DE VOORSPRONG ENERGIENEUTRALE NIEUWBOUWWONING
B E H O E F T E C O M F O R T BOUWSTENEN E N E R G I E W A A R D E T A A L OPDRACHTGEVER ONTWERPER BOUWKUNDIGE E - A D V I S E U R E C O N O O M COMMUNICATIE MASLOW D R O O M VERTROUWEN NETWERK OMGEVING WIN - WIN
ONTZORGEN EXTERIEUR INTERIEUR UPGRADEN FUNCTIONALITEIT VERANTWOORD
ISOLATIE DUURZAAM M AT E R I A A L ONDERHOUD CONSTRUCTIE RECIRCULATIE
VERWARMING ELECTRICITEIT V E N T I L AT I E KOELING ONDERHOUD MEERWAARDE
K O S T E N OPBRENGST FINANCIERING EIGENDOM TAAKSTELLEND DENKWIJZE
COMM.CYCLUS GUERILLIA MOMENTEN COMMUNITIES D I A L E C T H E L D E R
1.0 ALGEMENE KENMERKEN VAN HET CONCEPT Naam concept:
Een conceptuele transitie. Het idee achter het concept is dat het achterblijven van hoge energieambities bij nieuwbouw en bestaande bouw niet zozeer een technisch probleem is maar eerder een draagvlak probleem. Het concept komt in essentie neer op het samenvoegen en elkaar laten versterken van duurzame ambities of latente behoeften die enkelvoudig of meervoudig binnenkomen in een breed netwerk van laagdrempelige loketten (exposities, showrooms, beurzen, bijeenkomsten, community's enz.) die zowel fysiek als virtueel kunnen zijn. De loketten bieden een doorkijk naar de meerwaarde die met energie-efficiëntie, vernieuwbare bouwmaterialen, ‘cradle to cradle’ (c2c) en zuinig gebruik van eindige grondstoffen gerealiseerd kan worden (het sluiten van de keten en ketenverantwoordelijkheid nemen). De doorkijk creëert een verleidingsmoment. Hierdoor wordt bij de consument de interesse gewekt, de ambitie verhoogd en de visie toekomstgerichter. De woonconsument of de groep woonconsumenten met verhoogde ambitie wordt daarna volledig ontzorgd door een multidisciplinair team. Het proces wordt geregisseerd door een vertrouwenspersoon. Door de geclusterde ambitie blijft via het voordeel van de collectiviteit de verhoogde ambitie betaalbaar en de haalbaarheid realistischer. Na realisatie is de consument of groep trots op zijn verhoogde ambitie en het gerealiseerde, waardoor hij een ambassadeur wordt. Op zijn beurt zet de ambassadeur nieuwe consumenten aan tot duurzame ambities. Hierdoor krijgt het model een eigen dynamiek en een doorgaande marketingcyclus. Het principe van socialventure is de drijvende kracht. Het concept is niet gebonden aan provincie of landsgrenzen. Het concept is door de provincie Groningen gehonoreerd met een startsubsidie.
2.0 WAARDEPROFIEL VAN HET CONCEPT De particulier gaat pas over naar invulling behoeften op een hoger niveau wanneer behoeften op een vorig niveau vervuld zijn. Als handvest nemen we de piramide van Maslow. Ontwikkelingen trends en golfbewegingen beïnvloeden de (Maslow) behoeften van de particulier.
!
Behoefte: De particulier gaat pas over naar invulling behoeften op volgende niveau wanneer behoeften op vorig niveau zijn vervuld. Als handvest nemen we de piramide van Maslow. Ontwikkelingen, trends en golfbewegingen beïnvloeden de (Maslow) behoeften van de particulier. Wij gaan ons verdiepen in de manifeste en latente behoeften van particulieren. Kijken of deze enkelvoudig of samengesteld zijn. Deze ontwikkelingen worden omgezet om de behoefte te beïnvloeden.
