Sta
B&W-nota
gemeente
Winterswijk nr(s) geregistreerde stuk(ken): 107753 blad: 1/9
datum nota: 11 februari 2016
programma: 7. Arbeidsparticipatie en inkomensvoorziening werkdoel: 1094 - Contacten Azc onderwerp: Aanpak samenwerkende Achterhoekse gemeenten voor opvang asielzoekers en huisvesting vergunningnhouders advies: 1. In het kader van de bestaande taken op het gebied van noodopvang van asielzoekers en op het gebied van huisvesting van vergunninghouders samen te werken met zes andere Achterhoekse gemeenten. 2. Daarmee een gedeelde verantwoordelijkheid te dragen voor voldoende adequate noodopvang, in overeenstemming met wat in redelijkheid van de samenwerkende gemeenten verwacht kan worden. 3. Eveneens samen te werken op het gebied van voldoende passende huisvesting voor vergunninghouders en zo veel mogelijk te bevorderen dat adequate matches gemaakt kunnen worden tussen vergunninghouders en beschikbare passende woonruimte. 4. Om deze taken adequaat op te kunnen pakken ook een flexibele houding en interpretatie van derde partijen te vragen. 5. Hiertoe bijgevoegde brief (mede) te ondertekenen en toe te zenden aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland. 6. Vast te stellen dat voor een evenwichtige maatschappelijke inpassing een integrale benadering van het vraagstuk noodzakelijk is en hiertoe gezamenlijk een opdracht te formuleren om tot deze integrale aanpak te komen. 7. Daarvoor, indien mogelijk, aanspraak te maken op de gelden die de provincie Gelderland in dit kader beschikbaar heeft gesteld waarbij de gemeente Doetinchem gemachtigd wordt om namens de samenwerkende gemeenten een formele aanvraag te doen voor gelden in het kader van de procesondersteuning. 8. Vast te stellen dat dat deze samenwerking niets afdoet aan de bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de individuele gemeenten en zij de vrijheid behouden om in te kunnen zetten op verschillende onderdelen van het asielvraagstuk. 9. Rekening te houden met het gegeven dat een dergelijke keuze voor inzet op een bepaald onderdeel ook doorwerking kan hebben in de taken van één van de andere samenwerkende gemeenten en derde partijen. Secr. / Dir. Scheinck
Burg. Van Beem
Weth. Gommers
Weth. Saris
Weth. TVG ronde
Weth. Aalderink
akkoord bespreken besluit: het besluit staat op pagina 3 behandeld door: mevr. B. klein Gunnewiek team: Mens & Omgeving collegiaal overleg gepleegd met: — team: — manager: mevr. D. Kerkdijk financiële consequenties: Nee • Ja, gedekt in begroting • Ja, niet gedekt in begroting, dekking via: • Ja, anders:
• niet openbaar KI openbaar (met uitgestelde publicatie) • openbaar (met directe publicatie) kritische termijn voor besluitvorming • Nee Ja, nl. en vanwege: urgentie portefeuillehouder: drs. D.W. Aalderink
B&W nota
•
is / wordt opgenomen op de termijnagenda Jaar: Kwartaal: onbepaald: •
3
niet op termijnagenda
gemeente
Winterswijk
naar raadscommissie: • Nee E l Ja, ter informatie / voor overleg met college • Ja, ter voorbereiding behandeling cq. besluitvorming raad
aanvrager is op grond van artikel 4:7 van de Algemene wet bestuursrecht geïnformeerd over het (gedeeltelijk) negatieve advies: • Ja • Nee 13 n.v.t.
datum behandeling commissie:
de geadresseerde en evt. andere belanghebbenden die naar verwachting bedenkingen hebben tegen het advies, zijn op grond van artikel 4:8 van de Algemene wet bestuursrecht gehoord: • Ja • Nee E l n.v.t.
naar gemeenteraad: E l Nee • Ja
communicatie via: 3 Persbericht D Anders, nl • n.v.t.
