oktober 2010
tekst: Joke de Klerck muziek: Ton Kerkhof
De eekhoorn & Ó
‰ œJ
Œ
™™
Intro
Cœ
œ œ œ
Refrein
C
& œ
œ
eek -
F
& œ
hoorn,
œ
Al - les
&
œ
wat
œ
œ
F
œ
œ
eek - hoorn
de
C
œ
œ
hij
œ
œ
œ F
& œ is
œ
zijn
œ
wat
dik - ke
œ
hij
œ
œ
zich
G
œ
œ
het
Œ
œ
staart.
C
œ
œ
œ
lek - kerst vindt
œ
rond.
œ
œ
œ
in
G
C
1
2
ei - kels...
œ
G
œ
en
œ
wat
œ
hij
Œ ‰
de grond.
C
œ
De
œ
en
œ
‰ œj
C
vol
o - ver - houdt ver - stopt hij
œ
œ
œ œ œ œ œ
œ
eet
stapelen:
krult
G
œ
œ
œ
œ
C
œ
be - waart.
www.bennyvreden.nl - BVP 1751 - © Hint Music 2010
j œ
Hij
‰
j œ
Dat
‰
œ J
De eekhoorn
tekst: Joke de Klerck muziek: Ton Kerkhof
1 De eekhoorn, de eekhoorn eet zich vol en rond. Alles wat hij overhoudt verstopt hij in de grond.
4 De eekhoorn, de eekhoorn eet zich vol en rond. Alles wat hij overhoudt verstopt hij in de grond.
Hij krult zijn dikke staart. 1, 2 eikels... Dat is wat hij het lekkerst vindt en wat hij bewaart.
Hij krult zijn dikke staart. 1, 2 eikels 3, 4 nootjes 5, 6 kastanjes 7, 8 besjes... Dat is wat hij het lekkerst vindt en wat hij bewaart.
2 De eekhoorn, de eekhoorn eet zich vol en rond. Alles wat hij overhoudt verstopt hij in de grond. Hij krult zijn dikke staart. 1, 2 eikels 3, 4 nootjes... Dat is wat hij het lekkerst vindt en wat hij bewaart.
Slotrefrein: Zo komt hij niets tekort. Daar eet hij heel de winter van totdat het lente wordt.
3 De eekhoorn, de eekhoorn eet zich vol en rond. Alles wat hij overhoudt verstopt hij in de grond. Hij krult zijn dikke staart. 1, 2 eikels 3, 4 nootjes 5, 6 kastanjes... Dat is wat hij het lekkerst vindt en wat hij bewaart.
Illustratie: Hans Meijer
www.bennyvreden.nl - BVP 1751 - © Hint Music 2010
De koning en de eekhoorn
Joke de Klerck
Het was herfst. Het warme zomerweer was over. Je moest weer een jas aantrekken als je naar buiten wilde en ’s avonds ging de lamp steeds vroeger aan. De ene dag scheen de zon. De andere dag regende het heel hard en soms waaide het verschrikkelijk. Een echte storm. Want ja, het was herfst. Vandaag scheen de zon. De koning had door de regen al een paar dagen binnen gezeten, maar nu kon hij eindelijk weer naar buiten toe. En daar had hij zin in. Hij trok zijn jas aan en zette zijn herfstkroon op (die met een warm rood kussentje tussen de punten) en liep de koninklijke tuin in. Zijn lakei ging met hem mee. ‘Kijk nou,’ zei de koning. ‘De bomen zijn niet groen meer. Ze zijn... geel en rood. Hoe kan dat?’ ‘Dat komt omdat het herfst is, sire,’ sprak de lakei. ‘In de herfst verkleuren de bladeren. Ze worden rood en geel en bruin. En tenslotte vallen ze van de bomen. Kijk, daar liggen er al een paar op de grond.’ Nu zag de koning het ook. Veel blad was van de bomen gevallen en lag op de paden en het gras van de tuin. Maar... hij zag nog meer. ‘Wat ligt daar, tussen het blad?’ vroeg de koning. ‘Dat zijn eikels, sire,’ zei de lakei. ‘Die komen van de eikenbomen. En dát zijn kastanjes. Die komen van de kastanjebomen. En dat dáár zijn beukennootjes. Die komen van...’ ‘Ja, ja,’ onderbrak de koning hem. ‘Die komen zeker van de beukennootjesbomen.’ ‘Beuken, sire. Het heten: beuken.’ De koning zakte door zijn knieën om de eikels en kastanjes en beukennootjes goed te bekijken. ‘Ze zijn móói...!’ vond hij. ‘We kunnen ze oppakken en verzamelen,’ zei de lakei. ‘Dan kunnen we later vandaag poppetjes maken van eikels. En een grote spin van een kastanje. En we kunnen de bladeren drogen en opplakken...’ ‘Dat vind ik leuk,’ zei de koning. ‘Pak ze maar op.’ En zo verzamelden de koning en de lakei de hele middag herfstbladeren en herfstvruchten. Dat wil zeggen... de koning wees aan wat hij mooi vond en de lakei pakte alles op en deed het in een grote mand. Opeens hoorde de koning een hele hoop lawaai. Het kwam uit de lucht. En toen hij naar boven keek, zag hij een grote groep vogels. ‘Die vliegen naar het zuiden,’ zei de lakei. ‘Nog even en de herfst gaat over in de winter. Het wordt steeds kouder. In het zuiden is het lekker warm. De vogels gaan daar nu vast heen.’ ‘Wat slim!’ zei de koning. ‘En wat doen wij? Gaan wij ook naar het zuiden?’ ‘Nee sire’ zei de lakei. ‘Wij halen onze warme winterjassen tevoorschijn en we zetten straks de kachel aan.’ Toen hoorde de koning opeens iets ritselen. Het kwam uit een boom. De koning keek goed en zag een klein diertje met een enorme pluimstaart. Hij hield een nootje in zijn bek en daarmee roetjste hij langs de boomstam omlaag. ‘Nee maar,’ zei de koning. ‘Is dat niet een eekhoorn? Wat doet hij?’ De lakei legde het uit ‘De eekhoorn verzamelt ook kastanjes en eikels en beukennootjes. Net als wij.’ ‘Gaat hij dan ook poppetjes en spinnen maken?’ vroeg de koning. ‘Nee sire. De eekhoorn verzamelt ze om in de winter op te eten. Want in de winter ligt er sneeuw en dan kan hij geen eten meer vinden. Daarom zoekt hij nu naar noten en die verstopt hij. In een holle boom. Of onder de grond Als het straks heel koud is, hoeft hij het eten alleen maar op te graven.’ ‘Wat slim,’ zei de koning. ‘Dieren zijn slim, zeg. Die bereiden zich goed voor op de winter. Lakei, dat gaan wij ook doen. Roep de kok en de keukenmeid. En laat ze alle kasten vullen met eten voor de winter.’ ‘Maar sire, wij kunnen gewoon elke dag naar de bakker en de groentenman en de supermarkt gaan. Wij hoeven geen eten te verzamelen.’ www.bennyvreden.nl - BVP 1751 - © Hint Music 2010
Maar de koning had zijn besluit genomen. Hij wilde dat er eten verzameld werd en dan moest dat gebeuren ook. ‘Ik wil dat alle kasten gevuld worden met eten. Genoeg voor de hele winter. NU!’ De lakei ging zuchtend naar de keuken. Daar sprak hij met de kok en de keukenmeid. Ze wisten allemaal dat ze die eigenwijze koning maar beter zijn zin konden geven. En dus gingen ze met grote boodschappentassen naar de winkels in het dorp. Ze kochten heel veel broden en pizza’s en groenten en aardappels en koekjes. Niet voor de hele winter, maar wel om de kasten en de koelkast en de vrieskist vol te maken. Dan zou de koning tevreden zijn. Die middag kwam de koning in de keuken kijken. Hij keek in alle kasten en in de koelkast en in de vrieskist en knikte tevreden. ‘Laat de winter nu maar komen,’ zei hij. Later die middag begon het opeens heel hard te regenen en te stormen. De regen kletterde tegen de paleisramen. De koning zat voor het raam en keek naar buiten. ‘Wat een afschuwelijk weer,’ zei hij. ‘Zeg lakei, vraag de kok om een lekkere pizza op te warmen.’ En de kok was opeens heel blij met die ‘eigenwijze’ koning. En de keukenmeid ook. Want nu hoefden ze niet door de regen en de storm naar buiten. Ze hoefden alleen maar de vrieskist open te maken en er een pizza uit te halen en in de oven te stoppen. En de koning? Die was ook heel blij met zichzelf. Want hij dacht: ik ben niet nét zo slim als de vogels en de eekhoorn. Ik ben nog veel slimmer!
Versje
Joke de Klerck
Eekhoorn Eekhoorn dik, eekhoorn groot. Kijk, hier heb je een noot. Stop hem niet in je mond. Graaf een gat in de grond. Stop hem weg bij de rest. In een boom. In je nest. ’t Wordt straks koud in de stad. Maar dan heb jij nog wat!
www.bennyvreden.nl - BVP 1751 - © Hint Music 2010
Extra bij ‘De eekhoorn’ Bij het liedje Zing het liedje samen. Laat de kinderen met eikels, kastanjes enzovoort meetellen met het liedje. Leg de eerste keren alles klaar, laat de kinderen de volgende keren zelf klaarleggen wat zij nodig hebben. Praten en tellen Praat samen over het liedje. Het is een telliedje. Hoe weet je dat? Wat verzamelt de eekhoorn? Laat de kinderen het zeggen en - als zij dat al kunnen tekenen of opschrijven. .... eikels. .... nootjes. .... kastanjes. .... besjes. Met deze vruchten kunt u allerlei telspelletjes doen. Leg ze bij elkaar. Hoeveel heeft de eekhoorn verzameld? Neem wat weg en kijk samen hoeveel er overbijft. Laat kinderen eerst schatten hoeveel er nog ligt en het daarna natellen. Waarom verzamelt de eekhoorn al dat lekkers? Woordweb Maak een woordweb over herfst. Gebruik het verhaal als ‘basis’. De koning ontdekt dat het herfst wordt. Waaraan ziet hij dat? Schrijf die woorden op. Laat het web hangen. Omdat u een poosje met het thema herfst bezig zult zijn, kunt u het woordweb steeds uitbreiden. Lees elke keer eerst wat er al staat en vul dit aan. Laat de kinderen bij de woorden tekenen of plaatjes plakken. Sorteren Natuurlijk haalt u herfstmateriaal in de groep. Voor u dit (creatief) gaat verwerken, kunt u het gebruiken om kinderen te laten sorteren: - Sorteer het materiaal naar soorten. - Sorteer de herfstvruchten op maat. - Sorteer bladeren op kleur. - Sorteer bladeren op grootte. Maak van het materiaal leuke herfstwerkjes die u tentoonstelt.
www.bennyvreden.nl - BVP 1751 - © Hint Music 2010