1
Partij van de Arbeid-GROENLINKS, Eersel een progressief geluid, voor nu en later
(Verkiezingsposter 2006)
PvdA-GroenLinks 1 Bestuur en burgers 2 Wonen 3 Werken 4 Milieu 5 Verkeer 6 Samenleven 7 Standpunten
2
PvdA-GroenLinks PvdA-GroenLinks wil in de komende raadsperiode een progressief geluid laten horen. Dat doen we al vier jaar en daar gaan we de komende jaren zeker mee door. We werken vanuit het gedachtegoed van duurzame en sociaal bewogen maatschappij. Duurzaamheid geven we vorm door onze standpunten over klimaat, natuur en milieu, volkshuisvesting en ruimtelijk beleid. Sociale bewogenheid ontlenen we onder andere aan de Standaardregels van de Verenigde Naties (VN) over gelijke behandeling van mensen met een handicap, de zogenaamde Agenda 22. Dit programma van PvdA-GroenLinks, Eersel voor 2010 en verder is een momentopname van het resultaat van onze discussies tot nu toe. Die discussies lopen door, mogen ook niet stoppen. Het programma zal dus groeien en veranderen. Gesprekken met inwoners van onze gemeente zullen daar zeker aanleiding toe geven. Politiek is afwegingen maken. Wij willen die afweging genuanceerd maken, er alle relevante informatie en belangen bij betrekken. De samenleving is niet zwart-wit, onze afweging ook niet. Ook moeten inwoners en belanghebbenden erbij betrokken kunnen zijn. Wij willen weten wat voor hen belangrijk is. Het resultaat is afhankelijk van het moment waarop de afweging gemaakt wordt. Daarom geen dogma’s maar wel trouw aan onze uitgangspunten en de toezegging naar u te luisteren en met u te discussiëren, zodat we alle argumenten mee kunnen nemen in onze afwegingen.
3
Verspreid door dit programma vind u in cursief citaten uit onze uitgangspunten zoals we die eind 2005 vastgesteld hebben. Die uitgangspunten zijn nog steeds de basis van onze partij. Bijvoorbeeld: Positieve grondhouding. Denken in oplossingen, niet in problemen. Met elkaar en niet tegen elkaar.
(Partij-logo vanaf 1-1-2010)
4
Tekst uit het lesmateriaal voor de jeugdgemeenteraad van Eersel.
Partij van de Arbeid - GroenLinks PvdA-GroenLinks is een lokale partij voor de gemeente Eersel, opgericht in december 2005. We hebben gekozen voor de naam PvdA-GroenLinks omdat de meeste mensen dan meteen weten waar wij voor staan: •
Wij vinden dat mensen die hulp nodig hebben (bijvoorbeeld zieke of heel arme mensen) die hulp ook moeten krijgen. De gezonde en rijke mensen kunnen gemakkelijk voor zichzelf zorgen.
•
Wij vinden de natuur erg belangrijk omdat wij weten dat wij niet zonder de natuur kunnen en omdat de meeste mensen het prettig vinden om ergens te wonen waar niet alles van steen of beton is.
•
Wij vinden dat we zuinig moeten zijn met alles wat de aarde ons geeft (schone lucht, energie, eten en drinken) zodat er ook nog wat over blijft voor de mensen die later geboren worden.
•
Wij denken dat het hebben van veel geld niet het belangrijkste is om gelukkig te kunnen zijn of worden.
•
Wij vinden dat kinderen de kans moeten krijgen om veel te leren zodat ze later makkelijk genoeg geld kunnen verdienen (want dat is wel niet het belangrijkste, het is wel heel gemakkelijk om genoeg geld te hebben!)
•
Wij vinden dat kinderen moeten opgroeien in een prettige, veilige omgeving, met fijne scholen en genoeg ruimte om te kunnen spelen, omdat wij denken dat dan de kans het grootst is dat die kinderen opgroeien tot goede en gelukkige volwassenen.
•
Wij vinden dat mensen mogen denken wat ze willen, dat ze in een god mogen geloven, dat ze ook niet in een god mogen geloven, dat ze mogen zeggen wat ze willen en dat ze mogen doen wat ze willen, zolang andere mensen daar maar geen last van hebben.
