Natuur & Milieu Educatie
Groep 7 Fruit in de mix
Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Leerdoelen, doelgroep, samenvatting 3. Lesschema 4. Inhoud en organisatie van de les 5. Achtergrondinformatie
Bijlagen Werkboekje ‘Fruit in de mix’
1.
Inleiding
‘s Morgens bij het ontbijt, tijdens de schoolpauze of ’s avonds na het eten, fruit kan eigenlijk altijd en is ook nog eens heel erg gezond. Doordat er zoveel soorten fruit zijn, zit er eigenlijk altijd wel wat tussen wat jij lekker vind. Veel keuzes dus, maar waar komt het fruit dat wij in de supermarkt of bij de groenteboer kopen eigenlijk vandaan?
2.
Leerdoelen, doelgroep, samenvatting
Leerdoelen De leerlingen kunnen de herkomst van fruit benoemen. De leerlingen kunnen een onderscheid maken tussen fruit uit Nederland, fruit uit Europa en Exotisch fruit. De leerlingen kennen het verschil tussen groente en fruit. De leerlingen weten waar de bananenteelt plaatsvindt en onder welke omstandigheden. De leerlingen kennen de begrippen biologische teelt en eerlijke handel. De leerlingen leren door middel van standpunten hun mening te onderbouwen. Doelgroep Dit materiaalpakket is bedoeld voor groep 7 van de basisschool. Samenvatting Er bestaan een hoop soorten fruit, maar waar komt het fruit dat wij in de supermarkt of bij de groenteboer kopen eigenlijk vandaan? Wat is exotisch fruit? Wordt het fruit op een duurzame of biologische manier geteeld? Wat is fair trade en wat is het voordeel van deze eerlijke handel. Met dit materiaalpakket bekijken leerlingen fruit eens op een hele andere manier. Ze leren alles over de herkomst van fruit, de fruithandel en zullen hier uiteindelijk hun eigen mening over gaan leren vormen. Natuurlijk mogen de leerlingen ook lekker proeven!
3.
Lesschema
Lesactiviteit Introductieles Klassikaal gesprek over fruit. Maak een woordenweb van alle soorten fruit die de leerlingen kennen. De leerlingen kunnen hun eigen fruit meenemen. Introduceer het werkboekje en werkblad 1. Bekijk de wereldkaart en plaats de verschillende soorten fruit op de juiste plek op de kaart Nabespreking, introduceer de begrippen Nederlands fruit, Europees fruit en exotisch fruit. Maken werkblad 2, categoriseren fruit.
Tijd 45 min.
Materiaal Werkboekje Pen Computer met Internet
Werkvorm Klassikaal gesprek (klassikaal) Werkblad 1 maken (opdracht in groepjes) Bespreken werkblad 1 (klassikaal) Maken werkblad 2 (klassikaal)
Kernles(sen) Terug kijken naar de vorige les. Maken werkblad 3 groente en fruit. Maken werkblad 4 fruit onderzoek Maak een gemengde fruit salade voor de hele klas.
45 min.
Verwerkingsles Terugkijken vorige lessen Bekijken filmpje over fair trade Maken werkblad 5 over fair trade Introduceer het begrip ‘ideale’ banaan en leg uit wat de gevolgen hiervan zijn. Maken werkblad 6 over bestrijdingsmiddelen Aan de hand van werkblad 7 op zoek naar argumenten Debatteren
75 min.
Werkboekje Pen Messen Snijplanken
Werkboekje Pen Computer met internet
Klassikaal gesprek (klassikaal) Werkblad 3 maken (individueel) Werkblad 3 bespreken (klassikaal) Werkblad 4 maken (opdracht in groepjes) Opdracht 4 bespreken (klassikaal) Klassikaal gesprek (klassikaal) Werkblad 5 (zelfstandig) Werkblad 5 bespreken (klassikaal) Werkblad 6 maken (zelfstandig) Werkblad 6 bespreken (klassikaal) Werkblad 7 maken (Opdracht in groepjes) Debatteren (klassikaal)
4.
