INFORMATIE VOOR UITVAARTVERZORGERS EN MORTUARIUMBEHEERDERS Dit is een uitgave van de
Nederlandse Transplantatie Stichting www.transplantatiestichting.nl
De verzorging van een orgaan- of weefseldonor
Informatie voor uitvaartverzorgers en mortuariumbeheerders
Waarom deze brochure? U kunt in uw werk als uitvaartondernemer of mortuariummedewerker te maken krijgen met een overledene die orgaanof weefseldonor is. Het is goed mogelijk dat u dan vragen heeft, zoals: Wat houdt donatie in? Wat zijn de gevolgen van donatie voor het verzorgen van de overledene? Wie betaalt de bijkomende kosten? Bovendien kunnen nabestaanden u ook vragen stellen, maar waar moet u hen dan naar doorverwijzen? In deze brochure vindt u de antwoorden op de belangrijkste vragen.
Orgaandonatie
rgaan- en O weefseldonatie
O rgaandonatie is vaak alleen mogelijk als de donor is overleden op de intensive care van een ziekenhuis. De organen hebben namelijk constant zuurstofrijk bloed nodig om geschikt te blijven voor donatie. Daarom wordt de overledene bij orgaandonatie kunstmatig beademd en wordt de bloedcirculatie op gang gehouden. Soms is orgaandonatie ook mogelijk nadat iemand in een ziekenhuis is overleden aan een hartstilstand, dus als de bloedcirculatie niet meer intact is. De organen worden dan na uitname met een vloeistof behandeld, zodat ze geschikt blijven voor transplantatie. Het hart, de lever, de longen, de nieren, de dunne darm en de alvleesklier komen in aanmerking voor orgaandonatie.
Weefseldonatie
Voor weefseldonatie hoeft de bloedcirculatie niet intact te blijven na overlijden. Dus ook als iemand thuis overlijdt, zijn de weefsels vaak nog geschikt voor donatie. Weefsels die gedoneerd kunnen worden zijn: hoornvliezen, hartkleppen, huid van
rug, flanken en benen, bot en peesweefsel, kraakbeen en bepaalde bloedvaten.
Donorregister
Als er iemand overlijdt die organen en/of weefsels zou kunnen doneren, is de arts wettelijk verplicht het Donorregister te raadplegen. Blijkt uit het raadplegen van het Donorregister dat de overledene heeft vastgelegd dat hij toestemming geeft voor donatie dan informeert de arts de nabestaanden. Als de overledene heeft vastgelegd dat een specifiek iemand de beslissing mag nemen, dan vraagt de arts die persoon om toestemming. Heeft de overledene geen keuze geregistreerd, dan vraagt de arts toestemming aan de nabestaanden. Na toestemming meldt de arts de donor aan bij de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS). De donatieprocedure wordt dan opgestart. Wanneer de overledene heeft vastgelegd dat hij geen donor wil zijn, stopt de procedure na het raadplegen van het Donorregister.
eefseldonatie: W donoroperatie en nazorg
Het lichaam van de overledene moet voor weefseldonatie zo snel mogelijk gekoeld worden, het liefst binnen enkele uren. De operatie om de weefsels uit- of af te nemen moet binnen 24 uur na overlijden starten. Een speciaal uitnameteam voert de donoroperatie uit. Soms is er meer dan één uitnameteam nodig Dit is afhankelijk van welke weefsels gedoneerd worden.
Donatieprocedure per weefselsoort
Hoornvliesdonatie Voor het doneren van hoornvliezen, worden de oogbollen van de donor in hun geheel uitgenomen en vervangen door prothesen. De ogen worden daarna gesloten, de overledene kan gewoon worden opgebaard. De operatie om de hoornvliezen uit te nemen, kan in het mortuarium plaatsvinden. In totaal duurt die operatie ongeveer één tot anderhalf uur. Na uitname verzorgt
I N F O R M AT I E V O O R U I T VA A R T V E R Z O R G E R S E N M O R T U A R I U M B E H E E R D E R S
de corneabank het afprepareren, beoordelen en bewerken van de hoornvliezen. Vervolgens slaat de corneabank de hoornvliezen op tot uitgifte voor transplantatie. Na hoornvliesdonatie is het het beste om voor het opbaren het hoofd van de overledene iets hoger te leggen dan de borstkas. Hiermee worden bloeduitstortingen in het gezicht voorkomen.
