DE ZAVEL, NET EEN BEETJE ANDERS
25 april 2013
Draaiboek Actieproject voor kwetsbare ouderen in Vlaanderen - Cera
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders.
Colofon
Redactie: Bernadette Van den Heuvel Interne projectcoördinatie: Bernadette Van den Heuvel Externe projectcoördinatie: Stéphanie De Smet , Cera Nele Spruytte, LUCAS – KU Leuven Leescomité: Voor het woonzorgcentrum De Zavel: Ria Guns, Ellen Moermans, Dian Thys, Rita Commissaris, Ria Smet, Allan Verstraeten Voor Cera: Stéphanie De Smet en Greet Leynen (Cera) en Nele Spruytte (LUCAS). Antwerpen, december 2012 Met steun van Cera
Pagina 1
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders INHOUD Voorwoorden 1. Inleiding 2. Wie zijn we? 3. Waar geloven we in? 4. Wie woont er in De Zavel? 5. Wie werkt er in De Zavel? 6. Wat maakt De Zavel zo anders? 7. Aan het woord: 7.1.
de bewoners
7.2.
de familie
7.3.
de medewerkers
7.4.
de vrijwilligers
7.5.
de buurtbewoners
7.6.
de scholen van de stagiaires
7.7.
de toeleiders
8. De hete hangijzers 9. Aanbevelingen voor starters - to do’s en don’ts 10. Beleidsaanbevelingen: 10.1.
voor het woonzorgcentrum
10.2.
voor de bevoegde overheden
11. Uitleiding
Pagina 2
De Zavel, net een beetje anders
Anders Ouder Worden: kwetsbare ouderen van tel!
Cera is een coöperatie van zo’n 412.000 vennoten en investeert samen met hen op financieel en maatschappelijk vlak. Wat deze tweede opdracht betreft kiest Cera voor maatschappelijke projecten die voldoen aan reële behoeften die duurzame effecten bereiken, voor de samenleving in haar geheel en voor de vennoten in het bijzonder. Cera is met haar maatschappelijke projectwerking actief op zeven domeinen: Armoede en sociale inclusie, Coöperatief ondernemen, Kunst en cultuur, Land- en tuinbouw en duurzame ontwikkeling, Zorg in de samenleving, Lokale initiatieven in onderwijs en jeugdwerk en Samen microfinancieren en microverzekeren in het Zuiden via BRS. In het domein ’Zorg in de samenleving’ besteedt Cera specifiek aandacht aan de doelgroep kwetsbare ouderen. Waar liggen de noden en behoeften in de ouderensector, waar situeren zich de knelpunten en hoe moet Cera zich de komende jaren oriënteren om hieraan tegemoet te komen? Met deze vragen in het achterhoofd vroeg Cera aan LUCAS KU Leuven om een vooronderzoek te doen met als titel ‘Dromen worden werkelijkheid’, uitgevoerd in de periode van september 2007 tot december 2007. De doelstelling was een zicht te krijgen op de voornaamste actoren in de sector en de prioriteiten in de ouderenzorg via hen te identificeren. In navolging van dit vooronderzoek selecteerden LUCAS KU Leuven en Cera acht lokale pilootprojecten in Vlaanderen met een diversiteit in aanpak, sector en doelstelling en met als rode draad de focus op ‘kwetsbare ouderen’ en ‘ontschotting in de zorg’. Elk project werd voorgedragen door een lid van de adviesgroep, samengesteld uit een groep met vertegenwoordigers en experts uit beleid, voorzieningen, koepelverenigingen, gebruikersorganisaties en academici. Pagina 3
De Zavel, net een beetje anders
Na drie jaar intensieve samenwerking, een tussentijds event op 29 september 2011, vijf interactiedagen, een Anders-Ouder-Wordenkrant, filmpjes, een slotevent op 25 april 2013 … vroegen we de projecten om hun expertise te delen in een draaiboek. Met enige fierheid stellen we u het draaiboek van het woonzorgcentrum De Zavel in Antwerpen voor. Tot slot, een voorwoord zou geen voorwoord zijn, zonder een dankbetuiging. Via deze weg daarom graag een woord van dank aan onze partner LUCAS KU Leuven, aan de peter van dit project, televisiemaker Jan Van Rompaey, aan de adviesgroep die Anders Ouder Worden mee in goede banen leidde, De Zavel en de zeven andere projecten. Wordt u bij het lezen nieuwsgierig naar de draaiboeken van de andere initiatieven? Dan verwijzen we u naar www.cera.be. Breng zeker ook een bezoek aan www.kuleuven.be/lucas/ waar u het onderzoeksrapport en de beleidsaanbevelingen van LUCAS KU Leuven uitgebreid kunt nalezen. We wensen u veel leesplezier en inspiratie.
Stéphanie De Smet programmacoördinator ’Zorg in de samenleving’ www.cera.be
Pagina 4
De Zavel, net een beetje anders
Dromen kunnen werkelijkheid worden!
Anders ouder worden … met die focus geeft Cera vernieuwende projecten in de ouderenzorg een duw in de rug. Anders ouder worden betekent kiezen voor de zorg voor kwetsbare ouderen die om diverse redenen uit de boot dreigen te vallen. In het vooronderzoek ‘Dromen worden werkelijkheid’ dat we vanuit LUCAS in opdracht van Cera uitvoerden, gaven sleutelfiguren hun visie over wenselijke innovaties in de ouderenzorg. Een focusgroep en doordenknamiddag leidden tot een aantal kernthema’s. Hier besliste Cera een project op te starten over ‘ontschotting in de zorg voor kwetsbare ouderen’. Met een adviesgroep van experts zijn goede praktijken in Vlaanderen voorgesteld en besproken. Op basis van de volgende criteria is hieruit een selectie gemaakt: • het project richt zich op kwetsbare ouderen, met oog voor thuiswonende ouderen, allochtone ouderen, vrijwilligers, mantelzorgers, basiswerkers in de zorg en inbedding in de maatschappij; • het gaat om een bestaande goede praktijk, met visie en uitwerking in de praktijk; • het project is bereid tot regionale samenwerking met andere partners; • het project is bereid tot coaching en wetenschappelijke begeleiding door LUCAS met verkenning van de mogelijkheden tot optimalisatie; • het project stelt doelstellingen en resultaten voorop op middellange termijn (3 jaar); • het project werkt vraaggestuurd en geeft een stem aan de kwetsbare ouderen; • differentiatie is een van de uitgangspunten; • het gaat om vernieuwende, ook kleinschalige initiatieven. De projecten ontvangen bij voorkeur geen subsidies via andere kanalen; • de steun door Cera betekent een belangrijke meerwaarde en het project kan de coöperatieve waarden van Cera onderschrijven: samenwerking, solidariteit en respect voor het individu. De keuze is gemaakt voor acht innovatieve projecten in Vlaanderen, doelbewust met diverse thematiek en geografische spreiding. Gedurende drie jaar ging elk van deze projecten aan de slag. Doelstelling van het project was enerzijds het versterken van de eigen activiteiten en vernieuwingen. Anderzijds kon elk van de acht projecten drie jaar toewerken naar de neerslag van deze acties in een draaiboek. Zo’n draaiboek is een inspirerende ‘roadmap’ die andere initiatiefnemers moet uitnodigen en aanzetten om zelf ook aan de slag te gaan in de zorg voor kwetsbare ouderen.
Pagina 5
De Zavel, net een beetje anders
We zorgden voor wetenschappelijke begeleiding en coaching en gaven tips ter verbetering en methodische adviezen. Jaarlijks kwamen alle projecten tweemaal samen om te leren over gemeenschappelijke thema’s en om onderling ervaringen uit te wisselen. Cera zorgde voor de nodige logistieke, financiële en communicatieve ondersteuning. Voor u, beste lezer, ligt een van de acht draaiboeken van de projecten ‘Anders Ouder Worden’ waarmee u zelf aan de slag kunt. Het is geen receptenboek met afgewogen ingrediënten en een strak stappenplan. Wel een kernachtige bundeling van ideeën, van tips en aanbevelingen die voor u als startende initiatiefnemer een steun kunnen zijn in het vormgeven van uw eigen goede praktijk. Want elk nieuw initiatief moet ook worden ingekleurd volgens de noden van de lokale situatie, de specifieke organisatorische of financiële context. Eén ding is bovendien constant in alle draaiboeken van deze acht unieke projecten: de authentieke bekommernis voor die oudere man of vrouw die wat minder stevig in het leven staat en kwetsbaar is of dreigt te worden. Het gaat erom echt te luisteren naar wat kwetsbare ouderen betekenen. Enkel zo kunnen dromen werkelijkheid worden! We hopen van harte dat u aangestoken raakt door het enthousiasme van deze acht projecten. Veel leesplezier!
Iris De Coster en Dr. Nele Spruytte LUCAS – KU Leuven www.kuleuven.be/lucas
Pagina 6
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 1.
INLEIDING
Het woonzorgcentrum De Zavel (verder genoemd: De Zavel) werd in het jaar 2010 door Cera gekozen als een van de acht actieprojecten binnen het project ‘Anders Ouder Worden’ met als thema ‘kwetsbare ouderen in Vlaanderen’. Cera beoogt met deze projecten heel in het bijzonder de aandacht te richten op ouderen met complexe zorgvragen, die maar al te vaak in de schaduw blijven. Cera ging hierbij op zoek naar projecten die de focus richten op zorg op maat, kleinschaligheid en innovatie voor heel specifieke doelgroepen. Cera daagde De Zavel uit om de reeds jarenlang opgebouwde ervaring en expertise op het vlak van het wonen, het leven en de zorg voor personen met een uitbehandelde en gestabiliseerde psychiatrische aandoening in een woonzorgcentrum expliciet te maken in een draaiboek. Een draaiboek dat potentiële initiatiefnemers de noodzakelijke inzichten en praktische richtlijnen zou aanreiken, mochten zij overwegen voor deze doelgroep eveneens een zorg- en dienstverleningsaanbod te ontwikkelen. Bij deze inleiding past een woord van oprechte dank aan Cera en meer in het bijzonder aan de twee door Cera aangestelde projectbegeleiders, Stéphanie De Smet (Programmacoördinator ’Zorg in de samenleving’ Cera) en Nele Spruytte (onderzoeker LUCAS- KU Leuven). Beiden kwamen regelmatig op bezoek in De Zavel en volgden met de vinger aan de pols de diverse ontwikkelingen. Ze stelden het projectteam kritische vragen en moedigden het aan om de bijzondere impliciete werking van De Zavel uit te drukken in woorden en inzichtelijk te maken voor derden. Het project ‘Anders ouder worden’ werd aangepakt door de samenstelling van een projectteam. Dit projectteam bestond uit Ria Guns, woonzorgmanager De Zavel, Allan Verstraeten, orthopedagoog en Rita Commissaris, ergotherapeute/animator werkzaam in De Zavel, Dian Thys, kwaliteitsverantwoordelijke vzw Goudblomme en Bernadette Van den Heuvel, beleidsverantwoordelijke ouderenzorg van de vzw GasthuisZusters Antwerpen. De taak van het projectteam omvatte de opvolging van de voortgang en het intern bespreken van de resultaten van de ondernomen acties. Daarnaast is in het project vooral gewerkt met gesprekken: individuele gesprekken, maar ook focusgroepen en groepsgesprekken met alle betrokkenen. Een bijzonder woord van dank aan alle bewoners, familieleden, medewerkers, vrijwilligers, buurtbewoners, stagebegeleiders en sociaal werkers van de diverse psychiatrische ziekenhuizen die deelnamen aan de focusgroepen, waarin gepeild werd naar ‘het anders’ zijn van De Zavel. Dank aan de bewoners en de medewerkers die bereid waren hun heel persoonlijke ervaringen neer te schrijven in een dagboek. In de loop van de afgelopen 2,5 jaar werd zeer veel materiaal verzameld.
Pagina 7
De Zavel, net een beetje anders
Noodgedwongen beperken we ons in dit draaiboek tot de meest essentiële inzichten, informatie en aanbevelingen 1. Als het van De Zavel afhing, schreven we het liefst een boek of maakten we een film, want zoveel is duidelijk: De Zavel is uniek en écht anders en dit niet in het minst door de vele ‘unieke’ en ‘anders-zijnde’ mensen die er wonen, leven en verzorgd worden.
1
Voor verdere verdieping of informatie kunt u terecht bij Ria Guns, woonzorgmanager van De Zavel. Pagina 8
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 2.
WIE ZIJN WE?
De Zavel is een erkend woonzorgcentrum met 125 woongelegenheden. Een woonzorgcentrum wordt in het woonzorgdecreet van 13 maart 2009 (BS. 14.05.2009) omschreven als een voorziening die bestaat uit een of meer gebouwen die functioneel één geheel vormen en waar, onder welke benaming ook, aan gebruikers van 65 jaar of ouder, die er permanent verblijven, in een thuisvervangend milieu huisvesting en ouderenzorg wordt aangeboden. Die ouderenzorg moet ten minste bestaan uit: 1. aangepaste huisvesting; 2. de gebruikelijke gezins- en huishoudelijke zorg; 3. hygiënische en verpleegkundige zorg, in voorkomend geval van gedifferentieerde en gespecialiseerde aard; 4. (re)activering en psychosociale ondersteuning; 5. animatie en sociale netwerkvorming. De Zavel is een van de vier woonzorgcentra die uitgebaat worden door de vzw Goudblomme. De vzw Goudblomme bestaat sinds 22 maart 1972 met als doel: ‘Het oprichten en beheren van instellingen en diensten voor bejaarden en kinderzorg’. Zij is gegroeid uit kloostergemeenschappen die hun gronden ter beschikking stelden. Tussen 1978 en 1985 werden vier zorgresidenties gerealiseerd. De vzw bevindt zich sinds 2010 in een transitieperiode in de richting van een fusie per 01.01.2013 met de vzw GasthuisZusters Antwerpen, die eveneens 4 woonzorgcentra uitbaat. Voorziening (cijfers dd. 01.06.2012) vzw De Goudblomme De Eeckhof De Zavel De Swane De Goudblomme Totaal vzw GasthuisZusters Antwerpen Sint-Bavo Sint-Gabriël Sint-Camillus De Bijster Totaal Globaal totaal GB & GZA
aantal WGH WZC
waarvan RVT
DVC
CKV
134 125 50 80 389
51 76 37 41 205
0 0 0 0 0
0 0 0 0 0
66 67 72 113 318 707
45 28 0 90 163 368
15 0 0 0 15 15
3 0 3 4 10 10
Pagina 9
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel is een woonzorgcentrum waarvan de uitbating ingebed ligt in een groter geheel van voorzieningen en centraal wordt ondersteund. Dit heeft als voordeel dat De Zavel kan genieten van schaalvoordelen (het delen van overheadkosten en eventueel betere prijzen afdwingen bij leveranciers) en het uitwisselen van netwerken, kennis en ervaringen. Een nadeel van de integratie in een groter geheel kan mogelijk het verlies van autonomie en eigen specifieke identiteit van het woonzorgcentrum inhouden. In principe is een woonzorgcentrum bestemd voor personen van 65 jaar en ouder. De Vlaamse administratie (Agentschap Zorg en Gezondheid) laat een uitzondering toe op deze leeftijdsnorm. Mits voorafgaande toestemming, mag maximaal 10 % van het totaal aantal erkende woongelegenheden mag aangewend worden voor de huisvesting van personen jonger dan 65 jaar. Deze afwijkende regel is van toepassing op de totaliteit van de woongelegenheden van vzw Goudblomme en vzw GZA, voor zover deze woongelegenheden zich bevinden in dezelfde zorgregio (dus, exclusief het woonzorgcentrum De Bijster te Essen). Dit betekent dat in het totaal (voor de woonzorggroep vzw Goudblomme en vzw GZA) 60 bewoners jonger dan 65 jaar kunnen wonen. Op dit ogenblik wonen in De Zavel 56 personen (gegevens 01.07.2012) jonger dan 65 jaar. Op dit punt komen we later zeker nog terug, gezien dit een cruciaal knelpunt is. Het maakt wel aantoonbaar dat de inbedding van De Zavel in een groter geheel in belangrijke mate mogelijk maakt dat een zestigtal personen jonger dan 65 jaar hier kunnen verblijven. De historiek van De Zavel In 1980 werd door de Congregatie van de Zusters van de HeiligeVincentius a Paulo het gebouwencomplex Duinstraat-Lange Zavelstraat aan de vzw Goudblomme overgedragen. Dit complex omvatte een klooster, een lagere school, een kapel en een kinderkribbe. Enkel de werking van de kinderkribbe Bethlehem is behouden gebleven. Deze bestaat al sinds 1852 en was een van de eerste crèches in Antwerpen. De andere gebouwen hebben plaatsgemaakt voor het woonzorgcentrum De Zavel, dat de deuren opende op 2 mei 1984. De zusters hebben zich ondertussen uit Antwerpen teruggetrokken. Het WZC De Zavel startte als een rusthuis voor 120 bewoners en heeft 4 zorgafdelingen van 30 bewoners, opgesplitst in 2 leefgroepen van 15 bewoners. Eén afdeling is een gesloten afdeling specifiek uitgerust voor de zorg en begeleiding van personen met dementie. In een latere fase werd het rusthuis erkend voor 5 extra woongelegenheden. Van bij de start van de exploitatie van De Zavel werden een aantal ex-psychiatrische cliënten opgenomen. Zij kwamen in het rusthuis als ’gewone‘ bewoners, maar op termijn bleek een doelgroepspecifieke aanpak bij alle betrokkenen tot een grotere tevredenheid te leiden. Het werd voor De Zavel een nieuwe uitdaging om ook mensen die elders vaak uit de boot vielen of niet terecht konden, datgene te bieden wat De Zavel met haar missie beoogt.
