De crisis in en rondom Iran Drs. P. Jafari 23 november 2010 Introductie Ik zal vanavond een beeld geven van wat zich in Iran voltrokken heeft in de afgelopen 30 jaar. Met name in de afgelopen 1,5 jaar is Iran heel veel in het nieuws geweest. De directe aanleiding daarvoor waren de presidentsverkiezingen in juni 2009. De meesten van u zullen dat wel hebben meegekregen, want er was sprake van dat deze oneerlijk waren verlopen. Duizenden mensen zijn toen de straat opgegaan. Mijn stelling is dat juni 2009 een historisch moment was voor Iran, maar in bepaalde opzichten ook voor de regio. Een historisch moment om twee redenen. Ten eerste omdat de scheuring in de politieke top enorm verdiept is door de ontwikkelingen en politieke gevechten na de verkiezingen. Je hebt in Iran altijd verschillende politieke fracties gehad die met elkaar in gevecht waren, maar in 2009 is de situatie zo hoog opgelopen dat mensen die carrière hadden gemaakt aan de top van de Islamitische Republiek, gewoon opzij zijn geschoven. Denk bijvoorbeeld aan de belangrijke presidentskandidaat Mousavi. Mousavi was in de jaren '80 tijdens de oorlog met Irak premier en lieveling van Ayatollah Khomeini. Deze man is nu opzij geschoven. Dit geeft aan dat die politieke top in Iran enorm verdeeld is en uit elkaar begint te bewegen. De tweede reden waarom ik denk dat juni 2009 historisch was, waren de protesten zelf. In Teheran gingen 3 miljoen mensen de straat op en ook in andere steden protesteerden veel mensen. Dat was voor het eerst sinds de revolutie van 30 jaar daarvoor dat er zulke massa‟s mensen de straat op gingen. Zowel de scheuring aan de top als de protesten op straat, dus wat zich in de samenleving voordeed, waren historische momenten. Ik wil vanavond proberen uit te leggen waar deze twee ontwikkelingen vandaan komen. Waarom is de politieke elite zo verdeeld en waarom zijn de mensen zo massaal de straat op gegaan? Politieke geschiedenis in vogelvlucht Eerst zal ik een korte samenvatting geven van de politieke geschiedenis van Iran van de afgelopen 30 jaar. In 1979 vond de Iraanse revolutie plaats. In de jaren „80 is er een oorlog met Irak uitgebroken omdat Saddam-Hoessein Iran op dat moment binnenviel. Deze 8-jarige oorlog was de langste conventionele oorlog van de 20e eeuw. In 1989 kwam er een einde aan deze oorlog en begon er eigenlijk een nieuwe periode van wederopbouw onder president Rafsanjani, die toen tot president werd verkozen. Overigens is ook Rafsanjani gemarginaliseerd in de politieke gevechten van nu. Onder hem begon er ook een proces van economische liberalisering in de jaren '90. In 1997 werd president Khatami gekozen met de belofte dat hij Iran politieke hervormingen zou brengen. Tenslotte, in 2005, kwam daar het moment dat de huidige president Ahmadinejad werd gekozen. In juni 2009 werd hij herkozen. De revolutie van 1979 Om te begrijpen waar de huidige ontwikkelingen in Iran vandaan komen, moeten we terug naar de revolutie van 1979, omdat heel veel daartoe teruggaat. Deze revolutie was wereldnieuws, net als de protesten van 2009. De Sjah was ten tijde van de Revolutie een heel goede bondgenoot van het westen. Met name van de VS, maar de Sjah was ook een graag geziene gast in Nederland en goed bevriend met ons Koninklijk Huis. De
7
Oranjes gingen ook vaak naar Iran. De relaties met het westen waren dus ontzettend goed. Op het moment dat de revolutie uitbrak was er dus vanzelfsprekend veel nieuws rond deze gebeurtenis. Het werd ook wel een onverwachte revolutie genoemd, omdat zelfs een jaar van tevoren de Amerikaanse president Iran nog een "eiland van stabiliteit" had genoemd. Naast Israël was Iran het tweede land in het Midden-Oosten waarop de VS kon vertrouwen. Toen was opeens de revolutie daar. Veel mensen breken zich nog steeds het hoofd over de vraag waar deze revolutie nu vandaan kwam? Ik denk dat een belangrijk element juist die relatie met het westen was. Die was op bepaalde manieren heel erg problematisch. De Sjah had aan legitimiteit verloren in de ogen van de eigen bevolking. Dat kwam met name door wat er in 1953 was gebeurd. Mossadegh was op dat moment democratisch verkozen tot premier. Een van zijn besluiten was het nationaliseren van de olie, omdat de olie in die tijd in handen was van de Britten en de Amerikanen na WOII natuurlijk ook olie wilden inlijven. Onder druk van de bevolking vond Mossadegh dat het genoeg was geweest. Volgens Mossadegh ging het om Iraanse olie die ten gunste