Nota Voor burgemeester en wethouders Nummer: 14INT05447
II
Onderwerp:
111
Datum vergadering: Nota openbaar: Ja
25
.201
Vaststelling verordeningen i.v.m. de invoering van de Participatiewet met ingang van 1 januari 2015
Advies: 1. Instemmen met de volgende nieuwe c.q. herziene verordeningen ingevolge de Wet Maatregelen W W B : a. Verordening maatregelen en boeten Participatiewet, IOAW en IOAZ; b. Verordening individuele inkomenstoeslag en individuele studietoeslag; c. Verordening financiële bijdrageregelingen maatschappelijke participatie; d. Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ; 2. instemmen met intrekking van de volgende verordeningen ą a. Toeslagenverordening W W B gemeente Hellendoorn 201,2; b. Verordening maatschappelijke participatie W W B gemeente Hellendoorn 2 0 1 2 ; c. de Verordening maatregelen en boeten W W B / B b z gemeente Hellendoorn 2 0 1 3 ; d. de Maatregelenverordening IOAW en IOAZ gemeente Hellendoorn 2 0 1 3 ; e. de Verordening langdurigheidstoeslag W e t werk en bijstand gemeente Hellendoorn 2013 3. instemmen met de wijziging van artikel 2 , tweede lid van de Verordening behandeling bezwaarschriften sociaal domein 2 0 1 4 ; 4. Een nader voorstel met betrekking tot de re-integratieverordening (inclusief loonkostensubsidie en het nieuwe beschut werken) af te w a c h t e n ; 5. De bij dit rapport gevoegde verordeningen voor te leggen aan de raadscommissie Samenlevingszaken, en daarna ter vaststelling aanbieden aan de gemeenteraad. 6. Deze voorstellen vooraf bespreken met het Cliëntenplatform Werk en Inkomen.
Besluit B en W:
•Of
PA
Korte samenvatting: Als gevolg van de invoering van de Participatiewet, de Wet Maatregelen W W B en de Wet Hervorming Kindregelingen moeten per 1 januari 2 0 1 5 diverse verordeningen worden aangepast of nieuw worden ingevoerd. Dit betreft de volgende verordeningen: 1. Verordening maatregelen en boeten Participatiewet, IOAW en IOAZ; 2. Verordening individuele inkomenstoeslag en individuele studietoeslag; 3. Verordening financiële bijdrageregelingen maatschappelijke participatie; 4. Verordening tegenprestatie Participatiewet, I O A W en IOAZ; 5. Re-integratieverordening (inclusief het nieuwe beschut werken) en verordening loonkostensubsidie (zo mogelijk geïntegreerd). De eerste 4 genoemde verordeningen moeten wettelijk vóór c . q . ingaande 1 januari 201 5 worden vastgesteld, als uitvloeisel van de Wet Maatregelen W W B . Voor de onder 5 genoemde re-integratieverordening geldt, in combinatie met de nieuwe regelingen voor loonkostensubsidie en nieuw beschut, een overgangsperiode tot 1 juli 2 0 1 5 . De gewijzigde c.q. nieuwe verordeningen genoemd onder 1 t/m 4 worden hierbij aangeboden aan uw college, en daarna ter vaststelling voorgelegd aan de gemeenteraad.
3 De reintegratieverordening(en) wordt, zo mogelijk als één integrale verordening waarin ook de nieuwe instrumenten zijn verwerkt, in het voorjaar 2 0 1 5 aan uw college en raad aangeboden. Hiervoor is regionale afstemming binnen de arbeidsmarktregio Twente vereist. De voorbereidingen hiervoor zijn nog gaande, zodat deze verordening op een later tijdstip wordt aangeboden. Tot die tijd kan de bestaande reintegratieverordening met het oude instrumentarium in stand blijven. De nieuwe beleidsregels of uitvoeringsbesluiten, die op grond van de verordeningen door het college kunnen worden vastgesteld, worden binnenkort afzonderlijk aan uw college voorgelegd. Tenslotte is het wenselijk de verordening cliëntenparticipatie te actualiseren in verband met de toevoeging van nieuwe doelgroepen aan de Participatiewet. Afgesproken is deze minder urgente actualisatie op te pakken in 201 5, en daarbij ook de opdracht uit het college programma omtrent vorming van één brede Participatieraad te betrekken. Aanleiding: Invoering Participatiewet, Wet M aatregelen W W B en Wet Hervorming Kindregelingen ingaande 1 januari 201 5. Relevante eerdere besluiten: « 14INT04787: Vaststellen Kadernota Participatiewet (14BIJL0282). » 1 4 I N T 0 4 1 9 7 : Vaststellen beleidsnotitie tegenprestatie. Beide vastgesteld in de collegevergadering van 28 oktober 2 0 1 4 . Doelstelling: Door aanpassing van de verschillende verordeningen en intrekking van de niet meer geldende regelingen wordt voldaan aan de wettelijke verplichtingen vanaf 1 januari 2 0 1 5 . On3ra«2sairars — t
B
-—..
