Duurzaam Doetinchem
Krimp en ontgroening De begroting voor 2009 laat een rooskleurig beeld zien. De algemene reserve is weer op peil, er is veel ruimte voor nieuw beleid, en de Schilplannen hebben Doetinchem in een bouwput veranderd. Het lijkt er er goed uit te zien voor onze gemeente. De coalitie lijkt zich op te maken voor een oogstjaar, ruim op tijd voor de verkiezingen van 2010. Maar toch. De financiële crisis in de wereld gaat ook Doetinchem niet voorbij. Tegen de wereldwijde kredietcrisis konden de opstellers van deze begroting zich nauwelijks wapenen, al gingen de eerste Amerikaanse banken al twee maanden geleden voor de bijl. De financiële crisis is echter al van oudere datum. Voor de aanwijzingen die ons op onze qui vive zouden moeten maken, lijkt het college doof en blind te blijven. Iedereen ziet en zag het toenemend aantal huizen dat –langdurig- te koop staat, ook al vóór de kredietcrisis. Iedereen signaleert dat grote bouwprojecten stagneren wegens de onverkoopbaarheid van appartementen: het nieuwe Lyceum aan de Van Nispenstraat, het Maetland, de kostbare flats aan de Haareweg, de Mosterdweg in Gaanderen. De uitgifte van bedrijventerrein in Wijnbergen stagneert. We moesten de hindercategorie versoepelen om de volgende kavels uit te kunnen geven. Toch beginnen we met het RBT in Wehl, waar al heel wat geld in zit, zonder dat we zeker weten of we die grond kwijt raken. Er zit al veel geld in projecten die vertraagd of misschien wel niet uitgevoerd worden. De bevolking neemt af, zoals we al drie jaar lang betogen. De begroting is gebaseerd op groei die er niet is. Al de trends wijzen naar beneden. Het negatieve effect op de gemeentelijke inkomstenbronnen versterkt zich door de verschillende oorzaken. We zullen minder uit het gemeentefonds ontvangen bij minder inwoners; de OZB-opbrengsten zullen tegenvallen doordat we minder Doetinchemmers hebben. De opbrengsten uit grondverkoop zullen tegenvallen omdat er minder gebouwd wordt. Door de neerwaartse tendens in grondverkoop zal het fonds bovenwijks minder snel gevuld raken als wenselijk is, zeker nu we in dat fonds nog te maken hebben met 5,2 miljoen negatief. Er hangt ons nog steeds een WMOkorting boven het hoofd, al hopen we dat dat niet doorgaat, dankzij een nieuwe berekeningssystematiek. En tenslotte: als het rijk minder gaat uitgeven (bij voorbeeld door de kredietcrisis), dan neemt het gemeentefonds ook af: samen trap op, samen trap af. We mochten in de begroting geen overzicht aantreffen van de bevolkingsontwikkeling, maar inmiddels weten we dat ook in 2008 de krimp doorgaat. In oktober waren er weer minder inwoners dan in januari. Sinds 2006 zijn we zo’n 600 inwoners kwijtgeraakt. Als deze trend zich doorzet zakken we in 2009 onder de 56.000. Weliswaar erkent het college nu dat er rekening gehouden moet worden met krimp (p.11), wat al winst is, maar nog steeds wordt er met 150 inwoners meer per jaar gerekend (p.169). Het is waarschijnlijker dat het er elk jaar min 100 zullen zijn. In 2025 zijn we in de gemeente Doetinchem dan met z’n 54.000 -en.