Organisatie en inhoud van de les
Les 1 Introductieles Voorbereiding: Zorg van te voren dat de werkboekjes voor alle leerlingen klaarliggen. Voor het maken van de opdrachten in het werkboekje hebben de leerlingen een computer met Internet nodig. Inleiding: Start met een kort klassikaal gesprek over fruit. Wat voor soorten fruit kennen de leerlingen? Heel bekend fruit als appels en peren, maar kennen ze ook fruit dat minder bekend is zoals een granaatappel of een passievrucht? Maak op het schoolbord een woordenweb van alle soorten fruit die de kinderen kunnen opnoemen. Vertel vervolgens dat de kinderen de komende lessen meer leren over fruit en hoe dit in Nederland terecht komt. Vandaag gaan ze onderzoeken waar het fruit vandaan komt. De leerlingen kunnen ook allemaal een eigen stuk fruit meenemen. Welke ander fruit kennen ze nog meer? Kennen de leerlingen al het fruit, of zitten er ook fruitsoorten tussen die waarvan zij nooit eerder hadden gehoord? Kern: De leerlingen gaan onderzoeken waar het fruit vandaan komt. In groepjes gaan ze onderzoeken vanuit welk land het fruit naar Nederland wordt geëxporteerd? Dit doen ze door middel van het invullen van werkblad 1. Op dit werkblad is een wereldkaart afgebeeld waarop alles kan worden geschreven. Er kan ook een kleine competitie van deze opdracht worden gemaakt. Wie heeft als eerste alle fruit soorten op de juiste plek op de kaart geplaatst? Het werkblad kan klassikaal worden nagekeken. Dit kan gedaan worden door een wereldkaart op te hangen in de klas. De wereldkaart kan ook op het digitale bord worden geplaatst. De leerlingen kunnen vervolgens gaan vergelijken of ze dezelfde uitkomsten hebben gevonden. Afsluiting: Bespreek de les nog even na, wat hebben de leerlingen geleerd over de herkomst van fruit? Introduceer nu ook het begrip Nederlands fruit, Europees fruit en exotisch fruit. Plaats de verschillende soorten fruit in de drie verschillende categorieën. Doe dit aan de hand van werkblad 2. Les 2 Kernles Voorbereiding: Leg van te voren de werkboekjes weer klaar voor de leerlingen. Verder zijn in deze les verschillende materialen per groepje nodig, zoals een mes, een snijplank en verschillende bakjes. Daarnaast zijn natuurlijk ook de verschillende soorten fruit nodig uit het materiaalpakket, appels, peren, mandarijnen, meloen, bananen en kiwi’s. Als laatste hebben de leerlingen nog een pen nodig. Introductie: Kijk samen met de leerlingen nog even terug op de vorige les. Tijdens de les is er bekeken waar de verschillende soorten fruit soorten vandaan komen. Een Nederlandse vrucht, een Europese vrucht of een exotische vrucht. In deze les gaan we de vrucht onderzoeken. Kern: Tijdens deze les gaan we ons verdiepen in zes verschillende fruitsoorten. Allereerst gaan de kinderen zich verdiepen in het verschil tussen fruit en groente. Sommige fruitsoorten, hebben de kenmerken van groente en andersom. Hierover worden werkblad 3 groente of fruit gemaakt. Het is voor de leerlingen gemakkelijker om een plaatje van het fruit of groente soort te vinden op internet. Laat de leerlingen hierbij vooral zoeken naar plaatjes van de plant of boom waaraan het groente of fruit groeit. Hadden de leerlingen alles goed? Leg de leerlingen uit waarom een tomaat en komkommer wel de kenmerken hebben van fruit, maar toch als groente worden berekend. Informatie hierover is te vinden in de extra informatie. Vervolgens gaan de leerlingen het fruit van verschillende kanten bekijken. Dit gaan ze doen aan de hand van werkblad 4 fruitonderzoek. Afsluiting: Maak van het fruit dat over is een lekkere gemengde fruit salade voor iedereen. U kunt het fruit zelf snijden of de groepjes hun eigen fruit salade laten maken natuurlijk. Eet smakelijk!
Les 3 Verwerkingsles Voorbereiding: Tijdens deze les kijken de leerlingen naar twee filmpjes van Schooltv: (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051101_fairtrade01) (http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20051101_bananen01) Zorg dat u de filmpjes eenvoudig kunt oproepen op het digitale schoolbord. Wanneer u geen digitaal schoolbord heeft kunt u de filmpjes ook via de computer laten afspelen. Voor het maken van de opdrachten in het werkboekje hebben de leerlingen een computer met Internet nodig en een pen. Inleiding: Kijk samen met de leerlingen terug op de vorig lessen. De leerlingen hebben al ontdekt dat het fruit dat ze eten, vaak niet uit Nederland komt. Ze hebben ook verschillende soorten fruit onderzocht uit het materiaalpakket, waaronder de banaan. Hét nummer één fruit dat in Nederland wordt gegeten. Tijdens deze les gaan we het hebben over de bananenteelt. Bekijk de filmpjes over de bananenteelt en laat de leerlingen de opdrachten