Natuur & Milieu Educatie
Groep 8 Duurzame broodjes bakken
Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting 3. Lesschema 4. Inhoud en organisatie van de les 5. Achtergrondinformatie
Bijlagen Werkboekje ‘Duurzame broodjes bakken’
1.
Inleiding
Brood, je vindt ze in vele soorten en maten. Iedereen eet bijna elke dag wel brood. Dat brood lekker is, weten we allemaal. Maar wat komt er allemaal kijken bij de productie van een brood? Waar komen de grondstoffen vandaan? Hoe worden deze grondstoffen verwerkt tot de ingrediënten? Hoe komt het dat brood zo luchtig is en welk ingrediënt zorgt daarvoor? Hoe milieuvriendelijk is het produceren van brood en wat kun je doen met oud brood? Kortom hoe wordt een brood eigenlijk gemaakt? Met deze leskist bekijken de leerlingen brood eens op een andere manier. Ze leren alles over de productie van grondstoffen, over duurzaamheid, welke grondstoffen er nodig zijn voor het maken van brood en uiteindelijk zullen zij zelf hun eigen brood maken en proeven.
2.
Leerdoelen, doelgroep, samenvatting
Leerdoelen De leerlingen kennen de geschiedenis van brood. De kinderen kennen verschillende spreuken en gezegden waarin brood wordt vernoemd. De leerlingen weten welke grondstoffen gebruikt worden voor de productie van brood. De leerlingen weten dat bloem gemaakt kan worden van tarwe en ze weten hoe deze geproduceerd wordt. De leerlingen weten wat gist is en wat het belang van deze grondstof is bij het bakken van brood. De leerlingen kunnen een onderscheid maken tussen hoofdbestanddelen en hulpstoffen. De leerlingen kennen het begrip duurzaamheid en kunnen deze toepassen op de broodproductie. Doelgroep Dit materiaalpakket is bedoeld voor groep 8 van de basisschool. Samenvatting Met deze lessen leren kinderen hoe meel, water, zout en gist samen brood worden. Als materiaalzending krijgt u een pakket met alle ingrediënten, meel, gist en zout, om brood te kunnen bakken. Met dit pakket kijken de kinderen daarnaast naar de verschillende ingrediënten, leren ze meer over duurzaamheid en gaan ze ten slotte natuurlijk een broodje van eigen deeg proeven.
3.
Lesschema
Lesactiviteit Introductieles Klassikaal gesprek over het ontbijt, maken woordweb Filmpje kijken over het belang van het ontbijt Klassikaal gesprek over de geschiedenis van brood + Introduceren werkboekje en bekijken werkblad 1 Maken werkblad 2 spreekwoorden en gezegdes Nabespreken werkblad 1
Tijd 45 min.
Materiaal Werkboekjes Pennen Computer met Internet Digitaal schoolbord of beamer voor afspelen filmpje
Werkvorm Klassikaal gesprek (klassikaal) Werkblad 1 bekijken en bespreken (klassikaal) Werkblad 2 maken (opdracht in groepjes) Werkblad 2 bespreken (klassikaal)
Kernles(sen) Klassikaal gesprek over de ingrediënten van brood Introduceer de begrippen hoofdstoffen en hulpstoffen Bekijken de filmpjes over het maken van brood Maken brooddeeg en brooddeeg rijzen Maken werkblad 3 proefje gist Nabespreken werkblad 3 Maken werkblad 4 het maken van meel Nabespreken werkblad 4 Maken broodjes en broodjes bakken Eventueel maken van jam of kruidenboeter Broodjes opeten
1 dag
Verwerkingsles Terugkijken op de vorige lessen Introduceer het begrip duurzaam Onderzoek duurzaamheid + presentatie Maken werkblad 5 Nabespreking van de les
45 min.
Benodigde materialen voor het broodjes bakken: meel, water, zout en gist Oven met bakplaat Schaal(en) Materiaal voor het proefje, voor ieder groepje: fles, gist, water, suiker, ballon en een theelepel Broodbeleg (eventueel zelf maken jam of kruidenboter) Messen Werkboekjes Pennen
Werkboekjes Computer met Internet
Klassikaal gesprek (klassikaal) Deeg maken (klassikaal) Werkblad 3 maken (opdracht in groepjes) Werkblad 3 bespreken (klassikaal) Werkblad 4 maken (individueel) Werkblad 4 bespreken (klassikaal) Broodjes maken (individueel) Eventueel jam maken of kruidenboter (klassikaal) Broodjes opeten (klassikaal)
Klassikaal gesprek (klassikaal) Onderzoek duurzaamheid (opdracht in groepjes) Presentatie onderzoek (opdracht in groepjes Werkblad 4 maken (individueel) Klassikaal gesprek (klassikaal)
Extra Oud brood recepten boekje maken Debat over duurzaamheid
Aandachtspunten
Bij het eten van brood moet rekening gehouden worden met verschillende allergieën van leerlingen, een voorbeeld is glutenallergie. Navraag doen vooraf is dan ook raadzaam. Zorg in een dergelijk geval voor een passend alternatief voor de betreffende leerling. Eventueel kunt u dit ook ter sprake brengen in een les, wanneer er een leerling deze vorm van allergie heeft kan hij of zij daar ook over vertellen in de klas.
4.
