De Watergoochelaar
Milieu Educatie Centrum
1
Deze leskist is gemaakt door Het Natuurhuis, centrum voor natuur- en milieueducatie te Apeldoorn, in opdracht van Waterschap Veluwe. Het Natuurhuis, Apeldoorn 055-3668427
[email protected] www.natuurhuisapeldoorn.nl Teksten: Illustraties:
Nienke Nijhoff Lotte Klaver, Amsterdam, www.lotteklaver.nl
Februari 2007
2
Inhoudsopgave Samenvatting leskist Algemeen - doelen - aansluiting op lesmethodes en andere leskisten - opzet leskist - zelf zorgen voor Uitvoeringsmethode 1: verhaal als leidraad. - organisatie en voorbereiding - uitvoering van de les o inleiding o onderzoeken van de trucs o verwerking en afsluiting
Uitvoeringsmethode 2: verhalend ontwerpen - uitleg verhalend ontwerpen - draaiboek o episode 1 o episode 2 o episode 3 o episode 4 Achtergrondinformatie watereigenschappen Materiaallijst Extra informatie - Internet - Adressen Evaluatieformulier Lege hoes voor het te maken krantenartikel.
3
Samenvatting Deze leskist voor groep 5/6 gaat over watereigenschappen. Met behulp van deze leskist ontdekken de kinderen spelenderwijs 8 verschillende eigenschappen van water. Gelijktijdig leren de kinderen een presentatie verzorgen over de ontdekkingen die zij hebben gedaan. Er kan op twee verschillende manieren met deze leskist worden gewerkt. 1. uitvoering aan de hand van het verhaal. In deze handleiding uitgewerkt als: verhaal als leidraad. Bij deze werkwijze gaan de kinderen snel aan de gang met het daadwerkelijk uitvoeren van de opdrachten. 2. uitvoering aan de hand van de hulpvraag van de journalist. In deze handleiding uitgewerkt als: verhalend ontwerpen. Deze werkwijze biedt meer verdieping maar vraagt meer tijd van de leerkracht. Het gehele pakket bestaat uit: Eén goochelkist Eén kist met verkleedmateriaal Eén kist met reservemateriaal: (verboden terrein voor de leerlingen) 1 ingelijste poster. Om de verbazing van de kinderen niet te doorbreken is het belangrijk dat de leerlingen geen weet hebben van de gebruikte poeders en vloeistoffen. Zorg er voor dat de leerlingen niet weten wat er in de reservekist zit. Nagenoeg alle materialen die gebruikt worden zijn aanwezig. Zelf moet u nog zorgen voor: - 2 rauwe eieren op kamertemperatuur - 4 dunne boeken in plastic zak - water - ijsblokjes - 8 vaatdoekjes - dweil - afwasbak Voer de opdrachten uit in een ruimte die nat mag worden! Regel vooraf enkele begeleiders die kunnen helpen bij het onderzoeken van de trucs. Tijdsinvestering bij benadering: verhaal als leidraad Voorbereiding door de leerkracht: 1 uur Inleiding les: 30 minuten Onderzoek door leerlingen: 1 – 4 uur Verwerking en afsluiting: 1 uur. De tijdsinvestering voor een presentatie is hierbij niet inbegrepen.
4
verhalend ontwerpen Voorbereiding: 1 uur Inleiding les: 30 minuten Onderzoek door leerlingen: 3 – 5 uur De tijdsinvestering voor een presentatie is hierbij niet inbegrepen.
Sluit het gehele project af door de leskist samen met de leerlingen schoon te maken en in te pakken.
Inpakschema leskist
We wensen alle gebruikers veel goochelverbazing toe. Medewerkers MEC gemeente Renkum.
5
Algemeen Doelen De leskist heeft de onderstaande doelen; • de leerlingen ervaren de verschillende eigenschappen van water. • de leerlingen kennen acht verschillende watereigenschappen en kunnen op grond daarvan simpele voorspellingen doen over het gedrag van (voorwerpen in) water in bepaalde situaties. • de leerlingen kunnen in een groepje een watereigenschap onderzoeken met behulp van verschillende informatiebronnen en werkwijzen. • de leerlingen kunnen een duidelijke (mondelinge en visuele) presentatie houden over hun onderzoek. Kerndoelen Met deze leskist worden aspecten uit de volgende kerndoelen bereikt: 42 De leerlingen leren onderzoek doen aan materialen en natuurkundige Verschijnselen. 45 De leerlingen leren oplossingen voor (technische) problemen te ontwerpen, deze uit te voeren en te evalueren.
Aansluiting lesmethodes. • • • • • • • • • • • • • • • • •
Leefwereld 1e editie - Leefwereld 6 - 8 - Wat water kan Leefwereld 1e editie - Leefwereld 6 - 26 - Wonen onder water Leefwereld 1e editie - Leefwereld 6 - 26 - Wonen onder water Leefwereld 1e editie - Leefwereld 6 - 27 - Groeien onder water Leefwereld 1e editie - Leefwereld 6 - 27 - Groeien onder water Leefwereld 1e editie - Leefwereld 6 - 28 - Ademen en bewegen onder water Leefwereld 2e Editie - Leefwereld 6 2e editie - 24 - Het waterhuis Leefwereld 2e Editie - Leefwereld 6 2e editie - 24 - Het waterhuis Natuur Buitengewoon - Natuur Buiten-gewoon 6 - 9 - 9 Aan de waterkant Natuurlijk 1e edittie - Natuurlijk 1 - 4 - In het water Natuurlijk 1e edittie - Natuurlijk 1 - 8 - Waarheen? Natuurlijk 1e edittie - Natuurlijk 2 - 1 - Water Natuurlijk 1e edittie - Natuurlijk 2 - 1 - Water Natuurlijk 1e edittie - Natuurlijk 2 - 1 - Water Natuurlijk 2e Editie - Natuurlijk 5 2e editie - 3 - .2 Water en wind Natuurlijk 2e Editie - Natuurlijk 5 2e editie - 6 - .2 Leven in het water Wijzer door de Natuur - Wijzer door de natuur 5 - 2 - .1 Allemaal kleintjes
6
