Specifieke lerarenopleiding C
ECTS-fiche opleidingsonderdeel vakdidactische oefeningen 2
Code:
10375
Academiejaar:
2015 - 2016
Aantal studiepunten:
6
Studietijd:
120 à 150 uur
Deliberatie:
mogelijk
Vrijstelling:
niet mogelijk
Onderwijstaal:
Nederlands
Verantwoordelijke opleidingsonderdeel:
Ilse Verschueren
1. Aanvangscompetenties Bij aanvang van dit opleidingsonderdeel dient de cursist de competenties van de opleidingsonderdelen ‘Didactische competentie algemeen’ en ‘Vakdidactische oefeningen 1’ bereikt te hebben.
2. Eindcompetenties De eindcompetenties sluiten aan bij de Basiscompetenties voor de leerkracht secundair onderwijs, zoals uitgeschreven door de Vlaamse Regering en gegroepeerd volgens 10 functionele gehelen (FG). Het gaat hierbij om eindcompetenties die een integratie van kennis, vaardigheden en attitudes veronderstellen. De competenties die prioritair aan bod komen tijdens dit opleidingsonderdeel zijn:
FG 1: De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen 1.1 De leerkracht kan de beginsituatie van de leerling en de leerlingengroep achterhalen. 1.2 De leerkracht kan doelstellingen kiezen en formuleren. 1.3 De leerkracht kan de leerinhouden en leerervaringen selecteren. 1.4 De leerkracht kan de leerinhouden structureren en vertalen in leeractiviteiten. 1.5 De leerkracht kan aangepaste werkvormen en groeperingsvormen bepalen. 1
1.6 1.7
De leerkracht kan individueel en in team leermiddelen kiezen en aanpassen. De leerkracht kan een krachtige leeromgeving realiseren met aandacht voor de heterogeniteit binnen de leergroep. 1.8 De leerkracht kan observatie en evaluatie voorbereiden. 1.11 De leerkracht kan het leer- en ontwikkelingsproces begeleiden in het Standaardnederlands. 1.12 De leerkracht kan omgaan met de diversiteit van de groep. 1.13 De leerkracht kan proces en product evalueren met het oog op bijsturing, remediëring en differentiatie. FG 2: De leraar als opvoeder 2.1 De leerkracht kan in overleg een positief leefklimaat creëren voor de leerlingen in klasverband en op school. 2.3 De leerkracht kan door attitudevorming leerlingen op individuele ontplooiing en maatschappelijke participatie voorbereiden. FG 3: De leraar als inhoudelijk expert 3.1. De Leerkracht beheerst de domeinspecifieke kennis en vaardigheden, en kan die verbreden en verdiepen. 3.2. De leerkracht kan de verworven domeinspecifieke kennis en vaardigheden aanwenden. FG 4: De leraar als organisator 4.1 De leerkracht kan een gestructureerd werkklimaat bevorderen 4.2 De leerkracht kan een soepel en efficiënt les- en dagverloop creëren, passend in een tijdsplanning vanuit het oogpunt van de leerkracht en de leerlingen. 4.3 De leerkracht kan op correcte wijze administratieve taken uitvoeren. 05. De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker 5.3. de leerkracht kan het eigen functioneren ter discussie stellen en bijsturen.
3. Competentiegerichte doelstellingen
De cursist kan:
• • • • •
gepaste, afwisselende actieve werkvormen en kwaliteitsvol didactisch materiaal kiezen i.f.v. de gegeven les. actuele maatschappelijke gebeurtenissen op het niveau van de leerlingen aan de leerinhouden koppelen de elementen die van invloed zijn op het didactisch handelen in de les bestuderen en beschrijven in de lesvoorbereiding. de logische lesopbouw (leerstappen) zichtbaar maken in een samenhangend, gestructureerd geheel en vertalen in concrete doelstellingen. een begrijpelijk, verzorgd en correct schriftelijk en mondeling taalgebruik gebruiken, aangepast aan het taalniveau van de lln. 2
• • • • • • • • • • •
• • •
een vaardigheidsschaal op een correcte manier opstellen en verbeteren a.d.h.v. een duidelijk opgestelde modeloplossing. kritisch reflecteren over het begeleidingsproces tijdens de lesrealisatie en de vaardigheidsschaal met het oog op remediëring van de leerlingen. een gestructureerd en dynamisch werkklimaat creëren met aandacht voor een goede timing en een aangepast lestempo de klasruimte efficiënt en stimulerend organiseren rekening houdend met de veiligheid van de leerlingen op een positieve wijze in interactie gaan met alle lln en aandacht hebben voor attitudevorming bij de lln aandacht besteden aan het welbevinden van de lln en gewenst gedrag positief bekrachtigen (feedback) en duidelijke grenzen stellen de leerinhoud gestructureerd opbouwen en de werkvormen en de vaardigheidsschaal correct uitvoeren. een passende leerinhoud selecteren en uitdiepen i.f.v. de beginstituatie van de lln, het leerplan, de beschikbare tijd de leerinhouden nauwkeurig, correct wetenschappelijk en begrijpelijk overbrengen en beheersen met aandacht voor actuele evoluties. horizontale en verticale verbanden leggen tussen inhouden uit het eigen vakgebied, verwante vakgebieden en vakoverschrijdende domeinen de leerinhouden situeren in het leerplan en zowel horizontale als verticale verbanden leggen tussen inhouden van het eigen vakgebied, verwante vakgebieden en vakoverschrijdende domeinen. minstens één relevante differentiatie-oefening uitwerken, vertrekkend vanuit een gepaste doelstelling en met vermelding van de soort differentiatie de eigen onderwijspraktijk en professionele ontwikkeling reflectief en kritisch benaderen met het oog op professionele groei. verbanden leggen tussen de leerinhoud en actuele maatschappelijke thema’s en hierover in dialoog treden met de leerlingen.
