Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
ONDERZOEK IN DE PRAKTIJK
In deze rubriek gaat het om verhalen over en/of reflecties op de ervaring met methodi‐ sche, praktische, politieke, morele en wie weet esthetische problemen waar onderzoe‐ kers in de praktijk mee te maken krijgen. Redacteuren voor deze rubriek zijn Anneloes van Staa:
[email protected] en Willemijn Krebbekx:
[email protected].
Kijken met andere ogen: de Social Photomatrix als motor van organisatieontwikkeling in de ouderenzorg Susan Hupkens, Carolien Nijhuis & Chris Kuiper* Inleiding ‘Werkkunst in de ouderenzorg’ is een organisatieontwikkeling en promotieonder‐ zoek in De Steenplaat, een verzorgingshuis van stichting Humanitas in Rotter‐ dam Feyenoord. Doel van deze organisatieontwikkeling is verhoging van de kwali‐ teit van werk én zorg. In de eerste fase van dit project staan de werknemers cen‐ traal. Onderzoeksvraag in deze fase is: ‘Wat leeft er onder medewerkers in De Steenplaat? Wat vinden zij zelf van hun werk?’ Om daarachter te komen hebben we gebruikgemaakt van de Social Photomatrix (SPM) (Sievers, 2008). Deze bij‐ drage gaat over onze ervaring met deze boeiende methode. De Social Photomatrix: wat leeft er onder de oppervlakte? De Social Photomatrix (SPM) is ontwikkeld door Sievers (2008 ) met als doel begrip van een organisatie te bevorderen bij rolhouders. Rolhouders zijn personen uit een organisatie. Sievers heeft deze methode onder meer gebruikt bij studenten in een universiteit en bij gedetineerden in een gevangenis. Wij gebruikten de SPM-methode bij werkers in de ouderenzorg. In de SPM wordt aan de deelnemers gevraagd om beelden (foto’s) te geven die we normaal gesproken niet zien. Door te associëren en reflecteren over deze beelden krijgen deelnemers inzicht in wat onder de oppervlakte is van wat men dagelijks ziet (wil zien) en kunnen zij diep‐ gaande kennis over de organisatie genereren. Vooronderstelling van de SPMmethode is dat er onder de oppervlakte van de organisatie een ‘inner landscape of *
Susan Hupkens behaalde haar MA in public health en werkt als onderzoeker bij kenniscentrum ‘Kennis van Zorg’ van de Hogeschool Rotterdam. E-mail:
[email protected]. Carolien Nijhuis is verplegingswetenschapper en werkt als directeur van Humanitas Feyenoord, Rotterdam. Het beschreven onderzoek maakt deel uit van haar promotieonderzoek. E-mail:
[email protected]. Chris Kuiper is gepromoveerd aan de Universiteit voor Humanistiek en werkt als lector Participatie, Arbeid en Gezondheid bij kenniscentrum ‘Kennis van Zorg’ van de Hogeschool Rotterdam. E-mail:
[email protected].