Opzet leskist Een journalist is op het spoor gekomen van een watergoochelaar, die in zijn show trucs doet met water. Hij vraagt heel veel geld voor zijn voorstellingen. De journalist heeft het gevoel dat de goochelaar niet heel bijzondere dingen doet, maar gewoon gebruik maakt van bepaalde watereigenschappen. De journalist wil deze oplichter ontmaskeren en er een groot krantenartikel over schrijven. Het is de journalist gelukt om de goochelkist te lenen van de goochelaar omdat deze met vakantie gaat. De journalist moet echter plotseling voor een andere belangrijke opdracht naar Rotterdam. Nu vraagt de journalist de klas om uit te zoeken hoe het die water-trucs werken. Daarnaast wil de journalist graag dat de kinderen er samen een krantenartikel over schrijven. U kunt deze kist op twee manieren gebruiken, namelijk met het bovenstaande verhaal als leidraad of met het didactisch model van “verhalend ontwerpen”. Beide manieren worden in deze handleiding uitgewerkt. Zelf zorgen voor: Voor onderstaande materialen moet u zelf zorgen -
2 rauwe eieren op kamertemperatuur 4 dunne boeken in plastic zak water ijsblokjes 8 vaatdoekjes Dweil afwasbak
Zie voor de gebruikte materialen de bijgevoegde materiaallijst
7
Verhaal als leidraad
Uitvoeringsmethode 1: Verhaal als leidraad Kenmerken: • 2 lesmomenten • verhaal is vooral leidraad voor de kist • leerkracht stuurt lessen • diverse organisatievormen mogelijk • 3 - 4 uur voor leerling • 2 uur voorbereiding en afsluiting voor leerkracht Korte omschrijving De les start met (voor)lezen van een krantenartikel waarin wordt geschreven over goochelaar Bo van Ooh. Er hangt een aanplakbiljet van deze goochelaar in de klas. De brief, waarin de journaliste de klas vraagt haar te helpen, wordt ook in de klas voorgelezen. De goochelkist met alle materialen en de aantekeningen en informatie van de journaliste staan in de klas. De leerlingen gaan in kleine groepjes onderzoeken hoe 2 – 3 goocheltrucs werken met behulp van de aantekeningen van de journalist, de goochelmaterialen en eventueel aanvullende informatie. Na dit onderzoek presenteert elk groepje tijdens een goochelshow aan de klas hoe de goochelaar bij een bepaalde truc te werk gaat en vooral welke watereigenschap er aan ten grondslag ligt. Ze schrijven er een kort stukje over. Alle stukjes samen vormen het krantenartikel dat ze naar de journaliste kunnen opsturen. Organisatie en voorbereiding • Lees de handleiding, het krantenartikel, de brief, de werkbladen en eventueel de informatiemap. • Kies uit onderstaand schema in welke organisatievorm u de leskist wilt uitvoeren. Organisatievorm Een truc onderzoeken – elk groepje onderzoekt één truc. Drie tot acht trucs onderzoeken – elk groepje onderzoekt meerdere trucs.
Aantal groepjes 8 groepjes (maximale groepsgrootte = 4) 8 groepjes (maximale groepsgrootte = 4). Groep kiest zelf aantal trucs.
8 groepjes (maximale groepsgrootte = 4). Groep krijgt trucs toegewezen d.m.v. onderzoeks –“rooster”.
Voordelen Maximaal 1 uur. Elk groepje heeft eigen truc (& expertise). 2 – 2 ½ uur Leerlingen ontdekken meerdere watereigenschappen. Groepjes hoeven niet op elkaar te wachten; kiezen uit beschikbare trucs. 2 – 2 ½ uur Leerlingen ontdekken meerdere watereigenschappen.
Nadelen Zelf ontdekken blijft beperkt tot één watereigenschap. Sommige trucs worden vaker dan andere onderzocht, omdat ze populairder of simpeler zijn.
Groepjes moeten soms op elkaar wachten, omdat trucs nog door ander groepje onderzocht worden.
Beide organisatievormen kunnen door een groepje leerlingen ook individueel (als taak) uitgevoerd worden. In totaal is elk groepje dan een dagdeel bezig. Er moet dan wel extra begeleiding zijn om dit individuele groepje te begeleiden.
8
Verhaal als leidraad
• • • • • •
•
• •
Regel begeleiders; 2 – 3 begeleiders volstaan bij 8 groepjes. Regel een ruimte waar het nat mag worden en waar een kraan in de buurt is. Maak een onderzoeks-“rooster” waarin u aangeeft welk groepje welke trucs gaat uitvoeren. Zorg voor voldoende (klad)papier waarop de onderzoekers waarnemingen, schetsen en ideeën kunnen noteren. Kopieer het krantenartikel (als u het niet zelf gaat voorlezen). Bereid de les praktisch voor: o ijsblokjes maken (voor “IJs tillen”) – dag van tevoren o vul indien nodig fles B met water en kleur het met ecoline (3 druppels). Zet ze terug in de kist. o knip 10 stroken keukenpapier (voor 5-8 groepjes) en doe deze in de kist. o verzamel de materialen waar u zelf voor moet zorgen Geef de begeleiders instructies: o stimuleer de leerlingen in het actief ontdekken, aanrommelen, experimenteren. Leg niet meteen alles uit. o als ze er niet uitkomen, stimuleer ze dan om meer informatie in te winnen (via de informatiemap van de journalist of op internet). o loop rond in de klas, er is niet per groepje een begeleider. Hang de poster op een goed zichtbare plek en zet de goochelkist op een centrale plek in de klas. Dit kan zelfs al enkele dagen van tevoren om de nieuwsgierigheid van de kinderen extra te prikkelen. Haal het materiaal eventueel uit de goochelkist en zet het op werktafel(s). Dit maakt het verhaal wel minder spannend.
Uitvoering van de les Inleiding (30 minuten) De leerlingen lezen het krantenartikel of u leest het zelf voor. Breng eventueel het aanplakbiljet nog onder de aandacht. Stel (een aantal van) de volgende vragen: • Zouden ze naar de voorstelling van de watergoochelaar willen? Waarom wel/niet? • Kennen ze al trucs met water?
Nodig: (kopieën van) Krantenartikel Brief journalist Aanplakbiljet
Lees vervolgens de brief van de journalist voor. Open eventueel de goochelkist en laat de leerlingen erin kijken. Vraag: • Wat denken jullie ervan? Heeft de journalist gelijk; is het nep of niet? • Willen jullie meehelpen om hem te ontmaskeren? Leg uit hoe de leerlingen op welke wijze de kinderen de onderzoeken gaan uitvoeren (afhankelijk van de door u gekozen organisatievorm).
