kunst_vh_vragen_3.0 - 26/10/11 © Francis Gastmans
[email protected]
DE KUNST VAN HET VRAGEN
1
ALGEMEEN 1.1
Stel je wel een vraag? Op het eerste zicht lijkt dit een absurde vraagstelling. Waar komt deze vraag over de vraag vandaan? Niet iedere vraag is een "vraag". Allerhande instructies en bevelen worden niet zelden verpakt in een vragende vorm, maar daardoor is het nog geen vraag. 'Ondervragen' is niet gelijk aan 'vragen'! Of een vraag een vraag is, hangt voor een groot gedeelte af hoe de ander de boodschap ervaart. Dat kan je aflezen aan de verbale en non-verbale reactie. Wanneer het een echte vraag is, toont de ander dat zij vrij kan kiezen om te antwoorden, zelfs al is het een confronterende vraag of doet de vraag pijn. Er zijn situaties waarin je een echte vraag stelt en de ander om allerlei rednen (-uit gewoonte of omwille van eigen innerlijke 'obstakels' of omdat hij jouw vraag als een verwijt hoort of ...) jouw vraag niet ontvangt als een vraag en er anders op reageert. Je hebt dan wel een vraag gesteld, maar jouw vraag 'werkt' niet als een vraag op dit moment.
1.2
Vragen die 'werken' • Vragen die 'werken' zijn vragen ... ... die recht naar het beoogde doel leiden, het zijn vragen waarvan het effect bij de ontvanger overeenstemt met wat je als vraagsteller beoogt. ... die vertrouwen scheppen en waarvan de ontvanger zegt dat ze haar een stap(je) vooruit helpen. ... die door de ontvanger als werkzaam worden ervaren voor zichzelf. ... die de ander aan het denken zet, die de ander een aha-belevenis bezorgen. ... die geen gedachtengang opdringen. ... die de ander voldoende ruimte laat om al of niet te antwoorden, ... die de ander een eerlijke kans geeft om te reageren. ... die de ontvanger het gevoel geeft dat zij ernstig wordt genomen. ... die duidelijk zijn, waarbij de ontvanger onmiddellijk begrijpt wat wordt bedoeld en waar wordt op aangestuurd. • Of een vraag 'werkt' wordt niet bepaald door diegene die de vraag stelt maar door diegene die ze ontvangt! Of een vraag 'werkt' of niet wordt aangegeven door de reactie van de ontvanger, door het effect, niet door jouw intenties, bedoelingen of veronderstellingen, ook al zijn die correct. Indien de ontvanger een ander antwoord geeft dan je verwacht had, is niet zij mis maar heb je - voor de ander - een minder goede vraag gesteld. Je bent misschien meer bezig geweest met jezelf of met 'het stellen van een goede vraag'. • Het nauwkeurig kunnen waarnemen van de effecten van je vraag is een van de belangrijkste vaardigheden voor het stellen van goede vragen. De effecten tonen zich zowel verbaal als (vooral) non-verbaal. Er zijn de onmiddellijk waar te nemen reacties en de effecten op langere termijn.
1 van 8
kunst_vh_vragen_3.0 - 26/10/11
1.3
Hoe een werkzame vraag stellen? ✓ Een werkzame vraag wordt 'in het midden' gelegd. Dit betekent dat de ander steeds de vrijheid heeft en houdt om de vraag al of niet op te nemen en al of niet te beantwoorden. De ander kan de vraag opnemen en toch beslissen om die niet nu te beantwoorden. Indien de ander weerstand biedt, is het bijgevolg geen gepaste vraag ... op dit ogenblik, binnen de huidige context, op deze manier geformuleerd, nu. Als je veel weerstand ervaart, blijf dan niet aandringen op een antwoord. Erken dat het niet de gepaste vraag is op dit ogenblik, laat de vraag vallen, stel een betere vraag of zwijg en observeer. Neem de tijd om eerst goed na te denken, of beter, om "voor te denken" en "voor te voelen". Sommige vragen die weerstand oproepen nu zijn echter wel 'goede' vragen omdat ze innerlijk blijven hangen en knagen bij de ander. Dat merk je dan wel ... later. Aanvaard echter wat er nu gebeurt. ✓ Tracht je op de eerste plaats bewust te zijn van het feit dát je een vraag stelt en dat je déze vraag stelt. Tracht je ook bewust te zijn van waaruit je dat doet. Wat wil je bereiken met die vraag? ✓ Zorg er eerst voor dat je rustig bent. Onder druk van sterke emoties kan je geen goede vragen stellen. Voel je spanning? Los dat dan