COMFORT EN LEEFBAARHEID
Wij gaan ons verdiepen in de manifeste en latente behoefte, deze integraal bekijken en verbindingen maken met smart living. In deze integrale aanpak nemen we duurzame voorzieningen mee maar ook het lange en korte termijn economisch model. Eigenlijk moeten we zeggen dat het gaat om comfortverhoging (meerwaarde). Het proces is een samen(net)werk waarin de opdrachtgever een gelijkwaardige positie t.o.v. de bouwer/uitvoerder inneemt. De klant uit te dagen om plaats te nemen op de lege stoel die aan onze ronde keuken(advies)tafel staat. Het nieuwe samen(net)werken begint juist niet bij instrumenten, maar bij connecties maken. Het begint bij eerst de andere begrijpen voor je zelf begrepen wil worden. Ook juist met de mensen buiten het kernteam. Daarom is het van belang dat de particulier deel uitmaakt van de rondetafelgesprekken en het gevoel krijgt dat hij een “aandeel”heeft , dat het draait om “zijn belang”. Het samen(net)werken gaat uit van de multidisciplinaire context waarin de particulier centraal staat en een onderdeel vormt van het netwerk. Het kernteam is de basis van de cluster en staat als een spin in het web. Het kernteam is verbonden met de particuliere-, interactieve media- en sociale netwerken, die verankerd zijn in de lokale maatschappij. Deze maatschappelijke netwerken en co-creatie spelen een cruciale rol bij het tot stand komen van transities voor duurzame ontwikkeling.
3.0 PROJECTKENMERKEN
Contactmomenten via loketten en showrooms .Virtuele contactmomenten: twitter – facebook. Periodieke contactmomenten via beurzen. Directe contactmomenten via ambassadeurs. Via de loketten, showrooms, de architectenwinkel, beurzen, markten en happenings kan de particulier kennis nemen van (technische) mogelijkheden. Door inzicht in de techniek ontstaat een eerste begrip voor de meerwaarde ervan. Via de sociale media van platforms als het Informatiepunt Duurzaam Bouwen, NoordBaak (Platform voor duurzame ontwikkeling) en het CODIN (COntactnet Duurzame Innovatie Noord-Nederland) netwerk vinden mensen elkaar op de basis van duurzaamheid. Groepen mensen die gaandeweg op het platform steeds meer overlap krijgen op andere terreinen (kavel zoeken, zelfde wijk wonen, huis zoeken om te renoveren enz.) vormen een ideale groep om de collectiviteit om te zetten in financieel voordeel en meer haalbare hoge ambitie.
4.0 BIJDRAGE AAN DE ENERGIETRANSITIE De basis box is het Passiefhuis concept. Dit model is een in het buitenland bewezen bouwconcept, waarbij de totale behoefte aan energie voor verwarming 15 kWh/m² bruto per jaar is. Voor het totale energieverbruik (koken, wassen, ontspanning) van een huishouden wordt gestreefd naar een maximum energieverbruik van 42kWh/m² per jaar.
DUURZAAMHEID IN CONTROL
De basisbox wordt industrieel modulair gefabriceerd en aangestuurd door een prestatiebestek. Hierdoor zijn elementen als isolatiewaarde, luchtdichtheid en thermische bruggen volledig onder controle. De basisbox is na oplevering “heilig” en mag niet meer gedemonteerd of doorboord worden. De esthetische elementen en installatie ruimten zijn add-ons die later op de bouw of in de fabriek worden aangebracht. Deze zijn vrij te monteren en demonteren waardoor later transformaties mogelijk zijn die de energetische prestatie niet aantasten. De “add-ons” hebben geen effect op de energieprestatie van de basisbox. Hierdoor is er keuzevrijheid in de esthetiek van het eindresultaat.Door zowel de basisbox als de add-ons te modelleren in BIM zal de kracht van de ICT bouwfouten op de bouwplaats voorkomen. Het hele proces zal geautomatiseerd verlopen en vaste formats worden hergebruikt. De ingenieur – regisseur bewaakt het proces.
5.0 MARKTBENADERING De Passiefhuis box is nog niet volledig energieneutraal. Om dit te realiseren wordt dat deel van de energieprestatie buiten de woning (de box) collectief geregeld. Hierbij kan met denken aan een zonnepaneel weide, coöperatieve energiecentrale met WKK enz.