Organisatie en inhoud van de les
Les 1 Introductieles Voorbereiding: Tijdens deze les kijken de leerlingen naar een filmpje van Schooltv: (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051013_overgewicht01). Zorg dat u het filmpje eenvoudig kunt oproepen op het digitale schoolbord. Wanneer u geen digitaal schoolbord heeft kunt u het ook via de computer laten afspelen. Eventueel kunt u nog ontbijtartikelen mee (laten) nemen als voorbeeld. Daarnaast hebben de leerlingen hun werkboekje, een pen en een computer met Internet nodig. Inleiding: Start met een kort klassikaal gesprek over het ontbijt. Wat van soort ontbijt hebben de leerlingen vanmorgen gegeten? Misschien muesli of yoghurt met een stuk fruit, of misschien wel een cracker of een plak brood. Kunnen de leerlingen nog meer soorten ontbijt opnoemen? Maak op het schoolbord een woordweb. Schrijf in het midden het woord ontbijt en schrijf daaromheen alle verschillende soorten ontbijt die de leerlingen opnoemen. Ontbijten is heel belangrijk voor een juiste start van de dag. Bekijk samen met de leerlingen het filmpje over het ontbijt. (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051013_overgewicht01) Kern: Leg de leerlingen uit dat we het de komende lessen over brood gaan hebben. Maar hoe is brood eigenlijk ontstaan? Brood is al eeuwenoud en wanneer het precies is uitgevonden is moeilijk te zeggen. Dit komt doordat er elke keer weer wat nieuws werd uitgevonden. Aan de hand van werkblad 1 gaan de leerlingen de geschiedenis van brood bekijken. Afsluiting: Ook in Nederland wordt al heel lang brood gegeten, het is een belangrijke voedselbron binnen onze maatschappij. Het is dan ook niet zo vreemd dat in de loop van der tijden veel spreekwoorden of gezegden bedacht zijn rondom brood, die gans al eeuwenoud zijn. Laat de kinderen zoveel mogelijk spreekwoorden en gezegdes opzoeken, aan de hand van werkblad 2. Wat zullen deze spreekwoorden en gezegdes betekenen? Het is ook mogelijk de spreekwoorden en gezegdes te gaan opzoeken in wedstrijdverband. Welke leerling weet als eerste 30/20/15 spreekwoorden of gezegdes te vinden, allen met een andere betekenis? Les 2 Kernles Voorbereiding: Tijdens deze les zullen de leerlingen broodjes gaan bakken. Vanwege de tijd die het brooddeeg nodig heeft om te rijzen en de baktijd van de broodjes is het noodzakelijk deze les over een gehele dag te verspreiden. Verder krijgen de leerlingen de volgende filmpjes te zien: (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060411_brood01), (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_brood02), (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_meel01 ). Zorg dat u de filmpjes eenvoudig kunt oproepen op het digitale schoolbord. Wanneer u geen digitaal schoolbord heeft kunt u de filmpjes ook via de computer laten afspelen. Leg van te voren alle ingrediënten uit het pakket voor het brooddeeg klaar (meel, zout, water en gist). Leg daarnaast alle overige spullen en ingrediënten klaar, deze zitten niet in het materiaalpakket inbegrepen. Per groepje de spullen voor het proefje (fles, gist, water, suiker, ballon en een theelepel), beleg en de werkboekjes voor de leerlingen. Daarnaast heeft u nog een schaal(en) en bakpapier nodig. Introductie: Welke ingrediënten denken de leerlingen dat in brood zit, schrijf deze allemaal op het school bord. De kinderen zullen naast de hoofdstoffen ook hulpstoffen opnoemen. Introduceer deze begrippen en ga samen na welke ingrediënten op het bord hoofdstoffen en welke hulpstoffen zijn. Bekijk voor het maken van het brooddeeg de volgende filmpjes: (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20060411_brood01) (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_brood02)
Er kan begonnen worden met het maken van het brooddeeg aan de hand van het recept met werkomschrijving, deze is te vinden in de bijlage. Introduceer de ingrediënten om brood te maken. Leg de leerlingen uit dat deze vier ingrediënten samen brooddeeg vormen. Ga samen met de leerlingen het brooddeeg maken of wijs een paar leerlingen aan die dit mogen doen. Aangezien de hoeveelheid deeg erg groot wordt (1,5 kilo), is het handig ongeveer 6 leerlingen aan te wijzen die het deeg gaan maken. De leerlingen kunnen dan in duo’s elk een pond deeg maken. Geef het brooddeeg genoeg tijd om te rijzen, minstens 2 x 30 tot 45 minuten. Tussendoor is het belangrijk het deeg nogmaals te kneden voor een extra luchtig deeg. Nu het brooddeeg gekneed is heeft het de tijd nodig om te rijzen, maar hoe werkt dit proces precies? Laat de leerlingen hun werkboekjes erbij pakken en laat de leerlingen in groepjes werkblad 3 maken. Met dit onderzoekje leren de leerlingen meer over de werking van gist. De leerlingen doen dit aan de hand van een flesje met een ballon. In het flesje doen zij een beetje gist met water. Vervolgens stoppen zij hier suiker bij in. Hierdoor gaat het gist koolzuurgas produceren, er zullen belletjes ontstaan in de fles. Op het werkblad is een duidelijke uitleg hierover te vinden voor de leerlingen. Om het effect van de gist nog duidelijker te laten zien, sluiten de leerlingen de fles af met een ballon. Door het rijzen van de gist zal de ballon zich gaan opblazen door het koolzuurgas die geproduceerd wordt. Let op dat de leerlingen de ballon voor het gebruik eerst een keer goed opblazen. Wanneer dit niet gedaan wordt is de ballon nog te stevig en zal de ballon niet groter worden. De ballon heeft het zelfde effect als het brooddeeg tijdens het rijzen, het brooddeeg zal ook groeien. Meel is een ander belangrijk onderdeel van brood. Tegenwoordig wordt het meeste meel geproduceerd in grote fabrieken, maar vroeger gebeurde dit in molens. Nog steeds worden deze molens soms gebruikt, waardoor het meel een lokaal product is. Bekijk het filmpje (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20021104_meel01 ) en leer meer over meel. Maak vervolgens werkblad 4. Met dit werkblad leren de leerlingen van welk landbouwgewas het graan vandaan komt. Daarnaast leren ze wat er van andere landbouwgewassen gemaakt kan worden en deze geoogst worden. Eventueel kunt u nu jam of kruidenboter gaan maken met de leerlingen. Hiermee kunnen de broodjes straks belegd worden. Deze recepten zijn verderop te vinden in de bijlage van de handleiding. Op internet zijn ook nog vele andere recepten te vinden voor het maken van lekker en eenvoudig broodbeleg. Kern: Wanneer het deeg klaar is met rijzen, is het tijd voor de leerlingen om zelf broodjes te gaan maken. Elke leerling krijgt een deel deeg waarvan hij/zij een eigen broodje maakt. Vervolgens kunnen de broodjes 25 minuten in de (voorverwarmde) oven om te bakken. Afsluiting: Nu de leerlingen alles weten over het maken van brood is het tijd om te genieten van de eigen gebakken broodjes. De leerlingen kunnen de broodjes eventueel smeren met het eigen gemaakte broodbeleg. U kunt ook zelf verschillende soorten broodbeleg meenemen natuurlijk of de kinderen hun eigen lievelings broodbeleg laten meenemen. Smullen maar! Les 3 Verwerkingsles Voorbereiding: Voor deze les hebben de leerlingen weer hun werkboekjes en natuurlijk een pen nodig. Verder is het belangrijk dat de leerlingen in groepjes de beschikking hebben over een computer met Internet. Inleiding: Kijk met de leerlingen terug op de vorige lessen. Leg de leerlingen uit dat de broodjes die ze hebben gebakken, een beetje duurzame broodjes zijn. Vraag de leerlingen of zij het begrip duurzaam kennen? Leg de kinderen meer uit over duurzaamheid in de graanhandel. In Nederland wordt er erg veel brood gegeten, daarnaast zijn er nog vele andere producten waar graan in wordt verwerkt. Om alle Nederlanders te voeden is er dus erg veel graan nodig. Maar Nederland is een klein land met heel veel inwoners. Het is onmogelijk om in Nederland genoeg graan te verbouwen. Daarom komt 90% van ons graan uit het buitenland, zoals Amerika, Canada, Rusland en Frankrijk. Al dit graan moet worden verscheept naar Nederland, zodat wij hier producten als brood kunnen maken. Niet erg duurzaam, want al dat vervoer is niet goed voor het milieu.