KWALON 2011 (16) 1
41
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Susan Hupkens, Carolien Nijhuis & Chris Kuiper
an organisation’ ligt: individuele gedachten, dromen, verlangens, angsten die zich tot een collectieve werkelijkheid samenvoegen, die niet gekend is (Sievers, 2008). Tweede vooronderstelling is dat foto’s associaties uitlokken die informatie bevat‐ ten over deze verborgen wereld. Een SPM-sessie bestaat uit twee delen. In het eerste deel van de sessie worden foto’s getoond, die door de deelnemers van de groep gemaakt zijn over hun organisatie. De deelnemers worden uitgenodigd om vrij te associëren. Het gaat hierbij om de foto en niet om de fotograaf. Wat erop staat, hoe de foto gemaakt is en door wie, en of deze esthetisch mooi is of lelijk, valt buiten beschouwing. Het is de bedoeling dat associaties vrij opkomen uit de persoonlijke ervaring en het onbewuste van de individuele deelnemers. In het tweede deel van de sessie vindt er in de groep reflectie plaats over de genoemde associaties. Wat valt op? Welk beeld was het meest aangrijpend? Zijn er relaties en patronen in de associaties? Wat zou de betekenis kunnen zijn van de associa‐ ties? ‘Uitkomst’ van het vrij associëren, amplificeren (aanvullen) en reflecteren daarop is een mogelijk nieuwe denkwijze voor de rolhouder. Waarom de Social Photomatrix? Kwaliteit in de ouderenzorg wordt uiteindelijk gerealiseerd door medewerkers voor en met de bewoner. We wilden te weten komen wat er leeft bij medewerkers en vrijwilligers in De Steenplaat om samen met hen, vanuit hun beleving, vorm te kunnen geven aan de kwaliteitsverbetering. Wat mensen werkelijk ervaren is ech‐ ter moeilijk te kennen. Slechts een gedeelte van de ideeën en gevoelens over een situatie, in dit geval de werksituatie, wordt gedeeld met anderen. We wilden geen sociaal wenselijke verhalen horen, of een echo van wat het management zegt, maar authentieke belevingen van de medewerkers en vrijwilligers. Daarom gingen we op zoek naar een methode die medewerkers zou uitdagen te laten zien en te vertellen wat hen bezighoudt. Foto’s geven andere informatie dan woorden. Foto’s roepen, meer dan woorden, herinneringen en emoties op (Harper, 2002; Riessman, 2008). Door vrije associatie over de foto’s hoopten we samen met de medewerkers zicht te krijgen op wat er onderhuids leeft in de organisatie. Door te vertellen over de foto’s en te reflecteren hoopten we dat er bij de deelnemers belangrijke thema’s naar boven zouden komen en er een dialoog op gang zou komen die een motor zou kunnen zijn voor verandering. Ook in een eerder gepubliceerd artikel in KWALON over twee onderzoeken bij jongeren werden foto’s gemaakt door de doelgroep (Steel, De Visscher, Vande‐ velde, Van Hove & Poppe, 2009). In de genoemde onderzoeken werd jongeren gevraagd met een camera hun persoonlijke verhaal te vertellen over hun leef‐ omgeving, en in het tweede onderzoek over wat hun steun biedt. Onze benade‐ ring was iets anders: behalve dat medewerkers door het maken van de foto’s gele‐ genheid hadden hun verhaal te vertellen, richt de SPM-methode zich ook op dat‐ gene dat onbewust is in de collectieve beleving. Steel et al. bepalen dat de doel‐ groep eigenaar is van het onderzoek. Ook in De Steenplaat stond voorop dat medewerkers eigenaar zouden zijn van het onderzoek, maar ook van de verande‐ ring die daaruit zou volgen. Wij hadden de verwachting dat de SPM-methode zou
42
KWALON 2011 (16) 1
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
passen bij de doelgroep. Veel mensen vinden het leuk om foto’s te maken. Foto’s zijn laagdrempelig, veel meer dan andere vormen van beeldende technieken. Bovendien is het maken van foto’s iets wat binnen de cultuur van Humanitas past. Dit is herkenbaar in interne en externe publicaties. Ook de medewerkers van De Steenplaat zijn gewend om bij leuke gelegenheden in huis de camera te pakken om foto’s te maken voor het bewonersblad. Ons onderzoek is te omschrij‐ ven als praktijkgericht onderzoek (Houweling, Kuiper & Letiche, 2010). Voor ‘Werkkunst in de ouderenzorg’ is gekozen voor een emergent (‘opkomend’) design: de ‘uitkomsten’ van de sessies zouden gaandeweg leiden tot