Bijlage bij Z/VU-2780826 Vragen van de CDA-fractie De leden van de CDA-fractie, maar ook de leden van de PvdA-fractie en van de VVD-fractie, vragen naar de visie van de minister om de jaarlijkse tandartscontrole in het pakket op te nemen. Heeft de minister aanwijzingen dat meer mensen hun gebit zullen laten controleren en zo bijvoorbeeld beginnende problemen zullen laten behandelen. De zorg voor een gezond gebit, rekent het kabinet tot de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Gelukkig hebben we in Nederland een hoge mate van mondgezondheid bereikt. Wel vind ik dat de overheid aan zet is om goede randvoorwaarden te scheppen, zodat de burger ondersteund wordt om zijn of haar eigen verantwoordelijkheid waar te kunnen maken. Voor de mondzorg betekent dat, dat de burger in elk geval in staat moet worden gesteld om als onderdeel van de verzekerde prestaties ingevolge de Zorgverzekeringswet zijn of haar gebit te laten controleren en preventieve instructies te ontvangen. Het feit dat het overgrote deel van de burgers aanvullend voor de tandarts verzekerd is, en, blijkens gegevens van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) ruim 74% jaarlijks naar de tandarts gaat, vind ik bemoedigend, maar op zichzelf geen argument om de tandartscontrole niet in de zorgverzekering op te nemen. Met deze uitbreiding kan inderdaad bereikt worden dat meer mensen hun gebit zullen laten controleren en eerder beginnende problemen zullen laten behandelen. De leden van de CDA-fractie en van de PvdA-fractie vragen naar mijn mening over het tegenvoorstel van de Nederlandse Maatschappij ter bevordering der Tandheelkunde (NMT). NMT vindt dat er gelet op de hoge mate waarin de burger aanvullend verzekerd is voor de tandarts, met het voorstel van de minister niets gewonnen is. Sterker nog, het plan van de minister zal volgens de beroepsgroep averechts uitwerken, doordat het aanvullend pakket wordt uitgehold en het tandartsbezoek onder het eigen risico valt. Liever zag de NMT een uitbreiding van het jeugdpakket van achttien naar 21 jaar. De reactie van de NMT heeft mij wat verbaasd. Toen mijn voorganger, minister Hoogervorst, in 2003 besloot om de jaarlijkse controle voor volwassenen uit het pakket te schrappen, achtte de NMT dat volstrekt onacceptabel. De tandheelkundige zorg zou te grabbel worden gegooid, schreef de beroepsvereniging aan de minister. Ik vind dat de NMT voorbij gaat aan het feit, dat nog steeds één op de vijf Nederlanders niet verzekerd is voor de tandarts. Bovendien neemt de NMT een voorschot op de toekomst, door te voorspellen dat het aanvullend pakket voor tandheelkunde wordt uitgekleed. Ik heb geen reden te veronderstellen dat dit gaat gebeuren. Van belang vind ik het dat elke Nederlander drempelloos voor advies en controle naar de tandarts of mondhygiënist moet kunnen gaan. Voor de jeugd gold dat al en houdt met de invoering van de pakketwijziging niet meer abrupt op als je achttien wordt. Dus precies zoals de NMT wil. De leden van de CDA-fractie horen graag hoe en wanneer de ministeriële regeling wordt aangepast voor de uitbreiding van het pakket met de pil en of er nog voorwaarden worden gesteld aan de anticonceptiepil. De ministeriële regeling (de Regeling zorgverzekering), die op 1 januari 2008 in werking treedt, heb ik op 4 juni 2007 aangepast en is op 15 juni 2007 in Staatscourant nr. 113 gepubliceerd. Er worden in die regeling geen voorwaarden gesteld aan de anticonceptiepil.