Pagina 10
De Zavel, net een beetje anders
In juni 1997 verhuisde een vijftienkoppige leefgroep met bus en lichte vrachtwagen van het psychiatrisch ziekenhuis Bethaniën in Zoersel naar De Zavel (afbouw van ‘bedden’ voor lang verblijf in psychiatrische ziekenhuizen). Dit was het begin van een vruchtbare samenwerking met de psychiatrische ziekenhuizen uit de omgeving. Ondertussen vinden mensen met nietaangeboren hersenafwijkingen en personen met een gestabiliseerd psychiatrisch ziektebeeld al dan niet met bijkomende problemen gerelateerd aan het ouder worden, de weg naar De Zavel. De ligging De Zavel is gelegen in de Duinstraat, een straat in een achtergestelde buurt in de stad Antwerpen (Antwerpen 2060). Het is een typisch bruisende en levendige volksbuurt die gekenmerkt wordt door een grote diversiteit aan nationaliteiten, kansarmoede, alcohol- en druggebruik, verloedering en verkrotting. Het is een buurt waar zich wijkgezondheidscentra vestigen en de stad Antwerpen (Opsinjoren) en het samenlevingsopbouwwerk inspanningen leveren om de buurt leefbaar te maken en te houden. Ook worden er extra inspanningen door de stad geleverd om de buurt aantrekkelijk te maken voor jonge gezinnen.
Pagina 11
De Zavel, net een beetje anders
Pagina 12
De Zavel, net een beetje anders
Organigram van het woonzorgcentrum De Zavel Het organigram van De Zavel kent een vrij platte structuur die gekenmerkt wordt door een directe en korte communicatielijn tussen de woonzorgmanager en de diverse functies. Algemeen directeur
adjunct directeur
woonzorgmanag er hoofd verpleegkun dige
referentie verpleegkund igen
coördinator bewonerszorg 1
coördinator bewonerszorg 2
coördinator bewonerszorg 3
coördinator bewonerszorg 4
coördinator kine
kinesitherapeut en
coördinator animatie
verpleging
verpleging
verpleging
verpleging
verzorging
verzorging
verzorging
verzorging
ergotherapie
logistiek
logistiek
logistiek
logistiek
logopedie
coördinator bewonersbegele iding
administratie
pedicure kapster
wasserij
brigadierster schoonmaak medewerkers schoonmaak
pastoraal
Vanuit vzw Goudblomme worden de volgende functies aangeleverd: algemeen directeur – preventieadviseur – VTO (vorming-training-opleiding) – coördinator – kwaliteitscoördinator – hoofd technisch onderhoud. Organigram van de vzw Goudblomme Algemene vergadering
Raad van Bestuur
Directievergadering
Algemeen directeur
Goudblomme
Centrale administratie
Adjunct algemeen directeur
Hoofd technisch onderhoud
De Swane
De Zavel
De Eeckhof
Kwaliteitscoördinator
Pagina 13
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 3.
WAAR GELOVEN WE IN?
In dit hoofdstuk zoomen we in op de missie en de kernwaarden van het woonzorgcentrum De Zavel, ingebed in het groter geheel van de vzw Goudblomme. Deze missie en waarden zijn voor de vier voorzieningen gelijk en werden in 2010 ter gelegenheid van een interne oefening tussen de woonzorgcentra van vzw Goudblomme en vzw GZA herbevestigd in het kader van de nakende fusie. Ook bij de besprekingen van de missie en de waarden binnen het projectteam zelf bleek dat deze missie en waarden nog steeds van toepassing zijn, brandend actueel en richtinggevend zijn voor het management en de medewerkers. Opdrachtverklaring van de vzw Goudblomme Wij bieden bewoners een veilige thuis, met zorg in de ruime zin, vertrekkend vanuit de noden van de bewoner. We werken vanuit een christelijke visie, met respect voor ieders levensovertuiging. We willen met deskundige en gemotiveerde medewerkers zoveel mogelijk voorwaarden scheppen om bewoners een rustig, gelukkig en zinvol leven te bieden in nauw contact met familie en bezoekers. We realiseren onze opdracht overeenkomstig het wettelijke kader met oog voor permanente zorg voor kwaliteit.
Missie van de woonzorggroep GZA-Goudblomme Voor al wie daarvoor op ons een beroep doet, engageren wij ons om een huiselijke en veilige leef-, woon- en zorgomgeving te ondersteunen of te creëren. Wij doen dit in verbondenheid en dialoog vanuit onze christelijke visie, met respect voor ieders levensovertuiging, de menselijke waardigheid, kwaliteit van het leven en ieders uniek zijn. We realiseren onze opdracht in gastvrijheid, met een team van betrokken en deskundige medewerkers en vrijwilligers. Diversiteit, inbedding in de buurt en externe samenwerking vormen voor ons een meerwaarde. Vertrekkende vanuit huidige en toekomstige noden ontwikkelen wij creatieve, kwaliteitsvolle en maatschappelijk relevante initiatieven.
Pagina 14
De Zavel, net een beetje anders
De zeven kernwaarden van vzw Goudblomme die met alle medewerkers werden besproken en afgetoetst en van toepassing zijn binnen de vier woonzorgcentra van vzw Goudblomme zijn (bron: verslaglegging workshops rond het thema waarden in De Zavel 30.09.2009 en 12.11.2009): -
-
-
-
-
bewonergerichtheid: we zien iedere bewoner als een uniek individu we tonen betrokkenheid bij de bewoners, bij de dingen waarmee we dagelijks bezig zijn en bij de mensen waarmee we samen werken we nemen tijd voor de bewoners in alles wat we doen we bieden verschillende mogelijkheden tot zinvolle daginvulling we stimuleren de bewoners en elkaar om een huiselijke sfeer te creëren we engageren ons om op regelmatige basis de klantentevredenheid te meten respect voor diversiteit: we verwachten dat iedereen voldoende uiting kan geven over de gang van zaken in de organisatie we zorgen ervoor dat iedereen - ongeacht leeftijd, afkomst, opleiding, taal en karakter zich goed voelt op de werkvloer we benutten ieders diverse kwaliteiten ten volle we werken iedere dag aan een goede samenwerking tussen verschillende diversiteiten we maken duidelijk dat naast technische aspecten van de verzorging ook andere universele aspecten belangrijk zijn zoals inlevingsvermogen, geduld, beleefdheid we gaan respectvol met elkaar om kwaliteit: we willen professionele, gemotiveerde en vindingrijke medewerkers we geven op een professionele manier leiding we staan open voor nieuwe ideeën en projecten die tot kwaliteitsverbetering leiden we stimuleren anderen om verantwoordelijkheid te nemen door zelf het goede voorbeeld te geven we vermijden dat routine tot vastroesten leidt enthousiasme: wat we doen, doen we goed we gaan beleefd met elkaar om we kiezen ervoor om iedere dag met positieve attitude aan de slag te gaan we hebben inspraak in de organisatie waardoor we blijvend gemotiveerd kunnen werken we helpen elkaar om te relativeren (humor kan een uitlaatklep zijn) samenwerken: we geven mensen de kans om hun talenten te ontdekken en ook in te zetten buiten het oorspronkelijke functieprofiel we communiceren met elkaar op een respectvolle en positieve manier
Pagina 15
De Zavel, net een beetje anders
-
-
we durven eerlijk feedback geven aan elkaar we hebben vertrouwen in elkaars kunnen betrokkenheid op de gemeenschap: we zijn fier op onze organisatie en stralen dat ook uit (intern en extern) we integreren ons in de buurt en stimuleren integratie van de buurt in onze werking we betrekken de familie in onze leefwereld Christelijke waarden: respect voor het menselijke leven respect voor integriteit en menselijke waardigheid respect voor uniciteit solidariteit met de meest kwetsbaren in de samenleving gastvrijheid voor de meest kwetsbaren in de samenleving
Pagina 16
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 4.
WIE WOONT ER IN DE ZAVEL?
In De Zavel is in principe elke persoon die hierom vraagt welkom. De Zavel heeft zich echter over de jaren heen een expertise, een zorgpraktijk en knowhow opgebouwd op het vlak van huisvesting, begeleiding en ondersteuning van mensen met een gestabiliseerd psychiatrische ziektebeeld die nood hebben aan een ondersteunende, veilige, huiselijke en vertrouwde leefomgeving. Vaak hebben deze mensen geen familie of vrienden (meer) die voor hen (kunnen) zorgen en hebben zij een leven achter de rug dat gekenmerkt wordt door talrijke psychosociale problemen (echtscheiding, huiselijk geweld, verwaarlozing, vereenzaming en/of dakloosheid), alcohol en/of drugsmisbruik en/of opnames in tehuizen voor daklozen en/of psychiatrische ziekenhuizen. Velen onder hen hebben ontwenningskuren, pogingen tot sociale re-integratie en/of psychiatrische behandelingen achter de rug. Rehabilitatie in een gewone woon-, werk- en leefsituatie is niet meer mogelijk, vanwege de uitdrukkelijke nood aan intens toezicht, structuur en begeleiding. Vaak hebben zij een langdurig instellingsverleden achter de rug en bij het merendeel is er een gebrek aan ziekte-inzicht. De Zavel sloot een samenwerkingsverband af met diverse psychiatrisch ziekenhuizen uit de omgeving van Antwerpen (Mortsel, Zoersel, Duffel, Boechout en Sint-Niklaas. Dit samenwerkingsverband houdt, onder andere, in dat enerzijds De Zavel zich engageert om patiënten met een uitbehandelde en gestabiliseerde psychiatrische aandoening op te nemen en naar best vermogen te begeleiden, te ondersteunen en te verzorgen. En anderzijds, dat het psychiatrisch ziekenhuis zich engageert om een correcte toeleiding te doen naar De Zavel. Dit wil zeggen, dat het alle andere vormen van opvang heeft geëxploreerd (thuiszorg, beschut wonen of psychiatrisch verzorgingstehuis). Bovendien geeft De Zavel correcte en volledige informatie over de familiale context en de antecedenten van de toekomstige bewoner. Bij een crisissituatie of terugval van de bewoner in een acute en onstabiele periode wordt de opname in het psychiatrisch ziekenhuis bij prioriteit geregeld. Op dit punt gaan we verder in wanneer we de toeleiders aan het woord laten in hoofdstuk 7.
Pagina 17
De Zavel, net een beetje anders
In De Zavel worden eveneens personen met NAH (niet-aangeboren hersenletsel) gehuisvest, verzorgd en begeleid. Men spreekt van een niet-aangeboren hersenletsel of NAH als het gaat over een blijvende hersenbeschadiging die niet het gevolg is van een erfelijke of een tijdens de zwangerschap opgelopen aandoening. Mogelijke oorzaken van een NAH zijn een beroerte (CVA), een hoofdtrauma door ongeval – val – stoot tegen het hoofd, hersentumoren, herseninfecties, zuurstoftekort, middelenmisbruik, ... De Zavel maakt deel uit van het provinciale netwerk voor NAH voor expertise en kennisdeling rond de zorg en begeleiding van personen met NAH. De Zavel biedt al van bij de start aan personen met de ziekte van Huntington een residentiële leefsituatie waarin zij toezicht en multidisciplinaire verzorging genieten die aangepast is aan de evolutie van hun ziekte en hen het beste levenscomfort biedt rekening houdende met hun fysieke en psychische toestand. Sinds 01.01.2009 heeft men hiervoor met het RIZIV een samenwerkingsakkoord afgesloten voor de opvang van 5 patiënten. In het kader van deze overeenkomst werkt De Zavel samen met het expertisecentrum voor Huntington-patiënten van het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Kamillus in Bierbeek. De ziekte van Huntington is een erfelijke aandoening die bepaalde delen van de hersenen aantast. De eerste symptomen openbaren zich meestal tussen het 35e en 45e levensjaar, maar kunnen ook eerder of later in het leven optreden. Zij uiten zich o.a. in onwillekeurige (choreatische) bewegingen die langzaam verergeren, verstandelijke achteruitgang en een verscheidenheid van psychische symptomen. De ziekte leidt gemiddeld na een achttiental jaren tot de dood van de patiënt(e), meestal door bijkomende oorzaken zoals longontsteking. De hiervoor beschreven doelgroepen kunnen als ‘kwetsbaar’ worden beschouwd. Er bestaan verschillende definities over ‘kwetsbare groepen’. Dit alles heeft te maken met het feit dat kwetsbaarheid veroorzaakt kan worden door een breed gamma van factoren. Wel is er een aantal kenmerken te noemen en zijn er bepaalde groepen aan te wijzen die vaak als kwetsbaar worden beschouwd. We vinden ons het best terug in de omschrijving van de kenmerken van kwetsbare groepen uitgeschreven door MOVISIE (kennis en advies voor maatschappelijke ontwikkeling uit Nederland) 2, met name: • opeenstapeling van problemen of beperkingen (multicomplexe problematiek); • gevoelens van machteloosheid en wantrouwen; • verstoorde communicatie; • geen of beperkte toegang tot hulpbronnen; • marginaliteit; • disbalans tussen draagkracht en draaglast; • afhankelijkheidssituatie; • laag zelfbeeld.
2http://www.movisie.nl/smartsite.dws?ch=def&id=131032
Pagina 18
De Zavel, net een beetje anders
Groepen die volgens MOVISIE vaak als kwetsbaar worden beschouwd, zijn mensen: • met een lichamelijke beperking; • met chronisch psychische problemen; • met een verstandelijke beperking; • met psychosociale (inclusief materiële) problemen; • met opvoed- en opgroeiproblemen; • die betrokken zijn bij huiselijk geweld; • die uitgestoten (dreigen te) worden wegens hun seksuele oriëntatie; • met meervoudige problematiek (waaronder verslaafden). Uit de literatuur onthouden we dat – wat betreft kwetsbare doelgroepen – naast het doorbreken van het sociaal isolement, het erg belangrijk is om hun sociaal netwerk te versterken of te herstellen (in functie van de behoeften en de mogelijkheden van de bewoner). De inzet van De Zavel op dit vlak is dan ook bijzonder groot en is een van de meest in het oog springende verschillen met deze van een ‘klassiek’ woonzorgcentrum. Dit doet De Zavel door enerzijds aangepaste activiteiten aan te bieden die de activering van de bewoners stimuleert (turnen, dansen zwemmen, vissen, deelname aan optredens van muzikanten, film- en theatervoorstellingen, uitstappen) en de integratie in de buurt ondersteunt (pleinpoets) en anderzijds de sociale contacten hernieuwt of herstelt (familie uitnodigen voor verjaardag, kerstfeest, paasbuffet, …). Een aandachtige lezer kan zich de vraag stellen of er dan geen uitsluitingscriteria opgenomen zijn in de opnameprocedure van De Zavel. Een belangrijk expliciet uitsluitingscriterium is ongetwijfeld het niet gestabiliseerd en uitbehandeld zijn van de psychiatrische aandoening van de toekomstige bewoner. Naast exclusiecriteria zijn er echter ook de (impliciet aanwezige) inclusiecriteria, met name het aanvaarden van het samenleven met andere personen met een gestabiliseerde en uitbehandelde psychiatrische aandoening, het wonen in een – voor Antwerpen – probleembuurt, het wonen en leven in een al dan niet afgesloten leefgroep en, ten slotte, het zich rigoureus houden aan de uitdrukkelijke afspraken die op maat van elke bewoner worden gemaakt. De opnameprocedure kan worden opgevraagd bij De Zavel. Het profiel van de bewoners van De Zavel Een van de essentiële vragen van het Cera-actieonderzoek betreft de vraag naar het specifieke doelpubliek van De Zavel. Waarin verschillen bewoners in De Zavel met bewoners van een klassiek woonzorgcentrum? Wij meenden dat, in het kader van het ‘anders-zijn’ van De Zavel, het interessant was om het profiel van de bewoners van De Zavel te vergelijken met deze van een ‘klassiek’ woonzorgcentrum uit de vzw Goudblomme, met name het woonzorgcentrum De Eeckhof, dat zowel oudere personen met een hoge lichamelijke zorgbehoefte als met dementie huisvest en verzorgt. Het woonzorgcentrum De Eeckhof beschikt over 134 woongelegenheden.
Pagina 19
De Zavel, net een beetje anders
a) Verhouding aantal mannen/vrouwen Woonzorgcentrum – gegevens d.d. mannen 26.04.2012 De Eeckhof 34 = 32 % De Zavel 66 = 54 %
vrouwen
mannen & vrouwen
72 = 68 % 57 = 46 %
106 (+ 14 WGH paters) 123
Vaststelling: Het aantal mannen dat verblijven in De Zavel is 22 % hoger dan in het woonzorgcentrum De Eeckhof. b) Gemiddelde leeftijd Woonzorgcentrum - gegevens d.d. mannen 26.04.2012 De Eeckhof 80,62 De Zavel 64,32
vrouwen
mannen & vrouwen
86,93 67,21
84,01 65,66
Vaststelling: De gemiddelde leeftijd van de bewoners in De Zavel ligt gemiddeld ongeveer 20 jaar lager dan in het woonzorgcentrum De Eeckhof. De gemiddelde leeftijd van de mannen die wonen in De Zavel is lager dan de decretale minimumleeftijd voor verblijf in een woonzorgcentrum (65 jaar). We stellen vast dat tussen de bewoners van De Zavel en het woonzorgcentrum De Eeckhof er eigenlijk een verschil van een generatie zit.
c)
Gemiddelde verblijfsduur Woonzorgcentrum De Eeckhof De Zavel
mannen 2,47 jaar 4,17 jaar
vrouwen 4,30 jaar 5,62
mannen & vrouwen 3,38 jaar 4,89 jaar
Vaststelling: De gemiddelde verblijfsduur in De Zavel ligt hoger dan deze van het woonzorgcentrum De Eeckhof. In De Zavel wonen 12 personen langer dan 10 jaar, in het woonzorgcentrum De Eeckhof 6 bewoners.