Kern: De leerlingen gaan onderzoek doen naar duurzaamheid. Voor deze opdracht is het handig de leerlingen in groepjes op te delen. Elke leerling binnen een groepje gaat onderzoek doen naar een onderwerp die betrekking heeft op duurzaamheid en voedsel/eten. Voorbeelden van onderwerpen zijn: Vlees uit de bio-industrie Biologisch voedsel Streekproducten Genetisch gemanipuleerd voedsel Informatie waar zij naar op zoek kunnen gaan zijn: Wat kun je vertellen over/ zijn de kenmerken van producten uit deze industrie of deze manier van produceren. Wat zijn de voor- en nadelen van deze producten? Zijn deze producten belastend voor het milieu? Uiteindelijk zullen de leerlingen binnen hun groepje deze informatie moeten uitwisselen met elkaar. De leerlingen gebruiken de verkregen informatie voor het individueel schrijven van hun eigen krantenartikel op werkblad 5. Uit alle krantenartikelen kan de beste gekozen worden. De leerling met het beste artikel wint een prijs of het krantenartikel kan worden opgehangen in het klaslokaal. Afsluiting: Bespreek met elkaar nog even de resultaten. Stel verschillende vragen zoals: Zijn leerlingen thuis al veel bezig met duurzaamheid? Duurzaamheid gaat niet alleen over eten. Denk bij duurzaamheid ook aan scheiden van afval, groene energie of zonne-energie, autoverbruik en energieverbruik. Wat zouden de leerlingen thuis gemakkelijk kunnen doen aan duurzaamheid, wat ze nu nog niet doen? Wordt er op school ook aan duurzaamheid gedacht? Zo ja, hoe duurzaam is de school en wat kan beter? Zelfstandig werken Eventueel kunnen delen van de extra activiteit en deze lessen, bijvoorbeeld het schrijven van het krantenartikel, heel goed zelfstandig als taak of als huiswerk worden gemaakt door de leerlingen. Extra activiteiten
Oud brood Veel brood wordt weggegooid. Dit gebeurd bij supermarkten en bakkerijen, wanneer het brood niet verkocht wordt. Ook consumenten gooien veel brood weg, omdat het brood minder smakelijk wordt. Maar oud brood is erg goed te gebruiken in verschillende recepten. Laat de leerlingen allemaal één recept zoeken waarin oud brood wordt toegevoegd. De recepten kunnen worden overgeschreven of getypt en daarna zelf worden geïllustreerd doormiddel van tekeningen of foto’s. Uiteindelijk kunnen de recepten voor alle leerlingen worden gekopieerd, zodat iedereen zijn eigen ‘oud brood recepten boek’ heeft.
Presentatie maken Laat de leerlingen een presentatie maken over de 4 eerder onderzochte onderwerpen, of over één van de onderwerpen. - Vlees uit de bio-industrie - Biologisch voedsel - Streekproducten - Genetisch gemanipuleerd voedsel U kunt zelf kiezen hoe deze gepresenteerd wilt zien of laat de leerlingen zelf een vorm uitkiezen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een PowerPoint presentatie of aan een korte spreekbeurt.