van de bevolking zou moeten komen in plaats van export naar het buitenland. Dat vonden de Britten en Amerikanen natuurlijk niet leuk, met name hun oliemultinationals. Er werd een coup beraamd om premier Mossadegh omver te werpen. Dat is in 1953 ook gelukt. Na de staatsgreep werd de Sjah terug in het zadel geholpen, met hulp van de CIA en de Britse geheime dienst. Vanaf dat moment heeft de Sjah weinig legitimiteit meer gehad in de ogen van de Iraanse bevolking. Iedereen zag de Sjah als marionet van het westen. Men vroeg zich af waar de Sjah opeens vandaan kwam en na de onderdrukking - duizenden mensen zijn in de gevangenis beland - ontstond er een enorme wrok tegen de Sjah. Vervolgens kwam er enorme economische groei, die de Sjah enigszins hielp om in het zadel te blijven en mensen in ieder geval rustig te kunnen houden. Tot eind jaren '70, toen er een economische crisis uitbrak. Behalve de kwestie rond de politieke legitimiteit van de Sjah, brak er nu dus ook een economische crisis uit. Hierdoor groeide de ongelijkheid onder de Iraniërs. De groep van industriëlen, handelaren en politieke bondgenoten die de Sjah steunden, vergaarden enorme rijkdom. De bevolking echter op het platteland bleef ontzettend arm. Heel veel van hen gingen werk zoeken in de steden, maar vonden dit niet en kwamen in sloppenwijken van Teheran terecht. Daarnaast was er door de enorme vooruitgang in het onderwijs en de afname in werkgelegenheid een volgend probleem ontstaan. Mensen met een universitaire opleiding konden geen werk vinden en gingen bijvoorbeeld als taxichauffeur werken. Zij waren woest over het feit dat Iran eigenlijk achtergebleven was. Ze wilden dat Iran een ontwikkeld land zou worden, maar ze dachten dat het door de corruptie onder de Sjah kwam dat het land niet verder vooruit kwam. Al deze ontevredenheid onder de bevolking werd een soort explosieve mix die in 1979 tot ontploffing kwam. De Sjah viel op dat moment. De Iranese revolutie van 1979 is een van de meest populaire revoluties in de wereld geweest wanneer je kijkt naar hoeveel mensen er aan hebben deelgenomen. Er gingen letterlijk miljoenen mensen de straat op. Er waren massastakingen, met name in de olie-industrie, die de Sjah ten val brachten. De revolutie was ook voor een groot deel geweldloos. Er werd geen geweld tegen mensen gebruikt. Heel belangrijk achter die mensenmassa was de sociale en politieke coalitie, die de mensen op straat kon brengen. Die coalitie bestond uit een aantal elementen. De eersten waren de geestelijken, de Ayatollahs (de Mullahs), die ontevreden waren met het autoritaire moderniseringsproces van de Sjah. Ze voelden hun posities bedreigd worden door scholen en universiteit, omdat ze het liefst les bleven geven op hun eigen
8
madrassa's. Daarnaast had je de traditionele economie in Iran, de bazaar, die geleid werd door belangrijke handelaren. Deze handelaren zagen onder de Sjah de opkomst van nieuwe supermarkten en handelscentra, die import en export verzorgden. Ook zij zagen hun positie achteruit hollen. Traditioneel gezien zijn de bazaari, de handelaren, altijd heel nauw verbonden geweest met de Ayatollahs, de geestelijken. Je zult bijvoorbeeld bij een bezoek aan een bazaar altijd te midden van de bazaar een of meerdere moskeeën aantreffen. De moskeeën worden gefinancierd door de handelaren en aan de andere kant worden de handelaren gelegitimeerd door de geestelijken. Tussen de bazaari en Ayatollahs is dus altijd een nauwe relatie geweest. Het derde element van die coalitie was de moderne middenklasse. Ik noemde zo net de mensen die een universitaire opleiding hadden genoten, maar vervolgens geen werk konden vinden. Deze moderne middenklasse was ontevreden over de achterstand van het land en was onder de Sjah geradicaliseerd. Een deel keek naar linkse ideologieën zoals die in Cuba en China aanwezig waren. Een ander deel probeerde echter een soort Iraanse versie te vinden van modernisering. Ze wilden vooruitgang, maar de oude Islam kon daarop niet het antwoord zijn. Daarom wilden ze een soort mix creëren van modernisering, maar wel op basis van Islamitische ideeën. Het vierde element van de coalitie was de grote werkende en arme bevolking van Iran. Deze vier elementen kwamen tijdens de revolutie bij elkaar en slaagden er uiteindelijk in de Sjah omver te werpen. Uit voorafgaande blijkt al dat de revolutie veel tegenstellingen bevatte. De belangen in de sociale coalitie waren al zeer verschillend. De belangen