Pagina 20
De Zavel, net een beetje anders
d) Evolutie zorgprofielen – Katz-schaal 2009
2010
2011
WZC
O
A
B
C
Cd
O
A
B
C
Cd
O
A
B
C
Cd
DE % DZ %
20 19 8 6
20 19 35 28
31 30 42 34
15 15 13 10
18 17 27 22
25 23 8 6
15 14 39 31
28 25 45 35
17 16 11 9
24 22 24 19
25 24 6 5
14 13 37 29
30 29 44 35
12 12 8 6
23 22 31 25
2010 De Eeckhof De Zavel
Lage zorgprofielen O & A 37 % 37 %
Hoge zorgprofielen, B, C en Cdem 63 % 63 %
Vaststelling: De zorgprofielen van de bewoners van De Zavel zijn, ongeacht het gemiddelde grote leeftijdsverschil, nagenoeg gelijk. e) Scores oriëntatie in tijd en ruimte Katz-score tijd/ruimte % 31.12.2011 % aantal bewoners tijd DZ % aantal score 4 15 % aantal score 3 43 % aantal score 2 29 % aantal score 1 13
tijd DE 26 26 13 35
plaats DZ 13 39 31 17
plaats DE 29 18 17 36
Vaststelling: In De Zavel scoren 58 % van de bewoners 3 of 4 op oriëntatie in tijd, in het woonzorgcentrum De Eeckhof is dit 52 %. Op vlak van oriëntatie in plaats scoort in De Zavel 52 % van de bewoners 3 of 4. In het woonzorgcentrum De Eeckhof bedraagt dit 47 %. Opvallend is dat het percentage bewoners dat 2 scoort in oriëntatie in tijd en ruimte. In De Zavel dubbel zo hoog licht, dan in het woonzorgcentrum De Eeckhof. Dit weerspiegelt zich ook in de percentages op de score 1, die in het woonzorgcentrum De Eeckhof dubbel zo hoog ligt, dan in De Zavel. f)
De InterRAI-instrument - LUCAS
Om een meer diepgaande vergelijking te maken op het vlak van de zorgprofielen van de bewoners tussen de beide woonzorgcentra werd bijkomende wetenschappelijke ondersteuning bij LUCAS, Centrum voor zorgonderzoek en consultancy van de KU Leuven, gevraagd. Hiervoor werd eveneens een extra financiering bekomen. LUCAS heeft aan de hand van een beperkte steekproef
Pagina 21
De Zavel, net een beetje anders
de zorgprofielen van de bewoners vergeleken, gebruikmakend van het Inter Resident Assessment Instrument (InterRAI). De InterRAI werd in het begin van de jaren ‘80 in de USA ontwikkeld door interRAI 3 om de kwaliteit van zorg in de woonzorgcentra te verbeteren. Sindsdien werden er ook andere interRAIinstrumenten ontwikkeld voor andere settings (thuiszorg, ziekenhuis, enz.). De InterRAI instrumenten zijn ‘comprehensive geriatric assessments’, bedoeld om een zo volledig mogelijk beeld van de kwetsbare oudere persoon te verkrijgen. Deze instrumenten geven een overzicht van de mogelijkheden, beperkingen en noden van een cliënt op verschillende domeinen zoals ADL, voeding, cognitief functioneren, stemming, gedrag, sociaal functioneren, enzovoort. De InterRAI heeft brede toepassingen voor wetenschappelijk onderzoek, zorgverbetering en kwaliteitsmanagement en het instrument draagt bij tot het erkennen van probleem- of risicosituaties van een cliëntenpopulatie. De analyses van de InterRAI-gegevens van de woonzorgcentra De Eeckhof en De Zavel bevestigen dat bewoners van De Zavel significant jonger zijn dan bewoners in De Eeckhof en dat deze bewoners vooral vanuit een psychiatrische voorziening of ziekenhuis opgenomen werden (75 %). Het gaat om mensen die niet meer in een psychiatrisch ziekenhuis of andere psychiatrische voorziening verblijven omdat er geen acute zorg nodig is en die nog te jong zijn om naar een klassiek woonzorgcentrum te verhuizen. Uit de resultaten van de InterRAI blijkt dat bewoners van De Zavel gelijkaardige fysieke zorgnoden hebben als bewoners van De Eeckhof (bv. ADL-functioneren, voeding, enz.). De resultaten tonen wel dat bewoners van De Zavel een bredere nood aan psychische ondersteuning en begeleiding nodig hebben dan bewoners van De Eeckhof (meer risico op depressie, stemmingsstoornissen, gedragsproblemen en een hoger gebruik van tabak en alcohol). De vastgestelde gelijkenissen en verschillen geven aanleiding tot nieuwe hypothesen. Men kan uit de beperkte studie afleiden dat er op het vlak van fysieke zorgverlening globaal genomen evenveel eisen worden gesteld aan de zorgmedewerkers van beide woonzorgcentra. Medewerkers worden geconfronteerd met bewoners die beperkingen vertonen in hun ADL-functioneren, die risico lopen op vallen of decubitus, die mogelijk incontinent worden, enzovoort. Wanneer het gaat om de meer psychische zorgnoden zoals het omgaan met moeilijk hanteerbaar gedrag, met depressiviteit of andere stemmingsproblemen, komt dit duidelijk meer voor in De Zavel dan in De Eeckhof. Dit betekent dat zorgmedewerkers in De Zavel dus ook over zorgcompetenties moeten beschikken om hiermee om te gaan. Het begeleiden en ondersteunen van kwetsbare personen met gestabiliseerde psychiatrische problemen vergt dus zowel bijkomende als andere vaardigheden dan de ‘klassiekere’ zorg en begeleiding van zorgbehoevende ouderen. Verder onderzoek zou bijvoorbeeld meer in detail kunnen ingaan op de tijdsbesteding
Een internationaal consortium van onderzoekers die de InterRAI-instrumenten ontwikkelt, actualiseert en valideert. Zie http://www.interrai.org 3
Pagina 22
De Zavel, net een beetje anders
van diverse zorgtaken. De onderzoekers vermoeden dat er in De Zavel veel meer tijd gaat naar psychische begeleiding, dan in een klassiek woonzorgcentrum, zoals De Eeckhof. g) Indeling volgens betalende instantie Betalende instantie (OCMW/privé)(andere = beschut wonen – kloostergemeenschap) 2009
2010
2011
Betalende instantie
DE
DZ
DE
DZ
DE
DZ
Privé OCMW Andere
103 11 3
74 50 1
105 12 6
75 49 1
93 12 5
78 46 1
Vaststelling: Voor de bewoners in De Zavel wordt in een belangrijke mate een beroep gedaan op een financiële ondersteuning door een OCMW, wat aangeeft dat deze bewoners tot een kwetsbare doelgroep behoren. Bijna 1 op 3 van de bewoners wordt gesteund door een OCMW. In het woonzorgcentrum De Eeckhof is dit nog geen 1 op 10. Er wordt vastgesteld dat dit gegeven geen gevolgen heeft voor de exploitatie van De Zavel. Het vraagt wel een bijkomende administratieve workflow en opvolging.
Pagina 23
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 5.
WIE WERKT ER IN DE ZAVEL?
In De Zavel waren in het jaar 2011 95 personen werkzaam, goed voor 73, 67 voltijdse equivalenten (VTE). De gemiddelde leeftijd van de medewerkers bedraagt 41,60 jaar. Ter vergelijking: in het woonzorgcentrum De Eeckhof werkten er 100 personen, die samen 72,83 voltijdse equivalenten vertegenwoordigden(VTE). De gemiddelde leeftijd van de medewerkers bedroeg 42,49.Uitgaande van het gemiddeld aantal medewerkers en het gemiddeld aantal aanwezige bewoners van de woonzorgcentra betekent dit dat gemiddeld per bewoner in De Zavel in het jaar 2011 0,58 VTE werkzaam waren, voor het woonzorgcentrum De Eeckhof bedroeg dit 0,68 VTE. Globale vergelijking van de personele inzet in de woonzorgcentra De Zavel en De Eeckhof voor het jaar 2011 Functies
VTE De Zavel – 2011
VTE De Eeckhof – 2011
Administratief medewerker
1
2
Coördinator bewonerszorg
4
3
Ergotherapeut(e)
2
2
5,79
1,75
Gegradueerde verpleegk.
5,6
4,03
Gekwalificeerde verzorg.
28,9
35,7
Keukenpersoneel
3,38
3,38
3,5
2
Logistieke hulp
1,13
2,63
Logopedist(e)
0,63
0,5
Medewerker animatie
0,77
0,5
Medewerker wasserij
1,53
1,12
Niet-gekwalificeerde verz.
1,05
0,66
Gebrevetteerde verpleegk.
Kinésist(e)
Ortho-agoog
4
1
Pedicure
0,34
0,34
Schoonmaak(st)er
3,56
4,15
0
0,5
Technisch onderhoudsman
5,5
3
Verantw. technische dienst
0,25
0,25
0
1
0,65
0
Hulp cafetaria
Maatsch. Assistent Verpleegassistent(e) Kwaliteitscoördinator
0
1
Woonzorgmanager
1
0,92
74,58
71,43
Totaal
Pagina 24
De Zavel, net een beetje anders
Vaststelling: De Zavel heeft verhoudingsgewijze meer verpleegkundigen in dienst dan het woonzorgcentrum De Eeckhof. Het woonzorgcentrum De Eeckhof compenseert het geringe aantal verpleegkundigen met een groter aantal zorgkundigen. Opvallend is het aantal VTE orthopedagogen in De Zavel, met name 4 VTE, tegenover 1 VTE in het woonzorgcentrum De Eeckhof. In De Zavel kiest men er bewust voor om een aantal orthopedagogen mee op te nemen in de zorg vanwege hun specifieke kijk en kennis op het vlak van wonen en leven. Absenteïsmecijfers wegens ziekte Er werd een vergelijking gemaakt tussen de absenteïsmepercentage 4 wegens ziekte van de 4 woonzorgcentra van de vzw Goudblomme en dit geeft het volgende resultaat voor de jaren 20092010-2011: WZC vzw Goudblomme Goudblomme De Swane De Zavel De Eeckhof
2009 3,28 % 3,97 % 3,69 % 3,83 %
2010 3,98 % 3,90 % 2,31 % 3,37 %
2011 5,10 % 4,14 % 2,19 % 4,65 %
Vaststelling: De Zavel heeft het laagste absenteïsmepercentage wegens ziekte van de 4 woonzorgcentra van de vzw Goudblomme. Het absenteïsmepercentage wegens ziekte van De Zavel kent de afgelopen drie jaren ook een dalende lijn. Vorming van de medewerkers We onderzochten of er een aantoonbaar verschil was tussen het vormingsaanbod gevolgd door de medewerkers van het woonzorgcentrum De Zavel en het woonzorgcentrum De Eeckhof. We waren voornamelijk geïnteresseerd in de vraag of binnen de gevolgde vormingen er een bijzondere aandacht ging naar specifieke onderwerpen in het kader van de begeleiding en zorg voor personen met een uitbehandelde en gestabiliseerde psychiatrische aandoening. Uit de analyse van de oplijsting van de gevolgde vormingen weerhouden we de volgende vaststellingen: De Zavel heeft gedurende de afgelopen twee jaar zichtbaar meer geïnvesteerd in de vorming van thema’s zoals o.a. de ziekte van Huntington, omgaan met agressie, Human immunodeficiency virus (AIDS) binnen een rust-en verzorgingstehuis, omgaan met gedragsproblemen en de leefwereld van de psychiatrische patiënt. In het woonzorgcentrum De Eeckhof treffen we vormingsprogramma’s aan rond o.a. fixatie, Cardio Vasculair Acident (CVA), Absenteïsmepercentage verwijst naar het percentage van medewerkers dat op jaarbasis afwezig is geweest, exclusief de personen die langdurig ziek zijn of in zwangerschapsverlof. 4
Pagina 25
De Zavel, net een beetje anders
ergonomisch handelen op de werkvloer, hef- en tiltechnieken en gericht observeren. We stellen vast dat het gevolgde vormingsaanbod in een belangrijke mate aansluiting vindt bij de problemen die zich voordoen bij de specifieke doelgroepen die de beide woonzorgcentra voor ogen hebben. Competenties Uit de gesprekken met het projectteam en de medewerkers van De Zavel kunnen we stellen dat, naast de competenties van de medewerkers van het ‘klassieke’ woonzorgcentrum, van de medewerkers van De Zavel bijkomende competenties worden verwacht op het vlak van: 1. 2. -
Attitudes Authentieke en rustgevende houding Allert Relativeren Humor Sensitief en begripsvol Probleemoplossend gericht Creatief Optimistisch Vaardigheden Omgaan met desoriëntatie in tijd, ruimte, en personen Omgaan met probleemgedrag Omgaan met afhankelijk gedrag Omgaan met seksualiteit en intimiteit Omgaan met claimend gedrag, marchanderen en manipulatie Omgaan met afspraken Omgaan met grenzen (nabijheid/afstand) Omgaan met verbaal en non-verbaal agressief gedrag Observatievaardigheden, o.a. weten en zien wanneer een gestabiliseerde fase omslaat (of dreigt om te slaan) in een acute fase en dan de nodige acties ondernemen Voorwaarden kunnen scheppen om bewoners zo zelfstandig mogelijk te kunnen laten functioneren Gebruik maken van de mogelijkheden van een bewoner, niet het accent leggen op de beperkingen Bewust zijn van interactie tussen personeel en bewoners Eigen grenzen kennen ( in de breedste zin van het woord ) Weten wanneer personeel tegen elkaar uitgespeeld wordt Gedragscorrectie met het geven van gedragsalternatieven Eigen handelen en het handelen van collega's ter discussie kunnen stellen Gesprekstechnische vaardigheden in relatie tot de bewoners en de familie
Pagina 26
De Zavel, net een beetje anders
- Gesprekstechnische vaardigheden binnen het team (zowel binnen het verplegingsteam als binnen het multidisciplinair team), met name aan het aspect om op één lijn te komen en hiernaar te handelen. Om te weten wat als team ’gewoon‘ gevonden wordt, maar wat echter niet normaal is. 3. -
Kennis Basiskennis psychiatrische aandoeningen: schizofrenie, alcoholisme, acting-out gedrag, depressie, psychosen, wanen, … Basiskennis ziekte van Huntington Basiskennis Korsakov Basiskennis dementie Basiskennis contextuele therapie Basiskennis seksueel overdraagbare aandoeningen Zorg voor de familie van de psychiatrische bewoner Kennis van lichaamstaal Elementen van een machtsstrijd kennen en kunnen hanteren
Vele van deze competenties worden in de concrete zorgpraktijk aangeleerd. De interactie tussen de teamleden speelt hierbij een belangrijke rol.
”Als ik de kamer van Piet binnenkom zie ik dat hij volledig van de wereld is (psychose). Hij leeft nu volledig in zijn eigen wereldje en kan geen medicatie meer nemen. Ik bel naar de dokter en vraag of hij zijn medicatie intramusculair mag krijgen. Dat is in orde, dus neem ik al het materiaal, op en zoek een collega om samen de inspuiting te geven. Vermits Piet nogal onvoorspelbaar uit te hoek kan komen ben ik liever voorzichtig en ga met twee. Eerlijk gezegd ben ik soms wat bang, hij kan soms ineens heel agressief uit de hoek komen en je weet maar nooit.” Uit het dagboek van Tamara, verpleegkundige van De Zavel.
Pagina 27
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 6.
WAT MAAKT DE ZAVEL ZO ANDERS?
Tot dusver is het duidelijk dat de specifieke doelgroep die het woonzorgcentrum De Zavel beoogt te huisvesten, te begeleiden en te verzorgen een passend antwoord vraagt, dat zich - onder andere -vertaalt in de concrete zorgpraktijk, de competenties en vorming van de medewerkers van het woonzorgcentrum. Aan de hand van de gesprekken met het projectteam en de diverse focusgroepen met de bewoners zelf, hun familie, de medewerkers, de scholen van de stagiaires, de toeleiders en de buurtbewoners, hebben we nog een aantal bijkomende aspecten van ‘het anders zijn’ van het woonzorgcentrum kunnen detecteren. Zo worden de begrippen ‘thuis’ en ‘goede zorg’ op diverse fronten heel uitdrukkelijk en specifiek verwoord en ingevuld. Ook de concrete doelstellingen en werkingsprincipes van het woonzorgcentrum De Zavel geven uitdrukking van de unieke DNA van deze voorziening.
Thuis: veilige ‘thuis’ en ‘veilige’ thuis In alle gesprekken ging zeer veel aandacht naar het woord ‘thuis’ en dit in de vele betekenissen van het woord. Vaak hebben de bewoners nooit een thuis gekend, of hebben ze een thuis gekend, maar door diverse omstandigheden deze thuis ook verloren. Vaak hebben de bewoners al een hele lange geschiedenis van diverse collectieve woon- en leefvormen achter de rug en kunnen ze zich geen beeld (meer) vormen van wat een ‘thuis’ is. Mogelijks hebben ouders, zonen, dochters, broers, zussen en vrienden afgehaakt en komen niet(meer) op bezoek. Het woonzorgcentrum De Zavel is voor vele bewoners de enige vertrouwde plek, de enige plaats waar nieuwe vriendschappen (kunnen) worden opgebouwd, de enige herkenbare plek waar ze (nog) van betekenis en goed omringd zijn, … Wat een thuis is voor de ene, is het uiteraard niet altijd voor de andere. Voor de ene betekent het een plek om zich terug te trekken en om tot zichzelf te komen en zichzelf te zijn. Voor de andere is het een plek waar men vrienden en familie ontvangt, samen het leven wil delen met mensen rondom zich. Volgens Jan Willem Duyvendak, hoogleraar in de algemene sociologie aan de Universiteit van Amsterdam, heeft het zich thuis voelen alles te maken met vertrouwdheid, familiariteit en voorspelbaarheid. Vele van de bewoners van De Zavel hebben een problematische thuis gehad of geen echte plek gehad waar ze dit ‘thuisgevoel’ zouden hebben kunnen ervaren.