Kortom wij vinden dat alle mensen samen moeten proberen het voor alle mensen zo fijn mogelijk te maken.
“Dat is waar ook, ik was het alweer bijna vergeten, maar dáárom doe ik al dit werk… Ik had het zelf niet beter kunnen zeggen.” Tot driemaal toe slaakte Tamara Maas (raadslid voor PvdA-GroenLinks van maart 2006 tot maart 2010) deze of vergelijkbare woorden uit bij verschillende gelegenheden waarop zij deze tekst las. Reden om deze tekst op te nemen in dit verkiezingsprogramma.
5
1. Bestuur en burgers Open communicatie en samenwerking met de burger. Niet zeggen wat niet kan/mag, maar juist wat wel kan/mag. Meedenken, zoeken naar mogelijkheden binnen de grenzen. Regelingen toepassen naar de geest in plaats van naar de letter. Oog hebben voor en op zoek zijn naar de agenda van de inwoners. Daar waar mogelijk meer verantwoordelijkheid en medezeggenschap bij de inwoners.
• In en vroeg stadium de burgers betrekken bij het proces van besluitvorming. Dit houdt in dat de gemeenteraad een programma vast stelt alvorens er concrete plannen gemaakt worden. Aan burgers dienen ruime mogelijkheden te worden geboden om hun visie en belangen kenbaar te maken in het proces van besluitvorming van de Gemeenteraad. Communicatie van Raad naar Burger en andersom is essentieel. Zorg voor een efficiënte uitvoering van publieke taken. Meer aandacht voor uitvoerders dan voor ondersteuners en managers (gemeente, politie, onderwijs). Meer bottum up, minder top down. Platte organisaties.
• De Gemeente wordt een van de beste dienstverleners van het dorp. De gemeentebalie moet uitgroeien tot hét contactpunt voor de burger, waarbij individueel maatwerk de standaard wordt. Kwaliteit is daarbij het belangrijkste, goede communicatie is daarvoor noodzakelijk. • Eersel wordt duurzaam . In al haar handelen is duurzaamheid het belangrijkste criterium voor de besluitvorming. Regel alleen dat, wat geregeld moet worden. Continue kijken of regelgeving verminderd/verbeterd kan worden. Regel alleen die zaken die je ook kunt handhaven. Ten alle tijde moet aan de burger uitgelegd kunnen worden waar de regels voor dienen. De regels zijn niet het doel.
• In de planologie maakt de gemeente de dienst uit, niet de projectontwikkelaars. Dat hoeft een goede samenwerking niet in de weg te staan. • De gemeente legt op een transparante wijze van verslaglegging van de financiën voor. Alle burgers kunnen op een inzichtelijke wijze het financiële beleid begrijpen.
6
• Eersel wordt de eerste Fairtrade gemeente van de Kempen.
De titel van Fairtrade Gemeente kent de volgende zes criteria: 1. Er is een lokale werkgroep actief die de initiatieven neemt om de titel te behalen. Ook zorgt de groep na het behalen dat fairtrade blijft leven binnen de gemeente. De groep is verantwoordelijk voor een jaarlijkse beoordeling waaruit moet blijken dat de gemeente nog steeds aan de criteria voldoet. 2. De Gemeente spreekt zich uit voor fairtrade. De gemeenteraad en de verschillende gemeentelijke afdelingen verwoorden Fairtrade in hun beleid en handelen hier naar. 3. In de plaatselijke winkels worden eerlijke producten duidelijk zichtbaar verkocht. De plaatselijke horeca serveert fairtrade producten. 4. Lokale organisaties (zoals scholen, kerken en verenigingen) en bedrijven gebruiken fairtrade producten. Er worden activiteiten georganiseerd om de kennis over en de betrokkenheid bij fairtrade te vergroten. 5. Media-aandacht. Er wordt een evenement georganiseerd bij het behalen van de titel, en een strategie ontwikkeld om de campagne lang in het nieuws te houden. 6. Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. Dit is een procescriterium. Om Fairtrade Gemeente te worden, wordt in de gemeente een nieuw initiatief gelanceerd op het gebied van MVO. Er wordt over dit initiatief duidelijk gecommuniceerd.