van de handelaren waren niet dezelfde als die van de arme bevolking. De basis voor een enorme tegenstelling lag dus al in de coalitie besloten. Ook op andere terreinen zag je dit tot uitdrukking komen. Ik wil drie terreinen noemen. Een is politiek, de ander economisch en de laatste is ideologisch. Ontwikkelingen na de revolutie: politiek Op politiek terrein was de vraag nu de Sjah weg was, wat zou de politieke structuur moest worden. Khomeini, die de leider van de revolutie wilde worden op dat moment, had het over een "Islamitische democratie" tijdens een referendum. De term "democratie" klonk de mensen fijn in de oren, de term "Islamitische" werd voor lief genomen. Khomeini legde echter niet uit wat deze Islamitische democratie zou inhouden. Iedereen legde deze democratie anders uit. Islamitisch kon inhouden "respect hebben voor het geloof" en niet, zoals de Sjah, het marginaliseren van gelovige mensen. Met name de vader van de Sjah vaardigde namelijk een verbod uit op de hoofddoek, een discussie die we tegenwoordig ook in Nederland hebben, maar in Iran werkte dit verbod totaal averechts. Heel veel vrouwen bleven dan namelijk binnen tijdens het regime van de Sjah. Religieuze vrouwen werden juist gemarginaliseerd en voelden niet dat zij een publieke rol konden spelen. Met de revolutie nu konden juist de vrouwen die een hoofddoek droegen de straat op komen, onderwijs genieten, de arbeidsmarkt opgaan en deelnemen aan het publieke leven. Terugkomend op de politieke kwestie was nu de vraag: Hoe zou het land nu gevormd moeten worden? Wat werd er bedoeld met die "democratie"? Khomeini had iets heel anders in zijn hoofd. Hij wilde vooral een systeem waarin de geestelijkheid uiteindelijk de dienst zou uitmaken. Omdat echter de revolutie zo populair was geweest, er zoveel mensen aan hadden deelgenomen die daadwerkelijk droomden van democratie en vrijheid, moest Khomeini ook daaraan concessies doen. Je krijgt dan een contradictoir systeem van democratische elementen en dictatoriale elementen. Dit is een ingewikkelde constructie. Aan de ene kant worden in Iran instituties gekozen via verkiezingen. Dat zijn de
9
president, die het kabinet benoemt, en het kabinet, dat door de bevolking wordt gekozen. Je zou zeggen dat dit een democratisch systeem zoals in ieder ander land is. Dit democratische systeem bestaat werkelijk in Iran. Daarom zou ik het bestaande beeld van Iran in de media van een totalitair, bijna fascistisch land, willen nuanceren. Iran is zeker geen democratie, maar wanneer je Iran in de context van de regio bekijkt en vergelijkt met een land als Egypte, Saoedi-Arabië of Syrië, is Iran in veel opzichten veel vrijer. In het parlement zijn bijvoorbeeld zeer felle en intense debatten tussen politieke fracties. De protesten die er in 2009 waren, zie je in Egypte bijvoorbeeld niet terug. Volgende week zijn in Egypte verkiezingen en daar zijn afgelopen week ongeveer duizend oppositieleden opgepakt en in de gevangenis beland. Ik zou zeggen dat dat iets is dat we in de Nederlandse en westerse media minder tot ons krijgen. Dat heeft naar mijn mening veel met de politieke voorkeuren te maken. Dictator Mubarak is een heel goede bondgenoot van de VS en de Nederlandse regering. Het is daarom dus niet verstandig Egypte op de tenen te trappen door over dat soort praktijken te schrijven. Aan de andere kant is Iran een tegenstander en worden binnenlandse ontwikkelingen aangedikt. Je hebt in Iran een electoraal systeem. Daarboven heb je een ander systeem en instituties. Aan de top, de opperste leider, staat tegenwoordig Ali Khamenei, de opvolger van Khomeini. Khamenei voert het bevel over het leger en heeft dus veel macht in handen. Daarnaast heb je de raad van toezichthouders, die deels door de opperste leider Khamenei en deels door het parlement wordt benoemd. Dat maakt het systeem ook minder democratisch, want zij hebben de macht om de kandidaten voor het parlement en het presidentschap goed- of af te keuren. De bevolking kan dus wel stemmen, maar pas nadat er een filter op de kandidaten is toegepast. Kandidaten worden geselecteerd op basis van hun loyaliteit aan het politieke systeem. Niet iedereen kan dus zo gemakkelijk deelnemen aan de verkiezingen. Daarom zou je kunnen zeggen dat er een mate van democratie is binnen een verder autoritair systeem. Dit creëert in ieder geval een soort spanning. Op het vlak waar een parlement hervormingen wil en de opperste leider niet, ontstaat spanning