paraaf griffie:
datum behandeling raad: paraaf griffie: bijlagen: 1. brief aan GS van Gelderland 2. concept persbericht (definitieve kan verzonden worden als alle 7 colleges positief hebben besloten) 3. mededeling van het college aan de raad
besluit
sgsiKasOTËe
behoort bij nota onder nummer: 107753 blad: 3/9
datum nota: 11 februari 2016
onderwerp: Aanpak samenwerkende Achteitioekse gemeenten voor opvang asielzoekers en huisvesting vergunninghouders
behandeld door: B. klein Gunnewiek
datum besluit door college B&W: 16 februari 2016
besluit: 1. In het kader van de bestaande taken op het gebied van noodopvang van asielzoekers en op het gebied van huisvesting van vergunninghouders samenwerken met zes andere Achterhoekse gemeenten. 2. Daarmee een gedeelde verantwoordelijkheid dragen voor voldoende adequate noodopvang, in overeenstemming met wat in redelijkheid van de samenwerkende gemeenten verwacht kan worden. 3. Eveneens samenwerken op het gebied van voldoende passende huisvesting voor vergunninghouders en zo veel mogelijk bevorderen dat adequate matches gemaakt kunnen worden tussen vergunninghouders en beschikbare passende woonruimte. 4. Om deze taken adequaat op te kunnen pakken ook een flexibele houding en interpretatie van derde partijen vragen. 5. Hiertoe bijgevoegde brief (mede) ondertekenen en toezenden aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderiand. 6. Vastgesteld dat voor een evenwichtige maatschappelijke inpassing een integrale benadering van het vraagstuk noodzakelijk is en hiertoe gezamenlijk een opdracht formuleren om tot deze integrale aanpak te komen. 7. Daarvoor, indien mogelijk, aanspraak maken op de gelden die de provincie Gelderland in dit kader beschikbaar heeft gesteld waarbij de gemeente Doetinchem gemachtigd wordt om namens de samenwerkende gemeenten een formele aanvraag te doen voor gelden in het kader van de procesondersteuning. 8. Vastgesteld dat dat deze samenwerking niets afdoet aan de bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de individuele gemeenten en zij de vrijheid behouden om in te kunnen zetten op verschillende onderdelen van het asielvraagstuk. 9. Rekening houden met het gegeven dat een dergelijke keuze voor inzet op een bepaald onderdeel ook doorwerking kan hebben in de taken van één van de andere samenwerkende gemeenten en derde partijen.
overwegingen college indien besluit afwijkend is van het ambtelijk advies:
paraaf secretaris:
•S
Ska
B&W-nota
gemeente
Winterswijk behoort bij nota onder nummer: 107753 blad: 4/9
d a t u m n o t a : 11 f e b r u a r i 2016
inleiding: Sinds de lente van 2015 is er sprake van een grote toestroom van asielzoekers die naar Nederland komen. Deze onverwacht grote instroom resulteert in twee omvangrijke uitdagingen: 1. Het voorzien in voldoende en adequate noodopvang voor de eerste basisbehoeften als onderdak, veiligheid en voeding. Vanuit noodopvang vindt men doorgaans onderdak in een azc (of keert men terug naar bijv. het land van herkomst); 2. Wanneer een asielzoeker vervolgens een verblijfsvergunning toegekend krijgt, dient na koppeling door het COA, een gemeente hem/haar als vergunninghouder te huisvesten in een passende woning (en bevordert daarmee de doorstroming in het azc). Beide typen van ondersteuning zijn de facto taken voor de gemeente. Noodopvang vindt immers altijd plaats in een gemeente. Huisvesting van een vergunninghouder dient te geschieden in een woning in een gemeente. Van Rijkswege wordt, via de commissaris van de Koning (q.q. Rijksheer), ingezet om deze twee maatschappelijke verantwoordelijkheden zo adequaat en zo snel mogelijk op te pakken. Daarbij ligt de informatieverzameling en -verspreiding en het monitoren van prognoses omtrent noodopvang bij de Veiligheidsregio, het realiseren van voldoende passende woonruimte voor vergunninghouders wordt gemonitord door de provincie i.s.m. COA (Centraal Orgaan opvang asielzoekers). Deze twee aandachtsvelden vormen voor individuele gemeenten een behoorlijke uitdaging: er moet een substantieel aantal plekken voor noodopvang gerealiseerd worden. In de eerste maanden van 2016 moeten er in Gelderland locaties gevonden worden waar in totaal 2500 asielzoekers opgevangen kunnen worden. Daamaast lag tot eind december 2015 de opdracht om per veiligheidsregio 500 noodopvangplekken te realiseren. 1