Achtergrondinformatie 5.1 De geschiedenis van brood De ontdekking van brood Brood wordt al eeuwen door mensen gegeten. Het eerste brood werd ontdekt door de jagerverzamelaars. Deze eerste mensen leefden van wat ze in de natuur vonden. Terwijl de mannen op jacht gingen, verzamelden de vrouwen knollen, wortels, vruchten en zaden zoals de korrels van wilde granen. Wanneer ze honger kregen, kauwden ze op de granen. Het speeksel in de mond zorgde ervoor dat de korrels zacht werden. Later werden de graankorrels gemalen met een steen en in water geweekt, zo ontstond een soort broodpap. Het weken werd soms ook gedaan met bloed van dieren of met gesmolten vet. Het brood werd gebakken op een gloeiend hete steen of in warme as. Wanneer het brood gebakken werd was het heerlijk zacht, maar zo gauw het afkoelde werd het keihard. Het heiharde brood werd weer geweekt in water en opnieuw gebakken. Rond 4.500 voor Christus vestigden de eerste boeren zich en werd graan verbouwd. De ontdekking van gist Rond 1.500 jaar voor Christus werd in Egypte ontdekt dat brood kon rijzen. Een slaaf had als taak iedere dag vers brood te bakken. Brood dat ouder was dan een dag, was keihard en daardoor niet te eten. Op een dag ontdekte de slaaf dat hij nog een restje brooddeeg van de vorige dag had staan. Omdat de slaaf bang was dat iemand het merkte, stopte hij het oude brooddeeg bij het nieuwe brooddeeg. De broden die hij hiermee maakten waren veel luchtiger en lekkerder en de slaaf kreeg veel positieve reacties op zijn brood. Voortaan maakte de slaaf zijn broden altijd met een restje oud brooddeeg (zuurdeeg) erin. De Egyptenaren bedachten ook de eerste luxe broden. Ze mengden door het brooddeeg lotusbloemen, honing, vijgen, amandelen en dadels, waardoor het brood extra lekker werd. Brood in Nederland In ons land werd het brood lange tijd thuis gebakken, we kenden nog geen bakkers. Tijdens de middeleeuwen vestigden de eerste bakkers zich in de steden. Voor het bakken van het brood werd vooral rogge gebruikt. Rogge was goedkoper en werd daardoor vooral gegeten door de lage bevolkingsklassen. Het brood had een zwarte kleur. Het brood dat van tarwe werd gemaakt, werd alleen gegeten door de rijke mensen. Dit brood werd herenbrood genoemd of witbrood. Om het brood te reizen werd zuurdeeg (het deeg van de vorige dag) of zure wijn gebruikt. Pas in de de 19 eeuw werd gist ontdekt, zoals wij die kennen. 5.2 Het brood De hoofdstoffen Meel Het meel voor brood wordt gemaakt van granen. Hierbij wordt meestal gelijk gedacht aan tarwe, dat is logisch want het meeste brood wordt ook gemaakt van tarwe. Tarwe is niet alleen de meest gebruikte graansoort, maar ook de oudste. Gemalen tarwe geeft in eerst instantie volkoren tarwemeel, hier wordt volkoren brood van gebakken. Wanneer de kiem en de zemel van tarwe korrel in het volkoren tarwemeel worden gescheiden houd je tarwebloem over. Van tarwebloem wordt witbrood gemaakt. Tarwe heeft een hoog glutengehalte, hierdoor is het een uitermate geschikt product voor brood. Gluten zijn eiwitten die het brooddeeg elastisch maken. Elastisch deeg is erg belangrijk voor het rijzen van het brood, hierdoor wordt hij lekker luchtig. Behalve van tarwe kan brood ook gemaakt worden van gerst, gierst, haver, rogge, maïs en spelt. Maar er zijn nog veel meer soorten graan. Van deze soorten wordt ook meel gemalen, dat de bakker vaak weer gebruikt om meergranenbrood van te maken.
Gist Gist zorgt ervoor dat het brood luchtig wordt. Gist heeft een lichtbruine, grijze kleur. Het ziet er uit als klei, maar valt snel uit elkaar als je het beet pakt. Gist bestaat uit schimmels. Deze zogenoemde gitschimmels voeden zich met suiker uit het meel. Hierdoor ademen ze gasbelletjes uit, ook wel koolzuurgas genoemd. Het koolzuurgas dat zich, vanuit het gist, in de het brooddeeg ontwikkeld kan niet ontsnappen door de taaie deegmassa. Het koolzuurgas duwt hierdoor het deeg van binnenuit alle kanten op. Het deeg wordt hierdoor steeds groter en luchtiger. Gist wordt op grote schaal in tanks gekweekt in de industrie. In deze tanks wordt een grote hoeveelheid suikerhoudende vloeistof gepompt, hieruit groeit de gist. Nadat de suikerhoudende vloeistof uitgegroeid is tot gist, wordt deze geperst en gedroogd. Deze gist is de gist die in brood gebruikt word bij bakkers en ik fabrieken. Water Water is nodig om alle ingrediënten tot een gladde massa te vererken, zodat deze soepel en kneedbaar wordt. In sommige gevallen wordt een deel van het water vervangen door melk, hierdoor wordt de voedingswaarde van het brood verhoogd. Zout Brood bevat maar een klein deel zout. Een boterham van 35 gram bevat ongeveer 0.4 gram zout. Het zout wordt toegevoegd voor de smaak van het brood en verstevigd de eiwitwerking. De hulpstoffen Broodverbetermiddelen Broodverbetermiddelen zijn samengestelde grondstoffen die voor het bakken van het brood worden toegevoegd aan het brooddeeg, zodat deze langer vers blijft, deze luchtiger wordt of malser blijft. Daarnaast kunnen ze het bakproces versnellen of verbeteren. Broodverbetermiddelen bestaan uit een combinatie van ingrediënten. Deze ingrediënten kunnen melkproducten, vetten, suikers, emulgatoren (een stof die het mogelijk maakt om vet en water te vermengen tot één geheel), enzymen ( een eiwit die als hulpstof dient voor allerlei chemische processen), gluten, eibestanddelen, sojameel en/of meelverbetermiddelen zijn. Ingrediënten ter verkrijging van variatie in smaak en uiterlijk Aan brooddeeg kunnen veel ingrediënten toegevoegd worden om de smaak of het uiterlijk van het brood te veranderen. Denk hierbij aan gezonde en lekker vruchten, zaden en pitten. Voorbeelden hiervan zijn krenten, rozijnen of fijngehakte noten als hazelnoot, walnoot en amandel. Soms worden over het brood gezonde versiering gestrooid, zoals maanzaad, sesamzaad, zonnebloempitten of geplet tarwezaad. 