en ruzie. Het parlement zelf wordt ook een plek waar dit soort debatten aan bod komen. Dit is een tegenstelling die zich in de afgelopen 30 jaar verder heeft ontwikkeld. Ontwikkelingen na de revolutie: economie Een andere ontwikkeling was een economische. Welke economische richting moest Iran gaan volgen na de revolutie? Khomeini had tijdens de revolutie een populistische retoriek gebruikt. Khomeini zei op te willen komen voor de armen en te willen afrekenen met de Islam zoals die tijdens de Sjah bestond. Dat was volgens hem de Islam van de "paleisbewoners" en hij beloofde de Islam van de krottenbewoners en armen. Hij wilde voor de armen opkomen en de ongelijkheid ongedaan maken. Je kunt zeggen dat veel mensen niet zozeer tot Khomeini aangetrokken waren door zijn religieuze taal an sich, maar juist door wat die religieuze taal beloofde, namelijk het wegwerken van de armoede in Iran. Daarbij kwam ook nog dat mensen zich aangetrokken voelden door de belofte van Khomeini de nationale trots terug te brengen en onafhankelijkheid van de macht van de VS en het westen te brengen. Ontwikkelingen na de revolutie: ideologisch De derde ontwikkeling betrof een ideologische. Veel Ayatollahs waren nogal traditioneel. Ze hadden in Qom, het Vaticaan van de Islam, gestudeerd. Over veel aspecten, zoals vrouwenrechten, hadden ze een vrij traditioneel idee, al moet ik zeggen dat ik persoonlijk geen voorstander ben van het woord “fundamentalisme". Dat doet denken aan dat mensen als Khomeini helemaal terug wilden gaan naar de tijd van de profeet Mohammed en dergelijke. Het punt is dat mensen als Khomeini eigenlijk een
10
vernieuwing in de Islam teweegbrachten. Hun kritiek op de Ayatollahs was dat ze in de 20e eeuw op hun luie stoel hadden gezeten en vrienden van de Sjah waren, terwijl de Sjah het land aan de VS uitverkocht. Khomeini verweet de Ayatollahs dat de geestelijkheid zich stil hield. Khomeini pleitte voor een traditie waarin geestelijken zich politiek bemoeien en de politieke macht in handen nemen. Dit was dus helemaal geen traditie van teruggaan tot de fundamenten, dit was een enorme vernieuwing in de Islam. Je zou kunnen zeggen dat fundamentalisme of politieke Islam een hele nieuwe ontwikkeling is binnen de Islam. Het is echt een heel nieuw fenomeen. Het concept van een opperste leider, was een uitvinding van Khomeini. In het Arabisch heet dat velajat-e fakih, diegene die toezicht heeft over de bevolking. De bevolking kan dit zelf natuurlijk niet omdat God aan de top staat en de geestelijken zijn de vertegenwoordigers van God op aarde. Dat was een beetje het idee erachter. Dat idee was dus van Khomeini zelf, dat hij eind jaren ‟60 bedacht. Veel jongeren, de middenklasse waar ik net over sprak, die zich ook tot de revolutie aangetrokken voelden, hadden totaal andere ideeën. Ze waren veel moderner in hun idealen van hoe Iran eruit zou moeten zien. Niet alleen op het gebied van het politiek systeem, maar ook het belang van technologie, onderwijs en onderzoek. Ook daar zag je een botsing ontstaan. Dit heeft zich met name in de jaren ‟90 tot nieuwe stromingen ontwikkeld. Ontwikkeling na de oorlog met Irak Al deze tegenstellingen bleven in de jaren ‟80 een beetje onder het oppervlak. De oorlog met Irak brak uit en Saddam-Hoessein viel Iran binnen. In een dergelijke periode gaat iedereen natuurlijk de rijen sluiten. Er heerste een idee dat er beter geen ruzie gemaakt kan worden omdat er een oorlog moest worden uitgevochten. Bovendien was daar Khomeini zelf. Khomeini is een man met veel charisma en hij had autoriteit verdiend door de revolutie, omdat hij de revolutie tot een succes had gemaakt. De mensen keken tegen hem op en Khomeini kon de gevechten een beetje bij elkaar houden. In 1988 komt de oorlog ten einde en een jaar later sterft Khomeini. Op dat moment zie je opeens alle tegenstellingen aan het oppervlak komen. Er ontstaan felle debatten over welke weg het land economisch, politiek, sociaal en ideologisch in moet slaan. Ook in de jaren ‟80 waren deze ruzies al aanwezig overigens. Er waren met name twee politieke fracties. Een linkse die wat meer sociale gelijkheid op de agenda had en tegen de vrije markt was. Die werd geleid door Mousavi, die op dat moment premier was. De rechtse fractie stond met name onder invloed van de bazaari en geestelijken, zij hadden immers een goede relatie met elkaar. Zij wilden een vrijere markt en kleinere rol voor de overheid. Overigens was Khamenei, de huidige