Alvorens in te gaan op de verordeningen staan wij kort stil bij de belangrijkste wijzigingen die gevolgen hebben voor de klant, te weten de invoering van de kostendelersnorm en het vervallen van de toeslag voor alleenstaande ouders. Dit zijn twee maatregelen waarop de gemeente géén invloed heeft, maar alleen de verplichting tot uitvoering hiervan. De financiële effecten hiervan zijn door het rijk al ingeboekt als besparing op de bijstandsuitgaven. a. De kostendelersnorm Indien een klant een woning deelt met één of meer volwassenen, wordt de bijstandsuitkering daarop aangepast. Hoe meer inwonende personen van 21 jaar of ouder, hoe lager de uitkering die aan een klant wordt toegekend. De achterliggende gedachte is dat de inwonende personen gezamenlijk de woonkosten kunnen delen. b. Toeslag alleenstaande ouder Tot 112015 ontvangt de alleenstaande ouder een toeslag van 20 zb bovenop de uitkeringsnorm voor een alleenstaande (70 Ja). Vanaf 1 januari 2 0 1 5 vervalt deze toeslag. De alleenstaande ouder komt dan echter we! in aanmerking voor een hoger kindgebonden budget van de Belastingdienst. Hiermee wordt de lagere uitkering echter niet volledig ũ
nPfìnmnAnQpprrl
Als gevolg van deze maatregelen moet de Toeslagenverordening W W B gemeente Hellendoorn 2 0 1 2 worden ingetrokken. Hieronder gaan wij verder in op de nieuwe c.q. gewijzigde verordeningen. Daarbij wordt opgemerkt dat de uitwerking in de verordeningen aansluit op hetgeen beschreven is in de Kademotã Participatiewet en de beleidsnotitie invoering Tegenprestatie, die op 28 oktober jl. door uw college zijn vastgesteld.
1.
Verordening
Individuele
inkomenstoeslag
en
Studietoeslag.
- 4 Deze verordening regelt 2 verschillende toeslagen: de individuele inkomenstoeslag en de studietoeslag. A l s gevolg van deze nieuwe verordening moet de oude verordening langdurigheidstoeslag worden ingetrokken. a) De individuele inkomenstoeslag komt in de plaats van de bestaande langdurigheidstoeslag. De nieuwe toeslag lijkt op de oude langdurigheidstoeslag, maar gaat nu uit van een individuele beoordeling. Net als nu kan de gemeente een toeslag toekennen als iemand voor een langere periode moet rondkomen van een minimum inkomen. Het vaststellen van de hoogte van de toeslag, de hiervoor geldende inkomensgrens en de duur van de "langere periode" is een lokale bevoegdheid van de gemeente. Enkele jaren geleden heeft de gemeenteraad van Hellendoorn bij de langdurigheidstoeslag expliciet gekozen voor een toeslag van 4 0 96 van de bijstandsnorm, een inkomensgrens van 1 0 5 96, en een periode van minimaal 3 jaar. Opgemerkt wordt dat de meeste omliggende gemeenten uitgaan van een norm van 101 96. Echter, gezien het bestuurlijke uitgangspunt dat niet bezuinigd wordt op het armoedebeleid, stellen wij voor vast te houden aan de destijds gekozen inkomensgrens. Nieuw is dat de gemeente moet beoordelen of de klant de mogelijkheid heeft om zijn inkomenssituatie te verbeteren, of daar perspectief op heeft. Dit betekent dat in beginsel alleen personen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt in aanmerking komen voor deze toeslag. Hieruit volgt dat dit een beperktere doelgroep is dan voorheen, dit vloeit uit de wet. b) De studietoeslag is een nieuwe toeslag voor met name jongeren met een beperking, die niet meer kunnen instromen in de Wajong, maar onder de Participatiewet vallen. A l s deze jongeren een studie volgen met studiefinanciering, en zij door hun beperking niet in staat zijn om middels een bijbaantje hun inkomen aan te vullen, dan kunnen zij in aanmerking komen voor een studietoeslag. De hoogte van de studietoeslag is in subregionaal verband afgestemd. De toeslag wordt om belastingtechnische redenen niet maandelijks, maar 1 x per halfjaar uitbetaald. 