Pagina 28
De Zavel, net een beetje anders
Het woonzorgcentrum De Zavel wenst de bewoners een ‘veilige thuis en ‘veilige thuis’ te bieden. Beide invalshoeken worden hieronder toegelicht, zoals het woonzorgcentrum De Zavel dit ook beschrijft in haar oriënterende teksten. Veilige thuis bieden Thuis is de plek waar iemand woont en zich op zijn gemak voelt. Om zich ’op zijn gemak’ te voelen, heeft niet iedereen hetzelfde nodig. Daarom willen we veel aandacht besteden aan de individuele leefruimte, deels in te vullen en aan te kleden naar eigen wens en behoefte. De kamers van de bewoners zijn slaapkamer maar ook eigen ’leef‘-kamer. Het woonzorgcentrum De Zavel biedt een minimale standaardinrichting die uitbreidbaar is. We streven er naar dat op termijn de standaardinrichting kan aangepast worden aan zorgbehoevendheid en specifieke noden (vb. prikkelarme kamer, zorgkamer…). Een aantal extra’s kunnen aangeboden worden via de organisatie en elke bewoner heeft de vrijheid zijn/haar eigen thuis verder in te richten. Wij gaan er van uit dat een thuis creëren niet het zoveel mogelijk kopiëren van de thuissituatie behelst. Ervaring heeft ons tevens geleerd dat thuis niet voor iedereen per definitie beter was. Voor de kwetsbare doelgroepen die wij beogen willen wij in De Zavel vooral werken aan het gevoel van vertrouwdheid, familiariteit en voorspelbaarheid. Een veilige thuis Veiligheid is een materieel maar ook een fysiek, sociaal, psychisch en ideologisch iets. Materiële veiligheid wordt onder andere vertaald in beveiliging tegen ongewenste bezoekers van buiten uit (toegangsbeveiliging: goede buitenverlichting, deurbel met parlofoonbediening, camerabeveiliging, eigen safe in de kamer, afsluitmogelijkheid van eigen kamer met behoud van toegangsmogelijkheden voor dringende hulpverlening …), brandveiligheid, duidelijke signalisatie, gebruik van veilig materiaal (thermostatische kranen, deurpompen, liftdeurbeveiliger…) Fysieke en psychische veiligheid worden vergroot door een aangepast oproepsysteem (alarmknoppen binnen handbereik), gesloten afdeling voor bewoners waarvoor dit nodig is, lig-, zit- en tilmateriaal aangepast aan de individuele noden van bewoners. Sociale en ideologische veiligheid worden geboden in het vrij in- en uitsysteem zonder beperking van bezoek- en uitgangsuren, (uitgaande van fundamenteel respect voor medebewoners en individuele afspraken) en respect voor ieders levensovertuiging. Een klimaat van veiligheid wordt eveneens gecreëerd op basis van de attitudes van medewerkers. (respect, ruime aandacht voor autonomie en privacy, correctheid in de zorgverlening ondersteund door een goed intern communicatiesysteem en een degelijk zorgdossier). Veilig gevoel heeft hier ook te maken met afwezigheid van stigmatisering: men mag en kan zijn wie men is.
Pagina 29
De Zavel, net een beetje anders
Zorg: goede zorg, ondersteunen en sturen, structuur en rust Goede zorg Hella Haasse 5 schrijft in haar essay Kwaliteit, een verkenning (1987): ”Zorgen is geen daad maar een betrekking en binnen die betrekking worden dingen gedaan“ Linus Vanlaere en Chris Gastmans spreken over zorg, wanneer handelingen voortkomen uit een houding van zorgzaamheid enerzijds, en wanneer deze zorgzame houding wordt veruitwendigd in concrete zorgactiviteiten anderzijds. (Linus Vanlaere en Chris Gastmans, 2008 6). Zorg verlenen heeft dus en met interventie en met presentie te maken, of anders gezegd, zorg verlenen betreft een activiteit en een houding. En zo ziet en ervaart men dit ook zo in het woonzorgcentrum De Zavel. Tijdens de gesprekken met het projectteam kwamen met betrekking tot de invulling van wat ‘goede zorg’ is, 4 aspecten aan bod die perfect te plaatsen waren binnen het denkkader van Andries Baart 7 rond kwaliteit van zorg: 1. Er is verzorgdheid. Dit duidt op de aanwezigheid van een bekommernis die recht doet aan de behoefte(s) van de bewoner. Men stelt in samenspraak met de bewoner vast wat er nodig is en wat we hem of haar kunnen bieden. (de mens staat centraal, niet zijn aandoening en/of zijn ‘problematisch’ verleden) 2. Er is zorgvuldigheid. De zorgverleners stemmen zich af op de bewoner, de concrete mens, in het hier en nu. Hij is responsief en stelt zich de vraag: past dit nu wat ik doe voor de bewoner, op dit moment, is het dat wat hij wil, past dit in zijn leven? Zorgvuldigheid betekent dat de zorgverlener probeert te doen wat binnen een gegeven context moet gedaan worden, maar dit ook probeert te doen in wisselwerking met en alert op de respons van de bewoner.
5Haasse,
H., (1987), Kwaliteit (een verkenning). Essay. Amsterdam, p.37. L., en Gastmans, C. (2008). To be is to care. Een literatuurstudie van het concept ‘zorg’ en de implicaties voor verpleegkundige zorg. Ethische Perspectieven, 18 (2), Uitgeverij Peeters, Leuven, p. 208. 7 Bron en inspiratie: Andries Baart. Moet dat nou? Presentie en het verlangen van de manager. (Reliëf, 2006) 6Vanlaere,
Pagina 30
De Zavel, net een beetje anders
(Levensloop en eigen context worden opgenomen in het ontwikkelen van een individueel zorgplan. Elke bewoner wordt erkend als individu. Wie het verleden achter zich wil laten, krijgt hiertoe eveneens de kans.) 3. Er is zorgzaamheid. Bewoners willen niet alleen krijgen wat ze nodig hebben (en, soms moeten we hen hierin zelfs beperken vanuit de gezondheids- en leefsituatie waarin ze zich bevinden). Ze verlangen er ook naar ingeweven te zijn in een zorgbetrekking. Ze willen van betekenis zijn, iemand zijn. Ze willen niet ‘verlaten’ worden (zoals ze mogelijks tijdens hun leven meermalen hebben ervaren). Ze rekenen erop dat ze op de zorgverleners kunnen vertrouwen en dat er continuïteit is bij de zorgverleners, zodat ze ook een vertrouwensband kunnen opbouwen. (Bewoners mogen zijn wie ze zijn, mogen zich voelen als diegenen die ze zijn: met een eigen naam en gezicht, met een eigen verhaal, verleden, heden en toekomst. Wij waarderen hen om wie ze zijn.) 4. Er is bezorgdheid. De motivatie en de persoonlijke betrokkenheid van de zorgverleners is hier cruciaal. Mensen die in het WZC De Zavel werken moeten dit graag doen, betrokken en met een innerlijke ‘commitment’. (Men moet letterlijk de bewoners van De Zavel, hoe gehavend en gekwetst ze door het leven ook zijn, graag zien.)
”Een wat bijzondere vergadering. In het kader van een studie rond ethisch overleg heb ik de vraag gekregen van een student of we bereid waren een debat te voeren volgens een welbepaald stappenplan. Onze CRA heeft het plan doorgenomen en een case voorgesteld. De groep is groot en divers en de vergaderruimte is klein maar de openheid en bereidwilligheid niettegenstaande de vreemde eend (student) in de bijt, is groot. We spreken over een relatief jonge Huntington-patiënt die een gespecialiseerde instelling heeft verlaten omdat hij niet met de ziekte wenste geconfronteerd te worden. In De Zavel is hij relatief opgeklaard. Er komt nu ook een 24-jarige dochter op bezoek. Zij heeft veel vragen naar de toekomst (vooral die van haar). Er zijn verscheidene pogingen gedaan om met de bewoner te spreken over een behandelingsplan gezien de slechte prognose van de ziekte. Hij weigert een standpunt in te nemen en laat zijn behandeling over aan de dokter en het team. De dochter is zelf zoekende (erfelijke ziekte) en eerder vragende partij naar inzicht. Ook zij neemt geen beslissingen. In de toekomst zullen er waarschijnlijk stappen moeten afgesproken worden binnen het team. Dit zijn zware verantwoordelijkheden, de CRA wil een trekkersrol op zich nemen maar we willen nu al werken aan de solidariteit binnen het team. Ieder krijgt de kans om zijn emoties hier rond te verwoorden. Het is boeiend en deugddoend om de bezorgdheid van zoveel individuen te zien samenvloeien in een gemeenschappelijk standpunt. We hebben een beginstandpunt gevonden dat waarschijnlijk nog tientallen keren moet bijgestuurd worden, maar de start is genomen.” Uit het dagboek van Ria, woonzorgmanager van het woonzorgcentrum De Zavel.
Pagina 31
De Zavel, net een beetje anders
Ondersteunen en sturen Ieder mens voert bij voorkeur de regie over het eigen leven. Dat geldt ook voor kwetsbare mensen die wonen in het WZC De Zavel, alleen hebben zij hierbij vaak ondersteuning nodig. Die ondersteuning kan nodig zijn bij het organiseren van de dag, het leggen van de sociale contacten, het deelnemen aan zinvolle dagbesteding, bij het nemen van beslissingen of het maken van keuzes. In het WZC De Zavel betekent dit dat zorgverleners ook een beetje ‘trajectbegeleiders’ zijn. Een persoon die de bewoner de weg wijst, begrenst of juist vrij laat. Hij is vaak de persoon die de bewoners oriënteert binnen een wirwar van prikkels. Hij is voorwaardenscheppend, niet betuttelend, vasthoudend en loslatend. Elke dag opnieuw zoekend naar een subtiel evenwicht tussen bemoeien en laten groeien of, ‘gewoon’ laten, maar niet verlaten. Dit ondersteunen gebeurt in overleg, en, soms, in afstemming met de bewoner. Er bestaat ruimte voor dialoog en wederkerigheid. Van de zorgverlener vraagt dit geen zorgtechnische hoogstandjes, maar vooral een groot gevoel voor subtiliteit, vakmanschap, praktische wijsheid, intuïtie en liefdevolle trouw. Over de jaren heen heeft men in het woonzorgcentrum De Zavel vanuit de zorgpraktijk veel ervaring, (impliciete) kennis en expertise opgedaan over het omgaan en de ondersteuning/ benadering van de specifieke doelgroepen, leert men elke dag opnieuw en verrijkt men de portfolio aan verworven kennis. Structuur en rust In het woonzorgcentrum De Zavel is het bieden van structuur en rust aan de bewoners een kernelement van het zorg- en begeleidingsaanbod. Vele bewoners kenden voor hun opname in De Zavel door hun levensstijl en/of door hun aandoening geen of onvoldoende structuur en/of rust. Hun leven was vaak een overleven of chaotisch leven. Het dagritme geeft al een eerste houvast, de ‘regelafspraken’ tussen de bewoner en de zorgverleners vormen de tweede houvast. Naast de algemene leefregels, eigen aan een collectieve woonvorm, worden er leefregels op maat van de bewoner gemaakt (afgestemd op zijn/haar gezondheids- en leefsituatie) en vaak stapsgewijze aangepakt, dit wil zeggen, naarmate de bewoner de nieuwe omgeving aanvaardt en bewezen heeft enige vrijheid aan te kunnen, worden de regels versoepeld. Deze algemene en individuele leefregels hebben geen paternalistische bedoeling, maar hebben tot doel de noodzakelijke structuur aan te reiken, zodat de leefkwaliteit van de bewoners in het algemeen en individueel ondersteund wordt: overleven of leven in chaos wordt dan samenleven. Op deze wijze ontstaat er een vorm van ‘supported living’ voor de bewoner: de afgesproken structuur maakt het de bewoner mogelijk om deel te nemen aan het leven binnen het woonzorgcentrum, en, waar mogelijk, er buiten. Hoe eigenaardig het ook klinkt, de afgesproken leefregels creëren juist de randvoorwaarden voor de bewoner waarbinnen hij de regie over het eigen leven kan voeren,
Pagina 32
De Zavel, net een beetje anders
eigen keuzes kan maken, zich kan ontplooien en een maatschappelijk gewaardeerde rol kan vervullen. Het woonzorgcentrum De Zavel stelt zich dan ook tot doel de mensen uit de beoogde doelgroep vooral een ‘thuis’ te bieden waar zij kunnen groeien en zichzelf mogen zijn. De aangeboden zorgverlening en begeleiding zijn niet gericht op (medische) genezing, aanpassing of herstel. De focus ligt in een belangrijke mate op de handhaving, de stabilisering en de ondersteuning van het huidig niveau van fysiek, psychisch en sociaal functioneren van de bewoner. Het samen ‘leven delen’ in een genormaliseerde collectieve woonvorm primeert. De medische interventies betreffen geen acute psychiatrische behandelingen. De chronische psychiatrische ziektebeelden worden wel, indien nodig, medicamenteus onder controle gehouden in combinatie met de gepaste ondersteuning en structuur.
De bewonersgerichte doelstellingen en werkingsprincipes Zonder al te instrumentalistisch te willen zijn, want voor de directie en de medewerkers van het woonzorgcentrum De Zavel primeert voornamelijk ‘het gezond verstand’ in de concrete zorgpraktijk, zijn we er in geslaagd tijdens de diverse groepsgesprekken de essentiële bewonersgerichte doelstellingen en werkingsprincipes van De Zavel, die impliciet gelden, te expliciteren. Hieronder worden zij toegelicht. De essentiële bewonersgerichte doelstellingen 8: Bewoners activeren tot participatie aan activiteiten binnen of buiten het woonzorgcentrum.
8Bron
en inspiratie: Movisie: http://www.movisie.nl/
Pagina 33
De Zavel, net een beetje anders
Deelname aan de maatschappij en contacten met anderen zijn belangrijk voor alle mensen. Kwetsbare mensen hebben vaak moeite met zelfstandig gaan of blijven deelnemen aan datgene wat de samenleving biedt. De Zavel wil hen hierbij ondersteunen (activeren). Voorbeeld: deelname van de bewoners aan de activiteiten georganiseerd door buurtsport of dansen in de Roma 9. Zorg en begeleiding op maat van de bewoners rekeninghoudende met zijn behoeften, vragen, leefgewoonten en levensverhaal. Kwetsbare mensen hebben meer nog dan anderen voorzieningen op maat nodig. Dit heeft te maken met de diversiteit van hun problematiek, maar ook met het sociale isolement waarin zij vaak verkeren. Voorbeeld: in de Zavel worden naast de algemene leefregels, leefregels per bewoner afgesproken en dit afhankelijk van de problemen waarvoor hij zich geconfronteerd ziet, zoals afglijden in dakloosheid of overmatig alcoholgebruik. Voorbeeld: de organisatie van een karaoke, samen gaan vissen, een bezoek aan de Zoo, … Versterken van de eigen kracht van de bewoner. Voor kwetsbare mensen is deelname aan de samenleving niet vanzelfsprekend. Om de kans op deelname te vergroten, is het versterken van de eigen kracht van groot belang. Dit wordt in vakjargon empowerment genoemd en heeft ook, en vooral, te maken met de bewoners, waar mogelijk, de regie van hun leven zelf in handen te geven en te houden. Voorbeeld: samen met de bewoner wordt gezocht welk zinvolle activiteiten hij wenst te doen en dit uitgaande van de competenties en de vrije wil van de bewoner. Zo zullen enkele bewoners wekelijks, samen met mensen uit de buurt, het pleintje vooraan de Zavel gezamenlijk schoonmaken. Versterken sociale contacten a) Versterken van het sociale netwerk van de bewoner, indien nog mogelijk (eventueel zelfs herstellen van dit sociaal netwerk): Het sociale netwerk van kwetsbare mensen kan een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van hun positie. Soms ontbreekt echter een sociaal netwerk en moet er gezocht worden naar mogelijkheden om een netwerk op te bouwen, bijvoorbeeld met medebewoners of vrijwilligers. Voorbeeld: waar mogelijk beoogt men in de Zavel het vaak ver-/gebroken contact tussen de bewoner en zijn/haar familie te herstellen, mits akkoord van de bewoners en met instemming van de familie.
Roma: In Borgerhout staat Cinema Roma, een oude majestueuze zaal die mee de filmgeschiedenis van de stad Antwerpen heeft bepaald. Maar de grote bioscoop was meer dan een gewone cinema. Het was een ontmoetingsplaats met ontspanning voor de ganse buurt. Een variétézaal met spektakelshows, galabals, toneelvoorstellingen en prijsuitreikingen. Iedereen kwam er over de vloer. Ook vandaag staat De Roma centraal in het Borgerhoutse buurtleven. Na 20 jaar leegstand is de zaal heropgebouwd door vele vrijwillige handen. En het paleis om de hoek is – net zoals vroeger - terug een echte volksschouwburg waar iedereen tegen een sociale prijs kan genieten van cultuur en vermaak.