opperste leider, president in de jaren ‟80 en daar liggen de wortels van de vijandschap tussen Khamenei en Mousavi. Zij waren toen namelijk tegenstanders van elkaar. Khomeini koos op dat moment steeds de kant van Mousavi. In 1989 moet er een opvolger voor de wijlen Khomeini worden gekozen. Tussen al die Ayatollahs was er echter geen die het charisma van Khomeini had. De enige die daar een beetje bij in de buurt kwam was Khamenei, althans volgens een aantal geestelijken. Het probleem was echter dat Khamenei geen Ayatollah was. Ayatollah is een rang in geestelijkheid. Je moet gestudeerd hebben en een proefschrift hebben geschreven, alleen dan kun je een Ayatollah worden. Khomeini was een Ayatollah en er waren er meer. Ayatollah Montazeri zou eigenlijk de opvolger van Khomeini worden. In 1988 echter had hij kritiek op Khomeini gehad omdat op dat moment enkele duizenden politieke gevangenen werden vermoord. Montazeri vroeg waarom dit was gebeurd. Daarmee werd Montazeri opzij geschoven als opvolger van Khomeini. Montazeri, die wel Ayatollah was en miljoenen volgelingen had in Iran, werd
11
dus opzij geschoven en Khamenei werd naar voren gebracht. De grondwet werd zelfs ten behoeve van Khamenei veranderd, omdat de grondwet eiste dat Khamenei een Ayatollah moest zijn. Die wet werd uit de grondwet gehaald zodat Khamenei Khomeini kon opvolgen. Het probleem blijft dat hij niet de steun kreeg van de bevolking, zoals Khomeini. Khamenei ging daarom in die periode snel op zoek naar alternatieve bronnen van steun. In de oorlog zijn de militairen belangrijk geworden, met name de Iranese Revolutionaire Garde. Hij ging bij deze militaire steun zoeken. Khamenei bedacht dat de Ayatollahs hem geen steun zouden verlenen omdat zij hem niet geleerd genoeg vonden, De bevolking was niet bekend met Khamenei en dus moest hij bij de militairen steun gaan zoeken. Bovendien hebben de militairen hem ook nodig, want hij kan hun macht legitimeren. Dit is een zeer belangrijk verband geweest, iets dat we tot op de dag van vandaag terug zien. Op dat moment werd Rafsanjani tot president gekozen. Deze beloofde economische hervormingen, want na 8 jaar oorlog was de hele economie bijna vernietigd. Hij wilde het land wat opener naar het westen toe maken. Hij vond dat de staatsgeleide economie niet meer werkte en de vrije markt meer ruimte moest krijgen. Hij dacht dat economische liberalisering de bevolking tevreden zou houden. Bovendien wilde Rafsanjani een machtsbasis creëren door bevriend te worden met de nieuwe rijke klasse, die aan het opkomen was in Iran. Dat lukt in het begin, maar vervolgens schoot de inflatie enorm omhoog naar bijna 50%. De ongelijkheid nam opnieuw toe. Het is ontzettend belangrijk om te beseffen dat de revolutie de belofte van gelijkheid, een bijna klassenloze maatschappij, voortbracht. Deze belofte van gelijkheid zat diep geworteld in het bewustzijn van de bevolking. Er werden inderdaad veel subsidies geïntroduceerd, er werd zelfs onderwijs voor iedereen voorzien en tot in de kleinste dorpen werden ziekenhuizen en scholen gebouwd. Kinderen van de martelaren van de oorlog bijvoorbeeld kregen toegang tot het onderwijs en ziektekostenverzekeringen en allerlei andere voorzieningen werden getroffen. Dat begon onder Rafsanjani langzaam af te brokkelen. De mensen begonnen zich dus af te zetten van Rafsanjani. Ze zagen hem als het gezicht van de nieuwe rijke elite. Op dat moment kreeg je zelfs in zeven steden in Iran relletjes en opstanden. Daar schrokken de politieke leiders van Iran van. Met name Khamenei, die zich afvroeg waar Rafsanjani nu mee bezig was. Nu het inbrengen van de vrije markt en liberalisering geen steun bracht, moest Khamenei een andere weg in slaan. Hij koos voor religieus conservatisme als een soort bliksemafleider. Op dat moment begon Iran namelijk wat opener te worden. Mensen beschikten over televisie en schotels om bijvoorbeeld naar buitenlandse zenders te kijken. Dat greep Khamenei aan om te zeggen dat er een soort westerse aanval gaande was om de Iraniërs cultureel te domineren. Vergelijkbaar met het verhaal dat Geert Wilders hier over islamisering houdt, had Khamenei het over “verwesterlijking”. Daarmee probeerde hij mensen angst aan te jagen dat dit gaande was. Mensen hadden hier echter geen boodschap aan, want de Iraanse samenleving was ondertussen erg veranderd. Juist door de Islamitische Republiek zelf. Het aantal jongeren was enorm gestegen bijvoorbeeld. Tegenwoordig