van werkblad 5a en 5b maken uit het opdrachtenboekje. De leerlingen gaan nadenken over de banenhandel en over eerlijke handel. Vinden de leerlingen het goed dat er een fair trade banaan bestaat? Denken leerlingen ook dat mensen deze banaan in de winkel kopen? Zouden zij de banaan gaan kopen? Kern: Een banaan die naar Nederland gaat, moet aan hele strenge voorwaarden voldoen. Hij moet de juiste diameter, lengte en gewicht hebben. Hierdoor proberen de boeren een soort ‘ideale’ banaan te telen. Doordat er alleen nog maar dezelfde bananen worden geteeld, neemt de biodiversiteit af. Bio = leven diversiteit = verscheidenheid. Biodiversiteit betekent dus de hoeveelheid verscheidenheid in leven of in dit geval soorten bananen. Biodiversiteit is erg belangrijk. Door de verscheidenheid in bananen worden bananen sterker en zullen er minder ziektes ontstaan. Door het telen van alleen maar dezelfde bananen, ontstaan wel ziektes. Alle ziektes die ontstaan bij het kweken van de ‘ideale’ banaan worden door de boeren bestreden. Deze ziektes zorgen er namelijk voor dat oogsten kunnen mislukken. De leerlingen starten met de opdracht over bestrijdingsmiddelen van werkblad 6. Leg de leerlingen allereerst uit wat biodiversiteit is en wat dat van invloed heeft op het gebruik van bestrijdingsmiddelen. Wat vinden de leerlingen van bestrijdingsmiddelen? Er zijn bananen die worden geteeld zonder het gebruik van bestrijdingsmiddelen, zouden de leerlingen deze eerder kopen dan de bananen die geteeld zijn bestrijdingsmiddelen? Welke banaan denken de leerlingen dat mensen in Nederland het meest kopen? Waarom? Laat de kinderen nu een debat voeren over de bananenteelt. De leerlingen worden opgedeeld in verschillende groepjes. Ieder groepje vertegenwoordigt een ander partij. Onderwerp: Er liggen te veel soorten bananen in de supermarkt en bij de groentewinkel. De consumenten weten niet meer welke ze moeten kiezen. Daarom wordt erover nagedacht om één banaan merk uit de verkoop te halen. De verschillende partijen verdedigen hun eigen banaan. Daarnaast krijgt elke partij 1 merk banaan toegewezen welke zij uit de verkoop willen halen. De verschillend partijen kunnen zijn: - Medewerkers van een grote reguliere bananenboer die Chiquita bananen verbouwt. - Een biologische bananenboer - Een kleine bananenboer die bananen verbouwd onder het fair trade merk Laat de kinderen allereerst samen overleggen welke argumenten ze kunnen gebruiken om hun mening te versterken. Dit kan gedaan worden door informatie op te zoeken op het internet. De leerlingen kunnen hun argumenten noteren op werkblad 7. De leraar(es) is de voorzitter van het debat en zegt wanneer welke partij aan de beurt is om te spreken. Probeer de leerlingen ook een beetje te sturen, wanneer ze vast lopen. Waarom zouden Nederlanders graag fair trade bananen willen kopen of reguliere bananen? Wat zijn de voordelen en nadelen van het merk banaan? Het debat kan op twee verschillende manieren vormgegeven worden.
1. Deel de leerlingen op in minstens 3 groepjes. Elk groepje krijgt een partij toegewezen en gaat zijn argumenten voorbereiden. Uiteindelijk wordt uit elk groepje 1 spreker aangewezen. Wanneer er meerder groepjes van dezelfde partij zijn, zullen er ook meerdere sprekers zijn. De sprekers moeten dan wel eerst van te voren overleggen over de argumenten en het eens worden hierover. 2. Deel de leerlingen weer op in groepjes van 3. De groepjes krijgen weer allemaal een eigen partij toegewezen en gaan hiervoor argumenten verzinnen. Uiteindelijk gaan alle leerlingen samen discussiëren. Van te voren worden met alle groepjes van dezelfde partij de argumenten weer doorgenomen. Beide manieren van debatteren kunnen worden toegepast. Met een hele grote groep kan alleen de laatste manier erg rumoerig worden. Waardoor er beter voor de eerste optie kan worden gekozen. Afsluiting: Ter afsluiting kunt u samen met de leerlingen nog eens nagaan wat nou hun mening is over de bananenteelt. Welke banaan zouden zij kopen?
Zelfstandig werken Eventueel kunnen delen van de extra activiteit en deze lessen heel goed zelfstandig als taak of als huiswerk worden gemaakt door de leerlingen. Extra activiteiten
Onderzoek naar fruitteelt in Nederland Bezoek samen met de leerlingen een boomgaard of kas waar fruit wordt geteeld. Zo kunnen de leerlingen van dichtbij bekijken, hoe het proces van fruit telen gaat.
Fruitsoorten spel Er bestaan veel soorten van één fruit. Denk bijvoorbeeld aan alle verschillende appels die in de winkel liggen, Jonagold, Elstar, Granny Smith enzovoort. Laat de leerlingen zoveel mogelijk soorten opzoeken. Hiervoor kunt u verschillende soorten fruit kiezen. Welke leerling kan de meeste merken vinden.
5.
