3 B&W-nota
gemeente
Winterswijk nr(s) geregistreerde stuk{ken): 93167 blad: 1/9
datum nota: 02-11-2015
programma: 15. Landelijk gebied incl. ruimtelijke ontw. werkdoel: 1621 - Partiële herz. Bestemmingsplannen buitengebied onderwerp: Zonnepark Scholtemaatweg 1 advies: Het verzoek om planologische medewerking te verlenen aan een zonnepark nabij het perceel Scholtemaatweg 1 niet op voorhand af te wijzen en een ontwerpbestemmingsplan voor te bereiden dat ter vaststelling aan de raad zal worden voorgelegd. Secr. / Dir. Scheinck akkoord bespreken / besluit: het besluit staat o i pagina 2
Burg. Van Beem
tKJ
Weth. Gommers
f/
V
behandeld door: mw. L. Roeterink, V. Brus team: Ruimtelijke Ontwikkeling
• E •
Weth. Saris
Weth. Te Gronde
Weth. Aaldlerink
O-
1
vV
niet openbaar openbaar (met uitgestelde publicatie) openbaar (met directe publicatie)
collegiaal overleg gepleegd met: B. Roeterdink, mevr. L. ter kritische termijn voor besluitvorming Maat, K. Meinderts, A. Schoemaker, mevr. J. Ras team: Mens & Omgeving E Nee • Ja, nl. en vanwege: manager: M. Scholten financiële consequenties: portefeuillehouder: El Nee ing. H.J.G. Gommers • Ja, gedekt in begroting dhr. G.J.W. te Gronde • Ja, niet gedekt in begroting, dekking via: • Ja, anders: •
is / wordt opgenomen op de termijnagenda Jaar: Kwartaal: onbepaald: •
E
niet op termijnagenda
naar raadscommissie: • Nee S Ja, ter informatie / voor overleg met college • Ja, ter voorbereiding behandeling cq. besluitvorming raad
aanvrager is op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht geïnformeerd over het (gedeeltelijk) negatieve advies: • Ja • Nee El n.v.t.
datum behandeling commissie:
de geadresseerde en evt. andere belanghebbenden die naar verwachting bedenkingen hebben tegen het advies, zijn op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht gehoord: • Ja • Nee E l n.v.t.
naar gemeenteraad: E Nee • Ja
communicatie via: Persbericht 13 Anders, nl brief aan initiatiefnemer • n.v.t.
paraaf griffie:
datum behandeling raad: paraaf griffie: bijlagen: 1. Verzoek bestemmingsplanherziening 2. Aanvulling aanvraag
besluit
gemeente
Winterswijk behoort bij nota onder nummer: 93167 blad: 2/2
datum nota: 02-11-2015
onderwerp: Zonnepark Scholtemaatweg 1
behandeld door: mw. L. Roeterink, V. Brus
datum besluit door college B&W: 3 november 2015
besluit: Het verzoek om planologische medewerking te verlenen aan een zonnepark nabij het perceel Scholtemaatweg 1 niet op voorhand afgewezen en een ontwerpbestemmingsplan voorbereiden dat ter vaststelling aan de raad zal worden voorgelegd.
overwegingen college indien besluit afwijkend is van het ambtelijk advies:
paraaf secretaris:
B&W-nota
gemeente
Winterswijk behoort bij nota onder nummer: 93167 blad: 3/3
datum nota: 02-11 -2015
inleiding: De initiatiefnemer is eigenaar en bewoner van de woning op het adres Scholtemaatweg 1. Hij heeft een onderneming op het gebied van duurzame energie. Deze onderneming werkt samen met de AGEM. De initiatiefnemer wil op de agrarische grond naast zijn woning een zonnepark bouwen met circa 1.000 zonnepanelen. Gezien de gewenste omvang van dit zonnepark is er sprake van een bedrijfsmatige functie. Deze zonnepanelen staan op het maaiveld. De agrarische functie van deze grond komt door de plaatsing van de zonnepanelen te vervallen. De opgewekte energie zal in samenwerking met de AGEM worden geleverd aan het bestaande energienet. Daarnaast wil de initiatiefnemer dit zonnepark gebruiken voor (commerciële) voorlichting en voor onderzoek naar het rendement van zonnepanelen. Verder heeft de initiatiefnemer een (kleine) windmolen op zijn woonperceel staan en wil hij energie opwekken met waterkracht in een proefopstelling. Het is de ambitie van de initiatiefnemer een kleinschalig energiepark te ontwikkelen.