is 70% van de Iraanse bevolking jonger dan 30 jaar. Deze jongeren waren nieuwsgierig, wilden van alles ontdekken en wilden verandering en voor zichzelf nadenken. Ze wilden zelf bepalen naar welke muziek ze luisterden en welke kleding ze wilden dragen. Dit mocht allemaal niet van Khamenei. Dit religieuze conservatisme sloeg dus niet aan. Op sociaal terrein was Iran ook heel erg veranderd, de rol van vrouwen bijvoorbeeld. Juist door de uitbreiding van het onderwijs zijn veel vrouwen naar scholen en universiteiten gegaan. Op dit moment bestaat zelfs 64% van de universitaire studenten uit vrouwen. Er wordt zelfs gesproken over wetten om minder vrouwen toe te laten tot de universiteiten, om te voorkomen dat mannen te weinig kansen krijgen. Dit soort paradoxale zaken zijn
12
voortgekomen uit een conservatief regime dat eigenlijk haar eigen vijanden heeft gecreëerd. Al deze vrouwen botsten tegen de politieke en sociale regels die er waren. Het was natuurlijk ontzettend lastig voor vrouwen om hogerop te komen op de arbeidsmarkt. Ze zijn echter wel hoog opgeleid en ze beginnen nu hun rechten op te eisen. Dit zag je op allerlei terreinen gebeuren. Een dynamische bevolking ontstond dus, die geen boodschap meer had aan de conservatieve retoriek van Khamenei. Dat legde de basis voor de verkiezingsoverwinning van president Khatami in 1997, want hij zou voelde dit goed aan. Economische liberalisering heeft niet goed uitgewerkt, religieus conservatisme heeft niet goed uitgewerkt, hoe gaan we de Islamitische Republiek nu wel goed in stand houden? Zijn antwoord daarop was politieke hervormingen, want dat was waar de bevolking naar toe wilde. Zo gaf Khatami meer sociale en politieke vrijheid, meer persvrijheid en meer rechten voor vrouwen en andersdenkenden. Dat vonden de mensen prachtig en zo werd hij met enorme steun gekozen in 1997. Dit was natuurlijk wel een enorm gevaar voor Khamenei en zijn aanhangers in het staatsapparaat. Wanneer Khatami namelijk al deze hervormingen wilde doorvoeren, waar zouden de Ayatollahs en alle ongekozen instituties dan blijven? Dit leverde een enorme botsing op. Vanaf dat moment werd Khatami continu gedwarsboomd door de conservatieve fractie rondom Khamenei. Wanneer Khatami bijvoorbeeld het uitgeven van meer kranten mogelijk maakte (het aantal kranten groeide enorm tijdens Khatami‟s regime), gaf Khamenei het bevel deze kranten direct te verbieden. De conservatieven begonnen zich te organiseren en ze zagen president Khatami als een bedreiging voor hun toekomst. Langzamerhand begon echter ook de bevolking zich enigszins af te keren van Khatami. Dit had twee redenen: De eerste was dat terwijl de conservatieven Khatami steeds meer blokkades opwierpen, Khatami steeds meer concessies deed aan de conservatieven in plaats van een beroep te doen op de bevolking en een sociale basis voor zichzelf op te roepen door de mensen de straat op te roepen en een stem te geven. De bevolking begon een beetje teleurgesteld te raken in Khatami‟s hervormingen. Terwijl in 1999 bijvoorbeeld de studentenprotesten de kop werden ingedrukt, legde Khatami de schuld een beetje bij de studenten door te zeggen dat zij zich rustig moesten houden en niet de straat op moesten gaan. Mensen werden ongeduldig door het uitblijven van echte veranderingen onder Khatami. De tweede reden was dat Khatami de economische liberalisering van zijn voorganger Rafsanjani eigenlijk doorzette. Dat leidde steeds weer tot sociale afbraak en groeiende ongelijkheid. Hier waren veel mensen ontevreden over en men vond dat dit het belang was van de hogere middenklasse die het over mensenrechten en andere intellectuele termen hadden. Het was voor mensen die het economisch moeilijk hadden een beetje ver-van-mijn-bed-show. De periode van Ahmadinejad Ahmadinejad werd in 2003 tot burgemeester van Teheran gekozen. Vanaf dat moment bouwde hij de stad op om te laten zien dat hij een man was die van wanten wist. Hier speelt ook een andere factor, de buitenlandse ontwikkelingen, naast de factor binnenlandse ontwikkelingen, een belangrijke rol waarom de groep van Ahmadinejad aan populariteit won. Ik zou deze groep de neo-conservatieven willen noemen, omdat ze sociaal, ideologisch en religieus net als Khamenei ook conservatief waren, maar economisch het populisme van de jaren ‟80 weer terug probeerden te brengen. Ahmadinejad wilde afrekenen met Rafsanjani en de rijke elite, oliegelden teruggeven aan de gewone mensen enzovoort. Buitenlandse ontwikkelingen hielpen hem ook om