9
Verhaal als leidraad Onderzoeken van de trucs (1 – 4 uur) Afhankelijk van de organisatievorm gaan er 8 of 1 groepje(s) bezig Nodig: Goochelkist en met de trucs. materiaal van Elk groepje krijgt de aantekeningen van de journalist die bij hun truc school. horen. Deze lezen ze eerst. Potloden en Vervolgens zoeken ze het materiaal voor de truc uit de goochelkist. kladpapier Alvast klaarzetten voorkomt chaos, maar is minder spannend. Geef Evt. computer met internet elke groep ook een doekje. Evt. fototoestel De leerlingen proberen met de aantekeningen van de journalist, hun eigen inzicht en door gewoon wat te proberen met de materialen te achterhalen hoe de goocheltruc precies werkt en welke watereigenschap erachter zit. De begeleiders lopen rond en helpen waar nodig. Ze stimuleren de leerlingen vooral in het experimenteren, aanrommelen en uitproberen. Gebruik informatiemap van de journalist Als de leerlingen er écht niet uitkomen, kunnen ze naar de onderzoeksmap van de journalist gaan om meer te vinden over watereigenschappen. In de map zitten verschillende thema’s met elk hun eigen kleur. De map blijft op één centrale plek liggen en de bladzijden mogen er niet uit. Vervolgens proberen ze hun truc nog eens en kijken of hun conclusie inderdaad de werking van de proef verklaart. Maken van aantekeningen Op papier of in een schrift beschrijven ze hoe de truc uitgevoerd wordt en door welke watereigenschap de truc werkt. Dit is de basis voor het krantenartikel en is dus een belangrijk onderdeel van het onderzoek (waarnemen & concluderen). Uitvoeren van meerdere opdrachten per groep De leerlingen ruimen alles op en maken de materialen droog. Vervolgens kijken ze in de kist welke truc er beschikbaar is (aanwezigheid geplastificeerd notitieblaadje) of onderzoeken de volgende truc zoals op hun “rooster” aangegeven is. Ze bespreken hun bevindingen niet met de andere groepjes – dat houdt het wel zo leuk en spannend voor alle leerlingen.
10
Verhaal als leidraad Nodig:
Verwerking en afsluiting (1/2 – 1 uur) Pen & papier Elk groepje leerlingen krijgt een goocheltruc toegewezen om te of computer beschrijven in het krantenartikel in maximaal 10 zinnen. Dit gaat het Goochelkist gemakkelijkst met een klassikaal word-document op de computer. In hun stukje beschrijven ze heel kort wat de truc is en gaan daarna vooral in op de watereigenschap die erbij hoort en de werking van de truc verklaart. De kinderen trekken hun eigen conclusie. De verwachting is dat de kinderen concluderen dat de watergoochelaar gewoon gebruik maakt van de eigenschappen van water. Twee leerlingen maken de ‘kop’ en de ‘staart’ van het krantenartikel, eventueel een foto erbij en dan kan het in de kist, die weer teruggaat naar de journalist (NMEcentrum). Presentatie Elk groepje leerlingen voert een goocheltruc op en verklaart aan het eind hoe de truc werkt en welke watereigenschap er aan ten grondslag ligt. Het is leuk om dit op een echt podium te doen, met de goochelaarspakken die in de kist zitten.
11
Verhalend ontwerpen Uitleg over verhalend ontwerpen Verhalend ontwerpen is een manier van onderwijs waarbij de leeractiviteiten van de leerlingen de lijn van een verhaal volgen. Een verhaal dat door de leerlingen voor een groot deel zelf wordt ingevuld en afgemaakt. Hierdoor wordt het onderwijs voor de leerlingen heel aantrekkelijk en ook spannend. Hoofdpersonen zijn de leerlingen zelf of herkenbare anderen. Kenmerkend voor verhalend ontwerpen is, dat de leerlingen alles zelf schijnen te doen. Deze werkwijze is een goede manier om leerlingen zelf verantwoordelijkheden te geven. Leerlingen leven zich helemaal in een persoon of situatie in, worden nieuwsgierig naar het vervolg en verzetten ook werk om te weten te komen hoe het verder gaat. Daarbij kunnen ze vaardigheden gebruiken zoals informatie zoeken en verwerken, presenteren en discussiëren. Leerlingen raken betrokken en enthousiast. Een verhalend ontwerp is gebaseerd op een verhaallijn. De verhaallijn vormt de rode draad van het project. De verhaallijn is opgedeeld in een aantal hoofdstukken: de episodes. Binnen deze episodes worden de leerlingen actief. De leerkracht zorgt voor de overgang naar een volgende episode. Hij/zij heeft daartoe twee hulpmiddelen beschikbaar. Het belangrijkste hulpmiddel is het stellen van sleutelvragen. Dat zijn vragen waarop de leerlingen antwoorden gaan bedenken. Ook kan de leerkracht zorgen voor een onverwachte gebeurtenis, een incident; dat is het tweede hulpmiddel. Alles wat de leerlingen tijdens een verhalend ontwerp maken, kan in de klas worden opgesteld of worden opgehangen aan de wand, in een chronologische volgorde. Zo groeit het verhaal zichtbaar. Het geheel wordt “het fries” of “het wandfries” genoemd. Het geeft de geschiedenis van de eigen activiteiten van de leerlingen weer. Sleutelvragen Het moeilijkste onderdeel van verhalend ontwerpen blijkt in de praktijk het stellen van sleutelvragen te zijn. Sleutelvragen zijn geen gewone vragen. Het zijn niet de vragen die heel vaak in het onderwijs gesteld worden (vragen waarop de leerkracht het antwoord weet, maar de leerlingen niet). Sleutelvragen zijn vragen die de leerlingen uitdagen om zelf antwoorden te bedenken. Ze hebben tot doel de leerlingen te interesseren, te activeren of te laten reflecteren. Kort gezegd, sleutelvragen zijn “vragen zonder antwoord van de leerkracht”. Sleutelvragen zijn bij verhalend ontwerpen het stuurgereedschap van de leerkracht. Antwoorden op sleutelvragen sturen de ontwikkeling van het thema waar u met de leerlingen aan werkt.
12
Verhalend ontwerpen Wat maakt een vraag tot een goede sleutelvraag? Goede sleutelvragen hebben de volgende eigenschappen (al heeft niet elke sleutelvraag alle eigenschappen tegelijk): • • • • • • • • • • • •
het zijn open vragen; er is meer dan één antwoord mogelijk; ze zetten de leerlingen aan tot nadenken en analyseren; ze vragen naar een mening of ervaring; ze doen een beroep op de verbeeldingskracht van de leerlingen; ze bieden de leerlingen gelegenheid om hun eigen ervaring weer te geven; ze geven de leerlingen de kans om hun eigen kennis op te rakelen; leerlingen raken erdoor betrokken; de antwoordruimte is ruim, maar wel beperkt; ze wekken de motivatie op om ze te beantwoorden; ze nodigen uit tot onderzoek; ze zetten aan tot activiteiten; ze leiden tot nieuwe vragen, waaronder ook vragen die door de leerlingen worden gesteld.
Vaak zijn sleutelvragen vragen waarop de uzelf als leerkracht het antwoord ook nog niet precies weet. Sterker nog: u bent als leerkracht ook nieuwsgierig naar de antwoorden. Tips voor goede sleutelvragen: • Houd ruimte in uw formulering: Hoe zou je… / Op welke manier zou je…. • Laat uw eigen nieuwsgierigheid blijken. • Naar ideeën vragen: Wat denk je… i.p.v. Wat vindt hij… • Haal de hoofdpersoon van het verhaal erbij. • Sluit aan bij ervaringen van leerlingen i.p.v. naar feiten te vragen. • Vraag door met kleinere sleutelvragen. • Kleed eventueel een sleutelvraag aan (b.v. met een persoonlijk verhaal). Bedenk dat uw reactie (als leerkracht) op de antwoorden van de leerlingen van heel groot belang is op volgende vragen. Wanneer u negatief reageert op een idee, kijkt een leerling de volgende keer wel uit om weer op uw uitnodiging in te gaan. Zeg dus nooit “Nee, dat kan niet”. Als u een idee ongeschikt vindt, stimuleer het denken dan weer, bijvoorbeeld door te vragen: “Hoe stel je je dat voor? Geef eens een voorbeeld”; of door anderen in te schakelen. Het is heel goed mogelijk dat u bepaalde zaken gewoon als vaste gegevens brengt. Meer informatie over verhalend ontwerpen kunt u vinden op de website www.verhalendontwerpen.nl.