De gemeentes Goes, Groningen, Het Bildt, Houten en Meppel zijn op dit moment een fairtrade gemeente. De gemeentes Alkmaar, Arnhem, Culemborg, Delft, Dordrecht, Dronten, Eindhoven, Hoorn, Maastricht, Nieuwegein, Den Bosch, Sittard-Geleen, Tilburg, Tytsjerksteradiel, Vlaardingen en Zeist zijn goed op weg en hebben minstens één van bovenstaande criteria gehaald.
Behandel gemeenschapsgeld als duur geld. Ga er zorgvuldig mee om. We moeten naar de burger kunnen verantwoorden waaraan en waarom we gelden hebben besteed.
7
2. Wonen Leefbaarheid in de kleine kernen bewaken. Er dient een evenwichtige samenstelling van de bevolking gewaarborgd te worden. Onze norm: elke kern een basisschool, sportvoorzieningen en gemeenschapsruimten.
• Dorpen moeten (met als prioriteit) een aantrekkelijke leefomgeving voor gezinnen met kinderen zijn. De groei van de dorpen is afgestemd op de behoefte van de eigen inwoners en het instant houden van een multifunctioneel basisvoorziening. • De dorpsraden en leefbaarheidgroepen versterken door in eerste instantie te luisteren naar de inzichten van de dorpsraden en leefbaarheidgroepen. Jongeren dienen in onze dorpen te kunnen wonen en ontplooien. • Voor het kerkdorp Eersel geldt: Eerst de Kerk dan de Markt. Voordat er nog meer aandacht en geld aan de Markt wordt besteed wordt er een plan gemaakt voor de omgeving rond de kerk zoals dat door de bewoners is voorgesteld.
8
• Gebouwen en locaties die karakteristiek zijn, of geweest zijn, voor de ontwikkeling van het dorp worden beschermd. Het dorpse karakter van onze kernen behouden. We moeten geen kleine stad worden.De kernen niet volledig laten verstenen. In beginsel groene plekken open houden, maar eerder steen voor steen (nieuw voor oud). Alles naar de menselijke maat. De menging van functies (wonen, werken, recreëren) dient in stand te worden gehouden.
• Buitengebieden zijn van iedereen. O.a. door meerdere functies op een verantwoorde wijze in te passen. • Bestaande recreatiewoningen buiten recreatieparken worden woningen met beperkte inhoud. Bestaande buurtschappen instand houden . • Mensen worden zo min mogelijk betutteld in de manier waarop ze willen bouwen en wonen. De woonomgeving is veilig, groen. De onlangs vastgestelde regeling afhankelijk wonen (mantelzorg) is een voorbeeld van betutteling en moet op de schop. Burgers moeten zich veilig voelen in hun leefomgeving.
• Woonkwaliteit wordt ook in hoge mate bepaald door de woonomgeving. Veiligheid is daarbij een belangrijk thema. Buurtpreventieprojecten kunnen hier een bijdrage aanleveren. Uit een evaluatie moet blijken hoe effectief die bijdrage is en hoe de samenwerking tussen politie, gemeente en burgers verloopt. • Kunst heeft ook een positieve invloed op de woonkwaliteit. Bij alle nietparticuliere bouwprojecten moet 1% van de bouwsom besteed worden aan openbare kunst.
9
3. Werken Werk hebben is zeer belangrijk. Ruimte geven aan plaatselijke bedrijven. Zowel starters als groeiers. De recreatie en het toerisme in de gemeente dienen te passen bij de capaciteit van de gemeente als geheel, de verschillende kernen en het landschap. Er zijn grenzen aan de groei. Het dorpse karakter moet behouden blijven.
• Ondernemers moeten de ruimte krijgen om slagvaardig te kunnen opereren binnen duidelijke kaders. Deze kaders hebben betrekking op maatschappelijk verantwoord ondernemen, duurzaamheid, beeldkwaliteit en milieubeheer. • Naast draagkracht speelt ook het profijtbeginsel een belangrijke rol. Wie meer vervuilt betaalt meer, wie meer profijt heeft betaalt meer. Voor mensen met weinig inkomen wordt bij het vaststellen van de gemeentelijke belastingdruk rekening gehouden met de draagkracht. Duurzame ontwikkelingen bieden bedrijven ook kansen.