9
Pagina 34
De Zavel, net een beetje anders
Bezoek aan de bewoners: 47 mensen krijgen geen bezoek 24 mensen krijgen 1 keer per maand of minder bezoek 52 mensen krijgen regelmatig bezoek
b) Het doorbreken van het sociaal isolement (voorkomen van vereenzaming en verwaarlozing). Het sociale netwerk van kwetsbare mensen is vaak beperkt. Vanwege hun kwetsbaarheid verkeren ze vaak in een sociaal isolement en raken ze in een spiraal van vermindering van interesses en negatief zelfbeeld. Diverse georganiseerde activiteiten binnen en buiten De Zavel brengen de bewoners samen met als doel de bewoners te stimuleren en te ondersteunen bij het aangaan van nieuwe (vertrouwensvolle) relaties en het voorkomen van terugtrekgedrag. Voorbeeld: waar mogelijk en haalbaar worden de bewoners aangemoedigd om te participeren aan activiteiten georganiseerd door de stad Antwerpen (Opsinjoren 10), zoals wijkfeesten en de talrijk georganiseerde stadsevenementen (Zomer van Antwerpen 11). Voorbeeld: samen met de leerlingen van het autischooltje huishoudelijke activiteiten uitvoeren. ”Aangekomen in De Zavel begeef ik mij naar de eerste verdieping en daar word ik al aangevallen door de rokers die om 22 uur een sigaretje krijgen. Na hun duidelijk gemaakt te hebben dat ze nog even moeten wachten zoek ik de late dienst op voor de briefing. Buiten dat Jan terug uit het ziekenhuis is, gaat alles zijn gewone gangetje. Dan begeef ik mij naar de 2de verdieping daar is Anna al. Ze vertelt me voor de duizendste keer hoe goed mijn haar wel is en hoe een mooie man en een prachtige dochter ik wel heb. Daarbij ook dat ik wel de beste ben. Ze zegt dit tegen iedereen. Relativeren en eens glimlachen blijft de boodschap.” Uit het nachtboek van Christel, nachtwaak van De Zavel.
Richtinggevende werkingsprincipes De volgende werkingsprincipes werden door directie en medewerkers benoemd als zijnde richtinggevend voor de concrete zorgpraktijk van het woonzorgcentrum: - heel de mens: de zorg en begeleiding aan de bewoners zijn steeds gericht op de hele mens in al zijn aspecten (lichamelijk, sociaal, psychisch en spiritueel). 10 Via Opsinjoren biedt de stad Antwerpen financiële en logistieke ondersteuning aan bewonersgroepen die actief willen werken aan de samenhang onder de bewoners van hun straat of buurt. Met deze tweeledige steun wil de stad zoveel mogelijk drempels wegnemen, zodat u zich met uw bewonersgroep volledig kunt wijden aan inhoud en opbouw van uw acties. 11 Zomer van Antwerpen is een cultureel zomerfeest in de stad Antwerpen dat in juli en augustus op de meest onverwachte plekken opduikt en voelbaar is in heel de stad. Het programma bestaat uit erg uitlopende voorstellingen, vaak gratis en toegankelijk voor een breed publiek van alle leeftijden. Een doorgedreven samenwerking met tientallen culturele en niet-culturele partners, stadsdiensten en honderden vrijwilligers zorgt ervoor dat het festival stevig verankerd is in de stad.
Pagina 35
De Zavel, net een beetje anders
- ingebed in een verleden, maar ook in een toekomst: familie en bezoekers worden met open armen ontvangen in De Zavel. Voor bezoekers die voor bewoners een betekenis hebben, willen we een actieve rol spelen in het herstellen, verbeteren of behouden van de relatie. Hierbij respecteren we het verleden om ook de toekomst van familie alle kansen te geven. We werken mee aan de ’zielenrust‘ van bezoekers en trachten familiale verhoudingen, indien gewenst, terug te kaderen in maatschappelijk aanvaardbare normen. Kinderen mogen kinderen zijn, ouders mogen ouder zijn, partners mogen partner zijn… - mensgericht in plaats van ziektegericht: we zoeken naar wat voor de bewoner van tel is, belangrijk is, wat voor hem van betekenisvol is. - waarderen van verschil: mensen hoeven niet hetzelfde te denken en te zijn. Mensen mogen anders zijn, ‘raar’ zijn, verschillend denken en doen. - eigenwaarde en veerkracht: we stimuleren het gevoel van eigenwaarde van de bewoner, alsook de veerkracht om greep te houden op zijn leven. - op maat en in dialoog: samen met de bewoner zoeken we naar een zorg en ondersteuning op maat, rekening houdende met zijn mogelijkheden en beperkingen. Geen ‘one size fits all’: er bestaan geen pasklare oplossingen, geen draaiboek, geen blauw, wit of groen boek. Elke bewoner is uniek en dit vraagt om een zorg en begeleiding die voor hem/haar een meerwaarde biedt. Geen automatische piloot. - structuren: met leefregels als het moet, zonder leefregels als het kan. Leefregels zijn noodzakelijk om het samenleven in De Zavel mogelijk te maken en te houden: - sommige (expliciete) leefregels gelden voor alle bewoners en staan neergeschreven in de afsprakennota, bijvoorbeeld zorgpersoneel verwittigen wanneer men het woonzorgcentrum verlaat, niet roken op de plaatsen waar dit niet is toegelaten, … - sommige leefregels zijn eerder impliciet (worden niet toegestaan: fysieke agressie, storende dronkenschap, groepsgeest van de leefgroep ondermijnen, marchanderen met de zorgverleners of medebewoners) - andere regels worden afgestemd (soms zelfs onderhandeld, als voorwaarde voor opname) en afgesproken met de bewoner en zijn familie en zijn afhankelijk van de problematiek waar hij mee wordt geconfronteerd. De bewoner krijgt hierin inspraak op voorwaarde dat hij hierover een open gesprek kan voeren en over voldoende ziekte-inzicht beschikt - pragmatisch: geen hoogdravende theorieën of boekenpraat. Zorgverlening vanuit de zorgpraktijk, heel basic, continue zoeken naar wat werkt en wat niet. - creatief: we zoeken steeds naar het beste antwoord binnen de gegeven situatie. Soms paden bewandelen waaraan men nog niet gedacht heeft. Elke nieuwe vraag is een nieuwe uitdaging en kans. Veel draait om durven en vertrouwen dat iets een goede aanpak kan zijn of worden. - leren: elke nieuwe vraag, situatie of probleemgedrag biedt ons de kans om al doende een nieuwe aanpak te leren of af te leren. We bouwen een portfolio van ervaring en kennis op en dit aan de hand van casuïstiek. - onbevooroordeeld: vertrekken vanuit wat we zien, horen en voelen en niet vanuit wat zou moeten zijn.
Pagina 36
De Zavel, net een beetje anders
-
optimisme: laat De Zavel voor de bewoner een nieuwe kans zijn/worden om zijn leven te herinrichten en kwaliteit van leven te vinden, en betekenisvol te zijn voor anderen. relativeren: humor ondersteunt de mogelijkheid om ernstige/moeilijke/pijnlijke situaties te brengen in een aannemelijke proportie.
Pagina 37
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 7.
AAN HET WOORD
Naar aanleiding van het project ‘Anders Ouder Worden’ zijn in het woonzorgcentrum De Zavel veelvuldige groepsgesprekken gevoerd om de werking en eigenheid te expliciteren. Enerzijds waren er de groepsgesprekken binnen het projectteam. Anderzijds werden er focusgroepen gehouden met de diverse belanghebbenden. Gebruikmakend van de ‘post-it 12’ methode werden diverse thema’s van de missie, de visie, de organisatie, de werking en de concrete zorgpraktijk geëxpliciteerd. De thema’s werden dan verwerkt in stellingen op maat van de beoogde doelgroepen (zie verder). Overzicht van de bereikte doelgroepen: Doelgroep Aantal focusgroepen Bewoners 4 Familie 2 Medewerkers 4 Vrijwilligers 1 Buurtbewoners 1 De scholen van de stagiaires 1 Toeleiders 2
Aantal bereikte personen 15 10 24 4 5 4 12
In de focusgroepen werden de deelnemers uitgedaagd om te reageren op voorbereide stellingen. Het zou ons te ver leiden om alle reacties op de stellingen in het rapport weer te geven. Vandaar dat we per doelgroep kort de stellingen weergeven en een korte inhoud van de reacties. De bedoeling van de stellingen was voornamelijk na te gaan hoe de respondenten kijken naar het woonzorgcentrum De Zavel, te peilen naar hun beleving en de mate waarin hierbij een samenhang werd ervaren/vastgesteld tussen de visie, werkingsprincipes en/of doelstellingen van het woonzorgcentrum. De stellingen werden door het projectteam geformuleerd bij middel van de brainstormmethode.
Bij de post-it-methode worden de deelnemers van een groepsgesprek aan de hand van stellingen en/of begrippen uitgedaagd om hun opvatting(-en) neer te schrijven op een post-it. De post-its worden gekleefd op een bord of muur en nadien aan de hand van het groepsgesprek thematisch geclusterd. Op die wijze worden de diverse opvattingen gestructureerd en inzichtelijker gemaakt.
12
Pagina 38
De Zavel, net een beetje anders
7.1. DE BEWONERS De stellingen: Ik heb hier minstens één vriend Ik voel me hier thuis. Er wordt duidelijk met mij afgesproken wat hier mag en niet mag. Ik word graag gezien door het personeel Er wordt hier veel gelachen Ik schaam mij soms dat ik hier woon. Korte samenvatting van de reacties van de bewoners op de stellingen Het WZC wordt door de bewoners niet meteen als dé plek beschouwd waar men intense vriendschappen opbouwt. Sommige bewoners geven duidelijk aan met rust te willen gelaten worden, anderen zeggen met iedereen te kunnen opschieten. Eén bewoonster geeft aan een meer intieme vriendschappelijke relatie te hebben met een bewoner. De meeste bewoners zeggen zich goed te voelen in het WZC, maar dit is niet te vergelijken met een ‘thuis’. In de Zavel mag je zijn wie je bent. De Zavel biedt vertrouwdheid en voorspelbaarheid. Maar, niet de vrijheid die men kent, als men individueel woont. Het inleveren van een zekere mate van vrijheid wordt voor sommige bewoners ervaren als een redelijke compensatie voor een geringere verantwoordelijkheidsdruk (de dingen worden voor hen gedaan/geregeld, ze moeten hier niet meer aan denken of voor zorgen) De regeldruk wordt door sommigen als zeer storend ervaren. Anderen, beschouwen dit als normaal en aanvaardbaar. Wat opviel is dat alle vrouwen aangaven geen moeite te hebben met regels, de meeste mannelijke bewoners gaven aan dit als zeer onprettig en storend te ervaren (hier zou men zich de vraag kunnen stellen of deze vaststelling zou verschillend in een klassieke leefsituatie thuis). De bewoners zeggen dat ze het gevoel hebben dat de personeelsleden met hen begaan zijn en hen ook aanvaarden, zoals ze zijn. Daarnaast vermelden zij ook dat, wanneer je zelf niet ‘te moeilijk’ doet, de personeelsleden je vriendelijk bejegenen. Onder de bewoners onderling wordt niet veel humor ervaren. De personeelsleden gebruiken vaak humor om de ernst van bepaalde situaties te relativeren, ook in de interactie tussen bewoners en medewerkers. De bewoners schamen zich niet over hun wonen in De Zavel. Ze voelen zich ook niet gestigmatiseerd.
Pagina 39
De Zavel, net een beetje anders
7.2. DE FAMILIE De stellingen: Ik voel me hier welkom/ ik kom hier graag. Dit is de juiste plek voor mijn familielid. Ik kan hier terecht met mijn vragen. Er zijn hier veel regels. Ik schaam mij dat mijn familie hier woont.
Korte samenvatting van de reacties van de familieleden De familie geeft aan vooral gerust te zijn dat hun familielid-bewoner in een woonzorgcentrum woont, waar aandacht en begeleiding is voor de specifieke problematiek waarmee de bewoner wordt geconfronteerd. Ze kunnen letterlijk weer rustig slapen. De familie heeft vaak een hele (lijdens-)weg afgelegd en geven aan rust/evenwicht terug te vinden met het feit dat hun familielid in De Zavel woont. Ze zeggen wel nog heel wat te verwerken te hebben. Ze hebben nood aan reflectie hierover met lotgenoten. De familie is veeleer beschaamd om het geleefde leven van de bewoner, dan over het feit dat deze in De Zavel woont. Sommige familieleden krijgen kritiek te verwerken vanuit hunsociaal netwerk (waarom wordt hun vader of moeder niet thuis opgevangen), waardoor schuldgevoelens ontstaan. Dit laatste is vergelijkbaar met ervaringen van familieleden wier vader of moeder opgevangen wordt in een ‘klassiek’ woonzorgcentrum. De familie ervaart dat ze met haar vragen terecht kan bij de personeelsleden van De Zavel en dat de leefregels per bewoner worden afgesproken. Zij ervaren, meer dan de bewoners, dat deze regels noodzakelijk zijn om structuur te geven aan het leven van hun familielidbewoner. 7.3. DE MEDEWERKERS De stellingen: Als je hier werkt, moet je tegen een stootje kunnen. Als je hier werkt, is het belangrijk dat je de bewoners graag ziet. Ik beschik over voldoende kennis en ervaring om hier te werken, maar leer eigenlijk nog alle dagen bij. Ik vind het moeilijk om mij aan de afspraken te houden die met de bewoners worden gemaakt. Dit huis is anders dan andere rusthuizen/woonzorgcentra? En, waarom? Ik schaam mij soms als ik buiten met bewoners op stap ben. Met humor kunnen we veel relativeren.
Pagina 40
De Zavel, net een beetje anders
Korte samenvatting van de reacties van de medewerkers Mensen die werken in het woonzorgcentrum De Zavel moeten weerbaar zijn. Ze moeten in staat zijn grenzen te stellen op maat van elke bewoner, om te gaan met manipulatief gedrag en tegelijkertijd betrokken en zorgzaam te zijn. De medewerkers beschouwen hun werk als een roeping. Als je bewoners graag ziet, hou je het hier vol. Graag zien wordt beschouwd als een uitgangspunt om gekwetste mensen opnieuw hun waardigheid terug te geven en hen te respecteren als unieke persoonlijkheden met elk hun ‘eigen’ eigenaardigheden. In het De Zavel wordt al doende geleerd vanuit de zorgpraktijk. Geen dikke boeken, wel vallen en opstaan en teruggrijpen naar al eerder opgedane kennis en evaringen. De medewerkers formuleren als hefbomen om ‘al doende’ te leren: open communicatie, vertrouwen in elkaar, gestructureerde bewonersbesprekingen en vorming, zelf- en teamreflectie, wederzijdse ondersteuning en de coaching en begeleiding door de coördinerende en raadgevende arts in het omgaan met psychiatrische aandoening en mogelijkheden van back-up door een psychiatrisch ziekenhuis. Afspraken/regels worden steeds op maat van de bewoner gemaakt in teamverband en duidelijk gecommuniceerd aan de bewoner en/of zijn familie. Afspraken zijn er om het voor de bewoner en de medebewoners leefbaar te houden. Medewerkers hebben het er niet moeilijk mee. Ze weten zeer goed waartoe deze regels dienen. Ze beseffen welke ‘macht’ hen dit geeft over de bewoners, maar wensen deze niet te misbruiken. De doelgroep, de aard van het werk, de collegialiteit, de werksfeer, de ondersteuning van de leidinggevenden en de CRA, de afwisseling in het werk, … worden door de respondenten benoemd als belangrijke kenmerken en troeven van het woonzorgcentrum De Zavel. Ze zijn niet beschaamd om er te werken. Ze worden door hun omgeving hierop gewaardeerd. Humor is overduidelijk een sterkhouder in De Zavel: het relativeert, ventileert en vermijdt of helpt bij conflicten en spanningen. Medewerkers zijn vooral bezorgd naar de toekomst toe. Zij maken zich zorgen over de continuïteit van de positieve sfeer, het open en ondersteunende management, de jarenlange opgedane ervaring van de ‘anciens’, het engagement bij nieuwe medewerkers en bij de medewerkers met een andere culturele achtergrond. ”Toen ik naar huis ging zei een bewoonster: ‘Dag schatteke, tot morgen, hé !‘. Het is plezant dat ze je graag hebben.” Uit het dagboek van Linda, schoonmaakster van het woonzorgcentrum De Zavel.
Pagina 41
De Zavel, net een beetje anders
7.4. DE VRIJWILLIGERS De stellingen: Ik voel me hier welkom. Ik word gewaardeerd. Ik vind dat ik zinvol werk doe. Er zijn hier veel regels. Ik kan hier terecht met mijn vragen. Ik heb medelijden met de bewoners. Ik zou een vriend aanraden om vrijwilligerswerk te doen. Korte samenvatting van de reacties van de vrijwilligers De deelnemende vrijwilligers zijn actief in de cafetaria, de begeleiding van de bewoners bij uitstappen en bij de opkuis van het pleintje voor de ingang van het woonzorgcentrum. Ook wordt met honden een bezoek gebracht aan de bewoners. De vrijwilligers ervaren zich heel welkom in het woonzorgcentrum. Ze beschrijven het woonzorgcentrum als ‘onze Zavel’ en beschouwen de bewoners als ‘onze mensen’ en zichzelf als ‘behorend tot het meubilair’ van het woonzorgcentrum. Ook met de familie van de bewoners ervaren ze een fijne band die ze geleidelijk aan opbouwen. Ze voelen zich erg gewaardeerd zowel door de bewoners, de familie, als door de directie en de medewerkers. Bij langdurige afwezigheid worden ze door de bewoners en de familie oprecht gemist. Ze ervaren het vrijwilligerswerk als bijzonder zinvol. Vooral het menselijke contact en iets te kunnen doen voor een ander, zijn de belangrijkste motieven om het vrijwilligerswerk in het woonzorgcentrum te (blijven) doen. De vrijwilligers zijn op de hoogte van de ‘regels op maat’ van elke bewoner. Ze worden hierover voldoende geïnformeerd. Vaak geeft het zorgpersoneel hen tips over hoe men het best met een bepaalde bewoner of familie kan omgaan. Ze beseffen dat deze regels/afspraken nodig zijn. Het blijkt niet altijd gemakkelijk te zijn om zich aan de afspraken te houden, voornamelijk wanneer bezoekers de afspraken met de bewoners niet naleven. Bij vragen over of moeilijkheden met een bewoner weet men steeds bij wie men terecht kan: het zorgpersoneel of de directie. De vrijwilligers ervaren geen medelijden, wel mededogen met de bewoners. Ze voelen wel mee dat er veel bewoners geen bezoek krijgen. Ze zijn ook niet beschaamd voor datgene wat de bewoners doen of niet doen: ze zijn wie ze zijn, elk heeft een eigen verhaal. Zonder enig probleem zouden ze een vriend aanraden om vrijwilligerswerk te doen in het woonzorgcentrum De Zavel.