13
Verhalend ontwerpen
Uitvoeringsmethode 2: Verhalend ontwerpen. Kenmerken: • 4 episodes (lesmomenten) • leeractiviteiten volgen lijn van een verhaal • leerlingen vullen verhaal voor groot deel zelf in • leerkracht stuurt enigszins d.m.v. sleutelvragen • aantrekkelijk, activerend en spannend onderwijs. • 3 - 5 uur voor leerling • 1 -2 uur voorbereiding leerkracht Omschrijving episodes Het verhaal en de leeractiviteiten bestaan uit vier episodes: Episode 1 In de krant stond een artikel over een watergoochelaar. Het wordt voorgelezen. Wat denkt de klas ervan? De brief, waarin de journalist de klas om hulp vraagt, wordt ook voorgelezen. De klas gaat aan de slag en schept op verschillende manieren een beeld van een (onderzoeks)journalist en de werkzaamheden. Episode 2 De goochelkist met alle materialen staat in de klas. Er hangt een aanplakbiljet van de watergoochelaar op het bord. Hoe gaan we deze man ontmaskeren als echte onderzoeksjournalisten? De leerlingen stellen in groepjes een “onderzoeksplan” op en gaan op zoek naar informatie over watereigenschappen. Episode 3 Tijd om aan de slag te gaan. De klas gaat al experimenterend de trucs ontmaskeren. In groepjes onderzoeken ze hoe de trucs werken en welke watereigenschappen er achter zitten. Episode 4 Alle trucs zijn ontmaskerd en dat moet de hele wereld weten! De leerlingen schrijven elk een stuk van een krantenartikel, zoals een goede journalist dat zou doen. Tot slot geven ze nog een presentatie, om aan iedereen te laten zien hoe die watergoochelaar de boel nept.
Draaiboek In het volgende draaiboek wordt per episode (dus per werkblad) de verhaallijn aangegeven, met daarbij de doelen, een aantal sleutelvragen, leeractiviteiten, middelen, en organisatie. Bij de sleutelvragen staat een aantal vragen, dat u als docent kunt stellen om antwoorden in de gewenste richting te sturen.
14
Verhalend ontwerpen
Draaiboek: De watergoochelaar ontmaskert! Episode 1. Journalist vraagt om hulp! Doel: De leerling leeft zich in in een journalist en voelt zich betrokken bij het ontmaskeren van de watergoochelaar – wat zit er achter de trucs? Verhaallijn Sleutelvragen Leeractiviteiten Middelen Organisatie Klassengesprek n.a.l - wat vinden jullie van de brief? Klassikaal Watergoochelaar Bo van Oooh is Uit de kist 1e brief journalist van brief en - waarom zou de journalist dit uit willen in het dorp. Kranten schrijven er krantenartikel zoeken? veel over. krantenartikel - wat vinden jullie van het aanplakbiljet? Journalist heeft het gevoel dat er aanplakbiljet - wat zou een watergoochelaar doen in iets niet pluis is, maar heeft geen zijn shows? tijd om alles goed uit te zoeken. Vraagt klas om hulp in de brief (brief 1 voorlezen) Zouden wij de journalist kunnen helpen? Hoe zou je een goede onderzoeksjournalist kunnen zijn? Zie voorbeeld vragenkaartjes.
- Hoe zou jullie ideale journalist eruit zien? - Hoe ziet hij of zij eruit? - Wat voor kleren zou hij aanhebben als hij/zij erop uit gaat? - Wat moet een journalist goed kunnen ? - Wat moet hij/zij vooral niet doen? - Wat voor school zou een journalist kunnen hebben gehad? - Wat zou een journalist allemaal nodig kunnen hebben bij zijn onderzoek? Wat zou hij /zij bij zich hebben in zijn/haar tas? - Met wie zou een journalist allemaal samenwerken? - Waar en hoe kan hij/zij alles noteren wat hij/zij ontdekt heeft?
Hoe ziet de ideale onderzoeksjournalist er uit?
Journalist ontwerpen in A3 formaat, tekening van kop-teen, met attributen en omschrijving karakter, leeftijd, collega’s. Visitekaartje maken
Presentatie van de 8 ontworpen journalisten (wandfries)
8 A3 vellen kleurpotloden & stiften gekleurd papier karton scharen eventueel: tijdschriften
8 groepjes
Klassikaal
Tijd: 1 – 1½ uur Kenmerken journalist: nieuwsgierig, beetje brutaal, slim, zonder vooroordelen, doorzetter, soms doorzeuren, goed in taal, kan hard werken als de krant bijna af is, kan goed informatie opzoeken
15
Verhalend ontwerpen
Draaiboek: De watergoochelaar ontmaskert! Episode 2: Het ontmaskerplan Doel: De leerling verzamelt (achtergrond)informatie over watereigenschappen. De leerling maakt een “onderzoeksplan’. Verhaallijn Sleutelvragen Leeractiviteiten Middelen Kort klassengesprek - wat vinden jullie van de tweede brief? Journalist is blij met hulp van de Uit de kist: n.a.l. van de 2e brief. Tweede brief klas. Heeft een 2e brief geschreven (brief 2 voorlezen). Journalist heeft gelukkig nog wat kunnen doen voor de klas: zijn/haar notitieblaadjes van een andere voorstelling en een informatiemap over water heeft hij/zij geregeld en de kist van de watergoochelaar heeft hij/zij ‘geleend’. Vanaf nu moeten jullie de taak van de onderzoeksjournalist overnemen. Elk groepje ontmaskert één truc.
- hoe zou een journalist een onderzoeksplan opstellen? - welke onderdelen zouden er allemaal in zitten? zie hieronder - wat heb je daar allemaal voor nodig? - waar zou je informatie vandaan halen over watertrucs? - wat zou je kunnen doen met die informatie?