10
4. Milieu Milieu: kwaliteit voor hier en nu, maar ook voor elders en later. Elke toename van de verstening compenseren met investering in natuur en landschap.
• Prioriteit voor het klimaatbeleid door drastisch rekening te houden met CO2uitstoot. We bevorderen het gebruik van zonne-energie en met de plaatsing van een kleine windmolen op de toren van het gemeentehuis laten we zien dat het ons ernst is. We hebben de wereld te leen van onze kinderen, rentmeesterschap. Voorzien in de behoefte van deze generatie zonder toekomstige generaties in de problemen te brengen. Elke keuze die verlangd wordt, zal op dit uitgangspunt getoetst worden.
• Natuurgebieden worden beschermd, versterkt en uitgebreid: Door het uitzetten van aantrekkelijke wandel- en fietsroutes , het bevorderen van mogelijkheden voor paarden onder de man, de landschappelijke inpassing te verbeteren en het groen in de hele gemeente te behouden. • Geen toename van geluidsoverlast door uitbreiding van Eindhoven Airport. Voor de continentale mobiliteit moet op lange termijn het railverkeer prioriteit krijgen. Speciale aandacht voor alles dat kwetsbaar is.
11
5. Verkeer
•
Fietsers, voetgangers en minder mobiele mensen moeten kunnen rekenen op extra bescherming en voorzieningen.
•
Onnodig doorgaand (vracht)verkeer zoveel mogelijk uit de dorpen weren.
•
Onnodig vrachtverkeer en autoverkeer moet ontmoedigd worden.
•
Het gebruik van de fiets zal worden bevorderd.
•
Naleving van de 30 km-zones moet vanzelfsprekend zijn.
12
6. Samenleven Ruimhartig omgaan met steunregelingen zoals WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) en bijzondere bijstand.
Geef elkaar de ruimte. Vrijheid krijgen/nemen zolang je de vrijheid van anderen niet inperkt.
•
Jongeren die hangen, de hangjongeren, geven niet per definitie overlast. Vergeet niet dat we allemaal jong geweest zijn. Verdraagzaamheid is een groot goed. Zorgen jongeren (of anderen) echt voor overlast? Spreek ze dan aan. Dat kan best. De maatschappij dat zijn wij.
Rechten en plichten. Geen vrijheid zonder verantwoordelijkheid. Voor een gezonde gemeenschap is de inzet en bijdrage van de burger gewoon noodzaak. Búrgers vormen de gemeenschap, niet de overheid.
Speciale aandacht voor alles dat kwetsbaar is. Onderwijs is de sleutel tot een sterke, duurzame economie en tot de sociale en culturele ontplooiing van elk individu. Volledig voortgezet onderwijs en speciaal onderwijs in de Kempen.
• Er wordt continue rekening gehouden met mensen met beperkingen en chronisch zieken. Er is actief lokaal beleid noodzakelijk met als doel gelijke kansen voor mensen met een beperking. Deze mensen dienen vanzelfsprekend deel te kunnen nemen aan het maatschappelijke leven. Het leven is meer dan werken, eten, drinken en slapen.In een ontspannen samenleving heb je tijd voor elkaar en voor jezelf. Mantelzorg en vrijwilligerswerk dienen ondersteund en gewaardeerd te worden. Professionele ondersteuning blijft noodzakelijk.
• Met de nieuwe Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) zorgt de gemeente er voor dat de mensen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Daarbij ondersteunt zij de vrijwilligers en mantelzorgers. De WMO-raad controleert en adviseert de gemeente zodanig dat de wet op een ruimhartige en sociale manier wordt toegepast. We hebben elkaar nodig. Geen sterken zonder de zwakken. Geen maatschappij van verliezers en winnaars. Iedereen is belangrijk. Lang leve de verschillen, op die manier vullen we elkaar aan. Alle talenten dienen benut te worden.