advies: Het verzoek om planologische medewerking te verlenen aan een zonnepark nabij het perceel Scholtemaatweg 1 niet op voorhand af te wijzen en een ontwerpbestemmingsplan voor te bereiden dat ter vaststelling aan de raad zal worden voorgelegd.
argumenten/onderbouwing: Het initiatief De initiatiefnemer wil een zonnepark realiseren met een omvang van circa 1.000 zonnepanelen op een terrein dat circa 3.000 m groot is. Gezien de omvang van het initiatief is de opgewekte hoeveelheid elektrische energie groter dan voor één huishouden nodig is. Er is dan ook sprake van een bedrijfsmatige functie. De door de initiatiefnemer beoogde locatie betreft een perceel agrarische grond dat aansluit bij zijn woonperceel op het adres Scholtemaatweg 1. De initiatiefnemer is ondernemer op het gebied van duurzame energie en geeft aan de volgende doelen te hebben met zijn initiatief: • Het opwekken van duurzame energie die geleverd zal worden via de AGEM; • Het benutten van dit zonnepark voor het geven van (commerciële) voorlichting aan mensen die interesse hebben in de aankoop van zonnepanelen; • Ruimte bieden voor onderzoek aan de Universiteit Twente en het ROC in Leeuwarden. 2
Ruimtelijk beleid Er zijn twee typen beleidskader die onderscheiden moeten worden voor dit initiatief. Op de eerste plaats is dat het ruimtelijke beleid. Het gemeentelijke ruimtelijke beleid gaat niet concreet in op initiatieven als deze. In de Visie Buitengebied 2005 worden algemene kaders geschetst voor ruimtelijke ontwikkelingen. Het hoofddoel voor de visie buitengebied is 'behoud door ontwikkeling'. Dit wil zeggen het behoud van de bijzondere cultuurhistorische, landschappelijke en ecologische kwaliteiten die het gebied herbergt en ruimte bieden aan nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Diverse economische dragers maken het buitengebied van Winterswijk leefbaar en vitaal. Voor het landschap is een continue ontwikkeling van belang. Er wordt niet gestreefd naar herstel van een-historisch.landschap.-maar-naar— "Rët realiseren van een landschap van deze tijd, dat is geïnspireerd op het verleden. De Visie Buitengebied biedt in zijn algemeenheid dus ruimte voor nieuwe initiatieven. Bij dit initiatief wordt een nieuwe bedrijfsactiviteit toegevoegd aan het buitengebied en daarmee dus een (potentiële) economische drager. Door het zonnepark te omzomen met deels nieuwe en deels bestaande beplanting wordt dit park (grotendeels) aan het oog van voorbijgangers onttrokken. In zoverre draagt
B&W-nota
gemeente
Winterswijk behoort bij nota onder nummer: 93167 blad: 4/4
datum nota: 02-11-2015
het initiatief niet bij aan het behoud of de ontwikkeling van bestaande waarden, maar vormt het ook geen aantasting daarvan. Een tweede belangrijk ruimtelijk kader is de 'Ladder voor duurzame verstedelijking' zoals deze is opgenomen in het Besluit ruimtelijke ordening. Deze 'ladder voor duurzame verstedelijking' verplicht gemeenten kortweg tot het maken van een expliciete afweging bij het toestaan van nieuwe ontwikkelingen aan de hand van de volgende vragen: 1. Is er sprake van een stedelijke ontwikkeling? 2. Voorziet het plan in een actuele regionale behoefte? 3. Kan het plan gefaciliteerd worden in bestaand stedelijk gebied? 