Achtergrondinformatie
5.1 Soorten fruit Pitvruchten Appels Peren Sharon Vijgen Granaatappel Bessen en besvruchten Aalbessen Ananas Bananen Aardbeien Bosbessen Bramen Druiven Frambozen Veenbessen Cranberry’s Zwarte bessen Kiwi’s Lychees Passievruchten Papaja’s Durians Ramboetans
Citrusvruchten Citroenen Grapefruits Mandarijnen Sinaasappels Limoenen Steenvruchten Kersen Perziken Pruimen Nectarines Abrikozen Dadels Mango’s Avocado’s
5.2 Fruitteelt in Nederland Het telen van fruit was vroeger meestal onderdeel van een boerenbedrijf. Deze bedrijven hadden vaak kleine boomgaarden met hoge bomen. Vandaag de dag is het een specialisme geworden. Moderne fruitteeltbedrijven hebben zich steeds meer gespecialiseerd. Er zijn beter rassen ontstaan en de hoogstam is geweken voor laagstam. In Nederland wordt erg weinig fruit geteeld. Fruit dat geteeld wordt zijn appels, peren, pruimen en kersen. Deze groeien in boomgaarden. Ook wordt er kleinfruit verbouwd in Nederland. Dit zijn aardbeien, frambozen en verschillende soorten bramen en bessen. Dit kleinfruit wordt in de volle grond gekweekt, uitgezonderd van aardbeien. Aardbeien worden vaak in kassen gekweekt. Ook worden in Nederland soms kiwi’s gekweekt, ook dit gebeurd in kassen. Al het andere fruit dat je in de supermarkt of bij de groenteman kunt vinden komt niet uit Nederland. Appels en peren De boomgaard bestaat uit lange rijen kleine boompjes. De appelbomen worden om de vijftien jaar vervangen. Dat gaat niet ineens. Elk jaar wordt er 6% gerooid. Er komen jonge boompjes voor in de plaats die na twee jaar al gaan produceren. Peren bomen worden minder snel vervangen. Die laat men wel dertig tot veertig jaar staan. Een appelboompje bestaat uit een grote tak in het midden die naar boven wijst. Dit is de harttak. De andere takken groeien naar opzij. De fruitteller buigt de takken met touwtjes of gewichten naar beneden. Dan kan er veel zonlicht tussen de takken komen, Dat is goed voor de groei van de appels. Er kunnen wel 200 appels aan de zijtakken groeien. In april en mei lopen de bloemknoppen uit van de appel- en perenbomen. De bloemen moeten vruchten worden. Dat kan alleen als ze bestoven worden: er moet stuifmeel van de ene naar de andere bloem worden overgebracht. Dat doet de wind, maar ook bijen en hommels helpen bij de bestuiving. De fruitteler wacht niet tot die diertjes van zelf komen, maar huurt bijenvolken van een bijenhouder een imker. De bijen b=vliegen van bloem tot bloem om honing te verzamelen. Als ze een bloem bezoeken blijft wat stuifmeel aan hun pootjes plakken. Bij de volgende bloem waarop ze neerstrijken laten ze wat korrels stuifmeel achter. Zo raakt de bloem bevrucht en groeit deze uit tot een appel of een peer. Bij veel soorten appels en peren is het nodig dat er stuifmeel van een ander ras op de bloemen terecht komt. Daarom plaatst de fruitteler in zijn boomgaard twee of meerder
rassen. Bijvoorbeeld tussen appelbomen van het ras Jonagold, bomen van het ras James Grieve. En tussen het ras Golden Delicious, bomen van het ras Elstar. 5.3 Keurmerken voor fruit Fair trade Max Havelaar Het Max Havelaar keurmerk garandeert dat producten tegen een eerlijke prijs en onder goede handelsvoorwaarden zijn ingekocht bij boerenorganisaties en plantages in ontwikkelingslanden. De premie die zij ontvangen moet geïnvesteerd worden in sociale- en milieuprojecten, maar het keurmerk is in eerste instantie alleen een sociaal keurmerk. Wat betreft de milieuvriendelijkheid worden aan de boerenorganisaties en plantages eisen gesteld, voornamelijk voor de bananenteelt. Boerenorganisaties en plantages worden gestimuleerd over te stappen naar biologische teelt. Milieukeur Producten met het milieukeur voldoen aan bepaalde normen voor het gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest. Sommige chemische bestrijdingsmiddelen en kunstmest worden toegestaan Het doel van dit keurmerk is een vermindering van de belasting van het milieu. Het milieukeurmerk is een stuk minder streng dan het EKO-keurmerk. EKO Het EKO-keurmerk geeft een garantie voor een volledig biologisch product. Deze producten zijn geproduceerd zonder kunstmest en chemische bestrijdingsmiddelen. Daarnaast bevat een biologisch product geen kunstmatige toevoegingen. Overschakeling naar een biologische teelt is erg lastig. Eko-oké Het Eko-oké keurmerk is een keurmerk voor mensen die niet kunnen kiezen tussen een banaan met een EKO-keurmerk of een banaan met het Max Havelaar keurmerk. Dit keurmerk laat zien dat de banaan en biologisch verbouwd is en onder goede sociale omstandigheden. 