2. Verordening maatregelen en boeten. In de W e t Maatregelen W W B heeft de wetgever diverse "geüniformeerde arbeidsverplichtingen" vastgelegd, zoals de verplichting om werk te aanvaarden en te behouden, de inschrijving bij het U W V en minimaal 1 uitzendbureau, het verkrijgen van kennis en vaardigheden, geen belemmering voor het verkrijgen van werk door bijvoorbeeld, kleding of gedrag, en de bereidheid om te verhuizen. Tevens is in de Participatiewet de verplichting opgenomen dat de gemeente een maatregel op moet leggen indien niet aan deze verplichtingen wordt voldaan. Afhankelijk van de mate van overtreding ontvangt de klant dan tijdelijk geen of een gedeeltelijke uitkering. Bij de toepassing hiervan is individueel maatwerk slechts zeer beperkt mogelijk, in bijzondere omstandigheden. De bestaande maatregelenverordening is op dit punt aangevuld. Verder is de reikwijdte van de maatregelenverordening verbreed door hier ook het maatregelenbeleid inzake de IOAW en IOAZ onder te brengen. Bij invoering van deze nieuwe verordening kunnen de oude maatregelenverordeningen voor respectievelijk W W B / B b z en I O A W / I O A Z worden ingetrokken. 3. Verordening financiële bijdragen maatschappelijke participatie. De Wet Maatregelen W W B beperkt de mogelijkheden van categoriale bijstand (met uitzondering van een collectieve zorgverzekering). De bestaande regelingen maatschappelijke participatie kunnen daardoor niet meer worden gebaseerd op de W W B c . q . Participatiewet, ook al passen zij wel bij de bedoelingen van de wet om de participatie in de samenleving te bevorderen. Dit zou betekenen dat alle (relatief kleine) aanvragen via individuele bijzondere bijstand zouden moeten worden beoordeeld, wat zeer arbeidsintensief is. Om dit te voorkomen, is er voor gekozen de bestaande regelingen maatschappelijke participatie om te zetten in een verordening op grond van de Gemeentewet. Dit impliceert wel dat de nieuwe regeling moet worden vastgesteld door de gemeenteraad in plaats van uw college. Daarbij kan wel geregeld worden dat het college jaarlijks de hoogte van de vergoedingen vaststelt. In bijgevoegde verordening is daarvoor een bepaling opgenomen. De voorgestelde nieuwe verordening regelt alleen het bevorderen van de maatschappelijke participatie. De bestaande regeling duurzame gebruiksgoederen is hierin niet meegenomen, omdat deze regeling niet past binnen de systematiek van de Participatiewet. Uitgangspunt van het
5 college is om in samenwerking met maatschappelijke organisaties een vergelijkbaar armoedebeleid in stand te houden binnen het bestaande budget. Daarom wordt voorgesteld o m een deel van het budget voor duurzame gebruiksgoederen (uitgangspunt: C 1 , per inwoner) beschikbaar íe steiien aan de Stichting Hulpfonds Heiiendoorn. Het resterende budget kan door de gemeente worden ingezet om via bijzondere bijstand op basis van maaatwerk bij te dragen aan "uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke kosten van bestaan". Over de uitwerking van dit voorstel vindt nog overleg plaats met het Hulpfonds en overige betrokken maatschappelijke organisaties. Uitvloeisel hiervan is dat dit onderdeel van beleid niet verder geregeld wordt in een afzonderlijke verordening. Bij vaststelling van de nieuwe verordening financiële regelingen maatschappelijke participatie kan de oude verordening maatschappelijke participatie uit 2 0 1 2 worden ingetrokken. 4. Verordening Tegen p restatie Voor het ontvangen van een bijstandsuitkering heeft de gemeente de mogelijkheid om een tegenprestatie te vragen. Hierover bent u inmiddels afzonderlijk gerapporteerd. In de verordening zijn de vereisten opgesomd waarmee rekening moet worden gehouden bij het opleggen van een tegenprestatie. A l s cliënten hieraan invulling geven door voldoende vrijwilligerswerk te verrichten, hoeft aan hen geen tegenprestatie íe worden opgelegd, waardoor deze voorwaarden dan ook niet van toepassing zijn. Als een cliënt echter géén reintegratietraject, vrijwilligerswerk of mantelzorg verricht, en ook geen medische of sociale beperkingen heeft, dan kan hem/haar een tegenprestatie worden opgelegd. Om de randvoorwaarden daarvoor vast te leggen is conform de wettelijke opdracht een verordening opgesteld. 5. Re-integratie Zoaís in de Kadernota Participatiewet is aangegeven verplicht de Participatiewet tot regionale samenwerking ten aanzien van de reintegratiebeleid, met name een éénduidige regionale werkgeversbenadering, één regionaal geharmoniseerd instrumentarium (zoals loonkostensubsidies) en regionale besluitvorming ten aanzien van de invulling van het nieuwe ì~\ /"\ t"- í » V1 I I'Sk^i^ooi iut,
\nīr-\*-\ss~**~* vvv;i i^GI i .