1
Uiteindelijk resulteren het optimisme en de rooskleurigheid in deze begroting in plannen voor meer groei: in woningen, in verkeer, in voorzieningen, in wegen, in bedrijventerreinen, in beslag op natuur en groen. En het kan zoveel verstandiger en groener in deze gemeente. Krimp is een uitdaging. Krimp is een kans. Demografische trends geven aan: minder inwoners, meer ouderen, minder jongeren en meer kleurigheid in bevolking. Doetinchem heeft de condities om te profiteren van die trends. De krimp is vrij nauwkeurig in tijd te begrenzen. Pas in 2048 houdt die op. Dat levert op dit moment voor Nederland een onwennige situatie op. Voor het eerst sinds de 18e eeuw wordt Nederland geconfronteerd met bevolkingsafname, Nederland dat al generaties lang gewend is, dat alles groter, beter, uitgebreider en mooier wordt. De krimp begon het eerst in de periferie van het land. In Limburg en Zeeland is men er al mee vertrouwd en heeft men, na een kort rouwproces, manieren gevonden om een positieve wending te geven aan het beleid. Zo heeft men in Parkstad Limburg (Hoensbroek, Heerlen) de plannen voor 12.000 nieuwe huizen geschrapt. Op het terrein van een van de voormalige mijnen wordt in plaats van een woonwijk, een grondwater-energiecentrale gebouwd, waarmee stadsverwarming wordt opgewekt. Verder heeft men op het terrein natuur aangelegd, waar men prachtig kan wandelen, vlakbij de stad. In Oost Groningen heeft men ook al eerder te maken gekregen met krimp. In Delfzijl staan de eerste goedkope huurwoningen leeg en worden die dichtgetimmerd. Een echt antwoord heeft men daar nog niet. En nu zijn sinds een jaar of drie Doetinchem en de Achterhoek aan de beurt. Is het erg dat er minder mensen wonen in onze gemeente? Wel als je tegen beter weten in je beleid blijft baseren op groei. Weliswaar neemt het aantal huishoudens nog enige tijd toe, maar de woningmarkt zit niet te wachten op de onverkoopbare dure huizen die we nu in de planning hebben. Je investeert in onuitvoerbare plannen, zoals in infrastructuur die niet nodig is, omdat beroepsbevolking kleiner wordt en er dus minder woon-werkverkeer nodig is. Je bouwt dan scholen die straks te groot blijken te zijn en je krijgt met leegstand van woningen te maken. Je gooit duur en schaars geld weg. De grondexploitatie wordt er negatief door beïnvloed, waardoor de gemeentefinanciën in een negatieve spiraal komen. Dat is al begonnen. De risico’s zitten o.a. in het RBT en in het aantal te realiseren woningen. Elk jaar nemen we ons voor dat in het jaar na volgend jaar 400 woningen gebouwd moeten worden en elk jaar blijkt dat we dat aantal lang niet halen. Als je al die effecten bij elkaar optelt moet de conclusie zijn dat onze begroting gebaseerd is op veel te optimistische cijfers. Doetinchem is een gemeente die in het bezit is van een aantal juwelen. Allereerst is de ligging in het oosten van het land een voordeel ten opzichte van de Randstad. We hebben nog rustige woonmilieus. We hebben nog dorpen die echte dorpen zijn met een complete infrastructuur aan verenigingsleven en voorzieningen. We hebben een hoog gekwalificeerd cultureel aanbod in de gemeente, met betekenis voor de hele regio. We hebben in onze stad en in de dorpen een “unique selling point”, zoals dat in de moderne marketingtheorie heet. Dat is de natuur, die diep in onze stad en in de dorpen binnendringt. Daar willen mensen wonen, die kwaliteit weten te waarderen. Daar willen bedrijven zich vestigen die beseffen dat het binden en boeien van werknemers ook samenhangt met de leefomgeving. Daar willen onderwijsinstellingen inspelen op de veranderende behoeften aan dienstverlening: toerisme, financiële service, educatie, vrijetijdseconomie, domotica. Er komt een generatie senioren aan die goed opgeleid is, geld heeft en na de pensionering nog 20 of 30 vitale jaren voor de boeg heeft. Dat veroorzaakt werkgelegenheid voor mensen die er hun werk van maken om in de