5.3 Duurzaam Duurzaamheid is een heel breed begrip. Het omvat alles wat te maken heeft met maatschappelijk verantwoord, milieuvriendelijk, en toekomstgericht leven. Het wordt voor mensen steeds belangrijker om voor het milieu te zorgen. Mensen zien het als hun taak de verantwoordelijkheid over het milieu te nemen voor de toekomstige generaties. Bijvoorbeeld: Wanneer de zeespiegel blijft stijgen door de opwarming van de aarde, zal dit grote gevolgen hebben voor de generaties na ons. Vele delen land, kunnen dan onderwater komen te staan. Definitie De huidige behoefte die de mensen op de aarde hebben en hoe dit in de toekomst ontwikkeld kan worden zonder dat de mensen, het milieu of de economie in gevaar komen. Milieutips Milieubewust eten Bij milieubewust eten kijk je naar waar het voedsel vandaan komt. Groenten, Granen en fruit van Nederlandse oogst, seizoensgerichte producten en streekproducten zorgen voor een zo laag mogelijke CO2 uitstoot doordat het vervoer van deze producten kort is. Ook het af en toe eten van een vegetarische maaltijd is een milieubewuste keuze. De vele dieren in de vleesindustrie, produceren een hoop broeikasgassen. Deze broeikasgassen zijn slecht voor het milieu en zorgen ervoor dat de aarde opwarmt. Door minder vlees te eten, zal de uitstoot ook verminderen. Daarnaast is er voor deze grote hoeveelheid dieren ook voeding
nodig. De productie van diervoeding zorgt voor ontbossing van het regenwoud en is er zeer veel water nodig voor de productie van dit voedsel. Wanneer je toch vlees wilt eten kun je kiezen voor een milieubewustere keuze van vlees, namelijk ‘biologisch vlees’. Dit vlees is te herkennen aan het beter leven keurmerk in de supermarkt. Verpakkingen Veel verpakkingen van voedsel zijn overbodig. Een voorbeeld: 4 appels zitten in een kartonnen houder en zijn vervolgens verpakt in plastic. Deze appels zouden ook gewoon direct in een papieren zak kunnen worden verpakt. De papieren zak kan vervolgens worden gescheiden bij het oud papier afval, welke weer gerecycled wordt tot nieuw papier. Bij de aankoop van etenswaren is het daarom belangrijk goed te kijken naar duurzame verpakkingen. Koop een boodschappentas! Het gebruik van een duurzame boodschappentas, zorgt ervoor dat er minder plastic tasjes worden gebruikt. Er worden jaarlijks ongeveer één miljard plastic tassen geconsumeerd. Dit belast het milieu enorm, het verbruikt grondstoffen, vergroot de afvalberg en komt vaak terecht bij het zwerfafval. Autogebruik De uitlaatgassen van een auto zijn erg schadelijk oor het milieu. Daarnaast wordt de brandstof die wordt gebruikt om de auto te laten rijden steeds schaarser. Kies daarom in plaats van de auto voor de fiets. Wanneer dit niet mogelijk is, omdat je een grote afstand moet afleggen, kies dan voor het openbaarvervoer. Ook kun je ervoor kiezen om te gaan carpoolen. Hierbij rijd je met meerder mensen in één auto, waardoor er minder auto’s hoeven te rijden. Bij de aanschaf van een auto kun je rekening houden met de zuinigheid van de auto, door middel van het energielabel. Dit label is aanwezig bij elke nieuwe auto en bevat gegeven over het brandstofgebruik, over de zuinigheid en over de CO2 uitstoot van de auto. Hoe groener het label, hou zuiniger en dus beter voor het milieu. Groene energie Biogas ontstaat door het mengen van mest van runderen en of varkens en kippen met natuurgras, restproducten van voedingsmiddelenindustrie en soms energiemaïs. Al deze producten bevatten veel energie (voedsel) voor de micro- organismen die tijdens het verteren van deze materialen gas gaan produceren. Er ontstaat dus een vergistings proces, Net als in het proefje met de ballon. Het gas is licht en gaat boven in de tank zitten. Hierdoor kan het gemakkelijk worden opgevangen. Met het verbranden van dit biogas kan water worden opgewarmd of groene stroom worden geproduceerd. Het overgebleven mengsel heet digestaat en wordt gebruikt voor het bemesten van het land.
Nederland is vlak en het waait er vaak. Dit maakt ons land zeer geschikt om windenergie op te wekken. Het draagt daarnaast bij aan de vermindering van de CO2 uitstoot en het is ook nog eens goedkoop. Het is alleen niet goedkoper dan de elektriciteit opgewekt door steenkool of gas. Een ander voordeel van wind is dat deze altijd aanwezig is. Steenkool en gas zouden op ten duur op kunnen raken. Ook zonnepanelen zijn een vorm van groene energie. Zonnepanelen zetten het zonlicht om in elektriciteit (zonnestroom). Het is een gemakkelijk toepasbare en milieuvriendelijke techniek om elektriciteit op te wekken. Wanneer er teveel opgewekte elektriciteit is, kan deze eenvoudig aan het elektriciteitsnet worden geleverd. Zonnepanelen kunnen gemakkelijk op een dak van bijvoorbeeld een huis, een kantoorpand of een school worden geplaatst. Natuurlijk is de belangrijkste energietip om gewoon zuinig te zijn met energie. Je kunt zelf ook om heel veel besparen. Zet bijvoorbeeld de verwarming een beetje lager en trek een dikke trui aan, laat de kraan niet openstaan tijdens het tandenpoetsen en douche niet te lang.
Duurzaamheid en brood Brood dat je in Nederland koopt is meestal gemaakt van een mengsel van verschillende tarwe soorten. Dit mengsel bestaat meestal uit 10% Nederlandse tarwe en 90% buitenlandse tarwe (uit Frankrijk, Duitsland, Amerika en Canada). In Nederland kan nooit genoeg tarwe worden verbouwd om alle Nederlands te voeden. Tarwe wordt dus vanuit het buitenland naar Nederland verscheept. Molen de Eendracht Het tarwemeel dat gebruikt wordt tijdens de lessen ‘Duurzame broodjes bakken’ wordt geproduceerd in molen de Eendracht in Alphen aan den Rijn. Deze werd in 1752 gebouwd. Deze korenmolen maalt nog steeds op authentieke wijze graan tot meel. Dit is een zeer duurzame manier van produceren. De molen draait immers door de wind.