4. Indien er geen ruimte is in bestaand stedelijk gebied, is dat dan inderdaad de juiste locatie voor het plan (mede gelet op de infrastructuur)? Ad 1: in dit initiatief draait het om het realiseren van een technische installatie ten behoeve van het opwekken van elektrische energie. Deze installatie bestaat hierbij uit een (serie) bouwwerken, te weten de stellages waar de zonnepanelen op gemonteerd zijn, die op het maaiveld staan. Op basis van de wet en de huidige jurisprudentie is niet duidelijk of dit initiatief gezien moet worden als een stedelijke ontwikkeling. Aangezien het initiatief een bedrijfsmatige activiteit betreft dat geen agrarisch karakter heeft (de opwekking van de energie staat geheel los van het producerend vermogen van de onderliggende grond) nemen we aan dat er inderdaad sprake is van een stedelijke ontwikkeling. Ad 2: de gemeenten in de Regio Achterhoek hebben gezamenlijk doelstellingen geformuleerd op het gebied van het opwekken van duurzame energie. Dat er behoefte is aan energie in de regio is evident (er wonen en werken immers mensen). De behoefte om deze energie duurzaam op te wekken is minder evident, maar ligt wel voor de hand gezien de doelstellingen die de gemeenten gezamenlijk hebben gesteld op dit gebied. Ad 3: de regionale behoefte aan zonne-energie kan deels worden voorzien door zonnepanelen te plaatsen op daken van bestaande gebouwen. Daarnaast zijn er initiatieven voor het aanleggen van (grotere) zonneparken op het maaiveld op b.v. voormalige vuilstorten en terreinen waarop oorspronkelijk woningbouw was voorzien. Het is echter niet waarschijnlijk dat in de totale behoefte kan worden voorzien in het bestaande stedelijke gebied. De regionale behoefte aan zonne-energie zal hieronder nader worden toegelicht. Ad 4: in het Besluit ruimtelijke ordening wordt de nadruk gelegd op de goede ontsluiting van het gekozen plangebied voor het verkeer. Gezien het type functie speelt het verkeersvraagstuk echter een ondergeschikte rol. Wat wel van belang is (zowel technisch als qua kosten) is de ligging nabij een geschikte aansluiting op het bestaande elektriciteitsnetwerk. De initiatiefnemer geeft aan dat dit het geval is en dat de grootte van het zonnepark is afgestemd op de aansluitmogelijkheden op het elektriciteitsnet. Samengevat is onze conclusie dat de 'ladder voor duurzame verstedelijking niet op voorhand aan dit initiatief in de weg staat. Duurzaamheidsbeleid Naast het ruimtelijke beleid speelt het beleid op het gebied van duurzaamheid een rol voor de beoordeling van dit initiatief. Winterswijk heeft een hoge ambitie als het gaat om het opwekken van duurzame energie. Deze ambitie is vastgelegd in diverse documenten. De raad heeft deze ambitie
B&W-nota
gemeente
Winterswijk behoort bij nota onder nummer: 93167 blad: 5/5
datum nota: 02-11-2015
onder andere onderschreven in 2008 met het vaststellen van de beleidsnota 'Duurzaam Winterswijk'. Ten aanzien van de productie van duurzame energie staat in deze nota het volgende: "De gemeente Winterswijk staat positief tegenover de opwekking en het gebruik van hernieuwbare energie. Ook op regionaal niveau zijn er ambities uitgesproken. In het 'Akkoord van Groenlo (AvG'13)' verklaren de acht gemeenten van de Regio Achterhoek te streven naar een energie-neutrale Achterhoek in 2030 door inzet op grootschalige energiebesparing en productie van hernieuwbare energie'. Het college van B&W heeft hierover op 4 februari 2015 een besluit genomen. Dit besluit is in maart 2015 besproken in de commissie Ruimte. Door in 2030 al energieneutraal te zijn, wil de regio Achterhoek vooruit lopen op de (inter)nationale en provinciale klimaatdoelstellingen. Voorts heeft het college van B&W op 4 februari 2015 kennisgenomen van de 'Energiestrategienota duurzame energie Achterhoek'. Op basis hiervan is besloten om samen met de commissie Ruimte richting te geven aan keuzemogelijkheden voor het opwekken