2
belevingseconomie een rol te spelen. Daarbij denken we niet aan de karikatuur van een “Rollator Valley”, maar eerder aan een levendige, open en gastvrije stad, waarin recreatie en toerisme, cultuur, levenslang leren en levensloopbestendig wonen een nieuwe dimensie vormen in economie en politiek. En dan de ontgroening. Er komt een onmiskenbaar kleinere generatie jongeren aan. We hebben veel onderwijs in de aanbieding, maar slagen er niet in, de jeugd optimaal te laten deelnemen aan de lokale economie. Veel jongeren blijven niet in de Achterhoek om daar bij te dragen aan de regionale bedrijvigheid. We hebben al HBO in Doetinchem. Iselinge Hogeschool kan uitgebreid worden met nieuwe studierichtingen. Het MBO kan dat ook. We denken echter dat de nadruk moet komen te liggen op richtingen als toerisme, financiële service, educatie, vrijetijdseconomie, domotica, studierichtingen die in lijn liggen met de demografische veranderingen. De slag om de student zal bij een krimpende generatie jongeren alleen maar groter worden. Je verleidt studenten alleen maar om in de Achterhoek te blijven, als je aantrekkelijke studierichtingen in de aanbieding hebt die ook opleiden voor werk in de regio en voor het exportproduct dat wij hebben. De inspanningen van de regio om nieuwe HBO-scholen binnen te halen zijn vergeefs. Alleen de aanbieding van gedegen stageplaatsen en een baangarantie daarna kan jongeren weer terugkrijgen in de Achterhoek. Oude IJsselstreek heeft daar onlangs een initiatief toe genomen. We zouden dat moeten steunen en ons daar voor inspannen. Daarnaast kunnen we ons geen uitvallers permitteren. Alle hens aan dek om in te spelen op de veranderende omstandigheden. We hebben in Doetinchem heuse problemen met jongeren die buiten de boot vallen. GroenLinks pleit voor een intensieve begeleiding voor jongeren die dreigen af te haken. Meer steun dus voor de JOD, voor de brede school, voor jongerenhuisvesting, voor de preventie van overlast bij het uitgaan, voor het voorkomen van schooluitval. GroenLinks wil een activiteitencentrum voor jongeren, ergens in het centrum. In Lichtenvoorde is onlangs zoiets geopend, dat als voorbeeld kan dienen. Niet alleen de inloopfunctie is belangrijk, ook de activiteit en de hulpfunctie moeten erin zitten (JEKK, jeugdzorg). Wat ons betreft kan het in het Brewinc. Dat heeft op dit moment ruimtes te huur staan voor het nieuwe cultuurpaleis. Het lijkt ons een goede huurder, de jongere van 13 tot 18 die nu nog niets heeft. Naast vergrijzing en ontgroening is ook kleuring een belangrijke demografische ontwikkeling. We hebben in Doetinchem nog betrekkelijk weinig raciale problemen. Twee jaar geleden hadden we hier zowaar een NVU-demonstratie die gelukkig weinig weerklank vond in onze gemeente. Integendeel: het zorgde voor een nieuwopgebloeid elan tegen racisme. Het is zaak om dat elan vast te houden en uit de dragen dat migranten en hun kinderen welkom zijn in de gemeente Doetinchem en dat de opvang van asielzoekers goed geregeld blijft.