Onderzoeksplan opstellen Informatie verzamelen Onderzoeksplan bijstellen (eventueel)
Tijd: ½ – 1 uur (deel eventueel huiswerk of zelfstandige groepstaak) Onderzoeksplan: na lezen van de notitieblaadjes, maken leerlingen een onderzoeksplan; - opschrijven hoe je denkt dat de truc werkt (verwachting) - welke informatie mis je nog (wat zou je willen opzoeken), - waar vind je die informatie - zoek informatie - stel eventueel verwachting bij na lezen van de informatie
16
Uit de kist Notitieblaadjes Informatiemap – centraal in klas Boeken?? Van school Papier Pennen Computer met internet
Organisatie Klassikaal
8 groepjes; elk één notitieblaadje
Verhalend ontwerpen
Draaiboek: De watergoochelaar ontmaskert! Episode 3: Aan de slag! Doel: De leerling proberen de proef nu te ontmaskeren met de informatie die ze verzameld hebben en door te experimenteren met het goochelmateriaal. Verhaallijn Sleutelvragen Leeractiviteiten Middelen Organisatie 8 groepjes; elk één Experimenterend - welke materialen heb je voor de truc De kist kan open! De journalisten Uit de kist: notitieblaadje Alle materiaal ontdekken van de nodig? kunnen nu uitproberen of hun Notitieblaadjes truc/proef over - hoe zou je de truc precies na kunnen verwachting uit het Informatiemap – watereigenschap(pen) doen? onderzoeksplan wel klopt. Met de centraal op 1 plek in Waarnemen. spullen uit de goochelkist gaan de klas – bladzijden er niet journalisten een truc ontmaskeren. uit halen. Bijna alle spullen hebben een nummer van de truc. Het Van school Papier notitieblaadje is handig om er bij te Pennen & potloden hebben. Daar staat op wat de Materiaal voor trucs goochelaar gebruikt bij zijn proef (zie materialenlijst) en wat hij ongeveer deed. De journalisten moeten toch vooral gewoon maar een beetje uitproberen en experimenteren. Een goede journalist maakt veel aantekeningen als hij dingen onderzoekt. Op deze manier heb je veel informatie voor je krantenartikel.
- hoe zou de truc in elkaar zitten? - welke eigenschap van water hoort erbij?
Conclusie trekken.
Tijd: ½ - 1 uur Praktische voorbereiding voor leerkracht: o regel 2-3 begeleiders. o reserveer een lokaal dat nat mag worden en waar een kraan in de buurt is. o ijsblokjes maken (voor “IJs tillen”) – dag van tevoren o vul de lege fles B met water en kleur het met ecoline (3 druppels). Zet ze terug in de kist. o knip 10 stroken keukenpapier (voor 5-8 groepjes) en doe deze in de kist. o verzamel de materialen waar u zelf voor moet zorgen (zie materialenlijst) en doe deze in de kist.
17
Verhalend ontwerpen
Geef de begeleiders instructies: o stimuleer de leerlingen in het actief ontdekken, aanrommelen, experimenteren. Leg niet meteen alles uit. o als ze er niet uitkomen, stimuleer ze dan om meer informatie in te winnen (via de informatiemap van de journalist of op internet). o loop rond in de klas, er is niet per groepje een begeleider.
18
Verhalend ontwerpen
Draaiboek: De watergoochelaar ontmaskert! Episode 4: De hele wereld moet het weten! Doel: De leerlingen verklaren hun uitkomsten door de truc te presenteren en door schriftelijke “verslaglegging”. Verhaallijn Sleutelvragen Leeractiviteiten Middelen Organiseren optreden - wat zou je allemaal nodig hebben voor Ha! Het is ons gelukt! We hebben Uit de kist: Alle materiaal Overleggen en een goochelshow? hem ontmaskert, die oplichter. terugkoppelen met Iedereen moet het weten. We gaan - wie doet wat? Van school Diversen. andere “taakgroepjes” 1. uitnodigingen zijn goochelshow opvoeren en dan Zie hieronder 2. flyers en posters laten we iedereen zien dat er maar 3. aankleding podium gewone watereigenschappen 4. programma achter zitten. 5. zaal klaarzetten 6. try-out voorbereiden (eventueel) - waar moet je bij elke taak om denken? - welke groepjes moeten met elkaar overleggen en samenwerken? - hoe zou je dat het beste kunnen doen? De mensen die niet naar de show kunnen komen, moeten het in de krant lezen. We schrijven alvast een krantenartikel, waar de journalist verder aan kan werken.
Truc beschrijven en verklaren in krantenartikel
- wat zou er in een goed krantenartikel staan?
Tijd: 1 – 3 uur Uitnodiging: Voor wie? Wat staat er op? Aantrekkelijk? Entree? Flyer en poster: Idem dito Aankleding: Wat (versiering, licht) Programma: Tijdschema Zaal klaarzetten: Hoeveel stoelen? Licht?
19
Computer
Organisatie Groepjes; elk groepje verzorgt een deel van de organisatie en voert hun truc op. Leerkracht of ouder heeft algemene coördinatie.
Groepjes; elk groepje schrijft een stukje krantenartikel. Leerkracht maakt geheel en inleiding.
Verhaal als leidraad Verhalend ontwerpen
DE DORPSBODE TTTW W E E W E K E K S E U G A V E WE EE EW WE EK KE ELLLIIIJJJK KS SE EU UIIITTTG GA AV VE E
Bijzonder optreden in theater watergoochelaar doet bijzondere trucs met water Van één van onze verslaggevers: In onze theater treedt binnenkort Bo van Ooh op. Hij is een echte watergoochelaar en doet al zijn trucs met water. Hij wil nog niets verklappen, maar op de aanplakbiljetten staan allerlei spannende tekeningen. Meneer van Ooh vertelt dat hij wel vijftien jaar lang bij een beroemde Chinese watergoochelaar in de leer geweest is. “Het is erg ingewikkeld wat watergoochelaars doen en daarvoor moet je enorm hard studeren en veel oefenen. Het was een dure goochelschool.”, zegt hij. Het is dus heel bijzonder wat hij doet. Dat verklaart ook waarom de toegangsprijs nogal hoog is.
Toeschouwers betalen € 100,= per persoon. Toch zijn z’n shows voor de komende tijd al bijna uitverkocht. Veel mensen hebben het er graag voor over. Mevrouw Derksen heeft net een kaartje gekocht bij de kassa: “Tja, je hoort het niet vaak, hè, een watergoochelaar. Ik ben erg benieuwd naar de voorstelling. Ik heb bijna 3 maanden lang elke week wat geld opzij gelegd om er heen te kunnen.” De watergoochelaar is nu nog even op vakantie, maar over twee weken is hij 18 avonden achter elkaar te zien in het theater: 20.00 uur. Kaarten zijn te koop bij de VVV en het theater.
20
Verhaal als leidraad
DDEE DDOORRPPSSBBOODDEE
tweewekelijkse
uitgave
Aan de kinderen van de klas.