van duurzame energie om invulling te geven aan Winterswijk energieneutraal in 2030. Als we het huidige energieverbruik (elektrisch) van bedrijven, instellingen en inwoners vertalen naar zonne-energie, dan betekent dit dat er minimaal 314.925 zonnepanelen (63 GWh) gerealiseerd moeten worden. Zonne-energie maakt daarmee een groot deel uit van de duurzaamheidsopgave waar we voor staan. In de Energietransitienota Duurzame Energie Achterhoek wordt het volgende aanbevolen om de plaatsing van zonnepanelen op daken en op land te versnellen: • Het lokale ruimtelijk beleid te inventariseren en op elkaar af te stemmen; • Lokale burgerinitiatieven te stimuleren; • Actief op zoek gaan naar financieringsmogelijkheden, te denken valt aan duurzaamheidslening (Wet Hof en Wet schatkistbankieren), subsidiemogelijkheden bij hogere overheden (PPM-Oost); • Gemeentelijke strategische gronden in te zetten voor zonneparken; • Informatiebijeenkomsten te houden om de mogelijkheden van zonne-energie onder de aandacht te brengen • Te onderzoeken of lagere leges bij omgevingsvergunning/RO-procedures voor duurzame projecten mogelijk zijn • Gemeentelijke daken beschikbaar te stellen voor bijvoorbeeld (lokale) energiecoöperaties en bedrijven stimuleren om dat ook te doen. Duidelijk is dat dit initiatief een bijdrage levert aan de gemeentelijke ambities op het gebied van duurzame energie. Landschap Een belangrijk vraagstuk dat dit initiatief zichtbaar maakt is de spanning tussen landschappelijke waarden en het plaatsen van zonnepanelen. Met het plaatsen van zonnepanelen op agrarische gronden wordt een zeer technisch ogende en daarmee (naar de huidige maatstaven) gebiedsvreemde installatie geïntroduceerd in het landschap. Voor het plaatsen van zonnepanelen ten behoeve van één huishouden kan het volgende stappenplan worden toegepast als het gaat om de plaatsing van de panelen: 1. De 1e voorkeur is panelen te plaatsen op platte daken/ asbest daken/ industriële daken, maar niet op karakteristieke rode daken. 2. Plaatsing van zonnepanelen op het erf; 3. Plaatsing van zonnepanelen aansluitend aan een bestaand erf 4. Plaatsing van zonnepanelen-OP-e.en.solitair-qeleqen-perceel^niet-direct-aansluitend-op-een bestaand perceel. In dit initiatief wordt een (veel) groter aantal zonnepanelen geplaatst dan nodig voor één huishouden. Toch kan, wanneer we enkel kijken naar dit initiatief en de algemene afwegingen over de plaatsing van zonnepanelen buiten beschouwing laten, dit stappenplan voor individuele initiatieven analoog worden
B&W-nota
gemeente
Winterswijk behoort bij nota onder nummer: 93167 blad: 6/6
datum nota: 02-11-2015
toegepast. Op het erf Scholtemaatweg 1 is diverse bebouwing aanwezig. Al die bebouwing is voorzien van rode daken. Het plaatsen van de zonnepanelen op de bestaande daken heeft dan ook niet de voorkeur in deze situatie. Belangrijk daarbij is verder dat het initiatief een dermate omvang heeft dat plaatsing van alle door de initiatiefnemer gewenste zonnepanelen op de bestaande daken en/of op het erf fysiek niet mogelijk is. Het geplande zonnepark is weliswaar gelegen aansluitend aan een bestaand erf, maar is functioneel slechts beperkt verbonden met dat erf. Dit laatste omdat het opwekken van zonne-energie en het leveren van elektriciteit aan derden feitelijk een zelfstandige functie is. Het initiatief lijkt daarmee te liggen tussen optie 3 en optie 4. De volgende vraag is of een zonnepark op die plek past in het gemeentelijk Lanschapsontwikkelingsplan (LOP). Openheid geldt voor het plangebied niet als bijzondere waarde. Van belang voor