5.4 Bananenteelt De banaan Er zijn verschillende typen bananen: in Nederland is de meest gebruikte banaan een vrucht van het ras Giant Cavendish die vers kan worden gegeten. Dit is de gewone gele banaan die je overal in de supermarkt vind. Maar in veel tropische landen worden bananen gebruikt die eerst moeten worden gebakken en die zo in maaltijden worden verwerkt. Dit zijn bakbananen. Opvallende andere typen zijn de rode banaan, de appelbanaan, de babybanaan en de golden banaan. Een banaan die naar Nederland gaat, moet aan hele strenge voorwaarden voldoen. Hij moet de juiste diameter, lengte en gewicht hebben. Hierdoor proberen de boeren een soort ‘ideale’ banaan te telen. Doordat er alleen nog maar dezelfde bananen worden geteeld, neemt de biodiversiteit af. Bio = leven diversiteit = verscheidenheid. Biodiversiteit betekent dus de hoeveelheid verscheidenheid in leven of in dit geval soorten bananen. Biodiversiteit is erg belangrijk. Door de verscheidenheid in bananen worden bananen sterker en zullen er minder ziektes ontstaan. Door het telen van alleen maar dezelfde bananen, ontstaan wel ziektes. Alle ziektes die ontstaan bij het kweken van de ‘ideale’ banaan worden door de boeren bestreden. Deze ziektes zorgen er namelijk voor dat oogsten kunnen mislukken. Ziektes Bananenplantages in Afrika, Azië en Midden Amerika worden ernstig bedreigd door de zwarte Sigatoka ziekte, veroorzaakt door een schimmel. De schimmel tast de bladeren van de bananenboom aan, waarop eerst geelzwarte vlekken ontstaan waarna de bladeren en vervolgens de gehele plant afsterft. Een andere belangrijke schimmelziekte die de bananenteelt bedreigd is de Panama ziekte, vernoemd naar het land waar de ziekte voor het eerst de kop op stak. De ziekte wordt ook veroorzaakt door een schimmel en komt momenteel voor in de bananenteelt over de hele wereld. De schimmel komt voor in de grond en dringt de houtvaten van de wortels binnen waar hij met zijn schimmeldraden en sporen het watertransport belemmert waardoor bovengrondse bladeren geel worden en verwelken. Uiteindelijk zullen hierdoor de bomen doodgaan. De banaan die wij dagelijks bij ons ontbijt of lunch eten zou wel eens van ons menu kunnen verdwijnen als er niet snel iets gebeurt.
Populariteit van de banaan Mondiaal is de banaan de meest populaire vrucht, en na rijst en tarwe het belangrijkste voedsel dat gegeten wordt. Voor ontwikkelingslanden in tropen en subtropen zijn bananen naast dagelijks voedsel (90% van de productie) ook een belangrijk exportproduct dat geteeld wordt in grote plantages die vaak door multinationale ondernemingen worden gerund. Bananen zijn het hele jaar te koop in alle westerse supermarkten
Werkboekje met antwoorden
Natuur en milieu educatie
Naam:
Groep 7 Fruit in de mix
Dit is een product van Stichting Vogelpark Avifauna
Werkblad 1 Waar komt ons fruit vandaan? Vul
Werkblad 2 Nederlands, Europees of exotisch fruit? 1. Teken het klassikale woordenweb die jullie samen maken in het onderstaande vak. Als start staan de eerste 3 fruitsoorten alvast opgeschreven. Welke fruitsoorten kennen jullie nog meer?
Appel
Fruit Peer
Banaan
2. Ga op onderzoek uit met je groepje. Zoek op internet waar de fruitsoorten oorspronkelijk vandaan komen. Vanuit welk land wordt het fruit geporteerd naar Nederland? 3. Kleur de legenda op kaart. Geef de landen op de kaart waar het fruit vandaan komt dezelfde kleur. Vul daarna de onderstaande grafiek in. Welk fruit komt uit Nederland, welke uit Europa en welk fruit is exotisch?
Nederlands fruit
Europees fruit
Exotisch fruit
Werkblad 3 Groente of fruit? Fruit is heel simpel gezegd een verzamelnaam voor suikerhoudende eetbare vruchten van een boom of een plant. Groente zijn eetbare delen van de platen. De plant of boom waar fruit aan groeit, gaat niet verloren bij het oogsten. Bij groente daartegen is dat wel zo. Groente is vaak een éénjarige plant of de plant gaat verloren bij de oogst. Denk bijvoorbeeld aan een wortel. Een ander verschil is dat groenten vaak aan een kruidachtige plant groeien en fruit meestal aan een houtachtige plant. 1. Lees de bovenstaande tekst nog eens goed door. Vul aan de hand van de tekst de onderstaande tabel in. Om je een beetje op weg te helpen zijn er alvast een paar kenmerken ingevuld. Kenmerken groente Eetbare delen van planten Groeit vaak aan kruidachtige plant Eenjarige plant, of de plant gaat verloren bij de oogst
Kenmerken fruit Suikerhoudende eetbare vrucht die rauw wordt gegeten. Groeit vaak aan houtachtige plant Plant of boom wordt ouder dan 1 jaar, meerjarig.