Ook het aantal vergunninghouders dat gehuisvest moet worden in de gemeenten neemt de laatste jaren steeds toe. Voor 2016 hebben alle gemeenten een hogere taakstelling gekregen dan in 2015 (wat ook al de hoogste taakstelling van de afgelopen jaren was): Gemeente Aalten Berkelland Bronckhorst Doetinchem Oost Gelre Oude IJsselstreek Winterswijk Totaal
2014 26 42 34 53 29 37 27 248(100%)
2015 47 77 64 97 52 68 50 455(183%)
I e helft 2016 32 54 44 67 36 47 35
Prognose 2016 68 113 93 144 75 101 74 668 (270%)
Over de hele linie is dat in 2016 een geprognosticeerde plus van ca. 45% in het aantal te huisvesten vergunninghouders t.o.v. 2015. Een zevental Achterhoekse gemeenten (Aalten, Berkelland, Bronckhorst, Doetinchem, Oost Gelre, Oude IJsselstreek en Winterswijk) heeft in de afgelopen periode overleg gevoerd om tot een integrale en concrete aanpak te komen van de vraagstukken. Zij zijn tot de conclusie gekomen dat zij, met
De zeven samenwerkende gemeenten zijn onderdeel van de In totaal 22 gemeenten tellende Veiligheidsregio Noord- en OostGelderland 1
B&W-nota
behoort bij nota onder nummer: 107753 blad: 5/9
loont-o gemeerte
Winterswijk
datum nota: 11 februari 2016
behulp van derde partijen: 1. gezamenlijk en bijdrage kunnen leveren op het gebied van de te realiseren noodopvang; 2. gezamenlijk zullen kunnen voldoen aan de taakstelling op het gebied van te huisvesten vergunninghouders. Wij adviseren u als volgt.
advies: 1. In het kader van de bestaande taken op het gebied van noodopvang van asielzoekers en op het gebied van huisvesting van vergunninghouders samen te werken met zes andere Achterhoekse gemeenten. 2. Daarmee een gedeelde verantwoordelijkheid te dragen voor voldoende adequate noodopvang, in overeenstemming met wat in redelijkheid van de samenwerkende gemeenten verwacht kan worden. 3. Eveneens samen te werken op het gebied van voldoende passende huisvesting voor vergunninghouders en zo veel mogelijk te bevorderen dat adequate matches gemaakt kunnen worden tussen vergunninghouders en beschikbare passende woonruimte. 4. Om deze taken adequaat op te kunnen pakken ook een flexibele houding en interpretatie van derde partijen te vragen. 5. Hiertoe bijgevoegde brief (mede) te ondertekenen en toe te zenden aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderiand. 6. Vast te stellen dat voor een evenwichtige maatschappelijke inpassing een integrale benadering van het vraagstuk noodzakelijk is en hiertoe gezamenlijk een opdracht te formuleren om tot deze integrale aanpak te komen. 7. Daarvoor, indien mogelijk, aanspraak te maken op de gelden die de provincie Gelderland in dit kader beschikbaar heeft gesteld waarbij de gemeente Doetinchem gemachtigd wordt om namens de samenwerkende gemeenten een formele aanvraag te doen voor gelden in het kader van de procesondersteuning. 8. Vast te stellen dat dat deze samenwerking niets afdoet aan de bestaande verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de individuele gemeenten en zij de vrijheid behouden om in te kunnen zetten op verschillende onderdelen van het asielvraagstuk. 9. Rekening te houden met het gegeven dat een dergelijke keuze voor inzet op een bepaald onderdeel ook doorwerking kan hebben in de taken van één van de andere samenwerkende gemeenten en derde partijen.
argumenten/onderbouwing: 1. Regionaal samenwerken Gezien de schaalgrootte van de problematiek met betrekking tot opvang van asielzoekers en huisvesting van vergunninghouders is regionale samenwerking daarbij onontbeerlijk. 2. Collectieve verantwoordelijkheid In het voorliggende vraagstuk gaat het om mensen: mensen, vaak afkomstig uit oorlogsgebieden of vluchtend voor vervolging, die in Nederland een veilig heenkomen hebben gezocht. Acute opvang is voor deze mensen noodzakelijk, omdat de reguliere azc's niet voldoende capaciteit hebben. Daarbij moet wel gekeken worden naar wat in redelijkheid van lokale gemeenschappen verwacht kan worden.