dit gebied is wel het kenmerk 'hoogteverschillen'. De zonnepanelen worden echter niet geplaatst of een es o.i.d., zodat dit landschapskenmerk geen belemmering vormt voor dit initiatief. Het LOP rekent het projectgebied tot het oudhoevige landschap van Ratum, ook al gaat het hier om een kleine enclave van heideontginning. De aanwezigheid van veel houtopstanden is kenmerkend voor het Ratumse landschap, waar veel NSW-landgoederen aanwezig zijn. Het LOP laat de aanleg van een houtwal dan ook toe, en is daar in de nabijheid van de Ratumse en Willinkbeek zelfs een voorstander van. De Ratumse beek ligt het dichtst bij, maar nog wel op enige afstand. Als de houtwal is aangelegd, leidt dit ertoe dat eenmaal geplaatste zonnepanelen vrij goed verstopt zijn in het landschap en de plaatsing dus in landschappelijk opzicht weinig bezwaarlijk is. Het LOP heeft overigens het verstoppen van nieuwe ontwikkelingen niet als specifiek doel. Bij sommige ontwikkelingen kan een goed ontwerp ook bijdragen aan het landschappelijk acceptabel maken van die ontwikkeling. Dit 'goede ontwerp' lijkt echter bij de plaatsing van zonnepanelen op het maaiveld niet goed denkbaar. Het ontwerp van het park wordt geheel gedreven door technische vereisten (oriëntatie op de zon, de hoek waaronder de panelen geplaatst worden, de draagkracht van de constructie). Voor zonneparken ligt het inpassen met behulp van groene landschapselementen dan ook voor de hand. Interferentie met de landbouw In dit initiatief is gekozen voor het plaatsen van de zonnepanelen op het maaiveld met een beperkte totale constructiehoogte (circa 1,60 meter). Dit betekent dat het perceel zijn huidige agrarische functie zal verliezen. Het gaat hierbij om circa 0,3 hectare agrarische grond. De agrarische bedrijven in Winterswijk zijn veelal grondgebonden. Deze agrarische bedrijven hebben behoefte aan goede landbouwgrond. De belangen van een zonnepark en de belangen van agrarische ondernemers kunnen dus interfereren. In dit geval gaat het om agrarische grond die reeds in bezit is bij de initiatiefnemer. Gezien de oppervlakte van het plangebied en de eigendomssituatie is geen concurrentie voorzien met agrarische belangen. Ook hierbij moet de kanttekening gemaakt worden dat wanneer dergelijke initiatieven zich op een grotere schaal voordoen, er wel sprake kan zijn van concurrentie tussen agrarische belangen en het belang om ruimte te bieden voor de opwekking van zonne-energie. Bevoegdheid Zoals hiervoor omschreven zijn er in het bestaande gemeentelijke beleid aanknopingspunten te vinden voor medewerking aan dit initiatief. Het geldende ruimtelijke beleid biedt echter geen concreet -beleidskadervoor"dirinitiatiëfrOöiriTët"vigerende bestemmingsplan biedt geen ruimte voor dit initiatief. Dit betekent dat de gemeenteraad het bevoegde gezag is als het gaat om het maken van een (juridisch bindende) keuze voor dit initiatief.
B&W-nota
gemeente
Winterswijk behoort bij nota onder nummer: 93167 blad: 7/7
datum nota: 02-11-2015
Conclusie Het initiatief past binnen het gemeentelijke beleid voor duurzame energie en kan voldoen aan de voorwaarde van landschappelijke inpassing. Om die reden stellen wij voor medewerking te verlenen aan dit verzoek.
betrokkenenparagraaf: Aan de initiatiefnemer is gevraagd invulling te geven aan de betrokkenenparagraaf in het kader van een eventuele planologische procedure. De initiatiefnemer heeft al contact gehad met zijn buren en deze bleken positief te zijn over het initiatief. In het kader van de betrokkenenparagraaf zal dit nader geconcretiseerd moeten worden.