het formuleren en uitvoeren van acties die richting geven aan de verdere organisatieontwikkeling en het onderzoek. Werkwijze: de Social Photomatrix in De Steenplaat Hoe zijn wij aan het werk gegaan met de Social Photomatrix? Allereerst hebben we informatie gegeven over ‘Werkkunst in de ouderenzorg’. In een informatie‐ bulletin en gesprekken met medewerkers hebben we de start van de Social Photo‐ matrix aangekondigd en vroegen we medewerkers te participeren. We hoopten dat medewerkers geprikkeld zouden worden door het doel: werk én zorg leuker en beter maken. In het informatiebulletin stond ook dat een externe onderzoeker (Susan Hupkens) een deel van de sessies zou leiden. Er werden zes homogene groepen gepland. Deze groepen waren ingedeeld op basis van functie in de organi‐ satie. Zo was er een groep voor leidinggevenden, keuken- en restaurantpersoneel, administratief en facilitair personeel, zorgmedewerkers en vrijwilligers. Door homogene groepen aan te houden en door participatie van de externe onderzoe‐ ker hoopten we een veilig klimaat te scheppen voor zo veel mogelijk medewerkers om te participeren. Teamleiders moedigden deelnemers aan de fotocamera van De Steenplaat te pakken en mee te doen. De opdracht was: ‘Maak foto’s van situ‐ aties in je werk die iets zeggen over wat jij belangrijk vindt in je werk en de organi‐ satie waar je werkt. Situaties die meestal onzichtbaar blijven en niet door PR-medewerkers worden gemaakt.’ Na een korte tijd stroomden de beelden bin‐ nen. De organisatie van een Social Photomatrix vroeg aandacht en tijd: zowel logistiek (wie heeft de camera, waar komen de foto’s samen, hoe vertonen we ze?) als inhoudelijk (hoe selecteer je foto’s, hoe gaan we de sessies faciliteren?). De fotosessies verliepen in de structuur zoals Sievers die beschreven heeft: tonen, associëren, amplificeren, reflecteren. Er waren vijftig mensen die participeerden in de verschillende groepen, van wie ongeveer de helft zelf foto’s had gemaakt. In de groepen waren er steeds meerdere deelnemers die foto’s gemaakt hadden. Omdat er te veel foto’s voor de sessies kwamen, maakten wij aanvankelijk keuzes voor foto’s, maar uiteindelijk kozen wij ervoor dat de deelnemer zelf drie foto’s selecteerde die zijn voorkeur hadden. Dat betekende soms wel dat er veel foto’s waren per sessie, maar wij wilden toch recht doen aan alle fotografen uit de betreffende groep.
KWALON 2011 (16) 1
43
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Susan Hupkens, Carolien Nijhuis & Chris Kuiper
Werkwijze: de analyse Hoe kunnen gegevens verkregen met beeldmateriaal het beste worden geanaly‐ seerd? Riessman (2008) benadrukt dat er bij de interpretatie van foto’s geen enig correcte interpretatie is. Meerdere interpretaties zijn mogelijk. Onderzoekers interpreteren hoe de beelden kunnen bijdragen aan betekenissen voor de onder‐ zoeksvraag, de gebruikte theorieën, filosofische uitgangspunten en (eventueel) de eigen biografie. De analysemethode in dit onderzoek was vooral gebaseerd op het genereren van thema’s voor de organisatieontwikkeling. Bovendien was participa‐ tie van de werknemers in alle fasen, en dus ook in deze, een uitgangspunt. Alle sessies zijn woordelijk uitgetypt. We hebben ervoor gekozen om de analyse in drie stappen te doen: een eerste analyse door de onderzoekers afzonderlijk, een tweede analyse door de onderzoekers gezamenlijk en tot slot een dialoog met deelnemers van de sessies. Motivatie om als onderzoekers de eerste analyses te doen is dat analyseren van zoveel data een arbeidsintensieve klus is. Bovendien zijn werknemers in de zorg over het algemeen ‘doeners’ en geen ‘denkers’, en dus onervaren in analyseren van onderzoek. De eerste analyse van de sessies is eerst afzonderlijk gedaan door twee onderzoekers om de validiteit te vergroten. Deze analyse werd per medewerkersgroep gedaan en gestructureerd door een aantal open vragen. Door vergelijking van onze analyses konden we de belangrijkste thema’s van de verschillende groepen formuleren. Van de thema’s uit deze tweede analyse is per groep een korte beschrijving (A4) gemaakt om te bespreken met de deelnemers van de groepen. Er is zo veel mogelijk bij de