Pagina 42
De Zavel, net een beetje anders
Vrijwilligers in het woonzorgcentrum De Zavel: 4 vrijwilligers zijn actief in pastorale zorg, 1 vrijwilliger helpt mee in de zorg 6 vrijwilligers baten het cafetaria uit 2 vrijwilligers, buren, helpen bij het opkuisen van het plein, komen op bezoek met de honden, helpen bij uitstapjes, ... 5 vrijwilligers ondersteunen de animatie (uitstappen en dansfeesten) 1 vrijwilliger doet thuis naai- en herstelwerk van kledij 2 vrijwilligers gaan mee naar de markt, een van hen helpt ook dagelijks in de kiné. 7.5. DE BUURTBEWONERS De stellingen: Ik ken de werking van De Zavel. Ik voel me hier welkom. Ik heb medelijden met de bewoners van De Zavel. Ik ben beschaamd dat de bewoners van De Zavel in onze wijk wonen. Korte samenvatting van de reacties van de buurtbewoners De buurtbewoners wonen al vele jaren in de wijk en zijn letterlijk met het woonzorgcentrum De Zavel opgegroeid. Het woonzorgcentrum hoort bij de buurt. Enkele buurtbewoners zijn ook vrijwilliger in het woonzorgcentrum. Men ervaart het woonzorgcentrum als een open huis, want de bewoners nemen deel aan diverse activiteiten die georganiseerd worden in de buurt. Zij zien en kennen de problematiek van het ‘anders zijn’ van bewoners van het woonzorgcentrum, maar ze vinden dit niet storend. De buurt wordt – aldus de respondenten – meer getormenteerd door andere maatschappelijke problemen (verloedering van de buurt, agressie op straat, drugdealing, huisjesmelkerij), waar ze het hart van in zijn en beschaamd over zijn. Het woonzorgcentrum De Zavel is een van de zeldzame ‘vaste waarden’ van de wijk. Ook de buurtbewoners omschrijven het woonzorgcentrum, net zoals de vrijwilligers, als ‘onze Zavel’ en uiten hun waardering voor de zorg en begeleiding die door medewerkers van het woonzorgcentrum worden verleend. Het woonzorgcentrum heeft in de buurt een positief imago, ondanks de soms ‘rare’ gewoonten van haar bewoners. Zoals de buurtkruidenier die vertelt dat bewoners van het woonzorgcentrum wel eens alcohol stelen in zijn winkel. Hij heeft hier echter leren mee omgaan en heeft de ervaring dat hij in dergelijke situaties steeds beroep kon doen op de medewerking van het woonzorgcentrum.
Pagina 43
De Zavel, net een beetje anders
7.6. DE SCHOLEN VAN DE STAGIAIRES In de focusgroep van de stagebegeleiders van de stagiaires werd niet met stellingen gewerkt, maar met gerichte vragen. De vragen: Waarom stages in De Zavel lopen? Waarin verschilt De Zavel met andere woonzorgcentra? Wat leert men hier? Welke informatie geeft men aan de stagiaires over De Zavel bij de start van de stage? Stuurt men alle studenten naar De Zavel? Welke criteria hanteert men? Wat vindt men sterk van De Zavel? Wat zou eventueel beter kunnen? Wat voelt u zelf als u het woonzorgcentrum binnen komt? Drie woorden die De Zavel typeren? Korte samenvatting van de reacties van de vertegenwoordigers van de scholen De respondenten zijn erg tevreden over de opvang en begeleiding van de stagiaires binnen het woonzorgcentrum De Zavel. Men heeft niet het gevoel dat de stagiaires aan hun lot worden overgelaten. Integendeel, men waardeert dat het vaak dezelfde mensen zijn, die de studenten opvangen. Over de jaren heen heeft men in De Zavel een aantoonbare expertise opgebouwd om onze leerlingen/studenten te begeleiden. Een vaste contactpersoon voor de begeleiding van de leerling is een pluspunt. De stagiaires doen hier andere kennis en vaardigheden op dan in een ‘klassiek’ woonzorgcentrum’. Men leert, buiten een psychiatrische setting, omgaan met bewoners met een gestabiliseerde psychiatrische aandoening. Dus, men leert niet enkel zorgtechnieken, maar ook vaardigheden in het omgaan met probleemgedrag, begrenzing, structureren van de activiteiten van de bewoners, maken van en omgaan met regels/afspraken, stimuleren van de participatie en de zelfzorg. Kortom, het woonzorgcentrum biedt verhoudingsgewijze een groter pallet aan leerkansen. De Zavel wordt niet beschouwd als een makkelijke stageplaats. Voor vele stagiaires is het vaak een hele aanpassing, overwegende de diversiteit van de behoeften en problemen van de bewoners. Vaak wordt de stage als confronterend ervaren. Maar, eens ze – via de stagebegeleiding ter plaatse – de ‘klik’ hebben gemaakt, ziet men de studenten groeien. De stagiaires leren in het woonzorgcentrum De Zavel dat ‘anders-zijn’ mag en kan en de kennismaking met mensen met een psychiatrische aandoening leidt vaak tot boeiende ontmoetingen. Voor jonge stagiaires (vijfdejaars personenzorg) blijkt de stageplaats geen
Pagina 44
De Zavel, net een beetje anders
evidentie. Exclusiecriteria zijn: de persoonlijkheid en de maturiteit van de stagiaire, een stagiair(e) met persoonlijke psychosociale of familiale problemen. Een belangrijk aandachtspunt gaat naar de allochtone stagiaires. Er wordt vastgesteld dat in de moslimgemeenschap psychiatrische aandoeningen nog vaak taboe zijn. Dit vraagt extra informatie en aandacht bij de stagebegeleiding. Er wordt melding gemaakt van het gegeven dat de buurt waarin het woonzorgcentrum gelegen is stagiaires afschrikt. Niet zelden zijn het de ouders van de stagiaires die hier bezwaar tegen uiten. Alvorens de stage te starten worden de studenten uitgebreid geïnformeerd over waar het De Zavel voor staat. Sommige scholen laten de studenten een voorbezoek brengen. Studenten worden aangemoedigd vooral zichzelf te zijn en de bewoners te leren kennen, zoals ze zijn en hen te ondersteunen/versterken in hun zelfzorg, participatie aan diverse activiteiten en hun sociale contacten. Uiteraard krijgen de stagiaires ook veel leerkansen op het vlak van de lichamelijke zorgverlening aan de bewoners. Stagiaires moeten worden afgeleerd om van alles te willen ‘doen’ voor de bewoners. Er ‘zijn’ samen met de bewoners blijkt moeilijk te zijn. Vaak begrijpen ze niet waarom niet alle bewoners aan activiteiten deel nemen. Psychoselethargie wordt niet altijd begrepen en vraagt om toelichting en duiding. De stagebegeleiders menen dat de doelgroep, zorg en begeleiding van het woonzorgcentrum De Zavel niet erg verschilt met deze van een psychiatrisch verzorgingstehuis. Het verschil ligt volgens hen meer in de ‘labeling’. De Zavel draagt veel minder het stigma van ‘psychiatrisch ziekenhuis’. In De Zavel wordt de bewoner veel meer als ‘persoon’ benaderd, dan als ‘patiënt’, aldus de deelnemers aan de focusgroep. De stagebegeleiders omschrijven De Zavel als volgt: familiaal, huiselijk (behalve de gelijkvloers) nonchalant gestructureerd, open, aanvaarding, warm, welkom, spontaan, nononsense, en, ten slotte het is wat het is. Ze kunnen geen specifieke aanbevelingen tot verbetering van de stagebegeleiding formuleren. Ze zijn over de ganse lijn tevreden. Scholen die samenwerken met het woonzorgcentrum De Zavel: Moretus Ekeren (bijzondere jeugdzorg) Sint-Agnes Antwerpen (zorgkundigen) Auticant Antwerpen (bijzonder onderwijs) ArtesisMerksem (ergotherapeuten) De Ploeg Antwerpen (Bijzonder onderwijs)
Pagina 45
De Zavel, net een beetje anders
7.7. DE TOELEIDERS Ook bij de focusgroepen van de toeleiders (maatschappelijk werkers van 4 psychiatrische ziekenhuizen en 2 algemene ziekenhuizen, waarmee De Zavel mee samenwerkt, werd niet met stellingen, maar gerichte vragen gewerkt. De stellingen: Waarom en wie verwijst men naar het woonzorgcentrum De Zavel? En, waarom niet naar een psychiatrisch verzorgingstehuis? En, waarom niet naar een beschutte woonvorm? Wat vindt u sterk aan De Zavel? Wat zou eventueel beter kunnen? Korte samenvatting van de reacties van de vertegenwoordigers van ziekenhuizen (maatschappelijk werkers): De deelnemers aan de focusgroep geven aan dat de wachtlijsten in de psychiatrische verzorgingstehuizen(PVT) zeer lang zijn. In één psychiatrisch ziekenhuis was de wachtlijst van het PVT 7 jaar. De opname van een patiënt met een chronische uitbehandelde en gestabiliseerde psychiatrische aandoening in het PVT is dus geen evidentie. Alternatieven dienen te worden gezocht. Tevens maakt men melding van het gegeven dat sommige PVT’s niet gesloten zijn, zodat voor patiënten die bij voorkeur in een gesloten afdeling verblijven een oplossing dient te worden gezocht buiten het psychiatrisch ziekenhuis. De Zavel heeft verhoudingsgewijze een kortere wachttijd voor opname en beschikt over gesloten afdelingen. Het profiel van de personen die de psychiatrische ziekenhuizen doorverwijzen naar De Zavel wordt als volgt omschreven: het gaat om zij die overal uit de boot vallen. Zij die men liever niet opvangt in het reguliere circuit, er geweerd worden en in de kou blijven staan. In een belangrijke mate gaat het om personen met Korsakov, mensen met een crimineel verleden of bekend zijn in het daklozenmilieu. Dit zijn personen die vaak een te geringe zelfredzaamheid hebben en cognitieve problemen hebben om zich thuis te handhaven en hun dag te organiseren. Ook een beschermde woonvorm of een serviceflat biedt hen onvoldoende omkadering. Hun psychiatrische problematiek staat minder op de voorgrond, dan hun behoefte aan continue zorg, toezicht en structuur. (wanneer de P op de achtergrond en de Z op de voorgrondstaat). De personeelsomkadering binnen het PVT wordt als te gering beschouwd om naast psychiatrische zorg en begeleiding ook continue lichamelijke zorg te verlenen. Bovendien beschouwen de patiënten zelf een woonzorgcentrum als een meer genormaliseerde woonvorm, dan een psychiatrisch verzorgingstehuis. De psychiatrische ziekenhuizen beschouwen bovendien de PVT’s niet als een eindstation, een woonzorgcentrum wel.
Pagina 46
De Zavel, net een beetje anders
Een criterium om de patiënt vanuit het psychiatrisch ziekenhuis door te verwijzen naar De Zavel is, naast de specifieke omkadering en opvang in De Zavel, de makkelijke bereikbaarheid van het woonzorgcentrum (Antwerpen centraal). Langs de andere kant schrikt de buurt/de wijk waarbinnen het woonzorgcentrum zich bevindt, vaak de familie af. Men bekent dat patiënten met geen of weinig familie specifiek gemakkelijker doorverwezen worden naar De Zavel. Vaak schrikt ook de kostprijs van het woonzorgcentrum de doelgroep af, zelfs bij een lage dagprijs (47,59 euro voor een tweepersoonskamer - 52,70 euro voor een eenpersoonskamer – dagprijzen 2012). Bovendien hebben kinderen van bewoners niet zelden een onprettige jeugd achter de rug (dikwijls heeft de patiënt het gezin totaal geruïneerd) en is de wil om te betalen voor het verblijf van vader of moeder geen evidentie. Sommige patiënten hebben ook nog studerende kinderen. Bovendien is de patiënt vaak jong en kan hij of zij nog jaren zorg nodig hebben, die betaald moet worden. In PVT bedraagt de gemiddelde factuur 1000 euro per maand. In een woonzorgcentrum gemiddeld 1700 euro. Men stelt vast dat in beide zorgvoorzieningen een andere overheidsfinanciering geldt, met als gevolg ook een verschil in persoonlijke bijdrage. Men stelt zich hier de vraag naar de maatschappelijke kost van een jarenlang verblijf van een patiënt in een psychiatrisch ziekenhuis, omdat opname in PVT of woonzorgcentrum niet mogelijk is, wegens lange wachttijden of weigering van opname, want niet beantwoordend aan de opnamecriteria. De respondenten geven aan dat door de wijzigende opvattingen binnen de geestelijke gezondheidszorg (vermaatschappelijking van de zorg en art. 107-projecten 13) de vraag naar thuiszorg en opvang in woonzorgcentra voor uitbehandelde (chronische) psychiatrische patiënten op dit ogenblik zeer sterk aan de orde is en in de toekomst alleen maar zal toe nemen. Men zal vanuit het psychiatrisch ziekenhuis eerder proberen opnames te vermijden en sneller zoeken naar een oplossing thuis of elders. Centra voor geestelijke gezondheidszorg en psychiatrische ziekenhuizen zijn bereid om medewerkers van thuiszorgdiensten en woonzorgcentra te vormen en te ondersteunen. Men geeft aan dat het De Zavel het enige woonzorgcentrum is in de regio waar men over de jaren heen een vertrouwensband heeft mee opgebouwd en opname van personen met een uitbehandelde en gestabiliseerde aandoeningen mogelijk is. In de klassieke woonzorgcentra worden personen jonger dan 65 jaar of met een lage KATZ-score niet aanvaard. Dikwijls is het hebben van een (zelfs uitbehandelde, gestabiliseerde) psychiatrische aandoening) een exclusie criterium in de klassieke woonzorgcentra. In De Zavel staat men open voor personen met een psychiatrische aandoening, jonger dan 65 jaar en met een laag zorgprofiel. De Zavel geeft aan – hoe moeilijk en complex een bepaalde zorgsituatie ook is – 13 Art. 107 – projecten verwijst naar projecten die de vermaatschappelijking van de psychiatrische zorgverlening op het oog hebben. In de pilootprojecten kunnen voorzieningen uit een bepaalde regio experimenteel een zorgcircuit uitwerken, bestaande uit vijf functies. Alle informatie hierover vindt u op www.psy107.be.
Pagina 47
De Zavel, net een beetje anders
steeds de intentie te hebben om toch te proberen de persoon op te vangen en te begeleiden. Deze patiënten worden er niet gediscrimineerd/gestigmatiseerd. Ze mogen zijn wie ze zijn. Er is in De Zavel een grote tolerantie voor ‘het anders zijn’ van de persoon met een psychiatrische aandoening. Ook de inzet van specifieke kennis en expertise, zoals die van een ergotherapeut en orthopedagoog, maakt aantoonbaar dat De Zavel inzet op een zorg en begeleiding afgestemd op de specifieke behoeften van personen met een chronische uitbehandelde psychiatrische aandoening. Het woonzorgcentrum zet niet alleen in op goede lichamelijke zorgverlening, maar reikt ook een psychiatrisch kader aan (is niet hetzelfde als omkadering). Hierbij verwijst men naar specifieke ontspanningsactiviteiten, een aangepaste sfeer (bar, rooklokaal, biljart, structuur, afspraken op vlak van alcoholgebruik, roken, uitgaan, toezicht medicatiegebruik …) en professionele omgang met claimgedrag, repetitief gedrag en agressief gedrag. In De Zavel komt men niet binnen in een ziekenhuis, hotel of fabrieksruimte … het gaat er om ‘warme zorg, een thuis’. Een deelnemer aan de focusgroep verwoordt het als volgt: ”In de Zavel valt het behandelkader weg, de witte schorten. De mensen vinden er rust. Er wordt niet ‘getrokken’ aan hen, hier ‘moet’ veel minder. Men moet niet continu op therapie gaan en zichzelf verantwoorden, wanneer men niet naar therapie wenst te gaan. Vaak heeft men op diverse plaatsen al heel veel geprobeerd (therapeutisch, diverse benaderingen en huisvestingsmogelijkheden uitgeprobeerd). In De Zavel wordt niet meer geavontuurd met allerlei therapieën. Niet dat men de mensen in hun passiviteit laat, integendeel. Niets moet echt, maar er wordt wel veel gestimuleerd en waar mogelijk nog geprobeerd. Of, nog anders verwoord, in De Zavel is men bewoner, niet een patiënt.” Aan een opname in De Zavel gaat veel wederzijds overleg vooraf. Er wordt steeds getracht zoveel als mogelijk correcte informatie te geven en af te toetsen of het woonzorgcentrum De Zavel een passend antwoord kan bieden aan de specifieke behoeften van de patiënt. De Zavel gaat hier blijkbaar heel ver in, verder dan andere woonzorgcentra. Als het woonzorgcentrum de opname van een bepaalde patiënt weigert, dan weet men en heeft men er alle vertrouwen in dat dit een goed afgewogen beslissing is. Het omgekeerde geldt ook: wanneer De Zavel een opname van een patiënt met een vrij complexe zorg – en psychosociale situatie aanvaardt, weet men dat dit goed doorgesproken is en dat men alles in het werk zal stellen om het verblijf in De Zavel te doen lukken.