Huiddonatie Bij huiddonatie wordt een dunne laag huid (ongeveer 0,4 mm dik) afgenomen van de rug, de flanken en de benen van de donor. Soms kan ook een wat dikkere laag worden afgenomen van de bovenkant van de rug (full thickness skin procedure). Deze dikkere huidlaag kan worden bewerkt en gebruikt voor de behandeling van hele diepe brandwonden. De huiddonatieprocedure duurt ongeveer twee uur. Dit kan in de obductieruimte gebeuren, of in sommige gevallen in het mortuarium. Na het afnemen van de huid kan er sprake zijn van wondvocht. De donor krijgt daarom een dunne absorberende overall aan. Hier overheen past zonder probleem de kleding waarin de overledene wordt opgebaard. Het is het beste om voor het opbaren na huiddonatie de donor te kleden in een lange broek of lange rok, omdat anders de overall zichtbaar is.
Hartklep- en bloedvatdonatie
uitnameprocedure bij hartklepdonatie duurt ongeveer tweeDe ënhalf uur. Het gehele hart wordt voor de donatie van hartkleppen uitgenomen. In sommige gevallen neemt het uitnameteam gelijktijdig het bovenste gedeelte van de lichaamsslagader uit. De donatieprocedure van hartkleppen kan plaatsvinden in het mortuarium, de obductieruimte of in een operatiekamer van een ziekenhuis. Na de operatie wordt de borstkas gesloten en wordt de wond met een pleister afgedekt. De hechtingen en pleisters zijn niet zichtbaar als de overledene in kleding met een normaal décolleté wordt opgebaard. De kleppen en eventueel het bloedvat worden bij de hartkleppenbank afgeprepareerd, onderzocht en tot aan de uitgifte opgeslagen. De rest van het uitgenomen hart wordt na de donatieprocedure vernietigd.
Donatie bot- en peesweefsel
B ot- en peesweefsel wordt meestal uitgenomen uit de armen en benen. Een enkele keer worden bepaalde andere botten uitgenomen. De uitnameoperatie moet plaatsvinden in een operatiekamer van een ziekenhuis, omdat een steriele omgeving vereist is. De duur van de operatie is ongeveer zes uur. Speciale biologisch afbreekbare prothesen komen in de plaats van de uitgenomen botten. De wonden worden gesloten en afgeplakt met pleisters. De botbank onderzoekt en bewerkt het uitgenomen botweefsel en slaat het op tot het moment van uitgifte voor transplantatie. De verzorging van een overledene die botweefsel heeft gedoneerd, vraagt om extra voorzichtigheid. Omdat heup- en enkelgewrichten soms niet meer aanwezig zijn en de lijkstijfheid in de bovenbenen na de uitname al is verdwenen, voelen de benen veel losser aan. Het is dan moeilijker om de overledene aan te kleden. Voor het opbaren na donatie van bot- en peesweefsel, is het het beste om de overledene te kleden in een shirt of blouse met lange mouwen en een lange broek of rok.
Voor alle weefseldonatieprocedures geldt, dat u contact met het betrokken uitnameteam kunt opnemen als er problemen of complicaties zijn. De contactgegevens vindt u achterin deze brochure.
rgaandonatie: O donoroperatie en nazorg De uitname van organen vindt plaats op de operatiekamer van een ziekenhuis door een uitnameteam bestaande uit een transplantatiechirurg, een assistent-chirurg, een anesthesioloog en twee OK-assistenten. De transplantatiecoördinator zorgt ervoor dat de donatieprocedure in het ziekenhuis waar de donor ligt goed verloopt. Hij of zij stelt het tijdschema op en regelt de operatiekamer, het uitnameteam en het transport.
I N F O R M AT I E V O O R U I T VA A R T V E R Z O R G E R S E N M O R T U A R I U M B E H E E R D E R S
Wanneer alles geregeld is, kan de donoroperatie beginnen. De duur van deze operatie is afhankelijk van welke organen gedoneerd worden. In totaal kan de uitname van organen ongeveer drie tot zes uur in beslag nemen. De wonden worden na de operatie zorgvuldig gehecht en afgedekt met pleisters. Vanwege de orgaanuitname blijft de overledene soms een halve tot een hele dag langer in het ziekenhuis. Daarna bepaalt de familie of de overledene thuis of in een rouwcentrum wordt opgebaard. Dit is meestal ook het moment waarop de uitvaartverzorger bij de procedure betrokken wordt. Voor het opbaren is het van belang te weten dat de overledene na orgaandonatie een opvallend bleke gelaatskleur heeft. Dit kan eventueel gecamoufleerd worden met make-up. Na orgaandonatie is weefseldonatie ook nog mogelijk.