oorspronkelijke bewoordingen van de deelnemers gebleven om de herkenbaarheid te vergroten. Omdat we deze tweede analyse wilden voorleggen aan de deelnemers hebben we, in afwijking van de originele SPM-methode, extra reflectiesessies gehouden voor alle groepen, waarin het merendeel van de mede‐ werkers uit de eerste sessies participeerde. In deze tweede reflectiesessies hebben we aan de hand van de A4’tjes verder gesproken over onze voorlopige analyses en of, en zo ja, hoe de fotosessies nog hebben doorgewerkt. Deelnemers gaven aan‐ vullingen en verbeteringen. Op deze wijze gaven deelnemers vorm aan een voor hen betekenisvolle analyse. Werkwijze: participatie en eigenaarschap De belangrijkste pijlers voor ‘Werkkunst in de ouderenzorg’ zijn de participatie in het onderzoek en eigenaarschap van de verandering van de medewerkers. Hoe hebben we dit gewaarborgd? Voor, tijdens en na de fotosessies zijn de opzet, uitvoering en analyse van de Social Photomatrix met een kerngroep van medewerkers besproken. Deze kern‐ groep bestond uit medewerkers uit alle lagen van de organisatie en gaf feedback over de te volgen route, waarvan door de onderzoekers dankbaar gebruik is gemaakt. Deelname aan de SPM-groepen was vrijwillig en spontaan, er was geen druk vanuit de organisatie om mee te doen. Door het maken van de foto’s waren de medewerkers degenen die ‘de agenda’ tijdens de sessies bepaalden. De begelei‐
44
KWALON 2011 (16) 1
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
ders, ‘hosts’ in de beschrijvingen van Sievers, waren er uitsluitend ter facilitering. Ook in de analyses waren de medewerkers actief in het geven van betekenis aan wat er tijdens de sessies naar boven was gekomen. De deelnemers van de zes groe‐ pen hebben vervolgens zelf op een creatieve manier tijdens een personeelsfeest aan hun collega’s gepresenteerd wat er in ‘hun’ sessie besproken is. Zo was er een kaartjesspel, een zelfgemaakt gedicht en een presentatie met planten. De collega’s reageerden betrokken en het leverde veel gespreksstof op. Om de bekendheid van het project onder de medewerkers verder te vergroten is er een boekje gemaakt met een selectie van foto’s en uitspraken uit de fotosessies voor iedereen. Vanzelf‐ sprekend is er van zowel bewoners als personeelsleden toestemming gevraagd voor publicatie. Werkwijze: en verder ... In samenwerking met de kerngroep van medewerkers is er naar aanleiding van de fotosessies een actieplan gemaakt om de thema’s uit de Social Photomatrix verder met medewerkers uit te diepen in dialoog en uit te werken in activiteiten. Een voorbeeld is een deelproject rond het eten en drinken, dat deelnemers uit ver‐ schillende groepjes nu samen opzetten. De acties zullen weer leiden tot nieuwe onderzoeksactiviteiten. Het resultaat: kijken met andere ogen Heeft de methode ons gebracht wat we hoopten? Tijdens de fotosessies in De Steenplaat kwam er een stroom aan beelden en verhalen los: over bewoners, col‐ lega’s, de samenwerking, het gebouw, Rotterdam, de Maas en de kernwaarden van Humanitas. Dit bood de deelnemers, en ons, een veelzijdig beeld van wat er leeft in de organisatie. Er zijn zeker aanknopingspunten voor thema’s waarop verdere acties zich (gaan) richten. Een veelgehoorde opmerking was: ‘Je gaat kijken met andere ogen.’ Er kwamen in elke groep thema’s naar boven waarvan men zich tot dan toe niet bewust was. Zo was bijvoorbeeld vrijwel iedereen geschokt door de troosteloosheid van het gebouw. Verveloze kozijnen, een kapot bootje voor een slordig kastje, een stille gang: blijkbaar loop je er dagelijks (aan) voorbij (foto 1). Daarnaast waren er situaties waarvan men zich wel bewust was, maar waar men niet meer bij stilstond. De foto vormde in een dergelijke situatie een ‘trigger’ om er (weer of meer) van bewust te zijn. Naar aanleiding van een foto van het (vrijwel lege) restaurant ontstond een gesprek over leegheid van het bestaan in een verzorgingshuis (foto 2). In de reflectiesessie werd vervolgens besproken hoe moeilijk het is daar iets aan te doen. Ook werd de vraag gesteld of de doelen van medewerkers wel passen bij de levensfase van de ouderen: is geluk wel altijd mogelijk als je zo oud bent?