2. Het verschil tussen groente en fruit lijkt heel gemakkelijk, maar dat is het vaak niet. Probeer het zelf maar eens uit. Onderzoek of de onderstaande producten groente of fruit zijn aan de hand van de kenmerken. Tip: gebruik het internet om plaatjes op te zoeken van de planten of bomen waaraan de vruchten groeien. Zoek bij twijfel ook op of de vruchten groente of fruit zijn.
Aardbei
Kiwi
Is een suikerhoudende eetbare vrucht, wordt rauw gegeten = Fruit Groeit aan kruidachtige plant = Groente Plant wordt ouder dan 1 jaar = Fruit
Suikerhoudende eetbare vrucht, wordt rauw gegeten = Fruit Groeit aan kruidachtige plant = Groente Plant wordt ouder dan 1 jaar = Fruit
De aardbei heeft dus eigenschappen van groente en fruit, maar is een fruit.
De kiwi heeft dus eigenschappen van groente en fruit, maar is een fruit.
Komkommer Suikerhoudende eetbare vrucht, wordt rauw gegeten = Fruit Groeit aan kruidachtige plant = Groente Plant wordt ouder dan 1 jaar, maar wordt vaak als éénjarige plant gekweekt = Fruit De komkommer heeft dus eigenschappen van groente en fruit, maar is een groente.
Banaan Suikerhoudende eetbare vrucht, wordt rauw gegeten = Fruit Groeit aan houtachtige plant = Fruit Eenjarige plant. De bananenboom gaat dood ij het oogsten van de bananen = Groente De banaan heeft dus eigenschappen van groente en fruit, maar is een fruit.
Tomaat Suikerhoudende eetbare vrucht, wordt rauw gegeten = Fruit Groeit aan kruidachtige plant = Groente Plant wordt ouder dan 1 jaar, maar wordt vaak als éénjarige plant gekweekt = Fruit De Tomaat heeft dus eigenschappen van groente en fruit, maar is een groente.
Werkblad 4 Fruit onderzoek De aardbei 1. Zoek op internet een plaatje van de plant of boom waaraan de aardbei groeit. Teken deze na in het bovenste venster. Wat valt je op? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… 2. Wat zijn de eetbare delen van de plant of boom? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… 3. Eet je het fruit met of zonder schil? Waarom? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… 4. Snij de vrucht door en teken deze na in het onderste venster. Wat is de structuur van de vrucht? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… 5. Waar zitten de zaden van de vrucht? Wat valt je op? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 6. Het is tijd om de vrucht te proeven. Waar smaakt de vrucht naar? Zoet, zuur, bitter? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… De kiwi 1. Zoek op internet een plaatje van de plant of boom waaraan de kiwi groeit. Teken deze na in het bovenste venster. Wat valt je op? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
2. Wat zijn de eetbare delen van de plant of boom? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
3. Eet je het fruit met of zonder schil? Waarom? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
4. Snij de vrucht door en teken deze na in het onderste venster. Wat is de structuur van de vrucht? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 5. Waar zitten de zaden van de vrucht? Wat valt je op? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… 6. Het is tijd om de vrucht te proeven. Waar smaakt de vrucht naar? Zoet, zuur, bitter? ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… ………………………………………………………………… De banaan
1. Zoek op internet een plaatje van de plant of boom waaraan de banaan groeit. Teken deze na in het bovenste venster. Wat valt je op? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 1. Wat zijn de eetbare delen van de plant of boom? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 2. Eet je het fruit met of zonder schil? Waarom? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 3. Snij de vrucht door en teken deze na in het onderste venster. Wat is de structuur van de vrucht? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 4. Waar zitten de zaden van de vrucht? Wat valt je op? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 5. Het is tijd om de vrucht te proeven. Waar smaakt de vrucht naar? Zoet, zuur, bitter? ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