6.0 KETEN-INTEGRATIE Uit het onderzoek van Prof. Dr. Anke van Hal blijkt dat het belangrijk is dat er een instantie of een plek is waar de kennis die is opgedaan in good practices wordt verzameld en vertaald naar de verschillende doelgroepen die er in de praktijk iets mee moeten doen. Deze plek (in dit voorstel de wiki-website) moet de kennis verspreiden en het helpt wanneer deze daarbij geholpen wordt door personen die vertrouwd worden door die doelgroepen (opinieleiders). De opinieleiders moeten zowel aan de vraagkant aanwezig zijn (particulieren die succesvol maatregelen hebben toegepast) als aan de aanbodzijde (bedrijven die gewaardeerd worden door de klanten en hun marktpositie daarmee hebben verbeterd).
Website: Bij de start van het project wordt een website opgezet waarin we de aangeboden ondersteuning, de aanpak, voorbeeldadviezen en de adviseurs presenteren. Dit is een mogelijkheid tot eerste kennismaking en voor iedereen toegankelijk. De website wordt in de loop van het project gevuld met basisinformatie, tips en reviews van de opdrachtgevers over de ontvangen ondersteuning en de uitgevoerde maatregelen. Hierdoor wordt de website gedurende de doorlooptijd van het project een lokale kennisbank waarbij alle geïnteresseerden hun voordeel kunnen doen met de ontsloten ervaring en kennis. Hierdoor ontstaat een multiplicator effect en een zelflerend model (Wiki-achtig) De website wordt tevens gebruikt om de voortgang te monitoren. Woningdossier: Het persoonlijke dossier kan de bewoner/eigenaar (of onze adviseur) vastleggen in een door Meer met Minder opgezette website: www.woningdossier.nl. Hierdoor kan de eigenaar zijn eigen inspanningen borgen. Wat kan de eigenaar ermee: • Hij krijgt inzicht in het Energielabel en in de kosten en opbrengsten van energiebesparende maatregelen van zijn woning. • Hij kan (thermografische) foto's van zijn woning toevoegen en verwijderen. • Hij krijgt direct toegang tot beschikbare subsidies. • Hij kan eenvoudig het officiële Energielabel en het maatwerkadvies opvragen en krijgt deze automatisch in het Woningdossier. Alle gegevens heeft hij dan bij de hand. • Hij kan meerdere offertes voor maatregelen aanvragen bij gekwalificeerde Meer Met Minder aanbieders en deze vergelijken en online opdrachten afwijzen of accepteren. • Hij houdt het overzicht van uitgevoerde maatregelen.
INTEGRAAL BIM - MODEL
Programma-idee: De innovatie zit hem ook in het Programma-idee dat we verder willen ontwikkelen. Hierbij wordt vanuit het duurzaamheids- en cradle2cradle principe gewerkt aan toepassingsmogelijkheden van materialen en hun mogelijkheden tot recirculatie. Maar ook de nieuwe visie en procesgang voor duurzaam bouwen voor nu en de toekomst. Crossdisciplinair. Daarbij moeten we denken aan levenscyclusanalyses, financieringsconstructies, eigendomsvormen en innovatie in de breedste zin van het woord. Maar ook het herontdekken van materialen of bouwvormen met minimale installaties.
7.0 BIJZONDERE ENERGIETRANSITIE De maatschappij verandert om ons heen. Onze huidige samenleving is in toenemende mate complex. De wereld krijgt een steeds diverser en multicultureel uiterlijk. Met als gevolg dat de verschillende belangstellingen een gestaag uitdijend spectrum beslaan, waarmee weer terdege rekening dient te worden gehouden bij het bepalen van haar aanbod in de duurzame ontwikkeling (samenleving). Duurzaamheid en cradle to cradle (C2C) zijn thema’s die de wetgeving en de leefomgeving steeds meer gaan domineren. Niet vanuit het verleden maar op grond van noodzaak en met nieuwe toepassingen en technieken. In deze context zoeken we naar nieuwe samenwerkingsverbanden, eenvoudige processen, het creëren van nieuwe technieken en digitale procesbeheersing. Dynamiek en flexibiliteit zijn essentieel om mee te kunnen inspelen op steeds veranderende wensen en eisen van de duurzame ontwikkeling. Verandering betekent een nieuwe kijk. Een nieuwe oriëntatie op plan- en productieprocessen, waar innovatie en het netwerk centraal staan.