13
7. Standpunten. Je kan op meerdere manieren kijken naar ons gedachtegoed. Op onze website (www.pvda-groenlinks.nl) staan onze standpunten in 20 zinnen. Dat is óók onze mening, in andere woorden. Maar er staat hetzelfde…
•
We werken vanuit het gedachtegoed van een duurzame en sociaal bewogen maatschappij.
•
In een vroeg stadium de burgers betrekken bij het proces van plan- en besluitvorming. De inbreng en betrokkenheid van mensen daarbij serieus nemen.
•
De Gemeente wordt een van de beste dienstverleners van het dorp. De gemeente denkt mee en levert individueel maatwerk.
•
Eersel wordt de eerste Fairtrade gemeente van de Kempen. We dragen bij een aan eerlijke wereldhandel.
•
We geven een hoge prioriteit aan het klimaatbeleid door drastisch rekening te houden met CO2-uitstoot. We gaan energie besparen en bevorderen het gebruik van zonneenergie. Daar worden we nu zelf beter van en het is ook goed voor mensen elders op deze wereld en voor onze kinderen.
•
Eersel wordt geen stad. Bij ruimtelijke plannen maakt de gemeente de dienst uit, niet de projectontwikkelaars. Gebouwen en locaties die karakteristiek zijn voor de geschiedenis van het dorp worden beschermd.
•
De leefbaarheid in de dorpen blijft een belangrijk aandachtspunt. Dorpen blijven vooral aantrekkelijke leefomgevingen voor gezinnen met kinderen. In Steensel wordt de Eindhovenseweg een verbinding in plaats van een scheiding van het dorp.
•
Mensen zo min mogelijk betuttelen in de manier waarop ze willen bouwen en wonen.
•
Er wordt in het gemeentelijke beleid continu rekening gehouden met mensen met beperkingen. Deze mensen moeten vanzelfsprekend deel kunnen nemen aan het maatschappelijke leven.
•
Het landschap wordt aantrekkelijker door meer aandacht voor natuur en recreatie en de inpassing van kleinschalige functies.
14
•
Geen toename van geluidsoverlast en luchtvervuiling door uitbreiding van Eindhoven Airport.
•
Onnodig doorgaand (vracht)verkeer zoveel mogelijk uit de dorpen weren. Fietsers, voetgangers en mensen met beperkingen kunnen rekenen op extra bescherming.
•
Jongeren die actief zijn met festivals, carnavalswagen en jeugdwerk verdienen onze ondersteuning. Jongeren op straat zijn lang niet altijd lastig en meestal goed benaderbaar. Geef ze geen vooroordeel maar een beetje ruimte.
•
Gemeenschapshuis D’n Bogerd in Vessem moet uitgebreid worden met een bergruimte.
•
De Jacobusschool in Eersel blijft op de huidige locatie en het oudste gedeelte wordt gerenoveerd.
•
Na alle en dure aandacht voor de Markt en de Nieuwstraat is nu de omgeving rond de kerk aan de beurt. Dit verloren stukje Eersel moet nodig verbeterd worden. De buurt gaat mee een plan maken.
•
In de zorg voor ouderen wordt de oude Wiekenborg gemist. Wij gaan zoeken naar mogelijkheden om dit gat te dichten. Het nu lege gebouw mag wat ons betreft bewaard worden als een icoon van de jonge geschiedenis van Eersel en omstreken.
•
Dorpsontwikkelingsplannen vormen het uitgangspunt voor het versterken van de leefbaarheid in de dorpen. Samen met de dorpsraden en leefbaarheidsgroepen wordt er aan die plannen gewerkt. Iedere wethouder krijgt de verantwoordelijkheid over één of twee dorpen.
•
Bedrijventerreinen worden werklandschappen; een aantrekkelijke en groene omgeving waar werken en recreëren samen kunnen gaan.
•
Bedrijven die geworteld zijn in onze gemeente en die te groot worden, moeten een plek kunnen krijgen op het Kempisch Bedrijven Park. Ze moeten in ieder geval voor de regio behouden blijven.
(Willem de Laat, 7 januari 2010 & 26 februari 2010)
15