KWALON 2011 (16) 1
45
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Susan Hupkens, Carolien Nijhuis & Chris Kuiper
Foto 1.
Een lege gang; je loopt er dagelijks aan voorbij
De medewerkers werden in de foto’s, meer dan zij gewend waren, geconfronteerd met een schaduwzijde van hun werk. Dat is begrijpelijk: in het algemeen kijken we meer naar foto’s van prettige situaties: ook in de privéwereld worden vakantie‐ foto’s vaker gedeeld dan verdrietig stemmende beelden. Sievers (2008) beschrijft dit in zijn ervaringen met de Social Photomatrix in een universiteit. Het is niet eenvoudig om je open te stellen voor het verdriet, de leegte en de onmacht die in je dagelijkse werk ook aanwezig zijn. De SPM-methode bleek zeer geschikt om medewerkers in de ouderenzorg te ver‐ leiden tot participatie. Medewerkers waren enthousiast om mee te doen: zij von‐ den het leuk om de foto’s te maken en de tijd te hebben over hun belevingen te praten. Zij vonden het waardevol dat er interesse is in hun zienswijze. Deel‐ nemers namen de ervaring uit de sessies mee naar de werkvloer. Ze vertelden onder meer: ‘Ik ben bewuster gaan kijken. We hebben het er met elkaar nog eens over gehad’ en ‘Zo’n sessie heeft mij weer nieuwe energie gegeven. Gewoon het uitwisselen met elkaar.’ Deelnemers voelden zich verantwoordelijk voor de uit‐ eindelijke presentatie van de resultaten aan de andere collega’s en deden dit met trots. Het is echter van belang dat dit eigenaarschap behouden blijft in de verdere organisatieontwikkeling.
46
KWALON 2011 (16) 1
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Foto 2.