B&W-nota
behoort bij nota onder nummer: 107753 blad: 6/9
datum nota: 11 februari 2016
Door de samenwerkende gemeenten te beschouwen als "één geheel" kan een opdracht opgepakt worden die groter is dan van wat van één individuele gemeente verwacht kan worden. Gemeenten kunnen elkaar dan ondersteunen met expertise, capaciteit en mogelijk ook anderszins. Met name op het gebied van noodopvang blijft een redelijke balans tussen vraag, draagkracht en maatschappelijk draagvlak van evident belang. Er is daarom ook geen exacte numerieke definitie te geven van deze "redelijke balans". 3. öefere matches vergunninghouders en woonruimten in gemeenten Een vergunninghouder wordt (na zijn azc-tijd) door COA gekoppeld aan een bepaalde gemeente. Deze gemeente moet, samen met de woningbouwcorporatie, woonruimte vinden die past bij de situatie van de vergunninghouder, bijvoorbeeld: het komt nu nog voor dat een bepaalde groep vergunninghouders (bijv. alleenstaande mannen zonder gezin) wordt toegewezen aan een gemeente met juist relatief veel beschikbare grotere gezinswoningen. Ook andersom komt voor, waardoor een gemeente met relatief veel kleine appartementen juist gezinnen toegewezen krijgt. Die match kan beter. Enerzijds door als individuele gemeente door COA vergunninghouders toegewezen te krijgen die "passen" bij de aldaar beschikbare woningen. Maar ook door, als de vergunninghouder eenmaal toegewezen is, te kunnen "ruilen" met andere gemeenten. Beide invalshoeken vereisen nader onderzoek en afspraken, maar wij zijn ervan overtuigd dat er kansen liggen om een betere match te maken tussen gemeente en vergunninghouder. 4. Flexibiliteit en vertrouwen samenwerkende gemeenten, provincie en COA Dat vereist van (andere) betrokken partijen een houding die gekenmerkt wordt door flexibiliteit en creativiteit en waarbij de systeemwereld (tijdelijk) ondergeschikt kan zijn aan het hogere doel. Concrete voorbeelden hierbij zijn het toestaan van het bovengenoemd "uitwisselen" van vergunninghouders, het loslaten van een harde ondergrens van 200 personen voor noodopvanglocaties (kleinschalige locaties zijn mogelijk beter inpasbaar, gelet op draagkracht en draagvlak) maar ook dat flexibel/coulant wordt omgegaan met het vaststellen of een gemeente heeft voldaan aan een individuele taakstelling. In concrete betekent dat (in overeenstemming met 1.) dat een gezamenlijke opdracht het uitgangspunt is. De samenwerkende gemeenten zullen onderiing "verevenen" als dat noodzakelijk is. Dit zorgt voor de gewenste flexibiliteit: een gemeente die ervoor kiest om relatief meer te doen op het gebied van vergunninghouders kan net wat meer vergunninghouders opnemen dan strikt gesproken zou moeten. Een andere gemeente heeft aan die kant dan weer wat "lucht" om een relatief grotere taak op het gebied van noodopvang op zich te nemen. Dat ontslaat overigens geen enkele gemeente van zijn basale taken op deze gebieden: vanzelfsprekend wordt verwacht dat een substantieel deel van de taakstelling van een gemeente gehaald wordt binnen die gemeente. Net zo goed als dat er een gedeelde verantwoordelijkheid bestaat voor het vinden van geschikte (dus in balans met draagkracht en draagvlak) noodopvanglocaties. Dat vereist vertrouwen: zowel onderling tussen de samenwerkende gemeenten, als van hogere overheden en gelieerde instanties. De samenwerkende gemeenten monitoren in gezamenlijkheid de concreet gerealiseerde plekken (zowel huisvesting als noodopvang). Indien nodig kan hierover periodiek bestuurlijke afstemming plaatsvinden. 5. Gezamenlijke brief Om deze flexibiliteit te bewerkstelligen en bestuurlijk commitment te waarborgen is het wenselijk om hieromtrent een gezamenlijke briefte sturen aan het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Gelderland. Deze brief is bijgevoegd. Mogelijk zijn voor de operationele inpassing nadere