Bijlagen ‘Duurzame broodjes bakken’ Werkboekje met antwoorden Recept volkorenbroodjes Recept jam Recept kruidenboter
Werkboekje met antwoorden
Natuur en milieu educatie
Naam:
Groep 8 Duurzame broodjes bakken
Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna
Werkblad 1 De geschiedenis van brood
Granenpapje Het eerste brood werd ontdekt door de jagers-verzamelaars, zij leefden van wat zij in de natuur vonden. Terwijl de mannen op jacht gingen, verzamelden de vrouwen knollen, wortels, vruchten en zaden. Zo ontdekten zij wilde granen. Deze wilde granen gebruikten zij om hun honger te stillen. Ze kauwden net zo lang op de korrels dat deze zacht werd door hun speeksel. Later kwam iemand op het idee om de korrels eerst te vermalen tussen een steen en deze daarna te weken in het water en te koken Hierdoor ontstond een soort broodpap, deze was een stuk makkelijker te verteren.
Wist je dat: De broden werden gebakken met een gat in het midden. Dit werd gedaan zodat de broden konden worden opgehangen. Zo kon het ongedierte de broden niet opeten.
Wist je dat: Soms lieten de mensen de gemalen korrels niet weken in het water, maar deden ze dit met het bloed van dieren of in gesmolten vet.
Keiharde pannenkoek De beste uitvindingen worden vaak met toeval ontdekt. Waarschijnlijk was er iemand die niet zo zin had in zijn papje. Hij legde zijn papje op een steen en ging ervan door. In de tussentijd warmde het papje langzaam op en ontstond er een soort zachte pannenkoek. Vanaf dat moment werd de broodpap gebakken op een gloeiend hete steen of hij werd gelegd in de hete as. Zo ontstonden de eerste broden. Deze broden waren niet echt smakelijk, zo gauw ze waren afgekoeld werden de broden keihard. Om de broden toch te kunnen eten, werden ze eerst geweekt in het water. Zo werden ze weer zacht.
Rijzend bood Rond 1.500 voor Christus werd in Egypte ontdekt dat brood kon rijzen. Een slaaf had als taak iedere dag vers brood te bakken. Op een dag ontdekte de slaaf dat hij nog een restje brooddeeg van de vorige dag had staan. Omdat de slaaf bang was dat iemand het merkte, stopte hij het oude brooddeeg bij het nieuwe brooddeeg. De broden die hij hiermee maakten waren veel luchtiger en lekkerder en de slaaf kreeg veel positieve reacties op zijn brood. Voortaan maakte de slaaf zijn broden altijd met een restje oud brooddeeg erin. Dit was het eerste gerezen brood
Brood in Nederland In ons land werd het brood lange tijd thuis gebakken, we kenden nog geen bakkers. Tijdens de middeleeuwen vestigden de eerste bakkers zich in de steden. Voor het bakken van het brood werd vooral rogge gebruikt. Rogge was goedkoper en werd daardoor vooral gegeten door de gewone mensen. Het brood had een zwarte kleur. Het brood dat van tarwe werd gemaakt, werd alleen gegeten door de rijke mensen. Dit brood werd herenbrood genoemd of witbrood. Om het brood te reizen werd zuurdeeg (het deeg van de vorige de dag) of zure wijn gebruikt. Pas in de 19 eeuw werd gist ontdekt, zoals wij die kennen.
Werkblad 2 Spreekwoorden, uitdrukkingen en gezegden
In de Nederlandse taal kennen we veel spreekwoorden en gezegden. Een spreekwoord of gezegde is een korte, krachtige uitspraak die een waarheid of wijsheid bevat. Deze spreekwoorden en gezegden zijn vaak al heel oud en zijn lang geleden ontstaan.
Zoek zoveel mogelijk spreekwoorden, uitdrukkingen of gezegdes met het woord brood erin. Schrijf de betekenis van spreekwoorden er ook bij. Zorg ervoor dat ze allemaal een andere betekenis hebben.
1.
Broodmager zijn Betekenis: Iemand die heel erg dun is. Dit gezegde komt uit de achttiende eeuw. In die tijd aten mensen die erg arm waren, alleen maar karig brood. Karig is een ander woord voor weinig of mager. Zij aten dus brood met weinig of mager beleg. Arme mensen waren vaak dun, omdat ze weinig voedsel konden kopen. Deze arme mensen waren net zo mager (belegd) als hun brood. Ze waren dus broodmager.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
2.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
3.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
4.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
5.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
6.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
7.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
8.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
9.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
10.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
11.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
12.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
13.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
14.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
15.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
16.
………………………………………………………………………………………………
Een broodjeaapverhaal Betekenis: Een verzonnen verhaal De naam een broodjeaapverhaal komt uit het boek een broodje aap uit 1978. In dit boek werd een verhaal verteld over een vrachtwagen van een hamburgerrestaurant die van achteren wordt aangereden. Hierdoor valt de achterklep open. De vrachtwagen zit zo vol dat de ingrediënten van de hamburgers naar buiten vallen, waaronder een dode aap! Natuurlijk was dit een verzonnen verhaal, maar mensen begonnen te geloven dat er echt broodjes aap werden verkocht. Toen duidelijk was dat dit een verzonnen verhaal was, ontstond de naam broodjeaapverhaal.
…………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… 17.
……………………………………
…………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… …………………………………………… 18.
……………………………………
…………………………………………… ………………………………………………………………………………………………... 19.
………………………………………………………………………………………………... ……………………………………………………………………………………………......
20.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
21.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
22.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
23.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
24.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
25.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
26.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
27.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
28.
……………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………
29.
……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. …………………………………………….
30.
……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. …………………………………………….
Brood en spelen Dat gene waarmee het volk tevreden wordt gehouden. De Romeinse schrijver Juvenalis bedacht dit spreekwoord ca. 60-140 na Christus. Juvenalis gebruikte de term brood en spelen sarcastisch: hij wilde ermee aangeven dat het Romeinse volk oogkleppen op had voor het verval van het Romeinse Rijk. Zolang er maar brood werd uitgedeeld en spelen werden georganiseerd, was het volk tevreden, en keek het niet verder dan zijn neus lang was.