13
aan de macht te komen. In 2001 vonden de aanslagen in de VS plaats. Deze werden aangegrepen om Irak en Afghanistan binnen te vallen. Het is alom bekend dat Iran en de VS geen vrienden zijn. Stelt u zich nu voor dat er opeens Iranese troepen gestationeerd zouden zijn in Duitsland en België. Hoe zou de Nederlandse militaire en politieke top daar tegenaan kijken? Ze zouden enorm schrikken en denken zijn wij de volgende? We weten nu ook dat er op dat moment plannen lagen om Iran aan te vallen. In het boek van Georg W. Bush dat recent is verschenen, zegt hij dat hij eigenlijk plannen had om Iran aan te vallen. De Iraanse militaire en politieke top was dus ontzettend bang en huiverig dat na Irak en Afghanistan Iran zou volgen. De top bedacht toen dat nu er een dergelijk buitenlands gevaar heerste, het zich niet zou kunnen permitteren dat de hervormers rond Khatami met allerlei politieke experimentjes aan de gang zijn. Ze wilden daarom de macht weer terug in handen van de militairen brengen, met harde hand orde op zaken stellen en Iran afbakenen en beschermen tegen de buitenlandse dreigementen. Ik denk dat, bedoeld of onbedoeld, de westerse politiek op dat moment de neo-conservatieven in Iran ontzettend heeft geholpen. Met name omdat in 2003 Khatami als president een handreiking had gedaan naar de VS, deels ingegeven door angst omdat ook Khatami bang was dat die oorlog er zou komen, om directe onderhandelingen te beginnen om alle problemen op tafel te leggen en proberen op te lossen. Problemen als steun aan terrorisme en veiligheid in de regio rond Irak en Afghanistan. De VS - Bush was natuurlijk in heel veel opzichten ook een neoconservatief - hebben toen de deur naar onderhandelingen dicht gegooid voor de neus van de Iraniërs. Bush heeft zelfs in 2002 of 2003 in een toespraak over het “as van het kwaad” gesproken. Iran werd ingedeeld bij onder andere Noord-Korea en Irak, terwijl iedereen eigenlijk wist dat Iran niets te maken had met Al-Qaida of Afghanistan en Irak. De 8–jarige oorlog met Irak bewijst dat Irak en Iran lange periode juist vijanden van elkaar waren. Er was dus helemaal geen coalitie tussen Iran en Al-Qaida en Irak. Dit werd in Iran heel slecht ontvangen. De neo-conservatieven zagen hiermee bewijs tegen Khatami dat Iran niet met het westen in dialoog moest gaan, omdat de VS volgens hen helemaal niet geïnteresseerd waren in het verbeteren van de relatie met Iran. Dit heeft de neo-conservatieven ontzettend geholpen om aan de macht te komen. Tot in 2005 heeft Ahmadinejad zijn positie als burgemeester van Teheran gebruikt om president te worden. Daarbij gebruikte hij de buitenlandse politiek als bliksemafleider door te zeggen dat er een sterke leider nodig is en niet zo iemand als Khatami. Iemand die gewoon orde op zaken stelt. Bovendien zei Ahmadinejad dat Iran weer een regering nodig had die teruggaat naar de idealen van de revolutie, namelijk de armoede en ongelijkheid bestrijden en zich afzijdig houden van de rijke en intellectuele elite die het slechts over de “civil society” heeft. Ik denk dat Ahmadinejad met deze retoriek veel stemmen heeft vergaard en de verkiezingen gewonnen heeft. Natuurlijk werd de Revolutionaire Garde ingezet om voor hem stemmen te ronselen. Bovendien probeerde Ahmadinejad op het platteland mensen te mobiliseren. Dit heeft meegeholpen aan de verkiezingsoverwinning van Ahmadinejad, maar er was wel degelijk politieke steun voor Ahmadinejad in 2005. Die steun begon echter af te brokkelen nadat hij president werd. Hij had wel beloofd de armoede te bestrijden, maar in feite deelde hij geld uit aan zijn eigen aanhangers, om deze aan zich te binden. Het lukt hem niet om een project te starten, zoals dat 30 jaar terug was gedaan, om daadwerkelijk aan armoedebestrijding te doen. Want wat 30 jaar terug was gebeurd, was ook werkelijk indrukwekkend geweest. Toen ik een aantal jaren geleden in Iran rondreisde kwam ik bijvoorbeeld kleine steden tegen waar nieuwe universiteiten waren gebouwd. In Iran is het platteland altijd verwaarloosd geweest, zoals in heel veel derdewereldlanden, omdat vrijwel alles in de hoofdstad gebeurt. Onder de Islamitische Republiek kwam de periferie naar het centrum toe. Dat
14