etrokkenheid van B nabestaanden Vaak willen nabestaanden meehelpen met de verzorging en het aankleden van hun overleden dierbare. Controleert u in dat geval vooraf of de nabestaanden zijn geïnformeerd over het uiterlijk van de overledene, zoals bijvoorbeeld over de bleke kleur na orgaandonatie en eventuele wonden. Ook moeten de nabestaanden beseffen dat ze na huiddonatie de overledene niet meer kunnen wassen, omdat de overledene een overall aan heeft. Ze kunnen hun overleden dierbare nog wel aankleden. Na botdonatie is extra voorlichting aan en begeleiding van de nabestaanden nodig bij het verzorgen van hun overleden dierbare. De overledene heeft na botdonatie veel hechtingen en vanwege het ontbreken van de botten in armen en benen, is het noodzakelijk om extra voorzichtig te zijn met het lichaam bij het aankleden. De behandelend arts van de overledene moet ervoor zorgen dat de nabestaanden voldoende en de juiste informatie krijgen. Uit de praktijk blijkt dat voor nabestaanden het verschil tussen donatie en obductie soms niet duidelijk is. Dit kan leiden tot
verdriet, boosheid en verwarring. Het is daarom erg belangrijk om dit duidelijk uit te leggen.
ragen van V nabestaanden Voor nabestaanden is een donatieprocedure erg ingrijpend. Ze hebben dan ook vaak specifieke vragen over de procedure. U kunt hen bij vragen over de donatieprocedure van hun overleden dierbare doorverwijzen naar de betrokken arts of de transplantatie- of donatiecoördinator die de procedure heeft geregeld. Wanneer nabestaanden algemene vragen hebben over orgaanen weefseldonatie, bijvoorbeeld over hersendood of het Donorregister, dan kunt u hen doorverwijzen naar de NTS:
Informatielijn: voor vragen over orgaandonatie, weefseldonatie en donatie bij leven, bereikbaar op werkdagen van 8.30 - 19.00 uur: 0900 - 821 21 66 (lokaal tarief) Website: www.transplantatiestichting.nl E-mail:
[email protected]
osten en K vergoedingen
Geen kosten voor nabestaanden
Nabestaanden van een donor krijgen natuurlijk geen rekening
Meerkosten en vergoedingen
Soms is het niet mogelijk om voor de uitnameoperatie gebruik
voor de kosten die in verband met de donatie gemaakt zijn. U kunt uw rekening voor meerkosten in verband met orgaan- of weefseldonatie direct sturen naar BISLIFE. Het gaat dan bijvoorbeeld om de meerkosten voor de uitvaartverzorger, een langer verblijf in het mortuarium of vervoerskosten in verband met de uit- of afname van weefsels.
te maken van de faciliteiten van het ziekenhuis waar de donor
I N F O R M AT I E V O O R U I T VA A R T V E R Z O R G E R S E N M O R T U A R I U M B E H E E R D E R S
is overleden. Het uitnameteam neemt dan de leiding in het organiseren van alternatieven en benadert u om afspraken over de donatie af te stemmen. Over de vergoeding van de kosten bestaan de volgende afspraken: Vervoer van en naar een geschikte locatie Bent u uitvaartverzorger en moet u de donor extra vervoeren? Stuur uw factuur dan naar BISLIFE Beschikbaar stellen van faciliteiten zoals ruimte en obductietafel Als u uw faciliteiten beschikbaar stelt aan de uitnameteams, dan kunt u de factuur ook naar BISLIFE sturen. Hiervoor gelden de volgende vergoedingen: Hoornvliesdonatie: Huiddonatie: Hartklepdonatie:
duur 1 uur, duur 2 uur, duur 2,5 uur,
vergoeding vergoeding vergoeding
€ 18,15 € 36,30 € 45,38
Uw factuur stuurt u naar: BISLIFE t.a.v. de financiële administratie Postbus 309 2300 AH Leiden
Telefoonnummers bij problemen of complicaties: BISLIFE (24 u per dag, 7 dgn per week) : 071 408 39 50 Euro Tissue Bank (tijdens kantooruren) : 0251 27 55 38 Weefselcentrum Nederland (tijdens kantooruren) : 010 297 44 44 Buiten kantooruren kunt u bij problemen of complicaties na uitname ook bellen met: Orgaancentrum van de NTS: 071 579 58 92
Oktober 2012