eerst zelf op. Heb geen schrik voor stiltes in het gesprek. Neem je tijd om een juiste vraag te vinden. Vind je die niet, zwijg dan ... focus en luister ... Ik durf te wedden dat de ander iets zegt en je daarmee het antwoord krijgt op de vraag die je dacht te stellen! ✓ Stel niet teveel vragen. Zoek eerst naar een goede formulering alvorens de vraag op tafel te leggen. Teveel vragen stellen heeft vaak het tegenovergestelde effect: de ander voelt zich overweldigd of ziet door het bos de bomen niet meer of de gedachtengang wordt troebel. ✓ Stel gerichte vragen zodat de ontvanger vlot weet binnen welke context jouw vraag past en waar ze naar leidt. ✓ Formuleer je vraag zo duidelijk mogelijk, zodat ze niet voor meer dan één uitleg vatbaar is en geen twijfels oproept. Een werkzame vraag is bondig en concreet en zonder bijkomende uitleg. ✓ Richt je vraag naar de persoon van wie je het antwoord verlangt. Zorg er voor dat de ander zich aangesproken voelt. Soms is het geraadzaam eerst toelating te vragen (zonder toelating luistert de ander toch niet): "Mag ik je een vraag stellen?" ✓ Stel steeds één vraag per keer. Vermijd formuleringen die meerdere vragen tegelijkertijd inhouden, anders is het zowel voor jou als voor de ander onmogelijk om duidelijk zicht te houden op de gedachtengang.
1.4
Na het stellen van je vraag ✓ Tijdens het stellen van je vraag reeds krijg je een antwoord: het lichaam van de ander reageert bliksemsnel. Heb je het gezien? Later pas volgt dan het antwoord dat de ander formuleert. Tussen de fomulering en de lichaamstaal kunnen grote verschillen zijn. Neem ze waar en hou er rekning mee. ✓ Laat de ander voldoende tijd om te overwegen of zij de vraag zal aanvaarden of niet, en of ze ze zal beantwoorden. Geef haar voldoende tijd om over het antwoord na te denken en het antwoord te formuleren. Onderbreek haar niet als zij antwoordt of vul haar woorden niet aan. ✓ Luister aandachtig naar het antwoord alvorens een nieuwe vraag te stellen. Heb je het effect dat u wenste? Ben je innerlijk bezig met de ander of met jezelf? Wat neem je waar bij de ander en bij jezelf? Wat zet je aan tot een nieuwe vraag? Wat is dan een volgende goede vraag?
2 van 8
kunst_vh_vragen_3.0 - 26/10/11
1.5
Wat je beter kunt vermijden ✓ Stel zo min mogelijk gesloten vragen = vragen waar de ontvanger alleen met "ja" of "nee" op kan antwoorden. Ze remmen meestal het denkproces af. Ze maken de ontvanger ook afhankelijk. Open vragen daarentegen geven ruimte en vrijheid, stimuleren om na te denken. ✓ Vraag niet naar zaken die de ontvanger al lang weet. Zulke vragen leiden het denkproces af. Als je polst naar feiten, vraag jezelf dan eerst af of je dit echt doet omdat je de ontvanger er zich van bewust wilt laten zijn. En wat wil je daar dan mee bereiken ? Of stel je de vraag om je gebrek aan informatie (of nieuwsgierigheid) te bevredigen ? In dit laatste geval is de vraag meestal ongepast. ✓ Stel geen vragen waar je het antwoord al op weet. Of erger, vragen waarmee je de ander wilt laten invullen wat jij denkt. Zulke vragen zijn betuttelend en verhogen de afhankelijkheid. ✓ Vermijd multiple choice vragen, bv.. "Heb je het idee dat ... of denk je dat ... ?" ✓ Stel geen suggestieve vragen, bv.. "Het was zeker moeilijk ?" Daarmee duw je de ander in je denkwijze en rem je de reflectie bij haar af. ✓ Stel geen vragen waarbij de ander eerst van jou nog informatie moet krijgen om ze te kunnen beantwoorden. Het doel is immers niet dat jij schittert met je kennis maar de ander! In het onderwijs worden vaak slechte vragen gesteld. Kinderen horen hoofdzakelijk ondervragende, controlerende, betuttelende, berispende, ter verantwoording roepende vragen die passen binnen het kader van de machtsverhouding Boven (leraar)—Onder (leerling). Ze horen veel minder eerlijke, open, onderzoekende vragen die hen helpen om te leren. Op deze manier leren we de jongeren niet om goede vragen te stellen. Integendeel, later zullen ze dezelfde fouten maken en ook slechte vragen stellen.