Contactpersoon: Hanneke Diepgraven Datum: vandaag Onderwerp: vraag over watergoochelaar Beste jongens en meisjes, Mijn naam is Hanneke Diepgraven en ik ben journalist bij De Dorpsbode. Jullie hebben vast al gehoord van Bo van OoH, die watergoochelaar. Nou, ik heb het gevoel dat er iets niet helemaal pluis is aan deze meneer. Hij zegt dat hij ontzettend lang heeft moeten leren om een watergoochelaar te worden. Maar... volgens mij doet hij helemaal niets bijzonders! En hij vraagt er wel heel erg veel geld voor! Hij is gewoon een oplichter, die denkt dat hij iedereen te slim af is. Maar... ons dus mooi niet! Hij is nu twee weken met vakantie en ik heb zijn goochelkist eventjes ‘geleend’ uit zijn huis. Het moest allemaal heel snel en stiekem natuurlijk. Het was ook erg donker, dus ik kon helaas zijn boek met trucs niet vinden. Ik wil nu uitzoeken hoe die zogenaamde spectaculaire trucs met water werken. Maar nu moet ik voor mijn baas ineens naar Rotterdam om een groot artikel te schrijven over waterzuivering. Balen! Het gaat me dus niet lukken om in deze twee weken ook nog uit te pluizen hoe onze oplichter te werk gaat. Ik heb echt jullie hulp nodig! Willen jullie uitzoeken hoe die goocheltrucs nu precies werken? Ik heb in een andere stad zijn show gezien en toen wat dingen in mijn notitieboekje gekrabbeld. Voor de meeste trucs heb ik wel kunnen uitvinden welke spullen hij gebruikt, want er zitten gelukkig stickertjes met nummers op. Van sommige dingen wist ik echt niet waar ze bij hoorden, bijvoorbeeld: ‘Magische poeders en magische vloeistoffen’. Die zitten in een doosje. Met mijn notitieblaadje bij de goede materialen komen jullie vast een heel eind. Probeer maar! Verder heb ik wat informatie gekopieerd uit boeken over water en wat gesurft op internet. Deze informatie zit in een informatiemap. Als jullie tot de bodem uitzoeken hoe dit allemaal in elkaar steekt, en alvast een begin maken met het krantenartikel over zijn nep-watergoochelshow, dan hebben we deze bedrieger ontmaskerd! Ik reken op jullie! Hartelijke groeten,
Hanneke Diepgraven Journaliste Dorpsbode
21
Verhalend ontwerpen
DDEE DDOORRPPSSBBOODDEE
tweewekelijkse uitgave
Aan de kinderen van de klas.
Contactpersoon: Hanneke Diepgraven Datum: vandaag Onderwerp: vraag om hulp Beste jongens en meisjes, Mijn naam is Hanneke Diepgraven en ik ben journalist bij De Dorpsbode. Jullie hebben vast al gehoord van Bo van OoH, die watergoochelaar. Nou, ik heb het gevoel dat er iets niet helemaal pluis is aan deze meneer. Hij zegt dat hij ontzettend lang heeft moeten leren om een watergoochelaar te worden. Maar... volgens mij doet hij helemaal niets bijzonders! En hij vraagt er wel heel erg veel geld voor! Hij is gewoon een oplichter, die denkt dat hij iedereen te slim af is. Maar... mij dus mooi niet! Ik wil graag uitzoeken hoe die zogenaamde spectaculaire trucs met water werken. Maar nu moet ik voor mijn baas ineens naar Rotterdam om een groot artikel te schrijven over waterzuivering. Balen! Het gaat me dus niet lukken om in deze twee weken óók nog uit te pluizen hoe onze oplichter te werk gaat. Ik heb echt jullie hulp nodig! Willen jullie uitzoeken hoe die goocheltrucs nu precies werken? Als jullie tot de bodem uitzoeken hoe dit allemaal in elkaar steekt, dan kunnen we samen een krantenartikel schrijven over zijn nep-watergoochelshow. En dan hebben we deze bedrieger ontmaskerd! Ik reken op jullie. Laat me zo snel mogelijk weten of jullie het zien zitten. Hartelijke groeten,
Hanneke Diepgraven Journalist Dorpsbode
P.S.
Het aanplakbiljet en het krantenartikel heb ik meegestuurd. Dan weten jullie al een beetje waar het over gaat.
22
Verhalend ontwerpen
DDEE DDOORRPPSSBBOODDEE
tweewekelijkse uitgave
Aan de kinderen van de klas
Contactpersoon: Hanneke Diepgraven Datum: vandaag Onderwerp: laatste uitleg aan de klas.
Beste jongens en meisjes, Super dat jullie me willen helpen en dat jullie al zó nagedacht hebben over hoe een journalist werkt en wat hij nodig heeft. Ik moet nu echt op weg naar mijn andere klus, maar ik heb nog wel de goochelkist van de watergoochelaar kunnen regelen voor jullie. Hij is nu twee weken met vakantie en ik heb de kist eventjes ‘geleend’ uit zijn huis. Het moest allemaal heel snel en stiekem natuurlijk. Het was ook erg donker, dus ik kon helaas zijn boek met trucs niet vinden. Ik heb in een andere stad zijn show gezien en toen wat dingen in mijn opschrijfboekje gekrabbeld. Voor de meeste trucs heb ik wel kunnen uitvinden welke spullen hij gebruikt, want er zitten gelukkig stickertjes op. Van sommige dingen wist ik echt niet waar ze bij hoorden, bijvoorbeeld: ‘Magische poeders en magische vloeistoffen’. Die zitten in een doosje. Ik heb nog wat informatie gekopieerd uit boeken over water en wat gesurft op internet. Deze informatie zit in een informatiemap. Verder heb ik écht geen tijd meer. Jullie moeten zelf een plan bedenken hoe jullie deze gluiperd gaan ontmaskeren. Heel veel succes en ik ben benieuwd naar jullie uitkomsten! Hartelijke groeten,
Hanneke Diepgraven Journalist De Dorpsbode
23
Opdrachten Daar waar nodig treft u in het kader enkele tips om de opdracht goed uitvoerbaar te maken. 1. Water sterker maken Dit heeft hij gebruikt: - 2 plastic flessen met stop - 1 grote maatkan - water TIP: zet de flessen in een afwasbak. Er staan twee flessen op tafel. In elke fles zit een gaatje met een stop erin. Hij giet in elke fles een paar bekers water. Hij zegt een toverspreuk bij de fles met de rode stip. Hij maakt dan het water sterker. Hij trekt de stoppen er samen uit. Het water uit de fles met de rode stip stroomt harder dan uit de andere fles. Is het water echt sterker gemaakt? Laat de kinderen een trechter gebruiken bij het vullen van de flessen.