De Meloen 1. Zoek op internet een plaatje van de plant of boom waaraan de meloen groeit. Teken deze na in het bovenste venster. Wat valt je op? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… 2. Wat zijn de eetbare delen van de plant of boom? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… 3. Eet je het fruit met of zonder schil? Waarom? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… 4. Snij de vrucht door en teken deze na in het onderste venster. Wat is de structuur van de vrucht? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… 5. Waar zitten de zaden van de vrucht? Wat valt je op? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 6. Het is tijd om de vrucht te proeven. Waar smaakt de vrucht naar? Zoet, zuur, bitter? ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
De Mandarijn 1. Zoek op internet een plaatje van de plant of boom waaraan de mandarijn groeit. Teken deze na in het bovenste venster. Wat valt je op? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
2. Wat zijn de eetbare delen van de plant of boom? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
3. Eet je het fruit met of zonder schil? Waarom? ……………………………………………………………… ……………………………………………………………… ………………………………………………………………
4. Snij de vrucht door en teken deze na in het onderste venster. Wat is de structuur van de vrucht? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 5. Waar zitten de zaden van de vrucht? Wat valt je op? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 6. Het is tijd om de vrucht te proeven. Waar smaakt de vrucht naar? Zoet, zuur, bitter? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… De appel
1. Zoek op internet een plaatje van de plant of boom waaraan de appel groeit. Teken deze na in het bovenste venster. Wat valt je op? ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… 2. Wat zijn de eetbare delen van de plant of boom? ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… 3. Eet je het fruit met of zonder schil? Waarom? ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… ……………………………………………………………………… 4. Snij de vrucht door en teken deze na in het onderste venster. Wat is de structuur van de vrucht? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 5. Waar zitten de zaden van de vrucht? Wat valt je op? ……………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………… 6. Het is tijd om de vrucht te proeven. Waar smaakt de vrucht naar? Zoet, zuur, bitter? ……………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………
Werkblad 5a De bananenteelt Bekijk beide filmpjes goed. Er zijn veel overeenkomsten te zien, maar er zijn ook veel verschillen 1. Wat is de overeenkomst tussen de beide filmpjes? De filmpjes gaan beide over bananen 2. Wat is het grootste verschil? Het eerste filmpje gaat over de bananenteelt en wat daar allemaal bij komt kijken en het tweede filmpje gaat over de bananenhandel en hoe Faustino zijn bananen op de wereldmarkt krijgt. 3. Als je voor beide filmpjes een titel moest verzinnen, Welke titels zouden dat dan zijn? Filmpje 1 Eigen antwoord Filmpje 2 Eigen antwoord Faustino Vilchez en zijn familie hebben een bananen plantage. Faustino verkoopt zijn bananen aan een organisatie die ervoor zorgt dat Faustino een eerlijke prijs krijgt voor zijn bananen. Vroeger was dat niet zo gewoon. Bekijk het filmpje en probeer de volgende vragen te beantwoorden, 4. In Welk land woont Faustino Vilchez met zijn familie? Peru 5. Peru was een kolonie. Wat is een kolonie? Een overzees gebied, waar een land baas van is. 6. Welk land in Europa was 500 jaar lang de baas over Peru? Spanje 7. Waar kun je dat nog aan zien? Veel gebouwen in Peru zien er erg Spaans uit. De officiële taal in Peru is Spaans. 8. Vroeger hadden boeren in Peru allemaal een eigen stuk grond, waarom is dat belangrijk? Zodat ze hun gezin konden onderhouden en geld konden verdienen voor belangrijke dingen als medcijnen 9. De Spanjaarden verkochten het voedsel van de boeren en hielden het meeste geld zelf. Vind jij dit eerlijk? Waarom wel, waarom niet? Eigen antwoord Wat betekend fair trade Eerlijke handel 10. Een banaan mag een fair trade keurmerk dragen wanneer de banaan verhandelt en geproduceerd is onder eerlijke voorwaarden. Ga met de klas op zoek naar deze voorwaarden op internet. De boerenorganisaties ( vaak uit ontwikkelingslanden) kunnen rekenen op een minimumprijs, die de kosten van een sociaal- en milieuverantwoorde productie dekt. De boeren ontvangen ook een extra ontwikkelingspremie De contracten met de koper of de invoerder worden zo veel mogelijk afgesloten voor een lange periode. Productie gebeurt op een eerlijke manier. De arbeiders kunnen werken in menswaardige arbeidsomstandigheden. Dus beslist zonder kinder- en dwangarbeid en geen hongerlonen. Er wordt zorgvuldig omgegaan met het natuurlijk milieu waarin de exportproducten worden geteeld.