Inmiddels zijn de regionale voorstellen op hoofdlijnen bekend, waarover via de Kadernota Participatiewet is gerapporteerd. Het is echter nog niet gelukt om tot één nieuwe regionale re integratieverordening te komen. Daarbij speelt mee dat: » de voorwaarden van de nieuwe landelijke loonkostensubsidieregeling lange tijd niet bekend waren, waardoor er nog geen afgeronde regionale verordening beschikbaar is (de hierop betrekking hebbende A M v B is pas in oktober bekend geworden); » regionaal ook nog geen besluit is genomen over het systeem van loonwaardemeting, w a t nodig is voor de berekening van de loonkostensubsidie, terwijl daarover wel regionaal een éénsluidend besluit moet worden genomen. » Ten aanzien van het nieuwe beschut werken de landelijke voorwaarden nog niet eens zijn vastgesteld ( A M v B volgt in december), reden waarom geadviseerd wordt voorzichtig te zijn bij het vastleggen van verplichtingen hierover in de reintegratieverordening. In het Twents ambtelijk overleg arbeidsmarktzaken op 12 november 2 0 1 4 is het voorstel besproken om alle instrumenten gericht op reintegratie In één nieuwe verordening vast te leggen. Geconstateerd is dat de voorbereidingen nog niet zo ver zijn dat er vóór 1 januari 2 0 1 5 één nieuwe reintegratieverordening kan worden vastgesteld door de gemeenten. De meeste gemeenten hebben daarom besloten om de bestaande lokale reintegratieverordening voorlopig te handhaven, in afwachting van een nieuw voorstel dat komend voorjaar aan de colleges kan worden aangeboden. Een gevolg hiervan Is dat het bestaande instrumentarium (zoals de bestaande incidentele loonkostensubsidieregeling) voorlopig nog In stand kan blijven, in afwachting van de nieuwe wettelijke loonkostensubsidieregeling ("geen oude schoenen weggooien voordat je nieuwe hebt"). 6. Verordening cliën tenparticipa tie Deze verordening moet worden geactualiseerd in verband met de toevoeging van nieuwe doelgroepen aan de participatiewet. Voorgesteld wordt om in 2 0 1 5 te onderzoeken of de vorming van één Participatieraad mogelijk is. 7 Verordening behandeling bezwaarschriften sociaal domein 2014
- 6 Wijziging van de wetgeving en de verordeningen brengen met zich mee dat ook artikel 2 van de Verordening behandeling bezwaarschriften sociaal domein 2 0 1 4 moet worden aangepast. Effecten: Hoewel de Participatiewet méér nieuwe uitstroom-instrumenten aanbiedt (positief), zullen de effecten van aanscherping van de verplichtingen, invoering van de kostendelersnorm en het vervallen van de toeslag voor alleenstaande ouders door de cliënten meestal niet als positief worden ervaren. De ambitie van de gemeente is om te zorgen voor een goede, klantgerichte uitvoering met een goede balans tussen streng en sociaal, en waar nodig toepassen van individueel maatwerk. Planning: Op grond van de Wet Maatregelen W W B treden de nieuwe regels per 1 januari 2 0 1 5 in werking. Voor de bestaande cliënten in de W W B geldt ten aanzien van de kostendelersnorm en het vervallen van de toeslag voor alleenstaande ouders een wettelijke overgangstermijn. Verder wordt komend voorjaar, in ieder geval vóór 1 juli 2 0 1 5 , aan de raad een nieuwe reintegratieverordening voorgelegd, waarin ook het nieuwe instrumentarium op grond van de Participatiewet is geregeld. Financiële consequenties: De financiële gevolgen van de voorstellen zijn door het rijk al verwerkt in de voorlopige raming van het BUIG-budget voor de gemeente, waaruit de uitkeringen en de nieuwe loonkostensubsidies betaald moeten worden. Zie hiervoor verder de Kadernota Participatiewet. Zolang de nieuwe loonkostensubsidie nog niet is ingevoerd, kunnen conform dit voorstel nog incidentele loonkostensubsidies worden verstrekt. Verder wordt opgemerkt dat het budget voor armoedebeleid in 201 5 op hetzelfde niveau als in 2 0 1 4 is gehandhaafd. Personele consequenties: De afdeling Werk en Zorg moet er voor zorgen dat de uitkering van alle huidige