Werkblad 3 werking van gist Om brood te maken heb je meel, water, zout en ook gist nodig. Gist zorgt ervoor dat het brood gaat rijzen. Het rijzen is belangrijk, omdat het brood zo groot en luchtig wordt. Zonder het rijzen van het brood, zou het brood keihard zijn! Maar wat gebeurd er eigenlijk in het brood als het gist gaat rijzen? Hoe komt het dat gist er voor zorgt dat het brood luchtig wordt? Dat gaan we uitzoeken aan de hand van een leuke proef. Volg de stappen van de proef en ontdek samen hoe gist werkt. Stap 1 – Zorg ervoor dat je alle spullen binnen handbereik hebt. De spullen die je nodig hebt zijn: Een fles 7 gram gist 100 ml water 4 theelepels suiker ballon theelepel Stap 2 – Blaas de ballon een keer goed op en laat hem gelijk weer leeglopen. Niet laten knappen natuurlijk! Stap 3 – Doe het gist in de fles Wat denk je dat er gebeurd wanneer je suiker aan het mengsel toevoegt? Eigen antwoord leerling. (Er zullen belletjes ontstaan in het mengsel) Stap 4 – Voeg het suiker aan het mengsel toe. Gebeurd er hetzelfde als wat je had verwacht?
Uitleg: Gist bestaat uit schimmels. Deze schimmels zijn eigenlijk een soort gasfabrieken. Bij het toevoegen van de suiker, geef je de schimmels te eten. Het suiker is namelijk het voedsel voor de schimmels. Wanneer ze dit opeten gaan ze koolzuurgas produceren. Ze laten als het ware allemaal kleine windjes. De belletjes die ontstaan in de fles is het koolzuurgas.
Stap 5 – Doe vervolgens de ballon over de opening van de fles. Teken op de volgende bladzijde in het eerste kader hoe de opstelling van de fles met de ballon er uit ziet, voordat het gist zijn werk heeft gedaan. Stap 6 – Zet de fles nu weg op een warme plek, het liefst boven een verwarming die aan staat. Vanaf nu moet je wachten totdat er iets gaat veranderen. Beantwoord nog wel even de vraag!
Wat denk je dat er gaat gebeuren? Eigen antwoord leerling. (De ballon zal groter worden, hij wordt opgeblazen door het koolzuurgas dat wordt geproduceerd door het gist). Stap 7 – Wat gebeurd er, had je dat verwacht? Eigen antwoord leerling
Uitleg: Al het koolzuurgas dat de schimmels produceren hoopt zich op in de fles. Het koolzuurgas kan niet naar buiten. Hierdoor wordt de ballon opblazen. Doordat de deegmassa erg taai is kan het koolzuurgas ook hier niet ontsnappen. De ballon en het deeg krijgen hierdoor hetzelfde effect. Het deeg wordt eigenlijk ook opgeblazen net als de ballon. Het koolzuurgas dat wordt geproduceerd door de schimmels, na het toevoegen van de suiker, zorgt er dus voor dat het brood luchtig wordt. Hoe warmer het is, hoe sneller de schimmels koolzuurgas produceren.
Stap 8 – Teken in het tweede kader hoe de fles met ballon er uit ziet na de proef. Nu kun je duidelijk bekijken wat het gist gedaan heeft in de fles.
Voor
Na
Werkblad 4 Graansoorten Dieren en planten worden ingedeeld in families. Graan is de verzamelnaam voor de landbouw gewassen die behoren tot de grasfamilie. Met graan wordt onder andere tarwe, gerst, haver en rogge bedoeld, maar ook maïs en rijst behoren tot deze groep. Je herkent ze aan hun lange stengels met daar boven op een pluim of aar. In de aar groeien de korrels of zaden. Daar is het de akkerbouwer om te doen. 1. Hieronder zie je de afbeeldingen van rijst, haver, tarwe, maïs, gerst en rogge. Plaats de juiste naam bij de juiste afbeelding. Gebruik hiervoor het internet.
1= Tarwe
3= Haver 2=Rogge
5= Maïs 4= Gerst
6= Rijst
Wist je dat:
Vaak wordt gezegd dat hoe donkerder het brood is, hoe gezonder deze is. Vroeger was dat misschien zo, Maar tegenwoordig wordt er aan dit brood kleurstof toegevoegd zodat hij donkerder wordt. Helemaal niet gezonder dus!
2. Lees de onderstaande uitspraken. Welke uitspraak hoort bij welke graansoort? Graansoort Rijst
Gerst
Uitspraak Groeit vooral in Azië. Het klimaat is daar aangenamer voor deze plant. Ook in warmere Europese streken wordt deze plant soms geteeld. Wordt in Nederland voornamelijk geteeld als diervoerder. In warmere landen wordt dit product ook geteeld voor zetmeel in voedingsmiddelen De meeste van deze korrels worden verwerkt tot paardenvoer. Paarden krijgen er veel energie van en gaan er harder van rennen. Dit is een belangrijke grondstof voor bier en diervoerders.