2. Drijf-ei Dit heeft hij gebruikt: - 1 rauw ei - 1 maatkan van 1 liter - magisch (wit) poeder - lepel - roerstok - water Er is een kan met water. Hij is half vol. Hij doet het ei in de kan. Het zinkt. Hij haalt het ei er uit. Dan doet hij 4 scheppen magisch poeder in de kan. Hij zegt er een toverspreuk bij. Hij roert heel lang. Hij doet het ei weer in de kan. Het drijft! Wat is het magisch poeder? Hoe kan dit? Tip: geef de kinderen een schoteltje of bakje waar ze het ei op kunnen leggen. Zo rolt het ei niet van de tafel. 3. IJs tillen Dit heeft hij gebruikt: - 1 ijsblokje - dun touwtje met een ijslolliestokje - kleine maatkan - magisch poeder - water In de kan zit water. Hij doet een ijsblokje in de kan. Hij legt het touwtje op het ijsblokje. Hij strooit er een heel klein beetje magisch poeder op. Na een paar tellen tilt hij het blokje op. Dit lijkt echt op toveren! Hoe kan dit?
24
4. Water- met ruzie Dit heeft hij gebruikt: - 1 potje - fles A - fles B - fles C - koker Hij heeft een potje. Er staat een koker over heen. Hij doet de vloeistof uit fles A in het potje. Hetzelfde uit fles B. En ook uit fles C. Hij zegt een toverspreuk. Hij beweert dat de vloeistoffen ruzie krijgen. Hij wacht 10 seconden en trekt de koker weg. Het lijkt echt of de “waters” ruzie hebben.
5. Water in plaats van spierballen Dit heeft hij gebruikt: - kruik - fles met slang eraan - 4 boeken in een plastic zak - 1 grote maatkan - water Hij pakt de slang met de fles er aan. Het andere eind van de slang stopt hij in de kruik. Hij legt de kruik op tafel en zet de fles ook op tafel. De slang ligt er tussen in. Hij vult de fles met water. Hij legt 4 boeken op de kruik. Hij zegt: “Ik kan tillen met water!”. Dan tilt hij de fles omhoog en de boeken worden opgetild! Ongelooflijk! Hoe zit dit? TIP: wordt de fles te zwaar? Zet ‘m dan op een verhoging.
6. Bang poeder Dit heeft hij gebruikt: - diep bord - magisch zwart poeder - magische druppel vloeistof - water Hij doet water in het bord. Hij strooit zwart poeder erin. Hij zegt een toverspreuk. Hij druppelt 1 druppel magische vloeistof in het bord. Het poeder spat uit elkaar. Hoe zit dit?
25
7. Zonder trechter en zonder knoeien Dit heeft hij gebruikt: - 2 doorzichtige bakken - dikke slang - water De ene bak staat 25 cm hoger dan de andere. In de hoogste bak zit water. Hij zegt: “Ik kan het water van de hoogste bak naar de laagste bak brengen zonder een trechter en zonder water te knoeien. Wie wil met me wedden?” Twee bezoekers geloven het niet en leggen € 15,= in. Hij stopt de slang in de ene bak met water. Hij zuigt aan de slang, doet iets met zijn duim en dan loopt het water vanzelf. Hoe werkt dit?
8. Kleuren-verdwijntruc Dit heeft hij gebruikt: - schaaltje - rekje - reep keukenpapier - groene stift - water Hij tekent een dikke groene stip op het papier en hangt het papier aan het rekje. Hij zet het rekje boven het bakje met water. De onderkant van het papier hangt in het water, maar de stip niet. Hij zegt een toverspreuk en maakt wat grappen. Na 5 minuten is de groene stip verdwenen. Er is een blauwe en een gele vlek ontstaan! Is dit een truc? TIP: zet de punt een beetje onderaan het papier.
26
Achtergrondinformatie watereigenschappen en verklaring goocheltrucs Water heeft veel verschillende eigenschappen, meestal in combinatie met voorwerpen. In ons dagelijks leven maken we er dankbaar gebruik van of moeten er juist sterk rekening mee houden. 1. Water sterker maken – waterdruk De hoeveelheid water boven een bepaald punt bepaalt hoeveel kracht er op het water drukt op dat punt. De kracht bestaat uit het gewicht van het water (zwaartekracht) en de luchtdruk boven de waterkolom. Als het water op dat punt weg kan stromen, wordt de snelheid waarmee het wegstroomt bepaalt door de kracht die er op het water werkt. Hoe groter die kracht, hoe krachtiger de waterstroom. De vorm en de breedte van de waterkolom veranderen niets aan de waterkracht. Het water in de flessen kan wegstromen via het gat in de zijkant. De waterkolom boven het gat in de ene fles is hoger dan in de andere fles. De kracht op het water bij dat gat is daarom ook groter in de fles met de hoogste waterkolom. Het stroomt er harder uit dan uit de fles met de lagere waterkolom. De stralen worden wel langzaam aan minder krachtig, omdat de druk van de waterkolom afneemt (er is immers steeds minder water). 2. Drijvend ei - drijven op zout water Of iets blijft drijven of zinkt in water hangt af van hoe zwaar het is, maar ook van hoe zwaar het water is. Als iets lichter is (lagere dichtheid = gewicht per volume) dan water, drijft het. Als iets zwaarder (hogere dichtheid) is dan water, zinkt het. Als je zout bij het water doet blijft het ei even zwaar, maar wordt het water zwaarder. Het water wordt zelfs zwaarder dan het ei. Daarom blijft het ei drijven in zout water, maar zinkt het in zoet water. Om dezelfde reden blijf je ook beter drijven in de zee dan in een zwembad. Zeewater is zout en dus zwaarder. Daarom gaat onder water zwemmen moeilijker in de zee, maar drijven makkelijker! 3. IJs tillen – ijs en smelten Water bevriest bij 0 ºC. Als je er zout opstrooit, verlaag je het vriespunt. Elke vloeistof heeft een eigen vriespunt. Het zoutwater is dus vloeibaar bij 0 ºC. Maar het zoute smeltwater zal snel weer bevriezen door de kou van het ijsblokje (veel kouder dan 0 ºC). Er is echter net tijd genoeg om het touwtje in het zoutwater te leggen, wat vervolgens weer (kort) vastvriest aan het blokje. Je kunt het optillen. 4. Water met ruzie - mengen In buis B zit gekleurd water en in buis A zit olie. Door de papiertjes weg te trekken mengen de beide vloeistoffen. Olie en water mengen niet, omdat olie zogenaamd hydrofoob is (hydro = water; foob/fobie = bang/angst). De oliemoleculen zijn zo opgebouwd dat ze alleen (losse) verbindingen aangaan met andere oliemoleculen en niet met water. Hierdoor komen er geen watermoleculen tussen de oliemoleculen en blijven de twee stoffen gescheiden.