1.6
In bepaalde situatie vraag je door... ... op vage beweringen, op niet-specifieke woorden of zinsdelen, op generalisatie, bv.: "men", "soms", "een gevoel", "men beweert ...", "altijd", "iemand", "iedereen", "ze zeggen", ... Vraag om verduidelijking. Stimuleer de betrokkene om zoveel mogelijk in de 'ik-vorm' te spreken. ... naar weggelaten woorden of zinsdelen, bv. "Ik moet wel." Vraag bv.: "Wat maakt dat je het gevoel hebt dat je moet? Wat zal er gebeuren indien je dit niet doet? Van wie moet je? Welke bedreiging voel je?" ... op vage of overtollige bijwoorden en werkwoorden, bv. "natuurlijk", "misschien", "zou kunnen", ... "Wat maakt de ganse situatie voor jou zo 'natuurlijk'? Ik meen een twijfel te horen, wat doet je twijfelen?" ... op zinnen die in de passieve vorm zijn geformuleerd, bv. : "Er wordt altijd van mij verwacht dat ...". Vraag om de zin actief te maken. ... op uitspraken in de lijdende vorm of waarbij de persoon zich in de slachtofferrol plaatst, bv. : "Ik word altijd in die positie geduwd". Vraag dan bv. "Wat is jouw aandeel in het gebeuren? Vertel mij de situatie eens vanuit het standpunt van de anderen?" Doorvragen is een onderdeel van een coachend gesprek, een intake gesprek of een hulpverleningsgesprek. In deze situatie is er de expliciete afspraak dat de vraagsteller de betrokkene 'helpt'. Indien er zo geen afspraak is, ben je best voorzichtig met het doovragen.
3 van 8
kunst_vh_vragen_3.0 - 26/10/11
2
ENKELE SPECIALE THEMA'S 2.1
De vraag bij het oplossen van problemen De kunst van het vragen stellen houdt nauw verband met de manier waarop je kijkt naar de ontwikkeling van mensen, naar het aspect "leren" en naar het fenomeen "probleem" of "crisis". Een andere kijk op wat voor, jou een 'probleem' is beïnvloedt het stellen van vragen. Mijn uitgangspunten zijn: - Problemen zijn 'dingen' waar ik niet om vraag, waar ik meestal niet met gejuich op reageer, veeleer met ongenoegen, maar problemen zijn op zich niet aangenaam of onaangenaam, ze zijn neutraal. - Problemen zijn onvermijdelijk deel van mijn leven (zoals ik dat vorm geef, binnen mijn grenzen), het zijn signalen dat iets dringend moet worden bekeken. - Problemen hebben geen oorzaken maar hebben motieven (!), ze hebben 'logische' redenen om er te zijn. Geen enkel probleem ontstaat uit het niets los van de geschiedenis van diegene die het probleem ervaart. - Alle problemen die ik ervaar hebben rechtstreeks met mezelf te maken. Alle problemen zijn biografisch. - Problemen zijn 'mogelijkheden' (al reageer ik er op met een onprettig gevoel), het zijn opportuniteiten, uitdagingen zelfs. Waardeer je problemen! - Problemen worden 'opgelost' zoals een substantie wordt opgelost in water, d.w.z. door ze te integreren in de beweging van mijn leven, problemen vragen om hun plaats in het geheel. - In iedere vraag zit (een belangrijk deel van) het antwoord geborgen, in ieder probleem zit (het brandpunt van) de oplossing geborgen. - Een goede vraag zet veel meer in beweging dan enkel de zoektocht naar een antwoord. Het is als het werpen van een steen in een vijver: je veroorzaakt niet alleen rimpelingen in het water maar alle planten en dieren in de buurt, ook diep onder het oppervlak, worden door de steen en de golven geraakt en bewogen! - De 'juiste' vraag, de vraag die de ander NU nodig heeft, zit geborgen in de ander! Mijn opdracht is zodanig te luisteren dat ik die vraag kan waarnemen en schenken. Een goede vraag is een heilzaam geschenk.