Leeg restaurant
Discussie Er zijn kanttekeningen te plaatsen bij de manier waarop de Social Photomatrix in dit onderzoek is gebruikt. Het doel van de methode In de oorspronkelijke publicaties van Sievers is de Social Photomatrix een middel om de organisatie beter te begrijpen, om te komen tot ‘new thinking’. Is men in De Steenplaat gekomen tot nieuwe denkwijzen? In onze opzet lag het doel anders: het genereren van thema’s voor organisatieontwikkeling van binnenuit. Boven‐ dien trachtten we door de sessies ook een proces van participatie te starten. De methode is in De Steenplaat voor beide succesvol geweest: medewerkers hebben een nieuw bewustzijn van wat belangrijk is in hun werk en zijn gemotiveerd hier‐ mee aan de slag te gaan. Haalbaarheid van de methode De methode was voor onze deelnemers soms te moeilijk. Het begrip ‘associëren’ is niet bij iedereen bekend. Bovendien is het een vaardigheid die niet iedereen zomaar beheerst. Sommige deelnemers kwamen niet gemakkelijk los van wat er op de foto staat, waar en wanneer deze genomen was. De foto’s waren voor de meeste medewerkers herkenbaar. Plaatsen en personen werden vaak benoemd en werden soms van een mening voorzien. Het was voor deelnemers niet eenvoudig
KWALON 2011 (16) 1
47
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Susan Hupkens, Carolien Nijhuis & Chris Kuiper
om daar niet op in te gaan. Medewerkers wilden graag hun verhaal aan elkaar ver‐ tellen, ook door de foto’s. Als er te weinig ruimte bleef voor vrijere associatie werd er soms bijgestuurd door de begeleider van de sessie en dat leverde af en toe teleurstelling op. ‘Vrij associëren’ over een bekend beeld blijkt niet eenvoudig. Dit gold in hoge mate voor foto’s waar personen op stonden. Een ethische vraag was: kan en mag je vrij associëren over bekende personen zoals medewerkers en bewo‐ ners? Zo was er een foto van een bewoner die in de terminale fase was, die recht in de camera keek. Deze foto maakte veel emoties los. ‘Ach ... mag je dit wel foto‐ graferen? Die man is terminaal. Het gaat slecht met hem.’ Toch bleken deze foto’s met mensen erop de deelnemers het meest te raken. Een foto van een echtpaar zorgde voor veel ontroering (foto 3): ‘Liefde tussen twee mensen. Heerlijk’, ‘Hij is ziek en zij ook. Dit ontroert heel erg. En vooral als je ze kent’ en ‘Dit is de kroon.’ Hoewel de reacties van deelnemers op foto’s niet altijd ‘vrije associaties’ waren, zoals Sievers beoogt, gaven ze wel toegang tot achterliggende gedachten, ervarin‐ gen en gevoelens van de deelnemers over hun werk en verdiepten ze de gesprek‐ ken over het werk. Zo ontstonden er in meerdere groepen gesprekken over de eigen(aardig/zinnig)heid van de bewoners van De Steenplaat, de manier waarop zij daarmee omgaan en de trots en waardering die het geeft als je de ‘gebruiks‐ aanwijzing’ van een bewoner kent. Deelnemers waren af en toe ook teleurgesteld als niet alle foto’s getoond konden worden. Als vraag werd gesteld: wat doen jullie nu verder met al die foto’s? Hoewel er nog geen vastomlijnde plannen zijn, kunnen ze in een volgende fase waarschijnlijk nog gebruikt worden om terug te kijken. In de tussentijd worden ze veilig bewaard. Foto 3.
48
‘Ontroerend, vooral als je ze kent’
KWALON 2011 (16) 1
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Meerwaarde van de methode Zijn de foto’s nodig om de thema’s te achterhalen? Deze vraag stelden wij niet alleen onszelf, maar ook de deelnemers van de fotosessies. Zij gaven aan dat de foto’s confronterend zijn. Een medewerker zei: ‘Door de foto’s dringt het toch beter tot je door. Soms ben je zo druk bezig dat situaties voorbij kabbelen. Je kunt er niet omheen wat de foto’s je zeggen.’ Hierdoor verdiepten gesprekken in de sessies zich snel en ontstond er een gevoel van urgentie voor verandering. Deel‐ nemers benadrukken ook dat zij verwachten dat er wel wat verandert naar aanlei‐ ding van de sessies. Het mag niet bij praten alleen blijven. Een extra sessie De tweede (reflectie)sessie hebben wij toegevoegd aan de Photomatrix zoals die door Sievers op de Universiteit voor Humanistiek in een workshop werd toege‐ past. Bij het doorlezen van de transcripten viel op dat de tweede reflectiesessie een verdieping gaf van de thema’s. Er werd meer dan in de oorspronkelijke sessies gesproken over achtergronden, (persoonlijke) drijfveren en relaties. Ook werden er aanzetten gedaan voor verklaringen en mogelijke oplossingen. Daarbij was er meer oog voor de eigen rol in het geheel. Zo werd er in een groep in de eerste ses‐ sie gezegd dat zij onvoldoende schouderklopjes kregen van de leidinggevenden (foto 4). In de tweede sessie werd de stap gemaakt naar het eigen functioneren. ‘Ik ben me daar zelf ook bewust van geworden. Je moet dat vaker doen, dames! En ik was dat even vergeten, maar nu weet ik dat weer.’ Foto 4.