27
5. Water in plaats van spierballen – waterdruk (hydraulische werking) Zie ook de uitleg van truc 1 (water wordt sterker). De druk van het water wordt hoger bij de stop van de kruik, omdat de slang steeds meer rechtop komt te staan. Bij waterdruk geldt alleen de druk van de verticale waterkolom (zwaartekracht). De kracht op het water bij de dop wordt verdeeld over al het water in de kruik (afgesloten vat) in alle richtingen. Er is ook meer kracht naar boven, wat ervoor zorgt dat de boeken opgetild worden. 6. Bang poeder – oppervlaktespanning De watermoleculen, kleinste waterdeeltjes, houden elkaar door een bepaalde aantrekkingskracht allemaal “vast”. De buitenste moleculen vormen zo een soort velletje. Hierdoor kan water bol staan (een druppel op een oppervlak), een bel vormen om een beetje lucht en een heel licht insect (bijv. schaatsenrijder) dragen. Deze eigenschap noemen we oppervlaktespanning. Als je afwasmiddel in een bord water doet, wordt de oppervlaktespanning in het midden verbroken door de zeep. De peperkorreltjes worden heel snel naar de zijkant getrokken door de deeltjes die niet aan de “zeepkant” zitten. Met peper op het water kun je dit goed zien.Vergelijk met touw trekken; als het touw in het midden breekt, vallen beide partijen naar achteren. 7. Zonder trechter en zonder knoeien – hevelen De slang zit helemaal vol met water als hij volgezogen is. Er is nergens lucht en de watermoleculen zijn door de aantrekkingskracht met elkaar verbonden. Water wil altijd naar beneden stromen (zwaartekracht). Doordat de aantrekkingskracht zo sterk is, kan het water in het eerste stuk van de slang (voor de knik) zelfs tegen de zwaartekracht in stromen. Er wordt als het ware water uit de volle bak “getrokken”. 8. Kleurenverdwijntruc – absorptie Het water kruipt omhoog in het papier. Het papier absorbeert water. Kleurstoffen lossen op in water, dus als het water langs een kleurstof komt in het papier, neem hij de kleurdeeltjes mee. Groen bestaat eigenlijk uit gele en blauwe deeltjes. Blauwe deeltjes lossen beter op in water dan gele. Daardoor worden de gele eerder achtergelaten tijdens het omhoog kruipen dan de blauwe. Er ontstaat eerste een gele stip en daarboven een blauwe.
28
Materiaallijst 1. Goochelkist: 2. Verkleedkist: 3. Reservekist 4. Poster
opdrachten voor de leerlingen materiaal voor een voorstelling voor de leerkracht met handleiding en voorraad. Niet zichtbaar voor de leerlingen. ingelijst om op te hangen in de klas
Inhoud goochelkist 8 gelamineerde notitieblaadjes van de journalist Informatiemap journalist Plastic bak met Magische Poeders en Vloeistoffen, minilepeltje, maatschep Opdracht 1 2 plastic flessen met stop 1 trechter 1 maatbeker van 1 liter Opdracht 2 1 maatbeker van 1 liter 1 eetlepel 1 houten roerstok Opdracht 3 2 ijsblokjesvormen 1 houtje met een touwtje, vastgehouden door paperclip 1 maatkan van 350 ml Opdracht 4 1 glazen pot 1 zwarte koker Opdracht 5 1 kruik 1 trechter 1 plastic fles met slang 1 maatbeker van 1 liter Opdracht 6 1 glazen schaal Opdracht 7 2 doorzichtige bakken Slang
29
Opdracht 8 1 schaal 1 houten rek 4 wasknijpers 2 groene stiften keukenrol
Inhoud verkleedkist 4 goochelpakken 4 hoeden 4x toverstaf 1 goochelkleed
Inhoud reservekist (niet zichtbaar voor de leerlingen) Handleiding leerkracht Voorraad: Peper Zout Olie Stroop Ecoline Afwasmiddel Keukenpapier
Na gebruik van de kist 9 Materiaal dat nog vies is, goed schoonmaken. 9 Nat materiaal afdrogen. 9 Controleren of alles aanwezig is.
30
Extra informatie Internet Op internet kunnen u en de leerlingen veel informatie vinden: • www.encyclopedoe.nl Website met duizenden proefjes voor verschillende groepen. Zoek op water voor meer proefjes met water – niet geschikt om leerlingen te laten zoeken. • www.droppiewater.nl Website van de gezamenlijke waterschappen met informatie over water, waterzuivering en waterkringloop, een quiz en nieuws over water uit de regio. Voor elke leeftijdsgroep een aparte sub-site. • www.waterhetblauwegoud.nl (klik op kindersite) Website van Plan Nederland over water(zuivering) in Nederland en Kenia, met informatie, puzzel, tekening maken, filmpje en strip. Voor elke leeftijdsgroep een aparte subsite. Geluidsboxen nodig. • www.proefjes.nl/lijst.php?categorie=water Nog meer proefjes over water; ook een aantal gelijk aan de trucs uit de kist. • www.watervoorlater.nl/Gast/Proefjes.htm Enkele proefjes met water. • www.verswater.nl/WaterFun/Proefjes_met_water.htm Proefjes met water
31
Adressen De leskist is te leen bij de onderstaande organisaties. Bij hen kunt u ook terecht voor meer (les)materiaal. Milieu Educatie Centrum gemeente Renkum Postbus 9100 6860 HA Oosterbeek 0317-318740
Informatie over waterzuivering: Waterschap Vallei en Eem Mw. J. van Zandwijk Postbus 330 3830 AJ Leusden 033-4346353
32
Evaluatieformulier Leskist ‘Watergoochelaar’ Beste leerkracht, Wij willen graag je mening weten over deze leskist. Wil je daarvoor onderstaande vragenlijst invullen? Alvast bedankt. Naam school……………………………………. Naam leerkracht: …………………….. Groep: …………
Datum:…………………………
1. Wat vind je van het concept van de kist?
………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………….…….. ………………………………………………………………………………… 2. Wat vind je van de handleiding? (lesvoorbereiding, achtergrondinformatie) Ik heb gekozen voor : O verhaal als leidraad O verhalend ontwerpen
………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………….…….. ………………………………………………………………………………… 3. Wat vind je van de kwaliteit van de opdrachten? (niveau, uitdaging, didactiek, uitleg, organisatie) slecht matig voldoende goed Water sterker maken Ο Ο Ο Ο Drijf-ei Ο Ο Ο Ο IJs tillen Ο Ο Ο Ο Water met ruzie Ο Ο Ο Ο Tillen zonder spier.. Ο Ο Ο Ο Bang poeder Ο Ο Ο Ο Zonder trechter Ο Ο Ο Ο Kleurenverdwijntruc Ο Ο Ο Ο Toelichting:
………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………….… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………….… ………………………………………………………………………………
33
4. Zijn naar de leerdoelen gehaald? ……… Toelichting:
……………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………….… ……………………………………………………………………………… 5. Wat vind je van het materiaal in de kist? (aantal, gebruik)
……………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………….… ……………………………………………………………………………… 6. Hoe verliep de afronding (krantenartikel en goochelshow)?
……………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………….… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………….… ……………………………………………………………………………… 7. Overige opmerkingen
……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. ……………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………. ………………………………………………………………………………
Milieu Educatie Centrum
34