2.2
Van "Waarom?" naar "Waardoor?" Vermijd om naar verantwoording te vragen. Bv.: "Waarom durf je dit niet ?", "Waarom maakt dit jou nerveus ?" , "Waarom deed je dat?" Door waarom-vragen kom je snel in cirkelredeneringen terecht, wat naar een dood spoor leidt. In een waarom-antwoord zit zelden het aanknopingspunt tot verandering! De kern is dat het in een veranderingsproces niet zozeer gaat om 'waarom' maar om 'waardoor'. Waarom-vragen leiden daarenboven vaak naar een eng oorzaak-en-gevolg denken. Er wordt één oorzaak aangegeven. De werkelijkheid is echter veel complexer. Bij waarom-redeneringen zijn schuld geven en schuld op zich laden ook niet veraf. Wil je bereiken dat de ander zich (op een realistische wijze) verantwoordelijk gaat voelen, vraag dan eerder: "Wat heeft jou ervan weerhouden om door te zetten? Hoe deed je dat ? Wat voelde je daarbij? Wat wou je daarmee bereiken? Op basis van welke overwegingen hebt je die keuze gemaakt ? Wat dacht je toen je dat besluit nam, toen je reageerde ? Waardoor gebeurde dit zo plots? enz."
4 van 8
kunst_vh_vragen_3.0 - 26/10/11
2.3
De niet-bevestigende vraag De meeste vragen die gesteld worden, zijn vragen die het denken van de ondervraagde of van de vraagsteller bevestigen, die er van uit gaan dat alle betrokkenen logisch denken. "Welke gegevens bevestigen onze stelling?" "Welke oplossing stel je voor, voor dit probleem?" De niet-bevestigende vraag stelt de gehanteerde redenering in vraag, draait de zaken om, kijkt naar de dingen vanuit het tegenovergestelde perspectief. "Welke gegevens ondergraven onze stelling?" "Welke mogelijke oplossingen voor dit probleem heb je nog meer gevonden doch heb je niet weerhouden en om welke reden?" Vragen die de heersende visie in vraag stellen zijn vervelend. Het lijkt alsof ze je onnodig veel tijd kosten, alsof ze je terug naar "af" sturen. In werkelijkheid voorkomen deze vragen dat je in de valkuilen trapt van de té vlugge oordeelsvorming en dat je verdwaalt in cirkelredeneringen. Niet-bevestigende vragen ondersteunen een helder denken. Ze verzorgen het creatieve denken.
Een bevestigende vraag is bv.: "Waar en wanneer kan ik de vragende houding toepassen?" De niet-bevestigende vraag is: "Welke zijn voor mij indicaties om de vragende houding niet toe te passen?" Het antwoord op de eerste vraag zal zeer omvangrijk zijn en moeilijk concreet te formuleren. De tweede vraag laat een antwoord geen ruimte om onnodig te verdwalen. Het verwijst per definitie naar concrete, aanwijsbare zaken.
2.4
Veel meer waarnemen Leer veel meer waarnemen. De beste vraag komt er nadat je heel nauwkeurig en met het hart hebt waargenomen. Wie zonder hart kijkt, ziet maar de helft van wat er te zien is. Wat is er te zien? Ik heb de ervaring dat het antwoord op een vraag ogenblikkelijk volgt, de eerste seconden nadat de vraag geklonken heeft of zelfs al tijdens het stellen van de vraag. Na die seconden zie je de ander nadenken of 'naar binnen gaan' om een antwoord te formuleren dat past bij de vraag. Binnen in de ander is iemand aan het werk: de 'corrector' of de 'censor' of de 'strenge ouder' of het 'perfecte kind'. Tijdens de eerste seconden na het stellen van de vraag zie je evenwel het authentieke antwoord in de lichaamstaal. Het duurt slechts enkel seconden. Een oogopslag, een wenkbrauw die beweegt, een zucht, een handbeweging die iets zegt, een aarzeling in de stem, een been dat een signaal geeft, ... Indien je niet ziet, hoort, aanvoelt wat er tijdens deze luttele seconden gebeurt, is de kans zeer groot dat je de bal misslaat. De kunst van het vragen stellen is tegelijk de kunst van het waarnemen.
Het is moeilijk om te liegen met je lichaam. Het lichaam heeft een duidelijke taal voor wie die taal kent en verstaat. Iedereen kan die taal leren. Wat echter uiterst moeilijk is, is om je lichaam ertoe te dwingen 'spontaan' iets anders te doen dan het wil doen. De wijsheid die opgeslagen ligt in je lichaam en in dat van de anderen kan je ook ten goede gebruiken: leer er beter naar te 'luisteren'.