Pagina 48
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel heeft, waar nodig, over de jaren heen ook uitdrukkelijk beroep gedaan op de diverse psychiatrische ziekenhuizen voor bijkomende vorming en ondersteuning. Omgekeerd hebben vertegenwoordigers van De Zavel in de psychiatrische ziekenhuizen informatie gegeven over de mogelijkheden en de beperkingen van het woonzorgcentrum, zoals onder andere de grenzen aan de zorg en begeleiding, wanneer de gestabiliseerde toestand van de bewoner evolueert naar een acute toestand. Wederzijds respect, correcte (onverbloemde) informatie en een wederzijdse heropnamegarantie geeft vertrouwen. Men waardeert wat het woonzorgcentrum De Zavel aan kennis en expertise heeft opgebouwd in de loop van de jaren. En, omgekeerd, is De Zavel niet te beroerd om aan te geven waar men geen of onvoldoende kennis of expertise over heeft. De deelnemers aan de focusgroep menen dat de opname van een persoon met een chronisch gestabiliseerde psychiatrische aandoening een aangepaste zorg-, begeleidings- en ondersteuningsbeleid hoeft, die een klassiek woonzorgcentrum niet heeft. Het zijn vaak de medebewoners, die niet aan deze aandoeningen lijden, die bezwaar maken om samen te leven met de specifieke doelgroep. Een aparte, eventueel kleinschalige, leefgroep of een categoriaal woonzorgcentrum lijkt hen het meest aangewezen. Veel hangt - volgens hen ook af van de problematiek van de patiënt. Een persoon met een zware depressie die opgeklaard is, kan perfect in een klassiek woonzorgcentrum wonen. Er werden ook voorstellen tot intensifiëren van de samenwerking geformuleerd, zoals: 1) opleiden van referentiepersonen, iemand die zich specifiek mag verdiepen in de problematiek van de doelgroep; 2) specifiek zorgforfait voor opname en zorg van een persoon met chronische uitbehandelde gestabiliseerde psychiatrische aandoening in de thuiszorg en de woonzorgcentra. Respondenten hadden enkele suggesties tot verbetering, met name de toegang tot de parking verbeteren en het comfort van de woongelegenheden en de sanitaire voorzieningen optimaliseren. Ter informatie: belangrijk aandachtspunt is de continuïteit van de medische (psychiatrische) zorgverlening. De Zavel kan een beroep doen op een coördinerend adviserende arts, die 24 op 24 uur beschikbaar is, en een verregaande kennis en expertise heeft met betrekking tot psychiatrie. Hij heeft ook zeer goed voeling met het zorgpersoneel. Hij weet wie wat aan kan. Hij is aanwezig op bewonersbesprekingen. Hij kan zorgsituaties goed inschatten en neemt ook heel uitdrukkelijk de eindverantwoordelijkheid. De kennis van de arts op het vlak van medicatie bij psychiatrische patiënten is een kritische succesfactor.
Pagina 49
De Zavel, net een beetje anders
Aan de hand van het gesprek met de doorverwijzers komen we tot een volgende schematisch overzicht van de huidige doorverwijzingsroute die gevolgd wordt, zoals beschreven door de respondenten:
Psychiatrisch ziekenhuis/PAAZ Psychiatrische aandoening gestabiliseerd en chronisch van aard
Naar huis? Ja Naar huis al dan niet met psychiatrische thuiszorgbegeleiding
neen
Beschut wonen
woonzorgcentrum
Bij voldoende mogelijkheden tot zelfstandig ondersteund wonen
Bij onvoldoende mogelijkheden tot zelfstandig wonen, belangrijke nood aan fysieke zorg of toezicht op persoonlijke hygiëne en geen enkel perspectief meer naar opvang thuis of in BW
Psychiatrisch verpleeghuis Bij onvoldoende mogelijkheden tot zelfstandig wonen, maar met op termijn nog enig perspectief op thuis wonen of in beschutte woonvorm, geringe fysieke zorg of eerder beperkt toezicht op persoonlijke hygiëne of in afwachting van een definitieve plaatsing in een WZC
Pagina 50
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 8.
HETE HANGIJZERS?
Uit de analyse van al het verzamelde materiaal blijkt De Zavel een groep van mensen te bereiken die door de mazen van het net van het reguliere woon- en zorgaanbod vallen. Binnen de zorg voor personen met verstandelijke beperkingen kunnen deze mensen niet terecht, wegens te dominante aanwezigheid van de psychiatrische problematiek. In de psychiatrische verzorgingstehuizen worden ze doorverwezen, want geen perspectief voor thuiszorg en nood aan langdurige en continue toezicht, verzorging en begeleiding. Ook het beschut wonen is geen goed alternatief, want vaak ontbreekt hen het fysieke of cognitieve vermogen om zelfstandig te wonen, zelfs met ondersteuning. En ten slotte wordt vanuit de regelgeving hun plaats in een woonzorgcentrum eveneens niet gezien als een oplossing, want meestal gaat het om personen jonger dan 65 jaar en bovendien is een woonzorgcentrum doorgaans niet uitgerust met de bijkomende competenties voor de opvang en begeleiding van de achterliggende psychiatrische aandoening. Ter verduidelijking: Het psychiatrisch verzorgingstehuis: Het psychiatrisch verzorgingstehuis is bestemd voor: 1° personen met een langdurige en gestabiliseerde psychische stoornis, met dien verstande dat zij: - geen ziekenhuisbehandeling vergen; - niet in aanmerking komen voor opname in een rust- en verzorgingstehuis omwille van de psychische toestand; - niet in aanmerking komen voor beschut wonen; - geen nood hebben aan een ononderbroken psychiatrisch toezicht; - nood hebben aan een continue begeleiding 2° mentaal gehandicapten, met dien verstande dat zij: - geen ziekenhuisbehandeling vergen; - niet in aanmerking komen voor beschut wonen; - niet in aanmerking komen voor een opname in een medisch-pedagogische instelling; - geen nood hebben aan een ononderbroken psychiatrisch toezicht; - nood hebben aan een continue begeleiding. Koninklijk Besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning van psychiatrische verzorgingstehuizen, art3. Op de website van het agentschap Zorg en gezondheid kan men het volgende lezen: Een psychiatrisch verzorgingstehuis (PVT) biedt begeleiding en verzorging aan oudere mensen met psychische problemen. Het zijn mensen van wie de toestand is gestabiliseerd. Ze hebben dus geen
Pagina 51
De Zavel, net een beetje anders
nood meer aan opname en verzorging in een (psychiatrisch) ziekenhuis. Om voldoende integratie in de samenleving mogelijk te maken, mag een PVT niet op de campus van een psychiatrisch ziekenhuis gevestigd zijn. Opmerkingen: Uit de focusgroepen met de toeleiders onthouden we de opmerking dat van zodra blijkt dat een patiënt met een gestabiliseerde (uitbehandelde) psychiatrische aandoening niet meer naar huis kan en voor een definitieve woon- en zorgplaats dient te worden gezocht, het verblijf in het psychiatrisch verzorgingstehuis ofwel niet wordt overwogen, ofwel zo snel als mogelijk ongedaan dient te worden gemaakt. We vernamen dat de psychiatrische ziekenhuizen gericht de woonzorgcentra zijn aan het benaderen met het oog doorverwijzingsmogelijkheden te vinden voor dit ‘type’ van patiënt. De psychiatrische ziekenhuizen (PVT) die op dit ogenblik naar De Zavel doorverwijzen zijn: 1. Psychiatrisch Ziekenhuis Bethanië in Zoersel 2. Psychiatrische Ziekenhuis Sint-Amedeus in Mortsel 3. Psychiatrisch Centrum Broeders Alexianen in Boechout 4. Psychiatrisch Centrum Sint-Norbertus in Duffel 5. Psychiatrisch ziekenhuis Psychiatrisch centrum Sint-Hiëronymus in Sint-Niklaas We stellen vast dat voor de grootstad Antwerpen de programmatorische ruimte voor psychiatrische verzorgingsbedden ondermaats ingevuld is. De bevoegde administratie informeerde ons op 01/01/2012 van het gegeven dat voor de zorgregio (grootstad Antwerpen)van de 351 voorzien plaatsen voor psychiatrische verzorgingstehuisbedden slechts 138 gerealiseerd werden. Dit betekent dat er nog 213 plaatsen dienen te worden ingevuld. De programmatienorm voor PVT-bedden bedraagt 0,6 bedden per 1000 inwoners. Om PVT-bedden te creëren gelden reconversienormen. Dit wil zeggen dat acute ziekenhuisbedden dienen te worden afgebouwd in ruil voor PVT-bedden. Psychiatrische verzorgingstehuizen in Antwerpen en omstreken 2012 – gegevens Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid: Naam Psychiatrisch Verzorgingstehuis Schorshaegen Duffel Hotel Min Antwerpen Psychiatrisch Verzorgingstehuis Sint-Amadeus
Aantal PVT-bedden 60 in Duffel 30 in Heist-op-den-Berg 24 in Antwerpen 60 in Malle 30 in Boechout 60 in Mortsel
Pagina 52
De Zavel, net een beetje anders
Psychiatrisch Verzorgingstehuis De Landhuizen Psychiatrisch Verzorgingstehuis Hoge Beuken Psychiatrisch Verzorgingstehuis Hiëronymus Sint-Niklaas
120 in Zoersel
30 in Antwerpen Sint- 69 in Sint-Niklaas
Beschut wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten Onder ‘initiatief van beschut wonen (IBW)’ wordt verstaan het huisvesten en begeleiden van personen die geen voltijdse ziekenhuisbehandeling vereisen en die om psychiatrische redenen in hun leef- en woonmilieu geholpen moeten worden bij het verwerven van sociale vaardigheden en waarvoor aangepaste dagactiviteiten moeten worden georganiseerd. Het verblijf in een IBW is slechts verantwoord voor zover de betrokkene nog niet volledig in het maatschappelijk leven kan worden gereïntegreerd. Koninklijk Besluit van 10 juli 1990 houdende vaststelling van de normen voor de erkenning van Initiatieven Beschut Wonen ten behoeve van psychiatrische patiënten, art. 2.
Op de website van het Agentschap Zorg en Gezondheid kan men het volgende lezen: ‘Een Initiatief voor Beschut Wonen (IBW) begeleidt mensen met psychische problemen die geen nood hebben aan een permanent verblijf in een psychiatrisch ziekenhuis. Een IBW biedt hen een woonvorm waar ze begeleiding krijgen’. Er zijn 2 vormen: • Groepswonen: ten minste 3 en maximaal 10 personen delen een woning. Er zijn zowel gemeenschappelijke als private vertrekken (meestal de slaapkamers). • Individueel wonen: iemand woont alleen. Die woonvorm neemt maximaal 20 % van het totale erkende aanbod in. Een IBW organiseert aangepaste dagactiviteiten voor de bewoners: sommigen volgen een opleiding, anderen werken of doen vrijwilligerswerk en nog anderen gaan naar een activiteitencentrum of naar de dagbehandeling van het psychiatrisch ziekenhuis. Gemiddeld komt een begeleider 1 keer per week langs. Hij of zij bespreekt met de bewoners een aantal zaken die voor iedereen belangrijk zijn. Daarnaast is er ook een individuele begeleiding. Bewoners krijgen bijvoorbeeld hulp om het huis netjes te houden, de administratie te doen, een goede dagactiviteit te zoeken, een voedzame maaltijd klaar te maken … Het personeel van een IBW heeft dus vooral een begeleidende taak. Die is in essentie gericht op de maximale ontwikkeling van de persoonlijke zelfstandigheid van de bewoners. Voor het overige nemen de bewoners gewoon deel aan het dagdagelijkse leven. De woningen van beschut wonen zijn eigendom van het IBW of van de bewoner zelf, of het zijn huurwoningen. Pagina 53
De Zavel, net een beetje anders
Opmerkingen: De omschrijving van de doelgroep en de doelstellingen van het beschut wonen maken duidelijk dat de personen die in het woonzorgcentrum De Zavel wonen, niet in aanmerking komen voor een verblijf daar, wegens nood aan permanent toezicht, structuur en zorg. Sommigen onder hen hebben een poosje verbleven in een beschutte woonvorm, maar konden er niet blijven wegens onvoldoende zelfzorgvermogen.
Woonzorgcentrum Een woonzorgcentrum is een voorziening die bestaat uit een of meer gebouwen die functioneel een geheel vormen en waar, onder welke benaming ook, aan gebruikers van 65 jaar of ouder, die er permanent verblijven, in een thuisvervangend milieu huisvesting en ouderenzorg wordt aangeboden. De Vlaamse Regering bepaalt waaruit de ouderenzorg, aangeboden door een erkend woonzorgcentrum, bestaat. In elk geval moet die ouderenzorg ten minste bestaan uit: 1° aangepaste huisvesting; 2° de gebruikelijke gezins- en huishoudelijke zorg; 3° hygiënische en verpleegkundige zorg, in voorkomend geval van gedifferentieerde en gespecialiseerde aard; 4° (re)activering en psychosociale ondersteuning; 5° animatie en sociale netwerkvorming. Woonzorgdecreet Vlaamse Gemeenschap 13/03/2009, art. 37 en 38.
Rust- en verzorgingstehuis Het rust- en verzorgingstehuis is bestemd voor verzorgingsbehoevende personen die wegens een langdurige aandoening minder zelfredzaam zijn, met dien verstande evenwel dat: a) deze personen na multidisciplinaire diagnostische evaluatie, alle actieve en reactiverende behandelingen moeten hebben ondergaan zonder dat zulks een volledig herstel van de functies met betrekking tot het dagelijks leven voor gevolg had en zonder dat een dagelijks medisch toezicht en een permanente medisch-gespecialiseerde behandeling vereist is; b) uit een multidisciplinaire medisch-sociale evaluatie moet blijken dat alle mogelijkheden op thuiszorg werden geëxploreerd, zodanig dat opname in een rust- en verzorgingstehuis aangewezen is; c) de algemene gezondheidstoestand van deze personen, naast de medische zorg van de huisarts en de verpleegkundige zorg, paramedische en/of kinesitherapeutische zorg evenals hulp bij de dagelijkse levensactiviteiten moet vereisen; d) ze sterk afhankelijk moeten zijn van de hulp van derden om de dagelijkse levenshandelingen te Pagina 54
De Zavel, net een beetje anders
kunnen verrichten en moeten voldoen aan een van de hierna vermelde zorgbehoevendheidcriteria, zoals bepaald in artikel 148, 3°, van het koninklijk besluit van 3 juli 1996 tot uitvoering van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994. Koninklijk besluit van 21 september 2004 houdende de vaststelling van de normen voor de bijzondere erkenning als rust- en verzorgingstehuis, als centrum voor dagverzorging of als centrum voor niet-aangeboren hersenletsels, gewijzigd bij de Koninklijke besluiten van 4 juni 2008 en 7 juni 2009, art. N1.
Opmerkingen Wat betreft de minimale leeftijd van 65 jaar kan men aan de bevoegde administratie om een afwijking verzoeken voor de opname van een persoon jonger dan 65 jaar, mits dit door het woonzorgcentrum wordt aangevraagd. Het agentschap Zorg en Gezondheid, team ouderenzorg, hanteert hierbij een niet bij regelgeving, noch tot op heden bij omzendbrief of norminterpretatie vastgelegd maximum van 10 %. Dit wil zeggen dat het maximaal aantal bewoners met een leeftijd van jonger dan 65 jaar niet meer dan 10 % van de totale opnamecapaciteit van het woonzorgcentrum kan zijn. Diverse wetenschappelijke onderzoeken bevestigen echter dat leeftijd een slecht criterium is om mensen de toegang tot huisvesting en zorg te weigeren, waaraan zij nood hebben. De ‘oudere’ bestaat niet en tussen de jongste en de oudere bewoner van een woonzorgcentrum kan ook gemakkelijk 40 jaar liggen. Het gaat niet om hoe oud iemand is, maar om de zorg die de persoon nodig heeft. Cliëntgerichte zorg, waar ook de beleidsbrieven van de bevoegde minister van Gezin, Welzijn en Gezondheid Jo Vandeurzen naar verwijzen, gaat uit van de zorgvraag van de cliënt, niet van de leeftijd. Uit de analyse en de vergelijking van de gegevens van de KATZ-schaal en de RAI van de bewoners van De Zavel en deze van woonzorgcentrum De Eeckhof, weerhouden we dat de graad van zorgbehoefte gelijklopend is op vlak van lichamelijke zorg en dit ondanks het verschil van 20 jaar in de gemiddelde leeftijd tussen de bewoners van de beide woonzorgcentra. In de rand vermelden we dat het Koninklijke besluit met betrekking tot de rust- en verzorgingstehuizen geen melding maakt van een minimum leeftijd.