Samen(net)werken: Voor het halen van doelen zijn cross-disciplinaire samen(net)werken en innovatie onontbeerlijk. Dit vormt dan ook een belangrijk onderdeel binnen de C2C- en duurzame werkmethodieken. Het belang van samenwerken geldt voor het gehele proces van idee, plan, productie tot het recirculeren. Essentieel is een interdisciplinair team voor het onderling afstemmen van de fases en haar mogelijkheden. En wanneer daarnaast de hele keten samenwerkt, wordt het makkelijker tot een goed eindproduct en duurzaam gebruik te komen. Door ook de producent in een vroeg stadium in het proces te betrekken worden de (on)mogelijkheden helder in kaart gebracht en oplossingen voor de samenhang gevonden. Duurzaamheid wordt dus meer een ontwikkelproces dat extra tijd vraagt in de initiatieffase. Dit betekent dat het proces veel effectiever, efficiënter en economischer kan en dat de kwaliteit van het eindresultaat omhoog gaat. Samenwerking en het nemen van verantwoordelijkheid zijn belangrijke thema’s in de nieuwe procesgang. De regisseur begeleidt dit creatieve proces. Brengt duurzaamheid en C2C in de praktijk met een integrale aanpak. Zorgt voor samenwerking in de keten en helpt bij het stellen van heldere doelen. Meetbaar en innovatief. Hierbij is het van belang dat er samenwerkingsvormen met gelijkgestelde en dus consortia in deze constructie van essentieel belang is. Kennisoverdracht is essentieel. Daardoor zoeken we ook contact met de hogescholen en universiteit. In duurzame en innovatieve projecten waarbij wij betrokken zijn of zijn geweest blijkt dat onjuiste kennis of het ontbreken van kennis een verstoring in de bedrijf- of materiaalketens geeft. Kennisoverdracht in een open-source filosofie is onontbeerlijk voor de transitie. Daarnaast is het van belang om de kenniscentra bij het proces te betrekken. Dit kunnen kwaliteitsdiensten zijn maar ook de opleidingen en instituten in de regio. Zo kan de denkwijze veranderen en verankerd worden in de maatschappij.
MONITORING EN AFTERSALES
PROJECT 1
PROJECT 1 Een oriëntatie op het bouwproces vormde het uitgangspunt voor het ontwerp. Het eerste concept was een architectuursysteem waarin elementen van glas, beton en staal tot ruimtes werden ontwikkeld. Zo ontstond een dynamisch en flexibel architectuursysteem dat eenvoudig te verplaatsen en modificeren is. Maar wat is dat dan een IFD (Industrieel Flexibel Demontabel) systeem? Als we spreken over een verplaatsbaar en modificerend systeem moeten we verder kijken naar eigenschappen, naar de levenscyclus, naar de recycling en naar de milieubelasting van het materiaal. Maar dat is nog niet optimaal en altijd toepasbaar. Hoe kunnen we komen tot een integraal model? Eerst enkele stappen terug. Alle publicaties over het concept van Cradle-to-cradle (C2C) zijn waardevol omdat het werkt aan bewustwording van de mensen. Besturen en bedrijven worden gemotiveerd om duurzaam te produceren en consumeren. Het is een ambitieuze filosofie die het productieproces grondig door elkaar schudt en de milieu-impact snel en drastisch zal kunnen verminderen. De huidige methoden voor duurzame productontwikkeling, zoals Levens cyclus analyse (LCA) richten zich op het beperken van de schadelijkheid van het product. Het product wordt hier gezien als de keten van ontstaan (winning van grondstoffen, productie), gebruik (energieverbruik en verbruik van hulpstoffen) en afdanking (hergebruik en stort). Is dat voldoende of denken we toch te lineair? Wij denken van wel. We moeten denken aan innovatie en creativiteit. We moeten werken richting bouwdeelactivering, kijken naar eigenschappen van materialen en efficiëntere constructies en het concept als geheel bezien. Combinaties zoeken en deze modificeren. Oftewel start met beslissingen op conceptueel niveau en ga dan anders plannen, anders