advisering externe adviesorganen/belangenorganisaties: De stichting WCL is recent geïnformeerd over het gemeentelijke duurzaamheidsbeleid en het bijbehorende uitvoeringsprogramma. De WCL is daarnaast op 2 november 2011 over dit specifieke initiatief geconsulteerd. De WCL was positief over dit initiatief.
scenario's (indien gewenst/mogelijk): N.v.t.
financiële paragraaf incl. financiële risico's en fiscale consequenties: Het gaat om een particulier initiatief. De plankosten worden verhaald op de initiatiefnemer indien uw college een positief principebesluit neemt en een bestemmingsplanherziening aan de orde is. In dat geval zal ook een planschade-overeenkomst worden gesloten met de initiatiefnemer waardoor de initiatiefnemer de financiële verantwoordelijkheid zal dragen voor eventuele planschadekosten.
overige risico's: Het geldende ruimtelijke beleid biedt geen expliciet kader voor dit initiatief. Dit betekent dat medewerking aan dit verzoek mede gezien kan worden als het scheppen van een nieuwe beleidslijn. Op dit moment is dit het enige initiatief van deze omvang in onze gemeente. Meerdere soortgelijke initiatieven lijken goed inpasbaar in ons buitengebied. Echter, een groot aantal initiatieven kan leiden tot een aantasting van ons waardevolle landschap. De verwachting is dat dit type initiatief (in deze schaalgrootte) geen grote vlucht zal nemen vanwege een beperkte rentabiliteit. Het risico dat met dit initiatief wordt geschapen lijkt daarom een beperkt en acceptabel. Daar komt bij dat wanneer er onverwacht toch een groter aantal initiatieven wordt ontplooid, de gemeenteraad bevoegd is haar beleid opnieuw te wijzigen. Op dit moment wordt een nieuwe omgevingsvisie voor het buitengebied voorbereid. Hierin zal beleid -op-het-gebied-van-duurzaamheid-een-vertaling-mo'etSfTKfijgen naar lïëf beleid op het gebied van de ruimtelijke ordening. Met dit initiatief lopen we vooruit op toekomstig beleid. Het is op dit moment dan ook niet zeker of en hoe dit initiatief binnen dat toekomstige beleid zal passen.
B&W-nota
gemeente
Winterswijk behoort bij nota onder nummer: 93167 blad: 8/8
datum nota: 02-11-2015
aspecten duurzaamheid: Zoals hiervoor reeds omschreven ziet dit initiatief op het opwekken van duurzame energie. Het initiatief draagt daarmee bij aan de gemeentelijke doelstellingen op het gebied van duurzame energie.
vervolgprocedure en planning: Indien uw college een positief principebesluit neemt, dan zal de initiatiefnemer daarover worden geïnformeerd middels een procedurebrief. In die brief zal de initiatiefnemer worden geïnformeerd over het herzien van het bestemmingsplan en de daarbij behorende legeskosten. Indien de initiatiefnemer er vervolgens voor kiest om het initiatief door te zetten, dan zal door het team Ruimtelijke Ontwikkeling een bestemmingsplanprocedure worden opgestart.
relatie met andere besluitvorming/andere projecten: De initiatiefnemer geeft (in een e-mail op 2 oktober 2015) aan dat zijn initiatief als voorbeeld kan gaan dienen voor het regionale initiatief 'Zon op erf van de AGEM en de gemeenten in de Achterhoek. Dit omdat zijn onderneming een dealer is die actief is voor o.a. de AGEM. Voor zover nu bekend (en zoals hiervoor genoemd) ziet het initiatief 'Zon op erf echter op de herontwikkeling van agrarische bedrijfslocaties. Daarvan is in dit geval géén sprake omdat dit initiatief ziet op het realiseren van zonnepanelen op nog onbebouwde agrarische grond en niet op een agrarisch erf. Ook vindt er in dit initiatief geen sloop van overtollige bebouwing en/of sanering van asbest plaats. In zoverre kan dit initiatief dan ook niet dienen als voorbeeld voor het initiatief 'Zon op erf.