De leden van de CDA-fractie vragen naar de derde wijziging betreffende de uitbreiding van de kraamzorg. Het CDA vraagt of er al overleg gaande is om de protocollen en daarmee de aanspraak aan te passen? Wanneer wordt de Kamer daarover geïnformeerd? Momenteel wordt met de betrokken partijen in de kraamzorg gesproken over de uitwerking van het Coalitieakkoord. Partijen zijn het eens over het uitgangspunt dat de omschrijving van de aanspraak in de Zorgverzekeringswet niet hoeft te worden aangepast. Deze omschrijving kent een maximum van 10 dagen kraamzorg. In de praktijk komt dat op maximaal 80 uur neer. Afgesproken is onder andere om de uitkomsten van de monitor van het landelijk indicatieprotocol kraamzorg, die momenteel onder verantwoordelijkheid van het College voor zorgverzekeringen wordt uitgevoerd, bij de discussie te betrekken. Deze rapportage zal in de zomer verschijnen. Eén van de uitgesproken ideeën waar alle partijen meerwaarde voor de kraamzorg in zien, betreft vroegsignalering van problemen in het kraamgezin. Bezien zal worden of en hoe dit inpasbaar is in het landelijk indicatieprotocol kraamzorg. Zodra het overleg met partijen is afgerond en duidelijk is hoe het coalitieakkoord wordt uitgewerkt, zal ik de Kamer hierover informeren. Vragen van de PvdA-fractie Op de vragen van de leden van de PvdA-fractie over onder meer het voorstel van de NMT ben ik hiervoor al ingegaan. De leden van de PvdA-fractie hebben verder vragen over de mondgezondheid van kinderen en jeugdigen. Wat vindt de minister van de toenemende tanderosie onder jeugdigen? Wat is de stand van zaken betreffende tandartsbezoek door kinderen? Onderschrijft de minister de uitlatingen van de NMT dat 80% van de kindergebitten in goede staat verkeert? De overheid heeft in ruime mate ervoor zorg gedragen voorwaarden te scheppen voor een goede mondgezondheid. Kinderen en jeugdigen tot achttien jaar hebben binnen de Zorgverzekeringswet aanspraak op een breed pakket van integrale mondzorg. Met uitzondering van orthodontie en kroon- en brugwerk zit nagenoeg alles erin, vrijwel uniek binnen Europa. Ook zijn er voldoende tandartsen, en is dit jaar de eerste lichting ‘borende’ mondhygiënisten uitgestroomd, waardoor er geen menskrachtprobleem bestaat. Niettemin klinken er signalen door dat het met de kindergebitten slechter gaat. In sommige gebieden van het land loopt het tandartsbezoek door kinderen en jeugdigen terug. Ook zijn er aanwijzingen dat de doelgroep niet altijd adequaat wordt afbehandeld. Om die reden is door mijn ambtsvoorganger overleg gestart met de tandheelkundige beroepsgroepen, zorgverzekeraars, GGD’-en en thuiszorginstellingen om het tij te keren. Daarbij wordt onder andere aangesloten bij lopende regionale initiatieven, waarbij kinderen reeds op tweejarige leeftijd op het consultatiebureau naar een tandarts of mondhygiënist worden verwezen. Voorlichting over het voorkomen van tanderosie wordt in bovenstaand traject meegenomen. Uit gegevens van het College voor zorgverzekeringen (CVZ) blijkt dat de mondgezondheid bij kinderen inderdaad op een hoog niveau ligt, maar zoals gesteld alertheid is geboden. Ruim 80% van de kinderen en jeugdigen tot achttien jaar gaat eenmaal per jaar naar de tandarts. Voor volwassenen is dit gemiddeld 74%. De leden van de PvdA-fractie vragen of de minister tot slot kan aangeven of de kosten van een controle worden verrekend met het eigen risico en hoeveel geld met de uitbreiding van de Zorgverzekeringswet t.b.v. het opnemen van het periodiek preventief tandheelkundig onderzoek gemoeid is? De kosten voor onder de zorgverzekering vallende tandheelkundige zorg valt thans onder de noclaimteruggave en straks onder het eigen risico. Dat geldt straks ook voor het periodiek
2
preventief tandheelkundig onderzoek voor volwassenen. De kosten die geraamd zijn voor de uitbreiding van de zorgverzekering met het jaarlijks preventief tandheelkundig onderzoek voor volwassenen bedragen € 186 miljoen per jaar. Vragen van de SP-fractie De leden van de SP-fractie vragen of het periodiek tandheelkundig onderzoek gaat vallen onder het eigen risico? Zo ja, is de minister niet van mening dat wanneer de tandheelkundige controle meetelt voor het eigen risico het eerder remmend werkt? Is de minister bereid om de tandheelkundige controle, net zoals de huisarts, uit te zonderen voor het eigen risico? Ja, het periodiek tandheelkundig onderzoek zal gaan vallen onder het eigen risico. Ik ben niet bang dat het meetellen voor het eigen risico remmend zal werken op de gang naar de tandarts. De Nederlandse burger vindt het onderhouden van zijn gebit daarvoor te belangrijk. Ik zie dan ook geen noodzaak om de tandheelkundige controle uit te sluiten van het eigen risico. De leden van de SP-fractie vragen waarom het pakket alleen met de jaarlijkse controle en niet met de hele noodzakelijke mondzorg wordt uitgebreid? De zorg voor een goed gebit valt bij uitstek binnen de eigen verantwoordelijkheid van de burger. Wel moet de overheid voorwaarden scheppen, op grond waarvan de burger invulling aan deze verantwoordelijkheid kan geven. Categorieën die niet of minder op hun eigen verantwoordelijkheid kunnen worden aangesproken (jeugd, burgers met beperkingen), vallen onder de aanspraak op mondzorg. Voor volwassen patiënten zonder geestelijke of lichamelijke beperkingen, acht ik het beginsel van eigen verantwoordelijkheid goed toepasbaar. Wel vind ik dat deze drempelloos voor advies en controle naar de tandarts of mondhygiënist moet kunnen gaan. Ik zie dat als een belangrijke stimulans voor het professioneel beoordelen van de gezondheidstoestand van zijn of haar gebit en daarmee een prikkel om de eigen verantwoordelijkheid vorm te geven. De leden van de SP-fractie vragen hoe de minister er zorg voor gaat dragen dat het indicatieprotocol kraamzorg dusdanig wordt aangepakt dat de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg wordt gewaarborgd? Is de minister bereid de eigen bijdrage voor de kraamzorg aan te passen? Het indicatieprotocol kraamzorg is een instrument om de zorgbehoefte van de kraamvrouw en de pasgeborene aan de hand van objectieve criteria vast te stellen. Op basis hiervan wordt de kraamzorg verleend. De toegankelijkheid van zorg wordt gewaarborgd doordat de zorgverzekeraar binnen de verzekeringsovereenkomst zijn polis de kraamzorg heeft opgenomen, en met kraamzorgorganisaties daarover contracten afsluit (zorgplicht). De kwaliteit van kraamzorg is onder andere neergelegd in de basiskwaliteitseisen. Wat betreft de eigen bijdrage kan ik melden, dat ik niet bereid ben deze aan te passen. Vragen van de VVD-fractie De leden van de VVD-fractie vragen hoeveel de overheveling van de jaarlijkse periodieke tandheelkundige controle voor volwassenen in het basispakket kost? De kosten die geraamd zijn voor de uitbreiding van de zorgverzekering met het jaarlijks preventief tandheelkundig onderzoek voor volwassenen bedragen € 186 miljoen per jaar. Op het gevraagd percentage van volwassen Nederlanders die zich niet jaarlijks laten controleren ben ik hiervoor al ingegaan. Waarom zij dat niet laten doen, is niet bekend.
3
De leden van de VVD-fractie vragen verder hoeveel (percentage) volwassen Nederlanders verzekerd zijn tegen tandartskosten? Hoe de minister weet of onverzekerden zich niet periodiek laten controleren? Zoals uit de Monitor zorgverzekeringsmarkt 2007 blijkt, heeft meer dan 90% van de verzekerden zich aanvullend verzekerd tegen ziektekosten. In de meeste gevallen gaat het ook om tandheelkunde. Deze monitor zend ik u separaat toe. Zoals de leden van de VVD-fractie terecht veronderstellen, wenden er ook mensen die zich niet-aanvullend verzekerd hebben tegen tandheelkundige kosten zich tot de tandarts. Voorts vragen de leden van de VVD-fractie of bekend is waarom mensen die zich niet hebben verzekerd, dat niet hebben gedaan? Kan ik aangeven hoeveel mensen dat niet hebben gedaan uit financiële overwegingen? Kan ik verder bevestigen dat dit even goed een kosten/batenafweging kan zijn, vragen de leden van de VVD-fractie? Inderdaad, bij de vraag of mensen zich aanvullend verzekeren gaat het in de regel om een kosten/baten afweging. Het kan bijvoorbeeld zijn dat mensen zich niet aanvullend tegen de kosten van tandheelkundige zorg verzekerd hebben omdat de staat van hun gebit zodanig is dat zij weinig kosten voor tandheelkundige zorg maken. Hoeveel mensen zich om financiële redenen zich niet aanvullend verzekerd hebben, is niet te zeggen. Dat bleek uit de peiling naar aanvullende verzekeringen die Zorgverzekeraars Nederland in 2004 heeft gedaan (Kamerstukken II 2003/04, 29 200 XVI, nr. 252). De leden van de VVD-fractie vragen wat is de aanleiding voor deze overheveling en welk probleem wordt met deze overheveling wordt opgelost? De aanleiding van deze uitbreiding van de zorg verzekering is uitvoering van het Coalitieakkoord. Het kabinet acht de gang naar de tandarts dusdanig belangrijk dat er voor gekozen is ook voor volwassenen het periodiek preventief onderzoek via de zorgverzekering toegankelijk te maken. De leden van de VVD-fractie vragen hoeveel de overheveling van de anticonceptiepil naar het basispakket kost? De kosten hiervan zijn geraamd op € 70 miljoen op jaarbasis. Zij vragen verder waarom de minister wel de anticonceptiepil opneemt in het basispakket en niet de voorbehoedsmiddelen zoals de condooms die beschermen tegen seksueel overdraagbare ziekten? Ook willen zij dat de minister aangeeft waarom de anticonceptiepil, die geen geneesmiddel is, toch wordt opgenomen in het basispakket en ook waarom wel deze pil en geen andere voorbehoedsmiddelen? De in het Coalitieakkoord gemaakt afspraak houdt in dat de leeftijdsgrens van 21 jaar die destijds voor anticonceptiemiddelen op grond van de Ziekenfondswet is ingevoerd en per 1 januari 2006 ook is gaan gelden voor de zorgverzekering, komt te vervallen. Dat betekent dat behalve de medicamenteuze middelen ook de leeftijdsgrens voor pessaria en koperhoudende spiraaltjes komt te vervallen. Voor het progesteron houdende spiraaltje komt eveneens de leeftijd van 21 jaar te vervallen. Condooms en andere voorbehoedsmiddelen hebben nooit deel uitgemaakt van het ziekenfondspakket en zitten nu ook niet in de zorgverzekering voor verzekerden onder de 21 jaar. De leden van de VVD-fractie vragen hoeveel de uitbreiding van het basispakket met extra uren kraamzorg kost?