ontwerpen en anders bouwen. Een hoog ambitieniveau misschien maar wel een die volgens het C2C-concept innoveert en de faalkosten omlaag brengt. Een inspirerende manier om met duurzame ontwikkeling aan de slag te gaan en het wakkert nieuwe creativiteit aan. Inspanning met betrekking tot duurzaamheid is zoeken naar nieuwe concepten, bouwdelen en organisatie. We zoeken naar een aanpak waarbij bouwmethodes uit de industrie, de scheepvaart en de luchtvaart worden geïntroduceerd in het bouwen van een gebouw. Het resultaat moet zijn dat we niet meer stapelen zoals we in de bouw gewend zijn maar samengaan in bouwdeelactivering. De materialisering zal de installaties bepalen en er een onderdeel van zijn. Net als de constructie. Het geïntegreerd model wordt met alle disciplines en bouwers ontworpen. Het 3D model word geoptimaliseerd zodat alle data in het model zijn versleuteld en aan de toegepaste materialen met een chip gekoppeld. Dit betekent dat we een team moeten samenstellen van verschillende disciplines die het tot een integraal geheel maken. Zo onstaat een integraal concept waarbij de stapelmethode die traditioneel is voor de bouw omgezet word naar een intelligentere bouwmethode gecontroleerd door BIM techniek en opgebouwd volgens het C2C principe. Een concept dat eenvoudig demontabel is en dus verplaatsbaar. Ontwerp: De technieken van de scheep- en luchtvaart maken het mogelijk om een nieuw beeld te genereren. Door nieuwe technieken toe te passen kunnen de installaties worden geïntegreerd in het metalen frame. Het frame kan verschillende uitstralingen hebben. In de wanden kunnen ten behoeve van licht en lucht openingen gemaakt worden en de installaties geïntegreerd. De openingen in het frame liggen gelijk met de huid van het frame. Materialisering en onderhoud: Het materiaal wat toegepast word is onderhoudsvriendelijk door de materiaalkeuze en het ontbreken van naden. Daarnaast worden alle materialen gelabeld zodat altijd te achterhalen is welk materiaal gebruikt is, welke eigenschappen het heeft en wie de fabrikant/leverancier is. Het materiaal dient recyclebaar te zijn en de LCA ( levens cyclus analyse) bekend. In dit principe kiezen we tevens voor een zelfdragende constructie waardoor hij ook eenvoudig verplaatsbaar is. Constructie: Het metalen frame is een eenheid, een zelfdragend systeem. Door de constructie en huid met elkaar te verbinden ontstaat een stabiel systeem dat niet alleen zelfdragend is maar ook eenvoudig zijn krachten af kan dragen naar de fundering. Dit betekent dat de kosten van de fundering worden verminderd en dus ook het materiaal wat in de grond verdwijnt. Zonnepanelen: Het is eenvoudig om de huid en zonnepanelen met elkaar te integreren. Energievoorziening: De huid is gemaakt van geleidend materiaal. Het zou dus eenvoudig moeten zijn om hier energie mee op te wekken en een volledig selfsupporting gebouw te maken.
PROJECT 2 Flexibel en multifunctioneel wonen zijn de sleutelwoorden voor deze unit. Het uitgangspunt is een casco-unit met basisvoorzieningen. Deze basis-unit is uit te breiden met add-ons van bijvoorbeeld slaapkamer, sauna, serre of badkamer. Zo ontstaat een flexibel woning die aangepast kan worden aan de levensloop of wensen. De buitenafwerking kan vrij gekozen worden omdat dit invloed heeft op de (energie)technische resultaten van casco unit. De unit is niet plaatsgebonden. Dat betekend dat hij op geleasde grond voor een bepaalde periode zou kunnen staan en dus ook verplaatsbaar naar een nieuwe locatie. Een andere optie van de unit kan als uitbreiding van een woning zijn. Of een toevoeging van een geschakelde woning voor ouders of mindervaliden.
OUT OF THE BOX DENKEN
PROJECT 2
DUURZAME
PARTNERS
!
PENVOERDER Hereweg 9 9725 AA Groningen tel : 050 5290910
Contactpersoon:
Dirk van Impe (
[email protected])