B&W-nota
behoort bij nota onder nummer: 107753 blad: 7/9
gèw^è?^
datum nota: 11 februari 2016
afspraken nodig, of zijn er andere actoren die op soortgelijke wijze benaderd zouden kunnen worden (Rijk, COA). 6. Integrale aanpak Het verdient aanbeveling de voorliggende uitdagingen aan te gaan in de integrale breedte van het vraagstuk. Er komen veel zaken kijken bij het realiseren van noodopvang en/of het adequaat huisvesten van vergunninghouders. Creatieve oplossingen kunnen nodig blijken maar noodzakelijk is in ieder geval het inzichtelijk maken van alle randvoorwaarden, (neven)effecten en het vormen van een gedeeld beeld en gezamenlijke aanpak. Nader te onderzoeken thema's zijn ten minste: Onderwijs en kinderopvang; Alleenstaande minderjarige vreemdelingen (en zij die 18 worden); Integratie, inburgering(scursussen), maatschappelijke begeleiding (en gevolgen voor bijv. VluchtelingenWerk/opleiders), in samenhang met: Werk(gelegenheid), inkomen, bijstand, opleiding/omscholing; Effecten voor Wmo, jeugdhulp, volksgezondheid en welzijn; Veiligheid Voldoende passend, regulier woningaanbod (o.a. samenwerking woningbouwcorporaties); "Bijzondere" huisvestingsvormen (creatieve oplossingen/nieuwe woonvormen). Zie verder onder de kop organisatorisch. 7. Gezamenlijke aanvraag De provincie Gelderiand heeft in het kader van subsidieregeling Steengoed Benutten - Tijdelijke stimulering Sociale woningmarkt een budget van max. €1 min. beschikbaar gesteld. De subsidie is bedoeld om de realisatie van tijdelijke en flexibele huisvesting in het sociale huursegment in bestaand vastgoed of op tijdelijke locaties te versnellen/mogelijk te maken. Het gaat om subsidie bedoeld ter ondersteuning van de procesinrichting, het opstellen van een businesscase en/of om een investeringsbijdrage. Het ligt op het pad van de samenwerkende gemeenten om, als dat mogelijk is, gebruik te maken van deze provinciale bijdrage. Voor de procescoördinatie en onderzoek naar een integrale aanpak is het opportuun een gezamenlijke aanvraag te doen. De gemeente Doetinchem wordt, conform de bestuurlijke afspraken hieromtrent, gemachtigd om namens de samenwerkende gemeenten een verzoek in te dienen als het gaat om het verkrijgen van subsidie voor de procescoördinatie (dus hoofdzakelijk voor de onderdelen a en b zoals genoemd in artikel 2.7.2 van de regeling). Dit voorkomt dat er 7 aanvragen gedaan moeten worden voor één regionale processubsidie. Deze gezamenlijke aanvraag (voor procesondersteuning) staat niet in de weg aan eventuele verdere aanvragen van individuele gemeenten. Daarnaast verdient het aanbeveling te onderzoeken of er ook gebruik gemaakt kan worden van de van Rijkswege verstrekte bijdragen. Deze mogelijkheden kunnen onderzocht kunnen worden door een gezamenlijke coördinator/ambtelijk opdrachtnemers) (zie verder de kop organisatorisch). 8. Beleidsvrijheid Samenwerking betekent niet automatisch dat individuele bevoegdheden en beleidskeuzes opgegeven worden. In de voorgestelde samenwerking staat het elke deelnemende gemeente vrij haar eigen speerpunten te kiezen: één gemeente kan prioritair kiezen voor de huisvesting van vergunninghouders in woonunits, waar een ander juist kiest voor de weg van meer noodopvang of een structureel azc. De autonomie van de individuele gemeenten blijft dus behouden, maar vanzelfsprekend wordt er wel onderlinge afstemming gezocht.