Groei in vergroening Het kan zoveel groener in deze gemeente. Er zijn goede aanzetten in de begroting te vinden. We zijn blij met de aangekondigde gratis bewaakte fietsenstalling; we ondersteunen van harte het streven naar verdubbeling van de spoorlijn van Zevenaar naar Doetinchem. We zijn tevreden over de deelname aan de Millenniumdoelstellingen. We zijn content met de opening van het eerste aardgastankstation. In het oog springt in deze begroting dat automobiliteit nog steeds centraal staat (ingegeven door de misvatting dat de bevolkingskrimp geen consequenties heeft voor het woon-werkverkeer). In een omvangrijke fietsnota heeft GroenLinks onlangs 3
bijeengebracht, wat er nog te verbeteren valt aan fietsvoorzieningen. In Doetinchem wordt al veel gefietst. Zo’n 42% van alle verkeersbewegingen bestaat uit fietsen. Maar steden als Zwolle en Wageningen zitten daar ruim boven. Men moet zich realiseren dat 1% winst voor het fietsgebruik al gauw enkele duizenden verkeersbewegingen betreft. Als dat ten koste gaat van autogebruik, dan worden de consequenties duidelijk voor het hele mobiliteitsvraagstuk, inclusief de autobereikbaarheid. Omdat fietsvoorzieningen veel minder ruimtebeslag vragen en goedkoper in aanleg zijn, kunnen fietsinfrastructuur, kleine verbeteringen en fietsvoorzieningen aangelegd worden voor een fractie van de 100 miljoen euro die in het mobiliteitsplan begroot is voor verbetering van de bereikbaarheid. We vragen om bij de behandeling van de fietsnota een reservering te doen voor de uitvoering van maatregelen, te beginnen met een aantal quick wins. Zo’n doel is haalbaarder dan het dwaze plan om een oostelijke randweg aan te leggen. Er is geen geld voor en de natuurbeschermingswet staat ingrepen in de nabijheid van de Zumpe in de weg. Het beleid om natuur in de stad om te vormen tot gebruiksgroen is desastreus voor het unieke karakter van onze gemeente. Daarmee wordt Doetinchem vergelijkbaar met talrijke andere steden waar ook mooie parken en plantsoenen zijn, maar dat is nog geen natuur. Het recente Doetinchemse beleid, blijkend uit de omzetting van natuur in groen in bestemmingsplannen, stoelt op de misvatting dat natuur alleen voor planten en dieren is en niet toegankelijk is voor mensen, in ieder geval weinig functie voor mensen heeft. Voor het tegendeel wijzen we op landgoed het Maatje en natuurpark Overstegen. Wat een aanwinsten, en wat worden ze goed gebruikt! Natuur in de stad is –we zeiden het eerder- een unique selling point van Doetinchem. Laten we niet de kip met de gouden eieren gaan slachten. De voorkant van mijn huis aan een winkelstraat, de achterkant in de natuur.
Groene en rode cijfers Het lijkt dat we er goed voorstaan in onze huishoudboekje, maar aan het eind van de rit staat toch een verschil tussen baten en lasten van 1,052 miljoen (p. 182). We hebben dus niet eens een sluitende begroting. We leven op de pof. Het fonds bovenwijks is nog tot 2011 negatief en hangt als en molensteen om onze nek. Volgens de recente brief over bouwgrondexploitatie daalt de verwachting van de opbrengst van de bouwgrondexploitatie met 1,7 miljoen euro, waardoor er maar 0,8 miljoen over blijft in plaats van 2,5 miljoen. Toch blijven we plannen maken voor verkeersvoorzieningen die met 100 miljoen euro niet te betalen zijn. GroenLinks maakt zich daar zorgen over. De Doetinchemse belastingtarieven zijn voor alleenstaanden hoog. Is het gemiddelde voor Achterhoek en Liemers € 270, in Doetinchem is een alleenstaande € 364,- kwijt aan gemeentelijke belastingen. Dat is geen gunstige vestigingsvoorwaarde voor mensen die op latere leeftijd overwegen naar Doetinchem te verhuizen. Trouwens ook niet voor jongeren die overwegen zelfstandig te gaan wonen. De loonsom blijft een punt van grote