEFTEN 1. 2. 3. 4.
Competent voelen Relatie Autonomie Authenticiteit
5. (aanvullend) Aandachtspunt
Aandachtspunt • VIEREN
• ONTMOETEN
STERK Praktisch Aanpassen ZWAK Ongeduld Drammerig
• SPARREN
STERK verbeeldingskracht Nieuwe ideeën ZWAK Besluiteloos
• LEREN
“Zonder een technische aanwijzing te hebben ontvangen, ervaart het op leren gerichte kind dat het een „waardeloze‟ therapie, training of les was !”
NTT • Gebaseerd op wetenschappelijke inzichten in vier domeinen: 1.Bewegingssturing en -controle – Model van actie
2.Leerpsychologie en motorisch leren 3.Competentie en attributietheorie 4.Pedagogisch-didactische principes
Interventies • Opbouw taak door ‘loading constraints’ – Verzwaren, – Veranderen – Verbinden
• Doorlopen verschillende leerfasen – Cognitieve – Associatieve – geautomatiseerde
• Werken naar ‘self guidance’ • Attribueren – Interne en externe – Stabiel en variabel
• Succesbeleving en zelfvertrouwen
Resumerend • • • • • •
Top down benadering Startpunt is hulpvraag Taakanalyse Kernprobleem van de taak Fase van het leren Hypothese gericht op processen – waar zit de grootste belemmering?
• Methodiek (VVV-principes)
De (didactische) torens • Een hulpmiddel voor het aanpassen van bewegingssituaties
– Loopt’t – Lukt’t – Leeft’t – (Laat’t)
•
Om precies de juiste (leer)hulp te geven – nauwkeurig observeren en goed inzoomen op de specifieke wijze waarop een kind de activiteit uitvoert. – Analyseren op welk niveau kinderen deelnemen.
De broccoli-theorie
LUKT’T
LEREN In het landschap dat bewegen heet LOOPT’T
LEEFT’T
• Met welke perspectieven heeft een therapeut te maken in bewegingssituaties? • Optimaliseren • Ontplooien • Organiseren
• We gebruiken de principes van loopt ‘t, lukt’t en leeft ‘t. • Gebruik het ook tijdens en na de uitvoering.
• Organiseren van de bewegingssituatie • Wat is het uitzicht vanuit deze toren? – Gestructureerdheid – Gezamenlijkheid – Gehoorzaamheid
gestructur eerdheid
Loopt’t gehoorza amheid
• Hoe loopt de oefening? • Wordt hij uitgevoerd zoals bedoeld? • Moet er nog wat geregeld worden in omgeving of materiaal?
Gezamenli jk heid
• Het optimaliseren van een bewegingsactiviteit Uitvoerba ar
• Wat is het uitzicht vanuit deze toren? – Uitvoerbaar – Verbeterbaar – Eigenaar
Lukt’t verbeter baar
• Op welke wijze voert het kind de activiteit uit? • Worden er vorderingen gemaakt? • Is er een differentiatieplannetje in stelling te brengen?
eigenaar
• Ontplooien van een bewegingsperspectief sfeer
• Wat is het uitzicht vanuit deze toren? – Sfeer – Intentionaliteit – Reflectie
Leeft’t reflectie
• • • •
Op welke manier past deze activiteit bij dit kind? Is het boeiend voor dit kind? Komt het overeen met de wensen van het kind? Levert het ‘beleving’ op?
intentiona liteit
Hoe werkt dit model? • Vooraf, onderweg en achteraf… – om de route te plannen, – zichtbaar te maken – en te evalueren
Maar: de vulkaan van verandering is steeds actief!
Doelen Belevingsdoel: Het waarderen van de beleving van kinderen
Bewegingsdoel: Het vergroten van de bewegingsmogelijkheden van kinderen Reguleringsdoel: Het op gang houden van de activiteit door kinderen
REGULERINGS DOEL
BELEVINGS DOEL
BEWEGINGS DOEL
voorwaardenscheppend
gestructureerdhei d
sfeer
Aanpassen
Manipuleren
reflectie
Specifieke taakeisen
intentionaliteit
Niveau van deelnemen
Deviantie
Deficiëntie Skill / Will Matrix Interne factoren
gezamenlijk heid
Bewegings gedrag Externe factoren
Wijze van deelnemen
Kind
Context Motorisch plafond
Individueel/ groepjes
uitvoerbaa r
Lukt’t eigenaar
bepalend
V.V.V. principes
De rol van de therapeut Van bepalend … …..naar voorwaardenscheppend
•
Time on task
•
De kracht van het leren – Factoren die het leren beïnvloeden • • • •
Emotie / gevoel Competentiegevoelens Autonomie Relatie
– De kracht van het arrangement •
Inzicht in motorische leerfasen
•
Een activiteit voor een kind te ordenen vanuit andere dan motorische leerprincipes. • Loopt’t, lukt’t, leeft’t (laat’t)
Specifieke taakeisen
•
Bewegingsgedrag
• Meerdere wijzen van het ‘bieden van leerhulp’ in te zetten in een pedagogisch – didactisch perspectief. • Bewegingslandschapsarchitectuur • Het creëren van rijke en betekenisvolle bewegingslandschappen waarin kinderen samen spelen en leren. • MAKE IT FUN !
Wat betekent dit voor therapie? Leeft’t
Lukt’t
• •
• Ensceneren van leersituatie
• •
•
De activiteit Client centered – C.A.R – afstemming Ordenen vanuit andere dan motorische leerprincipes. Activiteitsdenken – Taakgeorienteerd – Loopt’t, leeft’t en (laat ‘t) De therapie
– Taak en omgeving
• Motorische leerprincipes
•
– Leerfasen – Verzwaren, Veranderen en Verbinden Trainingsprincipes
•
Opbouw- en volgorde principes
De klik’, de communicatie Pedagogisch-didactische afstemming Spanningsveld relatie - taakgerichtheid
Wat levert het op? KIND
THERAPEUT
• • • • •
Betekenisvolle situaties Meer afstemming Meer plezier in therapie Meer ‘time on task’ Groter leerresultaat
•
•
Binnen de beleving – Er is wat te halen ….. – Er blijft wat te halen
• • •
Uit de ‘therapiesfeer’ Spelen met ‘oefenstof’ Meer vertrouwen in eigen kunnen
• • •
• •
Analytische kijk op activiteiten en vaardigheden Het getoonde bewegingsgedrag is leidend Vanuit iedere uitvoering volgt de nieuwe stap. Vooruitgang is zeer methodisch SMART aan te geven Afstemming op de betekenisverlening van een kind Effectievere en ‘belevingsvolle’ therapie
Teach en learn If they don’t learn the way you teach, Then you have to teach the way the learn.
DeCiDe 2 DeCiDe Op een andere manier kijken, brengt je op nieuwe paden binnen een anderszins bekend bewegingslandschap.