B&W-nota
behoort bij nota onder nummer: 107753 blad: 8/9
^siKeette
datum nota: 11 februari 2016
9. Rekening houden met overstijgende effecten van beleidskeuzen Bij het maken van dergelijke keuzes is het wel belangrijk rekening te houden met de effecten van de keuzes op andere samenwerkende gemeenten en derde partijen. Bijvoorbeeld: kiezen om versneld in te zetten op het huisvesten van jonge vergunninghouders kan effect hebben op de vraag naar onderwijs. Als dit onderwijs in een andere gemeente gegeven wordt heeft dus een keuze van gemeente A effect op een beleidsveld van gemeente B. Goed onderling overleg is ook om deze reden noodzakelijk.
Organisatorisch Het verdient aanbeveling om de samenwerking in te bedden in een projectstructuur waarbij op integrale wijze gekeken wordt naar de hiervoor beschreven thema's. In dit project kunnen uitdagingen in regionaal verband gecoördineerd worden en kunnen bestuurlijke opdrachten operationeel beslag krijgen. Bestuuriijk opdrachtgever van een dergelijk project zou het gremium Afstemmingsoverleg opvang asielzoekers & huisvesting vergunninghouders kunnen zijn, met daarin bestuurlijke vertegenwoordiging van alle zeven gemeenten. Een tijdelijk en flexibel poho met een projectmatig karakter, als het ware. Dit gremium neemt geen besluiten, maar vervult wel een coördinerende rol, en kan bijsturen waar nodig op de ambtelijke uitvoering van de gezamenlijke aanpak. Voor de dagelijkse aansturing wordt deze opdracht belegd bij één ambtelijke opdrachtgever. De ambtelijk opdrachtgever doet een voorstel voor projectstructuur(tje) en opdracht(en). Daarin wordt ook ingegaan op de vraag of er één ambtelijk opdrachtnemer zou moeten zijn, of dat het wenselijk is dit splitsen in een "fysieke" en een "sociale"poot (naar analogie van respectievelijk de Poho's ROV en Sociaal. De ambtelijk opdrachtnemers) staa(t/n) onder aansturing van de ambtelijk opdrachtgever. Hij/zij kan/kunnen idealiter putten uit de ambtelijke expertise, middelen en faciliteiten van de samenwerkende gemeenten. Mogelijk kan een gezamenlijke coördinator ge(co)financierd worden middels de onder 7. beschreven subsidiebijdrage.
betrokkenenparagraaf: -
advisering externe adviesorganen/belangenorganisaties: -
scenario's (indien gewenst/mogelijk): -
financiële paragraaf incl. financiële risico's en fiscale consequenties: -
overige risico's: -
aspecten duurzaamheid: -
B&W-nota
behoort bij nota onder nummer: 107753 blad: 9/9
gënsssffe
datum nota: 11 februari 2016
vervolgprocedure en planning: —
relatie met andere besluitvorming/andere projecten: -
integriteitstoets: -
overige opmerkingen: Nadat bekend is dat de colleges van alle zeven gemeenten hebben ingestemd met de Achterhoekse aanpak kan de gemeenteraad hierover worden geïnformeerd met bijgevoegde notitie 'Mededeling van het college aan de gemeenteraad'. De volgende afspraken zijn regionaal gemaakt over de communciatie. Omdat deze samenwerking zowel lokaal, regionaal, als landelijk interessant is, zijn heldere afspraken nodig over woordvoering: • Elke gemeente/bestuurder kan als woordvoerder optreden. Vragen van regionale/lokale pers worden in beginsel beantwoord door de gemeente aan wie de vraag gesteld wordt. • Vragen die specifiek ingaan op deze samenwerking van de gemeenten, worden in principe beantwoordt door de gezamenlijk woordvoerder. Dit woordvoeringsmandaat heeft louter betrekking op deze samenwerking en is expliciet gescheiden van de vertegenwoordiging van/woordvoering over de "oranje" kolom bij de VNOG (de veiligheids-"poot"). • Woordvoerders van de verschillende gemeenten informeren elkaar over perscontacten. Concreet betekent dat dat communicatle/vooriichtings-afdelingen/teams elkaar actief informeren over perscontacten die ook relevant (kunnen) zijn voor de andere samenwerkende gemeenten. • Op het moment dat alle zeven colleges besloten hebben om in te stemmen kunnen de gemeenten individueel communiceren over deze Achterhoekse Aanpak. Hiertoe is een persbericht bijgevoegd.