2.5
Waarnemen van de vraag die geboren wil worden Op de eerste plaats, wees aanwezig! Wees bezig met de ander, niet met de vraag die je nu zult formuleren. Maak je zorgen of je de ander goed kunt zien, horen, begrijpen, aanvoelen, niet over de vraag wat nu de juiste formulering moet zijn van
5 van 8
kunst_vh_vragen_3.0 - 26/10/11
je volgende vraag. De juiste vraag en het antwoord zit reeds klaar in de ander. Je kan helpen de vraag waar het voor de ander werkelijk om gaat in de ander "te laten geboren worden", d.w.z. helpen de ander bewust te zijn van de vraag die zij in zich heeft en die nu de juiste vraag is. Wellicht een 'ongewone' gedachtengang voor velen: geen enkele vraag die je als buitenstaander stelt is werkzaam indien ze niet eerder in de ander aanwezig was. Alleen, ... de ander heeft ze zichzelf (nog) niet gesteld. Soms kan het helpen om de ander te vragen: "Welke vraag zou jij op dit ogenblik aan jezelf stellen?" of "Welke vraag komt er nu in je op?" of "Wat zou jij indien je op mijn plaats zou zitten nu vragen?"
2.6
Waarderende vragen Wij hebben geleerd om problemen als 'problematisch' te bekijken en niet als positief. Vanuit dezelfde opvoeding hebben we ook geleerd dat wanneer we iets willen veranderen of een crisissituatie aanpakken dat we dan kritische vragen moeten stellen en peilen naar waar zaken mis lopen. Er zijn andere vragen die veel werkzamer zijn: waarderende vragen. Wanneer je vanuit een positieve hoek kijkt, kan je samen met de ander zien wat er allemaal wél goed loopt (Ik durf te wedden dat er veel meer goed loopt dan dat er dingen slecht lopen). Met waarderende vragen help je de ander ontdekken ... dat er een andere kant is aan haar probleem, een opbouwende kant, ... dat er hulpbronnen zijn en hoe ze die kan bereiken en aanwenden, ... welke haar kracht is die ingezet kan worden om een antwoord of een oplossing te vinden, ... hoe ze in het verleden succes heeft gehaald en hoe (een deel van) deze werkwijze misschien vandaag ook zijn nut kan hebben, ... wie er allemaal betrokken is bij haar vraag en hoe ze via een werkzame relatie sneller tot een goede oplossing kan komen. Even terug naar jou, lezer: Wanneer heb je als vraagsteller het gevoel gehad "Dit is een zeer goede vraag."? Welke omstandigheden hebben je daarbij geholpen? Wat kan je doen om gelijkaardige omstandigheden te creëren in de toekomst? Voor welke interventie zou je jezelf een pluim geven?
2.6.1
Ik hoef het probleem van de ander niet te kennen om een goede vraag te kunnen stellen Een klassieke valkuil van leiders, managers, coachen en 'hulpverleners' (in alle soorten en gewichten) is de basishouding en de voor-onderstelling: "Ik moet het probleem van de ander eerst goed kennen alvorens ik haar kan helpen het op te lossen." + "De ander verwacht van mij dat ik het probleem oplos of op z'n minst een goed advies geef." Ik stel daar tegenover dat de deskundigheid van een goede leider, een goede manager, een goede coach of een goede 'hulpverlener' er in moet bestaan om zich te kunnen terughouden en tegelijk écht en ten volle aanwezig te zijn wanneer iemand met een probleem bij haar komt. Een goed leider, manager, coach, hulpverlener, ... moet vaardig zijn in het luisteren, in het waarnemen en het stellen van goede vragen = vragen die de helpende vraag in de ander zelf oproept. Om dit te kunnen doen, heb je geen duidelijk beeld van het probleem nodig! De ander heeft reeds een beeld, ook al ligt het nog onduidelijk in haar, soms zelfs diep verborgen. Heel veel vragen naar feiten (bedoeld om zicht te krijgen op het probleem) zijn volkomen overbodig. De ander heeft de antwoorden in zich. Dat is
6 van 8
kunst_vh_vragen_3.0 - 26/10/11
voldoende. Stel veeleer die vraag die de ander doet reageren met "Ja, nu besef ik waar het om gaat!" of "Dàt heb ik me nog nooit afgevraagd." of "Zo heb ik het nog nooit bekeken." Voor vele mensen die 'hulp verlenen' is het frustrerend indien ze niet (mogen) weten waar het om gaat. Zij koppelen nog teveel hun deskundigheid aan 'een heldere diagnose kunnen stellen en een werkend medicijn voorschrijven' alsof ze een arts zijn. Leer de ander te zoeken naar de knipper om zelf het licht aan te steken! Steek niet voor haar het licht aan!