Schouderklopjes krijgen én geven
KWALON 2011 (16) 1
49
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Susan Hupkens, Carolien Nijhuis & Chris Kuiper
In deze tweede bijeenkomsten werd een negatief beeld vaak afgezwakt. Medewer‐ kers willen graag laten zien dat het ook gezellig kan zijn, en dat het leuk is om in de zorg te werken. ‘Wat ik miste, waren de mensen die het gezellig maken. De mensen bepalen de sfeer.’ Een authentiek beeld? In de sessies hebben medewerkers een beeld getoond van hun werk. Er is open‐ hartig gesproken over wat er bij hen leeft. Hoewel er bij elke groep medewerkers waren die geparticipeerd hadden in de Social Photomatrix, waren de sessies niet representatief voor de gehele organisatie. We hebben niet gekeken welke mede‐ werkers ontbraken in de groepen en ook niet gevraagd naar de motivatie van mensen om wel of niet mee te doen. In de verdere organisatieontwikkeling is dit een aandachtspunt. Daarnaast vormen de uitkomsten van de fotosessies een momentopname van wat er op een bepaald moment door een bepaalde methode naar boven komt. Uit de reacties van de deelnemers is echter wel duidelijk dat de methode verrassende inzichten opleverde voor het werk en de organisatie, die zeker kunnen dienen voor de verdere organisatieontwikkeling. De directeur als onderzoeker Een laatste, ethische kwestie is de participatie van directeur (Carolien Nijhuis) in het onderzoek. Zij is naast initiator van het project ook een belangrijke stake‐ holder. De betrokkenheid van het management is een belangrijke succesfactor voor vernieuwing, maar anderzijds kan het de resultaten van het onderzoek te veel beïnvloeden. Medewerkers durven misschien niet openhartig te zijn in een sessie als deze geleid wordt door de directeur. Om deze reden is er een extern onderzoeker (Susan Hupkens) van het kenniscentrum ‘Kennis van zorg’ van de Hogeschool Rotterdam bij het project betrokken. Na openhartig overleg in de kerngroep van medewerkers werd besloten dat twee van de groepen door deze externe onderzoeker zouden worden begeleid en dat anoniem zou worden gerap‐ porteerd. Bovendien werd de analyse van de sessies door beide onderzoekers afzonderlijk gedaan. Zo werd een blik ‘van binnenuit’ getoetst aan een blik ‘van buitenaf’. Literatuur Harper, D. (2002). Talking about pictures: a case for photo elicitation. Visual Studies, 17(1), 13-26. Houweling, L., Kuiper, C. & Letiche, H. (2010). Praktijkgericht onderzoek in de praktijk. Den Haag: Boom Lemma uitgevers. Riessman, C.K. (2008). Visual analysis. In Narrative methods for the human sciences (pp. 141-182). Thousand Oaks: Sage. Sievers, B. (2008). ‘Perhaps it is the role of pictures to get in contact with the uncanny’: The Social Photomatrix as a method to promote the understanding of unconscious in organizations. Organisational & Social Dynamics, 8(2), 234-254.
50
KWALON 2011 (16) 1
Dit artikel uit KWALON is gepubliceerd door Boom Lemma uitgevers en is bestemd voor anonieme bezoeker
Steel, R., Visscher, S. de, Vandevelde, S., Hove, G. van & Poppe, L. (2009). Jonge fotografen als medeonderzoekers: het gebruik van foto’s in onderzoek naar betekenisverlening van kinderen en jongeren. KWALON 40, 14(1), 5-10.
KWALON 2011 (16) 1
51