Pagina 55
De Zavel, net een beetje anders
“Dan op het gelijkvloers begonnen met grote schoonmaak van de bureauruimte van de kiné. Een bewoonster kwam kijken en vroeg of ik aan het poetsen was, ik zei ja en ze antwoordde dat moet ook gebeuren, hé. Toen ik bijna klaar was, was de reactie van de collega’s heel leuk. Dan ben ik aan de gang begonnen met de schrobzuigmachine en een bewoner vroeg of het grote kuis was , nee heb ik gezegd dat gebeurt elke vrijdag. Elke week dezelfde vraag hun geheugen is echt wel kort, bij sommige bewoners heel kort. Na het helpen van eten geven ging een bewoner naar zijn kamer en hij stapt echt heel moeilijk, telkens denk ik die gaat nog eens serieus vallen. Na mijn middagpauze kwam een bewoner naar mij en wees op zijn mond zonder tanden, ik vroeg ben je je gebit kwijt of zo, nee zei hij kapot, mijn verstand ben ik kwijt maar mijn tanden niet. Goed dat hij er zelf om kan lachen.” Uit het dagboek van Linda, schoonmaakster van het woonzorgcentrum De Zavel.
Pagina 56
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 9.
AANBEVELINGEN VOOR STARTERS
In dit hoofdstuk oriënteren we ons heel in het bijzonder op de diverse aanbevelingen voor woonzorgcentra die zouden overwegen om een woon-, leef- en zorgomgeving voor personen met een gestabiliseerde psychiatrische aandoening op te starten. De oplijsting is niet limitatief. We hebben de – wat ons betreft – meest in het oog springende in de lijst opgenomen. Aanbevelingen op vlak van strategie Omschrijf duidelijk de visie en missie, de beoogde doelgroep, de te bereiken doelstellingen en het specifieke woon- en zorgaanbod om deze doelstellingen te bereiken. Stem af met de bevoegde administratie over de beoogde doelgroep en de contouren op het vlak van het aantal -65-jarige bewoners in verhouding tot het totaal aantal bewoners van het woonzorgcentrum. Bewaak de authenticiteit van het woonzorgcentrum of de leefgroep waar personen met een chronische en gestabiliseerde psychiatrische aandoening verblijven. Blijft trouw aan de specifieke uitgangspunten die noodzakelijk zijn om de zorg en begeleiding op maat te (blijven) geven. Bewaak dat het woonzorgcentrum en de leefgroep een ‘huis’ is en blijft waar mensen vooral wonen en samen het leven delen, en geen therapeutische setting, waar behandeling en genezing het uitgangspunt zijn.
Aanbevelingen op vlak van werkingsprincipes Plaats de bewoner met zijn/haar specifieke zorg- en begeleidingsvragen centraal. Oriënteer u op normalisatie, integratie en participatie. Waar mogelijk en gewenst, herstel de sociale en familiale contacten. Ondersteun en begeleid gericht de familie. Waar mogelijk, organiseer eventueel groepsbegeleiding van de familieleden. Stimuleer en ondersteun de zelfzorg, maar niet tegen beter weten in. Voorkom psychiatrische therapeutische hardnekkigheid, maar ook geen passiviteit. Zorg voor ontspanningsactiviteiten op maat van de (vaak jongere) bewoners.
Pagina 57
De Zavel, net een beetje anders
Aanbevelingen op vlak van lokale inbedding Woonzorgcentrum bevindt zich bij voorkeur in een dorpskern of wijk in een stad. Zorg ervoor dat de bewoners maximaal de lokale winkelinfrastructuur kunnen gebruiken, deelnemen aan de culturele, sociale en sportieve activiteiten en gestimuleerd en gefaciliteerd worden om mee te doen aan activiteiten binnen de wijk of de buurt. Organiseer zelf activiteiten binnen het woonzorgcentrum waarbij de buurt wordt uitgenodigd tot deelname. Voorzie in informatiesessies aan de buurtbewoners en lokale middenstand. Aanbevelingen op vlak van aangepaste infrastructuur Voorzie een: • rokerslokaal; • cafeteria als centraal ontmoetingspunt en belevingsplek van gezelligheid/gemoedelijkheid; • huiselijke, herkenbare en veilige inrichting; van de leef- en slaapruimtes • rustige voorspelbare omgeving; • kleinschalige leefgroepen met herkenbare en te onderscheiden indeling keuken, eetruimte, living en slaapgedeelte • tuin waarin bewoners zich kunnen ontspannen en tuinieren; • fitnesslokaal; • eenpersoonskamers, maar evenzeer voldoende tweepersoonskamers (80/20); • afsluitbare leefgroepen.
Aanbevelingen op vlak van medewerkers Zorg voor een coördinerend raadgevend arts en zorgmedewerkers (incl. paramedici) met kennis van zaken met betrekking tot de bewoner met een chronische psychiatrische aandoening, zoals: • structuur bieden bij bijvoorbeeld medicatie, zelfzorg, kamerzorg, dagbesteding, sociale contacten, geldbeheer, het samen het leven delen … ; • observeren van psychisch disfunctioneren en inschatting kunnen maken wanneer hulp in te schakelen van huisarts, coördinerende arts of psychiater; • aanbieden/creëren van rustige omgeving met prikkels op maat van de bewoner; • empatisch-directieve zorg, wat staat voor het maken van invoelende afspraken/leefregels op maat van de bewoner en deze ook nakomen, regelmatig evalueren (met de cliënt en het zorgteam) en bijsturen waar nodig; • deskundigheid op gebied van medicatie, vroegtijdige herkenning van psychische terugval. • respecteren van de privacy. • deskundigheid op het gebied van psychiatrie. (zie ook het eerder beschreven competentieprofiel) Pagina 58
De Zavel, net een beetje anders
Trek medewerkers aan met affiniteit voor de doelgroep, die bereid zijn te werken binnen een multidisciplinair zorgteam, waar voor elke bewoner heel uitdrukkelijk specifieke woon-, leef- en zorgafspraken gemaakt worden(structurerende nabijheid) en in staat grenzen te trekken. Stimuleer medewerkers om zichzelf continu kritisch te bevragen, zowel als zorgverlener en als zorgteam. Voorzie in (continue) vorming, supervisie en intervisie gericht op het verruimen van de kennis en expertise van de medewerkers op het vlak van psychiatrische aandoeningen en de specifieke begeleidings- en ondersteuningsvragen die hiermee kunnen samengaan, alsook op het ventileren van frustraties, werkdruk, aangrijpende situaties, … Ga voor coachend leiderschap. De medewerkers weten en voelen zich gesteund door hun leidinggevenden bij het maken en naleven van de structurerende afspraken. Neem medewerkers ernstig bij vroegsignalisatie van dreigend psychische terugval van de bewoner. Geef gerichte, correcte informatie en coaching van nieuwe medewerkers en stagiaires. Aanbevelingen op vlak van het vrijwilligerswerk Trek no-nonsens vrijwilligers aan die in staat zijn binnen een sterk gestructureerde woon- en leefomgeving het vrijwilligerswerk te beoefenen. Geef goede en correcte informatie aan de vrijwilligers over de afspraken per bewoner en de door het woonzorgcentrum aangeboden ondersteuning/vorming van de vrijwilligers. Aanbevelingen op vlak van organisatie en procedures Start met een kleine leefgroep, expertise opbouwen en nadien eventueel bijkomende leefgroepen creëren. Organiseer structurele wekelijkse bewonersbespreking met bijzondere aandacht voor de persoonlijke hygiëne, de afspraken met betrekking tot het verlaten van de leefgroep en het woonzorgcentrum, het roken, het omgaan met geld en alcoholische dranken, de participatie aan activiteiten (of het vermijden van bepaalde activiteiten) en de familiale en/of vriendschappelijke contacten, het psychisch welbevinden van de bewoner. Ontwikkel een kwaliteitssysteem omvattende specifieke procedures op het vlak van: • opname van de bewoners vanuit het psychiatrisch ziekenhuis; • heropname in het psychiatrisch ziekenhuis; • vrijheidsbeperkende maatregelen (opname op een afgesloten leefgroep); Pagina 59
De Zavel, net een beetje anders
• • •
crisisinterventie; evalueren van de geboden begeleiding en zorg; gebruik maken van specifieke kwaliteitsindicatoren met betrekking tot: - kwaliteit van leven (tevredenheidsgevoelens, ervaren zorgzaamheid en betrokkenheid, ervaring van betekenis te zijn voor anderen, af- of aanwezigheid van depressieve gevoelens); - relatie met familie, medebewoners en zorg- en dienstverleners; - voorkomen van probleemgedrag; - voorkomen van crisisinterventie; - frequentie van terugval en heropnames in het psychiatrisch verpleeghuis; - onderwerpen en frequentie van bijscholingsactiviteiten; - (…)
Zorg voor richtlijnen op het vlak van: - omgaan met probleemgedrag/agressie/decorumverlies/zelfverwaarlozing/ verzamelwoede/oninvoelbaar gedrag/persoonlijkheidstoornissen/seksualiteit intimiteit; - empathisch-directieve benadering (geld, drank- en rookafspraken); - aangepaste observatieschema’s, registraties en rapportages.
en
Aanbevelingen op vlak van samenwerkingsverbanden Ga structureel vertrouwensvolle samenwerkingsverband(en) aan met een of meerdere psychiatrische ziekenhuizen en centra voor geestelijke gezondheidszorg (psychiatrische liaison outreach). Engageer u en werk mee aan ketenzorg of een zorgprogramma rond de doelgroep personen met een gestabiliseerde psychiatrische aandoening met oog op realisatie van een kwaliteitsvolle, continue en gecoördineerde cliëntgerichte zorg en begeleiding, niet enkel van de bewoner, maar evenzeer van zijn familie. Engageer u en werk mee aan kennis-/ervaringsnetwerken rond de doelgroep. Stel opgedane expertise en ervaringen ter beschikking aan woonzorgvoorzieningen (gezinszorg, thuisverpleging, andere woonzorgcentra, …).
Pagina 60
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 10.
BELEIDSAANBEVELINGEN
We sluiten dit rapport af met enkele aanbevelingen heel in het bijzonder voor het woonzorgcentrum De Zavel zelf enerzijds, en de bevoegde overheden anderzijds. 10.1.
Beleidsaanbevelingen voor het woonzorgcentrum De Zavel
Aan de hand van de opgedane ervaringen binnen het voorliggende project, formuleren de leden van het projectteam aan De Zavel volgende aanbevelingen: denk na over en onderneem acties die de in het woonzorgcentrum aanwezige spirit, kennis en opgebouwde ervaring borgen; documenteer de aanwezige kennis en expertise, zodat deze overdraagbaar is naar nieuwe generaties van leidinggevenden, medewerkers en vrijwilligers; voorzie in de continuïteit van het bezielend leiderschap; deel de specifieke kennis en expertise van de coördinerende en raadgevende arts met andere (huis-)artsen of een psychiater aan te trekken, zodat alle expertise zich niet bij één arts bevindt; stimuleer de aanvoelbare cohesie tussen de medewerkers: de Zavel is niet enkel een leefgemeenschap, maar ook een werkgemeenschap die ‘mee-leeft’ met de bewoners; bepaal specifieke doelgroepgerelateerde relevante kwaliteitsindicatoren, registraties en analyses te bepalen en voer deze uit, zodat de kwaliteit van de zorg- en dienstverlening meer aantoonbaar kan worden gemaakt; werk specifieke doelgroepgerelateerde procedures en richtlijnen uit en houd deze up to date; voer op een structurele wijze, eventueel in samenwerking met een centrum voor geestelijke gezondheidszorg, familiegesprekken; versterk en verdiep de liaison met de psychiatrische ziekenhuizen en centra voor geestelijke gezondheidszorg; werk mee aan zorgprogramma’s, zorgcircuits of zorgketens voor de doelgroep chronische en gestabiliseerde psychiatrische patiënten, Huntington-patiënten en patiënten met een niet- aangeboren hersenaandoening.
Pagina 61
De Zavel, net een beetje anders
10.2.
Beleidsaanbevelingen voor de bevoegde Vlaamse overheid
Het projectteam formuleert de volgende aanbevelingen aan de overheid: - formuleer een wetenschappelijk onderbouwde argumentatie/relevantie inzake het al dan niet hanteren van een leeftijdsgrens voor opname en verblijf van personen onder 65 jaar in een woonzorgcentrum; - formuleer een doelgroepspecifieke programmatienorm voor de opvang en begeleiding van personen met een chronisch gestabiliseerde psychiatrische aandoening binnen een woonzorgcentrum; - voorzie voor de zorg en begeleiding van deze doelgroep in de woonzorgcentra bijkomende erkennings- en/of kwaliteitsnormen op het vlak van ondersteuning van de sociale netwerken, activering en sociale integratie en participatie; - voer beleidsrelevant onderzoek met betrekking tot: - het effect van de toenemende vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg op het doorverwijzingsgedrag van psychiatrische ziekenhuizen naar de thuiszorg en de residentiële ouderenzorg; - de gevolgen van de vermaatschappelijking van de geestelijke gezondheidszorg voor de noodzakelijk aanwezige competenties bij de zorg- en dienstverleners in de thuiszorg en de residentiële ouderenzorg; - de meerwaarde, mogelijkheden en beperkingen van het wonen, de zorg en de begeleiding van personen met een chronische gestabiliseerd psychiatrische aandoening binnen de contouren van een erkend woonzorgcentrum of, anders geformuleerd, onderzoek naar de determinanten van goede opvang van personen met een chronische gestabiliseerd psychiatrische aandoening in de woonzorgsector in het algemeen, en de woonzorgcentra in het bijzonder (hoe kunnen zij hiertoe uitgerust worden zodat men deze doelgroep een goed, menswaardig leven kan bieden in de samenleving?); - specifieke kwaliteitsindicatoren verbonden aan het wonen, de zorg en de begeleiding van personen met een chronische gestabiliseerd psychiatrische aandoening. - ondersteun en faciliteer de ontwikkeling van een integrale zorgorganisatiemodel: - open het debat en de discussie over het ontwikkelen van integrale zorgmodellen die de grenzen van sectoren overschrijden (thuiszorg/residentiële zorg, ouderenzorg/ geestelijke gezondheidszorg/zorg voor personen met een handicap, wonen/zorg en welzijn, enz.) - genormaliseerde kleinschalige woonprojecten in samenwerking met de thuiszorg- en de residentiële ouderenzorg voor deze doelgroep ondersteunen en faciliteren; - ontschotten en samenwerken van de administraties bevoegd voor ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg en de zorg voor personen met een handicap, met andere woorden: integratie en samenspraak niet enkel op terrein van de concrete zorg- en dienstverlening, maar evenzeer binnen de diverse overheidsdomeinen – en afdelingen; - faciliteer het maken van flexibele afspraken voor crisisopname op een gerontopsychiatrische dienst van een psychiatrisch ziekenhuis;
Pagina 62
De Zavel, net een beetje anders
-
-
-
faciliteer en financier de outreachmogelijkheden van de psychiatrische ziekenhuizen en de centra voor geestelijke gezondheidszorg naar de woonzorgcentra toe. ondersteun en faciliteer vorming van medewerkers en leidinggevenden: - ontwikkeling van praktijkrichtlijnen voor de zorg- en dienstverlening van personen met een chronische gestabiliseerd psychiatrische aandoening ondersteunen en faciliteren; - specifieke vormingsprogramma’s te ondersteunen en te faciliteren om de noodzakelijke competenties te laten verwerven; - geef ruimte aan de medewerkers om via super- en/of intervisie te reflecteren over de zorgverlening die ze bieden, met daarin bijzondere aandacht voor de wijze waarop deze zorg al dan niet bewonersgericht en/of gestuurd wordt verleend en voor de specifieke vragen van de familie. stem de regelgeving en de financiering van PVT en WZC die zich richten tot de doelgroep van personen met een uitbehandelde en gestabiliseerde psychiatrische aandoening op elkaar af zodat: - formele samenwerking mogelijk is en nog meer gestimuleerd wordt; - de kostprijs geen belemmerende factor is voor familie.
Pagina 63
De Zavel, net een beetje anders
De Zavel, net een beetje anders 11.
UITLEIDING
Mensen met een chronische gestabiliseerde psychiatrische aandoening vormen een bijzondere doelgroep, een kwetsbare doelgroep, die – ons inziens- onvoldoende maatschappelijk aandacht krijgt. Vaak gaat het om mensen die door hun psychiatrisch ziektebeeld zowel fysiek, psychisch als sociaal veel van hun zelfredzaamheid onherstelbaar hebben verloren. Het is ook een doelgroep die zich, vanwege de meerlagigheid van de diverse problemen waarmee zij zich geconfronteerd weten, niet meteen in één van de klassieke ‘vakjes’ binnen de gezondheids- en welzijnszorg laten vatten. Binnen de geestelijke gezondheidzorg passen ze niet, want er zijn te veel lichamelijk zorgnoden. Binnen de klassieke ouderenzorg zijn ze vaak niet welkom, want het is te belastend voor het leef- en zorggebeuren. In de thuiszorg missen ze vaak de continuïteit van de voor hen broodnodige structuur. Maatschappelijk wordt zij gepercipieerd als overlast creërend. Zij worden niet altijd begrepen en worden niet zelden gestigmatiseerd. De Zavel kiest – vanuit haar visie op solidariteit met de meest kwetsbare mensen in de samenleving – er zeer uitdrukkelijk voor om voor deze bijzonder fragiele doelgroep een gepaste woon-, leef- en zorgomgeving te bieden. Deze keuze is geen gemakkelijke keuze, want ze brengt beleidsmatige en praktische consequenties met zich mee. Binnen De Zavel beseft men zeer goed dat men elke dag opnieuw aan de bewoners, hun familie en de samenleving moet aantoonbaar maken dat men een geschikte woonzorgvoorziening is, die in staat is om voor de uitzonderlijke noden van deze doelgroep een menswaardig, gepast en afgestemd antwoord te bieden. We hopen aan de hand van dit rapport te hebben duidelijk gemaakt dat deze keuze maakt dat De Zavel zo ‘anders’ is, dan andere woonzorgcentra.
Pagina 64