Werkblad 5b De bananenhandel Lees de volgende tekst:
Bestrijdingsmiddelen Bananen zijn erg gevoelig voor ziektes die de wortels en het blad aantasten. Er worden daarom veel bestrijdingsmiddelen gebruikt. In Costa Rica worden minstens 286 verschillende Bestrijdingsmiddelen gebruikt om bananen te laten groeien. In de bananenteelt wordt gemiddeld 44 kg bestrijdingsmiddelen per hectare gebruikt (ter vergelijking: in Nederland wordt er gemiddeld 2.7 kg bestrijdingsmiddelen per hectare gebruikt voor landbouwgewassen). Arbeiders worden niet beschermd tegen de giftige bestrijdingsmiddelen. Hierdoor zijn duizenden arbeiders al blijvend ziek geworden. Het streven naar de ‘ideale’ banaan en naar zoveel mogelijk winst heeft dus grote gevolgen voor de arbeiders op de plantage. De lonen zijn laag en de werkdagen lang. Zij wonen op de plantages in kleine huizen zonder stromend water en elektriciteit, ze krijgen geen loon als ze ziek zijn, medicijnen of een dokter zijn niet beschikbaar of de arbeiders kunnen geen dokter of medicijnen betalen. Ook voor het milieu heeft het gebruik van bestrijdingsmiddelen ernstige gevolgen. De bodem en het grondwater raken door het gebruik van kunstmest en bestrijdingsmiddelen vervuild 1. Lees de tekst goed door en bekijk daarna de onderstaande tabel. Over welk merk banaan wordt er volgens jou gesproken in de tekst? Een gewone banaan
Gewone banaan Vb. Chiquita
Biologische banaan (EKO)
Max Havelaar banaan (Oké)
Prijs per kilo
€ 1,89
€ 2,49
€ 2,19
Biologische max havelaar banaan (Eko-oké) € 2,69
Opbrengst boer per kilo
€ 0,17
€ 0,30
€ 0,42
€ 0,50
Gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen
Heel veel
Geen
Geen
Sociale of financiële hulp
Geen
Een bijdrage in de vorm van een geldpremie en hulp bij omschakeling naar biologisch
Verbod op het gebruik van gevaarlikje chemische bestrijdingsmiddelen Goede arbeidsomstandigheden
Goede arbeidsomstandigheden, een bijdrage in de vorm van een geldpremie en hulp bij omschakeling naar biologisch
2. Er wordt hier gesproken over de gewone bananenteelt. Het Eko-oké keurmerk is een combinatie tussen een fair trade banaan en een biologische banaan. Noem 4 voordeel van de Eko-oké banaan ten opzichte van de gewone banaan: 1. De boer krijgt meer geld voor zijn bananen 2. Er worden geen chemische bestrijdingsmiddelen gebruikt bij de teelt van de bananen 3. De bananen worden geteeld onder goede arbeidsomstandigheden. 4. De boeren krijgen een geldpremie bij omschakeling naar biologisch. 3. Zet de voordelen van belangrijk naar minder belangrijk. Welk voordeel weegt voor jou het zwaarst? Eigen antwoord 4. Wat zou een nadeel kunnen zijn van de Eko-oké banaan ten opzichte van een gewone banaan? Hij is een stuk duurder dan de andere bananen en vooral veel duurder dan de gewone banaan. 5. Wanneer jij zou moeten kiezen tussen een biologische banaan waarbij gedacht wordt aan het milieu of aan een fair trade banaan waarbij gedacht wordt aan het welzijn van de mensen, voor welke banaan zou jij dan kiezen en waarom? Eigen antwoord 6. De volgende 5 personen gaan bananen kopen, welke banaan zouden zij waarschijnlijk gaan kopen? Denk hierbij aan de verschillende soorten kenmerken van de fruit? Welk kenmerk is voor welke persoon belangrijk? Marktkoopman: Deze kopers zijn koopjesjager die geen dure Max Havelaar- of EKObananen willen, hij neemt al zijn producten van dezelfde groothandel af en die heeft alleen gewone producten. Jonge moeder: Veiligheid van het kind gaat voor alles, effect van giftige stoffen bij baby’s is veel groter dan bij volwassenen dus meer risico, wel bereid om meer te betalen voor gifvrije producten. Reclameman : Het gaat niet om het product het gaat om het imago, een gewone banaan heeft een goed imago en EKO en Max is nogal stoffig en vaak onbekender, uitdaging of juist niet om daarmee aan de slag te gaan. (Milieu)activist: Om ervoor te zorgen dat de aarde over 50 jaar ook nog leefbaar is moet er nú iets gedaan worden. EKO en Max bananen zijn slechts een kleine stap in de goede richting. De gewone banaan moet geboycot worden. En daarnaast kost die banaan heel wat minder dan al die ritjes met de auto, die biertjes in de kroeg, kortom: het is gewoon een kwestie van prioriteiten stellen. Student : Die weet wel dat milieuvervuiling en ontwikkelingsproblematiek een probleem is, maar hij/ zij heeft echt geen geld voor die dure bananen.
Werkblad 7 Discussie Welke banaan verdedigen jullie? ………………………………………………………………………………………………………………………. Bekijk het onderstaande schema, welke banaan vinden jullie dat uit de handel moet worden gehaald? ……………………………………………………………………………………………………………………….
Reguliere bananen
Fair trade bananen
Biologische bananen
Onderwerp: Er liggen te veel soorten bananen in de supermarkt en bij de groentewinkel. De consumenten weten niet meer welke ze moeten kiezen. Daarom wordt erover nagedacht om één banaan merk uit de verkoop te halen. De verschillende partijen verdedigen hun eigen banaan. Daarnaast krijgt elke partij 1 merk banaan toegewezen welke zij uit de verkoop willen halen. Argumenten: 1…………………………………………………………………………………………………………………… 2…………………………………………………………………………………………………………………… 3…………………………………………………………………………………………………………………… 4…………………………………………………………………………………………………………………… 5…………………………………………………………………………………………………………………… 6…………………………………………………………………………………………………………………… 8…………………………………………………………………………………………………………………… 9…………………………………………………………………………………………………………………… 10…………………………………………………………………………………………………………………… 11…………………………………………………………………………………………………………………… 12……………………………………………………………………………………………………………………