cliënten in de W W B , die te maken krijgen met gevolgen van de kostendelersnorm en het vervallen van de toeslag voor alleenstaande ouderen, vóór 1 juli 201 5 worden herbeoordeeld. In de geraamde extra personele inzet voor het team in 2 0 1 5 is hiermee rekening gehouden, met de kanttekening dat de definitieve berekening van de structureel noodzakelijke personeelsformatie in het derde kwartaal van 2 0 1 5 aan het college wordt voorgelegd. Juridische consequenties: De verordeningen worden volgens planning op 13 januari 2 0 1 5 in de gemeenteraad vastgesteld, en treden vervolgens met terugwerkende kracht per 1 januari 2 0 1 5 in werking. Informatisering I Automatisering: Conform de bestaande afspraken verzorgt bureau Centric de verwerking van de wijzigingen in een nieuwe release van het automatiseringssysteem G W S . Burger- en overheidsparticipatie: Het Cliëntenplatform Werk en Inkomen heeft bij brief van 10 november jl. inmiddels een advies uitgebracht over de Kadernota Participatiewet (zie bijlage). Het cliëntenplatform gaat in grote lijnen accoord met de voorstellen, maar wacht de verdere uitwerking in verordeningen en beleidsregels af, waarbij zij zeker zal letten op wat alle wijzigingen voor de cliënten gaan betekenen. Vooruitlopend hierop heeft het Cliëntenplatform een inhoudelijke reactie gegeven op diverse punten uit de Kadernota, en op een 2-tal verordeningen. In het kader van dit rapport gaan wij alleen in op de reacties op die verordeningen, te w e t e n : » Tegenprestatie: het Clientenplatform vreest afbouw van banen bij instellingen, waarbij mensen met een uitkering op die plek terugkomen. Gevraagd wordt hoe verdringing van reguliere banen kan worden voorkomen. Namens de gemeente is geantwoord dat
- 7-
*
prioriteit wordt gegeven aan stimulering van bestaand vrijwilligerswerk. Met de vrijwiliigerscentrale De Welle zullen hierover nog nadere uitvoeringsafspraken worden gemaakt. Qua toetsingscriteria kan wellicht worden aangesloten op de door het rijk ontwikkelde criteria bij verruiming van de mogelijkheden van vrijwilligerswerk voor mensen in de W W . Maatregelenbeleid: het Cliëntenplatform benadrukt het belang van maatwerk bij het vaststellen van maatregelen (sancties) als cliënten de (arbeids)verplichťmgen niet nakomen. Namens de gemeente is geantwoord dat de hoofdregel ten aanzien van sanctionering door het rijk is aangescherpt, met slechts beperkte beleidsvrijheid voor de gemeente. Dat neemt echter niet weg dat bij de concrete invulling hiervan naar de individuele situatie gekeken moet worden.
Op 8 december 2 0 1 4 wordt over de uitwerking in de verordeningen verder gesproken in het Cliëntenplatform. Communicatie: Voor de invoering van de Participatiewet is een communicatieplan opgesteld. Richting de kianten is/wordt op verschillende manieren gecommuniceerd over de wijzigingen: » In augustus 2 0 1 4 zijn alle alleenstaande ouders geïnformeerd over de wijziging dat zij (rekening houdend met overgangstermijnen) vanaf 1 januari 2 0 1 5 een lagere uitkering ontvangen in verband met de overheveling van de toeslag voor alleenstaande ouders naar het kindgebonden budget. « In oktober 2 0 1 4 is een algemene nieuwsbrief verzonden aan alle cliënten in de W W B met daarin de algemene wijzigingen die betrekking hebben op de bijstand. » De huidige cliënten in de W W B die te maken krijgen met de invoering van de kostendelersnorm ontvangen begin december 2 0 1 4 een brief waarin de gevolgen hiervan en de geldende overgangstermijn worden verduidelijkt. » Op 1 8 november a.s. wordt een in samenwerking met het Cliëntenplatform een inloopochîend gehouden voor cliënten, waarin aiie wijzigingen worden toegelicht. » Tenslotte worden alle cliënten die met wijzigingen te maken krijgen als gevolg van de kostendelersnorm en het vervallen van de toeslag alleenstaande ouderen uitgenodigd voor een individueel gesprek met consulenten van de afdeling. Overige consequenties: Geen.