Rogge
Van deze korrels wordt maar één soort brood gemaakt
Tarwe
De meest gebruikte graansoort. Bijna alle brood- en deegproducten van meel worden gemaakt van deze korrels
Maïs Haver
3. Bekijk nogmaals de afbeeldingen van de verschillend graanplanten. Schrijf bij elke plant op hoe hij er uitziet. Welke overeenkomsten zie je tussen de graanplanten? Wat zijn de grootste verschillen onderling? Let vooral op de vorm van de plant, de wortels en de vorm van het blad. Waar groeien de zaden die wij graag willen oogsten? Maïs…Eigen antwoord leerlingen ………………………………………………………………………………………………...……… ………………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………………... Haver………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………….. ………………………………………………………………………………………………………... Tarwe………………………………………………………………………………………………… ...……………………………………………………………………………………………………… ...……………………………………………………………………………………………………… Rijst…………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………………... ………………………………………………………………………………………………………... Rogge……………………………………………………………………………………………….. …...…………………………………………………………………………………………………… …...…………………………………………………………………………………………………… Gerst…………………………………………………………………………………………………. ..………………………………………………………………………………………………………. ..………………………………………………………………………………………………………. De korrels of zaden van de graanplanten worden gebruikt om bijvoorbeeld meel van te maken voor brood. Er blijft nog een heel groot deel plant over, waarmee geen meel kan worden gemaakt. Deze twee onderdelen worden tijdens het oogsten gescheiden door een landbouwmachine, of te wel een combine. Dit wordt uitgesproken als ‘Kombain’. De combine is te zien op het bovenste plaatje. Op het onderste plaatje kun je zien hoe de combine er van binnen uit ziet en wat er binnenin de maaidorser gebeurd. 4. Kun je navertellen wat je op de tekening ziet? Waar komen de korrels terecht? En waar de rest van de plant? De machine snijdt de stengels af. Deze gaan de machine in. In de machine worden de zaden uit de aren geschud. De zaden zijn klein en vallen naar beneden, waarbij ze uiteindelijk na een lang weg door de pijp in de kar van de tractor vallen. De stengels vallen aan de achter zijde van de combine weer naar Buiten op het land.
5. Wat zou er van het overgebleven materiaal gemaakt worden? De stengels van de planten blijven op het land liggen, ze liggen te drogen. Dit wordt uiteindelijk stro voor het vee.
Werkblad 5 Krantenartikel over duurzaamheid
Wat eten we in Nederland in 2050 ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. ……………………………………………. …………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
…………………………………………….
…………………………………………….
……………………………………………
Recept volkorenbroodjes Ingrediënten: 750 gram volkorenmeel 750 gram bloem 21 gram gist 30 gram zout 810 ml water Eventueel 30 gram boter of olie Wat je verder nodig hebt: Schoon werkblad Extra bloem (500 gram) Kookwekker Thermometer Ruime kom Theedoek Bakpapier & pen Bakplaten Oven(s) Bereiding Vermeng het volkorenmeel met de bloem en het zout op het werkblad of aanrecht. Maak in het midden een kuiltje. Verwarm het water tot lauwwarm en ca. 35 graden. Je kunt ook warm water uit de kraan nemen en deze even temperaturen. Meng het gist aan met een deel van het vocht en schenk dit met de rest van het vocht in het kuiltje. Roer het vocht met uw vinger of een houten lepel van het midden uit door de bloem en kneed het daarna tot een soepel deeg. Leg het deeg in een ruime kom en dek het losjes af met een schone en vochtige theedoek. Zet het deeg vervolgens 30 a 45 minuten op een warme plaats om te rijzen (in de buurt van de verwarming en vooral niet op de tocht) en kneed het dan weer goed door. Leg het vervolgens weer 30 a 45 minuten te rijzen. Maak er vervolgens kleine broodjes van met elkaar. Verdeel de broodjes met voldoende ruimte eromheen over de bakplaten die bekleed zijn met bakpapier. Schrijf je naam even bij je eigen broodje. Afbakken in een voorverwarmde oven op 240 °C in ongeveer 25 minuten.
Recept Aardbeienjam Ingrediënten: 1000 gram aardbeien 1000 gram geleisuiker Sap van 1 citroen Wat je verder nodig hebt: Een grote pan die hoog en breed is Nog een pan Een theedoek 3 lege jampotjes Mesje Voorbereidingen: Snij de kroontjes van de aardbeien en verwijder met een mesje de harde witte kern. Dep de aardbeien vervolgens schoon met een vochtige handdoek. Kook de lege jampotjes even in kokend water. Leg een vochtige doek op het werkblad of aanrecht. Ze te schoongekookte potjes op de kop op de vochtige doek. Pas op! De potjes zijn erg heet als je ze uit het water haalt. Bereiding: Kook de aardbeien met het citroensap in een pan tot moes. Er mogen natuurlijk nog stukjes aardbei herkenbaar blijven. Neem de pan van het vuur en giet de suiker bij de moes. Roer tot de suiker is opgelost. Zet daarna de pan weer op het vuur en laat de jam inkoken tot je denkt dat deze dik genoeg is. Doe een klein beetje jam op een koud bordje, laat een minuut afkoelen en kijk of de jam stevig is door er even met een vinger op te drukken. Giet de hete jam in de hete potjes. Als je schroefdeksels gebruikt: draai de deksels stevig dicht en laat de potjes op de kop afkoelen, zodat ze vacuüm trekken
Recept Kruidenboter Ingrediënten: 400 gram ongezouten roomboter ( op kamertemperatuur 6 eetlepels, fijngesneden peterselie 4 eetlepels, fijngesneden bieslook 4 teentjes knoflook, geperst 3 theelepels citroensap. Zout Peper Wat je verder nodig hebt: Snijplank Mes Kom Sinaasappel/citroenpers Knoflookpers Lepel Schaaltje Koelkast Bereiding: Het maken van kruidenboter gaat een stuk makkelijker als de boter zacht is. Haal de boter daarom van tevoren (ongeveer een half uur) uit de koelkast en laat de boter rustig op kamertemperatuur komen. Snij vervolgens de peterselie en de bieslook fijn, doe ze in een kom en meng ze door elkaar heen. Neem één citroen en pers deze. Voeg vervolgens drie theelepel citroensap toe aan het kruidenmengsel en roer. Verwijder de schilletjes van de knoflookteentjes. Pers de teentjes met behulp van een knoflookpers uit boven de kom. Meng de knoflook door het kruidenmengsel. Voeg naar smaak zout en eventueel peper toe aan het kruidenmengsel. Is het kruidenmengsel goed van smaak? Zo ja, dan is het tijd om de boter toe te voegen. Roer de zachte boter door het kruidenmengsel. Zorg ervoor dat de kruiden en de boter helemaal met elkaar worden vermengd. Als alles een mooi geheel vormt, schep de kruidenboter van de kom over naar een mooi schaaltje. Vervolgens moet de boter een uurtje in de koelkast worden gezet. Zo kunnen smaken van de kruiden goed in de boter treken. Voor het eten de boter een half uurtje uit de koelkast halen en eet smakelijk maar!