integriteitstoets: N.v.t.
overige opmerkingen: Het landschappelijk inpassen van één initiatief lijkt goed denkbaar (afhankelijk van de schaal, de bouwhoogte en het type landschap), maar de vraag wat er gebeurt als dit op grotere schaal wordt toegepast moet ook gesteld worden. Dit mede met het oog op de toekomstige omgevingsvisie. Hoewel een definitief antwoord op deze vraag nog niet gegeven kan worden, zijn er wel bestaande initiatieven die denkrichtingen aangeven die elkaar niet uitsluiten: 1. Solarpark "De Kwekerij" in Hengelo (Gld.): in dit initiatief wordt een zonnepark met 8.000 zonnepanelen gerealiseerd op een terrein dat in eerste instantie geoormerkt was voor de bouw van 200 woningen. Door de demografische ontwikkeling van de Achterhoek (krimp) is dit woningbouwplan van de baan. Het gaat om een terrein dat direct aansluit aan de kern van het dorp Hengelo. Het terrein is herontwikkeld als zonnepark. In 2014 is een Wabo-projectbesluit vastgesteld om dit zonnepark mogelijk te maken. Dit initiatief ziet op de herontwikkeling van een locatie waar (grootschalige) nieuwbouw voorzien was; 2. Zon op erf: de AGEM en o.a. de gemeenten in de Achterhoek werken aan een initiatief dat 'Zon op erf heet._De_kem-aedachte-van-dit-initiatief-is-dat-zonnepanelen'qeplaatsf kunnen worden op (voormalige) agrarische erven waar in onbruik geraakte bebouwing staat. Hierdoor wordt het saneren van asbest, het saneren van overtollige bedrijfsgebouwen en het realiseren van locaties voor zonne-energie gecombineerd. Dit voorbeeld ziet op de herontwikkeling van locaties waar reeds bebouwing aanwezig is;
B&W-nota
gemeente
Winterswijk behoort bij nota onder nummer: 93167 blad: 9/9 3.
datum nota: 02-11-2015
In het bestemmingsplan voor het buitengebied van de gemeente Barneveld is een regeling opgenomen die het plaatsen van zonnepanelen op het maaiveld mogelijk maakt. Hierbij wordt bijvoorbeeld binnen de woonbestemming een oppervlakte van 150 m aan zonnepanelen toegestaan binnen het bestemmingsvlak. Deze regeling kan o.a. worden toegepast wanneer het plaatsen van zonnepanelen op het dak niet wenselijk is vanwege de monumentale waarde van de bebouwing. Het gaat dus om relatief kleinschalige initiatieven (stroom opwekken alleen voor eigen gebruik) waarbij de plaatsing op het maaiveld aan de orde is als plaatsing op een dak niet mogelijk is. 2
Uit deze voorbeelden komt een duidelijk onderscheid naar voren tussen twee typen initiatieven. Het eerste type (voorbeeld 3) ziet op het opwekken van elektriciteit door bedrijven en particulieren primair voor de eigen behoefte. Het plaatsen van een (beperkte oppervlakte) aan zonnepanelen op het maaiveld is hierbij een alternatief voor het plaatsen van zonnepanelen op een bestaand dak. Dit initiatief gaat echter verder dan het voorzien in de eigen elektriciteitsbehoefte van de initiatiefnemer. Het gaat om het (commercieel) produceren van elektriciteit die geleverd wordt aan derden. Het tweede type initiatief (voorbeelden 1 en 2) zien op het produceren van elektriciteit voor derden op commerciële basis. Kenmerkend daarbij is dat het gaat om zonneparken die ontwikkeld worden op locaties waar ofwel reeds stedelijke ontwikkelingen waren voorzien (voorbeeld 1) ofwel op een locatie waar reeds bebouwing aanwezig is. Het onderhavige initiatief betreft een derde type waarbij nog onbebouwde agrarische grond wordt in gezet voor het plaatsen van zonnepanelen.