Ik weet uit eigen ervaring dat het lastig kan zijn om overtuigd te zijn dat je een goede, werkzame vraag stelt en dan geconfronteerd te worden met de ander die toch die vraag ontwijkt en naast de kwestie antwoordt. Tja, mijn frustratie is mijn probleem, de vraag die ik heb gesteld is niet goed op dit ogenblik, voor deze persoon met deze ingesteldheid en met deze gevoelens. Misschien is mijn probleem wel dat ik nu moeilijk 'neen' kunt zeggen tegen de ander. Bv. "Ik weet niet hoe ik je verder zou kunnen helpen. Het is beter hier te stoppen dunkt me".
2.7
Hanteer een goede regel Mijn algemene regel om te zien of ik goede vragen stel is: wanneer de ander onmiddellijk antwoordt op mijn vraag is het geen goede vraag geweest, want dat betekent dat er niets nieuw werd gecreëerd door mijn vraag. Het oude bekende dat aan de oppervlakte ligt heeft de gelegenheid gekregen om zich te manifesteren, meer niet. De ander is geen stap vooruit met deze vraag. Een indicatie van een goede vraag is: wanneer de ander niet weet hoe te antwoorden, wanneer zij stil wordt en zichtbaar of voelbaar geraakt is en 'innerlijk werk' te verrichten heeft om die vraag te kunnen beantwoorden. Een indicatie dat ik goede vragen stel is: het gesprek loopt trager, er zijn veel meer stiltes, de woorden komen trager en slechts na innerlijk wikken en wegen.
2.8
Vragen op meta-niveau Sta af en toe stil bij de manier waarop je vragen stelt. Reflectievragen of procesvragen stellen vragen naar de manier waarop je werkt. Je kijkt dan 'van bovenaf' naar jezelf en naar de ander (= op meta-niveau). Meta-vragen helpen je om niet in rondjes te blijven ronddraaien wanneer je iemand 'helpt'. Mijn advies: nadat je 3 à 5 vragen hebt gesteld, schakel je even over op meta-niveau en vraag je aan de hulpvrager: "Wat heb je tot nu toe geleerd?" of "Tot waar hebben deze vragen jou reeds gebracht?" of "Wat gaat er in je achterhoofd om terwijl ik vragen stel?", enz. Meta-vragen helpen je om je professionaliteit te vergroten. Ze dwingen je om je gewoontes te (her)bekijken. Door regelmatig procesvragen te stellen, zelfs terwijl je aan het werken bent, ga je trager werken en met meer aandacht. "Welke vraag stel ik nu niet? Om welke reden?", "Welk gevoel heb ik nu bij mijn vragen en de antwoorden die ik krijg?", "Welke dynamiek tonen de antwoorden die ik krijg? Met welke vraag kan ik daar bij aansluiten?", enz.
2.9
Relatievragen Een grote valkuil bij het 'helpen' van anderen is enkel in te gaan op de inhoud van het probleem dat aan de orde is. Denk er aan: het probleem ligt in de meeste gevallen niet waar de ander zegt dat het ligt. De meeste problemen worden geformuleerd alsof het om iets gaat buiten zichzelf terwijl het in de meeste gevallen
7 van 8
kunst_vh_vragen_3.0 - 26/10/11
gaat om een zaak van relaties. Daarom is het meer dan nuttig om vragen te stellen bij de relaties die een rol spelen in de situatie, bij de relationele aspecten van het probleem. Daarnaast kunnen ook relatievragen gesteld worden over de relatie met jou als 'hulpverlener'! "Op welke manier, denk je, zou ik jou kunnen helpen?", "Hoe voel je je op dit ogeblik bij mijn wijze van aanpakken?", enz. Je kan ook zelf, op meta-niveau, relatievragen stellen: "Wat vertellen de antwoorden die ik krijg over de wijze waarop de ander zichzelf ziet?", "Wat vertellen de antwoorden die ik krijg over de wijze waarop de ander mij ziet?", enz. © Francis Gastmans
8 van 8