4
De kosten voor de uitbreiding hiervan zijn geraamd op € 34 miljoen per jaar. De feitelijke invulling van het coalitieakkoord wordt in overleg met partijen afgesproken en dan worden de daadwerkelijke kosten inzichtelijk. De leden van de VVD-fractie vragen of het waar is dat het aantal uren kraamzorg waarop jonge moeders recht hebben, momenteel vaak niet worden gegeven? Welk probleem wordt met deze uitbreiding van het basispakket opgelost? Is het niet een eerste stap om het aantal uren dat al in het basispakket zit ook daadwerkelijk te verlenen? Op basis van de gesprekken die tot nu toe met de veldpartijen zijn gevoerd, is nog niet bekend met hoeveel uur het indicatieprotocol wordt uitgebreid. Middelen voor de extra uren kraamzorg worden vrijgemaakt uit de ruimte die binnen het Coalitieakkoord beschikbaar is gesteld. Het budgettair kader zorg wordt daardoor verruimd. Het is mij niet bekend dat jonge moeders de kraamzorg die zij nodig hebben, niet ontvangen. De verzekerde prestatie kraamzorg c.q. het recht op kraamzorg binnen de Zorgverzekeringswet kent een maximum van 10 dagen kraamzorg. Dit betekent niet dat iedere kraamvrouw per definitie recht heeft op het maximum aantal uren. Het vaststellen van het aantal uren kraamzorg vindt plaats op basis van het landelijk indicatieprotocol. Hiermee wordt de daadwerkelijke zorgbehoefte van het kraamgezin berekend. Daarmee wordt bereikt dat ieder kraamgezin zorg op maat ontvangt. Een uitbreiding van het aantal uren kraamzorg zal dan ook verwerkt moeten worden in dit indicatieprotocol. Tot slot vragen de leden van de VVD-fractie of de minster kan aangeven waarom deze pakketuitbreidingen als eerste daden van dit kabinet plaatshebben? Zijn dit de meest urgente zaken die directe oplossing vergen? Kan de minister aangeven volgens welke criteria deze uitbreidingen van het basispakket plaatshebben? Kan worden aangegeven of de euro’s die met deze uitbreiding gemoeid zijn niet veel beter besteed kunnen worden aan het oplossen van daadwerkelijke noden in de zorg? Het gaat hier de uitvoering van het Coalitieakkoord, waarvoor geld is gereserveerd. Er is daarom voor gekozen deze maatregel bij de eerst komende gelegenheid te treffen, te weten per 1 januari 2008. Bij deze in het Coalitieakkoord gemaakte afspraken is de aandacht gericht op zorg die door opnamen in de zorgverzekering voorkomt dat schade ontstaat. Bij de tandheelkundige uitbreiding gaat het erom te waarborgen dat verzekerden zich tot de tandarts wenden. Bij de pil is het doel het voorkomen van ongewenste zwangerschappen, waar vooral ook verzekerden die zelf geen keus kunnen maken, bijvoorbeeld mensen met een beperking in beeld komen. Tot slot is de uitbreiding van de kraamzorg van belang omdat deze eraan bijdraagt dat moeder en pasgeborene voldoende zorg krijgen. Dat draagt bij aan het voorkomen van problemen bij moeder en kind.
5