leverde spanningen op, alleen al wanneer je naar Ahmadinejad als persoon kijkt. Zelf kwam hij uit een heel klein stadje, Aradan, midden in een rustige provincie in Iran. Heel veel mensen zoals hij hebben toegang gekregen tot de macht. Er worden er veel grappen over het uiterlijk en de kleding, zo draagt hij vaak een sjofel jasje, van Ahmadinejad gemaakt door Iraniërs die in de westerse wereld wonen. Mensen in de hoogopgeleide stedelijke delen van Iran schamen zich zelfs een beetje voor Ahmadinejad als president van Iran. De plattelandsbewoners herkennen zich juist heel erg in hem en spreken trots over Ahmadinejad dat hij bijvoorbeeld nucleaire energie heeft gebracht. Ahmadinejad heeft van dit thema echter ook misbruik gemaakt. Op een bepaalde manier zijn Iraniërs er trots op dat het land nucleaire energie heeft ontwikkeld. Iedereen, zowel de regering als de oppositie, in Iran is het erover eens dat Iran het recht heeft op de ontwikkeling van kernenergie voor vreedzame doeleinden. Daarbij heb ik het niet over kernwapens, dat zijn twee zaken die we moeten scheiden van elkaar. Iran is een van de weinige landen in de regio die kernenergie als technologie heeft ontwikkeld. Iran loopt ook voorop als het gaat om nanotechnologie, de nummer een van de wereld zelfs op dat gebied. Deze technologieën worden door Ahmadinejad gebruikt om te laten zien hoe Iran vooruitloopt in dit soort opzichten. Op deze manier kon hij enige tijd steun winnen, maar het lukte hem niet om op het platteland daadwerkelijk de armoede weg te werken voor veel mensen, zodat de steun voor hem begon af te brokkelen. Ik ben van mening dat we dat hebben teruggezien in de verkiezingen van 2009. Op het terrein van de buitenlandse politiek steunen veel mensen hem nog steeds, met name op het gebied van de ontwikkeling van kernenergie voor vreedzame doeleinden. Veel mensen echter moeten niets hebben van zijn provocatieve manier van optreden richting het westen, zoals het ontkennen van de Holocaust, hetgeen natuurlijk schandalig is en een abject idee is. Dit idee komt ook totaal niet van de Iraniërs. Ahmadinejad is zelfs teruggeroepen door de Ayatollahs. De verkiezingen van 2009 Voor wat de verkiezingen van 2009 betreft is het heel moeilijk te bepalen of deze verkiezingen eerlijk zijn verlopen. Er bestond en bestaat in Iran nog altijd geen toezicht op de verkiezingen om te kunnen bepalen of deze eerlijk zijn verlopen. Zelf denk ik dat de verkiezingen oneerlijk zijn verlopen, maar dat de kans dat Ahmadinejad de eerste ronde van de verkiezingen heeft gewonnen wel erg groot is. In Iran moet je tijdens de verkiezingen meer dan 50% van de stemmen halen om direct tot president te worden gekozen. Ik denk niet dat Ahmadinejad meer dan 50% van de stemmen heeft gehaald. Hij heeft minder dan 50% van de stemmen behaald, ongeveer gelijk aan het aantal dat zijn tegenkandidaat Mousavi haalde. Daarna is de regering waarschijnlijk gaan sjoemelen met de stemmen omdat er tijdens de verkiezingen opnieuw een opleving onder de bevolking plaatsvond. Mensen gingen de straat weer op. De verkiezingen werden een enorm festival waar mensen op straat dansten. Ik denk dat de regering erg nerveus werd om wat Mousavi in gang had gezet. De regering was bang dat de verkiezingen een dynamiek konden krijgen die veel verder ging dan de uitkomst van de verkiezingen. Daar wilde de regering een stokje voor steken, want als dit voor hen gevaarlijke theater op straat nog wekenlang doorging en richting tweede verkiezingsronde ging, dan werd dit te gevaarlijk voor de regering. Op dat moment is de regering gaan sjoemelen en heeft het uitgroepen dat Ahmadinejad wél meer dan 50% van de stemmen had behaald en daarmee president zou blijven. De mensen pikten dat absoluut niet. Ook vond de bevolking het schandalig hoe de regering met de protesten is omgegaan, ook wanneer de regering gelijk had en Mousavi slechts 1/3 van de stemmen had behaald. De miljoenen mensen die vreedzaam de straat opgingen zijn in feite met
15
bruut geweld van de straten af geslagen. Duizenden van hen zijn in de gevangenis beland en sommigen van hen zitten nog steeds vast. Toen ik twee weken geleden in Iran was merkte ik echter niets meer op straat van deze hele beweging. De discussie is of deze beweging een soort revolutie betekende zoals in 1979? En hoe zouden we deze beweging kunnen begrijpen? Ik denk dat deze beweging, als protest op straat, op dit moment weggeëbd is, maar dat de ontevredenheid die onder het oppervlak ligt nog absoluut niet is verdwenen en zich een nieuwe weg zal banen wanneer er een nieuwe politieke opening ontstaat. Ik denk dat er in de komende maanden zeker een nieuwe opening zal ontstaan.
16