aandacht. Ondanks het fpu-arrangement dat door het progressieve college (2004-2006) is bedacht en door het huidige college is uitgevoerd, zitten we al weer bijna op het oude uitgavenniveau. Van tweeën één: of we kunnen inderdaad niet met een kleinere overheid de dienstverlening leveren die we willen, of we zijn al weer binnen de kortste keren afgegleden naar het oude patroon. Ons is niet duidelijk hoe we zo snel van de aanvankelijke basisformatie weer door allerlei extra formatie uitgegroeid zijn tot het oude peil van 2006. Natuurlijk hebben we extra kredieten verstrekt. Maar daar zou steeds bij moeten staan of de ambtelijke inzet uit de basisformatie komt of dat er sprake is van toegevoegde formatie. Ook vinden we in hoofdstuk 4 (p. 82- 91) weer veel personeelskosten erbij geclaimd. Het gaat om training van personeel, om extra ondersteuning van 4
bestuurders, om gedifferentieerd belonen, om externe representatie, om uitbreiding van de regiekamer en nog veel meer. En bijna alles structureel. We gaan weer toe naar een groter gemeentelijk apparaat dat we met minder mensen moeten betalen. En dan de Regio Achterhoek. Een apart programma over de Regio Achterhoek, zoals ons is voorgespiegeld bij de besluitvorming over de nieuwe structuur van de Regio, ontbreekt in de begroting. Dat is geen kleine nalatigheid. We zouden als raden met zo’n apart hoofdstuk over de Regioprogramma’s juist beter de vinger aan de pols kunnen houden bij de uitgaven en de werkzaamheden van de Regio, door elk jaar goedkeuring te verlenen aan werkzaamheden die de Regio namens ons uitvoert. We weten nu alleen hoeveel ons de Regio kost (p. 150). Niet wat de Regio ermee doet. We kunnen zo niet sturen aan de Regio-activiteiten en dat moeten de raden wel kunnen, zoals we keer op keer in de Radstake betoogden. ‘Ja dat komt, via de begroting’, was steeds het antwoord. ‘Daarin komt daarvoor een apart hoofdstuk’. Nee dus. We voelen ons beetgenomen in al die Radstake-bijeenkomsten. We eisen dat er alsnog een stuurbaar overzicht van plannen en uitgaven komt. We gaan op 7 november Millenniumgemeente- bordjes ophangen. Graag had GroenLinks gezien dat in de begroting duidelijk was gemaakt, hoe we in 2009 dichter bij de Millenniumdoelstellingen zullen komen. Op onze vraag hierover kregen we een antwoord dat betrekking had op Nicaragua. En wel: wat we daar al deden, ook zonder Millenniumdoelen. Maar je moet niet alleen met een verrekijker naar La Libertad kijken (hoezeer we het ook eens zijn met wat daar gebeurt), maar ook met een loep naar Doetinchem. Je vragen stellen als: hoe zit het bij ons met gelijke rechten voor mannen en vrouwen; heeft ons inkoopbeleid ook een streefpercentage voor FairTradeproducten; hoeveel van het Doetinchemse spaargeld staat bij de Triodosbank; is ons mobiliteitsbeleid gericht op een betere luchtkwaliteit; waarom delen we, in navolging van veel andere gemeenten, geen energiebesparingspakket uit aan minima? Wat doet Doetinchem ter plaatse aan millenniumdoel 7, dat meldt: er moet een einde komen aan de voortdurende aantasting van de kwaliteit van bossen, water, vruchtbare grond en biodiversiteit? De millenniumdoelen zijn eigenlijk een moderne vertaling van de beroemdste spreuk van de Bond zonder Naam: Verbeter de wereld, begin met jezelf. GroenLinks is al met al kritisch over de zaken die ons zijn voorgeschoteld in de begroting. Er is sprake van onverantwoord optimisme en van struisvogelgedrag. Nadelen en risico’s worden toegedekt, in afwachting van nieuwe verkiezingen. GroenLinks ziet echter ook veel kansen in de nieuwe tendensen die onze partij ontwaart. Als we er op tijd bij zijn, is er veel reden tot gefundeerd optimisme om een welvarend en duurzaam Doetinchem tot stand te brengen. De fractie van GroenLinks
5