4. Inhoud Een aantal competentiegerichte doelstellingen werden reeds nagestreefd in het opleidingsonderdeel ‘vakdidactische oefeningen 1’. In het opleidingsonderdeel vakdidactische oefeningen 2 situeren deze doelstellingen zich op een hoger niveau van beheersing. De tijdens de module ‘Didactische competentie algemeen’ en ‘Vakdidactische oefeningen 1’ aangebrachte inhouden worden verder ingeoefend via twee individuele lessen. Extra aandachtspunten zijn de voorbereiding en afname van een vaardigheidsschaal en de opstelling en realisatie van een differentiatieoefening.
3
Peerevaluatie en zelfreflectie zijn essentiële en belangrijke instrumenten in het groeiproces van de cursisten: •
Cursisten leren de lesoefeningen van medecursisten gericht observeren, deelnemen aan een nabespreking, en hieruit persoonlijke inzichten trekken.
•
Er worden twee tools voor professionalisering gehanteerd m.n. het reflectiemodel volgens Korthagen en de PDCA-cirkel. In dit opleidingsonderdeel zal ook één les opgenomen worden met een camera. De cursist bespreekt een deel van zijn les aan de hand van opgenomen videofragmenten.
•
5. Onderwijs – en leeractiviteiten De module wordt aangeboden in gecombineerd onderwijs. De uren afstandsonderwijs worden benut voor het voorbereiden van de praktijkoefeningen. Deze praktijkoefeningen worden in de eigen cursistengroep in het centrum uitgevoerd. Voor alle omkadering (materiaal, speciale lokalen, specifieke afspraken, …) zorgen de cursisten zelf.
6. Evaluatie Voor deze module geldt permanente evaluatie.
Puntenverdeling Opdracht
punten
zelfreflectie
Totaal punten
Les 1
15
2,5
17,5
Les 2
20
2,5
22,5
Opdracht evalueren : Vaardigheidsschaal
10
-
10
Opdracht differentiatie
10
-
10
TOTAAL
60 punten
4
Afspraken evaluatie •
Gezien elke leraar een taalleraar is, dient de cursist in elke opdracht aandacht te besteden aan verzorgd en correct schriftelijk taalgebruik.
•
Cursisten kunnen pas feedback en een beoordeling verkrijgen indien ze alle opdrachten tijdig op moodle posten.
7. Didactisch materiaal en media • • • • •
Informatie Didactische competentie algemeen (ELO) Bundel met opdrachten vakdidactische oefeningen 2 (ELO) Powerpointpresentatie(s)van de lector (ELO) Info- en hulplijnen (ELO) Eigen nota’s
8. Studiebegeleiding De cursist die zijn les heeft gegeven, krijgt feedback van de lector én de medecursisten over de diverse aspecten van zijn lesrealisatie met de bedoeling het toekomstig didactische handelen bij te sturen. Nadien ontvangt elke cursist via moodle een geïndividualiseerd schriftelijk feedbackverslag over de lesvoorbereidingen, lesrealisaties en extra opdrachten Daarnaast kan de cursist met vragen terecht bij de lector via Moodle en/of via e-mail. Tijdens de afstandsuren bestaat, op vraag van de cursist(en), de mogelijkheid tot individuele en/of groepsremediëring. Bij te grote tekorten op vlak van taalbeheersing en academische competenties kan de lector de cursist doorverwijzen naar de remediëringsmodules.
9. Volgtijdelijkheid Op dit opleidingsonderdeel is volgtijdelijkheid van toepassing. De cursist moet geslaagd zijn voor de opleidingsonderdelen ‘Didactische competenties algemeen’ en ‘Vakdidactische oefeningen 1’ vooraleer de module ‘Vakdidactische oefeningen 2’ te kunnen aanvatten.
5
6